Etapa 10: Valladolid - Valladolid, 25,8 km (ITT)Wat een onvoorstelbare shitshow was de eerste week van de Vuelta. Soms gaat er wel eens iets mis, maar deze Vuelta gaat er iedere dag een heleboel mis. Een parodie op een grote ronde, en dat begon al meteen op de eerste dag. De Vuelta begon met een ploegentijdrit in Barcelona, een ploegentijdrit die vrij laat van start ging. Hebben ze op zich wel vaker gedaan, maar dit keer waren ze even vergeten te kijken hoe laat de zon eigenlijk ondergaat in Barcelona. Nou, die ging onder tijdens de rit. Bovendien was het nat, een tweede probleem. Het parcours was enorm bochtig, de ene haakse bocht volgde de ander op, en gezien het aantal vallende renners was het vrij glad. De laatste paar ploegen moesten onderhand in het donker rijden, terwijl de straatverlichting nog niet aan was. Verschillende ploegen kregen af te rekenen met lekke banden, andere ploegen met valpartijen, en de laatste ploegen reden dus in het donker. Daardoor won DSM, een ploeg die zo'n beetje als eerste van start ging, in veel betere omstandigheden. We erkennen die ritzege niet, zoals we eigenlijk de hele ploegentijdrit niet moeten erkennen. Maar wat dan gezegd van de tweede rit? Een etappe door het binnenland van Cataloni met een aankomst op Montjuc. Het regende dat het goot in Barcelona en dus besloot de organisatie om de finale van de rit aan te passen. De tijd zou worden opgenomen op de top van een klimmetje, op een kilometer of negen van het eind. De renners die voor de ritzege wilden gaan mochten alle risico's van de wereld nemen, de renners die daar geen zin in hadden mochten zich uit laten zakken. Enorm vreemde beelden levert dat op. We passeerden het punt van de negen kilometer, alle klassementsrenners hielden het voor gezien en een groepje van amper 30 man streed om de dagzege. En waarom? Vanwege een beetje water. Alle valpartijen vonden overigens eerder plaats, in de voorsteden van Barcelona lagen een stuk of honderd rotondes en daar werd massaal gevallen, op Montjuc dan weer niet. Weer een rit die we niet kunnen erkennen, van de renners die er wel voor gingen bleek Andreas Kron de sterkste te zijn. Nou, gefeliciteerd. Tijdens de derde rit reden we dan weer naar Andorra. Het was droog, dus leek het een normale rit te kunnen worden. Er was wel sprake van enige tegenwind, dus nadat de koplopers vrij laat werden ingerekend draaide de rit uit op een sprint bergop. In die sprint bergop bleek Remco Evenepoel veruit de snelste te zijn, hij boekte een ritzege. Voorbij de finish knalde hij dan weer vol op de woordvoerster van de Andorese politie, wat hem een hoofwond en een pijnlijke heup opleverde. De rit leek bijna normaal te verlopen, maar na de rit ging het toch mis. Evenepoel dacht dat hij nog wel wat ruimte had om uit te bollen, dat bleek een misvatting. Het is de Vuelta, altijd uitgaan van het slechtste. De vierde rit verliep ook al niet volledig normaal. We reden naar Tarragona en daar volgde een massasprint, maar de finale was nogal slecht uitgetekend. Rare bochten overal, waardoor het vrij hectisch en nerveus werd. Op 400 meter van het eind een flinke bocht naar links, steeds verder terugdraaiend. Die bocht werd verkeerd ingeschat door Marijn van den Berg, die op z'n bek ging. Molano dacht te profiteren en ging meteen in de aanval, maar hij werd op het eind nog geremonteerd door Kaden Groves, die zo namens Alpecin de rit wist binnen te slepen. Dat kunstje herhaalde hij een dag later, in een iets normalere sprint wist hij de opstomende Filippo Ganna af te houden.
De zesde rit werd dan weer een prooi voor de vluchters, een aantal zeer sterke vluchters. Iedereen wilde in de kopgroep zitten en dat leidde uiteindelijk toch een vlucht van een man of 40. In die groep veel Jumbo, onder meer Sepp Kuss was van de partij. De voorsprong van de koplopers liep snel op naar een minuut of zes, maar om redenen die ik nog steeds niet begrijp besloten Ineos en Movistar Quick Step te helpen. Daardoor liep het verschil terug naar een minuut of drie, en dat kan achteraf gezien zomaar heel significant blijken te zijn. Ineos komt helemaal niet in het stuk voor, weten we nu, en of Movistar alles op alles had moeten zetten voor Mas, mwah, ja, dat valt nog te bezien. Hoe dan ook, de koplopers bleven voorop en bij het observatorium van Javalambre bleek Kuss veruit de sterkste te zijn van die kopgroep. Freewheelend reed hij naar de ritzege, maar de rode trui pakte hij net niet. Die trui ging naar de piepjonge Lenny Martinez, de nieuwe Franse wonderklimmer die tweede werd voor Bardet. In de groep der favorieten trok Roglic ten strijde, Evenepoel kon niet volgen. De Belg leek even heel veel tijd te verliezen, maar hij herpakte zich en beperkte de schade. Vingegaard reed nog naar Roglic toe en met z'n tween reden ze weg van de rest, al werden de gaten niet heel groot. Maar toch, een eerste indicatie. Voor zover we het berhaupt konden zien, want de regie kreeg het voor elkaar alles te missen. De beslissende aanval van Kuss? Gemist. De aanval van Roglic? Gemist. De sprint een dag eerder? Nee, we focussen op een paar reclameborden, de sponsoren betalen niet voor niets toch? TotalEnergies stopt blijkbaar in ieder geval niet voor niets een hoop geld in een wielerploeg, op dag 7 boekte de ploeg een ongekend succes. We keken weer naar een vlakke rit, een kans voor de sprinters. De rit eindigde met een bocht op 350 meter van het eind. Positionering was in die bocht cruciaal, dat wist iedereen. Alle jongens die aan de buitenkant van de bocht zaten waren gezien, de jongens aan de binnenkant van de bocht gingen voor de ritzege. Geoffrey Soupe of all places zat aan de binnenkant. Op het laatste moment opgeroepen voor de Vuelta, eigenlijk meegenomen als lead-out, maar hij was zijn sprinter verloren en hij zag een kans om voor zichzelf te gaan. Nou, dat leverde meteen een ritzege op. Hij versnelde vanuit de bocht en pas na de finish werd hij ingehaald. Aular werd tweede, namens Caja Rural. Een uitslag die perfect het niveau van deze Vuelta illustreert, we zitten naar een idiote voorstelling te kijken. Hoort ook een valpartijtje bij, zo nu en dan. Arensman was ditmaal het slachtoffer, hij verloor een tand, maar blijkbaar heeft hij nu al een nieuwe. Zonder Arensman trokken we vervolgens richting Xorret de Cat, een aankomst die vaak een prooi voor de vluchters is. Deze keer niet, Jumbo reed de hele dag als een stel idioten op kop en daardoor werden de ziedende vluchters op de slotklim ingerekend. Op die steile klim ging Kuss eventjes in de aanval, maar hij werd weer tot de orde geroepen door Evenepoel, die op zijn eigen tempo omhoog reed. En dat tempo lag hoog genoeg, want niemand had verder zin om aan te vallen. Na de klim volgde er een korte afdaling en daarna een stukje vals plat richting de finish. Niemand viel aan, en dus zouden we weer gaan sprinten om de ritzege. In die sprint won Roglic eenvoudig, volgens Evenepoel omdat hij niet wist dat het voor de zege was. De hoog in zijn emoties zittende Belg wist niet dat alle koplopers waren ingerekend, als hij dat wel had geweten had hij harder gesprint en dan had hij Roglic makkelijk geklopt, want die ging niet snel. Het is een bijzonder kind, op z'n minst.
Het is een vreemde gewaarwording om Jumbo deze Vuelta bezig te zien. Ze zijn allemaal bij. Roglic laat normaal nooit enige emotie zien, maar hij loopt nu al een week de polonaise. Zijn smile is zo breed dat we binnenkort het bericht krijgen dat hij een kaakbreuk heeft opgelopen. Al hebben ze ook genoeg om te lachen, want Roglic won de rit, terwijl Kuss de rode trui overnam van Martinez. Vol goede zin en motivatie begonnen ze aan de 9e rit, eentje die van start ging in Cartagena. We gingen 40 kilometer door een open vlakte fietsen, terwijl er nogal wat wind werd verwacht. En die wind kwam ook. Dus reed Jumbo vanaf de allereerste meter het hele peloton aan gort. Met z'n allen waren ze mee, al raakten ze vrij snel Gesink en Valter kwijt, maar alsnog, ze reden iedereen naar huis. Op een gegeven moment hadden we 12 renners vooraan, waarvan 6 Jumbo's. Evenepoel was ook mee, maar verder ontbraken er een hoop grote namen. Waaiers zijn altijd spectaculair, maar ik vond het vooral spectaculair van de organisatie om niet te anticiperen. Iedereen wist dat dit ging gebeuren, maar ze kwamen niet op het idee om de uitzending wat vroeger te laten beginnen. Tegen de tijd dat we live gingen was de situatie al rechtgezet. Na 40 kilometer reden we door een stadje en daarna volgde er een klim, daar werd het gat tussen de eerste waaier en de tweede waaier snel gedicht. Niet veel later reden er zes renners weg uit het peloton, even later sloten er nog twee bij aan, en die hadden voor we het wisten een voorsprong van acht minuten. De rit begon formidabel, weliswaar buiten beeld, maar al snel draaide het uit op een sof. De putsch van Jumbo leverde niets op, al blijft het natuurlijk indrukwekkend om met de volledige ploeg weg te rijden terwijl iedereen weet dat het op de kant zal gaan. Op de kant ging het gedurende de rit overigens nog een paar keer, we hebben tijdens de uitzending gelukkig nog wat waaiers gezien. Dat was alleen redelijk kortstondig genot, want iedere keer sloegen we af en kwamen we weer in beschut terrein terecht. Genoeg waaiers, maar uiteindelijk nul resultaat. Terwijl we aan het kijken waren of er nieuwe waaiers zouden ontstaan kwamen er vooral andere berichten binnen, berichten van de finish. Daar lag modder aan de aankomst. Het regende er nogal, en dat deed het normaal nooit. Dus ja, dan krijg je modder. Daardoor was het gebied bijna onbegaanbaar geworden en moesten halsoverkop allerlei auto's omdraaien, wat niet echt lukte. Beelden van modder op de weg, van een kerende bus die vast kwam te zitten in de modder, omgevallen hekken, typische Vueltataferelen. Beelden van een man met een bladblazer die de modder droog probeert te maken waarna een ander het zand van de weg probeert te vegen, het zag er allemaal weer buitengewoon professioneel uit.
Omdat er wat modder op de weg lag besloot de organisatie dan maar weer ergens anders de tijd op te nemen. Op 2600 meter van de finish. Oh, nee, op 2050 meter van de finish! En hoe nemen we de tijd op? Nou, in Barcelona deden we dat door aan mensen langs de kant van de weg te vragen of ze de passage van de renners hadden gefilmd. Dat pakken we nu beter aan, we zetten een vrouw met een kladblok neer en we plaatsen twee oranje pilonnen om het punt van de tijdsopname te markeren, dat moet volstaan. Poppenkast, totale idioterie. De koers verdween weer eens naar de achtergrond, door dit soort ad hoc-beslissingen. Er werd nog een koers verreden, de rit zou eindigen in een prooi voor de vluchters. In de zone waar het in het peloton weer op de kant ging liep de voorsprong heel snel terug van 8 naar 3 minuten, waardoor het ineens penibel werd voor de koplopers, maar in de finale nam het peloton gas terug en groeide de voorsprong naar vijf minuten. In de kopgroep zat Lennard Kmna, met hem reden zeven jongens mee. Niemand van die zeven kwam op het idee om aan te vallen. Dat hadden ze beter wel kunnen doen, want Kmna was de gedoodverfde favoriet om de rit te winnen en hij maakte die status volledig waar. Sobrero, Amanuel en co lieten zich willoos naar de slachtbank rijden. Slecht voor het spektakel, en ook gewoon dom van die jongens. Moeilijk was het sowieso geworden, maar je had iets kunnen proberen. Nu probeerde niemand iets, en kreeg Kmna de zege min of meer cadeau. Kmna moest overigens gewoon vol blijven rijden tot de finish, en dat ging behoorlijk goed. Eigenlijk was het terrein alleen in de laatste 100 meter heel slecht, maarja, we rijden gedurende het jaar wel vaker over gravel, is dat nou echt zo'n probleem? Volgens de renners was het wel glad, wat op zich ook te begrijpen valt. Een weg die speciaal voor de Vuelta werd geasfalteerd in een regio waar het nooit regent, ja, dat is geen succesformule. Een beetje pech met het weer heeft de organisatie wel gehad, eerlijk is eerlijk, maar een beetje een competente organisatie had was beter op alle ontstane situaties ingespeeld. Dit sloeg echt als kut op Dirk. Vlak voor het punt van 2050 meter ging Roglic nog even in de aanval en hij kreeg twee seconden cadeau van de organisatie, terwijl het niet echt op twee seconden leek. Werd een paar uur later aangepast, gewoon in dezelfde tijd als Mas, Evenepoel en co. De aankomst bergop boven Caravaca de la Cruz leverde met andere woorden helemaal niets op. Ja, hallucinante beelden weer. Roglic die op twee kilometer van de finish een sprintje trekt en meteen na het passeren van dat punt stopt met trappen. Bijna stilstaand werkten ze het restant van de rit af, gezellig keuvelend. Totale anti-reclame voor de sport, praktisch iedere rit van deze Vuelta is tot nu toe een nederlaag geweest voor onze geliefde wielersport. Van de ploegentijdrit in het donker tot Geoffrey Soupe tot de tijdsopnames op de meest willekeurige locaties, wat we allemaal hebben gezien is echt ver beneden alle peil.
En we hebben pas n week gehad. We moeten er nog twee. Hoe gaan we dat berhaupt overleven? Het wordt waarschijnlijk alleen nog maar erger. Vooral bij de start in Cataloni waren er ook nog wat pogingen tot sabotage, onder meer door spijkers op de weg te strooien. Een plan om 400 liter olijfolie op de weg te smeren mislukte dan weer, maar ik verwacht eigenlijk dat we de komende weken zo'n plan nog zien slagen. Het gaat deze Vuelta niet ophouden, we gaan geen normale ritten meer zien. De tijdrit direct na de rustdag? Er breekt waarschijnlijk in de omgeving van Valladolid een bosbrand uit, waarna de renners met ademhalingsklachten in het ziekenhuis worden opgenomen. Daarna gaan we naar Laguna Negra, waar een overstekende beer voor een massale valpartij zorgt. Op donderdag gaan we naar Zaragoza, waar het altijd waait. Nu gaat het zo hard waaien dat iedereen naast de weg eindigt en de rit gestaakt wordt. Vervolgens trekken we naar Frankrijk, waar er een aankomst ligt te wachten op de Tourmalet, maar bij het overschrijden van de grens zal blijken dat de organisatie helemaal geen toestemming heeft om Frankrijk te betreden en dus wordt ook deze rit geannuleerd. De rit daarna kan dan ook niet doorgaan, want op zaterdag gaan we ook weer in Frankrijk van start. Die rit eindigt in Navarra, in het Baskenland, waar alsnog 400 liter olijfolie op het wegdek zal belanden. Normaal gesproken wel epische ritten op vrijdag en zaterdag, een heerlijk tweeluik in de Pyreneen, maarja, dat gaat de trend van deze Vuelta volgende natuurlijk niet door. En dan op zondag nog een heuvelritje in Navarra, waar er ook weer iets gaat gebeuren dat ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Ik heb zin in deze week, ik kan niet wachten om alle nieuwe flaters voorbij te zien komen.
It's not cycling, it's La Vuelta.
![6820c]()
![9cd82]()
Na de rustdag bevinden we ons liefst 600 kilometer ten noorden van Caravaca de la Cruz, de laatste finishplaats voor de rustdag. Een forse verplaatsing in deze tijden waarin het wielrennen ook onder een vergrootglas ligt als het om de ecologische voetafdruk gaat. Als Spanje niet in de fik staat dan overstroomt de boel wel, maar de Vuelta gaat gewoon door met het produceren van een hoop vervuiling. En waarvoor? Voor een koers die de eerste week niet op een serieuze koers leek, eerder op een ontzettende parodie. Het feit dat de renners tijdens hun vlucht richting Valladolid ook nog eens vertraging opliepen draagt daar alleen maar aan bij, dat krijg je ervan, met je nutteloze verplaatsing. Benieuwd wat ze deze tweede week allemaal voor ons in petto hebben, je vraagt je af of ze nog dieper kunnen zinken en je weet dat het antwoord op die vraag ja is. De tweede week gaat van start in Valladolid, de renners gaan een individuele tijdrit afwerken die zal beginnen en eindigen in deze stad. De informatie over Valladolid zullen we dus in tween delen, te beginnen met een algemene introductie. Valladolid is een stad en gemeente in het noordwesten van Spanje. Het is de hoofdstad van de autonome regio Castili en Len en ook van de provincie Valladolid. Valladolid had in 2016 een inwonertal van 301.876, volgens het roadbook zijn het er momenteel 297.775 en dus zijn we toch al snel 4000 mensen verloren in zeven jaar tijd. In de agglomeratie van de stad wonen iets meer mensen, 383.394. De stad ligt aan de rivier de Pisuerga, in het gebied Ribera del Duero, een van de grootste wijnstreken van Europa. Ooit was het tijdelijk de hoofdstad van het koninkrijk Castili en de Spaanse kolonin. Volgens de Spanjaarden is het accent van de inwoners van de stad, de Vallisoletanos, de zuiverste uitspraak van de Spaanse taal. Wat er in de stad allemaal te zien valt zal deels tijdens de tijdrit aan bod komen, de rest kunnen we naderhand nog noteren. We zullen ons nu eerst even richten op de koersgeschiedenis van de stad, waarna we snel tot de conclusie zullen komen dat die koersgeschiedenis behoorlijk lang is. Liefst 34 keer ging er in de Vuelta een rit van start, opvallend genoeg ging er negen keer een tijdrit van start in de stad. Van die negen keer eindigde de tijdrit ook nog eens zeven keer in Valladolid, wat we vandaag doen is dus een beproefd recept. Wel een recept van grootmoeder, want de laatste keer dat de Vuelta berhaupt in Valladolid was dateert van 2012. Tijdens die Vuelta eindigde er een rit in de stad, in de sprint bleek Daniele Bennati de snelste te zijn. In 2010 ging er voor het laatst een rit van start in deze stad, die rit zou eindigen in universiteitsstad Salamanca en daar won Mark Cavendish dan weer in de sprint. In 2008 eindigde er ook nog een rit in Valladolid, wijlen Wouter Weylandt ging toen met de eer aan de haal. In een verder verleden wonnen onder meer Paolo Bettini, Erik Zabel, Leon van Bon en Tony Rominger in de stad. Rominger deed dat tijdens een van die tijdritten, de Vuelta van 1994 begon met een korte tijdrit in deze stad. Een tijdrit van liefst 53 kilometer in de Vuelta van 1991 die verreden werd op het grondgebied van Valladolid werd dan weer gewonnen door Melchor Mauri, hij klopte Miguel Indurain met een tijd van 1:06. Andere tijden, letterlijk. Als we nog verder graven in het verleden komen we de naam Patrick Lefevere tegen. Patrick was een vrij matige coureur, maar hij boekte toch drie zeges als prof. Een van die drie zeges was een rit in de Vuelta van 1978, tijdens de vierde etappe van Leon naar Valladolid arriveerde hij solo in de straten van deze stad. Zijn tijd als ploegmanager bleek een stuk succesvoller te zijn dan zijn tijd als renner, hij kan nu een van zijn poulains zien winnen in dezelfde stad. De laatste jaren is Valladolid een beetje uit beeld verdwenen, zelfs de Ronde van Castili en Leon komt hier amper voorbij. In 2013 nog een keer in aankomst, in 2018 was de stad voor het laatst een startplaats. Maar nu is Valladolid weer in opkomst, misschien. Mede dankzij enkele jonge talenten die op het punt staan door te breken. In het verleden waren er wat minder getalenteerde renners uit Valladolid afkomstig, zoals Ricardo Serrano en Nano Grijalba, terwijl ze met Edgar Nieto over een globetrotter beschikken die al jaren het Aziatische circuit onveilig maakt. Heden ten dage beschikken ze met Alejandro Franco en de broers Romeo over vers bloed. Alejandro Franco is een klimmer met een grote neus, hij fietst voor Burgos en als hij zijn progressie voortzet zal hij in 2025 ongetwijfeld eindigen bij Movistar. Daar fietst nu al ene Ivan Romeo, een beer van een gozer. Recent won hij een rit in de Ronde van de Toekomst, een ronde die tussen 1986 en 1990 door het leven ging als de Ronde van de Europese Gemeenschap. Blijkbaar werd de koers in die jaren niet altijd in Frankrijk verreden, maar ook in andere landen, zoals Spanje. In 1986 passeerde de ronde in Valladolid, het was een editie die gewonnen zou worden door Indurain. Enfin, in een moeilijk eerste jaar als prof was Romeo recent succesvol in de Ronde van de Toekomst, terwijl hij ook goed reed op het WK voor beloften. Er wordt veel van hem verwacht, een van de nieuwe Spaanse toppers, al is hij niet te vergelijken met een Rodriguez of een Ayuso. Hij heeft een jonger broertje, Sergio Romeo, nu nog een junior, maar ook hij kan in de toekomst Valladolid trots gaan maken. Of de jongens er zelf trots op mogen zijn dat ze uit Valladolid komen gaan we nu ontdekken.
![7172971561_97b0854a71_b.jpg]()
De tijdrit gaat van start tussen een vrij lelijk schoolgebouw, het lijkt wel een bunker en het vrij fraaie Parque de las Moreras van start. Als je door het park loopt kom je uit bij de rivier de Pisuerga, langs het water is een heus stadsstrand te vinden. Daar kopen de renners niets voor, want na de start rijden ze 400 meter rechtdoor over de brede weg van Isabel la Catolica. Langs het fraaie en vrij grote park dat beschikt over een rozentuin af gaat het zonder obstakels rechtdoor over die brede weg, tot er na 400 meter een bocht naar rechts volgt. Na die brede bocht rijden de renners over de Puente de Isabel la Catlica, de eerste bocht van deze tijdrit stelt weinig voor. Voorbij de brug gaat het 500 meter rechtdoor over een brede en vlakke weg tussen de hoogbouw van Valladolid door, waarna er een simpele bocht naar links volgt. Na een meter of 300 volgt er een goedlopende bocht naar rechts, waarna de renners 800 meter rechtdoor mogen rijden over dezelfde brede weg. Op wat flauwe bochten na gaat het volstrekt rechtdoor over de brede N-601, een weg die in de middenberm is voorzien van de nodige bomen. Door een groen stukje Valladolid gaat het dus rechtdoor, tot we aan het eind van dit vrij lange rechte stuk rechtsaf moeten slaan. Dit is weer een simpele en brede bocht, na deze bocht gaat het vervolgens zelfs 900 meter volledig rechtdoor over een brede en vlakke weg. Voorlopig een tijdrit om op de grote plaat rechtdoor te knallen, geen technisch gedoe. Dat technische gedoe komt alleen nog wel, want om voor mij onbegrijpelijke redenen volgt er na 900 meter rechtdoor gereden te hebben een bocht van 180 graden. We draaien om en rijden over dezelfde weg terug naar de N-601. Er is vrij weinig ruimte om deze bocht op een fatsoenlijke manier te nemen, de renners zullen hier bijna volledig tot stilstand gaan komen. Onnodig moeilijk. Maar goed, na die bocht gaat het dus 900 meter rechtdoor, terug naar de weg waar we in eerste instantie vandaan kwamen. Na een soepele en totaal niet technische bocht naar rechts komen we terecht op een brede weg die we een volle kilometer gaan volgen. Een vlakke kilometer volledig rechtdoor, richting de rand van Valladolid. Als we in de omgeving van Cerro de las Contiendas, een park met een uitzichtpunt, uitkomen, slaan de renners linksaf, via een brede chicane rijden ze vervolgens rechtdoor richting het stadion van de lokale voetbalclub, Real Valladolid. Langs dit stadion af rijden ze een meter of 700 zo goed als volledig rechtdoor, het is voorlopig een parcours dat ook zou kunnen dienen als autorcircuit. Na een kilometer of 5 rijden de renners langs het Estadio Jos Zorrilla, het stadion van Real Valladolid. Jos Zorrilla was was een toneelschrijver en dichter afkomstig uit Valladolid, merkbaardig genoeg komen we een keer een stadion tegen dat niet is vernoemd naar een voetballer of voormalig bestuurder van een voetbalclub. Nee, je stadion vernoemen naar de lokale dichter, weer eens wat anders. Real Valladolid is overigens wel een bijzondere club, vooral dankzij de eigenaar. Ronaldo Lus Nazrio de Lima, O Fenmeno, de dikke Ronaldo, is eigenaar van Real Valladolid. Daar zijn de fans na aanvankelijk enthousiasme overigens niet zo enthousiast meer over, want onder zijn bewind is de club een paar keer gepromoveerd, maar net zo snel weer gedegradeerd. Ze gaan het nu weer proberen in de Segunda Division, die inmiddels anders heet, maar afijn, jullie begrijpen wat ik bedoel.
![FpazcNXWcAEPVdz?format=jpg&name=large]()
![real-valladolid-estadio-laliga-2021-2022.jpeg]()
Ik weet niet heel erg opvalt, maar paars is de kleur van Real Valladolid. Pucela de bijnaam, niet per se van de club, eigenlijk is het de bijnaam van de stad. Als een Spanjaard het over Pucela heeft, bedoelen ze Valladolid. De precieze betekenis van Pucela is dan weer onduidelijk, dus gaan we snel door met de tijdrit. Voorbij het voetbalstadion slaan de renners linksaf, weer een brede en ontzettend simpele bocht. Na deze bocht loopt de weg 300 meter rechtdoor, waarna er een iets scherpere bocht naar rechts volgt en we bijna meteen gaan beginnen aan de enige klim van deze tijdrit. Na 200 meter gaat het nog eens naar rechts, weer een makkelijke bocht, en dan loopt de weg 500 meter aan 7% omhoog. We fietsen de wat nieuwere wijk Parquesol binnen, gebouwd op een heuveltje. Na 7 kilometer komen de renners boven op dit korte klimmetje, de enige helling van de tijdrit. Tijdens het klimmetje volgt er nog een keer een bocht naar links, waarna we langs een lelijke maar opvallende nieuwbouwflat fietsen. Hier zijn we na een flauwe bocht naar links boven, en dan loopt de brede weg rechtdoor 700 meter vals plat omlaag. Na dit stuk rechtdoor in licht dalende lijn volgt er wederom een bocht naar links, deze zou eventueel iets lastiger kunnen zijn omdat de renners met een rotvaart naar beneden zullen rijden, maar het is wel weer een gigantisch brede bocht. Enige nadeel is dat er normaal een middenberm te vinden is, die mogen ze voor de gelegenheid wel even verwijderen. Na deze bocht naar links, eventueel lastig, rijden de renners 1,5 kilometer relatief rechtdoor. Het is een meter of 300 zo goed als vlak, maar daarna gaat het een meter of 800 wat steviger omlaag, dit zou geen lastige afdaling moeten worden omdat het op wat flauwe bochten na grotendeels rechtdoor gaat. We komen wel nog een soort van rotonde tegen ter hoogte van het Centro Cultural Miguel Delibes, maar eigenlijk gaat het hier ook weer behoorlijk rechtdoor. Eerst draait de weg wat flauwtjes af naar rechts, sturen de renners een beetje naar links en draaien we vervolgens iets scherper naar rechts. Langs het vrij lelijke culturele centrum af loopt het nu echt rechtdoor verder omlaag, waarna we aan het eind van deze weg bij de volgende brede rotonde flauwtjes naar rechts afbuigen. We zijn beneden en we komen nu op een rechte en brede weg terecht die we dan weer 1200 meter volgen. Over een brede laan vol bomen rijden we het centrum van de stad tegemoet, we rijden zo'n beetje terug naar de start. Voor de tweede keer vandaag rijden de renners over de rivier de Pisuerga, ditmaal via de Puente de Adolfo Suarez. Voorbij de brug slaan ze na 200 meter rechtsaf, weer een zeer brede bocht, en daarna gaat het eigenlijk doodleuk twee kilometer rechtdoor over de Paseo de Zorrilla, daar is Zorrila weer, tot aan het eerste en enige tussenpunt dat na 13,3 kilometer opgenomen zal worden. Twee kilometer over dezelfde weg, heel lichtjes vals plat omlaag, maar eigenlijk gewoon vlak, op een paar flauwe bochten na volledig rechtdoor. Spannend.
![FU-pXPOX0AMcN5-.jpg]()
![Valladolid_-_escultura_de_toro.jpg]()
De renners rijden momenteel niet door het mooiste deel van de stad, er staan hier vooral wat oudere flats. De hoogtepunten moeten bestaan uit een vijvertje en een beeld van een stier, al moeten we meteen toevoegen dat we voorlopig berhaupt nog maar weinig hoogtepunten hebben gezien. Dat Parquesol van net was ook niet alles. Een nieuwbouwwijk die ooit begon als een megalomaan idee van een voormalig voorzitter van de voetbalclub Real Valladolid, hij kocht alle grond op en liet in deze omgeving ook het voetbalstadion bouwen, waarna een andere ondernemer later het project overnam en voortzette. Die ondernemer had een bedrijf met de naam Parquesol en noemde de wijk naar zijn bedrijf, ter ere van deze man die blijkbaar nogal van zichzelf hield staat er zelfs een heuse buste in de wijk. In de wijk hebben ze overigens al vaker fietsende mensen gezien, ze organiseren in Valladolid zowel een juniorenkoers, een koers voor de beloften als een koers voor de vrouwen, en die koersen brengen de renners door de wijk Parquesol, want daar kom je dus een klimmetje tegen. Voor ons is het nu vooral van belang om te weten dat we beneden in de stad na 13,3 kilometer een tussenpunt tegenkomen, net na dit tussenpunt komen we uit bij een rotonde met een van de lelijkste kunstwerken die ik van m'n leven heb gezien in het midden. In het midden van deze rotonde vinden we het zogenaamde Monumento al Cine, een ode aan de bioscoop. Een belediging, zou ik zeggen. We rijden langs de rechterkant van de weg om dit gekke kunstwerk heen, waarna we enkele meters later de volgende rotonde tegenkomen. Hier is dan weer een fontein te vinden, ook geen al te best exemplaar. Het heeft wat weg van een zwembad, Valladolid beschikt over bijzondere kunst. De rotondes zijn verder identiek, we rijden er rechts omheen, door de brede weg zal het bochtenwerk dat de renners hier maken wel meevallen. Na de tweede rotonde gaat het een meter of 400 rechtdoor over dezelfde weg, tot de derde rotonde. Ook hier weer kunst in het midden, waarvan ik niet zou weten hoe ik het moet omschrijven. Ik weet wel dat de bochten bij deze rotonde iets lastiger zijn, het is een vrij forse rotonde en hoewel we rechtdoor gaan moeten we bij het verlaten van de rotonde eerst een stukje naar links en dan wat scherper naar rechts afdraaien. Zal alsnog wel loslopen, maar het is iets dat berhaupt enigszins in de buurt komt van technisch. Na deze rotonde mogen we stellen dat de renners op een flauwe bocht naar rechts en eentje naar links na simpelweg anderhalve kilometer rechtdoor fietsen over die brede en vlakke weg. Slinger de grootste versnelling aan en gaan. Zodra we aan het eind van dit stuk uitkomen bij de volgende rotonde slaan de renners zonder dat ze last hebben van die rotonde rechtsaf, de breedste bocht die je maar kunt bedenken. De renners komen terecht op een straat die zo breed is dat je er een vliegtuig kunt laten landen. Deze straat volgen ze 400 meter, tot ze uitkomen op een kruispunt waar wat steentjes liggen. Ze slaan hier linksaf een andere weg in, deze bocht is dan nog iets lastiger vanwege die steentjes en omdat er langs de kant van de weg een stoep te vinden is, waardoor je nog enigzins binnen de lijntjes moet kleuren. Na een paar meter over deze weg gereden te hebben splitst de weg zich in tween, in aanloop naar een rotonde. Ik hoop dat de renners hier de linkerkant van de weg mogen nemen, dan valt de bocht bij de rotonde enorm mee. Langs rechts is het een serieuze bocht. Na de rotonde rijden we in ieder geval over een brug, de weg loopt een paar meter omhoog en daarna uiteraard ook weer omlaag. Als we over de brug rijden verlaten we de stad Valladolid en buiten de stad komen we meteen in een woestenij terecht. Het is hier kaal, droog, dor, leeg, desolaat, triest, treurig. Al is dat maar een stukje zo, want even later bereiken we een bos. Direct na de brug komen de renners een tweetal flauwe bochten tegen, even verderop volgt er een iets scherpere combinatie van bochten, eerst links en dan direct rechts. Maar goed, ook dat stelt niets voor. In feite gaat het anderhalve kilometer rechtdoor, waarna de iets smallere weg buiten de stad een klein beetje bochtiger wordt. De weg loopt een dikke kilometer wat vals plat omhoog, terwijl we een x-aantal flauwe bochten tegenkomen. Geen enkele bocht die echt de moeite is, het is vrij probleemloos slingeren tussen de bomen door. 't Heeft wat weg van de savanne hier, een rondje Beekse Bergen. Aan het eind van deze weg slaan de renners na een flauwe bocht naar links wat scherper linksaf, al is ook dit weer een brede bocht. Ter hoogte van Pinar de Antequera bereiken ze een brede weg die ze rechtdoor terug naar Valladolid en de finish gaat brengen.
![2023021613444244307.jpg]()
![1q8903x.jpg]()
Het is na de bocht naar links nog zeven kilometer fietsen tot de finish. Van die zeven kilometer gaat het eerst twee kilometer rechtdoor, vals plat omlaag. We passeren onder meer wat militaire barakken, het lokale festivalterrein en heel wat boompjes, terwijl we bovendien zien dat er hier warempel een fietspad ligt. Aan het eind van deze twee kilometer komen we uit bij een rotonde, die nemen we langs de rechterkant en bij het verlaten van de rotonde bevinden we ons ineens weer in Valladolid. Eenmaal terug in de stad komen we enkele meters later uit bij de volgende rotonde, daar gaan we weer rechts omheen. Doenbare bochten, vooral bij de tweede rotonde. We fietsen hier ook langs de achterkant van de Junta de Castilla y Len - Consejera de la Presidencia. Oftewel, hier zetelt de overheid van Castili en Leon. Na de rotonde en voorbij dit gebouw komen we uit op een weg waar we eerst in tegengestelde richting overheen zijn gefietst, de weg van al die rotondes met gekke kunst. We komen nog een keer langs deze rotondes, op weg naar de finish. Voor we de eerste van drie rotondes met gekke kunst tegenkomen gaat het eerst anderhalve kilometer zo goed als rechtdoor. Aan het eind van deze strook komen we uit bij de rotonde met de moeilijk te omschrijven kunst, de lastigste rotonde van de drie. Flinke bocht naar rechts, stukje draaien naar links en dan hup, scherp naar rechts op weg naar de rotonde met de fontein. Voor die rotonde heb je minder stuurmanskunst nodig, daar vlieg je nog net niet rechtdoor aan voorbij. Een paar meter later komen we voor de tweede keer uit bij het Monumento al Cine, ook van de achterkant een onbegrijpelijk stukje kunst. Bij deze rotonde moet er weer iets meer gestuurd worden, al moet je wel een ontzettende sul zijn om hier een fout te maken. Na deze rotonde bevinden de renners zich op 2,5 kilometer van de finish en in de laatste 2,5 kilometer gaat het eigenlijk, als we heel eerlijk zijn, continu rechtdoor tot aan de finish. Op een paar flauwe bochten na komen we helemaal niets meer tegen. Ja, we fietsen nog langs de lokale Plaza de Toros, dat valt dan nog op. Het roadbook geeft aan dat er op grofweg 500 meter van de finish een chicane volgt, maar die zie ik niet. Volgens mij rijden we gewoon rechtdoor de Plaza de Zorrilla tegemoet, net voor het bereiken van dit plein finishen we langs het Parque Campo Grande, een schilderachtig omheind stadspark met een kleine vijver, speeltuin en diverse kalkoenen, fazanten en duiven, aldus het internet. Lijkt een eenvoudige aankomst, tenzij ze, zoals het de Vuelta ondertussen eigenlijk wel betaamd, nog met een leuke verrassing op de proppen komen.
![tMwuqn5.png]()
![2021080420355499226.jpg]()
Tot zover het rondje Valladolid, een stad waarvan men niet kan uitleggen waarom ie zo heet. Theorien genoeg, maar een definitieve verklaring ho maar. De eerste permanente bewoners van de omgeving van Valladolid waren de Kelten. Sporen van hun civilisatie zijn niet meer te vinden in de stad zelf, maar wel in het nabijgelegen Padilla de Duero, waar zij de stad Pincia hadden gebouwd. Men dacht aanvankelijk dat Valladolid het oude Pincia was, maar recentere archeologische vondsten lieten zien waar de stad werkelijk had gelegen. Voordat de Kelten zich verder konden ontwikkelen in de omgeving van Valladolid, werden zij aangevallen door de Romeinen, die zich het gebied eigen maakten. De beginselen van de stad bevinden zich op de plek waar nu het Plaza de San Miguel ligt, rondom de Iglesia de San Pelayo. Volgens sommige studies had de stad drie verschillende kleine stadsmuren, waarvan vrijwel geen concrete sporen zijn gevonden. Valladolid was eeuwenlang in bezit van de Moren, maar zij deden niet veel met de stad die toen eigenlijk slechts een dorp van weinig betekenis was. Pas in de 11e eeuw, na de val van het Moorse Rijk Al-Andalus, begon Alfons IV, koning van Len het dorp uit te breiden. In de 12e en 13e eeuw groeide Valladolid zeer snel, dit onder meer door de groeiende handelspositie van de stad, gestimuleerd door koning Alfons VIII en koning Alfons X. In het jaar 1346 kreeg de stad bovendien haar eigen universiteit, de Universiteit van Valladolid. Op 14 oktober 1469 werd het huwelijk van koningin Isabella I van Castili en koning Ferdinand II van Aragn in het geheim in de stad gevierd, in het Palacio de los Vivero. Heel wat koningen van Castili werden geboren in Valladolid, eeuwenlang zelfs. Van Hendrik I van Castili, geboren in 1204, tot Filips IV van Spanje, geboren in 1605. In 1489 werd de rechtbank van Valladolid opgericht, waar onder meer rechtszaken tijdens de Spaanse Inquisitie werden afgehandeld, dat was geen al te beste periode. In 1506 overleed de ontdekker van de Nieuwe Wereld, Christoffel Columbus in Valladolid en werd in de stad begraven. Tijdens de opstand van de comunidades verloor Valladolid alle privileges die tot dan toe door de koninklijke familie werden verleend. Dit omdat de stad een van de tegenstanders was van koning Karel I. Nadat ook de rechtbank en daarmee een groot deel van de belangrijke functies van de stad werden verplaatst naar Madrid, kwam er een einde aan een periode van groei voor Valladolid. Desondanks bleef het inwonertal langzaam stijgen; aan het begin van de 17e eeuw woonde ook Miguel de Cervantes, auteur van Don Quichot in de stad. Zijn toenmalige huis ligt in de buurt van de finish en is tegenwoordig in gebruik als museum, het Museo Casa de Cervantes. Gedurende de periode 1601-1606 was Valladolid de hoofdstad van het Spaanse Rijk, toen Filips III van Spanje zich er vestigde. Pas decennia later, vanaf 1670, werd Valladolid weer een belangrijk centrum in het land, mede door de komst van de textielindustrie. In de jaren nadien kwam Napoleon Bonaparte hier nog eens op bezoek, waarna we in meer recentere tijden getuige waren van een opleving van de stad tijdens de dictatuur. Franco pleurde hier wat bedrijven neer, onder ander Renault opende hier een fabriek, en door alle nieuwe bedrijvigheid groeide de stad uit z'n voegen. Blijkbaar hebben ze zelfs allerlei historische gebouwen gesloopt om maar overal grote flats neer te kunnen pleuren, typisch. Ofschoon er blijkbaar een boel gesloopt is kunnen we alsnog redelijk wat aardige gebouwen in de stad vinden, al hebben we dat tijdens de tijdrit redelijk weten te vermijden. Een van de unieke plekken in Valladolid is de Pasaje de Gutirrez, een overdekte winkelpassage uit 1885. De grootste, maar toch vrij onbekende bezienswaardigheid van Valladolid is de kathedraal, de Catedral de Nuestra Seora de la Asuncin, gebouwd in herreriaanse stijl. De bouw van deze katholieke kerk startte in het jaar 1589. Verder heeft de stad een klooster, het Monasterio de las Huelgas Reales, gebouwd in Mudjarstijl. Buiten dat is Valladolid vooral een museumstad. Er is een museum voor beeldhouwkunst, een kathedraalmuseum, een wetenschapsmuseum, een archeologisch museum, een universiteitsmuseum, een Columbusmuseum, een Orintaals museum en dan nog een heleboel meer, ook nog een kunstmuseum met werk van Picasso. Naast al deze musea vinden we in Valladolid ook nog wat aardige gebouwen, er zijn toch nog wat paleizen bewaard gebleven, waaronder het koninklijk paleis, er zijn pleintjes, parkjes, kerkjes, het kan niet op. Dit lijkt me genoeg reclame voor Valladolid.
![CROPPEDshutterstock_1457528672_200507_113258_821631bb23140209ea99c8f810f75634.jpg]()
In Valladolid wordt het vandaag 27 graden, de vroege starters zullen het voordeel hebben dat het een paar graden koeler is, maar berhaupt geen al te warme dag. Er is geen kans op regen, dat mogen we tegenwoordig opmerkelijk noemen, terwijl er praktisch geen wind zal staan. Gedurende de rit gaat de wind van 5 km/u naar 8 km/u, nouja, dat is allebei praktisch windstil. De wind gaat het verschil dus niet maken, normaliter. Om 14:01 zal Callum Scotson namens Jayco als eerste aan het vertrek staan, na hem gaan de renners om de minuut van start, Eurosport 1 is er blijkbaar weer om 14:15 en dus hoeven we weinig te missen, als we dit tenminste willen zien. Met Rune Herregodts gaat om 14:07 iemand van start die misschien meteen een mooie richttijd neer kan zetten, daarna is het wachten op Stefan Bissegger (ja, die doet mee) die om 14:25 van start gaat. Als hij op de fiets blijft zitten mogen we iets van hem verwachten, misschien. Filippo Ganna begint er om 15:09 aan, hij mag normaal gesproken een uur of twee plaatsnemen op de hot seat. Als Ganna onderweg is wordt het heel lang wachten op de klassementsrenners, tenzij Castroviejo en Nelson Oliveira er nog een keertje zin in hebben. Om 16:15 gaat met Mattia Cattaneo nog een interessante naam van start, verder kijken we toch vooral reikhalzend uit naar 16:44, als Almeida als tiende van het klassement aan de tijdrit begint. Tegen die tijd vertrekken de renners om de twee minuten, om 17:02 is Sepp Kuss de laatste die zal vertrekken. Na Almeida vertrekt Ayuso twee minuten later, dan komt Mas, en dan komen Vingegaard en Roglic achter elkaar. Landa gaat vervolgens opgepeuzeld worden door de ajrokogel van Zeikstraal. En daarna vertrekken Martinez, Soler en Kuss nog, voorlopig hebben we een malle top 3. Zal na de tijdrit anders zijn. De organisatie verwacht dat Kuss om 17:30 binnen is, en dat hij dus slechts 28 minuten nodig heeft voor deze bijna 26 kilometer. Lijkt mij redelijk ambitieus, maar goed.
https://www.tissottiming.com/2023/vue/nl-nl/default/Stage/10![53107101857_4bab1000bd_b.jpg]()
Een van de makkelijkste tijdritten die ik van m'n leven heb gezien. Goed, we rijden door een stad en dus komen we wel wat bochten en rotondes tegen, maar ik heb eigenlijk amper straatmeubilair gezien, terwijl de wegen bijna overal gigantisch breed zijn. En lullig klimmetje onderweg, verder is het vlak. Dit is een tijdrit voor de echte specialisten, een tijdrit voor de jongens die op de grote plaat kunnen stampen en ook nog een beetje aerodynamisch zijn. Geen taferelen zoals in de Tour, waar iedere tijdrit tegenwoordig een klimtijdrit is. Nee, dit is in zekere zin een ouderwetse tijdrit. Redelijk kort qua afstand, dat wel, maar voor de spanning hoeft dat niet slecht te zijn. Ganna en Evenepoel gaan hier de tegenstand degraderen, dat gaat een beetje uit de hand lopen. Ik denk dat je het niet snel voor elkaar gaat krijgen om ze een parcours voor te schotelen waar ze harder van gaan kwispelen. Sepp Kuss heeft een gigantisch groot probleem. We weten niet precies wat Kuss cht kan tijdens een tijdrit, omdat hij nog nooit voor een klassement heeft hoeven te rijden. Het heeft dus geen zin om zijn uitslagen te bekijken. Het staat voor mij in ieder geval wel vast dat hij niet veel werk maakt van de tijdritten, qua positie en qua fiets zal er bij hem dus wel het een en ander verbeterd kunnen worden. Aangezien dit geen halve klimtijdrit is waar hij bergop het verschil kan beperken, maar juist een tijdrit waar je zo aerodynamisch mogelijk op de allergrootste plaat rechtdoor moet stampen denk ik dat de verschillen fors gaan oplopen. Die 2:24 voorsprong op Evenepoel gaat flink verdampen, misschien zelfs wel helemaal verdwijnen. Het einde van het droomplan van Jumbo komt in beeld.
1. Evenepoel. De wereldkampioen tijdrijden gaat afgetekend winnen. De ajrokogel is gemaakt voor zo'n parcours, hij gaat een mooie voorsprong bijeen rijden ten opzichte van al zijn concurrenten en hij gaat praktisch in dezelfde tijd staan als Kuss, of hij neemt de rode trui al over zelfs. Tevens moeten jullie iedere keer dat hij de ajrokogel wordt genoemd een glas Westmalle drinken. Ajrokogel, ajrokogel, ajrokogel, ajrokogel, ajrokogel. Ajrokogel. Van Schepdaal.
2. Ganna. +30
3. Roglic. +59
4. Vingegaard. +1:29 (een vlakke tijdrit in een andere koers dan de Tour, dit wordt hilarisch)
5. Ayuso. +1:38