“Wat een lelijk ding. Je kan wel zien dat het je zoontje/dochter is. “
Dan gaat diezelfde collega nooit meer iets tegen je zeggen.
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo