quote:
Profiel: Keir Starmer
Geen schwung, geen visie, wl invloed
Labour-leider Keir Starmer is geen uitgesproken man, eerder iemand van de stille diplomatie. Slaagt de organisator van de Coalition of the Willing in Parijs er ook in om Europa en de Verenigde Staten weer nader tot elkaar te brengen?
Tobiah Palm
2 april 2025
In de goudgele gebloemde stoelen van het Witte Huis zitten twee mannen. De ene, die op rechts, kennen we goed. Hij zit wijdbeens, half naar het publiek gedraaid en half naar zijn compagnon, ellebogen op zijn bovenbenen, handen tussen zijn knien. Rechte rug. Naast hem zijn aanzienlijk minder bekende Britse collega Keir Starmer. De 62-jarige man met grijze kuif en brave bril oogt kleiner. Hij zit licht gebogen, met zijn benen over elkaar, naar Trump toe geleund. Tijdens het gesprek blijft hij zijn knokkels tegen elkaar wrijven.
Hij is niet op zijn gemak. Waarom is onduidelijk, misschien is het een imposter syndrome waar de man uit de arbeidersklasse mee kampt, misschien is de nederigheid een truc die hij in zijn tijd als advocaat heeft geleerd. voert wel een goed gesprek en ontvangt na het bezoek internationaal veel lof. Hij zou de eerste zijn die tot de Amerikaanse president lijkt door te dringen. Sindsdien is Starmer overal. Hij organiseerde de Coalition of the Willing – die afgelopen donderdag weer samenkwam in Parijs om te praten over het steeds uitgestelde staakt-het-vuren, hij is nauw betrokken bij de vredesonderhandelingen over de oorlog in Oekrane en stuurt whatsappjes naar zowel Trump als Zelensky.
Terwijl andere wereldleiders met grote uitspraken komen, blijft Starmer nagenoeg stil. Hij is niet iemand die zinnen van drie woorden met catchy uitspraken post, zegt journalist Tom Baldwin, voormalig senior-adviseur van Starmers partij, Labour, en schrijver van de biografie Keir Starmer. Zijn hoofdpersoon is volgens hem iemand van nuance, van stille diplomatie. Hij pakt eerder de telefoon op om zowel Trump als Zelensky te bellen en vervolgens met een plan te komen. Dat is zijn stijl.
Zo lijkt hij zichzelf, nu Amerika het laat afweten als de nieuwe leider van het zogenaamde ‘vrije Westen’ en het Verenigd Koninkrijk kan optreden als redelijke bemiddelaar en verbinder. Een rol die hem volgens politieke analytici vanwege zijn kleurloze verschijning, achtergrond als mensenrechtenadvocaat en diplomatieke houding goed past. Het zou volgens hen best kunnen dat zonder Starmers inmenging de Europese leiders niet om tafel waren gegaan.
Toch is het de vraag of Starmer zal slagen in zijn plannen. Donderdag kondigde de Franse president Emmanuel Macron aan dat Frankrijk en Groot-Brittanni sowieso een troepenmacht naar Oekrane sturen zodra er een akkoord is over het staakt-het-vuren. Maar Richard Johnson, hoofddocent politicologie aan de Queen Mary University of London, die meerdere onderzoeken naar Labour heeft gedaan, denkt dat het Verenigd Koninkrijk economisch niet sterk genoeg is om de Britse boots on the ground waar te maken. Midden maart werd ook duidelijk dat die boots er ook niet zullen komen zonder steun van de Verenigde Staten. En een gezant van Trump oordeelde dat Starmers plannen aanstellerij zijn en verwierp het idee dat de huidige Britse premier ooit in Churchills schoenen zou kunnen staan.
Wie Starmer werkelijk is en wat hij wil, blijft ondertussen een mysterie. Ook voor de Britse pers. Zelf vertelt hij graag dat hij een zoon van een gereedschapsmaker is, maar hij is ook een ‘Sir’ (hij werd in 2014 geridderd vanwege zijn werk als advocaat). De populistisch rechtse partijleider Nigel Farage noemt hem ‘Blair zonder flair’. Volgens conservatieven is hij een ‘linksige advocaat’, biograaf Oliver Eagleton zegt dat hij een opportunistische technocraat is die te veel gelooft in de macht van de staat, en leden van zijn eigen team vinden hem, zo bleek uit een journalistieke politieke biografie over hem, niet meer dan een manager.
Starmer beloofde voor hij verkozen werd dat hij zou investeren in de National Health Service (nhs, het Britse zorgsysteem dat door de staat gefinancierd wordt), in educatie; dat hij er zou zijn voor de arbeidersklasse. Maar sinds hij aan de macht is lijkt er weinig overgebleven van het linkse programma. Hij stelde een strenger programma op migratie voor, bezuinigde op brandstoftoeslag en ontwikkelingshulp en wil investeren in defensie. Parlementsleden van zijn eigen partij hebben nu openlijk kritiek op hun leider. Ze zijn bang dat ze hun achterban verliezen, vinden het beleid onduidelijk en zeggen dat juist Labour er zou moeten zijn voor de kwetsbaren in de samenleving.
Die kritiek klonk afgelopen week nog luider. Want terwijl Starmer afgelopen week in Parijs zat, verdedigde minister van Financin Rachel Reeves de kabinetsplannen om te bezuinigen op uitkeringen voor mensen met een beperking. Die zijn volgens haar nodig vanwege de investering in de wapenindustrie, de chaos waar de conservatieven haar mee hebben opgezadeld, en de ‘internationale tarieven’ waarmee Trump dreigt (ook al noemde zij de Amerikaanse president niet bij naam, waarschijnlijk om de relatie niet te verstoren). Uit een eigen onderzoek van de Britse overheid blijkt dat het voorstel 250.000 mensen, onder wie 50.000 kinderen, onder de armoedegrens duwt. Volgens Reeves kan dat voorkomen worden als meer mensen een baan vinden. Critici vinden dat het overkomt alsof Reeves het plan te gehaast heeft opgesteld.
Het rechtse en nogal zwalkende kabinetsbeleid zorgt ervoor dat Labour en vooral Starmer steeds minder populair wordt. Hij is bovendien saai, kan niet vertellen waarom hij beslissingen neemt, heeft geen schwung, geen charisma en maakt geen grapjes. Mensen om hem heen beschrijven hem als een lege huls. Is dit dan de ‘nieuwe leider’ van het vrije Westen?
Starmers ouders vernoemden hun oudste zoon naar de allereerste Labour-leider Keir Hardie. Vader Rodney was gereedschapsmaker en socialist die dagelijks linkse kranten las, moeder Josephine wijdde haar leven als verpleegkundige in een ziekenhuis aan de National Health Service. Het stel kreeg vier kinderen: Anna, de oudste, daarna Keir en de tweeling Katy en Nick.
Hun cottage-achtige twee-onder-een-kapwoning in Hurst Green, een dorp op zo’n honderd kilometer onder Londen, kleurde in verkiezingstijd rood-goud van de posters met stakende mijnwerkers en brandweermannen. Starmer groeide op met het idee dat de overheid er voor zijn soort mensen was. Als hij hard genoeg werkte zou hij kunnen krijgen wat hij wilde, zo vertelde zijn vader hem. Zo moet ook de staat functioneren, zou Starmer later als politicus betogen: als beschermer van degenen die hun kansen durven te grijpen. Hij gelooft niet zozeer in socialisme, maar in sociale mobiliteit.
Volgens biograaf Baldwin was de relatie met zijn moeder Josephine van grote invloed op Starmers karakter. Josephine had de ziekte van Still, een aandoening waarbij het immuunsysteem zichzelf aanvalt. Het was zo erg dat ze haar heupen en knien twee keer heeft laten vervangen en uiteindelijk een been moest amputeren. Maar ze bleef altijd positief en klaagde nooit. Als oudste jongen van het gezin kreeg Starmer al snel veel verantwoordelijkheid. Een vriendin uit Starmers advocatentijd vertelt dat haar voormalige collega nooit zo expressief is geweest. ‘Kinderen die opgroeien in een gezin met iemand die iets ergs met zich meedraagt hebben het gevoel dat ze zich niet kunnen uiten’, zegt ze. ‘Starmer mocht nooit klagen.’
Vader Rodney, een nogal ‘autoritair figuur’, praatte veel over politiek, haatte Margaret Thatcher, luisterde alleen naar klassieke muziek, las veel en was niet bang zijn mening te geven. Een jeugdvriend van Starmer zegt dat ‘Rod’ altijd vragen over politiek stelde. ‘Hij confronteerde ons, probeerde een discussie te beginnen en wilde weten wat we te vertellen hadden. Dat was in die tijd ongebruikelijk voor ouders. Als dertienjarige vond ik het best eng en intimiderend.’
Starmer hield een enorme bewijsdrang over aan zijn jeugd. Hij was overal goed in, herinnert zus Katy zich. In voetbal (hij was linksbenig, net als zijn held Johan Cruijff, en speelde, waar anders, links-mid), in muziek, in leren. ‘We maakten hem belachelijk als het naar zijn hoofd dreigde te stijgen’, zegt Katy. ‘We noemden hem “Superboy”. Als zijn team verloor stampte hij boos van het veld af. Stamp. Stamp. Stamp. Dat was zo grappig.’
Iedereen, zowel uit zijn eerdere jaren als uit zijn tijd als politicus is het over n ding eens: als er iets is wat Starmer wil, dan is het winnen.
Terwijl zijn broer en zussen naar een middelbare school in de buurt gingen, werd Starmer naar Reigate Grammar School gestuurd, een gesubsidieerde openbare school die toen Starmer erop zat veranderde in een privschool. Hij kon alleen blijven omdat er een speciale regeling kwam voor de stateboys die al begonnen waren. Ouders van andere kinderen betaalden voor hun onderwijs.
Starmer weigerde zijn afkomst te verbergen. Hij bleef stug voetballen terwijl al zijn klasgenoten op het elitaire rugby zaten. Hij had continu discussies met zijn conservatieve klasgenoten. Over de destabiliserende rol van de vakbonden bijvoorbeeld, of over Thatcher, die net Tory-leider was geworden.
Hoewel hij het liefst in muziek (viool) of politiek verder zou studeren, koos Starmer – onder druk van zijn ouders – voor een opleiding waar hij een goede baan mee kon krijgen. Rechten aan de University of Leeds, ook al had hij geen idee wat advocaten precies deden. Hij werd omringd door studenten die dat wel wisten, en overwon zijn minderwaardigheidscomplex door hard te leren. Ondertussen feestte hij veel, luisterde hij naar soft boy-bands als The Smiths en The Wedding Present en nam hij de taak op zich om alles binnen het studentenhuis waar hij woonde te organiseren. Later, tijdens zijn specialisatie in Oxford waar hij betrokken raakte bij een socialistisch blad, richtte hij zich ook vooral op de organisatorische kant en niet op de ideologie. ‘Keir was de man achter de schermen, degene die het zware werk deed’, zegt een tijdgenoot. ‘De rest praatte.’
Eigenlijk is hij heel zijn leven een man van de methode en de pragmatische aanpak gebleven. Als mensenrechtenadvocaat stond hij bekend als ‘de encyclopedie’ en werd hij soms vergeleken met Bridget Jones-personage Mark Darcy: een saaie man van de lange adem met het hart op de goede plek. Hij reisde de wereld af om mensen bij te staan die de doodstraf hadden gekregen. Mensenrechten noemt hij – terugblikkend op die tijd in de biografie – een ‘inclusieve nationalistische Britse traditie’. Hij vertelt daarbij dat hij opkijkt tegen de conservatieve minister-president Winston Churchill, omdat die Europese landen ooit heeft geholpen hun grondwet op te stellen en een waarachtige democratie te blijven. Het lijkt of hij die rol nu ook bij zichzelf vindt passen.
In zijn eigen land verdedigde hij milieuactivisten die flyers over McDonald’s hadden verspreid, streed tegen Shell en werkte samen met de mijnwerkers. ‘Hij heeft indrukwekkende dingen gedaan’, zegt een Labour-lid dat ook advocaat is geweest. ‘Maar hij ging nooit te ver buiten de lijntjes.’
Tijdens zijn werk als hoofdaanklager bij het Britse OM begon hij te beseffen dat hij de politiek in wilde. In 2014 werd hij geselecteerd als Labour-parlementskandidaat. In die tijd sprak hij zich vaak uit tegen het Brexit-referendum; Starmer wilde bij de Europese Unie blijven. Vanaf 2016 diende hij onder de progressieve partijleider Jeremy Corbyn als schaduwminister van Buitenlandse Zaken.
Terwijl Starmer oppositie voerde vormde er onder leiding van politiek strateeg Morgan McSweeney een groep die zichzelf Labour Together noemde en zich vanaf 2015 in het geheim organiseerde tegen de linkerflank van de partij, zo blijkt uit het boek Get In. Wat daar ook uit blijkt: het was niet alleen Starmer die de politieke top zocht, de politieke top zocht hem ook.
Onderzoeksjournalisten Patrick Maguire en Gabriel Pogrund, die voor het boek met honderden bronnen binnen de partij hebben gepraat, beschrijven hoe McSweeney jarenlang plannen bedacht tegen Jeremy Corbyn. McSweeney vond Corbyn te links, te elitair, te woke, en vooral niet in staat om de van oudsher werkende klasse die steeds conservatiever is gaan stemmen terug te winnen. Labour Together stond meer in de traditie van Tony Blair: sociaal conservatief, nationalistisch en economisch rechtser dan elke linkse partijleider tot dan toe.
Starmer was volgens Labour Together de ideale nieuwe partijleider, omdat hij zelf geen sterke mening heeft, zich als conservatief identificeert, maar in het verleden wel progressieve dingen heeft gedaan en, belangrijker, zich nooit openlijk tegen Corbyn of andere linkse partijleden heeft uitgesproken. Andere liberale leden weigerden om in het progressieve schaduwkabinet te werken. Een betere, ogenschijnlijk boven de ‘partijen’ staande kandidaat was er niet. Bovendien is Starmer uitzonderlijk ambitieus.
Hij won de interne verkiezingen met de belofte dat hij de linker- en rechtervleugel van de partij weer samen zal brengen. Maar zodra hij partijleider werd ontsloeg hij bijna alle progressieve partijleden, soms enkel omdat ze hem onwelgevallige meningen hadden.
Onduidelijk blijft of dat op zijn eigen initiatief was of op dat van het team achter zich. De mensen om hem heen beschrijven hem in Get In als een ‘marionet’. Ze klagen over zijn manier van leidinggeven. Ze zeggen dat hij de politieke spelletjes niet goed begrijpt, dat hij achterover leunt en beslissingen aan de rest laat.
Zelf profileert hij zich vooral als pragmaticus. Hij zou in een van de vergaderingen de nu al gevleugelde uitspraak ‘There’s no such thing as Starmerism, nor there ever will be’ hebben gedaan, knipogend naar de term Thatcherism. Hij zegt ook vaak dat hij niet houdt van de politieke spelletjes.
In Get In vraagt een partijgenoot zich openlijk af of Starmer doorheeft dat hij een ‘schaakstuk is zonder eigen wil’. In het boek staat ook dat de huidige vicepremier Angela Rayner naar een collega ge-sms’t heeft dat Starmer zo incompetent is dat hij niet eens zijn eigen bad kan laten vollopen.
Die man belt nu elke dag met het Witte Huis en ontvangt deze week een groep Europese leiders om over de toekomst van Europa en de verdediging van Oekrane te praten. Dat is een rol die hem uitstekend past, denkt universitair hoofddocent politicologie Richard Johnson. Hij lijkt deze op dezelfde manier in te vullen als waarop hij interne vergaderingen voorzit: hij positioneert zichzelf aan het hoofd van de tafel, luistert naar advies en stippelt een pad uit. Johnson denkt dat Starmer al een tijd wachtte op een kans om de UK dichter bij Europa te brengen. Hij zegt daarbij dat zijn team minder genteresseerd is in nauwere banden met de EU, dus dat er niet veel zal veranderen, behalve misschien op het gebied van defensie en economie.
Zijn politiek wordt momenteel mede bepaald door veiligheidsdiplomaat Jonathan Powell. Dezelfde man die voormalig Labour-leider Tony Blair adviseerde en die nu soms naar Oekrane afreist. Ook stafchef McSweeney, volgens ingewijden nog steeds het brein achter Starmers kabinet, werkt mee. Zijn motto: succes in de politiek betekent dat je nooit blijft hangen in fouten. Succesvolle politici proberen het ‘verleden niet te controleren’, maar richten zich op hoe ze ‘het volgende uur kunnen winnen’, en vooral, de uren die daarop volgen.
Het is echter nog maar de vraag of het team in staat is om die uren succesvol te maken. De eerste negen maanden aan de macht verliepen – op zijn zachtst gezegd – stroef. Starmer verloor populariteit doordat hij bezuinigde op sociale voorzieningen voor ouderen. Daarna liet hij duizenden gevangenen vervroegd vrij (terwijl hij in zijn verkiezingscampagne juist een hardere lijn tegen criminaliteit beloofde). Daarop volgde de freebie-gate. Kabinetsleden bleken royale geschenken van een baron te hebben gekregen zonder daar melding van te doen (Starmer en zijn vrouw ontvingen onder meer kaartjes voor Taylor Swift en een paar duizend pond aan kleedgeld).
Hij krijgt van alle kanten kritiek: van eigen partijleden, van de Tories, van activistengroepen, van economische waakhonden, van biograaf Tom Baldwin. Sinds Labour aan de macht is zakt de partij in de peilingen. ‘Starmer bezuinigt op klassiek linkse speerpunten’, zegt politicoloog Johnson. ‘Hij vindt het niet erg om onpopulaire beslissingen te maken.’
Het probleem is dat hij niet kan vertellen waarom hij die neemt, vervolgt Johnson. Hij is geen goede spreker in het openbaar en weet zijn overtuigingen niet over te brengen. ‘Hij komt reactief over’, zegt Johnson. ‘Een politiek leider kan niet reactief zijn, hij moet een lijn kunnen uitzetten.’
Starmer steeg na zijn optreden in het Witte Huis heel even in de peilingen. Hij lijkt zijn internationale rol, waar hij zich als mensenrechtenadvocaat in thuis voelt, te gebruiken om ook in Engeland zijn imago op te vijzelen. Volgens Johnson ziet hij de herbewapening van Europa als een kans om leiderschap te tonen. ‘De vraag is alleen of hij zal doorzetten. Om zoveel te investeren moet Starmer flinke risico’s nemen in het hervormen van de Britse economie. Ik weet niet of hij dat zal doen, want tot nu toe heeft hij zich laten kennen als een risicomijdend persoon.’
Daar komt bij dat Engeland economisch afhankelijk is van Amerika. Dus kiezen voor Europa – dat kan hij eigenlijk niet. En dat is hij ook niet van plan. ‘Veel mensen dringen erop aan dat we kiezen tussen de VS en Europa’, zei Starmer afgelopen zondag zelf in een interview met The New York Times. ‘Churchill heeft het niet gedaan. Attlee (de eerste naoorlogse Labour minister-president, red.) heeft het niet gedaan. Het zou een grote fout zijn, naar mijn mening, om nu te kiezen.’