abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator maandag 3 juli 2023 @ 07:47:09 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_209741886
Etappe 3: Amorebieta-Etxano - Baiona, 193,5 km

Zo, dat was de kortste langste rit ooit. We gaan daar heel makkelijk aan voorbij, maar over een jaar of 10 is de maximale lengte van de rit waarschijnlijk een kilometer of 150. De grenzen zijn aan het opschuiven en het duurelement van de sport staat daardoor wel langzaam op de tocht. Al weet ik niet of dit het moment is voor dit soort beslommeringen, want er gebeurde een hoop. Vooral in België. De rit ging van start in Gasteiz en daar waren de Basken uiteraard ook weer op de afspraak. Het was weer de hele dag genieten van de talrijk aanwezige fans en natuurlijk ook van de omgeving. Als ik mezelf ooit afvraag of mijn passie misschien een beetje gek is hoef ik alleen maar de beelden van deze etappes terug te kijken, dan weet ik het antwoord meteen weer. In het begin van de etappe reden er heel snel drie renners weg, veel sneller dan ik had verwacht. Wel drie sterke renners, Neilson Powless in z'n bolletjestrui, de TGV Remi Cavagna en Edvald Boasson Hagen. Die laatste was vooral vroeger sterk, maar toch. Ze kregen een voorsprong van een minuut of vier, terwijl ze van Araba naar Gipuzkoa reden. UAE begon te controleren, Matxin wilde het natuurlijk niet laten gebeuren dat een andere ploeg met de prijzen ging lopen in zijn Baskenland. Erekwestie. Ieder klimmetje reden ze heel snel op, wat de benen van heel wat renners heeft gesloopt. Over slopen gesproken, op een van die klimmetjes moest Cavagna vooraan lossen. Hij hield minder lang stand dan een al jaren uitgerangeerde Boasson Hagen, Taus is onmisbaar. De voorsprong van de overgebleven koplopers liep terug naar twee minuten, maar daar bleef het lang bij. UAE zette heel wat mannetjes op kop, maar het was moeilijk om een ontketende Powless terug te pakken. Hielp ook niet mee dat Trentin op z'n bek ging. Qua valpartijen viel het gelukkig mee, maar we hebben er toch een aantal gezien. De renners werden getrakteerd op Baskisch weer, een heerlijk regenbuitje zorgde voor wat nattere en gladdere wegen. Hoewel Trentin uiteindelijk het enige slachtoffer was, een latere valpartij werd eerder veroorzaakt door materiaalpech.

De rit draaide vooral om de beklimming van de Jaizkibel. Daar moest het gaan gebeuren en dat wist iedereen. Hoewel er onderweg niet rustig werd gereden moest de koers toch beslist gaan worden op de iconische Jaizkibel. In aanloop naar de Jaizkibel reden we door allerlei bekende plaatjes waar een boel over te vertellen viel, wat de commentatoren nalieten. Ik was ziedend. Maar goed, er volgde een sprint richting de voet van de Jaizkibel en op die klim was het vooral UAE dat het tempo weer eens lekker wist op te schroeven. Beurtje van Jayco, en plotseling was de voorsprong van Powless als sneeuw voor de zon verdwenen. De Amerikaan mag wat langer in de bergtrui blijven rijden, maar de ritzege zat er niet in. Die leek uiteindelijk toch weer verdeeld te worden tussen de klassementsrenners. Op de top van de Jaizkibel lag een bonussprint en Simon Yates, Pogacar en Vingegaard hadden daar wel oren naar. Vingegaard deed alles wat hij kon om de boni's te pakken, maar zoals altijd in een sprint was Pogacar hem te snel af. Na de bonussprint trokken we meteen de afdaling in en Pogacar had goesting om door te koersen. Vingegaard zag dat niet zitten. Met een kleine versnelling hadden ze een gigantische voorsprong bij elkaar gereden, we weten alvast waar we tijdens de bergritten naar kunnen gaan kijken. Die twee staan heel ver boven de rest, niet normaal. Doordat Vingegaard niet overnam kwam er een groep renners terug vanuit de achtergrond. In die groep zag ik Bilbao zitten en toen wist ik wat er ging gebeuren. Hij schoof op naar de kop van de groep en niet veel later demarreerde hij. Bilbao is een van de beste dalers van het peloton en dat liet hij gisteren weer even zien. Wout van Aert moest alle zeilen bijzetten om Bilbao bij te houden, wat niet lukte. De Bask beschikte wellicht ook over wat meer parcourskennis, maar het is vooral een gave die je wel of niet hebt. Met een kleine voorsprong kwam Bilbao beneden en hij reed door. Als de groep naar elkaar gekeken had dan was ik nu de vrolijkste jongen op aarde geweest, maar de onvoorstelbare klootzakken van Jumbo besloten alles op alles te zetten om Bilbao terug te halen. Dit om Wout van Aert voor de zege te kunnen laten sprinten, wat heel raar is als je bedenkt dat ze bij Jumbo helemaal niets over hebben voor Wout. Totaal verkeerde ploeg waar hij voor aan het fietsen is.

Bilbao werd helaas voor mij weer gegrepen, waarna er meer aanvalspogingen volgden. Jumbo haalde alles terug, het moest een sprint gaan worden. Dat leek het ook te gaan worden, tot Victor Lafay demarreerde onder de vod. Hij wachtte tot het tempo een beetje zakte en poef, weg was ie. Kelderman reed op kop, maar hij had na al het eerdere kopwerk geen extra versnelling meer in de benen om Lafay terug te halen. Benoot was niet meer in de buurt, terwijl Vingegaard en Van Aert hun eigen redenen hadden om niet te rijden. Daardoor liep Lafay verder uit. Uiteindelijk kwam Benoot nog een keer terug voor een ultieme inspanning, maar het was te weinig en te laat. Van Aert ging de sprint vrij laat aan en hij strandde op het wiel van Lafay. Victor fucking Lafay die een rit wint in de Tour. Een rit in het Baskenland ook nog eens. Lafay, van Cofidis ook nog eens. De ploeg die al sinds 2008 geen rit meer had gewonnen in de Tour, een levende meme. Nu pakken ze gewoon een ritzege. Niet met Martin, Coquard of Izagirre, nee, met Lafay. Degene die zijn hallucinante vormpiek zag aankomen is nu rijk. Geenszins een slechte renner, maar dit is wel even een ander verhaal. Het verhaal was heel lang dat hij de sport niet echt serieus nam en niet goed trainde, met dat verhaal in je achterzak kun je een plotselinge sprong vooruit makkelijk verklaren, maar dit zijn meteen tien sprongen vooruit. Ik vind het op z'n minst bijzonder. Zoals ik het ook heel bijzonder vind dat heel België in rep en roer is. Jonas Vingegaard reed niet op kop voor Van Aert. Ja, logisch toch? Jumbo is hier om de Tour nog een keer te winnen, dan moet degene die de Tour wil winnen niet onnodig op kop gaan rijden. En dit was onnodig, want hij had er krachten mee verspild en hij had nog meer achterstand opgelopen ten opzichte van zijn grootste concurrent. Pogacar beheerst het spel der bonificaties een stuk beter dan Vingegaard, vandaag pakte hij alleen daardoor al zeven seconden op Vingegaard. Als Vingegaard Van Aert naar de zege had gereden had Pogacar twee tellen extra gepakt. Tel uit je winst. Het is natuurlijk ook niet zo dat Van Aert nog nooit iets heeft gewonnen. Hij heeft al negen ritten in de Tour, in België doen ze nu net alsof hem iets heel erg is ontnomen. Ik kijk er nog steeds met stijgende verbazing naar. De meltdown van vooral José was... ongezien.

Het leukste aan dit soort dingen vind ik altijd om de zaken een beetje om te draaien. Stel, Vingegaard was een Belg en Van Aert een Deen. Dan hadden de Belgen het perfect begrepen. Dan zouden ze wel de andere kant van het verhaal kunnen zien, dan zouden ze snappen dat iemand die voor Tourwinst gaat niet druk bezig is met de ritzeges van een ploeggenoot. Het lollige is verder natuurlijk ook dat we het hebben over ieman die de Tour al heeft gewonnen, niet iemand die al zijn krachten spaart voor een Louis Meintjes-klassement. De Tour winnen, dat gaat echt ergens over. En er wordt uiteraard ook niet gekeken naar de andere renners, een Benoot liet ook wel een paar steken vallen. Bovenal vergeten ze dat de koers de koers is. Af en toe heeft iemand ook gewoon goede timing en Lafay speelde het perfect. Kan ook gebeuren. Maar ik vind het wel heel fijn dat Jumbo in ieder geval niet gewonnen heeft. Een beetje mijn Pello een gedroomde ritzege in het Baskenland door de neus boren, dat ze bij Jumbo nog maar heel vaak op legoblokjes mogen stappen. Oja, ook niet onbelangrijk: zonder Jumbo was Van Aert natuurlijk nooit de renner geworden die hij nu is. Als hij een paar jaar geleden naar een andere ploeg was gegaan hadden we hem nooit zo zien klimmen. Het was dan een redelijke renner voor de klassiekers geworden, niet meer dan dat. Jumbo heeft van iemand die net boven het gemiddelde hing een wereldtopper weten te maken, mogen ze wel wat meer respect voor krijgen.

Goed, het werd in ieder geval wel extra vermakelijk door de meltdown van de Belgen. We waren onderhand langer bezig met het nagerecht dan het hoofdgerecht. Ergens ook jammer, want het was weer een geweldige dag in het Baskenland. De tweede van drie dagen. De derde Baskische dag komt er nu aan. Een dag die heel leuk begint, maar richting het eind wordt het steeds vlakker. We gaan waarschijnlijk sprinten. Het Baskische avontuur wordt afgesloten in Baiona, we gaan nog een keer de hele dag wapperen met onze ikurrina.





De derde en helaas laatste dag van deze onovertroffen Grand Départ gaat van start in Amorebieta-Etxano, een stad die door de Basken Zornotza wordt genoemd. Traditioneel wordt in het Baskisch Zornotza (of Zorrontza ) gebruikt, en in het Spaans Amorebieta. Omdat een van de twee als officieel moest worden beschouwd, koos de gemeente in september 1979 voor Amorebieta, en zo werd de officiële naam van de gemeente Amorebieta-Echano. Later volgde een aanpassing om de boel wat Baskischer te spellen, zodoende werd het in juni 1997 Amorebieta-Etxano. De Euskaltzaindia, de Royal Academy of the Basque Language, oftewel het Baskische taalinstituut, vond dit geen goede keuze van de gemeente. Op basis van de historie zou men voor de naam Zornotza moeten kiezen, want zo heette het gebied waar de dorpjes Amorebieta en Etxano los van elkaar ontstonden. Na het einde van het Franco-regime nam het stadsbestuur de suggestie van Euskaltzaindia echter niet in overweging en gebruikt het de officiële naam Amorebieta-Etxano, die uit het Spaans komt. De burgers van de stad, dat zijn er ongeveer 19.000, spreken wel van Zornotza, vooral als ze met elkaar in het Euskara aan het babbelen zijn. De Tour was nog nooit eerder in Zornotza, uiteraard. De Tour is heel weinig in Euskadi geweest en als ze er al waren dan gingen ze naar Donostia of Gasteiz. Nu gaat er een rit van start in Zornotza en dat is best verrassend te noemen. Het is niet de grootste stad van het Baskenland, of de meest bijzondere stad. Ik had een start verwacht in Eibar, de belangrijkste stad als het over het Baskische wielrennen gaat. Het hart van het Baskische wielrennen, zogezegd. Daar waar Orbea en BH vandaan komen, daar waar jaarlijks de Itzulia eindigt. Arrate, de heilige berg boven de stad. Maar nee, geen Eibar deze Tour. De druiven zijn begrijpelijkerwijs heel zuur in die stad. We moeten het doen met Zornotza, de stad die we vooral kennen van de Klasika Primavera. Dat was een profkoers die inmiddels al een paar jaar niet meer is georganiseerd. In 2019 werd Carlos Betancur de voorlopig laatste winnaar van deze koers, tenminste, van de profversie van de koers. De 1.1-koers is van de kalender verdwenen, maar de lokale wielerclub, SC Amorebieta, organiseert nog wel een juniorenkoers en een beloftenkoers. Die laatste werd dit jaar gewonnen door Hugo De la Calle, hij versloeg niemand minder dan het duo van Laboral Kutxa, Unai Zubeldia en Iker Mintegi. Iker en Unai gaan volgend jaar prof worden bij Euskaltel, ik heb er waanzinnig veel vertrouwen in. De lokale wielerclub doet blijkbaar wel nog z'n best om de profkoers terug te laten keren. Ze hebben last gehad van de coronapandemie, maar ook van het feit dat er blijkbaar te weinig vrijwilligers zijn. Genoeg vrijwilligers voor een juniorenkoers, maar niet voor de profkoers, ergens is dat bijzonder. Het zal vast ook een geldkwestie zijn, wat dat betreft is het typisch dat ze hier dan wel weer een rit van start kunnen laten gaan. Het zijn welhaast Nederlandse praktijken, geen geld voor de lokale koersen maar wel voor het Tourcircus. Naast de wielerclub SC Amorebieta heb je ook SD Amorebieta, dat is een voetbalclub. Die speelden vorig jaar een jaartje in de Segunda Division, maar dat werd geen heel groot succes. Net als Athletic probeerden ze het met een ploeg vol Basken, alleen dan van het derde of vierde garnituur. Ze degradeerden meteen weer. Dat was even vervelend, maar het goede nieuws is dat Amorebieta een paar weken geleden weer is gepromoveerd! Ze zullen volgend seizoen samen met Eibar weer actief zijn op het tweede niveau, wat best knap is als je ziet hoe klein beide steden zijn. De Baskische wielercultuur is fascinerend, de Baskische voetbalcultuur net zo zeer. Amorebieta is vooral een industriestad, met ook een behoorlijk aanwezige dienstensector. Tevens een stad die tijdens de Spaanse Burgeroorlog te maken kreeg met een grote brand in 1936, waardoor redelijk wat historische gebouwen verloren zijn gegaan.



Amorebieta-Etxano ligt in de provincie Bizkaia. Dat is de provincie waar de Tour de France begon, de provincie die we misschien beter kennen als Biskaje. De Golf, weet je wel. Bizkaia is de provincie met de meeste inwoners, er wonen in heel Biskaje ongeveer 1,1 miljoen mensen. De provincie zal het meeste geld in het laatje van ASO hebben gebracht en dus krijgen ze na een rit volledig op Bizkaiaans grondgebied ook nog een start van een etappe cadeau. Amorebieta is de stad waar Beñat Intxausti woonachtig zou moeten zijn. Die komt oorspronkelijk uit Muxika, iets ten noorden van de stad, tijdens de eerste rit reden we door zijn geboortedorp heen. Nu gaan we van start in de stad waar hij woont. Intxausti was een fantastische klimmer, dankzij die klimkunsten wist hij twee etappes te winnen in de Giro. Zijn carrière eindigde dan weer in mineur, hij kwam de ziekte van Pfeiffer nooit meer te boven. Aan het eind van zijn carrière reed hij drie jaar voor Team Sky zonder vel te rijden, amper 20 koersdagen bij elkaar. Hij sloot af bij Euskadi-Murias, alwaar hij 14 DNF's wist te noteren. Ik blijf dat zielig vinden, hij had zoveel meer in zijn mars. Intxausti was er ook bij toen Xaxier Tondo in 2011 overleed, de man heeft nogal wat meegemaakt. Een auto-ongeluk ook nog eens een tijd terug, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Andere renners die we in verband kunnen brengen met Amorebieta-Etxano zijn onder meer de broertjes Silloniz. Josu en Aitor, allebei reden ze zeven jaar voor Euskaltel zonder belangwekkende resultaten te noteren. Aitor won ooit een rit in de Ronde van de Toekomst, veel verder kwamen ze niet. Er reed nogal wat pelotonvulling rond bij Euskaltel, toch hielden we ontzettend veel van die ploeg. Als je uit een kleine vijver moet vissen is de kans natuurlijk groot dat je het tussen de grote vissen door ook met een paar guppies moet doen. Een renner met een groter palmares afkomstig uit de stad is Felipe Alberdi, hij won in 1960 een rit in de Ronde van Spanje. Heel recent hebben we Amorebieta nog in koers gezien, tijdens de afgelopen Ronde van het Baskenland kwam de koers hier voorbij. De vijfde rit ging van Amorebieta naar Amorebieta, het was een rit met redelijk wat heuveltjes die eindigde in een sprint van een groep van een man of 20. In die sprint bleek Sergio Higuita de snelste te zijn, alweer een Colombiaan die won in Zornotza. Nog even over de Klasika Primavera, een koers die met wat geluk in de toekomst weer op de kalender zal verschijnen: recordwinnaars zijn de Basken Eusebio Velez en Federico Echave, en Alejandro Valverde, allemaal wonnen ze de koers drie keer. Leuk stukje trivia van de Baskische Wikipedia: Sinds 2000 zijn er geen verkeerslichten in Zornotza en zijn er in plaats daarvan rotondes aangelegd. Sinds 2000 is mede daardoor het aantal ongevallen echter met 80% gedaald. Op economisch gebied heeft het ontbreken van verkeerslichten ervoor gezorgd dat het gemeentehuis heel veel kosten heeft bespaard. Vind ik een nuttige toevoeging. Als we tourism.euskadi.eus geloven, en dat doen we, is Amorebieta-Etxano een stad op een ongeëvenaarde locatie met uitzicht op omliggende bergen als Bizkargi en Urrimendi. Het geaccidenteerde terrein wordt doorkruist door de rivier de Ibaizabal. Verschillende buurten vormen de gemeente en ze herbergen allemaal verschillende soorten historische erfgoed. We beginnen ons bezoek in het stadscentrum van Amorebieta-Etxano, waar we de kerk van Santa María de Asunción zullen zien , die opvalt door zijn hoofdaltaar. Na een bezoek aan het paleis van Cancelada, een prachtig neoklassiek gebouw, komen we aan in de wijk Bernagoitia met zijn kerk van San Miguel en de Berna-toren , die middeleeuwse overblijfselen bewaart. Evenzo kunnen we genieten van een prachtig uitzicht op de vallei en de omliggende bergen. Als we de wijk San Antonio binnenkomen, zullen we versteld staan ​​van de hermitage van San Miguel de Dudea, een van de mooiste in de gemeente. Het gebied van Larrea daarentegen valt op door het convent van Larrea en het paleis van López, ook al een prachtig neoklassiek gebouw. Uiteindelijk komen we bij Etxano en Boroa. Beide zijn opmerkelijk vanwege hun landelijke karakter en beide vormen rustige en mooie gebieden met ontspannende wandelingen en prachtige uitzichten op de bergen Oiz en Belatxikieta. Amorebieta-Etxano organiseert het hele jaar door vele festiviteiten, maar het patroonheiligefestival vindt midden juli plaats, gewijd aan de Virgen del Carmen. Is dat wervend of is dat wervend?




Een van de opvallendste objecten van Amorebieta is nog niet eens genoemd, dat is dat rare ding op een rotonde in het centrum. Het is het werk van Andrés Nagel, een kunstenaar uit Donostia. Het is een titelloos beeldhouwwerk met een hoogte van acht meter, in de volksmond La Patata genoemd, de aardappel. Wel een gevaarlijke aardappel, want er steken zeven doornen uit de aardappel. Als je een rondje loopt om het kunstwerk kun je de naam van de stad aflezen, er zijn allerlei letters in het kunstwerk gekalkt. Vijf jaar na de inhuldiging in 2003 veroorzaakte het beeld een lang conflict tussen Nagel en het stadsbestuur, toen het om stedelijke redenen werd verplaatst. Verdediger van intellectueel eigendom, de kunstenaar was van mening dat de verandering van locatie afbreuk deed aan het monument. Hoewel de rechtbanken het aanvankelijk met hem eens waren, van mening dat schadevergoeding in geval van verplaatsing gepast was, oordeelde de Hoge Raad uiteindelijk in het voordeel van de gemeenteraad en keurde de overdracht goed als er sprake was van "algemeen belang". Eerder had Nagel verklaard dat hij nog liever zou hebben dat ze het werk vernietigden dan verplaatsen naar een minder relevante locatie. Mensen met de achternaam Nagel, bijzondere figuren. De bekendste muzikant uit Zornotza is overigens Mikel Urdangarin, een singer-songwriter waar heel wat emotieloze do-re-mi-fa-sol-weer-een-algoritmeknaller-vol-singer-songwriters nog wat van zou kunnen leren. Oprechte muziek, met oprechte emotie. Tot zover de introctie tot Zornotza. Aan de rand van de stad gaat de rit officieus van start. We vertrekken vanop een grote parkeerplaats, in de buurt van het Jauregibarria Parkea, een mooie park met een paar kunstmatige watervalletjes. Aan de andere kant van de weg vinden we een lokaal sportcomplex, waar we onder meer de de lokale tennisbaan zien, zowaar een pumptrack en de Abel Barriola Frontoia, een overdekte fronton. Pelota spelen, maar dan binnen. Dan weet je dat het echt serieus wordt en dat ze hier de sport op een professionele manier beoefenen. Die overdekte zalen zijn vaak een stuk groter en beschikken over een tribune, want pelota nemen ze hier echt ontzettend serieus. Abel Barriola is een bekende voormalig pelotaspeler, niet afkomstig uit Amorebieta maar uit het Leitza van Mikel Nieve. Bescheiden en hardwerkend van aard, was hij zo geliefd dat ze godbetert in Amorebieta een pelotabaan naar hem hebben vernoemd. Voorbij de frontoia rijden we dwars door het centrum van Zornotza alwaar we uiteraard passeren langs La Patata. Na heel wat rotondes in de stad komen we buiten Zornotza in de vallei terecht. We fietsen richting het oosten, richting Eibar. Die stad zullen we alleen nooit bereiken, dat blijft sip. Buiten Zornotza gaat de rit officieel van start en dan fietsen we in de eerste vijf kilometer van de etappe rechtdoor over brede wegen in de vallei naar Durango. Amper bochten, rotondes en hoogtemeters, het is een makkelijk begin. Pas in Durango zelf mogen de renners gaan sturen, meerdere bochten en rotondes hier. Durango is een plaats die bekend is met de koers, zo bestaat al enige jaren de vrouwenploeg Bizkaia-Durango. Voor die ploeg rijdt onder meer Heidi Gaugain, een renster die een arm mist. Daarnaast hebben ze hun eigen wedstrijd, een koers voor vrouwen. Durango - Durango Emakumeen Saria. Emakumeen is vrouwen, saria is een prijs. Die wedstrijd is regelmatig gewonnen door Marianne Vos, Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten, dit jaar ging de zege naar Ashleigh Moolman-Pasio.



Durango is ook een stad in de Verenigde Staten, niemand minder dan Sepp Kuss is uit die stad afkomstig, net als Quinn Simmons. Die stad in de VS is dan weer vernoemd naar Durango in Mexico en Durango in Mexico is ooit gesticht door Baskische ontdekkingsreizigers. Die stichtten Nuevo Vizcaya in wat nu Mexico is en noemden nieuwe nederzettingen naar plaatsen uit het Baskenland die ze er een beetje op vonden lijken. In Durango zou je kunnen beginnen aan de klim naar Urkiola als je rechtsaf slaat. Urkiola is de meest heilige Baskische klim, nog heiliger dan Arrate. De berg had vroeger z'n eigen koers, Subida a Urkiola. De laatste editie werd in 2009 gewonnen door mijn held Igor Antón. Als je zou klimmen naar Urkiola kom je halverwege voorbij Mañaria, een dorpje waar Mikel Bizkarra uit afkomstig is. En Julian Gorospe, een voormalig renner die ooit een rit won in de Tour. Gorospe is tegenwoordig politiek actief, hij zit in de gemeenteraad in Iurreta namens de EAJ/PNV. Nationalistisch, doch conservatief. Iurreta ligt tegen Durango aan, we fietsen er net niet doorheen. De ploegbaas van de wielerploeg Bizkaia-Durango, Agurtzane Elorriaga, komt ook uit dat Iurreta, net als Joseba Sarrionandia, een van de bekendste Baskische schrijvers wiens werk helaas niet in het Nederlands vertaald is. Maar goed, terug naar Durango. Andrés Gandarias woonde in die stad, een renner die in 1969 vijfde wist te worden in de Tour de France. Het is een historische stad met een bezienswaardig centrum, tevens de eerste stad die tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd gebombardeerd. Het verhaal van Gernika is veel bekender, maar op 31 maart 1937, een maand voor het bombardement van Gernika, sloegen de Italiaanse luchtmacht en vliegtuigen van het Duitse Legioen Condor hier als eerste toe. De stad werd net als Gernika grotendeels gesloopt en er kwamen 400 mensen om het leven. De ravage in Gernika was nog groter, maar dit was ook vrij dramatisch. Heb ik al gezegd dat Franco een lul is? Via wat bochten en rotondes fietsen we dwars door Durango, waar gelukkig in de Casco Viejo nog steeds wat mooie gebouwen te vinden zijn, naar Abadiño. Abadiño is ook weer een belangrijk dorp, vooral omdat hier enkele bekende wielrenners vandaan komen. Mikel Zarrabeitia bijvoorbeeld, de man die tweede werd in de Vuelta van 1994 en de man die uit de wielen werd gereden door Frank Vandenbroucke in Avila. Tevens is David Etxebarria afkomstig uit Abadiño, de kleine Bask won in de Tour van 1999 liefst twee etappes. Hij reed ook een aantal jaar voor Euskaltel, voor hij in 2006 een van de vele slachtoffers werd van Operacion Puerto. Tegenwoordig is hij actief als ploegleider van een van de vele Baskische amateurploegen, tevens is hij een volgtip op twitter. @tatxu73 heeft overal een pittige mening over, geestig om te zien. Hij was ook een van de renners die geëerd werd tijdens de ploegenpresentatie, en terecht natuurlijk. We rijden in deze omgeving weer eens over een gigantisch groot industrieterrein, waar flink wat rotondes liggen. Je krijgt soms het idee dat het Baskenland voor de helft uit industrieterreinen bestaat, wat vermoedelijk ook gewoon zo is. De ene helft mooie natuur, de andere helft minder mooie maar broodnodige industrie. Als we de industrie achter ons hebben gelaten gaan we bijna beginnen aan de eerste klim van de dag, de komende vier kilometer gaat het aan 5,4% omhoog naar Trabakua. Die klim wordt bijna jaarlijks opgenomen in het parcours van de Itzulia, al beklimmen we 'm dan wel vaak van de andere kant. Het recept mag daardoor even goed bekend zijn: het is een snelweg praktisch rechtdoor omhoog. We kennen het Baskenland vooral van de smalle en steile paden, zo'n snelweg omhoog aan 5% geeft daarom vaak een bevreemdend beeld. In het begin van de klim rijden we langs het dorpje Berriz, en dat dorpje is dan weer de woonplaats van een andere Baskische grootheid, Marino Lejarreta! Een van de grootste Baskische renners ooit, hij won in 1982 de Vuelta en later zou hij ook nog een keer tweede en derde worden. Een man die hield van de grote rondes, tussen 1988 en 1991 reed hij er elf op rij, tot de vervelende Adam Hansen zich ermee ging bemoeien was dat een record. Na een derde plaats in de Vuelta van 1991 hield hij het voor gezien, maar de Basken zijn hem niet vergeten. Ook hij werd geëerd tijdens de ploegenpresentatie, nog veel terechter. Hij wordt ook geëerd door deze passage in zijn dorp, ze hebben bij het ontwerpen van het parcours toch behoorlijk veel rekening gehouden met alle Baskische grootheden. Nu moeten de commentatoren alleen nog een beetje meewerken en daadwerkelijk dit soort feitjes benoemen. Lees mijn shit, met andere woorden. Marino heeft ook een broer, Ismael, die prof was. Minder succesvol dan Marino, hij won niet veel, maar toch een keer of drie de Tour gereden. Ismael had een zoon, Iñaki, die dan weer professioneel mountainbiker werd. Tijdens een trainingstochtje werd Iñaki geschept door een auto in Iurreta, heel dicht in de buurt van zijn Berriz dus. Het Baskenland is een fietsparadijs, behalve dat je heel vaak de weg moet delen met de auto's en dat gaat helaas regelmatig mis.




De Altimetriasgoden gaan tegen de organisatie in, zij vinden dat de klim een stuk langer is. Ze nemen het eerste stukje vals plat en het laatste stukje vals plat mee en hebben het daardoor over 6,4 kilometer aan 4,6%, met een vals platte kilometer in het begin en daarna een lastige kilometer aan 7%. Over een viaduct rijden we bijna loodrecht omhoog langs Berriz af, waarna de klim weer twee kilometer vrij makkelijk is. Daarna komen we nog een lastige kilometer tegen, het gaat zelfs aan 8,5% omhoog met een stuk boven de 10%. In de slotkilometer zwakt het af naar 4,5% en na een stukje vals plat bereiken we na 14 kilometer de top van Trabakua. Een fijne klim om mee te beginnen, vooral dankzij die twee steile kilometers. Hier kunnen we eventueel een sterke kopgroep zien wegrijden en dat zou ik wel leuk vinden. De sprintersploegen een beetje pesten, moet kunnen. Trabakua is een klim van de derde categorie, een atypische klim. Twee keer een lang stuk rechtdoor over een viaduct bijna loodrecht omhoog, bijzonder. Boven komen we terecht op bekend terrein, we gaan na de klim rechtdoor omlaag naar Markina-Xemein. Normaal gaan we over deze weg omhoog tijdens de afsluitende rit rond Eibar in de Itzulia. Na de plek waar de organisatie de klim laat eindigen begint de afdaling overigens nog niet meteen, we fietsen nog een tijdje verder over een zo goed als vlakke weg voor we de echte top bereiken. Als we de echte top bereiken zien we een opvallend houten bouwwerk, het blijkt om een voetgangersbrug te gaan. Tussen de officiële top en de officieuze top staan er overigens normaal paaltjes op de weg, die mogen wel weggehaald worden. We rijden over het grondgebied van Mallabia, het plaatsje waar de fabriek van Orbea zich bevindt. We gaan niet langs de fabriek fietsen, maar ik wil het toch even genoemd hebben. Na een stukje van twee kilometer over het plateau, waar het heel minimaal op en af gaat, beginnen we aan een afdaling van negen kilometer richting Markina-Xemein. Dit wordt mogelijk de snelste afdaling ooit, want na een paar bochten in de eerste kilometer van de afdaling gaan we vervolgens rechtdoor omlaag over een snelweg. In het begin fietsen we even door een tunneltje en gaat het een kilometer of twee aan 8% omlaag, volledig rechtdoor. Daarna gaat het wat meer vals plat omlaag verder, hier gaan we ontzettend hoge snelheden halen. In principe is de afdaling volledig ongevaarlijk, maar als je hier om wat voor reden dan ook ten val komt heb je door de hoge snelheid wel automatisch een gigantisch groot probleem. Zo nu en dan staan er paaltjes in het midden van de weg, haal die maar weg. Veel meer valt er niet over te vertellen, rechtdoor omlaag over een snelweg richting Markina-Xemein, een plaats die we na 24 kilometer bereiken. We zijn pas een paar kilometer bezig en we hebben al genoeg meegemaakt. Markina-Xemein is het dorp van Txomin Juaristi, een renner van Euskaltel-Euskadi. Het is ook een belangrijk dorpje op het gebied van pelota. Markina-Xemein wordt ook wel de 'universiteit van pelota' genoemd, amai. Ik zou je zelf alles kunnen vertellen over dit spel, maar dit deel van de Baskische traditie laat ik vertellen door visitbiscay.eus, zo'n toeristische site mag je ook wel eens laten werken voor z'n geld.

quote:
Jai alai
However, what has put Markina-Xemein on the world map is its fronton. This was inaugurated in 1798 and after various renovations it currently has space for almost 1,000 seats and 300 standing places. No other town can boast that its fronton has come to be recognised and known as the "University of Pelota". This is due to the successful professional Jai alai players who have trained on this court, such as: Narciso Salazar, Arnedillo Mayor and Cazalis Menor at the beginning of the twentieth century; and later pelotaris (pelota players) such as Andrinua, Muguerza I and Orbea I; and currently Elorza, Atain and Urkidi.

What does Jai alai consist of? It is played with a ball about the size of a tennis ball, but launched at more than 250km/h, which makes this sport one of the fastest in the world. The ball is caught with a handmade wicker basket, hand tied in the style of a glove. It is a concave shape and used to catch the ball, before the player runs and throws it back against the fronton. Jai alai is a very striking sport, not only because of the speed at which the ball moves, but also because the ball makes the sound of a whip every time it is thrown. When it hits the fronton wall it also sounds like a shot (that's why the walls are made of granite). The right side of the fronton is the only part without a wall, and that is where the stands for the spectators are located.

The rules of Jai alai, which is usually played in pairs, are very simple: you have to throw the ball against the front wall, and the player in the opposing team has to catch it in the air or after a single bounce. If they fail, the opponent gets a point.


Markina-Xemein maakt ook onderdeel uit van een route richting Santiago de Compostela, dus er komen hier ook vaak pelgrims voorbij. Die kunnen als ze tijd over hebben dus naar jai alai gaan kijken, een van de varianten van pelota. Dat maakt het nog onbegrijpelijke voor ons leken, je hebt duizend verschillende varianten van pelota. Jai alai is dan weer met een soort van rieten mand, terwijl je ook pelota mano kunt spelen met de blote handjes. Pelota en jai alai zijn in ieder geval oude sporten, al in de 17e eeuw werden dit soort spelletjes gespeeld, misschien wel eerder. Als je jai alai door de translate gooit kom je in het Nederlands uit op prettige feestdagen, geinig. Visitbiscay.eus houdt het op happy party, het klintk allemaal wel leuk. Vanuit Markina-Xemein is jai alai over de hele wereld geëxporteerd, naar Amerika bijvoorbeeld. Dit stukje van de Baskische cultuur ontbrak nog een beetje in mijn teksten, kunnen we nu ook met een gerust hart afvinken. Terug naar de koers, voorlopig. Vaak rijden we van Markina-Xemein naar het Etxebarria van de held Amets Txurruka, dat doen we nu een keer niet. We rijden rechtdoor verder richting de kust, maar de kust bereiken we voorlopig nog niet. De renners rijden voorbij Markina vijf kilometer voornamelijk rechtdoor over een brede en vlakke weg richting Berriatua, maar vlak voor we dit dorp bereiken slaan de renners linksaf en daarna beginnen ze aan de tweede klim van de rit. Een wat minder bekende klim, maar daar komt nu natuurlijk verandering in. We gaan drie kilometer aan 4% klimmen naar Milloi, het is slechts een klimmetje van de vierde categorie. De klim had deel moeten uitmaken van het parcours van de Itzulia van 2020, maar die wedstrijd ging niet door wegens corona. In plaats daarvan komt de klim nu voor in de Tour, kan erger. Het stelt weinig voor, de brede weg omhoog stijgt eerst een kilometer aan 2,5%, waarna het in de tweede kilometer aan 5,5% omhoog gaat. Richting de top gaat het vervolgens verder omhoog aan 4,5%, op Cavendish na zal niemand hier bang van worden. De weg omhoog is breed en de omgeving is mooi, we kijken uit over de heuvels en we zien beneden in het dal Berriatua liggen, als je hier zelf zou fietsen kom je lastig boven omdat je om de haverklap gaat stoppen om een fotootje te nemen. Na 33 kilometer zijn we boven op de klim en daarna gaat het een aantal kilometer heel lichtjes naar beneden. We komen direct na de top een paar wat scherpere bochtjes tegen, maar verder gaat het vals plat omlaag over een brede en mooie weg door een decor om duimen en vingers af te likken. Het is een gemiste kans dat we niet gewoon 21 dagen door dit prachtige stukje wereld gaan fietsen. Ik zou zeggen dat de eerste kilometer van de afdaling nog enigszins de aandacht vereist, in de resterende drie kilometer gaat het eigenlijk bijna volledig rechtdoor op een geleidelijke manier omlaag en daarna fietsen we vijf kilometer over zo goed als vlakke wegen richting de kust, de schandalig mooie kust. We fietsen vooral door de bossen over vrij rechte wegen, terwijl we onderweg alleen het dorpje Ugaran passeren. Vervolgens komen we na 40 kilometer koers uit in Lekeitio, een prachtige badplaats, tevens vissersdorpje.




Lekeitio ligt aan de Golf van Biskaje. We hebben de kust bereikt en we gaan de komende kilometers langs de kust blijven fietsen. Ik sluit niet uit dat dit het mooiste stukje van het Baskenland is, dus ga er maar eens goed voor zitten. Omgeven door bergen heeft Lekeitio twee stranden en een jachthaven die zijn gelegen in een kleine baai. Daarin ligt ook San Nicolás, een klein rotsachtig eiland, waarop enkel geiten leven. Je kunt naar dit eiland lopen, maar alleen als het eb is. De twee stranden van Lekeitio worden van elkaar gescheiden door de monding van de rivier de Lea. De afstand tussen de andere belangrijke badplaatsen is groot vanwege het sterk rotsachtige karakter van de kust. Via de kustweg in oostelijke richting is Lekeitio verbonden met Ondarroa, een stad die we zometeen gaan bezoeken. Lekeitio is een typisch Baskisch vissersdorpje, in de smalle straten het visserskwartier achter de haven staan nog enkele goed bewaarde middeleeuwse huizen en hier kun je de echte Baskische sfeer nog lekker opsnuiven. Tussen het toerisme door, uiteraard. Het meest opvallende monument van Lekeitio is ongetwijfeld de kerk van Santa María de la Asunción, sinds lang geklasseerd als monument van nationaal belang. De meest opvallende inwoner is waarschijnlijk Ander Okamika, een voormalig triatleet die tijdens de coronaperiode ineens zijn wedstrijden zag wegvallen. De koers ging door, en dus besloot hij mee te doen aan een paar amateurwedstrijdjes in het Baskische circuit. Dat ging hem zo goed af dat hij een paar maanden later een contract te pakken had bij Burgos-BH, namens die ploeg is hij nu bezig aan zijn derde jaar als prof. Stuurvaardig is hij niet echt, maar als hij op de fiets blijft zitten laat hij toch best mooie dingen zien. We zien hem waarschijnlijk binnenkort weer in de Ronde van Spanje verschijnen. Tijdens de Itzulia zijn we de afgelopen paar jaar al een aantal keer door Lekeitio gereden. Als we in het centrum linksaf slaan zouden we naar het Ispaster van Francisco Gabica rijden, de winnaar van de Vuelta van 1966. Doen we niet, we rijden dwars door het centrum via wat smallere straten de haven tegemoet en daar volgt een tocht langs die haven over Baskische kasseien. We fietsen langs de kleurrijke vissershuizen langs en water en voorbij de haven slaan we dan linksaf waarna we weer een asfaltweg bereiken. De renners moeten wat doorstaan om de lokale hoogtepunten in beeld te brengen. Na een tocht langs het strand vervolgen we onze weg buiten Lekeitio richting Ondarroa, de komende 13 kilometer volgen we een bochtige en glooiende weg langs het water. Voor ons als kijker wordt het puur genot, we krijgen een ongeziene hoeveelheid natuurporno voorgeschoteld. In de Giro zagen we de Amalfikust, klein bier vergeleken met de Baskische kustlijn. De komende kilometers pakken we redelijk wat hoogtemeters mee, het is een enigszins typische kustweg. Steeds korte knikjes op en af, nooit echte klimmetjes of afdalinkjes. Redelijk veel bochtenwerk, wat het dan weer redelijk nerveus kan maken. Steeds een brede weg die voorzien is van perfect asfalt. Deels door de fraaie bossen, deels uitzicht over de wilde, woeste zee. Het lijkt me een droomweg om zelf overheen te fietsen, alleen jammer dat er af en toe wat auto's zullen passeren. Je kunt er verder niet heel veel over zeggen. Het is gigantisch mooi, het is gigantisch bochtig, het gaat steeds een beetje op en af en na 54 kilometer komen we uit in Ondarroa. Ondarroa is weer een prachtig vissersdorpje, met een middeleeuws centrum. Ondarroa heeft ook een haven en dit schijnt de haven met de grootste vissersvloot van Bizkaia te zijn. Vissen is nog steeds een van de belangrijkste economische activiteiten van de stad, terwijl heel veel andere inwoners van Ondarroa eveneens een baan hebben die iets te maken heeft met de zee. Zo bouwen ze in Ondarroa bijvoorbeeld schepen. Deden ze vroeger al, in de tijd van de ontdekkingsreizigers. Toen Elcano rond de hele wereld voer deed hij dat op een boot uit Ondarroa. Schepen bouwen ze nog steeds, vissen doen ze nog steeds, het is bijna alsof de tijd hier stil heeft gestaan. Toch is dat niet helemaal waar, er is ook veel nieuwe industrie in het dorp. In het centrum vinden we een brug die is ontworpen door Santiago Calatrava, die man is geen Bask maar overal in het Baskenland kom je zijn creaties tegen. Ondarroa is verder de plaats waar in de Itzulia van 2021 een rit eindigde. Het werd een rit voor de vluchters, uit een klein kopgroepje bleven twee renners van Quick Step over en Honore kreeg uiteindelijk de zege cadeau van lobbes Cerny. Voetballers Iñigo Martinez en Kepa Arrizabalaga komen uit deze stad. De ene is een klootzak die Athletic Club transfervrij gaat verlaten voor Barcelona, de ander is de keeper van Chelsea. De schrijver Kirmen Uribe komt ook uit Ondarroa, drie van zijn boeken prijken in mijn boekenkast. Niet gelezen, overigens, dus ik kan je er inhoudelijk niets over vertellen.




Het muziekje is van McOnak, een band uit Lekeitio. De Baskische Flogging Molly, om ze maar even goed in de markt te zetten. Balearen Bertsoak, het gaat dan niet daadwerkelijk over de Balearen, maar over een walvis. Een walvis die zwemt in een zee vol plastic troep, zelfs nog een lied met een boodschap dus. Daarna zien we klein stukje Ondarroa, met aan de rechterkant de brug van Calatrava waar de renners overheen mogen fietsen. Eerst komen ze in het centrum van het dorp een haarspelbocht tegen, daarna rijden ze over de brug en dan verlaten ze Ondarroa weer. De Baskische vissersdorpjes worden de laatste jaren steeds vaker opgevrolijkt met allerlei murals. Ook in Ondarroa zijn creatieve mensen met een spuit aan de gang gegaan. De specifieke mural die we hier zien is een ode aan de vissersvrouw. De vrouwen houden zo'n vissersdorpje draaiende als de mannen op zee zijn. Ze werken keihard, bijvoorbeeld door de vissersnetten in elkaar te knopen. Ik kwam een uitleg tegen over de mural waarna je toch ineens anders tegen de zaken gaat aankijken. "The weaver, methodical and austere is an archetype that refuses to submit, she is living memory. When she weaves, she weaves something more than what we see with the naked eye. The net's creation is individual and collective identity... and we already know that collective identity is impossible without memory, it must be maintained- by memory. To remember is to make visible, to claim, to repair. And as a weaver in Ondarroa said not long ago: "you have to fix things, you have to dignify them". The nets she and many others weave are networks that hold and maintain the community together. In between the threads arise woven tales through which lived stories are narrated." Met deze wijsheid op zak kunnen we Ondarroa verlaten, we gaan nog eens 12 kilometer verder langs de kust fietsen tot in Deba. Na een rotonde aan de rand van Ondarroa slaan we linksaf en dan fietsen we even langs een strand, het Saturraran Hondartza. Daarna komen we een bordje tegen dat ons wijst op het feit dat we door een geopark fietsen, Euskal Kostaldea. De Baskische Kust, al laten we die kust even een paar kilometer achter ons. Een klein stukje wat meer in het binnenland, via Mijoa rijden we naar Mutriku. Even wat rechtere wegen, wel nog steeds voorzien van de nodige glooiing. Rechtdoor naar Mutriku, waar we de kust weer bereiken. Ook een prachtig vissersdorpje, het is hier allemaal waanzinnig mooi. Midden in het centrum ligt een grappig voetbalveldje, daar fietsen we langs en dan verlaten we Mutriku heel snel weer, de haven een beetje negerend. Buiten Mutriku rijden we met zicht op zee over een brede en relatief rechte weg naar Deba, maar veel tijd om van de natuur te genieten is er niet. Er gaat binnen de kortste keren gesprint moeten worden. We bereiken Deba, rijden door een tunnel, vervolgens buiten de tunnel over een kicken brug, komen uit bij een rotonde waar we naar links gaan en dan volgt een kleine kilometer later de tussensprint in het centrum van Deba. We hebben hier 66 kilometer afgewerkt.



Deba heeft haar naam te danken aan de gelijknamige rivier, die hier uitmondt in zee. Deba is wellicht het meest bekend vanwege de Ekaingrot, een archeologische vindplaats van rotskunst. De rotstekeningen in de grot behoren tot het vroeg- en midden-Magdalénien. Er is een replica van de rotstekeningen gemaakt voor bezoekers in het museum Ekainberri in de gemeente Zestoa. Dus eigenlijk moet je voor deze grot helemaal niet in Deba zijn, maar verderop in het Zestoa van de gebroeders Osa. Unai en Aitor, klanten van Fuentes. Er zijn meer dan 50 afbeeldingen, waarvan meer dan 30 paarden, 10 bizons, en ook steenbokken, herten, beren en vissen gevonden in de grot, dus als je toch in de buurt bent alsnog wel een aanrader. Een interessant gegeven is dat we ons inmiddels in Gipuzkoa bevinden. We hebben een aantal kilometer door Bizkaia gereden, maar we zijn nu terug in de provincie Gipuzkoa, de provincie waar gisteren de vorige rit eindigde. De stad van de tussensprint is een populaire toeristische bestemming, je hoeft niet lang na te denken waarom. Er is een strand, er zijn heuvels, er is heel veel Baskisch genot. Het stadje is ook een bestemming voor allerlei watersporters, surfers vooral, maar in de 19e eeuw was het een van de eerste plaatsen waar de rijkelui naartoe trokken om vakantie te vieren. Enkele kleurrijke huizen uit die tijd zijn nu nog steeds te zien in Deba, en heel wat mensen trekken er in de zomer nog steeds naartoe. Ook zijn er hier weer veel huizen voorzien van een stevige muurschildering, de mensen hier kunnen schilderen in een schilderachtige omgeving. Voorbij de tussensprint verlaten we Deba, de weg het dorp uit is breed maar wordt wel even in tweeën gesplitst. De rechterkant van de weg leidt door een tunnel, links kun je ook om de tunnel heen. Voorbij dit malle punt komt de weg weer bij elkaar en we zien die weg in de verte omhoog lopen. Ditmaal krijgen we niet te maken met een kort knikje omhoog, nee, we beginnen nu aan een echte klim. De komende vijf kilometer gaat het aan 4,5% omhoog naar Itziar. Een bord langs de kant van de weg vertelt ons dat de weg omhoog zal gaan aan 7%, maar dat is toch niet helemaal het geval. Langs de fabelachtige kust klimmen we eerst een kilometer aan 4%, zodra we wegdraaien richting het binnenland gaat het twee kilometer aan 5,5% omhoog. De gigantisch brede weg omhoog wordt niet lastiger dan dat, in de resterende kilometers van de klim klimmen we eerst nog een beetje aan 4% en daarna zwakt het zelfs af richting de drie procent. Na 71 kilometer bereiken we de top van deze klim van derde categorie, een niet al te bijzondere klim. Een snelweg omhoog met gematigde percentages, hier mag je als sprinter toch niet direct in de problemen komen. Boven komen we uit bij een rotonde, waarna we direct gaan afdalen terug naar de kust. We gaan op weg naar Zumaia, een plek die we over negen kilometer gaan bereiken. De afdaling richting Zumaia is simpel, de weg omlaag is breed, het asfalt is onberispelijk en we komen geen enkele spannende bocht tegen. Er liggen wel wat bochten onderweg, maar geen enkele bocht is op welke manier dan ook lastig te noemen. Eén bocht waarbij je een beetje moet remmen, voor de rest is het heerlijk fietsen. Bijna beneden komen we een rotonde tegen, dat is nog eerder een uitdaging. Via een paar bochten bereiken we vervolgens na 80 kilometer Zumaia, de woonplaats van Jon Agirre. Een renner van Kern Pharma, het zou zomaar kunnen dat je hem niet kent. Had een van de nieuwe Baskische wonderklimmers moeten worden, maar dat komt er nog niet helemaal uit. Iban Iriondo komt ook uit Zumaia, die reed ooit nog twee jaar voor Euskaltel. Zumaia moet het niet hebben van hun coureurs, maar ze hebben wel iets anders in de aanbieding.






Het stukje Baskische kust rond Zumaia staat bekend om de flysch. De wat? Flysch, een opeenvolging van sedimentair gesteente die gevormd wordt in diep-mariene voorlandbekkens aan de rand van een zich vormend gebergte. Het wordt daarom een syn-orogeen sediment genoemd. Flysch wordt gevormd in een vroeg stadium van de ontwikkeling van het voorlandbekken. Als het gebergte verder ontwikkelt zal het bekken opgevuld raken en zal de flysch overdekt worden met jongere molasse. Dat zegt Wikipedia, een andere site zegt dit: Flysch is het landschap van een opeenvolging van kliffen en gesteentelagen van miljoenen jaren oud. Het is een afwisseling van harde rotsen met ander, zachter gesteente wat grotendeels geërodeerd, vandaar het ‘laagjes-achtige’ uiterlijk. Het Flysch van Baskenland is ongeveer 50 miljoen jaar geleden gevormd, na de botsing van de Iberische en de Europese tektonische platen, waardoor de Golf van Biskaje ontstond. Sedimenten van de zeebodem werden vervormd, waardoor de Pyreneeën en de verticale lagen van het flysch ontstonden. Tenslotte verrezen de kliffen de je vandaag de dag kunt bewonderen. Flysch is op meer plaatsen op de planeet te zien, maar het stukje kust tussen Deba en Zumaia levert wel de mooiste exemplaren op. Als je hier in de omgeving bent is het een absolute aanrader om naar Sakoneta te gaan, vooral als het eb is, dan kun je flysch zien zo ver het oog strekt. Sakoneta ligt wel een beetje afgelegen, dus je kunt ook gewoon in Zumaia zelf blijven. Aan de westkant van Zumaia ligt bevindt zich de Algorri Mirador (uitkijkpunt), dé locatie om de imponerende verticale lagen van het flysch te bewonderen. Je kunt er naar toe wandelen vanaf de kapel van San Telmo van Zumaia, een wandeling van ongeveer twee, heen en terug circa 40 minuten. Nou, doen. Je kunt ook met je dikke reet op het strand van Itzurun gaan liggen, beetje zonnen en ondertussen kijken naar al dat natuurgeweld, er zijn slechtere dingen te bedenken. Het water hier schijnt ook nog helend te zijn, heb je echt nog meer argumenten nodig? Als je een andere activiteit wil ondernemen is er ook nog het Zuloaga museoa, een museum in het oude huis van Ignacio Zuloaga. Dat was een schilder uit Eibar, die een deel van zijn leven doorbracht in het mooie Zumaia.




Als je toevallig in de buurt van Zumaia bent hoef je niet lang na te denken over een activiteit, me dunkt. Er zijn verschillende wandeltochten langs de kust, verschillende wegen die je naar de mooiste plekjes vol flysch brengen. Je kunt ook de fiets pakken, wat wij dan maar weer doen. Na een paar bochten en rotondes in Zumaia fietsen we langs de kust verder naar Getaria, een plaats waar ook het nodige over te vertellen valt. Getaria is een vissersplaats, en wat voor een. Van oudsher specialiseerden ze zich hier in de walvisvangst. Dat was sowieso een favoriete bezigheid van de Baskische vissers. In de Golf van Biskaje stikte het van de walvissen. En nu? Nu is er geen enkele meer over. Allemaal gevangen door de Basken. Toen de Basken eenmaal de Golf van Biskaje hadden ontdaan van walvissen moesten ze verder gaan varen om toch weer nieuwe walvissen te vinden. Het verhaal wil dat ze helemaal uitkwamen in Canada, in wat nu Newfoundland is. Dit gebied werd eerder ontdekt door de Baskische walvisvaarders dan de latere ontdekkingsreizigers. Eigenlijk ontdekten de Basken als eerste Amerika, maar het boeide ze niet. Ze kwamen voor de walvissen, meer niet. In het gebied waar ze op walvissen joegen aldaar schijnen er zelfs wat plaatsen te zijn met Baskische namen. Toch hield ook daar de walvisvaart ooit op en daarna gingen ze maar andere vissen vangen, die nog steeds direct na de vangst geserveerd worden in de vele restaurants en barretjes die Getaria rijk is. Het beste restaurant van Getaria is Elkano, de renners gaan langs dit restaurant fietsen als ze na een tocht langs de magnifieke kust Getaria bereiken. De meeste andere restaurants kom je verderop tegen, in de buurt van de vissershaven. Die vissershaven bevindt zich aan de oostkant van de landengte tussen het centrum en het schiereiland San Antón, wegens de vorm bijgenaamd "De muis van Getaria". De belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zich in het kleine historische centrum: de gotische Verlosserskerk (gereedgekomen in 1420) en het grote monument voor Juan Sebastián Elcano (1922). In de Verlosserskerk kwam in 1397 de eerste algemene vergadering van Gipuzkoa bijeen, wat vaak wordt beschouwd als het ontstaansmoment van deze provincie. De naam Elcano is gevallen, die ontdekkingsreiziger kwam uit Getaria. De eerste man die om de hele wereld heen wist te varen, daar hebben we het vorig jaar tijdens de Vuelta nog uitgebreid over gehad. Een paar eeuwen later werd er een ander bekend persoon geboren in Getaria, ik heb het dan over Cristobal Balenciaga. Een modeontwerper, die zich hopelijk in zijn graf omdraait als hij ziet wat het modemerk Balenciaga heden ten dage allemaal produceert. De allerlelijkste dingen die de mensheid ooit heeft voortgebracht, en daar betaal je dan 900 euro voor. Het merk Balencia is ontstaan dankzij Cristobal Balenciaga, een man waarover Christian Dior ooit het volgende zei: Haute Couture is als een orkest met Balenciaga als dirigent. Wij, de andere couturiers, zijn muzikanten die zijn richtlijnen volgen. Na zijn dood zijn de richtlijnen een beetje verdwenen, ben ik bang. Ter ere van de oprichter van het modehuis Balenciaga is er in Getaria een museum te vinden, het Cristobal Balenciaga museoa. Afgaande op de foto's kom je hier vooral veel jurken tegen die hij heeft ontworpen.




Getaria is voorts bekend vanwege de wijnbouw op de heuvels rond het dorp. Getaria vormt het centrum van de productie van txakoli, bij uitstek de Baskische wijn. In principe wordt er op meerdere plaatsen in het Baskenland txakoli geproduceerd, op de flanken van de Jaizkibel is er bijvoorbeeld een wijnboer die txakoli maakt, maar de meeste bodegas kom je tegen op de heuvels tussen Getaria en Zarautz, de plaats waar we zometeen naartoe gaan fietsen. Ik ben niet direct de allergrootste wijnkenner, maar de laatste tijd ben ik wel wat meer wijn aan het drinken. Vooral Baskische wijn, natuurlijk. In Navarra maken ze redelijk wat wijn, in het zuiden van Araba heb je de Rioja Alavesa, in Iparralde heb een piepklein wijngebied rond Irouléguy en dan heb je dus het gebied rond Getaria waar ze txakoli produceren. Txakoli is over het algemeen wit. De druif van dienst is de Hondarrabi Zuri, de wijn die het oplevert is doorgaans licht sprankelende, zeer droge met een hoge zuurgraad en een laag alcoholgehalte. Kortom, tyfuslekker. Als je een fles txakoli koopt kom je op die fles een keurmerk tegen, DOC Getariako Txakolina. Op dat keurmerk staat een plaatje van een walvis, verwijzend naar de tijd dat men hier dus op walvissen aan het jagen was. Met een paar man in een kleine boot en dan een harpoen in zo'n bakbeest gooien, ik weet niet hoe mensen ooit dachten dat dit een goed idee was. Nee, dan liever een beetje wijn produceren. Op de heuvels van Getaria en Zarautz kom je de ene na de andere bodega tegen. De heuvels zijn hier weer groen, ditmaal niet dankzij bomen maar dankzij een eindeloze hoeveelheid wijnranken. Een van de bekendste producenten van de heerlijke txakoli is Txomin Etxaniz, die wijn kun je in sommige slijterijen in Nederland tegen het lijf lopen. Al kun je het ook bij meerdere webwinkels bestellen, aanrader. Ik dronk laatst toevallig nog een flesje Txomin Etxaniz en het was echt fantastisch. Klein zoetje erbij, niet alleen droog en zuur. Ik kan het iedereen aanraden. In Zarautz zit Basa Lore, net iets minder lekker misschien, maar de mensen aldaar spreken goed Engels en geven graag rondleidingen. Als je er toevallig bent dan is dat een goed adresje. Je hebt nog veel meer wijnmakers hier, maar eerlijk gezegd ken ik ze niet allemaal. Gaintza is ook nog wel een goede, verkrijgbaar in Nederland ook, maar verder ben ik zelf nog bezig met m'n eigen ontdekkingstocht. Ik heb nu nog een flesje Adur in huis, ook een bodega uit Getaria, het oordeel laat nog op zich wachten. Van het schitterende Getaria fietsen we over een schitterende weg langs de schitterende kust naar het fraaie Zarautz. Het is een waar genot om hier te passeren. Onderweg komen we een paar wegsplitsingen tegen waarbij je aan de ene kant door de tunnel gaat en aan de andere kant niet, verder maken we tot in Zarautz niet veel mee. Vrij rechte wegen, vrij brede wegen, en dat allemaal dwars door een omgeving die veel te verschrikkelijk mooi is. Oneerlijk mooi, bijna. Na heel wat fijne kilometers langs de schitterende kust komen we na 90 kilometer uit in Zarautz, waar de familie Zubeldia langs de kant van de weg te vinden zal zijn. Haimar Zubeldia komt oorspronkelijk uit Usurbil, een stukje verderop, maar hij schijnt tegenwoordig te wonen in Zarautz. De ninja, de man die je drie weken niet zag en die dan toch ineens 8e bleek te zijn geworden in het klassement. Wegens zijn gebrek aan aanvalslust niet mijn favoriete Bask, maar het is alsnog wel een legende natuurlijk.



Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator maandag 3 juli 2023 @ 07:47:36 #2
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_209741892
Zarautz is ook de plaats van Jokin Aranburu, van hem had ik verwacht dat hij minstens zo goed zou worden als Alex Aranburu, maar dat feest ging niet door. Usoa Ostolaza is een vrouwelijke wielrenner uit Zarautz, zij rijdt bij de vrouwenploeg van Euskaltel (Laboral Kutxa) en ze is bezig aan het jaar van de voorzichtige doorbraak. Zarautz is een plaats vol surfers, de golven schijnen hier goed te zijn. Aritz Aranburu, dat zou dan een bekende surfer moeten zijn, is afkomstig uit Zarautz. Txakoli, dat is dus ook onlosmakelijk verbonden met dit dorp. De heuvels boven het dorp, daar barst het van de bodegas en daar moet je zeker gebruik van maken als je hier bent. In dit dorp eindigde overigens wel al eens een rit in de Itzulia, in 2018 bijvoorbeeld. Toen pakte Julian Alaphilippe hier de zege, in de tijd dat hij nog wel goed was in het Baskenland. Danilo Di Luca won hier ook ooit in de Ronde van het Baskenland, het blijft grappig om zo nu en dan even terug te denken aan zijn kunsten. Nadat we door het centrum van Zarautz zijn gereden, we komen er alleen een paar rotondes tegen, gaat het buiten het wijndorp eventjes anderhalve kilometer iets meer dan vals plat omhoog. Stelt heel weinig voor, het is een brede weg omhoog. Wel weer door een mooie omgeving, eventjes geen kust maar juist het groene binnenland. Na de klim, laten we het even dik aanzetten en het houden op twee kilometer aan 4%, volgt er een korte afdaling van een kilometer, het gaat wel daadwerkelijk steil omlaag. De weg blijft breed, maar het is toch even opletten. Een kilometer steil omlaag met een haarspeldbocht en nog wat meer bochten, Orio bereiken is zo makkelijk nog niet. Dat dorpje ligt beneden op ons te wachten, we komen uit bij een rotonde en daar slaan we linksaf. Na die bocht rijden we in Orio over de Oria, grappig. Voorbij Orio mondt de Oria uit in zee, praktisch gezien is dit ook weer een kustplaatsje. Roeien is de populairste sport, zoals roeien merkwaardig genoeg bijna overal populair is aan de Baskische kust. Imanol Alguacil, de sympathieke trainer van het sympathieke Real Sociedad, is uit Orio afkomstig. In zijn vrije tijd stapt hij graag op de racefiets, hij zal vandaag ook wel op de afspraak zijn. Benito Lertxundi is de bekendste muzikant van Orio, een van de klassieke Baskische singer-songwriters. De pioniers van het Baskische lied, ik luister er met veel bewondering naar. Zijn generatie heeft het pad geëffend voor alle muzikanten die daarna kwamen, en daar pluk ik dan weer mooi de vruchten van. De renners zullen weinig tijd hebben om na te denken over muziek, in Orio gaat namelijk de belangrijkste klim van de dag beginnen. We rijden door het dorp, komen aan de rand van het dorp nog voorbij wat lelijke industrie en dan slaan we bij een rotonde linksaf. Na die rotonde begint de zwaarste klim van de dag, we gaan omhoog naar Mendizorrotz. Ze hebben de klim een rare naam gegeven, iets met Benta, maar het is gewoon Mendizorrotz. De belangrijkste klim voor de sprinters, hier zal wel duidelijk gaan worden of ze over een kilometer of 100 om de zege mogen gaan sprinten in Baiona. Volgens de organisatie gaat het 4,6 kilometer aan 6,3% omhoog naar de top van deze klim van derde categorie, en dat klopt wel ongeveer. Bij een rotonde gaan we naar links, dan gaat het alvast aan 7% omhoog over een brede weg. Na een tweede rotonde bereiken we een smallere weg. Een slechtere weg ook, maar er zal vast nieuw asfalt liggen. Na de eerste kilometer aan 7% volgt er nog een kilometer aan 7%, waarna het in de derde kilometer aan 6% omhoog zal gaan. Eindelijk een keer een wat Baskischere klim met een smallere weg, uiteraard door een vrij groene omgeving. Paar haarspeldjes erbij, we nemen op een Baskische manier afscheid van Euskadi. In de voorlaatste kilometer van de klim gaat het aan 8% omhoog, hier zullen de sprinters niet vrolijk van worden. Na een kort stukje aan 14% in de laatste meters van deze kilometer zwakt het daarna flink af. Na een kilometer aan 4% zijn we volgens de organisatie boven, we hebben tegen die tijd 102 kilometer afgewerkt. In feite klimt het nog wat langer door, we komen nog een kilometer aan 2% tegen terwijl we koers zetten naar Donostia.




Na de uitloper aan 2% is het een kilometer vlak, de laatste 700 meter van het profiel hierboven mag u negeren. Tijdens die vlakke kilometer volgt er overigens ook nog een bocht in dalende lijn, door de wat smallere weg is het hier toch even opletten. Niet veel later beginnen we aan een afdaling van zeven kilometer richting Donostia. De eerste twee kilometer van deze afdaling rijden we over een smallere weg, de bochten die we hier tegenkomen zijn daardoor automatisch vrij lastig. Het valt wel mee, maar toch, even het koppie erbij houden. Na dit eerste deel van de afdaling komen we uit in Igeldo, waar de weg een stuk breder wordt. Vanaf dit moment zitten de renners op bekend terrein. Een zijweggetje hier is de Murgil Bidea, ook wel Murgil Tontorra, de kneitersteile scherprechter van de Klasikoa. Sinds een aantal jaar wordt hier de koers vaak beslist, tenzij Evenepoel meedoen, dan ligt de koers al veel eerder in een plooi. Murgil Tontorra is een andere weg omhoog naar Mendizorrotz, in zekere zin komen de renners nog goed weg met de kant vanuit Orio. Tijdens dat vals platte gedoe hebben we overigens een tijd een schitterend uitzicht. We zien de zee liggen, even later zien we beneden Donostia liggen. Mooi spul. Als we Igeldo bereiken na dat kleine stukje in dalende lijn over een smallere weg wordt het breder en bijna automatisch makkelijker. Het gaat eerst een paar kilometer aan 5% omlaag, betrekkelijk rechtdoor over een brede en goede weg. Over de Kristobal Balenziaga Kalea, de straat van Cristobal Balenciaga, dalen we af naar de wijk Antiguoko. Voor we die wijk bereiken gaat het eerst nog twee kilometer stevig omlaag aan meer dan 7%. We komen een aantal haarspeldbochten tegen, we hebben in het verleden tijdens de Klasikoa wel eens jongens uit deze bochten zien vliegen. In principe zijn de wegen breed en de bochten dus ook, maar tegen gebrekkige stuurmanskunst valt soms weinig te beginnen. Tijdens het laatste deel van de afdaling krijgen we een spectaculaire blik op Monte Igueldo aangeboden, wat wij normale mensen Igeldo Mendiko noemen. Op de top van de berg staan allerlei gebouwtjes, onderdeel uitmakend van een klein pretparkje. De baai van La Concha wordt omgeven door twee bergen en van die twee is Igeldo de hoogste. Je kunt met de fiets omhoog, met de voet of met de funicular, want net als in Bilbao hebben ze die in Donostia ook. Het pretpark op de top schijnt wel vrij matig te zijn, het voordeel is dan weer dat je net als in Rollercoaster Tycoon per attractie kunt betalen. Overigens zou ik de berg vooral bezoeken voor de mooie plaatjes die je er kunt schieten, maar dat terzijde. De attracties klinken wel heel spectaculair. Mystic River, Swiss Mountain, Terror House, heftig.



Aan het eind van de afdaling slaan de renners linksaf in de wijk Antiguoko. Ik verbaas me vooral altijd over de voetbalclub in deze wijk, een talentenfabriek. Mikel Arteta, Xabi Alonso, Aritz Aduriz, Andoni Iraola, zomaar een greep uit een paar spelers die hun opleiding genoten bij die club. In de wijk vinden we tevens de brouwerij van GROSS, prima brouwerij. Geen Basqueland, maar toch leuk. Na een paar bochten rijden we ineens over La Concha, dat overbekende strand. Kontxa, als we het Baskisch willen houden. Daar gaan door de fotografen weer mooie plaatjes geschoten worden, zin in. Een tocht langs het strand en langs de façades van de dure zomerverblijven van alle royale lullo's die hier graag hun vakanties doorbrachten. Voorbij het strand van Kontxa fietsen we nog even langs de Parte Zaharra af, het oude gedeelte van de stad. Hier zitten alle smalle straatjes vol overheerlijke pintxosbarretjes, hier zit ook dat gezellige kleine haventje. Hier zit alleen maar gezelligheid, naast een overdaad aan toeristen. Aan de haven zit Akerbeltz, dat is voor de bierliefhebbers nog wel een goede. Qua pintxosbarretjes is alles goed natuurlijk, voor andersoortig vertier kun je ook nog naar het museum van San Telmo. Voorbij het oude gedeelte van de stad rijden we over een brug en dan zien we Kursaal liggen, de concertzaal waar de rit van gisteren eindigde. Twee keer een rit in lijn in Donostia in de Tour, twee keer een Fransoos als ritwinnaar. Twee keer op dezelfde manier ook, met een late uitval. Eerst Dominique Arnould, nu Victor Lafay. Dat is al de miljoenen niet waard, dunkt me. De Klasikoa wordt jaarlijks gewonnen door Evenepoel en de eerste Tourrit sinds 1992 gaat naar Lafay, het zit ze niet mee in Donostia. Voorbij Kursaal werken we de laatste kilometers van de vorige etappe in tegengestelde richting af. Langs het Zurriolako Hondartza gaan we nu rechtdoor de andere kant op. Tegenover dat Kursaal zit overigens Basqueland Izakaia, herhaal ik nog maar eens. Alle bieren van de beste Baskische brouwer vers van de pers, met als je daar behoefte aan hebt wat Japanse versnaperingen erbij. Het kleine knikje van de finale komen we een paar bochten later ook weer tegen, al zal dat nu nog minder invloed hebben dan het gisteren al had. Het zal hier wellicht een kwestie van hergroeperen worden. Na Mendizorrotz zal er behoorlijk wat volk willen terugkeren, die kans krijgen ze hier aangeboden. Brede wegen, die nog behoorlijk recht zijn ook. En vrij vlak, op dat kleine knikje na. Via wegen met soms een rotonde maar niet veel meer dan dat rijden we Donostia uit en bereiken we het moderne gedeelte van Pasaia. Kennen we nog van gisteren, langs het water is er hier vooral veel industrie te zien. Het oude gedeelte van Pasaia is wel mooi, ginder, aan de overkant. Bekende wegen, ook al rijden we nu dan in tegengestelde richting. We volgen de route tot in Lezo, waar we nu niet linksaf gaan slaan richting de Jaizkibel. Jammer. Deze rit was echt een stuk leuker geworden als we via de Jaizkibel naar Iparralde waren gereden. We rijden langs de berg, maar laten hem letterlijk links liggen. Rechtdoor bij de rotonde in Lezo en daarna slaan we een keertje rechtsaf om via een andere rotonde Errenteria te bereiken. Een industriestad, blijkbaar zelfs wel eens het Manchester van Gipuzkoa genoemd. Dat is geen aanbeveling. Ondanks alle industrie heeft Errenteria wel een heel schattig centrumpje, zo slecht is het toch ook allemaal weer niet.



Errenteria is de stad van Ane Santesteban, een renster van Jayco-Alula. Momenteel is de actief in de Giro Donne, waar ze tijdens de lastigste rit tot nu toe 5e werd. Ze kan wel wat, veel betere rensters hebben we niet in het Baskenland. Aritz Bagües komt ook uit deze stad, hij reed jarenlang voor Euskadi-Murias en Caja Rural en bij die laatste ploeg is hij tegenwoordig actief als ploegleider. Wel van de amateurploeg als ik me niet vergis, maar toch. Luis Otaño, tweede in de Vuelta van 1964, komt ook uit Errenteria, een stad met veel talent dus. De muziekjes zijn overigens van artiesten uit Donostia, de eerste band komt uit de wijk Antiguoko om precies te zijn. Het tweede nummer is een recente samenwerking van twee artiesten uit de stad, ik vind het verrassend goed klinken maar ik ben snel enthousiast te krijgen als het ook maar enigszins Baskisch is. Van Errenteria rijden we tot in Irun over brede wegen, behoorlijk vlakke wegen ook nog eens. Geen Jaizkibel, vlak werk. Alhoewel, na nog wat rotondes verlaten we Errenteria en dan loopt de weg drie kilometer aan een procent of drie omhoog. Rechtdoor omhoog over een brede weg, de schade zal hier wel meevallen. Boven komen we uit bij een fort, er staan er nogal wat langs de flanken van de Jaizkibel. We dalen over een snelweg af richting Ventas de Irun, een dorp waar we na de probleemloze afdaling kort achter elkaar een stuk of vijf rotondes tegenkomen. Na al die rotondes slaan de renners rechtsaf en dan rijden ze het centrum van Irun binnen, de laatste stad van Euskadi. Het slechte nieuws is dat we de regio van de Grand Départ gaan verlaten, het goede nieuws is dat we nog een tijdje langer door het Baskenland mogen fietsen. In Irun vinden we de Bidassoa Basque Brewery, een van de bekendere Baskische brouwerijen. Hun bieren waren ooit in Nederland te vinden, tegenwoordig is dat helaas niet meer het geval. De brouwerij bestaat wel nog steeds en is te bezoeken, gewoon doen. Verder zou ik in Irun niet teveel bezoeken, het is vooral een industriestad en een grensstad waar het typische grenstoerisme valt te bespeuren. In Irun ging de Vuelta van 2020 van start, de gekke Vuelta van 18 ritten omdat door corona de drie Nederlandse ritten waren weggevallen. We gingen meteen naar Arrate, waar Roglic zou winnen. Vorig jaar keerde de Vuelta terug naar Irun, ditmaal ging de vijfde rit er van start. Die zou eindigen in Bilbao, waar Marco Soler dan weer won. Irun heb ik gisteren al kort behandeld, het is de stad van Juanma Garate en dus een stad om eigenlijk niet te lang bij stil te staan. Na een paar rotondes rijden we langs FICOBA, het evenementengebouw waar de Vuelta van 2020 van start ging. We rijden rechtdoor verder en komen uit bij de Puente de Santiago. Die brug brengt de renners naar de andere kant van de rivier de Bidasoa. En wat er dan zal gebeuren zal je nooit geloven.



We verlaten de provincie Gipuzkoa en we laten de regio Euskadi achter ons. De Grand Départ is officieel voorbij, maar officieus gaat ie verder. We betreden de provincie Lapurdi, in de regio Iparralde. Het maakt allemaal deel uit van Euskal Herria, maar de roverheid wil niet dat je dat weet. Voor het eerst sinds 2018 keert de Tour terug naar Iparralde, oftewel Noord-Baskenland. Niet Frans-Baskenland, dat accepteren we niet. Noord-Baskenland bestaat uit drie provincies, Labourd (Baskisch: Lapurdi), Neder-Navarra (Baskisch: Nafarroa beherea en Soule (Baskisch: Zuberoa). Nafarroa Beherea is eigenlijk de leukste van de drie, daar vinden we het mooie Saint-Jean-Pied-de-Port en allerlei kneitersteile beklimmingen in de heuvels rond die stad. Helaas vindt de organisatie dat de zwaar, en de wegen te smel, en blablabla, dus moeten we het doen met een passage in Lapurdi. Veruit de dichtstbevolkte provincie van de drie. In de andere twee provincies woont geen kip, in Lapurdi is nog best het een en ander te doen. Dat gaan we ontdekken tijdens het restant van de etappe. Als we over de Puente de Santiago fietsen hebben we 133 kilometer afgewerkt, het is nog 60 kilometer fietsen tot de finish in Baiona. Aan de andere kant van de Bidasoa komen de renners meteen uit in Hendaia, dat soms ook wel eens Hendaye wordt genoemd. Een bekende plek voor mensen die met de trein naar het Baskenland reizen, hier volgt de onvermijdelijke overstap. Alle sporen eindigen hier, aan de andere kant van de Bidasoa moet je je reis via een ander spoor vervolgen. In Hendaye is de Tour in het verleden meerdere keren geweest, voor het laatst in 1996. Toen won ONZE Bart Voskamp doodleuk een rit hier, amai. Je kunt wel meteen merken dat we in Noord-Baskenland zijn, Hendaia staat vol met witte huisjes met rode luikjes, classic. In Hendaia mondt de Bidasoa uit in de Baai van Txingudi en zo in de Golf van Biskaje. De baai vormt een natuurlijke haven. Voorbij de monding in zee ligt een zandstrand van drie kilometer. Ten oosten daarvan ligt aan de kust het rotsachtige domaine d’Abbadie, waar we eigenlijk langs hadden moeten fietsen. Helaas had de weg aldaar te maken met een aardverschuiving en dus nemen we een andere route. Alsnog moeten we dit wel even noemen. Een van de bekendste persoonlijkheden van Hendaia is Antoine d'Abbadie, dat was een aardrijkskundige, etnoloog en promotor van de Baskische cultuur en taal. Tussen 1871 en 1875 was hij burgemeester van Hendaia. In zijn kasteel in die gemeente (Château d'Abbadie) richtte hij een astronomisch observatorium in. We hadden langs het kasteel moeten fietsen, maar ach, we hebben alsnog wel wat foto's.




Een andere bekende persoon uit Hendaia is Bixente Lizarazu, de voetballer die nog voor Athletic en Bayern München speelde. Een van de weinige jongens met een Frans vlaggetje die ooit is uitgekomen voor Athletic, de meeste jongens in deze streek houden zich meer bezig met andere sporten. Rugby, met name. In Hendaye hebben we 134 kilometer afgewerkt, we fietsen dwars door deze grensstad. Er liggen nogal wat bochtjes en rotondes hier, maar het is voorlopig wel vlak. Daar komt buiten de stad verandering in, we gaan buiten Hendaia vier kilometer klimmen aan 3% gemiddeld. In het begin van de klim rijden we nog over brede wegen, maar als we de bewoonde wereld achter ons laten komen we ineens op een smallere weg terecht. Deze weg loopt niet ontzettend steil omhoog, op de laatste kilometer na. Als we bijna boven zijn gaat het nog een kilometer aan 6% omhoog, dat gaan de sprinters niet kunnen waarderen. In Lapurdi liggen niet de zwaarste beklimmingen, maar het is hier allesbehalve vlak. Boven op dit ongecategoriseerde klimmetje slaan we bij een rotonde linksaf, daarna fietsen we vier kilometer rechtdoor verder naar Urrugne. De weg loopt drie kilometer omlaag, maar van een lastige afdaling is geen sprake. De weg is na de klim een stuk breder, het gaat niet heel steil omlaag en we komen weinig bochten tegen. Na de afdaling komen we uit in Urrugne, dat de Basken Urruña noemen. Dus noem ik het ook Urruña. We gaan de Franse benamingen zoveel mogelijk negeren, al was het maar om die fascistische slakkenslurpers een loer te draaien. De Fransen zijn eigenlijk nog erger dan de Spanjaarden, welbeschouwd. De Fransen erkennen op geen enkele manier andere talen binnen hun landsgrenzen. Bretons? Nooit van gehoord. Baskisch? Bestaat niet. Ze doen het slimmer en geruislozer, maar als het aan de Fransen ligt verdwijnt de hele Baskische taal en cultuur per direct. Gaan we niet doen. Hau ez da Frantzia, dit is geen Frankrijk, maat. In Urruña komen we een rotonde tegen, daarna fietsen we langs het kasteel van Urtubie. Dit kasteel werd gebouwd in 1341. In 1558 werd het vernield en het werd herbouwd in de 16e en 17e eeuw. Urruña is blijkbaar best een belangrijke plaats, het was ooit de hoofdstad van Lapurdi. Dat is thans Baiona, onze finishplaats van vandaag. 'The stones of Urtubie tell six centuries of history of the Basque Country' lees ik op de site van het kasteel, dit moeten we dus bezoeken. Voorbij het kasteel fietsen we rechtdoor verder naar Ciboure en Saint-Jean-de-Luz, maar dat noemen we nu voor het laatst zo. Ziburu en Donibane Lohizune, zo heet het vanaf nu. Richting deze twee plaatsen is het vooral recht en vlak, we komen onderweg als grootste obstakels een aantal vluchtheuvels tegen. Na 150 kilometer koers rijden we over de brug tussen Ziburu en Donibane Lohizune. Deze twee plaatsen samen vormen de belangrijkste vissershaven van Noord-Baskenland, met de vangst van sardines, heek en tonijn. Saint-Jean-de-Luz was steeds een belangrijke vissershaven. Al in de 9e eeuw werd er op walvissen gejaagd. Dit gebeurde aanvankelijk alleen in de Golf van Biskaje maar later ook in de Noord-Atlantische Oceaan. De plaatselijke vissers waren befaamd als walvisjagers maar hieraan kwam een einde in de loop van de 18e eeuw. Daarna kwam de kabeljauwvangst voor de kust van Newfoundland. Daarna werd de vangst van sardines de belangrijkste activiteit en vanaf de jaren 1950 tonijn. Tussen de 16e en de 19e eeuw waren er in Saint-Jean-de-Luz ook kapers in dienst van de Franse kroon actief. Aldus Wikipedia, onderschrijven ze toch bijna mijn verhaal over de walvisjacht.




Op 9 juni 1660 vond in Donibane Lohizune het huwelijk plaats tussen Lodewijk XIV van Frankrijk en Maria Theresia van Spanje. Het huwelijk vond plaats in de kerk Saint-Jean-Baptiste, een van de monumenten van de stad. Er is ook een Maison Louis XIV, waar de Zonnekoning in de periode rond zijn huwelijk verbleef. Noord-Baskenland heeft toch een bepaalde aantrekkingskracht op de mensen, iedereen verblijft hier graag aan de kust. René Lacoste, de man achter Lacoste, uiteraard, kwam hier om het leven. Beetje je laatste dagen doorbrengen in zo'n fraaie plaats, je zou voor minder. Je kunt er ook geboren worden. Dat overkwam Maurice Ravel, de componist werd geboren in Ziburu. Baskische moeder. Na een jaar vertrok hij al naar Parijs, dat is dan weer jammer. Nadat we in Ziburu over de brug zijn gereden richting Donibane Lohizune slaan we in deze stad even later rechtsaf, daarna gaan we het binnenland van Iparralde wat meer verkennen. We blijven niet de hele dag langs de kust rijden, wat ik eigenlijk wel had verwacht toen het parcours nog bekend gemaakt moest worden. Donibane Lohizune is overigens zonder twijfel de stad aan de kust van Lapurdi die zijn Baskische identiteit het best heeft behouden, lees ik. Bezoektip, dus. Na de bocht naar rechts gaan we op zoek naar Ascain, dat we vanaf nu Azkaine noemen. De weg daar naartoe begint lastig, we komen eerst een vervelende weg vol verkeersremmers tegen. Daarna wordt het breed, recht en vlak op weg naar dat Azkaine. We komen daar na 156 kilometer voorbij, de finish begint enigszins in beeld te komen. Minder dan 40 kilometer te gaan, het Baskische avontuur zit er bijna op. In Azkaine komen we een rotonde tegen, maar verder eigenlijk niks. Via een brede weg rijden we eigenlijk om het dorp heen, terwijl het zo goed als vlak is. Een aantal makkelijke kilometers voor de renners, mag ook wel een keer. Door een omgeving zonder veel bebouwing fietsen we naar Saint-Pée-sur-Nivelle, we zien vooral veel groen verschijnen langs de kant van de brede weg. Het leuke is dat Saint-Pée-sur-Nivelle in het Baskisch simpelweg Senpere heet. Soms is het Baskisch een stuk makkelijker. De Tour de France was in 2018 voor het laatst in Noord-Baskenland, en toen ging er een tijdrit van start in Senpere. Deze tijdrit zou eindigen en Espelette en gewonnen worden door ONZE Tom Dumoulin. Een tijdrit met een paar pittige klimmetjes onderweg, als we Senpere zijn gepasseerd gaan de renners ook weer te maken krijgen met wat meer heuveltjes. Senpere is overigens een stad waar ze ook wel wat met pelota hebben. De xistera werd in 1857 bedacht door een inwoner van dit dorpje, volgens de legende zag een klein jongetje de vrouwen van het dorp allerlei rieten mandjes gebruiken en kwam hij op het idee om zo'n rieten mand op een andere manier in te zetten. Zo ontstond de xistera, de soort van gebogen mand die vastzit aan een handschoen en die gebruikt wordt om jai alai te spelen, waar ze in Markina-Xemein zo enthousiast van worden. Hebben ze te danken aan een gozer uit Senpere, leuk. Op drie verschillende plaatsen in het dorp kun je overigens pelota spelen, dat gaat wel ver. In Senpere wordt ook jaarlijks een soort van bekend festival georganiseerd. Herri Urrats, een festival ter ere van de Baskische taal en cultuur. Meer in het bijzonder ter ere van de ikastolas. Een ikastola is een school waar er overwegend in het Baskisch lesgegeven wordt. Er zijn in de regio vooral scholen te vinden waar je geen woord Baskisch gaat horen, zoals de fascistische Franse overheid het ook graag ziet, maar gelukkig bestaan er dus ook ikastolas waar je wel Baskisch kunt leren. Om deze scholen te behouden en er zelfs meer te stichten wordt er jaarlijks een festival georganiseerd, waarbij de deelnemers een rondje rond een meer buiten Senpere mogen lopen en onderweg allerhande activiteiten tegenkomen. Geld inzamen is een belangrijk onderdeel van dit geheel en dat heeft geleid tot het stichten van meer dan 25 nieuwe ikastolas. De Baskische cultuur is dus nog lang niet tanende en dat is bijzonder goed nieuws. Het is verder ook gewoon een festival in de traditionele zin van het woord, met een hoop livemuziek erbij. Komt veel volk op af, heel goed. Er wordt voor iedere nieuwe editie van het festival ook een nummer gemaakt door bekende Baskische artiesten. Die nummers zijn niet altijd even goed, maar die van 2019 mocht er zijn. ETS he, dan krijg je dat.



In Senpere hebben we 162 kilometer afgewerkt, nog een dikke 30 te gaan. We rijden in het centrum van dit dorp langs alle witte huisjes en de fronton. We komen uit bij een rotonde met een txistera in het midden, erg leuk gevonden weer. Hier slaan we rechtsaf en dan rijden we over de rivier de Nivelle, waar de plaats dan weer de Franse naam aan te danken heeft. We komen nog eens twee rotondes tegen en dan gaan we op weg naar Souraïde. De weg naar dit dorp toe is breed en behoorlijk recht, maar we komen wel een klimmetje tegen. Na drie vlakke kilometers buiten Senpere gaat het vervolgens anderhalve kilometer aan 4% omhoog, wat in principe natuurlijk niets voorstelt. Toch, als een bepaalde ploeg hier door wil trekken, nouja, dan worden de sprinters niet heel blij vermoedelijk. Doordat de weg zo breed is en behoorlijk rechtdoor omhoog gaat heb je amper in de gaten dat er geklommen wordt, maar het is hoe dan ook een extra uitdaging voor de sprinters. Wel een mooi weggetje verder, heerlijk rustiek is het hier. En groen. Onderweg komen we een aantal rotondes tegen, waar we vooral rechtdoor gaan. Na het korte klimmetje gaat het een tijd amper merkbaar omlaag, tot we in Souraïde bij een rotonde linksaf slaan. Zuraide, dat is dan weer de Baskische variant. Er valt redelijk weinig over Zuraide te zeggen, maar over de dorpen in de omgeving des te meer. Op een steenworp van het parcours ligt Espelette, daar waar de befaamde tijdrit in 2018 eindigde. Die tijdrit opende de ogen van koersdirecteur Prudhomme. Hij zag de Baskische fans massaal op de afspraak zijn en hij wist: als de Basken mij ooit 12 miljoen aanbieden gaan we naar ze toe. En zo geschiedde. Ezpeleta is naast die Tourrit vooral bekend vanwege de chilipeper die er wordt gekweekt, de piment d'Espelette (een wettelijk beschermde benaming), een variëteit van de Capsicum annuum. Ieder jaar in oktober worden er pimentfeesten gehouden. Vanwege zijn typisch Baskische aard, met witgekalkte huizen en een oude kerk, en zijn culinaire reputatie wordt het dorp door veel toeristen bezocht. Het verhaal wil dat Elcano die pepers meenam vanuit Amerika en dat ze per toeval goed bleken te groeien in deze omgeving. De pepers hangen vaak te drogen aan de huizen, wat voor een bijzonder beeld zorgt. Goed, we rijden net niet door Ezpeleta, maar toch. We zijn al dichterbij dan oorspronkelijk het plan was, de organisatie heeft de route van deze rit op het laatste moment aangepast. In het roadbook staat nog de oude route, we zijn oostelijker dan de bedoeling oorspronkelijk was.




De route schijnt aangepast te zijn om een aantal gevaarlijke situaties te vermijden. Er zou heel veel straatmeubilair zijn. Nouja, dat is altijd wel irritant ja. Niet dat we daar nu helemaal geen last meer van hebben, maar toch. We slaan bij de rotonde in Zuraide linksaf en dan gaan we noordwaarts richting Baiona fietsen. Na de bocht naar links in Zuraide loopt de weg nog eens anderhalve kilometer aan 4% omhoog, weer een hupje waar de sprinters niet vrolijk van gaan worden. Tijdens de tijdrit in de Tour van 2018 reden we in tegengestelde richting over deze weg, leid ik af aan de teksten die op de weg gekalkt staan. Optisch lijkt dit tweede klimmetje een stuk makkelijker dan de vorige, hier mag je toch niet in de problemen komen. Een beetje als lossen op de Tiegemberg, dan kun je er beter helemaal mee stoppen. Na dit klimmetje gaat het een kilometer of zes omlaag richting Ustaritz, al kunnen we niet spreken van een echte afdaling. Het gaat nooit écht naar beneden, tussendoor komen we wel een paar korte knikjes omhoog tegen. Een glooiende weg, eentje waar het moeilijk is om snel terug te komen als je in de problemen zat. Aan het eind van deze weg komen we na 178 kilometer uit in Ustaritz. Nog 15 kilometer tot de finish in Baiona, de finale is in volle gang. Ustaritz is een typisch Noord-Baskisch dorpje, overal witte huisjes met rode luikjes. Het dorp negeren we eigenlijk behoorlijk, zonder veel van die mooie huizen te zien slaan we af en bereiken we een snelweg die ons naar de finish moet brengen. Na een kilometer over deze weg gereden te hebben komen we een nieuwe rotonde tegen, hier gaat het schuin naar links. We dalen daarna een kilometer voorzichtig af over een enorm brede weg, waarna we ter hoogte van Arrauntz met een nieuw klimmetje te maken krijgen. De finale van deze rit stikt van de ongecategoriseerde en onaangekondigde klimmetjes. Nu gaat het een kilometer omhoog aan 4,5%. Omdat we afdalen richting dit klimmetje vermoed ik dat de renners daar overheen gaan vliegen, voor ze het in de gaten hebben zijn ze boven. Dit klimmetje vormt het probleem dus niet. Na dit klimmetje is het drie kilometer zo goed als vlak, onderweg komen we voorlopig alleen een rotonde tegen. Rechtdoor over een brede weg, dit is dan weer helemaal in het voordeel van de sprinters.



De laatste kilometers van de rit komen er nu echt aan. Op zeven kilometer van de finish volgt er een korte afdaling van een kilometer. Rechtdoor omlaag over een brede weg, de snelheid zal hier gigantisch hoog liggen. Na dit afdalinkje volgt er weer een klimmetje, ditmaal gaat het een halve kilometer omhoog aan 4,5%. Helemaal geen probleem, met die snelheid van de afdaling in de benen vliegen we over dit punt heen. Op vijf kilometer van de finish komen we vervolgens uit in Anglet, het plaatsje dat eigenlijk één groot industrieterrein is en dat ligt ingeklemnd tussen Biarritz en Baiona. Op een van die industrieterreinen van Anglet ligt de brouwerij van La Superbe. Noord-Baskisch bier, ja! Best lekker ook nog eens. La Superbe klinkt niet direct heel Baskisch, maar hun bieren hebben wel Baskische namen en Baskische smaken, erg lekker dus. Kort achter elkaar komen de renners in Anglet drie rotondes tegen, daarna rijden ze rechtdoor over een brede weg tot op ongeveer drie kilometer van het eind. De weg is eigenlijk volledig vlak, op een paar flauwe bochten na mag je 'm ook daadwerkelijk recht noemen. We komen een nieuwe rotonde tegen, gaan daar rechtdoor en dan is het nog drie kilometer fietsen tot de finish. Inmiddels bevinden we ons helemaal op het grondgebied van Baiona. Het gaat een halve kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg tot de volgende rotonde, daarna rijden we een paar meter rechtdoor tot op een dikke twee kilometer van het eind. Hier volgt een lange bocht van 180 graden naar rechts, na de bocht loopt de weg meteen een aantal meter omhoog en een paar meter later slaan we linksaf. Na de bocht naar links loopt de weg nog wat verder omhoog, in totaal gaat het 400 meter omhoog aan 4%. Dit klimmetje is wel een probleem, want door die lange bocht naar rechts gaan de renners met een veel lagere snelheid aan de klim beginnen. Positionering is hier van levensbelang, dus dat gaat lekker nerveus worden. Na de bocht en het klimmetje naderhand rijden we rechtdoor tot op net iets meer dan een kilometer van de meet, na de klim gaat het licht bergaf, de snelheid zal hoog zijn richting de volgende bocht. Met iets meer dan een kilometer te gaan slaan de renners rechtsaf, een bocht die vrij ruim zou moeten zijn. Na die bocht rijden we langs het lokale voetbalrugbystadion, het Stade Jean Dauger. Ter hoogte van dit stadion beginnen we aan de laatste kilometer, een technische kilometer. Langs het stadion loopt de weg flauw naar links, daarna gaat het flauw naar rechts. Vervolgens rijden we een aantal meter daadwerkelijk rechtdoor terwijl we via een brug over de Nive fietsen, maar dan volgt er in de laatste 300 meter een lopende bocht naar links die in de laatste 150 meter wegdraait naar rechts. In de allerlaatste meters van de rit loopt de weg ook nog vals plat omhoog aan 3%, het is een finale die eigenlijk door geen enkele keuring zou horen te komen. Voldoet niet aan de richtlijnen, onnodig ingewikkeld. Positionering zal heel belangrijk zijn, vooral het deel met al die rotondes is toch wel vragen om problemen. Al die bochten in de laatste kilometer, tja, eigenlijk niet helemaal de bedoeling he? Het zijn allemaal flauwe, lopende bochten, maar alsnog, er ligt ergens in Baiona toch wel een rechte straat van een paar hectometer? Jammerlijk einde van weer een wonderschone Baskische rit.




De etappe eindigt in Bayonne, een stad die in het Baskisch Baiona heet. Niet te verwarren met Baiona in Galicië. Bayonne bestond al als Gallo-Romeinse nederzetting onder de naam Lapurdum (hey, Lapurdi) en was de hoofdstad van de provincie Novempopulania. In de Middeleeuwen zetelde de burggraaf van Lapurdi in Baiona. Die was een vazal van de hertog van Gascogne en later van de hertog van Guyenne. Vanaf 1154 viel de stad gedurende drie eeuwen onder Engelse heerschappij, tot ze in 1451 door Jan van Orléans werd ingenomen voor de Franse koning Karel VII. Onder koning Frans I werd de stad versterkt maar het was vanaf 1680 dat de stad werd uitgebouwd tot een vestingstad tegen Spanje. Vauban keek persoonlijk toe op de versterking van Bayonne. Het heeft drie dagen geduurd, maar daar zijn we weer! We kunnen weer een nieuwe vesting van Vauban van de lijst afstrepen, hij liet hier het Château Vieux aanpassen en de stadsmuur versterken. Op de rechteroever van de Adour liet hij het Château Neuf bouwen en hij liet in Navarrenx en Saint-Jean-Pied-de-Port ook citadellen bouwen. In de zeventiende eeuw was Bayonne een belangrijk centrum voor de fabricage van wapens (het woord bajonet is afgeleid van de naam van de stad). Geinig. Door Baiona stromen de Nive en de Adour, in de finale fietsen we over de Nive maar we stoppen net voor we over de Adour zouden fietsen. Even verderop komen deze rivieren samen. Eind 19e, begin 20e eeuw was Baiona het vertrekpunt voor met name honderdduizenden Basken die naar Amerika emigreerden. Met de boot het beloofde land verlaten in de hoop dat je ginder niet onderdrukt zou worden. Je leest het al in de geschiedenis van Baiona, iedereen kwam hier weer voorbij om de boel te overheersen. Laat ons met rust. De historische stad bestaat uit drie stadsdelen. Grand Bayonne en Petit Bayonne bevinden zich aan weerszijden van de Nive en vormden samen een versterkte stad. Tot in 1907 was het door dit statuut van versterkte stad verboden buiten deze stadsmuren te bouwen. Dit heeft ertoe geleid dat de huizen in de binnenstad dicht op elkaar en in de hoogte zijn gebouwd. De wijk Saint-Esprit, het derde stadsdeel, bevindt zich aan de overzijde van de Adour zoals ook de citadel van Vauban. Grand Bayonne was traditioneel het rijkere deel van de stad en hier staan de hallen, het 19e-eeuwse stadhuis en de kathedraal Sint-Marie met haar klooster. Dit is de titelkerk van het bisdom Bayonne, die werd gebouwd tussen de 13e en de 16e eeuw. Haar torenspitsen en muurschilderingen binnenin dateren uit de 19e eeuw. In Petit Bayonne, gelegen op de oostelijke oever van de Nive, bevinden zich het Musée Basque en de pelotabaan van Saint-André, de oudste van dit stukje Baskenland. Het Musée Basque is ook volgens het roadbook een aanrader, net als die kathedraal van Sint-Marie en de verschillende kastelen in de stad. De wijk Saint-Esprit is een populaire voorstad van Bayonne. De wijk die in de 12e eeuw ontstond herbergt vrijwel alle immigranten van Bayonne. Het was destijds een stopplaats voor de pelgrims naar Compostella en het was de Orde van de Heilige Geest van Montpellier die er een nederzetting stichtte. Vet.



Baiona is dus een stad waar Vauban is geweest, automatisch een topstad. Het is overigens niet de mooiste citadel, dat is dan weer jammer. In Bayonne zijn verschillende instellingen ter promotie van de Baskische taal gevestigd. Dit zijn het Office public de la langue basque (OPLB) en het Institut culturel basque. Ook Euskaltzaindia, de Academie van de Baskische taal, met hoofdzetel in Bilbao heeft een zetel in Bayonne. Kijk, heel goed. Baiona is een stad met een enorm grote geschiedenis in de Tour, voor de 33e keer maakt de stad deel uit van het Tourcircus. Vooral vroeger was Baiona een vaste stop op de route. In recentere tijden is Baiona een beetje in de vergetelheid geraakt. De precieze reden daarvoor is niet bekend. De Tour is wel duur, dus het kan prima zijn dat de lokale bestuurders geen zin hebben om veel geld in dit circus te stoppen. Rugby is immers bij uitstek de sport van de stad, Aviron Bayonnais is een vrij grote club die in het verleden wel eens kampioen van Frankrijk wist te worden. Wielrennen leeft hier net iets minder, helaas. De laatste keer dat we in Baiona waren, jemig, dat dateert alweer van 2003. Toen wist Tyler Hamilton hier een huzarenstukje af te ronden. In een prachtige etappe, met onderweg Baskische beklimmingen als de Soudet (gaan we nog zien), Bagargui (gaan we helaas niet zien) en het laatste stukje van de Burdinkurutzeta (gaan we helaas ook niet zien) moest er na de laatste klim nog een lange weg worden afgelegd naar Baiona. Hamilton reed in de bergen weg, logisch, zijn terrein, maar hij moest daarna nog 60 kilometer standhouden op het vlakke. Dat lukte, een kleine twee minuten later won Zabel de sprint van het peloton. En dat allemaal met een gebroken sleutelbeen, Hamilton was een bijzondere patriot. ONZE Gerben Karstens won ook ooit een rit in Baiona, net als Leo Duyndam. Die ken ik dan weer niet echt. Jacques Anquetil was ook ooit aan het feest in deze stad, die dus eigenlijk meer met rugby heeft. Toch zouden ze best iets met wielrennen mogen hebben, want er komt gewoon een voormalig Tourwinnaar uit deze stad. Rober Lapébie, in 1937 won hij de Tour de France. Een Baskische winnaar, toen al. Thierry Elissalde komt ook uit Bayonne, hij is een van de weinige jongens uit Iparralde die ooit voor Euskaltel mocht rijden. Hij vormt een select gezelschap met Pierre Cazaux en Romain Sicard. Er komt ook een bekende voormalige voetballer uit Baiona. Eentje die momenteel bondscoach is van Frankrijk. De altijd verdedigend ingestelde Didier Deschamps is een Bask, dat wist u niet. Ik weet niet of jullie van teringherrie houden, maar de metalband Gojira komt dus ook uit Baiona. Niet helemaal mijn ding. Maar goed, Baiona dus. Mooie stad wel, dat hele centrum vol gekleurde huisjes is een lust voor het oog. Het is de moeite van het bezoeken waard, al zou ik wel meer tijd doorbrengen in Euskadi. Verder ben ik vooral verrast door het ontbreken van Biarritz, ik had verwacht dat we op z'n minst wel even door die stad zouden rijden. Toch een populaire badplaats, waar in het verleden zelfs Napoleon lekker in het zonnetje kwam liggen. Ook de woonplaats van André Darrigade, maar hij wordt tijdens de volgende rit alsnog geëerd dus dat laten we even voor wat het is. We sluiten af met een stukje muziek uit Iparralde, want ook daar zit genoeg muzikaal talent. Niet die herrie van Gojira, we gaan voor een combinatie van Baskisch en Afrikaans.



In Amorebieta wordt het overdag 26 graden, er is amper kans op regen en er staat niet veel wind. In Baiona wordt het 25 graden, ook daar is er eigenlijk gewoon nul kans op regen en er staat niet heel veel wind. Een beetje wind uit het noordwesten, dan hebben we de wind in de finale wel redelijk tegen. Gunstig voor de vluchtpogingen, voor zover die er überhaupt zouden zijn. In de laatste twee kilometer staat de wind dan juist weer wat meer in de rug. De rit gaat van start om 13:00, na een neutralisatie van een kwartier gaan we dan om 13:15 echt van start. We beginnen aan onze laatste Baskische tocht, een tocht die zal eindigen in Baiona tussen 17:27 en 17:51. De NOS en Sporza zijn er pas om 14:15 bij, dat kan natuurlijk niet. Dan mis je een uur vol Baskisch genot, al schakelen ze waarschijnlijk nog net op tijd in voor we de kust bereiken. Eurosport 1 is er dan wel weer de hele dag bij. Een uur Jan en Bobbie, jippie.



De derde Baskische rit gaat eindigen in een massasprint. Het is best een lastige rit, maar het is ook weer niet lastig genoeg om de meeste sprinters in de problemen te brengen. Wellicht haakt iemand als Cavendish af, maar de rest zal gewoon van de partij zijn. Het wordt wel een vrij hectische finale, ik zet al m'n geld in op een paar valpartijen. En dan wordt het dus een loterij wie er gaat winnen. Overigens zou het eventueel kunnen zijn dat er op de eerste klim van de dag, Trabakua, een ontzettend sterke kopgroep wegrijdt en dat het allemaal heel anders loopt, maar als we dat scenario even vergeten wordt dit gewoon de eerste massasprint. En als we de hectiek ook even vergeten en de resultaten van de rest van het jaar gerespecteerd worden kom je hier ongeveer op uit.
1. Philipsen. De snelste sprinter van het jaar, al werd hij in de Ronde van België uiteindelijk wel geklopt door Jakobsen en was hij vrij matig op het BK. Maarja, de rest van het jaar was ie dan weer ongenaakbaar. Hij is te dominant geweest, niemand anders verdient tijdens de eerste sprintvoorbeschouwing de eerste plek. Als Mathieu van der Poel ook nog eens de sprint voor hem aantrekt zoals hij een aantal keer in de Tirreno deed gaat er weinig aan te doen zijn.
2. Jakobsen. Klopte in de Ronde van België Philipsen en dus denken we ineens dat hij in topvorm is, terwijl de rest van zijn jaar echt dramatisch was. Ik ben nog niet volledig overtuigd, maarja, we gaan het meemaken.
3. Van Aert. Een keer een derde plek erbij voor de verzameling, ook leuk. Schuld van Vingegaard, die had de sprint voor hem moeten aantrekken.
4. Girmay. Het openingsweekend bleek te zwaar te zijn, dit zal in ieder geval niet te zwaar zijn. Tijd om hem een keer te zien schitteren, we verdienen het.
5. Pedersen. Ja, we hadden nog een lul nodig.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  maandag 3 juli 2023 @ 08:07:38 #3
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_209741991
Ik denk dat dit een zware dag voor de teamgenoten van Fabio en Dylan gaat worden. Die gaan natuurlijk elke klim gelost worden als teams als Alpecin daar tempo gaan maken.
pi_209742015
Heb de sprints in de Tirreno niet gezien maar vraag me af of Mathieu op dit niveau een goede sprintaantrekker is. Is toch een vrij specifieke kwaliteit. Op kop rijden in de sprintvoorbereiding zal hij wel goed kunnen.

Verder nog steeds niet eens met de lezing om totaal geen kritische noot op Vingegaard te kraken. Het had van leiderschapskwaliteiten en koersinzicht getuigd als hij in de laatste beurt de enige kopbeurt had gedaan die nodig was voor een overwinning van zijn meesterknecht.
  Eindredactie Sport / Forummod maandag 3 juli 2023 @ 08:13:52 #5
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_209742022
Vanwaar die enorme verrassing over Lafay, die is toch bijna het hele jaar al sterk? Zeker in lastige ritten..

Niet dat hij hier dan ineens favoriet was, maar zo'n sensatie is het nou ook weer niet :+
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_209742036
quote:
1s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:13 schreef heywoodu het volgende:
Vanwaar die enorme verrassing over Lafay, die is toch bijna het hele jaar al sterk? Zeker in lastige ritten..

Niet dat hij hier dan ineens favoriet was, maar zo'n sensatie is het nou ook weer niet :+
In Sportpools is hij spotgoedkoop en toch heeft praktisch niemand hem, een grote verrassing zijn deze prestaties (gister nog meer dan vandaag trouwens) dus zeker wel.
pi_209742047
Overigens ook wel èrg leuk dat er zo veel animositeit tussen UAE en Jumbo aan het ontstaan is (of al bestaat).
pi_209742135
Weet je nog die keer dat Pogi ook zeer 'angry against Van Baarle' was?

twitter
pi_209742148
quote:
0s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:32 schreef The_Undertone het volgende:
Weet je nog die keer dat Pogi ook zeer 'angry against Van Baarle' was?

[ twitter ]
Het was wel erg goed nagedaan.
pi_209742154
quote:
1s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:13 schreef heywoodu het volgende:
Vanwaar die enorme verrassing over Lafay, die is toch bijna het hele jaar al sterk? Zeker in lastige ritten..

Niet dat hij hier dan ineens favoriet was, maar zo'n sensatie is het nou ook weer niet :+
Wel vooral in Franse koersen, al was de WP ook wel sterk. Maar de stap naar dit (iedereen naar huis fietsen in de slotkilometer en zaterdag als enige Pogi en Vingegaard kunnen volgen) is toch wel heel groot
  maandag 3 juli 2023 @ 08:39:20 #11
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_209742186
Is Jonas Creteur voor Wout?
Put these foolish ambitions to rest.
pi_209742195
quote:
7s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:07 schreef Zwansen het volgende:
Ik denk dat dit een zware dag voor de teamgenoten van Fabio en Dylan gaat worden. Die gaan natuurlijk elke klim gelost worden als teams als Alpecin daar tempo gaan maken.
Dylan klimt wel wat beter dan Fabio de laatste tijd, acht de kans ook wel aanwezig dat Dylan er net aan blijft hangen (of dichtbij blijft) en Fabio er wel echt af ligt
  maandag 3 juli 2023 @ 08:43:47 #13
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_209742233
quote:
1s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:17 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:

[..]
In Sportpools is hij spotgoedkoop en toch heeft praktisch niemand hem, een grote verrassing zijn deze prestaties (gister nog meer dan vandaag trouwens) dus zeker wel.
Zeker. Dat een renner van de tweede rij wegsluipt in volle finale vanuit een elitegroepje van 24 en de rit wint komt wel vaker voor. Maar eergisteren leek hij na Vingegaard en Pogacar gewoon de beste klimmer in koers te zijn.

Ik heb echt in mijn ogen zitten wrijven. Victor fucking Lafay de 3e man in koers, hoe dan.
  maandag 3 juli 2023 @ 08:53:13 #14
194695 franklop
Fran knock
pi_209742319
Weer een bocht(je) op 250m van de streep _O_
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  maandag 3 juli 2023 @ 08:55:49 #15
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_209742334
Sven Vanthourenhout springt nu ook vol op het orgel om Vingegaard te slanderen, ik vind dit zo goed. UAE zijnde zou ik toch eens een lijntje uitgooien op woensdag of donderdag, gewoon kijken wat er bij Jumbo gaat gebeuren.
Put these foolish ambitions to rest.
  Eindredactie Sport / Forummod maandag 3 juli 2023 @ 08:59:41 #16
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_209742375
quote:
1s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:17 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:

[..]
In Sportpools is hij spotgoedkoop en toch heeft praktisch niemand hem, een grote verrassing zijn deze prestaties (gister nog meer dan vandaag trouwens) dus zeker wel.
Bijzonder. Hoewel ik het gisteren wel wat verrassender vond dan dat hij op dat pittige klimmetje er bij kon blijven een dag eerder, want op zo'n kort vinnig klimmetje voorin zitten is precies wat hij het hele jaar doet. Dat van gisteren dan weer niet echt :+
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  maandag 3 juli 2023 @ 09:00:08 #17
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_209742377
Put these foolish ambitions to rest.
pi_209742383
quote:
0s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:53 schreef franklop het volgende:
Weer een bocht(je) op 250m van de streep _O_
Je zou toch verwachten dat de UCI in ieder geval een poging doet om de eigen regels te controleren hè?
pi_209742398
quote:
Jurgen vd Broeck.. die was ik alweer helemaal vergeten. En qua niveau op dezelfde hoogte als Vingegaard ook, zou ik zeggen
pi_209742666
quote:
0s.gif Op maandag 3 juli 2023 08:55 schreef Koffieplanter het volgende:
Sven Vanthourenhout springt nu ook vol op het orgel om Vingegaard te slanderen, ik vind dit zo goed. UAE zijnde zou ik toch eens een lijntje uitgooien op woensdag of donderdag, gewoon kijken wat er bij Jumbo gaat gebeuren.
Dit mondt uit in een burgeroorlog op het Arabische schiereiland volgend jaar.

Leuk hoor...

[ Bericht 0% gewijzigd door De_Verschoppeling op 03-07-2023 09:42:18 ]
pi_209742858
quote:
Het blijft maar leveren, wat een genot.
pi_209742955
Waarschijnlijk wordt straks geëist dat Vingegaard en Roglic alsnog naar het WK gaan als luxeknecht voor Wout ;(
  maandag 3 juli 2023 @ 09:58:34 #23
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_209742974
Als ik Jumbo was had ik nu een troll video gemaakt waar Jonas de bammetjes van Wout smeert vanochtend.
pi_209742995
Ik heb de meltdown van de belgen helaas moeten missen, is deze nog ergens terug te zien?
  maandag 3 juli 2023 @ 10:07:43 #25
194695 franklop
Fran knock
pi_209743080
quote:
0s.gif Op maandag 3 juli 2023 09:58 schreef Momo het volgende:
Als ik Jumbo was had ik nu een troll video gemaakt waar Jonas de bammetjes van Wout smeert vanochtend.
Filmpje dat Laporte en Jonas een afscheidsvideo opnemen voor WOUT en dan toch verlengen tot 2030
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')