Mijn voordeur is heel oud en zwaar, maar hij valt wel goed in het slot. Dicht is dicht, het is niet zoals met andere oude deuren dat hij als je hem met een beetje kracht dichtgooit van de lijst stuitert, een teken dat je deur niet zo lekker deurt.
Ik heb in mijn leven zonder te overdrijven 50 adressen gehad. Sommige woonde ik maar een maand, maar het is dan toch echt thuis. Met een deur, alles er op en er aan. Een nieuwe plek om te wonen is ook een nieuwe deur om doorheen te moeten, en je leert zo'n deur dan al gauw kennen. Sommige zijn zwaar, maar er zijn ook heel veel lichte deuren, deuren die dan exact hetzelfde er uit zien en aanvoelen als de deur van de woning ernaast. Dit zijn vaak mijn minst favoriete deuren van mijn huizen geweest maar misschien kwam dat niet door de deur.
Waar ik nu woon, woon ik alweer een jaar of vijf en ik bouw aan dit huis alsof deze deur mijn laatste zal zijn. Ik ken de geluiden en de beweging van dit huis door en door, er zijn geen verrassingen meer, en dus als ik mijn huis verlaat -door de voordeur- weet ik deze met speels gemak achter mij in het slot te laten vallen. Ik loop dan door de opening, en met een vrije hand laat ik achter mijn heup een vinger uitsteken. Hoe hard of zacht ik ook loop, in wat voor een staat ik ook vertrek, ik kan dan de deur met een maniakaal soepele precisie achter mij dicht trekken, zodat deze geruisloos in het slot valt. Ik weet dat ik het goed doe, ik loop door en sta al bij mijn fiets voordat ik het beslag naar boven hoor springen. Nooit te zacht, nooit te hard. Precies goed. Vertrekken moet voelen als thuiskomen.
Niet iedereen kan dit. En dan mis je iets. Zeker als je al een tijdje dezelfde deur sluit en dit nog niet onder de knie hebt, dan is er wat mis. Ik heb medelijden met degenen die het genot van een perfect dichtvallende deur niet begrijpen. Deze klacht is voor jullie.
-nee-