De geschiedenis van de Sint Caeciliakapel Tiel![20250124-Caeciliakapel-montage.jpg]()
Nu de Caeciliakapel en de Sint Maarten door de aankoop van de gemeente een andere functie krijgen is het een goed moment om de geschiedenis van kapel en kerk kort op een rij te zetten. In dit artikel de Caeciliakapel.
De Sint Caeciliakapel was oorspronkelijk de kapel van het Caeciliaklooster. Dat betrekkelijk kleine klooster, waar volgens een schatting van Huub van Heiningen gemiddeld niet meer dan 12 zusters woonden, was een voortzetting van twee bestaande zusterhuizen de twee zusterhuizen aan de Achterweg en de Kerkstraat. Het klooster stond op de plaats van de huidige Ceciliënhof. De exacte stichtingsdatum is niet bekend. Huub van Heiningen houdt het in zijn boek ‘Devotie en Macht op 1484. De huidige Caeciliakapel kwam in 1494 gereed. Onderdeel van het kloosterterrein was een deel van de huidige Ambtmanstuin. Dat betekende dat de zusters binnen de kloostermuren leefden en naast het bidden van zeven maal per dag de getijdengebeden werkzaamheden verrichten zoals spinnen, weven en brood bakken voor de wekelijkse armentafel op vrijdag. Mogelijk vermenigvuldigden zij ook boeken door deze over te schrijven, te illustreren en in te binden. De zusters waren lid van de orde van Augustinessen, toen een beschouwende orde. Dat betekende dat zij in beginsel hun hele leven achter de kloostermuren doorbrachten. In de Caeciliakapel mochten alleen liturgische vieringen plaatsvinden wanneer er geen diensten in de Sint Maartenskerk waren. De zusters zaten daarbij dan onzichtbaar voor de andere aanwezigen op een soort zolder in de kapel. Bij het begin van de tachtigjarige oorlog voelden de Dominicanessen, die in een buiten de stad gelegen klooster op Westroijen woonden, zich na een overval door rondtrekkende geuzen daar niet langer veilig en trokken in bij het Caeciliaklooster. Na enige jaren werden de beide conventen door hogerhand samengevoegd. Na de overgang van Tiel naar de reformatie in 1578 mochten de kloosters geen nieuwe leden meer aannemen en stierven de kloosters langzaam uit. Alle kerkelijke bezittingen vervielen toen aan de gemeente
Toen Tiel wat later dan de meeste andere gemeenten van de toenmalige republiek der Zeven Verenigde Provinciën in 1578 over ging naar de reformatie, vervielen alle bezittingen van de katholieke kerk en kloosters aan de overheid. De bedoeling was dat die de kloosterlingen daarmee een basis jaarinkomen verschaften en dat de rest naar de nieuwe godsdienst ging. Die moest immers de eigen organisatie opbouwen en kunnen betalen, kerken en andere gebouwen aanpassen en onderhouden en maatschappelijke taken zoals armenzorg van de katholieken overnemen. De gemeente Tiel lichtte daar echter de hand mee en gebruikte flink wat opbrengsten van de verkoop van grond en andere bezittingen van de katholieke kerk voor gemeentelijke doeleinden. Met een knipoog zou je dus kunnen stellen dat de gemeente nu met de aankoop en de onderhoudszorg van de twee kerken wat terugdoet voor het geld dat de hervormde kerk toen werd onthouden.
De laatste zuster van het Caeciliaklooster overleed in 1613. Kort daarna werden de in slechte staat verkerende gebouwen gesloopt. Ambtman Diederick Vijgh gebruikte de kapel de eerste jaren als onderkomen voor zijn soldaten. Pas in 1633 wordt de kerk na een periode van verwaarlozing gerestaureerd en ingericht voor de protestantse eredienst. In 1634 werd de eerste kerkdienst gehouden. Tot 1809 bleef het eigendomsrecht in handen van de gemeente. In 1809 werd door Lodewijk Napoleon naar Frans voorbeeld de scheiding tussen kerk en staat ingevoerd en kwam de kapel in handen van wat toen nog de Gereformeerde kerk heette. Daarbij bepaalde de burgerlijke gemeente dat de Lutherse gemeente die de kapel toen al voor de eigen kerkdiensten gebruikte er tegen een bescheiden vergoeding haar kerkdiensten mocht blijven houden. De Lutherse kerk in Tiel was toen een dependance van de Lutherse kerk in Culemborg. Pas in 1841 kreeg Tiel een eigen Lutherse Kerkgemeenschap.
Tijdens de tweede Wereldoorlog werd de kapel zwaar beschadigd. Datzelfde lot trof de Sint Maartenskerk in nog heviger mate. Een houten noodkerkje dat met giften van Deense lutheranen aan de Dr. Schaepmanstraat gebouwd kon worden, bood uitkomst. Pas toen de Sint Maartenskerk hersteld was, konden de Luthersen weer terugkeren naar hun vertrouwde kapel.
Toen in 2004 de Lutherse kerk opging in de Protestantse gemeente Tiel, werd de kerk alleen incidenteel nog gebruikt voor doopdiensten, uitvaarten en kerkdiensten van de baptistengemeente. In samenwerking met de Agnietenhof werden er verschillende jaren kleine (licht)-klassieke concerten gegeven. Enkele jaren is de kerk op zaterdagmiddag open gesteld voor Tielenaren en bezoekers voor een moment van rust en bezinning. Het aantal bezoekers was na verloop van tijd te gering om hier mee door te gaan. Belangrijke wijziging was toen het verdwijnen van de ingang aan de Kerkstraat. Die werd verplaats naar het midden van de zuidflank.
Het gebouw en het interieurDe kapel is een laat-gotische eenbeukig kerkje. In 1633 werd tijdens een renovatie voor het wederom in gebruik nemen voor de eredienst een houten tongewelf aangebracht. Daardoor verdween de galm, waar veel oudere kerken last van hebben en verbeterde de akoestiek sterk. Tijdens de laatste maanden van de tweede wereldoorlog werd de kapel flink beschadigd. Toen is bij het herstel de bestaande ingang aan de Kerkstraat vervallen en vervangen door een zij-ingang halverwege de kerk aan de zijde van de Ceciliënhof. Daardoor ontstond er meer ruimte voor het koor. De kapel heeft drie prachtige gebrandschilderde ramen aan de straatzijde. In het koor van de kapel treft je een grafzerk van burgemeester Arent van Hasselt († 4 juni 1636.) Verdere opvallende elementen zijn de gotische netgewelven in het koor, versieringen in de kleinere ramen, de preekstoel en de zitbanken. De kerk heeft ook een mooi en welluidend orgel. De rode loper tussen de beide rijen met banken geven de kerk wat je zou kunnen noemen een knus, warm karakter. Peter Schipper noemt de kapel in de brochure een parel binnen het Tielse erfgoed.
De CeciliënhofDe Ceciliënhof was lang de huiskamer van de Hervormde kerk. De Ceciliënhof is gebouwd op grond die werd geschonken door mevrouw Hogenboom, echtgenote van de eerste en alom gewaardeerde chirurg van de Tielse Ziekenhuizen. Voor de bouw werd geld geleend van de Duitse Martin Luther Bund. Deze lening kon afbetaald worden met de opbrengsten van verhuur van ruimten aan verenigingen, kerken, andere groepen en individuele personen. Alle lopende contracten zijn per 1 januari 2025 beëindigd.