abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 13 september 2023 @ 17:07:08 #1
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_210624858
Etapa 17: Ribadesella/Ribeseya - Altu de L'Angliru, 124,5 km

De dag begon met schokkend nieuws, want Nathan Van Hooydonck kreeg achter het stuur te maken met een hartaanval. Hij veroorzaakte een ongeluk, werd gereanimeerd en met spoed naar het ziekenhuis gebracht, waar hij in een kunstmatige coma werd gehouden. Dit nieuws bereikte ook Spanje, en de renners van Jumbo-Visma. Alle plannen die ze hadden werden overboord gegooid en nieuwe plannen werden gemaakt. De rit moest gewonnen worden, voor Nathan. Althans, zo kunnen we dat achteraf uitleggen. Ik weet niet hoe het was gelopen zonder Ineos, want die ploeg speelde tijdens het eerste deel van de rit een hoofdrol. Vrij snel reed er een best mooi kopgroepje weg en dat kopgroepje reed meteen een voorsprong van een seconde of 40 bijeen. Boeken toe, normaal gesproken. Maar het was niet naar de zin van Ineos, die ploeg zette zich op kop in een poging het gat dicht te rijden. Dat duurde kilometers, kilometers en kilometers. De rit was superkort, waardoor de wilde achtervolging van Ineos tot gevolgd had dat er nog minder dan 80 kilometer te gaan was op het moment dat de boel toch weer samensmolt. De achtervolging van Ineos was ergens hilarisch, want werkelijk iedereen werd opgeofferd. Ganna, Thomas, Castroviejo, Fraile, Bernal, allemaal reden ze als gekken op kop. Dit had toch gevolg dat er bij het ontstaan van een nieuwe kopgroep weer niemand van Ineos vooraan zat. Prachtig, zo ontzettend slecht. Er reed een kleiner groepje weg van een man of zes, met in dat groepje Groves. Die was betrokken bij iedere aanvalspoging, zijn finish lag bij de tussensprint na 90 kilometer. Hij wilde daar graag wat punten pakken voor de groene trui, omdat hij nogal bang is voor Evenepoel. Zijn doel slaagde, hij kon zich na de tussensprint laten uitzakken. Het doel van de andere vluchters slaagde niet, nadat de nieuwe kopgroep ontstond begon Jumbo meteen op kop te rijden. Veel meer dan een minuut kregen ze niet, al dan niet toevallig door al het werk van Ineos kwam Jumbo nu in de positie dat ze de rit makkelijk konden controleerden. En dat deden ze dan ook maar.

Daardoor werd een rit die voor de vluchters had moeten zijn ineens een rit voor de klassementsrenners. Het had een saaie rit moeten zijn ook, maar het werd hierdoor nog best spectaculair ook. Geheel toevallig, heeft verder weinig met het parcours te maken, maar ik ben toch bang dat Escartin en co hier de verkeerde conclusies aan gaan verbinden. We gaan volgend jaar nog meer unipuertos zien, dat kunnen we alvast met potlood noteren. In ieder geval, de klassementsrenners zouden dus om de ritzege gaan strijden op de steile maar korte slotklim naar Bejes. Na een steile bocht naar rechts begonnen we aan die klim en meteen liet driekwart van het peloton lopen. Met amper 30 man begonnen we aan de klim en op die klim ging Jonas Vingegaard heel snel in de aanval. Niemand vond het nodig om te reageren, een opvallende keuze. Finn Fisher-Black of all places ging in de achtervolging, naar eigen zeggen was hij van plan om op kop te rijden maar volgde niemand hem. Hij had een gat en kreeg toen te horen dat hij maar door moest rijden. Tot grote onvrede van Juan Ayuso, begrijpelijk. Al had Juan zelf ook wel iets meer iniatief mogen tonen, Vingegaard zomaar laten wegrijden vind ik niet echt de sterkste tactiek. In de groep der favorieten viel het helemaal stil, alle renners van de tweede en derde rij gingen in de aanval, terwijl de grote namen naar elkaar keken. Daardoor liep de voorsprong van Vingegaard snel op naar een minuut. Een volle minuut, op een lullige klim van amper vijf kilometer, mijn hemel. Geen sterk werk van Ayuso en Mas, terwijl Roglic en Kuss natuurlijk gevangen zaten. De Deen reed op die manier niet alleen naar de ritzege, hij leek ook even naar het rood te rijden. Dat veranderde door een aanval van Roglic, die ging richting het eind toch maar achter Vingegaard aan. Hij reed eventjes weg van de rest, maar Mas en co konden toch weer aansluiten. Alleen Kuss had het moeilijk, die moest een paar meter laten. Daardoor leek de aanval van Roglic niet zo slim, maar goed, als hij niet had aangevallen had Vingegaard waarschijnlijk nog veel meer tijd gepakt, dus als hij het deed om Kuss te helpen was het alsnog een slimme zet. Vingegaard reed onbedreigd naar de dagzege. In aanloop naar de klim reden de renners door een kloof, nou, Vingegaard heeft richting Bejes een tweede kloof uitgesleten. Finn Fisher-Black reed al die tijd op de tweede plek, hij gaf uiteindelijk 43 seconden toe, waarna Woutje Poels als derde over de streep bolde. De Angliru komt eraan, Wout wordt wakker. Ayuso, Mas en Roglic gaven een minuut toe, voor Kuss kwamen daar nog eens vier tellen extra bij. Een goede dag voor Jumbo, want ze pakken de ritzege. Een goede dag voor Vingegaard, want hij wist te winnen en die zege kon hij opdragen aan van Hooydonck. Bovendien zit hij Kuss nu op de hielen, met de twee dagen die nu volgen lijkt het inmiddels onmogelijk voor de Amerikaan om het rood naar Madrid te brengen. Het oorspronkelijke plan was blijkbaar om voor de ritzege te gaan met Roglic, maar Vingegaard vroeg of hij mocht aanvallen en zodra hij toestemming kreeg was hij direct vertrokken. Net als op de Tourmalet was niemand van plan hem te volgen, waardoor je toch een beetje het gevoel hebt dat hij het cadeau krijgt. Al tonen de cijfers dat hij ook daadwerkelijk hard reed.

Maar ja, al met al een verrassende dag. Ik had dit allemaal totaal niet zien aankomen. Een rit voor de vluchters, met een sprintje bergop tussen de favorieten. Geen rekening gehouden met de kamikazetactieken van Ineos, de hartaanval van Van Hooydonck en de dadendrang van Vingegaard. Sneu voor Kuss, die je het toch een stuk meer gunt dan de doodse Deen, maar wielrennen is natuurlijk meestal de sport waarin de schurk wint. Vingegaard mag vandaag de puntjes op de i gaan zetten. We trekken naar de Angliru, daar hoef ik verder geen tekening bij te maken.




We bevinden ons heden in Asturië, waar er een tweeluik in de bergen op ons wacht. De eerste van twee bergritten brengt ons naar de mythische Angliru, deze rit beginnen we aan de kust, ver van het ruige binnenland. Startplaats van dienst is Ribadesella, een plaatsje met ongeveer 5700 inwoners gelegen aan de Costa Verde. In Ribadesella is nog nooit een rit van start gegaan, ofschoon we hier in de loop der jaren regelmatig doorheen zijn gefietst. Kijkend naar het archief kom ik tot de conclusie dat we in 2014, 2015, 2016 en 2019 door Ribadesella zijn gefietst, meestal op weg naar de steile puisten van Asturië. Nu voor het eerst een start in deze plaats, waar in een verder verleden ook andere koersen zijn gepasseerd. De dit jaar overleden veelwinnaar Txomin Perurena won ooit een rit in de Ronde van Asturië met aankomst in Ribadesella, ook de ter ziele gegane koers Vuelta a los Valles Mineros kwam hier wel eens voorbij. Volgens masspanje.nl is Ribadesella een mooie en levendige kustplaats waar de huidige Spaanse koningin Letizia werd geboren. Dit blijkt na nader onderzoek onjuist te zijn, ze werd geboren in Oviedo. Wel is haar familie afkomstig uit Ribadesella, ze heeft hier redelijk wat tijd doorgebracht en ze wordt gezien als een geadopteerde dochter van de stad. Leuk, maar koningshuizen blijven natuurlijk flagrante onzin. Ribadesella ligt aan de Costa Verde, de groene kust, één van de mooiste kusten van Spanje. Het stadje ligt aan de monding van de Río Sella, omringd door bergen, kliffen, mooie stranden en wordt door een brug in twee gedeeltes verdeeld. Deze brug dient elke eerste zaterdag van augustus als de finish van een bekend festival in Asturië, de Descenso Internacional del Sella. Blijkbaar is het de bedoeling om tijdens dit festival met behulp van een kano de hele river de Sella af te dalen. In Ribadesella zijn een aantal natuurlijke schatten te bekijken, waaronder de grotten ‘Cueva de Tito Bustillo’, en Cuevonas de las Cuevas de Aqua, met grotschilderingen van wel meer dan 14.000 jaar oud! Bij Playa Marina zijn voetafdrukken van dino's te zien. Die Cueva de Tito Bustillo wordt ook door het roadbook genoemd, een grot die pas in 1968 werd ontdekt. In deze grot, werelderfgoed van UNESCO, komen we 12 prehistorische tekeningen tegen, volgens Wikipedia is de oudste tekening zelfs 33.000 jaar oud. Die oudste tekening moet een mens voorstellen, de moderne maar nog steeds oude tekeningen van een jaar of 10.000 oud bevatten vooral dieren. Paarden, herten, misschien zelfs een walvis. Ook enkele gebruiksvoorwerpen uit die tijd zijn in de grot bewaard gebleven, waaronder een harpoen. Boven de grond komen we tot de conclusie dat Ribadesella in tweeën opgedeeld is, op de linkeroever van de Sella is de Playa Santa Marina de grootste trekpleister. Een groot zandstrand in een idyllische omgeving met op de achtergrond hoge bergtoppen. Langs het strand loopt een lange boulevard, met hotels en mooie romantische 19-20e eeuwse herenhuizen van aristocraten en "Indianos". Een goed voorbeeld hiervan is Villa Rosario, nu een hotel. Als je helemaal naar het einde van de westelijke kant van het strand loopt, bij uitkijkpunt Pozu, zie je voetafdrukken van dinosaurussen op verticale platen, ingebed in de klifrotsen. In de haven kun je ook prima een hapje eten, er wordt vooral vis geserveerd. Ribadesella beschikt over een vissershaven, de vissers trekken er tegenwoordig nog steeds op uit om de zee verder leeg te roven. Het resultaat wordt direct na de vangst opgediend in de lokale restaurants. Op de rechteroever van de Sella komen we het historische centrum van Ribadesella tegen, hier moet je vooral zijn voor het commerciële gedeelte van het geheel. Het oude centrum is in 1973 uitgeroepen tot historisch-artistieke site. Het ligt tegenover een oude markt waar elke woensdag lokale produkten worden verkocht. In de oude wijk zijn smalle straatjes en kleurrijke muren in verschillende pasteltinten. Er zijn talrijke 17e-18e eeuwse statige huizen, romaanse kerken, een gotische en renaissancekapel, en een mooi stadhuis in renaissancestijl. Blijkbaar kun je hier ook nog flink cider drinken, daar heb ik niets op tegen.




Ik heb wel iets tegen de aanloop van deze rit, de renners mogen de eerste 50 kilometer over zo goed als vlakke wegen gaan rijden. We rijden tijdens de neutralisatie een flink rondje door dit plaatsje, waar je in de lokale grot dus onder meer een mooie tekening van een paard kunt vinden. Buiten Ribadesella gaat de rit officieel van start en we volgen dan de loop van de rivier de Sella, ook wel Seya, tot in Arriondas. De renners rijden 14 kilometer over een brede en licht glooiende weg langs de Sella, dankzij de rivier is deze weg licht bochtig maar omdat het zo breed is mogen we het alsnog gewoon recht noemen. De omgeving is mooi, we fietsen langs wat bergen, langs wat rotswanden, maar vooral door het groene binnenland van Asturië. Verder kan ik er amper iets over vertellen. Het is niet 100% vlak, maar wel 99%. Lastig om hier weg te rijden, dat gevecht zou wel weer een aantal kilometer kunnen duren. In Arriondas is de Vuelta overigens wel vaker te vinden, we bevinden ons hier in de omgeving van Cangas de Onís, waar de voet van de klim naar Lagos de Covadonga ligt. In deze omgeving stapte Miguel Indurain ooit af, tijdens zijn laatste dag als wielrenner. In Arriondas rijden we even door het centrum, waar wat mooie huisjes te vinden zijn. Buiten het centrum komen we dan weer op een brede doorgaande weg terecht, we laten hier alleen de Sella achter ons en komen te rijden langs de rivier de Piloña. De route langs deze rivier is vergelijkbaar, we noteren een brede weg vol brede en daardoor flauwe bochten, terwijl de weg hooguit wat vals plat omhoog loopt. In de 19 kilometer tussen Arriondas en Infiesto komen de renners 100 meter hoger uit, dat stelt dus niets voor. De route is prachtig als je puur kijkt naar de omgeving, voor de koers stelt het net iets minder voor. De renners passeren af en toe een gehucht, maar de weg wordt zelfs niet onderbroken door een rotonde of wat drempels, nee, het is bijna continu rechtdoor fietsen over een snelweg zonder obstakels. Dus skippen we maar snel door de route, na 33 kilometer komen de renners uit in Infiesto, in het Asturisch ook wel L'Infiestu genoemd. Van L'Infiestu rijden we vervolgens 14,5 kilometer verder over dezelfde weg richting Nava, een plaats waar we de afgelopen jaren meerdere keren zijn geweest. In de omgeving van L'Infiestu komen de renners wel wat vluchtheuvels en paaltjes tegen, de grootste obstakels tot nu toe, terwijl ze een licht bochtige tocht afwerken door het centrum. Ze rijden in het centrum over de Piloña en daarna vervolgen ze hun weg langs de andere kant van de rivier, de weg blijft breed en de tocht simpel. Net buiten L'Infiestu komen we een strookje tegen waar het wat steviger omhoog gaat, maar in principe komen we in de 14 kilometer tot aan Nava wederom slechts een meter of 100 hoger uit. Wel een weg met vervelend veel paaltjes, dat is eigenlijk het enige bezwaar. Na 14 brede en vrij simpele kilometers bereiken we na 47,5 kilometer Nava, een plaats waar de Vuelta vorig jaar en in 2018 ook al eens passeerde. Nava ligt aan de voet van de absurd steile klim naar Les Praeres, eentje van vier kilometer aan 13%. Niemand minder dan Louis Meintjes won daar vorig jaar vanuit de vlucht! In 2018 won Simon Yates dan weer, we keren vast snel weer terug naar deze typisch Spaanse steenpuist. De voet van de klim ligt dus in Nava, een plaatsje waar alles om cider draait. Er is zelfs een heus cidermuseum in Nava, gevestigd in een niet al te mooi gebouw. De renners rijden dwars door een ciderstreek, overal zijn de sidrerias te vinden. Een goede cider is niet te versmaden, al is de Asturische cider natuurlijk minder lekker dan de Baskische cider.




De inhoud van het cidermuseum ziet er nog best goed uit, je kunt er alles leren over het maken van cider en met name hoe dat vroeger werd gedaan. Daarnaast organiseren ze hier jaarlijks een ciderfestival, met tijdens dat festival onder meer een wedstrijd wie het beste cider kan inschenken. Dat dien je te doen zoals het beeld op de tweede foto toont, een vrij onhandige manier van inschenken, maar wel de beste manier om alle aroma's los te laten komen. In de omgeving van Nava verlaten we de doorgaande weg, waarna de renners dwars door het centrum van dit ciderstadje mogen rijden. Dat ze hier iets met cider hebben kan niemand ontgaan, meerdere huizen zijn versierd met cidergerelateerde murals. Een beetje het Astigarraga van Asturië, blijkbaar. Na een paar bochten in het centrum verlaten we Nava weer, waarna de weg zowaar eventjes omhoog gaat lopen. Een klimmetje van anderhalve kilometer aan 5,5%, jawel! De brede weg loopt daarna ook weer anderhalve kilometer omlaag, in de Asturische bossen komen we een paar niet al te lastige bochten tegen. Na dit afdalinkje is het een kilometer of drie wat meer vlak, terwijl we ook wat meer rechtdoor over die brede weg naar San Julián fietsen. Hier begint een soort van klimmetje, de weg loopt vier kilometer omhoog aan 3,5%. Dat is even schrikken natuurlijk, schrikbarende toestanden. Dit klimmetje, voor zover we het een klimmetje mogen noemen, is vooral bochtig. In het centrum van San Julián komen we al wat bochten tegen, waarna we buiten het dorp via nog wat meer bochten een soort van snelweg bereiken. Deze snelweg volgen we een aantal kilometer, het gaat voorlopig nog even net wat meer dan vals plat omhoog, terwijl we onderweg ook nog even door een donker tunneltje fietsen. Even verderop bereiken we de top van deze helling, waarna we een kilometer of zes mogen gaan afdalen richting L'Entregu. De brede weg loopt vooral rechtdoor vals plat omlaag, terwijl we continu kunnen genieten van de mooie Asturische natuur. We rijden over een paar viaducten heen en vanuit de hoogte kijken we neer op al dat moois. Aan het eind van deze afdaling die we geen afdaling mogen noemen komen de renners wel een paar bochten tegen, ze rijden over de snelweg en slaan daarna linksaf bij een rotonde, waarna ze richting San Martín del Rey Aurelio gaan fietsen. Het zal twee kilometer vlak zijn tot we na 66 kilometer het centrum van San Martín del Rey Aurelio bereiken, een plaatsje waar in de Vuelta van 2014 nog een rit van start ging. De naam is indrukwekkend, maar in feite is dit gewoon een mijndorpje vol vervallen gebouwen en industrie. Het is wel een belangrijk punt van deze rit, want net over de helft van de etappe gaan we eindelijk echt begonnen. Een drieluik aan Asturische beklimmingen komt eraan.



Vlak voor we via een brug over de rivier Nalón zouden rijden slaan de renners in San Martín del Rey Aurelio rechtsaf, na een tweede bocht naar rechts loopt de weg meteen omhoog. Na een halve kilometer aan 5% is het eventjes vlak, terwijl we rechtdoor over een iets smallere weg aan het fietsen zijn. Aan het eind van dit vlakke stukje laat de organisatie de klim beginnen, al beginnen we nog steeds niet op een al te spannende manier. Voor het eerst in lange tijd rijden we in de Vuelta weer eens de Alto de la Colladiella omhoog vanuit San Martín del Rey Aurelio. Steef en de organisatie houden het erop dat we sinds 2008 niet meer van deze kant omhoog over de klim zijn gereden, de laatste jaren hebben we het buurjongetje ontdekt, de Alto de la Mozqueta, die geniet tegenwoordig de voorkeur. Maar nu weer eens ouderwets de Alto de la Colladiella, een beklimming van 7,8 kilometer aan 7,1%. De klim van de eerste categorie begint dus makkelijk, een kilometertje vals plat omhoog aan 2% door de bossen en door wat dorpjes die steevast zijn voorzien van kleurrijke huisjes. We zouden de omgeving kunnen kennen, want in de Vuelta van 2018 reden we hier omlaag na een beklimming van de Mozqueta. In de tweede kilometer gaat het omhoog aan 7%, met een paar stroken boven de 10%. We komen uit in een dorpje, waar een drietal haarspeldbochtjes liggen. In de derde kilometer bevinden we ons nog in de bewoonde wereld, het gaat betrekkelijk eenvoudig aan een procentje of vijf omhoog. Daarna wordt de Colladiella de moeite waard, de smalle weg duikt definitief een bos in en in dat bos gaat het na een kilometer aan 8% liefst twee kilometer omhoog aan bijna 10%, hier kun je al overwegen je duivels te ontbinden. In de voorlaatste kilometer slingeren we door het bos omhoog aan 8,5%, waarna het in de laatste meters voor de top omhoog blijft gaan aan 8%. Op de top is er eindelijk wat meer open gebied, we kijken mooi in de Asturische diepte. Na 76 kilometer bereiken we de top van de Alto de la Colladiella, die we volgens de Asturiërs beter de Altu de la Colladiella kunnen noemen. Ook hier liggen dat soort dingen gevoelig. Boven op een berg die we vanaf de top kunnen zien staat een monument ter ere van de mijnwerkers, want bijna alle bergen in die stukje Asturië hebben ze in het verleden uitgehold.





We bevinden ons op 50 kilometer van het eind nu. Voorbij de top van de Colladiella gaan we snel terechtkomen op bekende wegen, we gaan dezelfde finale afwerken als in 2020, toen we ook naar de Angliru reden. Voor we op bekende wegen terechtkomen moeten we eerst een stukje afdalen. De Colladiella is een buitengewoon lastige klim, vooral die twee kilometer aan 10% zijn natuurlijk enorm zwaar. De afdaling is ook niet simpel, we dalen gelijk anderhalve kilometer af aan 8%. Dat is niet het grootste probleem, het probleem zit 'm vooral in het feit dat de smalle en vrij slechte weg enorm bochtig is, we komen de ene na de andere bocht tegen en de meeste bochten zijn vrij slecht in te schatten. Een lastig begin van de afdaling, waarna we na 1,5 kilometer in dalende lijn uitkomen een kruispunt. Slaan we hier rechtsaf, dan rijden we naar de Altu La Mozqueta, een tegenwoordig populaire klim. Maar nee, we gaan rechtdoor en we laten La Mozqueta een keer schieten. We dalen voorbij dit kruispunt af over een weg die we beter kennen, want dit deel van de afdaling kwam onder meer in de Vuelta van 2020 al eens voorbij. De afdaling blijft voorbij het kruispunt voorlopig even lastig, we dalen nog een tijd af aan 8% over een vrij smalle weg, die op dit punt ook nog eens van reeks haarspeldbochten is voorzien. Na deze haarspeldbochten komen we vooral een aantal scherpe bochtjes tegen, het gaat sowieso vrij smal en bochtig blijven tot we beneden zijn. In het dorpje Urbiés is het tijdelijk wat breder, daar komen we dan weer een nieuwe haarspeldbocht tegen. Buiten het dorp dalen we nog een tijd verder in een groen decor terwijl de bochten zich blijven opstapelen. Even later komen we uit in de vallei, in de buurt van La Vegona wordt de weg wat breder. Het wordt ook wat rechter, groen blijft het hoe dan ook. We dalen nog een aantal kilometer lichtjes verder, maar dat is tegen deze tijd amper merkbaar. In totaal dalen de renners net iets meer dan 15 kilometer af, maar het zijn vooral de eerste zes kilometer waar we voor op moeten letten, daarna begint het steeds vlakker te worden. In 2020 gingen er in deze afdaling wat mensen onderuit, het is hier verraderlijk. Na het lastige deel rijden we een kilometer of acht door de vallei van de Turón. Prima weggetje, weinig op aan te merken. Nouja, op zich is het wel jammer dat het na een tijd weer wat minder groen wordt en dat we de mijnbouw weer in beeld krijgen. Daarna rijden we wat dorpjes binnen, waar vooral de opmerkelijk gekleurde huisjes opvallen. In die toch redelijk grijze dorpjes zie je zo nu en dan een blauw huis, of een groen huis. Goed gedaan wel, maakt zo'n mijnstreek toch net wat minder droevig. In een van die dorpjes moeten we een keer scherp rechtsaf slaan, voorlopig een van de weinige obstakels. Even verderop slaan we in Figaredo linksaf, daarna rijden we de tussensprint tegemoet die na 91 kilometer gaat volgen. Langs het spoor en langs de Caudal gaan we sprinten, we rijden vervolgens over de Caudal en gaan dan op weg naar Pola de Lena. De tussensprint ligt op dezelfde locatie als in 2020, het verschil is dat er nu tevens sprake is van een bonussprint.



Na de tussensprint slaan we aan de andere kant van de Caudal linksaf, een kleine zes kilometer rijden we daarna over een brede weg door de vallei. We komen wat bochten tegen en het gaat zo nu en dan een beetje vals plat omhoog, maar veel maken we voorlopig niet mee. Het is wachten tot we bijna in Pola de Lena zijn. Vlak voor we door dit stadje zouden rijden slaan we scherp rechtsaf en rijden we onder een oude spoorbrug door. Daarna begint meteen de volgende serieuze klim van de dag, de Alto del Cordal. Direct loopt de weg een kilometer lang aan 9% omhoog, waarna het in de volgende kilometer wat makkelijker wordt met 6% gemiddeld. Na die makkelijkere kilometer volgt er een kilometer aan 10%, met een paar stroken aan 14%. Met die steile kilometer in de benen zwakt deze onregelmatige klim weer af richting 6%, voor het in de laatste anderhalve kilometer van de klim aan 12% omhoog gaat. In dit zware laatste stuk van de klim bereiken we zelfs stijgingsgraden tot 14%. Na 103,3 kilometer, op 21 kilometer van de top van de Angliru, bereiken de coureurs de top van deze Alto del Cordal. Een klim van de eerste categorie die in totaal 5,4 kilometer lang is, gemiddeld gaat het aan 9,2% omhoog. Dat gemiddelde is al zwaar genoeg, maar dankzij die twee kilometer aan 6% geeft het wel een vertekend beeld. Deze klim is behoorlijk zwaar, met in totaal drie kilometer boven de 10%. De weg is hier bovendien niet al te best, het is smal en het asfalt heeft z'n beste tijd gehad. El Cordal is een klim die bij het meubilair van de Vuelta hoort, vorig jaar sloegen we even over, maar in de Vuelta van 2021 reden we nog andersom omhoog over de Cordal op weg naar de Gamoniteiro, terwijl de Cordal van deze kant in 2020 deel uitmaakte van de rit richting de Angliru, net als nu. Daarvoor kwamen we ook al in 2017 hier langs, eveneens op weg naar de Angliru. Een beproefd recept, ergens ook geen al te nuttig recept aangezien iedereen toch gaat wachten op de Angliru. De Cordal zit er vaak voor spek en bonen in. Alhoewel, in 2017 was dat niet het geval, tijdens de afscheidsronde van Alberto Contador was hij ruim voor de Angliru in de aanval gegaan. Hij maakte er een showtje van, maar er doet nu geen Contador mee en dus zal de Cordal niet benut worden. In de edities van 2015, 2014, 2013 en 2011 kwam de Cordal ook voorbij, het is echt een vaste klant. Ook in dit geval heeft de organisatie weer de cijfers van altimetrias overgenomen, al is de klim volgens die goden 5,5 kilometer lang aan 9% gemiddeld. Het schrappen van 100 meter levert een verschil van 0,2% op, blijkbaar. Hoe dan ook, zware klim, maar er komt hierna een nog veel zwaardere klim.




Na de klim van de Cordal volgt misschien nog wel het moeilijkste deel van de rit, de afdaling. Dit is een beruchte afdaling, iedere keer gaan er hier weer een paar renners op hun plaat. Ik kan het me van 2020 eerlijk gezegd niet herinneren, maar in 2017 was dat in ieder geval wel het geval, toen gingen onder meer Soler en meesterdaler Nibali hier onderuit. Van 2017 staat me vooral bij dat Contador in de afdaling in de aanval ging, samen met een nog niet betrapte Pantano. Met z'n tweeën muisden ze er vanonder en sloten ze aan bij de kopgroep. In die kopgroep zat onder meer Enric Mas, die deels werd opgeleid door de amateurploeg van Contador. Mas besloot daarom als een gek op kop te gaan rijden, waardoor Contador met een mooie voorsprong op de groep der favorieten aan de Angliru kon beginnen. De afdaling van de Cordal is acht kilometer lang en behoorlijk technisch. De kant van de klim die we nu afdalen is evenwel de makkelijkste kant, de kant die we beklimmen is een stuk steiler. In de afdaling die we nu doen gaat het gemiddeld aan 6% naar beneden, maar het blijft lastig aangezien de weg smal is en het wegdek niet al te best. Bijna altijd zorgt de afdaling van de Cordal wel voor wat spektakel, aangezien renners hier nog wel eens het skoekeloen van dichtbij willen bekijken. Dat ligt ook wel deels aan het weer. Het regent hier praktisch altijd, ook nu wordt er weer wat nattigheid verwacht. Mijn Igor Antón viel hier in 2008 uit terwijl hij goed stond in het klassement, toch weer traumatisch. De afdaling heeft een aantal snelle, technische bochtjes, die niet altijd even overzichtelijk zijn. We rijden het grootste gedeelte van de afdaling door een bos, dat heeft een negatief effect op het inschatten van de bochten. Tot het eind blijft de afdaling technisch, met vooral in het laatste stuk nog een aantal gemene bochten. Op 13 kilometer van de streep komen we uit in La Vega en hier is de afdaling gedaan. Over La Vega valt wel wat te vertellen, er woonde in dit plaatsje een man die we officieus de ontdekker van de Angliru mogen noemen. Eladio Llano was een mijnwerker, in het weekend probeerde hij zijn troosteloze bestaan te ontvluchten door de bergen in de omgeving te verkennen. Per toeval kwam hij een keer de Angliru tegen, in die tijd slechts een grindpad. Vroeger gingen alleen de herders en de geiten hier naar boven, de term geitenpad is nog nooit zo van toepassing geweest. Met een mountainbike reed Eduardo Llano vervolgens bijna ieder weekend de Angliru op. Of de Gamonal, zoals de klim eigenlijk door de lokale herders werd genoemd. Toen de klim een paar jaar later werd geasfalteerd kwam de Vuelta vrij snel langs, de geruchten over een of andere onmogelijke klim in Asturië gingen als een lopend vuurtje rond. Het verhaal wil dat Eladio Llano ook op de berg aanwezig was toen José Maria Jimenez de klim ging verkennen in 1999. Het zou de eerste beklimming worden van de Angliru, niemand kende de klim. Eladio legde José Maria uit dat hij beter een ander verzet kon steken en nam meteen de hele klim met hem door. Klopt ongetwijfeld geen klote van, maar toch een leuk verhaal. Vooral omdat José Maria Jimenez meteen de eerste winnaar werd op de Angliru, je verzint het niet, of juist wel. Eladio Llano kwam in 2002 om tijdens een ongeluk in de mijn. Uiteraard.



In La Vega stuiten de renners nog een op scherpe bocht naar rechts, maar bijna direct daarna begint de weg omhoog te lopen. We bevinden ons op 12,5 kilometer van de streep en hier gaat het beest beginnen. De mythische klim naar de Alto de l'Angliru. 12,5 kilometer lang dus, 9,8% gemiddeld. Een verschrikking, alhoewel het eerste deel van de klim nog best meevalt. Buiten La Vega gaat het een kilometer omhoog aan 5%, dat is nog goed te doen. Daarna gaat het twee kilometer omhoog aan 8%. Is al lastiger, maar stelt in vergelijking met dat wat komen gaat alsnog niet gek veel voor. De kilometer aan 9% die daarna op het programma staat lijkt er al meer op, maar vervolgens zwakt het weer af richting 7%. De renners hebben nu vijf kilometer geklommen en de klim lijkt alleen maar makkelijker te worden. Tot dit punt bevinden de renners zich op een enigszins brede doorgaande weg, maar daar komt op 7,5 kilometer van de streep verandering in. Er volgt een bocht naar links, waarna het een kilometer zo goed als vlak is. Aan ongeveer twee procent gaat het omhoog, tot op 6,5 kilometer van de streep. Plots begint de Angliru echt en lijkt de weg bijna loodrecht omhoog te lopen. Het gaat een kilometer lang aan 14% omhoog, met een steilste strook van 22%. De kilometer die daarop volgt is iets minder moeilijk, maar met 12% gemiddeld en rampas aan 14% nog steeds niet eenvoudig. Al gaat het sowieso niet meer eenvoudig worden, dat bewaren we voor de laatste kilometer. Op iets meer dan drie kilometer van de streep gaat het gemiddeld aan 14% omhoog, met een paar secties boven de 20%. Het leukste deel van de Angliru is in zicht, want in de volgende kilometer gaat het gemiddeld aan 17,5% omhoog, met in die kilometer de onmenselijk zware strook aan 23,5%, de zwaarste strook van de hele klim. La Cueña les Cabres, zo noemt men deze strook, iets met geiten. Hier kunnen we genieten van kruipende renners, terwijl de Guardia Civil in tegenstelling tot de editie van 2020 weer op de afspraak zal zijn om de vervelende supporters van de berg te knuppelen. Het blijft nu hemeltergend steil, want in de volgende kilometer gaat het aan 13,5% omhoog, met ook weer wat stroken aan 20%. Vooral de bochten zijn hier bijna niet te doen, idioot steil. We komen nu al in de buurt van de top en ook de finish. Op een meter of 800 van de finish bereiken we die top, maar ook in de laatste meters richting de top gaat het nog aan meer dan 10% omhoog, met ook nog een strook aan 20%. Daarna komt de verlossing, want in de laatste meters van de rit gaat het licht naar beneden. Er komt nog een kort knikje naar boven, maar door het afdalinkje hebben de renners een flinke vaart, waardoor ze altijd over dat laatste bultje vliegen. Daarna gaat het in licht dalende lijn verder richting de finish. Na 124,4 kilometer is deze rit gedaan. We komen aan op deze onmenselijke klim van de buitencategorie, eentje die dusdanig zwaar is dat ik voor een keer zelfs niet zal vragen om een langere rit, dit volstaat wel.




De eerste van twee bergritten in Asturië eindigt boven op een mythische, legendarische berg. De Alto de l'Angliru debuteerde pas in 1999, maar boezemt toch iedereen angst in. Het is een van de zwaarste beklimmingen in het wielrennen, zonder enige twijfel. Dat de klim pas redelijk laat werd ontdekt ligt aan het feit dat er op de top niets te beleven is. Er is een parkeerplaats, met uitzichtpunt, maar verder vinden er maar weinig activiteiten plaats op de Angliru. In het dagelijks leven is dit het domein van een aantal loslopende paarden en koeien, meer niet. Er kwamen hier wat herders met hun geiten, dat was het wel. De naam van de klim hebben we blijkbaar te danken aan die herders. Op de top van de klim ligt een klein vennetje, waar volgens de overlevering palingen zwommen. Anguilas, ook wel. Anguilas, Angliru, zou het kunnen? Op 12 september 1999 debuteerde de Angliru in de Vuelta, tijdens de achtste rit. De klim werd meteen populair, aangezien José Maria Jiménez de overwinning pakte. Dat was voor de Spanjaarden genoeg reden om de klim in 2000 ook op te nemen in het parcours. Dat jaar ging de zege naar Gilberto Simoni, die eerder in de rit in de aanval was gegaan en op de slotklim een ontketende Roberto Heras achter zich wist te houden. Heras zette de recordtijd neer op de Angliru en sindsdien is niemand ook maar in de buurt gekomen van die tijd. Desondanks won hij niet, maar die fout herstelde hij twee jaar later. In 2002 kwam de Vuelta weer naar de Angliru en nu liet Heras onder meer heel Kelme achter zich. Aitor Gonzalez en Oscar Sevilla werden op een hoopje gereden. Babyface reed in de leiderstrui, maar die moest hij afstaan aan Heras. Met anderhalve minuut voorsprong op de nummer twee, Joseba Beloki, was Heras weer ongenaakbaar. Na zoveel overmacht van Heras durfde de organisatie een aantal jaar niet terug te komen naar deze berg. Pas in 2008 kwam de koers weer langs. Van Heras was geen sprake meer, maar in de tussentijd was er wel een nieuwe Spaanse klimmer opgestaan. Zijn naam? Alberto Contador. Hij reed Alejandro Valverde en Joaquim Rodriguez op een hoopje, won de rit en nam de leiderstrui over van Egoi Martinez. Die leiderstrui stond hij daarna niet meer af. Het duurde drie jaar voor de Vuelta weer naar de Angliru kwam, maar ook toen kregen we een show te zien. De Vuelta van 2011 was een aparte. Een strijd tussen renners die ineens benen hadden die ze helemaal niet hoorden te hebben. De top van het klassement bestond uit Juan José Cobo, Bradley Wiggins en Chris Froome. Van Froome had nog nooit iemand gehoord voor die Vuelta en Juan José Cobo had al bijna anderhalf jaar geen koers meer uitgereden. Toch stonden ze daar, maar er moest toch een keer een moment komen dat ze gingen kraken. Geen sprake van, op de Angliru werd Cobo onder de bezielende leiding van Matxin en Mauro Gianetti naar de top van de klim geblazen. Hij liet geen spaan heel van de concurrentie. Wout Poels werd op 48 seconden tweede. Cobo haalde hier naast de etappezege ook de eindzege binnen, want achter hem blunderde Sky opzichtig. De tijdrijder die plotseling kon klimmen, Bradley Wiggins, kwam voor geen meter vooruit op de steile Angliru. Dat ging Froome een stuk beter af, maar hij moest in de buurt van Wiggins blijven, want Wiggins droeg nu eenmaal de rode leiderstrui. Veel te laat mocht hij zijn eigen ding doen, waardoor ook hij 48 seconden verloor. Tijd die hij daarna niet meer goed wist te maken, waardoor Cobo met 13 seconden voorsprong de Vuelta kon winnen. Achteraf gezien bleek Cobo een beetje stout te zijn geweest. In 2019, acht jaar na de feiten, kwam naar boven dat het geen zuivere koffie was. De eindzege en de ritzege werden hem ontnomen. De eindzege ging naar Froome, de ritzege bevindt zich nu ergens in het luchtledige. Al is Cobo natuurlijk voor altijd onze winnaar. In 2013 kwamen we ook nog eens aan op de Angliru, dat was niet echt een feestje. Het was de Angliru volledig onwaardig. Het peloton liet een groepje vluchters te ver wegrijden, waardoor de Franse pygmee Kenny Elissonde er met de rit vandoor kon gaan. Hij was de sterkste van de kopgroep en wist zo zijn mooiste zege ooit te boeken. In de achtergrond reed Papy Horner met een grote glimlach op zijn gezicht staand Nibali de vernieling in. Nibali dacht op de Angliru wel even orde op zaken te kunnen stellen, maar de taaie Horner plooide geen moment en bleef lachen tot de top, terwijl hij bijna een halve minuut wegreed van Nibali. Hij won daardoor definitief de Vuelta van 2013. We kunnen dus wel stellen dat de Angliru een klim is van vele verhalen.



Ook in 2017 werd er een mooi verhaal geschreven. Nadat Contador was weggereden in de afdaling van de Cordal kreeg hij in het eerste gedeelte van de Angliru steun van de resterende koplopers. Vooral Mas deed z'n best, dat was erg vertederend. Even wat mogen doen voor je grote idool. Een paar jaar later keerde hij terug om voor zichzelf te rijden, maar daarover later meer. De voorsprong van Contador liep snel op naar meer dan een minuut. In het peloton waren er allerlei nobuddies aan het rijden, totdat ONZE Twan zich er eens mee ging bemoeien. De Angliru is zijn berg, dat liet hij ook in 2017 weer zien. Hij nam Froome op sleeptouw, met z'n tweeën kwamen ze snel dichter. Contador reed ondertussen in z'n eentje voorop. Soler was het langst overgebleven in zijn spoor, maar moest er uiteindelijk af. Contador liet zich die dag niet stoppen, door niemand. Het werd nog even spannend, de voorsprong ging van een minuut naar een halve minuut en daarna nog minder. Poels reed fluitend rond, Froome leek hem zelfs niet altijd te kunnen volgen. Als Poels die dag voor zichzelf had mogen rijden was het misschien een ander verhaal geweest. Hij bleef nu bij Froome. Nam af en toe een binnenbochtje aan 23% alsof het niets was, dat verhaal. Poels kwam als tweede binnen, 17 seconden na Contador. Net voor Froome, die wel zijn leidende positie wist te behouden. Contador hield stand, wat voor iedere liefhebber een fantastisch moment moet zijn geweest. Een carrière op zo'n manier kunnen afsluiten is natuurlijk een droom, het is een overwinning die is blijven hangen. Hij werd door die overwinning in 2017 ook meteen de eerste die twee keer wist te winnen op de Angliru, dan ben je een grote. Jammer dat hij tegenwoordig met z'n beperkte Engels vooral open deuren aan het intrappen is bij Eurosport, maar goed, we kunnen niet alles hebben. In 2020 keerde de Vuelta terug naar de Angliru en dat werd ook weer een bijzonder memorabele editie. In zekere zin was het de mooiste editie van allemaal. Wegens corona waren er geen fans welkom op de klim, de normaal overvolle Angliru was nu helemaal leeg. Dat was schitterend, want daardoor konden we eigenlijk pas voor het eerst echt zien hoe lastig deze klim is. Alles kon ineens perfect in beeld gebracht worden, er waren geen fans die ons het zicht ontnamen. De lokale notabelen waren er overigens minder blij mee, zij vonden een lege Angliru maar sfeerloos en daarom moest de Vuelta snel terugkeren voor een volle Angliru. Vandaar dat we hier opnieuw zijn. In de Vuelta van 2020 was de rit naar de Angliru nog korter, amper 100 kilometer. De vluchters hadden daarom weinig kans, Jumbo en Movistar kregen het met vereende krachten voor elkaar om de kopgroep binnen schot te houden. Op de Cordal volgde er blijkbaar een versnelling van Froome met in zijn wiel Carapaz, dit was ik helemaal vergeten. Een leuke poging, maar het zou toch echt allemaal weer op de Angliru gaan gebeuren. Tijdens de Vuelta van 2020 reden er namens Jumbo-Visma drie renners op kop op de Angliru. Drie renners die we heel goed kennen. Drie renners die momenteel het virtuele podium bezetten. Het was de toen nog relatief onbekende Jonas Vingegaard die in het eerste deel van de Angliru het kopwerk op zich mocht nemen. Het was zijn eerste grote ronde, een ronde waarin hij zich nog niet echt kon onderscheiden. Op een losse flodder in de Ronde van Polen na had Vingegaard sowieso nog niets laten zien, maar op de Angliru ontwaakte het beest. Hij zette zichzelf op kop en het duurde een eeuwigheid voor hij de kop afstond. De ontdekking van Vingegaard de klimmer, hier, op de Angliru, minder dan drie jaar geleden. Toen de lange beurt van Vingegaard voorbij was zette Kuss zich op kop, terwijl godbetert Enric Mas in de aanval ging. Roglic reageerde niet op die aanval, hij had een matige dag. Kuss reed op z'n gemakje naar Mas toe, maar Roglic zat niet op het wiel. De Amerikaan moest continu wachten op Roglic, die op een gegeven moment bijna aan het zwalken was. Iedereen reed weg van Roglic. Carapaz leek het eerst even moeilijk te hebben, maar hij sloot weer aan en demarreerde daarna zelfs. Terwijl Roglic Kuss weer eens moest laten gaan, de Amerikaan reed met dichtgeknepen remmen omhoog. Dat begint wel een beetje het verhaal van de Angliru te worden. Als Froome in 2011 niet op Wiggins had moeten wachten had hij kunnen winnen, als Poels in 2017 niet op Froome had moeten wachten had hij kunnen winnen, en als Kuss in 2020 niet op Roglic had moeten wachten had hij kunnen winnen. Wie wordt vandaag de meesterknecht die een spartelende kopman op sleeptouw moet nemen? Het coronajaar 2020 leverde enkele bijzondere resultaten op, zo ging de ritzege op de Angliru uiteindelijk naar Hugh Carthy. Die bleek aan het eind simpelweg de sterkste te zijn. Geen mooie naam, na Kenny Elissonde weer een mindere god op de erelijst. Die Vuelta was Carthy bizar sterk, dat niveau haalde hij daarna nooit meer. Vlasov werd tweede, net voor Mas en Carapaz. Die laatste nam de leiderstrui over van Roglic, die met de hulp van Kuss in staat was de schade enorm te beperken. Het was een mindere dag voor de Sloveen, maar dankzij de steun van Kuss wist hij uiteindelijk in Madrid toch de rode trui mee naar huis te nemen. Tot zover weer een memorabele editie, vooral dankzij het gebrek aan publiek en een spartelende leider. En natuurlijk de ontdekking van Jonas Vingegaard als ultramythische klimmer. Dat Carthy won blijft het smetje, maar anders was het Vlasov geweest, of Mas, de editie van dit jaar lijkt rijker gestoffeerd. Ik ben overigens nog op zoek naar het gifje van Dan Martin die hier op zijn iconische hondslelijke hobbelende manier door het beeld schuift, bijna net zo'n iconisch gifje als de binnenbocht van Wout Poels.





In startplaats Ribadesella wordt het overdag 23 graden, terwijl er bijna de hele dag kans op regen is. Het weerbericht ziet er fraaier uit dan dat van gisteren, de kans dat we het droog houden is een stuk groter, maar je moet ook niet vreemd opkijken als het opnieuw een natte dag wordt. Een beetje wind uit het noordoosten, vooral rugwind tijdens het eerste vlakke deel van de rit. In La Vega, aan de voet van de Angliru, ongeveer hetzelfde verhaal. Een graadje of 23, de hele middag wel wat kans op regen en een vrij minimaal briesje uit het noordoosten. Rugwind op de Angliru, Roberto Heras heeft een groot probleem. Deze ultrakorte maar alsnog zware bergrit gaat van start om 13:40, na een neutralisatie van 17 minuten gaan we net voor 14:00 echt van start. Eurosport 1 begint om 14:30 aan de uitzending, wat wil zeggen dat ze rond 15:00 een keer live zullen gaan. Het eerste uur missen we derhalve, de vlakke aanloop gaat aan ons voorbij. Of dat erg is weet ik niet, als er gecontroleerd wordt niet, anders wel. Sporza sluit om 15:50 weer aan, terwijl de finish wordt verwacht tussen 17:18 en 17:43.




Ik vind dat op de Angliru altijd de klassementsrenners horen te winnen, dat Elissonde daar ooit won blijft een schandvlek, al had anders Horner gewonnen en dat was ook niet ideaal geweest. Maar goed, of de klassementsrenners ook daadwerkelijk voor deze rit gaan zal vooral wel weer afhangen van Jumbo. Ik kan me eigenlijk maar moeilijk voorstellen dat ze zin hebben om weer een hele dag op kop te rijden, maar zoals we gisteren hebben gezien kunnen er ineens bijzondere omstandigheden ontstaan waardoor ze dat wel doen. Het blijft een merkwaardige sport, immers. Een paar jaar geleden zette Movistar ineens alles op alles om Mas naar de zege te brengen, en die grijze muis ging nog in de aanval ook. De Angliru maakt soms vreemde dingen in mensen los, wie weet halen ze nu weer zo'n stunt uit. De lengte van de rit is in het nadeel van de vluchters, net als de zwaarte van de slotklim. Al moeten we nu ook weer rekening gaan houden met de factor Evenepoel, die ongetwijfeld in de kopgroep gaat zitten. In ieder geval, ik ga het mezelf makkelijk maken en ik kies voor de klassementsrenners. Of het gaat gebeuren weet ik niet, maar het is moreel gezien wel het juiste op de Angliru.
1. Vingegaard. Hij heeft al een rit gewonnen omdat zijn dochter op die dag jarig was, nu heeft hij weer een rit gewonnen omdat Nathan Van Hooydonck op die dag een hartaanval kreeg en wat wil het toeval? Vandaag is Sepp Kuss jarig. Vingegaard gaat deze rit winnen voor zijn vriend, als verjaardagscadeautje snoept hij hem de rode trui af. Na vandaag is de Vuelta gedaan, Vingegaard gaat de tegenstand degraderen, inclusief zijn eigen ploeggenoten. Voor een man zonder karakter is het wel een ontzettende lul.
2. Kuss. In 2020 was hij beter dan Roglic op deze klim. De Angliru ligt hem, denken we te weten. En nu hoeft hij niet op Roglic te wachten, dat scheelt. Het rood zal hij wel verliezen, want de wereld van Vingegaard is er een van nemen en nemen.
3. Ayuso. Om de hegenomie van Jumbo toch nog enigszins te doorbreken. Wellicht dat Mas zich ook nog even laat zien, maar nee, goh, we weten ongeveer hoe dit gaat aflopen.
4. Roglic. Niet zijn klim, op basis van 2020. En op meer baseer ik dit dan ook niet.
5. Poels. De sympathiestem, omdat de Angliru natuurlijk ook wel een beetje zijn berg is. Al werd hij in 2020 slechts 8e, dat was een pover resultaat. Maar nu heeft hij betere benen, kijk maar naar zijn prestatie in Bejes.

pi_210624865
Geen reeks, flopmods
pi_210624872
Goed gereekst.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_210624875
Kuss kraakt. De rest mag gaan.
pi_210624878
Einde tijdperk Kuss
  Redactie Sport woensdag 13 september 2023 @ 17:08:06 #6
451829 crew  H.Vviv
pi_210624882
Open strijd bij Jumbo, mooi
pi_210624899
Jammer dat ze niet wachten ;(

Arm Sepp
  woensdag 13 september 2023 @ 17:09:05 #8
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_210624907
quote:
0s.gif Op woensdag 13 september 2023 17:08 schreef H.Vviv het volgende:
Open strijd bij Jumbo, mooi
Niermann zit met zijn vinger bij de knop.
Il mondo apre le porte
Pace totalitaria
Solo l'odore della morte.
  Redactie Sport woensdag 13 september 2023 @ 17:09:27 #9
451829 crew  H.Vviv
pi_210624916
Landa met echt een sterke klim. Dat is ook van lang geleden
pi_210624956
Kom op Sep, poef er nog even naar toe :D
pi_210624983
Nog steeds rood :D
  woensdag 13 september 2023 @ 17:14:47 #12
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_210624992
Gelukkig.
Il mondo apre le porte
Pace totalitaria
Solo l'odore della morte.
pi_210624999
Een vd 26 topics
Het beste adres voor al uw primeurs!
  woensdag 13 september 2023 @ 17:20:50 #14
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_210625085
Deze puinzooi krijg je dus als je topics niet reekst. }:|
Il mondo apre le porte
Pace totalitaria
Solo l'odore della morte.
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 13 september 2023 @ 18:09:44 #15
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_210625728
Ja, leuk
  Moderator woensdag 13 september 2023 @ 18:24:33 #16
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_210625885
Sorry jongens, vanmorgen niet gereekst! En kon niet kijken!
  Moderator woensdag 13 september 2023 @ 18:25:07 #17
362868 crew  Slobeend
of all places
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 13 september 2023 @ 18:29:56 #18
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_210625937
quote:
1s.gif Op woensdag 13 september 2023 18:25 schreef Slobeend het volgende:
Oh dit is de verkeerde :')
Ja dat krijg je er nou van!
  Moderator woensdag 13 september 2023 @ 18:34:48 #19
362868 crew  Slobeend
of all places
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')