Door Henk Runhaar
Tientallen jaren onderzocht George de Vries de verdwijning van Cheryl Morriën. Nu hij 65 is, volgt hij nog één keer het spoor dat hij vond en dat volgens hem ook leidt naar Lisette Vroege
Bijna 38 jaar geleden verdween Cheryl Morriën, een meisje van zeven uit IJmuiden. Wat George de Vries zag op die dag, dinsdag 5 augustus 1986, kan de sleutel zijn in dit mysterie. Daarvan is hij overtuigd, maar politie en justitie kreeg hij nooit mee, ondanks vele pogingen en tientallen jaren eigen onderzoek. Nu hij 65 is, volgt De Vries met deze krant nog één keer het spoor dat hij vond.
Cheryl Morriën, een vrolijk kind van zeven jaar, verdween op 5 augustus 1986 van de Schiplaan aan de zuidrand van IJmuiden. Op die hete zomerdag, het werd ruim dertig graden, was Cheryl met haar ouders en twee jaar oudere zus Rachel net terug van een vakantie met de auto aan de oostkust van Italië – hun eerste reis naar het buitenland. Cheryl wilde het liefst meteen naar de kermis in Santpoort-Noord, maar daar hadden haar ouders geen puf voor.
Dus werd het spelen met haar vriendinnetje Ilse, die in de flat haaks op de hare woonde. Een buurvrouw zag Cheryl rond twaalf uur ’s middags aan de brievenbus klepperen bij Ilse, maar er werd niet opengedaan omdat het gezin boodschappen aan het doen was. Dezelfde vrouw zag nog dat Cheryl de flat weer uit liep.
En daar houdt het spoor op. Althans, dat is sinds 2002 de officiële lezing van de politie en het Openbaar Ministerie. Hoewel een sluitend scenario ontbrak en hard bewijs al helemaal, wees het OM de toen net een jaar overleden kindermoordenaar Michel Stokx aan als dader. Het dossier-Cheryl Morriën kreeg het stempel case closed. Deze ‘oplossing’ gaf haar familie allerminst rust. Zolang Cheryl niet is gevonden, dood of levend, blijft het knagen. Ook bij George de Vries.
Zomerdag
De flats aan de Schiplaan kijken uit over de duinen die zich zuidwaarts uitstrekken tot voorbij Bloemendaal. Slechts een meestal niet al te drukke rondweg scheidt bebouwing en natuur.
De plek waar de kleine Cheryl verdween, is deze warme, zonovergoten zomerdag in juni 2024 het vertrekpunt voor een reconstructierit met George de Vries. Carel, zijn buurman in de gemeente Dijk en Waard, fungeert als chauffeur. Zo heeft De Vries het bedacht, hij wil zich maximaal kunnen concentreren op de resultaten van zijn naspeuringen.
Hier in IJmuiden zijn De Vries’ gedachten vaak, nog altijd. Het eerste dat hij doet als hij is uitgestapt en even om zich heen heeft gekeken, is een sjekkie draaien en opsteken. Dat zal hij telkens doen als we deze middag stoppen op een in het scenario van De Vries belangrijke locatie.
Cheryl woonde acht hoog in een flat van twaalf verdiepingen, op nummer 500. Het gebouw aan het einde van de Schiplaan staat er nog even imposant als in de zomer van 1986. De flat van vriendinnetje Ilse is een stuk lager en veel minder breed.
Missie
De Vries wijst. Daar, in het rijtje huizen aan een doodlopende tak van de Schiplaan, vol in het zicht van de grote flat, woonde een belangrijke getuige. Met zijn eenvoudige polootje, spijkerbroek en stevige zwarte sneakers ziet hij eruit als de amateurspeurder op missie die hij vandaag weer even is. Zijn serieuze kop, donkere stem, kalme manier van praten en brede postuur maken het plaatje compleet. Hier staat een man die vertrouwen wekt en onverzettelijkheid uitstraalt.
De Schiplaanbewoonster, legt De Vries uit, ergerde zich destijds een beetje aan de in de buurt onbekende groene Lada stationwagon die al dagen voor haar deur stond geparkeerd. De Lada viel ook een vriendin van haar op die in de dagen voor Cheryl verdween op bezoek kwam. Deze vrouw, die in dezelfde wijk woonde, is nog naar de groene wagen toegelopen en zag achterin ‘een geruite bruine plaid’ liggen. De auto had volgens haar een vierkante, blauwe kentekenplaat en het kenteken begon, dacht ze, met ‘ZA’, gevolgd door cijfers met een getal laag in de veertig.
De groene Lada was lange tijd speerpunt van het politieonderzoek. Dat was gebaseerd op de verklaring van de moeder van een ander vriendinnetje in de buurt, waar Cheryl ook vaak kwam. Deze vrouw haalde die middag rond drie uur haar auto uit een van de garageboxen aan de Schiplaan en zag de Lada met doorgetrokken daklijn passeren. Voorin zaten twee mannen, achterin zag ze Cheryl zitten, die vrolijk naar haar zwaaide. Op de route de woonwijk uit, reed de vrouw nog enige tijd achter de groene auto.
Hypnose
Geen moment kwam in haar op dat Cheryl mogelijk niet in goede handen was. Daarvoor oogde het allemaal te ontspannen. Dat is ook de reden, verklaarde de vrouw zelf, dat ze zich pas bijna een week na de verdwijning van Cheryl meldde bij de politie. Om elke twijfel weg te nemen, liet de recherche deze getuige zelfs onder hypnose verhoren. Dat veranderde niets aan haar verhaal.
De politie haalde alles uit de kast om de beschreven auto te vinden. Er werd zelfs gekeken naar de achtergrond van alle eigenaren van groene Lada’s van het juiste type in het land – zit er een kindermisbruiker tussen? Het leverde niets op. Dat gold ook voor de op tv en in kranten gepubliceerde compositietekening van de twee mannen voorin.
In het heden, bijna 38 jaar na Cheryls verdwijning, is de reconstructie gestart van wat Cheryls laatste autorit zou zijn. Buurman Carel (76) stuurt door het centrum van IJmuiden. Voor de gelegenheid heeft hij zijn trouwe Dacia zo goed mogelijk van hondenharen ontdaan, vertelt hij voldaan. De Vries en hij zijn oud-Haarlemmers en kennen de omgeving op hun duimpje. Dat is te merken. Carel heeft aan een half woord vanaf de achterbank genoeg om het juiste traject te vinden.
Brederode
De ontvoerders van Cheryl namen letterlijk de toeristische route richting Bloemendaal, zegt De Vries. Dat blijkt uit de verklaring van een gezin dat op de bewuste middag rond half vier achter een groene Lada reed op de Duin- en Kruidbergerweg. Die slingert vanaf bekende begraafplaats en crematorium Westerveld in Driehuis richting de Ruïne van Brederode, die dag de bestemming van dit gezin. ,,Zij sloegen af bij de ruïne, de groene auto reed door richting Bloemendaal.’’
De eindbestemming van de Lada met Cheryl aan boord was volgens De Vries parkeerterrein Koevlak bij duinmeer ’t Wed aan de drukke Zeeweg tussen Overveen en Zandvoort. Op deze plek draait het om wat hij zelf zag. De Vries, toen 28 jaar oud, ging die middag een rondje hardlopen in de duinen, zoals hij regelmatig deed na zijn werk als klusjesman.
Rond vier uur kwam hij aan op zijn fiets. Het uitgestrekte parkeerterrein was zo goed als leeg, wat tegenwoordig bijna onvoorstelbaar is. Vlak bij de ingang stond een groene Lada stationwagon met een toen al ouderwets vierkant blauw kenteken met witte letters en cijfers. Tegen die auto deed De Vries zijn rek- en strekoefeningen. Voor zijn rondje trimmen, zoals hij het noemt, nam De Vries het duinpad dat na een kilometer of twee parallel loopt aan de Hoge Duin en Daalseweg aan de uiterste westrand van Bloemendaal.
Nette pakken
Dit pad is er nog steeds en evolueerde in de loop der jaren tot verharde route waarvan fietsers, hardlopers en wandelaars gretig gebruik maken. In het duingebied (Nationaal Park Zuid-Kennemerland) werden in de Tweede Wereldoorlog tal van verzetsstrijders gefusilleerd door de Duitsers. Ook langs ‘ons’ pad staat een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de gevallenen. Na een wandeling van een minuut of twintig bereiken we een scherpe bocht naar links, waarna zich een lang recht stuk uitstrekt. Hier laat De Vries zijn herinneringen spreken.
Hij wijst naar een bebost duin dat zo’n honderd meter verderop rechts van het pad oprijst. ,,Ineens zag ik takken bewegen en kwamen tot mijn verbazing twee mannen het pad op. In nette pakken, terwijl het snikheet was. De begroeiing was toen veel dichter dan nu.’’
Omdat De Vries wat te hard van start was gegaan in de zomerhitte, vertraagde hij op dit gedeelte tot wandelpas. Zo kon hij alles goed in zich opnemen. ,,De mannen leken te schrikken toen ze me zagen. De kleinste liep mijn kant uit, richting de parkeerplaats dus. Hij had een attachékoffertje in zijn hand. De andere man was een stuk langer, wachtte links van het pad tot ik voorbij was en ging toen dezelfde kant op als de eerste man. Op een sukkeldrafje, om hem in te halen.’’
Geblindeerde zijramen
In het voorbijgaan zag De Vries dat de kostuums van de twee donkerblauw waren, ongeveer om de centimeter een krijtstreepje hadden en waren gecombineerd met lichtblauwe overhemden en stropdassen.
Een uurtje later zat zijn ronde erop en trof De Vries een lege parkeerplaats. De groene Lada was weg, net als het oranje busje met witte geblindeerde zijramen dat een stuk verderop tegen de bomenrand had gestaan. Precies zo’n Ford Transit was door omwonenden gezien aan de Schiplaan in IJmuiden, in de dagen voor Cheryl verdween. Er zou een kalende vent in hebben gezeten die via de spiegels naar spelende kinderen keek.
Dat hij die middag iets bijzonders heeft gezien, drong pas tot hem door toen De Vries in de krant de compositietekeningen zag die de politie liet maken van de twee mannen die de moeder van het speelkameraadje van Cheryl voorin de groene Lada zag zitten. ,,’Dat zijn de twee die ik in de duinen heb gezien’, zeg ik tegen mijn vrouw. Hier ben ik honderd procent zeker van’’, tekende De Vries op in zijn boek ‘Zoektocht naar Cheryl Morriën’ waarvan in 2011 de eerste en in 2019 de tweede druk verscheen.
Vader
Anders dan hij later tot vervelens toe – volgens politie en Openbaar Ministerie - zou doen, stapte De Vries in 1986 niet naar de politie. Dat spijt hem nog altijd zeer, want, zo redeneert hij, zijn verklaring had het politieonderzoek een wending kunnen geven. Aan de andere kant: het was niet zomaar dat hij zich toen gedeisd hield. De Vries wil er dit over kwijt: ,,Wij hadden problemen in verband met kinderloosheid, waarbij diverse lichamelijke aspecten een rol speelden. Dit had een enorme impact, met name bij mijn vrouw. Ik koos ervoor om niet nog meer spanning binnen de relatie te halen.’’
In 1990 klopte George de Vries alsnog aan bij de politie. Hij was toen inmiddels vader van een gezonde zoon en zou later nog een dochter krijgen. Dat De Vries alsnog in actie kwam, had te maken met de inspanningen van Hein Bloemink uit Groningen. Deze tekstschrijver had zich vastgebeten in wat te boek stond als de eerste kinderverdwijning met landelijke impact.
Bloemink toog drie jaar nadat Cheryl was verdwenen naar Haarlem voor een interview met Cheryls ouders, die inmiddels waren verhuisd om toch een soort frisse start te maken. Hij kwam voor een artikel in het blad ‘De Wachtkamer’, leesvoer in ziekenhuizen, en werd met open armen ontvangen. ,,De stemming was: ‘Gelukkig, er is weer iemand die zich met de zaak bezighoudt’. Ik was zó jong, pas 27. Ik dacht echt dat ik de zaak kon oplossen’’, vertelt Bloemink.
Turkse krant
Toen hij op eigen kosten een advertentie liet plaatsen in een grote Turkse krant – strekking: wie kent dit meisje? – werd Bloemink nieuws in eigen land. ,,Ik sloeg aan op geruchten die Cheryls ouders ter ore waren gekomen dat hun dochtertje, net als haar Indonesische moeder met een donkere huid en zwart haar, bij vergissing zou zijn ontvoerd door mensen uit Turkse kring’’, blikt hij terug. Bloemink regelde in een koffiehuis nog een Turk om bij de telefoon te zitten, maar vanuit dat land kwam geen enkele reactie.
In Nederland liep het juist storm. Bloemink: ,,Ik werd het avontuur in gezogen. Ik ging posten, dingen nabellen. Het leidde zelfs tot een zoekactie waarbij werd gegraven in recreatiegebied Spaarnwoude. Voor de familie van Cheryl was ik in die jaren een baken van hoop.’’
Een van de velen die zich bij hem meldden, was Haarlemmer George de Vries. Bloemink had intussen een goede antenne voor kletsverhalen, legt hij uit. De Vries geloofde hij. ,,Ik dacht wel: hij weet zo veel, dit kan de dader zijn. Ik besloot hem te vertrouwen. George heeft het hart op de goede plaats, is serieus en hij beschikt over een vasthoudendheid waar ik drie keer in pas.’’
Schetsen
Na maanden aandringen, eerst door Bloemink, vervolgens door De Vries zelf, gingen twee rechercheurs met De Vries en diens schoonvader mee de duinen in. Het werd geen succes. De politie geloofde De Vries’ verhaal niet en vond het opnemen van zijn getuigenverklaring in een proces verbaal niet nodig.
Om zijn relaas te onderbouwen, maakte De Vries gedetailleerde tekeningen van de voor- én achteraanzichten van de hoofden van de twee mannen in pak. Hij zat er vier weken op te zweten, maar de politie deed het resultaat af als kopieerwerk van de officiële compositietekeningen van de mannen in de Lada. En inderdaad, de schetsen van De Vries leken op de tekeningen van jaren eerder. Dat is nu net De Vries’ theorie: het zijn dezelfde mannen, alleen nu in krijtstreeppak.
De Vries liet zich niet ontmoedigen en sloeg zelf aan het speuren, eerst nog samen met Bloemink. Daarbij nam hij vanzelfsprekend zijn eigen waarnemingen op de dag dat Cheryl verdween als uitgangspunt, met de verklaring van de moeder die de mannen met Cheryl in de groene Lada had gezien op de Schiplaan als ondersteuning. De andere getuigen, de buurtbewoonsters die de geparkeerde Lada zagen in de dagen voor Cheryls verdwijning en het gezin dat achter de auto reed op de Duin en Kruidbergerweg, kwam De Vries pas veel later op het spoor.
Naaldbos
Logische eerste stap was nagaan waar de mannen die uit het naaldbos opdoken vandaan konden zijn gekomen. Dat leidde De Vries naar een villa aan de Hoge Duin en Daalseweg in Bloemendaal met riante achtertuin, die grenst aan de duinen. Doeners De Vries en Bloemink lieten er geen gras over groeien. Voorzien van afzetlint dat ze kregen van de gemeente Haarlem, prikstokken van een Haarlemse smid en zoektips van befaamde lijkgeurspecialist Harry ‘de Neus’ Jongen togen de twee speurders en twintig vrijwilligers naar het duingebied achter de villa.
Ze vonden niets. De actie luidde wel het einde in van Bloeminks inspanningen, vertelt hij. ,,Toen ik zoals gebruikelijk verslag ging doen bij de Morriëns, merkte ik ineens een andere houding. We hadden namelijk geprikt naar een dode Cheryl, terwijl zeker voor haar moeder vaststaat dat Cheryl nog leeft. Halverwege de Afsluitdijk voelde ik mijn motivatie wegzakken. Het was zwaar geweest. De periode waarin mijn dochters werden geboren, werd gedomineerd door Cheryl. Tot diep in de nacht zat ik bandjes af te luisteren, zocht ik dingen uit. En telkens dat hele eind rijden naar Haarlem.’’
Bloemink is nu al vele jaren uitgever, advertentieverkoper en enige journalist van het lokale abonneeblad ‘Haren de Krant’. Hij heeft nog altijd contact met De Vries. ,,Door hem ben ik geboeid gebleven. Wat had Cheryl toch dat mensen zoals hij niet opgeven?’’
Rode lap
De Vries bleef wroeten en koos daarbij voor de moeilijke weg: die van zijn geheugen. Veel simpeler was het geweest om te checken wie er in de villa woonde, maar dat kwartje viel pas later. Niettemin kwam De Vries met zijn aanpak achter de identiteit van de kleinste van de twee ‘krijtstreeppakken’. Hij herinnerde zich dat hij de man ooit zag in de buurt van de Brouwerskade in Haarlem en via-via kwam hij aan zijn naam.
De informatie speelde hij door aan een rechercheur van de politie in Velsen, die beloofde deze persoon ‘na te trekken’. Daar kwam uit dat de man geen noemenswaardige bekeuringen op zijn naam had en daarmee was de kous af. De Vries drong aan op een Oslo-confrontatie, waarbij de vrouw die Cheryl achterin de Lada zag, De Vries’ verdachte uit een rijtje mannen zou moeten pikken. Zoiets kon hij wel vergeten, kreeg hij te horen. De naam van ‘drammer’ George de Vries werkte toen al als rode lap op de Velsense politieleiding. De rechercheur met wie hij contact had, liet weten dat hij zijn nek niet ging uitsteken ‘omdat er een bevordering tot brigadier aan zat te komen’.
De Vries probeerde de belangrijke getuige nog over te halen om te posten bij de woning van de man die hij op de korrel had, om te kijken of ze hem zou herkennen. Dat durfde de vrouw niet aan. Om toch aan beeld van de man te komen, installeerde De Vries een camera in een schoenendoos op de hoedenplank van een auto, gericht op de voordeur van de man. ,,De camera liep een week lang elke ochtend tussen zeven en tien uur, maar helaas werd hij niet vastgelegd.’’
Protheses
Wel kwam De Vries erachter dat zijn mannetje een van de twee oprichters was van een nog altijd bestaand bedrijf dat orthopedische hulpmiddelen maakt, zoals protheses.
Wie de andere man in pak was die De Vries op de dag van Cheryls verdwijning van het beboste duin zag komen, ontdekte hij toen hij zich verdiepte in de eigenaren van de villa bovenop de heuvel. Het pand werd sinds de bouw begin jaren dertig bewoond door dezelfde familie, met uitzondering van de oorlogsjaren, toen Duitse officieren er verbleven. De vader overleed in 1982, zijn vrouw mocht er blijven wonen zo lang ze leefde.
In werkelijkheid belandde ze in een verzorgingshuis en werd de villa beheerd door de jongste zoon, die was aangewezen als executeur-testamentair. De zoon woonde weliswaar in Akersloot, maar was vaak te vinden in Bloemendaal en kon in de villa doen wat hij wilde. Van deze man wist De Vries foto’s te bemachtigen, waarop hij hem onmiddellijk herkende als de langste van het duo op het duinpad.
Lada
Dat was het startsein om ook ‘nummer 2’ door te lichten. Dat leidde al gauw tot wat De Vries heel begrijpelijk ziet als doorbraak in het mysterie Cheryl Morriën. De villaman had namelijk een groene Fiat 124 Familiale bezeten. Zo’n auto lijkt als twee druppels water op het Lada-type dat was gezien op de Schiplaan.
Sterker, de hoekige Fiat 124 was de officiële blauwdruk voor de Lada 1200. Fabrikant Fiat ging in de jaren zestig in zee met het ministerie van autoproductie van de Sovjet-Unie en gaf de Russen een licentie om in eigen land de 124 – in 1967 verkozen tot Europese Auto van het Jaar – te produceren. Alleen kenners zien de verschillen. De Lada staat vanwege de pokdalige wegen in eigen land wat hoger op zijn wielen en de ruimere Combi-uitvoering heeft geen metalen laadstrips op de bodem van de kofferbak, in tegenstelling tot de Familiale van Fiat.
Dat de villaman zo’n Fiat had gehad, vernam De Vries van een onderwereldfiguur die hij had leren kennen via een wederzijdse vriendin. Over zijn criminele bron kan De Vries niet veel kwijt. Wat hem betreft is de informatie van de man honderd procent betrouwbaar. De man had namelijk, zo begreep De Vries, rechtstreeks toegang tot de toen nog analoge administratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (nu RDW).
Vernietigd
Of de informatie klopt, blijkt niet meer na te gaan. De papieren kentekenkaarten van toen zijn na digitalisering vernietigd, meldt een woordvoerder van de RDW. ,,Op basis van het principe dat digitaal papier vervangt. Het is mogelijk dat sommige gegevens van vóór 1987 niet volledig zijn gedigitaliseerd of niet meer beschikbaar zijn in het digitale systeem van de RDW.’’ Voor het bewaren en vernietigen van papieren en digitale documenten houdt de RDW zich aan de archiefwetgeving. Dat betekent in dat de gegevens bij een kenteken negen jaar na het vervallen van de tenaamstelling worden vernietigd.
Door de Lada/Fiat-ontdekking vielen er ineens een heleboel kwartjes. Dit verklaarde waarom het politieonderzoek naar de Lada was stukgelopen. Voor zichzelf was De Vries er gauw uit: de groene auto waartegen hij destijds zijn rek- en strekoefeningen deed, had metalen strips op de bodem van de laadruimte en moest dus een Fiat zijn.
Bovendien herinnerde hij zich dat hij zo’n sprekend op een Lada lijkende groene Fiat met verlengd dak en oud blauw kenteken in de periode voor de verdwijning van Cheryl wel eens had gezien bij de villa aan de Hoge Duin en Daalseweg. ,,Die prachtige glooiende weg nam ik graag als ik naar ’t Wed fietste. Zo’n oude Lada, ik dacht toen nog dat het een Lada was, viel op in die dure buurt.’’
Lisette
Ook had hij zo’n groene Lada/Fiat jaren voor de verdwijning van Cheryl gezien in de buurt van zijn favoriete visstek aan de Haarlemse Brouwerskade. Daarin zaten toen dezelfde mannen, ook in nette pakken.
Dat laatste was voor De Vries de bevestiging van de directe relatie tussen beide mannen. Duidelijk werd dat ze enigszins in dezelfde hoek werkzaam waren. De kleinste had dus een bedrijf dat orthopedische hulpstukken maakte, de langere man was fysiotherapeut. En, zo ontdekte de amateur-speurder, beide mannen hadden een connectie met Lisette Vroege, de 27-jarige Haarlemse die op woensdag 3 juni 1992 verdween.
Dat gebeurde na een potje tennis bij haar club WOC aan de Zeeweg in Overveen. Vast staat dat Lisette die avond tussen half tien en kwart voor tien haar auto parkeerde voor het pand aan de Kleverparkweg waar ze een kamer huurde. Dat is gezien door een bovenbuurvrouw. Later vertelden ook een passerende hardloopster en een jongeman de politie dat ze Lisette die avond bij haar woonadres hadden gezien.
Misdrijf
Het leek erop dat ze niet binnen is geweest, ontdekte haar vriend, die ongeveer een half uur later aankwam op de Kleverparkweg. Lisettes begravelde tennisschoenen stonden niet onder aan de trap, zoals ze altijd deed, evenmin als haar tennisracket en tennisballen. Haar kamer was nog afgesloten. De vriend sloeg nog diezelfde avond alarm.
De recherche constateerde al snel dat de in blakende gezondheid verkerende jonge vrouw geen enkele reden had om zelf te verdwijnen. Ze had een stabiele persoonlijkheid, goede baan en grote vriendenkring. Meer en meer werd uitgegaan van een misdrijf.
Even was er hoop, toen na ruim vier maanden Lisettes tennisracket en één van haar tennisschoenen bij kabelwerkzaamheden werden gevonden in bosjes langs de drukke N208 (Delftlaan) ter hoogte van de Heussensstraat in Haarlem. Technisch sporenonderzoek leverde niets op, evenmin als duikacties van de brandweer in nabijgelegen watergangen en navraag op vierhonderd adressen in de buurt. Om het geheugen van bewoners op te frissen, kregen agenten de opdracht te vertellen dat Lisette Vroege verdween op de avond dat RTL 4 de speelfilm ‘The trial of the incredible Hulk’ uitzond.
Sleutelbos
Veeg teken vond de recherche dat de sleutelbos die Lisette bij zich zou moeten hebben niet werd gevonden. Ook later niet trouwens. In 2011 en 2012 baggerde de politie sloten uit in dezelfde buurt, in een ultieme, maar vergeefse poging alsnog een spoor te vinden.
De vindplek van toen is nu een stopplek tijdens de door George de Vries uitgestippelde reconstructierit. De tennisspullen kunnen hier heel goed zijn gedumpt door de Bloemendaalse villaman, legt De Vries uit. ,,Deze plek ligt op de route naar Akersloot, waar hij woonde.’’ En er was ook toen al precies hier een parkeerhaventje langs de provinciale weg. ,,Ideaal om ’s avonds laat kort te stoppen en snel spullen te dumpen.’’
De hoek bij de korfbalvelden van HKC Haarlem is onherkenbaar veranderd, weet De Vries. Er is geen struikgewas meer en het elektriciteitshuisje van destijds is geïntegreerd in een gezondheidscentrum mét, het staat groot op de gevel, fysiotherapie
https://www.coldcasezaken.nl/lisette-vroege.Mariastichting
Toen Lisette Vroege verdween, was George de Vries volop bezig met zijn Cheryl-onderzoek. Daarbij was hij, toen al, geneigd zo breed mogelijk te kijken, om vooral geen enkel mogelijk spoor te missen. Jaar na jaar slaagde de Haarlemmer erin zijn onderzoekswerk te combineren met zijn werk in de bouw, als schilder, postbode, reparateur van bowlingbanen, leidekker en ook nog een tijdje als chauffeur van een bierwagen.
Een maand of wat na de nieuwe raadselachtige verdwijning, nu nota bene in zijn woonplaats, belde De Vries in een opwelling met de werkgever van Lisette, de Bedrijfsgeneeskundige Dienst in Haarlem. Niet veel later had hij een gesprek met een leidinggevende van de verdwenen jonge vrouw, die onthulde dat Lisette Vroege regelmatig bestellingen plaatste bij het orthopedische bedrijf van De Vries’ ene verdachte. Ze kon hem dus kennen.
Nummer twee, de fysiotherapeut van de duinvilla in Bloemendaal, kende Vroege sowieso persoonlijk. De Vries begreep namelijk van haar directe chef dat Lisette Vroege tot kort voor haar verdwijning als aankomend fysiotherapeut stage liep in ziekenhuis Mariastichting in Haarlem-Zuid. Haar stagebegeleider in het ziekenhuis, zo kreeg De Vries te horen, was niemand minder dan de villaman. Aangezien ze zeker één van beiden kende, is het goed denkbaar dat Lisette vrijwillig bij hem of bij beiden in de auto is gestapt, redeneert De Vries.
Speculeren
Dat ze een van De Vries’ beoogde daders kon kennen, bleek ook te gelden voor Cheryl. De orthopedische deskundige woonde namelijk vlakbij de oma van Cheryl, in Haarlem-Schalkwijk, en had in de tijd dat Cheryl verdween een jonge zoon. Bij het buitenspelen, vult De Vries in, kunnen de zusjes Morriën best in contact zijn gekomen. Dan kende Cheryl die man dus en zou ze in goed vertrouwen ingestapt kunnen zijn.
Rest de vraag waar het duo op uit was. Ook dat is speculeren, erkent De Vries. Hij houdt het op orgaanhandel, waarmee ook toen al veel geld was te verdienen. ,,Die twee waren allebei actief in de medische wereld. In de villa hadden ze vrij spel. In de kelder konden hun slachtoffers worden geopereerd en in de tuin kunnen ze zijn begraven.’’
Al met al heeft George de Vries meer dan genoeg ontdekt om serieus te nemen, concludeert Richard Gill, emeritus hoogleraar mathematische statistiek aan de Universiteit Leiden. ,,Het is zo klaar als een klontje, die villatuin moet worden doorgespit.’’
Tunnelvisie
Gill maakte naam door zijn bijdrage aan de vrijspraak van Lucia de Berk, de verpleegkundige die ten onrechte tot levenslang was veroordeeld voor het vermoorden van zeven ziekenhuispatiënten met een overdosis medicijnen. Hij toonde aan dat de vrouw was veroordeeld op basis van ondeugdelijke statistieken, tunnelvisies en veronderstellingen. Sindsdien is hij actief als statistiekexpert bij medische moordzaken.
De 72-jarige Leidse wetenschapper is niet vies van actievoeren. Met bekende schrijver en bioloog Maarten ’t Hart publiceerde Gill in 2007 een door meer dan 850 wetenschappers getekende petitie voor heropening van de strafzaak tegen Lucia de Berk. George de Vries ontmoette Gill voor het eerst bij een demonstratie met hetzelfde doel.
Momenteel zet Gill zich in voor de Engelse verpleegkundige Lucia Letby, die vorig jaar augustus werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor de moord op zeven pasgeboren baby’s. Hij probeert hij met statistische analyse te bewijzen dat sprake is van een ‘door de tabloids opgestookte heksenjacht’. De eerste slag heeft hij al gewonnen: er loopt een officieel overheidsonderzoek om Letby vrij te krijgen. In 2022 leidde de bemoeienis van de topstatisticus mede tot vrijspraak van een Italiaanse verpleegkundige in een vergelijkbare zaak.
Spitten
Zodra hij er tijd voor vindt, gaat Gill zich inzetten voor George de Vries, kondigt hij aan. Precies voor dit soort zaken richtte de professor vorig jaar de stichting Science for justice NL op, vertelt hij. ,,Het is schrijnend dat er met De Vries’ bevindingen nooit wat is gedaan. In dit dossier zie ik overigens geen statistiek, het is gewoon logisch denken. Als wiskundige weet ik wanneer een redenering klopt. Het verhaal van George de Vries houdt absoluut stand.’’
Spitten dus, in de tuin van de villa aan de Hoge Duin en Daalseweg. Maar ja, dat is privéterrein, dat gaat niet zomaar.
In 2005 leek het er even op dat George de Vries voet aan de grond kreeg bij de recherche in Haarlem en vervolgens ook bij het Openbaar Ministerie. Officier van justitie Ed Hartjes liet De Vries per brief weten dat hij de Haarlemse districtsrecherche opdracht had gegeven voor nader onderzoek. Trigger was informatie van De Vries dat er in totaal drie tanks of putten in de villatuin waren te vinden. Dat onderbouwde hij met kadastrale tekeningen, aktes en bouwtekeningen die hij in handen kreeg.
Ondergrondse tank
Belangrijk was ook de verklaring van de mensen die de villa in 1992 kochten van De Vries’ verdachte. Net voor de overdracht zou de villaman nog een ondergrondse tank in de tuin hebben gevuld met duinzand.
Na negen maanden bleek Hartjes’ enthousiasme danig bekoeld. De officier meldde De Vries toen schriftelijk dat de zaak alleen nog serieus zou worden genomen als uit gesprekken met vroegere bewoners van de villa aannemelijk werd dat er op het terrein een septictank is dichtgestort. Zo niet, dan ‘zal dat aanleiding zijn het dossier nu echt te sluiten’.
En zo ging het. Hartjes informeerde De Vries weer een half jaar later dat de recherche er niet in was geslaagd relevante informatie te vergaren van bewoners in de periode van de verdwijning van Cheryl en Lisette en ook niet van de, op dat moment, huidige bewoner. De mensen die de villa in de jaren negentig bezaten en De Vries informeerden over de ondergrondse tank, kon de recherche niet traceren.
Afgescheept
Volgens officier Hartjes waren deze mensen ‘met de noorderzon vertrokken en thans onvindbaar, mogelijk woonachtig in het buitenland’. ,,Daarmee is het feitelijk onmogelijk geworden om de bewering te laten onderbouwen en kan de conclusie geen andere zijn dan dat het beweerde feit onvoldoende aannemelijk is geworden om een onderzoek ter plaatse te rechtvaardigen’’, schreef hij.
George de Vries kreeg direct het gevoel dat hij werd afgescheept. Toen hij de beide oud-bewoners zelf binnen een halve dag vond – de één inderdaad in Frankrijk, de ander in Groningen – wist hij dit zeker.
Dat het OM zo kort nadat de zaak Cheryl in 2002 officieel was opgelost toch nog energie stak in een ander scenario, vond en vindt gepensioneerd politieman Theo Vermeulen een zwaktebod. ,,Ook als het alleen maar was om van het gezeur af te zijn. Wees dan professioneel, zeg: ‘Er is geen concrete aanwijzing, we gaan niet weer alles overhoop halen’.’’
Cruciale getuige
Vermeulen was leider van het Landelijk Team Kindermoorden (LTK), dat begin deze eeuw twee van in totaal dertien ernstige zaken waarover het zich boog alsnog oploste. Eén daarvan was de verdwijning van Cheryl Morriën. Daarvoor had het zestienkoppige team van Vermeulen in 2002 slechts een maand of drie, vier nodig. Het onderzoek startte in de zomer en op 12 oktober bracht de politie het nieuws dat de IJmuider verdwijningszaak was ontrafeld.
,,We kregen alle vrijheid om tot het gaatje te gaan’’, verklaart Vermeulen het succes. ,,We hebben alle tips nagelopen en een groot aantal mensen opnieuw gehoord. Er bleek geen enkele ondersteuning te vinden voor de getuigenverklaring over de groene Lada met twee mannen voorin en Cheryl achterin. Ik zeg niet dat die vrouw liegt. Het kan best dat zij denkt zich dit te herinneren. Maar er móet iets bij dat de waarneming staaft. Die bevestiging was er niet.’’
Bij het uitsluiten van zo’n cruciale getuige als de moeder van Cheryls vriendinnetje ging het team niet over één nacht ijs, legt Vermeulen uit. ,,Het team bestond uit specialisten. Twee psychologen lazen en discussieerden mee en keken hoe een verklaring in elkaar zat, of een getuige betrouwbaar was en stabiel. We sloten iemand pas uit als het hele team erachter stond, zelfs onze administratieve kracht.’’
Michel Stokx
Pas toen ook alle andere scenario’s konden worden geëlimineerd, zoals Vermeulen het uitdrukt, concentreerde het LTK zich op bekende kindermisbruiker Michel Stokx. De van oorsprong Belgische vrachtwagenchauffeur was van meet af aan de gedoodverfde verdachte in de verdwijningszaak van Cheryl, omdat de politie wist dat hij enkele jaren eerder ook al een meisje meenam uit dezelfde buurt in IJmuiden. Dit kind zette hij toen in Lelystad uit de auto. Ook in Velsen-Noord, aan de andere kant van het Noordzeekanaal, pikte Stokx eerder een kind op. Hij liet dit jongetje vrij in Hoorn.
Het alibi dat Stokx eerder nog uitsloot als dader in de zaak-Cheryl, werd door het team van Vermeulen alsnog gekraakt. Toch ontbrak hard bewijs en Stokx zelf aan de tand voelen ging niet meer. De man overleed een jaar eerder in het brandwondencentrum in Beverwijk. Daar belandde hij nadat hij bij schilderwerk in de gevangenis in Scheveningen, onderdeel van zijn dagprogramma, een fles terpentine over zich heen kreeg, van schrik een tl-buis kapot sloeg en in brand vloog.
Een ongeluk, was de conclusie van het OM na onderzoek. Wraak van medegevangenen op een moorddadige pedofiel, zeiden hardnekkige geruchten. In het Noord-Hollandse Blokker ging in elk geval de vlag uit bij de ouders van Jessica Laven. Voor het misbruiken en vermoorden van dit meisje en twee jongens in Duitsland zat Stokx toen hij omkwam een gevangenisstraf uit van twintig jaar plus tbs.
Gevangenispriester
In de hoop Cheryl toch nog te vinden, riep Vermeulens team via Opsporing Verzocht nogmaals de hulp in van het grote publiek. Dat leverde behalve tweehonderd tips ook verklaringen op van twee zogenoemde geheimhouders aan wie Stokx de moord op Cheryl had opgebiecht. Aan een inmiddels overleden gevangenispriester vertelde de vrachtrijder dat hij het meisje achterliet in de duinen bij IJmuiden, zijn advocaat Anthony Wijnberg kreeg van hem te horen dat hij Cheryl in een rietkraag langs de A6 had gedumpt. Wijnberg maakte dit in 2022 wereldkundig in de driedelige documentaire ‘De Sneeuwman’ (Videoland) over kindermoordenaar Michel Stokx.
Op beide plekken heeft de politie ‘met meerdere groepen, dagenlang’ gezocht, vertelt Vermeulen. ,,We hebben alles uitgekamd, met hulp van het NFI. Bij de A6 ging het om een moerasgebiedje. Als ze daar lag, zouden haar botten broos zijn geworden. Met prikstokken zouden we er nooit op zijn gestuit. Het duingebied was nog moeilijker. Daar was al veel gezocht. We hebben nog eens goed gekeken: wat is een logische plek? Ook aan de hand van luchtfoto’s.’’
Dat Stokx twee verschillende plekken had genoemd, was voor Cheryls familie een belangrijke reden om aan de betrouwbaarheid van zijn verklaringen te twijfelen. Voor de politie was dit helemaal geen struikelblok, legt Vermeulen uit. ,,Verkeerde plekken noemen is wat Stokx altijd deed. Stel dat de gevangenispriester meteen naar de politie was gestapt en er zou worden gezocht, dan wist hij: ‘ze vinden toch niks, ik kan dus altijd zeggen dat ik het niet heb gedaan’.’’
Vergissing
Vermeulen geeft toe dat Cheryl zeker was gevonden als Stokx zich had gehouden aan zijn gebruikelijke werkwijze: op een flinke afstand van de plek waar hij een kind had meegenomen het lijk simpelweg dumpen langs de kant van de weg.
Bevestiging voor de politie dat het toch Stokx moet zijn geweest, vond het team in een aantoonbare vergissing tijdens het eerdere onderzoek. Vermeulen: ,,Collega’s hadden genoteerd dat een bewoonster zag dat Cheryl uit de flat kwam. Die notitie werd verkeerd geïnterpreteerd. Het ging niet om de flat waar Cheryl woonde, zoals werd aangenomen. Bedoeld was de flat van het vriendinnetje waar Cheryl naartoe ging. Dat bleek exáct de flat te zijn waar Stokx eerder had toegeslagen.’’
Dat beide geheimhouders destijds pertinent weigerden met hen te praten, voedde de twijfel bij de familie van Cheryl. Tweede Kamerlid Boris Dittrich probeerde toen door middel van schriftelijke vragen een doorbraak te forceren bij justitieminister Piet Hein Donner. Dat haalde niets uit. ,,Ik kreeg sterk het gevoel dat we met een kluitje in het riet werden gestuurd’’, zegt Dittrich daar nu over.
‘Alsof hij zich bedacht’
Eind jaren tachtig was Dittrich als rechter in Alkmaar betrokken bij de veroordeling van Michel Stokx. ,,In die strafzaak zaten we wel op het spoor dat hij ook verantwoordelijk was voor Cheryl’’, vertelt Dittrich. ,,De voorzitter van de meervoudige kamer heeft toen Stokx voor het hekje stond (voor Jessica Laven en de twee Duitse jongens, red.) indringend aan hem gevraagd of hij ook andere kinderen had vermoord, met name Cheryl Morriën uit IJmuiden. Stokx deed zijn mond open, ik zag hem een antwoord formuleren. Op dat moment kwam de bode binnen. Hij liet de deur van de rechtszaal uit zijn hand glippen, die vloog met een klap dicht. Iedereen schrok, Stokx ook. Toen schudde hij z’n hoofd, alsof hij zich bedacht. ‘Nee, ik heb er niks over te zeggen’, zei hij. Dat was erg frustrerend.’’
Als Kamerlid hield oud-rechter Dittrich zich in de jaren negentig bezig met justitiezaken. Met Peter R. de Vries werkte hij aan de Puttense moordzaak en probeerde hij ook een manier te vinden om de politie weer naar de vermissing van Cheryl te laten kijken. ,,Met Peter ben ik toen op bezoek geweest bij de moeder van Cheryl en haar zus. Dat was voor mij erg emotioneel. Een moeder die pijn had, elke dag aan haar verdwenen dochter dacht. De foto van Cheryl op de kast. Haar zus, van wie het hele leven in het teken stond van de verdwenen zus. Het maakte ontzettend veel indruk. Thuis komen van vakantie, naar een vriendinnetje lopen en wég.’’
De zaak houdt Dittrich (68) nog altijd bezig. ,,Daarom noem ik Cheryl in het nawoord van mijn laatste thriller (‘Het laatste woord’, red.).’’
Na het definitieve ‘nee’ van het Openbaar Ministerie in 2006 hield De Vries zich ogenschijnlijk rustig, tot in 2011 zijn boek verscheen. ‘Zoektocht naar Cheryl Morriën’ is in feite één grote oproep om alsnog in de villatuin aan de rand van Bloemendaal te graven, omdat daar mogelijk niet alleen het stoffelijk overschot van Cheryl maar ook dat van Lisette Vroege is te vinden.
Lijkhonden
Het boek deed wel wat stof opwaaien, maar er kwam geen zoekactie. In 2015 nam De Vries weer zélf de prikstok ter hand in de Kennemerduinen achter de villa. Opnieuw met een groep helpers en dit keer ook met ondersteuning van getrainde lijkhonden van stichting Signi. In 2016 werd dit herhaald en in september 2017 nog eens. Die laatste keer was de windrichting gunstig om de honden ook op de openbare weg aan de voorkant van de villa te laten ruiken. Drie honden sloegen aan, één ter hoogte van de villa zelf en twee bij de oprit.
Het aanslaan van de honden is aanleiding voor nader speurwerk in de villatuin, stelde mede-oprichter Esther van Neerbos van Signi Zoekhonden in 2019 in een interview met deze krant. ,,Het zou mooi zijn als we de tuin in mochten met de honden’’, zegt Van Neerbos nu. Ze waarschuwt voor te hooggespannen verwachtingen. ,,De aanwijzingen zijn minimaal. Er liggen in dat gebied veel slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, het kan ook dat onze honden daar de lucht van pakten.’’
Aan de huidige bewoners van de villa vroeg Signi tevergeefs om medewerking aan een ‘discreet onderzoekje’ met twee of drie personen en honden. ,,Daarbij ontstaat absoluut geen schade. De kans is groot dat het daar ook bij blijft. Als de honden niets ruiken, is het onderzoek afgerond. Ze reageren namelijk uitsluitend indien er een stoffelijk overschot ligt’’, schreef de stichting in 2016. Signi schetste de bewoners toen ook de mogelijke gevolgen als er geen toestemming zou worden gegeven: ,,Het is onze ervaring dat het dan soms blijft schuren en toch in de openbaarheid komt, zoals recent ook weer bij een vermissingszaak.’’
Afgesloten onderzoeken
De villabewoners reageerden op geen enkel verzoek, vertelt De Vries. Ook niet op een persoonlijke, schriftelijke smeekbede van een vrouw die als kind bevriend was met Cheryl. George de Vries deed zelf ook nog vergeefse pogingen via de burgemeester van Velsen, waar IJmuiden onder valt, toch weer het Openbaar Ministerie en uiteindelijk de Nationale Ombudsman. Die laatste liet in 2019 weten het OM niet te kunnen dwingen onderzoek te doen, maar kreeg wel voor elkaar dat De Vries een reactie ontving van het OM.
Van dat schrijven lijkt de ergernis af te druipen. ,,In het verleden is veelvuldig en op verschillende wijze door politie en OM met u gecommuniceerd met betrekking tot twee vermissingszaken in Noord-Holland. Er is op meerdere momenten aan u kenbaar gemaakt dat het gaat om afgesloten onderzoeken waarin geen nader onderzoek op dit moment mogelijk is. Bij deze wordt wederom kenbaar gemaakt dat het om afgesloten onderzoeken gaat. Op toekomstige correspondentie uwerzijds die op enige wijze verband houdt met deze zaken zal vanuit OM en politie geen reactie meer volgen.’’
En toch. Het belangrijkste van recherchewerk is uitsluiten, doceert ervaren privédetective Robert van Hoove. En dat is hier nog steeds niet gebeurd. Van Hoove was betrokken bij verschillende cold cases, zoals het verkrachten en vermoorden van de vijftienjarige Andrea Luten en de verdwijning van de eveneens vijftienjarige Willeke Dost. Voor zijn inzet in die laatste zaak kreeg hij openlijk lof toegezwaaid van de hoofdofficier van justitie.
Consistent
Met George de Vries verdiepte de detective zich jarenlang onbezoldigd in het IJmuidense mysterie. Zijn conclusie: ,,George is een objectieve, relevante getuige. Zijn verhaal is consistent. De basis is altijd overeind gebleven. En er is steunbewijs. Je kunt niet uitsluiten dat zijn verhaal klopt.’’
Nog eens van begin tot eind nalopen van alles wat hij ontdekte in het onderzoek dat al meer dan de helft van zijn leven in beslag neemt, het doet De Vries goed. Hardop mijmert hij dat hij zo’n reconstructietoer misschien toch vaker moet doen, in elk geval met mensen die hem hielpen en achter hem staan.
Vandaag de dag is de villa op het duin vanuit het natuurgebied goed te zien tussen de hoge dennenstammen door. Chauffeur-buurman Carel gaat mee het wildpaadje op dat tussen stekelige braamstruiken door naar boven kronkelt. Die kans laat hij zich niet ontnemen. George de Vries blijft op het pad, de klim komt voor hem te vroeg na een ernstige beenblessure. Die liep hij op bij een aanrijding met een elektrische rolstoel. Het risico van het vak van invalidenchauffeur, vertelt hij laconiek. En trouwens, wat er boven is te zien, weet hij allang.
Oud geld
De villa heeft de allure van oud geld. De achtertuin is omheind met gaas en prikkeldraad en wordt grotendeels aan het zicht onttrokken door een hoge haag. Er hangt een bordje aan de buitenkant van het hek dat vanaf het ruime, zonovergoten gazon toegang biedt tot het duingebied: ‘Verboden toegang’.