Ik zou zeggen dat ik tenenkaas was in de hoop te overleven.
Uiteindelijk werd ik dan in de prullenbak gesmeten met boterham en al waardoor ik langzaam uitdroog en bedolven wordt onder meer vuilnis.
Denkende dat dit mijn einde zou betekenen zou ik nog 1x een liedje zingen. Dat liedje zou dan belachelijk lang worden totdat de zak dichtgeknoopt werd.
Maar als kaas overleef ik nog steeds en ga ik dan de grijze bak in met zak en al.
Zo boos als kaas maar kan zijn wacht ik ongduldig op de vuilniswagen maar die is net gisteren geweest.
Na 13 dagen komt de wagen, piep piep.
Kieperdekiep ik vlieg door die helse zak heen en kom boterham nog eens tegen die al een week eerder veranderd is in een witte schimmelwolk.
- Vrede zij met de boterham.
De vuilniswagen rijdt heel wat straten door en na een lange dag dumpt ie mij in de vuilnisbelt.
Nog een paar nachtjes slapen en ik ga de verbrandings-oven in.
Heerlijk warm en binnen minuten verander ik in een smeltkaas.
Dat heb ik altijd willen zijn.
Mijn kaasleven is compleet, maar ook voorbij.