[Etappe 8] Semur-en-Auxios - Colombey-les-Deux-Églises #2 Girmay!

We zitten alweer in het tweede weekend, tijd om kort terug te blikken op de week die al geweest is. We hebben toch enkele verrassende ritwinnaars gehad de afgelopen week. We begonnen met een potentieel interessante rit die een halve muis baarde. Al was het een mooi kunstukje van Bardet, en vooral onze Frank van den Broek. Maar we hadden op meer strijd tussen de klassementsrenners gehoopt. Ook de tweede rit stelde enigszins teleur, met een vluchtersgroep die het haalde en weer niet heel veel strijd tussen de klassementsrenners. Vacquelin won, en toen leek het nog een tweestrijd te worden tussen Vingegaard en Pogacar. Die hoop was de volgende dag wel vervlogen, met een zeer sterke Pogacar en een ploffend motortje bij Vingegaard. In de sprintritten die volgden wonnen vervolgens Girmay, Cavendish en Groenewegen. Als je dat van te voren had voorspelt was je rijk geworden (disclaimer voor RR: gokken is voor proleten). Vandaag was het dan weer minder verrassend. Remco won de eerste tijdrit, met een kleine voorsprong op Pogacar. Die laatste heeft ondertussen al meer dan een minuut voorsprong op zijn voornaamste tegenstander, Vingegaard. Of moeten we dan toch Remco in de gaten gaan houden, die het gat tot Pogacar heeft verkleind tot een ruime halve minuut?

Rit 8 - Semur-en-Auxios naar Colombey-les-Deux-Églises




Vandaag wordt er niet heel veel strijd tussen de klassementstoppers verwacht. De meesten kijken vooral uit naar de gravelrit van morgen, maar ook vandaag kan het potentieel interessant worden. De renners krijgen vandaag een rit voorgeschoteld die op het eerste gezicht niet al te lastig lijkt, maar toch moeten ze de hele tijd op en af. In totaal zitten er 2400 hoogtemeters in de rit, op het eerste gezicht lijkt weer een massasprint te worden, maar misschien weet een sterke vluchtersgroep het peloton te verrassen.

Gestart wordt er in Semur-en-Auxios, dat ook al eens in 2007 een startplaats was van de Tour. Toen reed het peloton naar Bourg-en-Bresse, de rit werd gewonnen in een massasprint door Tom Boonen, voor Oscar Freire en Erik Zabel. Tom Boonen nam die dag tevens de groene trui over van Erik Zabel. De kans dat dit vandaag weer gebeurd is volgens ondertekende niet heel groot; Girmay heeft inmiddels een mooie voorsprong op Pedersen en Philipsen.


De startplaats Semur-En-Auxios is een middeleeuws stadje, en de voormalige hoofdstad van het graafschap met dezelfde naam in het voormalig hertogdom Bourgondië. Vanwege de honderdjarige oorlog tussen de koninkrijken Frankrijk en Engeland werden er vestingwerken gebouwd ter bescherming van het stadje. Die zijn in de eeuwen die volgden heel goed bewaard gebleven. Ook in de stad zelf is er genoeg te zien, met sfeervolle straatjes en vakwerkhuizen.

Na de start gaat het eerst in oostelijke richting, waar we na ongeveer 24 kilometer het eerste gecategoriseerde klimmetje van de dag bereiken, de Côte de Vitteau. Een klimmetje van de derde categorie van 2 kilometers aan 7.3%, maar ook even daarvoor loopt het al wat vals plat omhoog. Vlak daarna krijgen we ook nog Côte de Villy-en-Auxois, van de vierde categorie met 2,4 kilometer aan 5,5%. Nog eens 6 kilometer later krijgen we voorlopig het laatste klimmetje, de Côte de Verrey-sous-Salmaise van bijna 3 kilometer aan 6,0% gemiddeld. Gegeven deze klimmetjes kunnen we er denk ik wel vanuit gaan dat Abrahamsen in zijn bolletjestrui weer gaat proberen mee te zitten in de ontsnapping. Hij zal het denk ik wel lastiger krijgen dan begin deze week, omdat dit parcours toch wel kansen biedt aan de vluchters.

Na de eerste klimmetjes gaat het richting de tussensprint van de dag na 59 kilometer. Hierna blijft het op glooiende wegen wat op en af gaan, maar het duurt weer even voordat het volgende ‘echte’ klimmetje wordt bereikt. De Côte de Santenoge is een kort klimmetje van 1,1 kilometer aan 8,8% van de vierde categorie en ligt bijna precies halverwege de rit. Er volgt nog een niet gecategoriseerde en daardoor niet al te lastige klimmetje, de Côte de Bay-sur-Aube (2,7 kilometer aan` 4,7%). Op 60 kilometer van de meet ligt het laatste klimmetje van de dag waar bergpunten zijn te verdienen, de Côte de Giey-sur-Aujon van 1,2 kilometer aan 8,4%. Nog vrij ver naar de finish dus, maar niet alle sprinters zullen al deze klimmetjes overleven. Zeker omdat de rit over glooiende wegen door blijft gaan. Op 16 kilometer van de streep ligt er ook nog een klein klimmetje richting Sexfontaines, van 1,7 kilometer tegen 5,1%. Richting de finish blijft het wat over glooiende wegen gaan, en ook de laatste kilometer loopt wat vals plat omhoog richting Colombey-les-Deux-Églises.

De finishplaats Colombey-les-Deux-Églises is vooral bekend vanwege Charles de Gaulle, een Frans voormalig militair en voormalig president. De Gaulle heeft hier gewoond en ook zijn graftombe is hier te vinden. Hij vocht nog als officier tijdens de slag van Verdun, en is daarom nog populair bij de Franse bevolking. ‘Hij is onze geschiedenis’ zei Thierry Gouvernou bij de voorstelling van het parcours eind vorig jaar. Zijn voorganger als tourdirecteur, Christian Prudhomme, vond de plaats te klein om als aankomstplaats te dienen voor de grote tourkaravaan. Maar nu is het er dan toch van gekomen. De finishlijn van de etappe is op dezelfde plek waar de tour meer dan 60 jaar stilstond tijdens de 20e etappe van de tour van 1960. Jacques Goddet, de toenmalige koersdirecteur hield het peloton halt vanwege Charles de Gaulle, die zich onder de toeschouwers zou bevinden. Zowel de groene, gele trui, als wel de wereldkampioen mochten op audientie bij De Gaulle. Die nog een Sven Nys achtige voorspelling deed, Nencini zou de tour wel winnen. Maar die had op dat punt al meer dan 5 minuten voorsprong op zijn landgenoot Battistini, met nog 1 rit te gaan.



Terug naar de aankomst, die loopt dus licht op, 2 a 3% omhoog. Echt iets voor machtsprinters dus. Sowieso zullen de beter klimmende sprinters overblijven, als het al een sprint wordt. Je zou denken dat Mathieu van der Poel misschien nog beter voor deze rit zou kunnen gaan, in plaats van de beruchte gravelrit van morgen, die een relatief vlak einde kent. Maar hij zal wel voor Philipsen moeten werken, die een goede kans krijgt om met een eerste rit te winnen in een iets kleiner groepje sprinters.

Het weer:

Het wordt morgen niet al te warm met een graad of 25, wel wat kans op regen in de middag. De wind is matig komt uit het zuid-oosten tijdens de koers, tot ongeveer 25 km/uur. Zal wel niet genoeg zijn voor waaiers, het parcours leent zich er ook niet echt voor en het lijkt er ook op dat de wind vooral direct uit de rug komt.

Glazen bol:
1. Jasper Philipsen dus: het gaat hem dan eindelijk voor de eerste keer lukken deze tour. Jasper verliest nog bijna omdat hij ostentatief probeert te juichen met een vinger voor zijn mond omdat hij nog steeds boos is op de declassering van twee ritten terug.
2. Biniam Girmay: komt nog erg dichtbij en verliest met een banddikte verschil van Jasper.
3. Wout van Aert: Misschien wil hij energie sparen voor morgen, maar je zou denken dat dit ook een rit waar hij het kan proberen om weer te mengen in de massasprint.
4. Mads Pedersen: Komt wat dichter bij, de aankomst na een wat lastigere rit zou hem moeten liggen.
Edit: Maar hij start dus niet, vanwege een valpartij een paar dagen terug.
4. Arnaud de Lie: Nog een sprinter die gebaat is bij een relatief zwaardere rit, maar zal wel net te kort komen tegen de iets rappere mannen.
5. Phil Bauhaus Zou de rit moeten kunnen overleven normaal gesproken.

quote:

Op zaterdag 6 juli 2024 17:34 schreef Dutch_view het volgende:
Ik versta er geen klote van

Doe die vingers dan uit je oren.

quote:

Op zaterdag 6 juli 2024 17:35 schreef wimderon het volgende:
Groenewegen 25, Bennett 27e, Démare 32e, Coquard 37e. Tja.

Groenewegen moest weer eens sprinter om überhaupt in een goede positie te komen en liet toen lopen.

quote:

Op zaterdag 6 juli 2024 17:36 schreef Koffieplanter het volgende:

[..]
Wereldkampioen zonder allure én persoonlijkheid.

De vorige wereldkampioen deed het nog beter vandaag in de sprint.