quote:
Ex-partner van jonge Belgische moeder die al sinds 2010 vermist wordt: ‘Ik kon het niet meer aan’
De ex-partner van de vermiste Heidi De Schepper werd maandag opgepakt en urenlang ondervraagd over de moeder van zijn kinderen. De jonge moeder uit Balen in België verdween in 2010 spoorloos, maar dat ontdekte de politie pas vorig jaar. N. vertelt ongefilterd over het begin van hun relatie, de laatste keer dat hij haar zag én haar moeilijkheden: ,,Of Heidi nog leeft? Geen idee. Volgens mij zit ze in Spanje. Ik had haar voor de keuze gezet: kiezen voor de kinderen en stoppen met drugs of vertrekken.”
N. schuifelt wat zenuwachtig als hij verslaggevers ziet staan aan zijn voordeur. We vragen hem of hij de ex-partner van Heidi De Schepper is. ,,Dat klopt”, zegt hij. Ook wij zijn op onze hoede, na al enkele uren in Balen rond te wandelen. Onze tocht startte in Langvennen, waar hij en Heidi een huisje huurden. Intussen is het huis al met de grond gelijk gemaakt en heeft de huisbaas er een nieuwe woonst gebouwd. Hij wil ons niet te woord staan. Zijn partner benoemt kort de situatie van N.’s gezin: ,,Er kwamen heel wat rechters aan te pas om hem buiten te krijgen. Het was problematisch.”
Ook andere buurtbewoners bevestigen dat verhaal. Eén van hen waarschuwt zelf: ,,Hij is een gevaarlijke man met heel wat problemen en een kort lontje. Ik word toch niet genoemd, hé? Ik wil niet dat hij me komt opzoeken.”
Geen handboeien
Hier aan het tuinhek lijkt N. alvast geen bedreiging. Met een sappig accent en sportkledij met dezelfde grijstint als zijn haar staat hij ons te woord. Hij wil na de communicatie van de federale politie wat zaken verduidelijken, zijn versie van het verhaal doen. ,,Vorig jaar had één van mijn zonen gespijbeld. Ze hadden de moeder proberen te bellen, maar kregen geen contact en vonden dat verdacht. Daarom schakelden ze, achter m’n rug, de politie in. En dan kwamen ze maandag met het grote geschut, het was ongelooflijk.”
Hij vervolgt: ,,Ik was met m’n hond aan het wandelen. De politie was al bij mijn ouders — die iets verderop wonen — gaan aankloppen: ‘We zijn op zoek naar N., want hij is gevlucht en weet ik veel.’ Toen ik thuiskwam, stonden er allemaal anonieme wagens geparkeerd. Ik dacht bij mezelf: wat is dit allemaal? Ze kwamen een huiszoeking doen. Mij namen ze mee naar het kantoor, ik ben negen uur lang ondervraagd. Dat was niet normaal. De hele tijd staat de camera daar op je gericht, ze zetten je onder druk en willen plots alle informatie, alle exacte tijdstippen.” Hij zucht. ,,Kijk, ik ben zonder handboeien vertrokken, dat vond ik al een goeie.”
Geen melding
Maar waarom bleef het dan jarenlang stil rond haar verdwijning? ,,Ik ken Heidi door en door, daarom deed ik ook geen melding toen ze verdwenen was”, zegt N. ,,Als ze zich opgejaagd voelt, zal ze enkel nog verder weg vluchten. Ik wist: als je bij haar iets gedaan wilde krijgen, moest je haar ruimte geven.”
Vijf minuten later in het gesprek komt hij hierop terug en deed hij blijkbaar in de twee maanden na haar verdwijning wel melding van haar afwezigheid bij ‘het kinderbijslagfonds’. Het wordt uiteindelijk niet duidelijk welke stappen N. daadwerkelijk gezet zou hebben om haar verdwijning te melden.
We keren terug naar het moment ze elkaar ontmoetten. Ook dat is een ietwat onsamenhangend en op zijn minst bijzonder verhaal. Op het moment dat N. Heidi leerde kennen via haar vader, was ze nog minderjarig. ,,Ze had het zeer moeilijk”, zegt N. ,,Ik was de enige die nog naar haar omkeek en ben haar meermaals gaan bezoeken in instellingen. Toen ze 18 jaar werd, werd ze mijn pleegdochter en trok ze bij ons in, in het huis aan de Langvennen. Daar hebben wij toch behoorlijk lang gewoond. Haar grote droom was om naar de Ardennen te trekken, om er iets met paarden te doen. Als kind reed ze paard en die liefde was nooit verdwenen. Spijtig genoeg kwam er niks van in huis.”
Drugs
Hij begint zacht te huilen. Hij vertelt hoe Heidi moeilijkheden zou hebben gehad met drugs. ,,Haar situatie werd enkel erger. Ik kon het gewoon niet meer aan en had haar voor een keuze gezet. Ofwel kies je voor je kinderen of je kiest voor die rotzooi. Op het einde van mijn werkdag was ik gewoon bang om naar huis te komen, bang voor mijn kinderen. Want wat zal ik daar weer aantreffen? De moeder comateus op haar stoel, de drugs nog op de tafel. Ze gebruikte speed, want ze wou afvallen. Ooit is ze eens in het ziekenhuis opgenomen, omdat ze nog maar 35 kilo woog. Daar wordt niks van gezegd door de politie, hé! En dat vind ik heel erg. Zo kom ik over als de boeman, terwijl ik zo veel voor haar gedaan heb.”
,,Ze had een dubbelleven dat gevuld was met drugs en uitgaan, onder meer in Amsterdam. Ik zag ook dat er sprake is van die andere verdwijning in Balen. (Sigrid Dormaels verdween in 2008 in Balen, red.) Nog één. Dan stel ik mij een vraag: zouden die elkaar gekend hebben? We weten het niet.”
N. pauzeert. ,,Dit raakt iedereen. Ik wil vooral mijn gezin beschermen, daarom sta ik u ook anoniem te woord. Mijn kinderen hebben nog gezocht naar haar, ik heb zelfs geholpen. Maar ja, op een bepaald moment houdt dat ook op. Ze zeiden: ‘Als ze nog leeft, is ze welkom voor een gesprek. Maar ze zal nooit meer een deel van ons leven uitmaken.’ En ik begrijp dat ook.”
‘Het werd te veel’
,,Aan de ene kant was ze de perfecte moeder, zo maakte ze zelfs de fruit- en groentepapjes voor onze tweejarige zoon. Maar als de huishoudelijke taken erop zaten, was het tijd voor haar momentje: de drugs. En dat werd te veel.”
N. doet de laatste momenten dat hij Heidi zag uit de doeken. Maar wat volgt, wordt vaag. ,,We gingen naar de huisarts, daar erkende ze voor het eerst dat ze een probleem had. Tussen dat moment en de laatste keer dat ik haar zag, zitten zeven dagen. Dagen waarin Heidi niet meer met mij sprak. Een week later kwam ze de kinderen afzetten bij mijn ouders. Het was op een vrijdag, de dag waarop er altijd frietjes gegeten werden. De kinderen kwamen van school, op tafel stonden de frietjes al klaar. Zij vertrok terug. Naar waar? Geen idee.”
Laatste keer
Het was de laatste keer dat iemand Heidi zag. Als we hem vragen wanneer dat was, welk jaar of welke maand, heeft hij het moeilijk. ,,Geen idee, dat weet ik allemaal niet meer. Ik heb een zwaar motorongeval gehad, sindsdien ben ik een stuk van mijn geheugen kwijt.”
De telefoon van N. trilt. ,,Ah zie, weer van dat. Mijn telefoon staat niet stil vandaag.” N. wil terug naar binnen, naar zijn zonen. Intussen zijn we een uur verder en het mysterie is nog altijd even groot. Of de zaak-Heidi ooit opgelost wordt? Niemand weet het. Maar als ze ergens is, levend en wel, en leest en ziet wat haar verdwijning zelfs na 14 jaar nog altijd teweegbrengt, reageert ze misschien toch. ,,Dat betwijfel ik”, besluit N.