Om de tijd even te doden, hier een anekdote over mijn gemorste gedachten:
Het gebeurde tijdens een saaie vergadering, waar iedereen deed alsof hun notities ooit nog gelezen zouden worden. Ik zat te pennen in de kantlijn, niet met woorden van waarde, maar met een boodschappenlijstje, een halve songtekst en iets over waarom ik boos was op mezelf (ik was vergeten waarom).
Toen kantelde mijn koffie. Zwarte golven rolden over mijn papier, alsof mijn gedachten eindelijk iets concreets wilden achterlaten. De inkt liep uit. Zinnen smolten. Kritiek, dromen, een reminder om wasmiddel te kopen - alles stroomde samen tot een vlek met karakter.
Mijn collega keek.
''Je moet echt beter opletten,'' zei ze.
''Ik let precies op,'' zei ik.
En ik liet het blad drogen als bewijs; mijn hoofd lekt soms, maar het denkt tenminste nog.
Wat je niet doodt, zorgt er alleen voor dat je vreemd overkomt in intieme situaties.