abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  donderdag 13 juli 2023 @ 16:09:51 #1
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_209879581
Etappe 12: Roanne - Belleville-en-Beaujolais, 168,8 km

Nou, daar kunnen we kort over zijn toch? Het was een zo goed als vlakke rit, er gingen drie onbenullen in de aanval, die werden vroeg ingerekend en daarna gingen we sprinten. De sprint was lichtelijk chaotisch maar de uitslag volgde de wetten van de logica. De sprinter die al drie keer de snelste was wist weer te winnen, ditmaal na een goede lead-out van Dylan Groenewegen. Gefeliciteerd Jasper Philipsen. Tijd om door te gaan met de volgende rit, de vluchters mogen na een snipperdag weer uit hun kot komen. Een rit die lijkt op de knotsgekke etappe van dinsdag staat op het programma. Hopelijk wordt het net zo vermakelijk.




De derde rit van de tweede week gaat van start in Roanne, een stad in het departement Loire, regio Auvergne-Rhône-Alpes. In Roanne, waar ongeveer 34.000 mensen wonen, is de Tour pas voor de tweede keer. In 2008 ging hier een etappe van start, dat was de rit die aan zou komen in Montluçon, de plaats waar we gisteren dan weer doorheen zijn gefietst. In Montluçon won Sylvain Chavanel, hij klopte Jeremy Roy in een sprintje. Het is pas de tweede keer dat de Tour hier is, en toch heeft Roanne een flinke wielergeschiedenis. Zo hebben we Parijs-Nice en het Criterium du Dauphine hier regelmatig zijn passeren. In 2019 waren we hier nog tijdens de Dauphiné, er werd een tijdrit verreden van Roanne naar Roanne. Die tijdrit werd gewonnen door Wout van Aert, maar voor de tijdrit gebeurde iets veel belangrijkers. Tijdens de verkenning werd Chris Froome gegrepen door een windvlaag, sodemieterde hij tegen een huis aan, brak hij al zijn botten en sindsdien fietst hij al een aantal jaar op het niveau van voor zijn merkwaardige doorbraak eind 2011. Wij zijn de windvlaag in Roanne zeer erkentelijk. Roanne is daarnaast de stad van CR4C Roanne, een wielerclub. Club Routier des Quatre Chemins de Roanne, het zegt u wellicht niets. Toch verdient deze Franse amateurploeg enige erkenning, want tal van bekende renners hebben hier (een deel van) hun opleiding genoten. In de Tour zijn als ik even snel kijk drie renners aanwezig die ooit voor CR4C Roanne gereden, te weten Romain Bardet, Nick Schultz en Simon Guglielmi. Enkele andere renners en ex-renners die voor deze amateurploeg hebben gereden zijn onder meer Rudy Molard, Geoffrey Bouchard, Mihkel Raïm, George Bennett, Arthur Vichot en Jerome Coppel. Een Franse ploeg, maar toch ook een ploeg die kansen wil geven aan renners ver weg. Zo reden er recent ook een Zuid-Afrikaan en een Rwandees voor de ploeg, en hebben George Bennett en Nick Schultz hier hun eerste Europese stapjes gezet. Ene Karl Zoetemelk reed ook nog voor deze ploeg, juist, de zoon van. Dan over Roanne zelf: De stad werd ooit als Gallo-Romeins dorp gesticht rond 150 v.Chr., het heette toen Rodumna. In de Romeinse tijd werd het Roidumna en in die tijd lag de stad op een kruispunt van twee Romeinse wegen. In de middeleeuwen werd vooral de binnenvaart op de Loire belangrijk, aangezien Roanne gelegen was aan deze rivier ging het goed met de zaken. Tot de aanleg van de eerste spoorlijn naar de stad in 1858, had Roanne de tweede drukste binnenhaven van Frankrijk met 250.000 behandelde boten per jaar. In de negentiende eeuw ontwikkelde zich een grote textielindustrie en het aantal inwoners vervijfvoudigde. Zoals dat met de textielindustrie ging is die inmiddels verdwenen, net als een hoop inwoners. Van meer dan 50.000 naar 34.000, maar gelukkig hebben we de monumenten nog. Het oudste bestaande bouwwerk is de donjon van een kasteel, gebouwd in de 11e eeuw door Bérard de Roanne. Het is een vierkante toren van natuursteen van ca. 20 meter hoog. Rond 1674 fungeerde het als rechtszaal en gevangenis. Het toerismekantoor van de stad is er gevestigd. Het gemeentelijke museum, voluit Musée des Beaux-Arts et d'Archéologie Joseph-Déchelette, herbergt collecties met betrekking tot de geschiedenis van Roanne (van de prehistorie tot en met de Romeinse tijd), schilderijen (renaissance t/m begin 20e eeuw), aardewerk (met name een verzameling Franse faience uit de Franse Revolutie) en enkele Egyptische oudheden. Ook is er een zaaltje ingericht over de naamgever Joseph Déchelette, een archeoloog die een belangrijke bijdrage leverde aan de typologie van Romeins aardewerk. Het museum is gevestigd in het voormalige Hôtel de Valence, een stadspaleis uit 1787. De naamgever Déchelette kwam uiteraard uit Roanne, tijdens de Eerste Wereldoorlog stierf hij aan het front. Ze hebben hier dus meerdere redenen om trots op hem te zijn. Er is ook nog een voormalig Jezuïetencollege dat de moeite waard zou moeten zijn, daarna beginnen zowel het roadbook als Wikipedia over het kanaal tussen Roanne en Digoin en het feit dat de stad een haventje heeft dat sinds 1992 alleen nog wordt gebruikt door de pleziervaart. Je kunt ook gezellig langs de Loire lopen, dat schijnt een absolute aanrader te zijn. Verder zie ik dat Lea Paci uit Roanne komt. Mijn kennis van Franse muziek is niet enorm groot, maar Lea ken ik dan toevallig wel weer. Prima popmuziek.




Na de neutralisatie gaan we buiten de stad van start op een brede en behoorlijk rechte weg tussen de bomen. De eerste zes kilometer van de rit rijden we gewoon rechtdoor over een vlakke weg, niets aan de hand. Na een tijd begint de weg wat meer omhoog te lopen, we slaan bij een rotonde linksaf en dan rijden we omhoog richting het dorpje Montagny. De brede weg loopt een kilometer of vier aan 3,5% omhoog. Dat is niet bijster zwaar, maar het is het begin van een rit die ideaal is voor de vluchters en dus gaan we hier oorlog krijgen. In de Dauphiné van 2015 volgden we dit traject al eens, toen tijdens een klimtijdrit die gewonnen zou worden door BMC. Boven in het best schattige Montagny komen de renners wat bochten tegen, ze dalen vervolgens kort af over een brede weg zonder veel bochtenwerk tegen te komen. We komen uit bij een rotonde, hier gaat het naar links en dan rijden de renners rechtdoor naar Thizy-les-Bourgs. Het gaat nog een tijdje wat verder omlaag, maar de weg blijft breed en op een paar vluchtheuvels na komen de renners vrij weinig obstakels tegen. Beneden in Thizy-les-Bourgs komen we een hoop rotondes tegen, we rijden door het centrum en we beginnen daar aan de eerste officiële klim van de dag. Het gaat liefst 4,3 kilometer aan 5,6% omhoog naar de top van de Côte de Thizy-les-Bourgs, de renners kunnen elkaar hier gaan bestoken met de ene na de andere demarrage. Misschien trekken Vingegaard en Pogacar wel weer ten strijde, dat zou ook lachen zijn. Het begin en het eind van de klim zijn wat makkelijker, verder gaat het continu aan 6% omhoog. De passage in Thizy-les-Bourgs, waar vorig jaar een rit in de Dauphiné van start ging, is best gezellig, een mooi oud dorpje. Buiten het dorp loopt de brede weg dan weer vooral omhoog langs groene velden en een verdwaalde boerderij. Als we na 20,5 kilometer de top van deze klim van derde categorie bereiken volgt er niet direct een afdaling, de acht kilometer daarna rijden de renners over een plateau richting Saint-Vincent-de-Reins. De weg over het plateau is breed en behoorlijk goed, de wegen zijn soms bochtig terwijl we afwisselend door bossen en langs grote lappen gras fietsen. Veel koeien, weinig huizen. Af en toe een strookje smerig vals plat omlaag en een paar korte knikjes omlaag, het is zeker na de klim van net vrij lastig terrein. Wel weer een prima begin van de etappe, moet worden gezegd. Ze kunnen het wel, soms. Als we na 28 kilometer koers uitkomen in Saint-Vincent-de-Reins gaan we beginnen aan een korte afdaling, heel snel daarna zal de volgende klim alweer gaan volgen.




In en rond Saint-Vincent-de-Reins gaat het een kilometer of drie omlaag over een brede weg, wel met een paar flinke bochten onderweg. Na die drie kilometer in dalende lijn loopt de weg meteen weer omhoog, het gaat zes kilometer vals plat omhoog richting Ranchal. In dit stuk komen we 150 meter hoger uit, reken maar uit hoe lastig het hier is. De weg omhoog naar Ranchal is breed, maar wel voorzien van het nodige oplapwerk. Door de bossen fietsen we naar Ranchal, waar we gaan merken dat de wegen ook meer dan vals plat omhoog kunnen lopen. In het dorp begint de Col des Écorbans. Het gaat 2,1 kilometer omhoog aan 7%, als we de organisatie mogen geloven. Twee andere bronnen houden het op 2,1 kilometer aan 6%, net iets minder spectaculair. Een brede weg omhoog dwars door de bossen, paar stroken aan 7% maar verder gaat het vrij stabiel zo rond de 6% omhoog. Na 38 kilometer zijn de renners boven op deze klim van de derde categorie, we zijn nog niet eens 40 kilometer bezig en weer hebben we al het nodige klimwerk achter de rug. Het zal minder spectaculair zijn omdat het niet de dag na de rustdag is, maar dit kan alsnog behoorlijk leuk worden. Op de grens tussen de departementen Loire en Rhône komen we boven op de klim, we rijden de Rhône binnen en in dit departement gaat het eerst vier kilometer vals plat naar beneden over een brede weg door de mooie bossen. We komen wat bochten tegen, maar dat stelt allemaal niets voor. In Poule-les-Écharmeaux komen de renners een rotonde tegen, het signaal dat de weg nadien een kilometer of vijf bijna volledig vlak zal zijn. Breed, recht, bos. Weinig enerverend, het feest kan niet eeuwig blijven duren blijkbaar. De coureurs komen uit in Chénelette, hier slaan ze linksaf en dan gaan ze op weg naar de ongecategoriseerde Col de la Crie. Een kilometer of vier loopt de weg vals plat omlaag, we komen tijdens dit stuk in dalende lijn een paar haarspeldbochten tegen, maar ook hier verwachten we weinig gevaar. We zien vooral veel akkers, boerendorpjes en koeien, het is ineens erg agrarisch. Als we weer een hoop bomen zien verschijnen loopt de weg anderhalve kilometer aan 5% omhoog, waarna het nog eens anderhalve kilometer wat verder vals plat omhoog loopt naar de Col de la Crie. Niet het hoogste punt voorlopig, voorbij de col gaan we bij een rotonde rechtdoor en slaan we even verderop linksaf, het gaat hierna even heel kort een paar meter naar beneden en dan gaat het drie kilometer omhoog aan ongeveer drie procent gemiddeld. Na dit klimmetje, als we het zo mogen noemen, gaat het twee kilometer aan 5% omlaag. Een makkelijke afdaling, vooral dankzij de brede weg, al komen we onderweg wel een haarspeldbochtje tegen. Direct na deze afdaling loopt de weg opnieuw omhoog, we gaan klimmen naar Col du Fût d'Avenas. Dat is een leuke klim, eentje die ik wel eens zou willen zien als aankomst bergop in de Tour. Die geruchten waren er ook in aanloop naar de onthulling van het parcours, maar later bleek dat de klim alleen zou figureren onderweg. Ook nog eens van de verkeerde kant, doeme. We klimmen 2,5 kilometer aan 4% naar de top van de klim, de brede weg loopt nog steeds vooral rechtdoor in de bossen. We komen na 63 kilometer boven op deze klim en daarmee is het heuvelachtige eerste deel van deze rit definitief voorbij.




De Col du Fût d'Avenas hebben we wel al eens in koers gezien, tijdens de Dauphiné van 2018 bijvoorbeeld. Toen gingen we wel langs een andere kant omhoog, een ontzettend veel lastigere kant. We gaan nu omlaag over die weg, in eerste instantie dalen we vier kilometer af richting Col de Durbize. Op de top van de klim bevindt zich met La Terrasse du Beaujoulais een restaurant waar je zeker even moet stoppen. Ga op het terras zitten en geniet van het schitterende uitzicht over de Beaujolais, de streek waar vandaag de rit zal eindigen. De afdaling is in eerste instantie best lastig, het gaat redelijk steil omlaag en we komen meerdere haarspeldbochten tegen. De weg is breed, het asfalt wel enigszins gedateerd. Ondanks alle bochten zou de afdaling alsnog te doen moeten zijn, of je moet afgeleid worden door het weidse uitzicht. Na 67 kilometer bereiken we een kruispunt, hier ligt de top van de Col de Durbize. Deze klim speelde een hoofdrol tijdens de vierde rit van Parijs tegen Nice van 2021. Toen lag hier een aankomst, op het grondgebied van Chiroubles. Primoz Roglic reed iedereen op een hoop, hij imponeerde nogal tijdens die editie van Parijs-Nice tot hij in de laatste etappe vijf keer onderuit ging en het rondje alsnog verloor. We kozen toen een steile weg omhoog naar de Col de Durbize, de renners hebben vandaag het geluk dat ze de klim mogen afdalen op een vals platte manier. Het gaat voorbij het kruispunt, waar we gewoon rechtdoor gaan, nog eens een kilometer of zeven omlaag aan een procentje of vier. We duiken een bos in en hier komen we nog een hoop bochten tegen, een paar snelle en ook wat haarspeldachtige toestanden. Na een tijd verlaten we het bos weer en komen we vooral langs de wijngaarden van de Beaujolais te fietsen, er wordt weer een lokaal product in het zonnetje gezet. Van de zeven kilometer is het vijf kilometer lang nog best lastig door al die bochten, ook al gaat het dan niet op de meest steile manire omlaag. Als er na al die kilometers bergop nog geen vlucht is ontstaan zou het zelfs nog in deze afdaling kunnen gebeuren, het is er bochtig genoeg voor. De laatste twee kilometer van de afdaling rijden we dan weer rechtdoor Juliénas tegemoet, dit dorpje bereiken we na 76 kilometer en dan begint er een vrij lange tussenfase. In Juliénas, waar in 2016 nog een rit van Parijs-Nice van start ging, rijden we door het centrumpje. Buiten het centrum fietsen we een tijd rechtdoor over een vlakke weg langs de wijngaarden, dat gaat een terugkerend verhaal worden. Een paar bochten en rotondes later rijden we over een licht glooiende weg richting Chénas, een dorpje dat ook weer tussen de wijngaarden ligt. Rond Chénas loopt het een keer een kilometer aan 4% omhoog, daarna gaat het kort omlaag en dan volgt er een klimmetje van anderhalve kilometer aan weer ongeveer 4%. Superzwaar is anders, maar het zal vast allemaal meegenomen worden richting het eind van de rit. Overigens kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat we hier vooral voor de plaatjes fietsen, de brede weg slingert mooi langs alle wijnranken af. Oh, oh, oh, wat is het hier mooi. Na een kort stukje in dalende lijn loopt de weg nog eens een kilometer vals plat omhoog. Hierna dalen we een kilometertje af, met tussendoor een haarspeldbocht, en dan gaat het rechtdoor verder op een vrij vlakke manier richting Fleurie. Dit plaatsje bereiken we na een kleine 83 kilometer, quasi op de helft van de rit. Fleurie bevindt zich in het centrum van de Beaujolais. Zijn bijnaam is, hoe kan het ook anders, "de fleurige". Fleurie is een gezellig dorp dat aan de voet van een glooiende berghelling rust. Het is de duurste cru van de Beaujolais. Lees ik op wijnkennis.be, blijkbaar smaakt de wijn zelfs naar bloemen! We moeten ons bij deze omgeving dit soort beelden voorstellen:



Nadat we dwars door Fleurie zijn gefietst mogen we nog eens een kilometer of tien door deze omgeving fietsen. Het blijft eigenlijk continu hetzelfde verhaal, we rijden van wijndorpje naar wijndorpje over glooiende wegen. Jullie moeten me maar op m'n woord geloven dat het eigenlijk continu op en af gaat, met onderweg naar Villié-Morgon nog een keer een klimmetje van een kilometer aan 4%. In Villié-Morgon is de Tour overigens wel eens vaker geweest, in de Tour van 2012 ging hier bijvoorbeeld de tijdrit richting Bourg-en-Bresse van start, de laatste echt lange in de Tourgeschiedenis. Wiggins domineerde en Prudhomme besloot daarna de discipline af te schaffen. De wegen tussen de wijngaarden in zijn bochtig, de paar keer dat het naar beneden gaat komen we dus ook de nodige bochten tegen. Over het algemeen zijn al die bochten prima te doen, maar je moet door het draaien en keren en het op en het af wel constant bij de pinken zijn. Vermoeiende etappe, me dunkt. Na nog eens tien kilometer over deze hobbelige paden in een schitterend decor komen de renners uit in Régnié-Durette, hier gaat na 93,3 kilometer de tussensprint van de dag volgen. De tussensprint volgt in het centrum van het dorp, niet ver na een scherpe bocht naar rechts. De strijd om de groene trui is helemaal niet meer interessant, maar als de renners er toch voor gaan is de aanloop naar deze sprint nog wel interessant. Na de wat smallere passage in Régnié-Durette slaan we linksaf en dan gaan we op weg naar de volgende échte klim van de dag. Over Régnié-Durette wil de organisatie graag nog wel even het volgende kwijt: Last of the six vintages visited on this stage, Régnié is also the last of the ten crus of the Beaujolais since the appellation was only created in 1988. Iets met wijn. Afgehandeld. Het is buiten Régnié even een tijd wat smaller en het loopt nog wat vals plat omhoog, vooraleer we in de omgeving van Lantignié en Beaujeu wat meer gaan afdalen. Het gaat niet enorm steil omlaag, maar we komen wel wat opmerkelijke bochten tegen. Zo slaan we in het centrum van Beaujeu scherp linksaf en rijden we daarna een paar meter over wat steentjes omlaag, heftig. Beaujeu, Beaujolais, in het lokale dialect schijnt het allebei zoiets als mooie berg te betekenen. We gaan buiten Beaujeu naar zo'n mooie berg toe, buiten het centrum slaan we twee keer rechtsaf en dan rijden we over een enorm brede weg drie kilometer vals plat rechtdoor omhoog richting Saint-Didier-sur-Beaujeu. Hier slaan we linksaf en dan beginnen we aan de Col de la Casse Froide. De organisatie vindt dat dit een klim is van 5,2 kilometer aan 6%, ik voeg er na de bocht naar links een stukje vals plat van 2,5 kilometer aan toe waardoor ik aan 7,7 kilometer tegen 5% kom. De weg omhoog begint breed, maar een tijd later fietsen we een bos in en hier wordt het asfalt slechter en smaller. Na een stukje aan 5% in het begin is het twee kilometer vals plat, in het bos begint de klim echt. Als we climbfinder mogen geloven gaat het in de resterende vijf kilometer van de klim continu aan 7% of aan 5% omhoog. Geen stroken aan 6%, het is of vrij lastig of vrij goed te doen. Ik vind het een mooi klimmetje, vooral omdat de renners door een donker bos gaan fietsen. Paar haarspeldbochten onderweg, terwijl we deze vrij onbekende klim aan het verkennen zijn. Deze regio komt vaak terug in Parijs-Nice en de Dauphiné, maar net wat minder in de Tour. Leuk om ook eens wat onbekendere hellingen te zien, en te kunnen constateren dat je buiten de Alpen en de Pyreneeën ook prima kunt klimmen. Het Centraal Massief kent genoeg streken waar de klimmetjes voor het oprapen liggen. Middengebergte kan ook leuk zijn, dat zagen we dinsdag al en dat gaan we nu weer zien. De top van dit leuke klimmetje van derde categorie bereiken we na 110 kilometer, het is nu nog een kleine 50 kilometer fietsen tot de finish.




Als het goed is debuteert deze klim in de Tour. Tevreden met deze ontdekking, al is het ook wel weer zo dat er in deze omgeving nog veel meer klimmetjes liggen die ontdekt moeten worden. Het bijzondere van de Col de la Casse Froide is dat de andere kant van de klim totaal anders is. Omhoog reden we door een donker bos, terwijl we mogen gaan afdalen door een open landbouwgebied. We zien meer dan een paar boomstammen als we omlaag gaan, we kunnen ineens kilometers ver kijken. De weg omlaag lijkt breder dan de weg omhoog, terwijl het asfalt er wel nog steeds vrij oubollig uitziet. De afdaling kent twee delen, het gaat in eerste instantie vier kilometer vrij steil omlaag richting Claveisolles. We komen de nodige bochten tegen, al zie ik niet direct het grote gevaar. Een paar wat scherpere bochten, maar een beetje renner komt hier heelhuids beneden. Voorbij Claveisolles, waar we linksaf slaan, rijden de renners vier kilometer verder vals plat omlaag richting Lamure-sur-Azergues. We komen in dit tweede deel van de afdaling amper een serieuze bocht tegen. Wel een paar bochten, maar dat is allemaal prima te doen als het zo goed als vlak is. Na bijna 119 kilometer komen we uit in Lamure-sur-Azergues, we slaan scherp linksaf in het centrum en daarna begint direct de volgende klim. De komende 5,5 kilometer gaat het aan 6,1% omhoog naar de top van de Col de la Croix Montmain. Een klim die voorkwam in de Tour van 2019, onderweg in een etappe naar Saint-Étienne. Toen reden we 'm wel van de andere kant omhoog, dus met die kennis schieten we weinig op. De Col de la Croix Montmain is een klim die van iedere kant de moeite waard is, die conclusie durf ik wel te trekken. Als we vanuit Lamure-sur-Azergues omhoog fiesten komen we meteen op een iets smallere weg terecht, we zien ook al direct de eerste haarspeldbocht verschijnen. De weg loopt in eerste instantie omhoog aan 6%, maar daarna krijgen we te maken met een kilometer aan 7%. Buiten Lamure komen we weer in een bos terecht, hier slingert de weg via nog wat meer haarspeldbochten lekker omhoog. Het gaat nog een tijd aan zes procent omhoog, vooraleer we weer te maken krijgen met een kilometer aan 7%. In het laatste stuk richting de top vlakt het wat meer af, waardoor het gemiddelde daalt. Na precies 125 kilometer komen we boven op deze klim van tweede categorie, midden in het bos op een kruispunt van wegen.




Ik moet zeggen dat ik het toch hoogst opmerkelijk vind dat dit soort klimmetjes pas zo laat ontdekt zijn. De tweede keer dat we hier passeren, je zou zeggen dat het geen slecht idee is om hier vaker een heuvelrit uit te tekenen. Enfin, na de klim volgt er een afdaling van zeven kilometer richting Vaux-en-Beaujolais. De eerste drie kilometer van deze afdaling, daar zou je bijna hartkloppingen van krijgen. We gaan afdalen over een smalle en slechte weg door een donker bos, terwijl we allerlei blinde bochten tegenkomen. Amai, dat gaat wat geven. Het is wel maar kort gevaarlijk, na drie kilometer in dalende lijn volgt er een stevige haarspeldbocht om het lastige deel af te sluiten en daarna gaat het vier kilometer op een makkelijkere manier verder naar Vaux-en-Beaujolais. We fietsen nu wat meer rechtdoor, buiten het bos. Het gaat wat gematigder omlaag langs de wijnranken, die zijn weer terug op de afspraak. De vergezichten zijn soms indrukwekkend, al zullen de renners toch moeten blijven opletten. Als ze eenmaal Vaux-en-Beaujolais bereiken komen de renners in het schattige dorpje wel nog meerdere haarspeldbochten tegen, die zijn dan toch weer even gevaarlijk. Buiten het dorp loopt de weg daarna nog anderhalve kilometer verder omlaag, maar we bereiken nu een brede weg en dus is het laatste stukje van de afdaling geen uitdaging meer. We bereiken Le Perréon, hier ligt de voet van de waarschijnlijk beslissende klim van de dag. Na een vals platte aanloop in Le Perréon gaat het 5,3 kilometer aan 7,6% omhoog naar de top van de Col de la Croix Rosier. Of 5,8 kilometer aan 7,3%, zo kun je het ook bekijken. Lastig, in ieder geval. De lastigste van de dag. We beginnen in het dorp met een kilometer aan 7,4%, daarna gaan we buiten het dorp tussen de wijngaarden in aan 8,3% omhoog, waarna er na een kilometer aan 8% een zwaarste kilometer aan 9% zal volgen. De renners kunnen tijdens de klim genieten van een schitterend uitzicht, al zal het hier ook afzien zijn. We komen op weg naar de top een paar steile haarspeldbochten tegen, ideaal terrein om de tegenstand uit je wiel te kletsen. Richting de top verdwijnen de mooie vergezichten, we rijden weer eens een bos in. Na nog wat laatste haarspeldbochten en een wat makkelijkere afsluitende kilometer aan 6,5% komen we na 140,4 kilometer boven op de top van deze klim van tweede categorie. Er ligt een bonussprint op de top, al kan ik me maar moeilijk inbeelden dat UAE de rit vanwege deze bonussprint gaat controleren. Dus zal het een sprint worden voor de sier, de strijd om de dagzege gaat voor.





Kies je profiel. Beide bronnen zijn het er in ieder geval over eens dat het lastig is. Zelfs lastig genoeg voor de klassementsrenners om iets te ondernemen, al is het grote nadeel dat er hierna nog 28 kilometer gefietst moet worden tot de finish. De Col de la Croix Rosier is ook weer een debuterende klim, hoe is het eigenlijk mogelijk? Fiets je al 120 jaar rondjes door Frankrijk, laat je deze regio vol lastige heuvels links liggen, waanzin. Ook wel een tikkeltje waanzin dat we na de top rechtdoor rijden, de afdaling in richting Marchampt. Na een zo goed als vlakke kilometer na de top beginnen we echt aan de afdaling en dan moeten we er toch echt even goed voor gaan zitten. De renners dalen af over een relatief smalle weg in het bos, het gaat een tijd zo rond de 7 à 9% omlaag terwijl we heel wat bochten tegenkomen. Een pittige haarspeldbocht, redelijk in het begin van de afdaling. Een paar blinde bochten, en dan heel wat snelle bochtjes. Als je hier van de weg raakt eindig je in het skoekeloen, een paar meter lager. Op de weg blijven dus, maar dat is vooral tijdens de eerste paar kilometer van de afdaling geen sinecure. Als we dichter bij Marchampt in de buurt komen wordt het terrein wat meer open en het zicht op de bochten wat beter, maar het blijft een afzink om met samengeknepen billen naar beneden te gaan. Bijna in Marchampt rijden we door een paar gehuchtjes, terwijl we inmiddels ook weer heel veel wijngaarden zien. Het blijft draaien en keren over de niet gigantisch brede weg, ik vind het al bij al wel een technische afdaling. Ideaal terrein voor de goede daler om het verschil te maken, ideaal terrein ook voor de Keldermannetjes van het peloton om met een tros druiven om hun nek te eindigen. Eenmaal in Marchampt loopt de weg even een paar meter omhoog, tussen de huizen van het dorp door maken we een lange bocht naar rechts. Nadien gaat het buiten het dorp wat meer rechtdoor, de komende drie kilometer is het zo goed als vlak. We zetten tussen een eindeloze hoeveelheid wijngaarden door koers richting Quincié-en-Beaujolais. Na wat vlakke kilometers loopt de weg nog eens drie kilometer omlaag richting het dorp Quincié-en-Beaujolais en ook buiten het dorp met drie kastelen gaat het nog wat verder omlaag. Het gaat inmiddels wat meer vals plat omlaag terwijl de weg ook wat breder is geworden, het zwaartepunt van de afdaling ligt helemaal in het begin. Hier is het bijtrappen geblazen, op weg naar het laatste hellinkje van de dag. Helemaal beneden slaan we in het gehucht Saint-Vincent, gelegen op het grondgebied Régnié-Durette, rechtsaf. Régnié-Durette kennen we nog van de tussensprint, de renners zouden dus eventueel een stuk kunnen afsteken. Scheelt drie zware klimmetjes. Na de bocht naar rechts rijden we één kilometer rechtdoor over een vlakke weg, langs nog meer wijngaarden. Op wat vluchtheuvels na komen we eventjes niets tegen, terwijl we in de achtergrond het hoofdpijndossier van de dag zien liggen. Daar in de achtergrond gloort een berg, Mont Brouilly. Ik begrijp heel veel dingen niet, maar hier krijg ik dus echt hoofdpijn van. En dat wordt steeds erger.



Hierboven ziet u het profiel van de klim naar Mont Brouilly. Dat ziet er best aardig uit, toch? Het gaat 3,6 kilometer omhoog aan 6,6%, met vooral aan het eind een zware kilometer. Een ideale klim om de rit mee af te sluiten! Eén probleem: we gaan alleen de eerste 1,8 kilometer van deze klim zien. Na de kilometer over de vlakke weg met Mont Brouilly op de achtergrond slaan we bij een rotonde rechtsaf en daarna loopt de weg direct omhoog, een aantal meter aan 5%. Na een wat vlakker stukje gaat het vervolgens eventjes aan 6% omhoog en daarna weer aan 5%. We klimmen 1,8 kilometer aan 5% gemiddeld, na een tocht langs de wijngaarden over een brede weg komen we in de buurt van het dorpje Brouilly uit. We zijn linksaf geslagen, waarna we via een wat smallere weg naar een kruispunt fietsen. Bij dit kruispunt zouden we nog een keer naar links kunnen, dan pakken we de laatste 1,8 kilometer van de klim naar Mont Brouilly mee. Maar we gaan naar rechts en dus zijn we bij dit kruispunt boven. HOE DAN?! Waarom pakken we niet de hele Mont Brouilly mee, hoe kan dat? Thierry, gast, wtf?! En nu denken jullie natuurlijk dat ik me een beetje aan het aanstellen ben. Is uiteraard wel zo, maar kijk dan wat we op de officiële site lezen over deze locatie:

quote:
KM 155
ODENAS

Part of the territory of Odenas is home to Mont Brouilly, which has become an early season classic since its inclusion on the Paris-Nice route in 2014 (Tom-Jelte Slagter's victory in Belleville), 2016 (stage cancelled due to snow), 2017 (Julian Alaphilippe's time trial victory) and 2021 (Primoz Roglic's victory in Chiroubles). The mountain is topped by the chapel of Notre-Dame aux Raisins, which is the object of an annual pilgrimage on 8 September. It was built to protect the vineyard after the hail, frost and powdery mildew that ravaged it between 1850 and 1852. The foundation stone was laid in 1854 and the inauguration took place in 1857. The altar has the inscription "To Mary against powdery mildew", while on the façade is inscribed "To Mary, protector of the Beaujolais". The largest wine estate in the Beaujolais, Château de la Chaize, is located in the municipality.
Ze hemelen Mont Brouilly helemaal op, maar we gaan helemaal niet naar de top klimmen?! :'( Ik snap er helemaal niets meer van. Dat laatste steile stuk erbij was de perfecte afsluiter geweest van deze heuvelrit. Thierry kwam ontzettend dicht in de buurt van de perfecte etappe. Maar door deze onbegrijpelijke omissie eindigen we een paar punten lager. Het is extra gekmakend dat we na slechts 1,8 kilometer klimmen aan 5% een rondje om Mont Brouilly heen gaan fietsen, waarna we aan het eind van onze ronde langs het punt gaan fietsen waar de weg omlaag was uitgekomen. We maken extra kilometers, vlakke kilometers. Deze jongen snapte het bij het onthullen van het parcours al niet, maar het hele idee van de organisatie is me in de tussentijd ook niet duidelijk geworden. Ze noemen Mont Brouilly gewoon? Ga er dan overheen?



Nou, we moeten het dus doen met 1,8 van de 3,6 kilometer. Na het laatste, veel te korte klimmetje, aan een procent of vijf gemiddeld, zijn we na 155 kilometer boven in het dorpje Brouilly. Het is nog 14 kilometer fietsen tot de finish en we beginnen de finale met een grote ronde om Mont Brouilly heen. De weg over de berg heen zal wel te smal bevonden zijn ofzo, ik weet het niet, ik blijf ziedend. De weg om de berg heen is ook niet gigantisch breed, dus dat kan het eigenlijk niet zijn. Na de 1,8 kilometer omhoog gaat het een kilometer of vijf licht naar beneden, met af en toe tussendoor een kort knikje omhoog. We fietsen langs heel veel wijndomeinen en heel wat wijnkastelen, terwijl we een aantal niet al te gevaarlijke bochten tegenkomen. Na een tijd slaan we linksaf en dan zetten we over een bredere weg koers richting Saint-Lager. Toch leuk, lager in een wijnstreek. Het blijft wat vals plat omlaag lopen, op een kort knikje omhoog in Saint-Lager na. Paar flauwe bochtjes hier ook, en een korte passage over steentjes. Buiten het dorp zetten we koers richting Cercié, bij het bereiken van dit dorp slaan we bij een rotonde rechtsaf en dan gaan we daarna rechtdoor een kilometer vals plat omhoog fietsen over een brede weg. Na dit laatste knikje omhoog gaat het twee kilometer rechtdoor vals plat omlaag, tot we op ongeveer zeven kilometer van de finish uitkomen bij een rotonde. Hier volgt het tweede minpunt van de etappe. We botsen op een rotonde aan de buitenrand van de finishplaats. We kunnen rechtdoor naar de finish, in plaats daarvan fietsen we met een boog om de stad heen. Een paar extra vlakke kilometers toegevoegd aan de rit, maar waarom eigenlijk? Om de sprinters nog een kans te geven, of iets? Ik snap het idee er niet helemaal achter, ik vind de finale van deze rit een beetje een domper op de feestvreugde. Enfin, nu ik mijn kritiek luid en duidelijk heb genoteerd kunnen we door met de onnozele slotfase van de rit. Die kan eventueel nog aardig uitpakken als er net als dinsdag een eenzame vluchter vooruit is met een samenwerkend groepje erachter, we zullen het glas maar eens halfvol bekijken. Op zeven kilometer van het eind gaat het bij een rotonde naar links, we dalen rustig verder af naar de volgende rotonde, op zes kilometer van het eind. Hier gaat het rechtdoor en hier wordt de brede weg ook zo goed als vlak. Over een gigantisch brede weg rijden we met een boog om Belleville-en-Beaujolais heen. De weg buigt steeds een beetje flauw af naar rechts, terwijl we om de zoveel tijd een rotonde tegenkomen. Dat zijn goede momenten om aan te vallen, als er hier nog meerdere vluchters samen zijn. Het nadeel is dan weer dat je lang in het zicht blijft, de weg is heel breed en heel recht. Op ongeveer twee kilometer van het eind komen we uit bij een dubbele rotonde, we duiken nu definitief de stad in. Twee keer gaat het naar rechts, waarna we rechtdoor gaan fietsen tot op 500 meter van het eind. Na de dubbele rotonde loopt de weg een kilometer vals plat omhoog, we komen 15 meter hoger uit en dus gaat het gemiddeld aan 1,5% omhoog, jawel! Eigenlijk pakken we deze hoogtemeters vooral in een halve kilometer mee, er is dus nog wel even een strookje aan een procent of drie waar je ook nog je beslissende demarrage kunt plaatsen. Je kunt ook wachten op de sprint, op 500 meter van het eind gaat het scherp naar rechts en daarna gaat het op een vlakke manier rechtdoor tot aan de finish. De weg is breed, nu wel. Krijg je een keer geen massasprint, ligt er ineens wel een aankomst op een fatsoenlijke weg. Toch gelachen.



Voor de allereerste keer ooit is de Tour de France in Belleville-en-Beaujolais, een stad in het departement Rhône, regio Auvergne-Rhône-Alpes. De gemeente maakt deel uit van het arrondissement Villefranche-sur-Saône en er wonen ongeveer 13.500 mensen. Ik heb een klein beetje haast, dus we gaan even Wikipedia kopiëren zonder de boel te factchecken: In de Gallo-Romeinse periode lag de nederzetting Lunna op het grondgebied van de gemeente. In de 12e eeuw kreeg Belleville van Humbert III van Beaujeu een stadscharter. Hij liet ook een stadsmuur bouwen en er kwam een augustijner priorij in de stad. In 1164 werd die priorij een abdij. De kerk Notre-Dame van Belleville, de abdijkerk, was klaar in 1179 en de heren van Beaujeu kozen deze kerk als hun grafkerk. Belleville had een belangrijke rivierhaven op de Saône waar hout, graan, olie en wijn werden verscheept. Na een bloeitijd tijdens de middeleeuwen kende de stad vanaf de 16e eeuw moeilijker tijden door epidemieën en oorlogsgeweld tijdens de godsdienstoorlogen. Door de komst van de spoorweg in de 19e eeuw verloor de rivierhaven van Belleville aan belang en het zwaartepunt van de gemeente verplaatste zich van het oosten aan de rivier naar het westen rond het treinstation. Naast wijnhuizen kwamen er ook fabrieken in de gemeente. Hey, een rivierhaven die aan belang verloor, dat kennen we nog van startplaats Roanne. In Belleville zijn dit blijkbaar de gebouwen die je moet bekijken: Kerk Notre-Dame, voormalige abdijkerk gebouwd tussen 1168 en 1179, Hôtel-Dieu (18e eeuw), voormalig armenhuis/ziekenhuis en Usine Roux, voormalige fabriek voor houtverwerking, opgericht eind 19e eeuw en gesloten in 1970. Drie gebouwen, daar ben je zo doorheen. Kun je daarna mooi ergens wijn gaan drinken, want we fietsen, is wellicht al opgevallen, door een wijnregio. De officiële site geeft ook aan dat je naar Mont Brouilly kunt gaan, een mooie berg van vulkanische oorsprong. Laat me met rust. De Tour is nog nooit in Belleville-en-Beaujolais geweest, maar andere koersen wel. Parijs tegen Nice kwam hier blijkbaar met enige regelmaat voorbij, telkens won er een sprinter. Fabio Baldato, Robbie McEwan, Tom Boonen en Gert Steegmans, allemaal rappe mannen aan het feest. Tot Titi Voeckler zich ermee kwam bemoeien. Hij won in de editie van 2011 in Belleville. Het was een rit met een heuvelachtig karakter, net als nu. In een sprint van vier was hij Pauriol, De Gendt en Di Gregorio te snel af, toch een imponerend stel bij elkaar. Merkwaardig genoeg noemen ze één aankomst niet. Die in de Parijs-Nice van 2014. Ik vind het grenzen aan discriminatie dat ze deze rit vergeten, want in 2014 won een ongekend schroeiende Tom-Jelte Slagter hier. Hij leek op weg om die Parijs-Nice te winnen, tot hij getorpedeerd werd door Wilco Kelderman. En daarna hebben we nooit meer iets van Tom-Jelte vernomen. In 2018 passeerde de Dauphiné dan weer hier. In een toch lastige rit, met meerdere klimmetjes die we vandaag ook gaan zien, waren we alsnog getuige van een massasprint. En die massasprint werd gewonnen door Pascal Ackermann, want die kon er toen nog wat van. Tot zover Belleville-en-Beaujolais, op de wijn na niet echt een aanrader.



Kijk die kerk dan, blijkbaar het lokale hoogtepunt. Tja. Rond de kerk wordt het 27 graden, geen kans op regen en een klein beetje wind uit het noordwesten. Wat wind in de rug in de laatste kilometers, al staat ie dan in de laatste twee kilometer weer vooral tegen. In Roanne wordt het 26 graden, ook daar geen kans op regen en weinig wind. De rit begint om 13:05, deze keer duurt de neutralisatie een kwartier. Sporza en de NOS zijn er pas weer rond 14:20 bij en dat kan tijdens deze rit écht niet. Dit wordt vuurwerk vanaf de allereerste meter, dus gaan we weer verplicht gebruik moeten maken van Eurosport 2 of de PLAYER en varianten daarvan. Het begin mag je echt niet missen. Het einde ook niet, aankomst tussen 17:21 en 17:46.



Dit wordt 100% een rit voor de vluchters. Voor een uitgebreidere beschouwing heb ik geen tijd, dus gooi ik vijf namen in de strijd en zoeken jullie het maar mooi uit.
1. Mohoric. Dit probeerde ik dinsdag al, maar toen werd het ploeggenoot Bilbao. Nu dan een nieuwe poging.
2. Jorgenson. Die gunnen we een herkansing na zijn calvarietocht op Puy de Dôme.
3. Neilands. Waarom niet nog een keer? De toverdrank die ze dit jaar bij Israel hebben gevonden is heel erg sterk.
4. Bettiol. Nog te weinig Bettilol gezien deze Tour, ik heb wel zin om me weer een paar uur te verbazen over zijn strapatsen.
5. Martin. Guillaume deed dinsdag nog een krampachtige poging om weg te sluipen uit het peloton, hij doet er goed aan om nu vanaf het begin op de afspraak te zijn. Op die manier kan hij weer op zijn gebruikelijke wijze richting de eerste tien sluipen.
pi_209879582
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:08 schreef Chippiegang het volgende:
Jose zegt, waar rijd je naar toe, Het is niet dat Mathieu vaker ontsnappingen van deze afstand doet ofzo
Maar niet dit soort afstanden met nog 11km klimmen aan 7%
pi_209879593
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:09 schreef Wienerschnitzels het volgende:

[..]
Maar niet dit soort afstanden met nog 11km klimmen aan 7%
Ik laat me dan ook graag verrassen. Als hij met voorsprong over deze klim komt, en in de afdaling nog wat extra kan pakken gaat hij dicht komen
pi_209879595
Woefer Vocsnor. :')
  Moderator donderdag 13 juli 2023 @ 16:11:09 #5
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_209879602
quote:
1s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:11 schreef Slobeend het volgende:
Nu nog startinterviews :')
Haha ja eerder hadden ze daar geen tijd voor denk ik haha
pi_209879607
Goed geanticipeerd door Van der Poel
pi_209879608
Dit lijkt mij geen 40 seconden
pi_209879610
quote:
1s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:11 schreef Slobeend het volgende:
Nu nog startinterviews :')
Zijn de mannetjes van de radio al geweest?
pi_209879611
matje achter matje aan. en madje kan niet volgen. tof
"Und Niemals Vergessen - Eisern Union!"
  Moderator donderdag 13 juli 2023 @ 16:12:17 #11
362868 crew  Slobeend
of all places
  Moderator donderdag 13 juli 2023 @ 16:12:25 #12
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_209879616
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:12 schreef TargaFlorio het volgende:

[..]
Zijn de mannetjes van de radio al geweest?
Ja.
  donderdag 13 juli 2023 @ 16:12:25 #13
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_209879617
Ach Flip
  donderdag 13 juli 2023 @ 16:12:30 #14
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_209879620
Flip :')
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_209879622
#ExitAlaphilippe
pi_209879624
Flip is ook wel klaar he
pi_209879627
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:10 schreef Chippiegang het volgende:

[..]
Ik laat me dan ook graag verrassen. Als hij met voorsprong over deze klim komt, en in de afdaling nog wat extra kan pakken gaat hij dicht komen
Nee.

Echt je doet net alsof Mathieu een of andere wereldtopper is in wedstrijden als LBL en Klasikoa. Mathieu is goed in het Vlaamse land met de korte heuvels en op kasseien. Kijk op PCS naar zijn winsten en je ziet geen enkele zware heuvel/bergrit met lange heuvels.

[ Bericht 0% gewijzigd door Wienerschnitzels op 13-07-2023 16:18:48 ]
pi_209879631
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:12 schreef DombohetOlifantje1 het volgende:
#ExitAlaphilippe
#functieelders
  donderdag 13 juli 2023 @ 16:13:30 #19
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_209879635
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:12 schreef DombohetOlifantje1 het volgende:
#ExitAlaphilippe
Op weg naar einde carrière zoals Peter Sagan.
pi_209879636
De Belgen krijgen klap op klap.
pi_209879642
VdP _O_
pi_209879644
Ik hoop stiekem nog steeds op UAE.
pi_209879647
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:12 schreef Wienerschnitzels het volgende:

[..]
Nee.

Echt je doet net alsof Mathieu een of andere wereldtopper is in wedstrijden als LBL en Klasikoa. Mathieu is goed in het Vlaamse land met de korte heuvels en op kasseien. Kijk op PCM naar zijn winsten en je ziet geen enkele zware heuvel/bergrit met lange heuvels.
die etappe met twee keer de muur van Bretagne vergeten?
"Und Niemals Vergessen - Eisern Union!"
pi_209879649
quote:
0s.gif Op donderdag 13 juli 2023 16:12 schreef Wienerschnitzels het volgende:

[..]
Nee.

Echt je doet net alsof Mathieu een of andere wereldtopper is in wedstrijden als LBL en Klasikoa. Mathieu is goed in het Vlaamse land met de korte heuvels en op kasseien. Kijk op PCM naar zijn winsten en je ziet geen enkele zware heuvel/bergrit met lange heuvels.
Hahaha lekker moment om dit te zeggen
  donderdag 13 juli 2023 @ 16:14:33 #25
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_209879651
50km solo, prima
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')