Drie jaar op rij begon de mooiste ronde van het jaar met een korte tijdrit, ditmaal beginnen we met een rit in lijn die van start gaat in Vitoria-Gasteiz, de Baskische hoofdstad. Vitoria-Gasteiz is een stad waar ik al het nodige over heb geschreven, onder meer omdat de stad nogal eens wil passeren in de Vuelta en ook in deze ronde. Dit jaar komen we dan weer tijdens de
Grand Départ langs in Vitoria-Gasteiz en aangezien jullie dus na een jarenlange overdaad aan informatie nog meer propaganda door de strot geduwd gaan krijgen zal ik deze stad even laten voor wat het is. We beginnen in de hoofdstad en we eindigen in de Rioja Alavesa, toeristisch gezien staat de Itzulia meteen op punt.
Roberto Laiseka heeft iedere etappe voorzien van enig commentaar, en als we dat door Google Translate gooien krijgen we dit soort wervelende teksten:
quote:
Eerste etappe van contact met Itzulia 2023 met een klim naar de Opakua-pas, die de eerste trui van de berg zal beslissen. Vanaf dit punt nemen we smalle en zeer bochtige wegen tot we door de sprint van Labastida komen. Vanaf dat moment kan de lucht een leidende rol spelen. In theorie is de etappe erg gericht op het beslissen over de sprint.
De lucht kan een leidende rol spelen, dat is volgens mij niet onwaar. Zonder lucht wordt het moeilijk om überhaupt te fietsen, denk ik. De rit gaat dus van start in Vitoria-Gasteiz en daarna zet het peloton koers richting Agurain, een plaats die ik meteen moet noemen. Agurain, door de Spanjaarden ook wel Salvatierra genoemd, is namelijk de thuisbasis van de familie Murguialday. Ooit had je Javier Murguialday, die won zelfs nog een keer een rit in de Tour. Tegenwoordig heb je Jokin Murguialday, hij is namens Caja Rural aanwezig in deze Itzulia. Hoewel er in Agurain slechts 5000 mensen wonen is Jokin niet eens de enige prof, ook Andoni Lopez de Abetxuko resideert in dit dorpje. Hij rijdt voor Euskaltel, maar is niet aanwezig in deze Itzulia. Kwam hard ten val in Saoedi-Arabië of all places, brak een aantal botten en hij zit nog in de lappenmand. Een slecht begin van zijn leven als prof, we hopen later op het jaar nog meer van zijn snelle benen te horen. Andoni en Jokin kunnen ons waarschijnlijk vertellen dat je vanuit Agurain kunt beginnen aan een lastige klim, die van Opakua. Het gaat zeven kilometer omhoog aan 6%, maar aangezien de top van de klim volgt na 33 kilometer en we hierna nog 130 kilometer moeten afwerken zal dit verder niet heel belangrijk blijken te zijn. Wel leuk voor de vluchters, die hier meteen een hoop punten kunnen rapen met het oog op de bergtrui.
Veel renners zullen die beklimming van Opakua wel kennen, want vorig jaar zat ie ook in de Vuelta. Dat was tijdens de vierde rit, van Vitoria-Gasteiz richting Laguardia. Deze rit heeft wel wat weg van die rit, zelfde startplaats en ook komen we tijdens deze etappe door Laguardia. Verder is er ook genoeg verschil. Na de beklimming van Opakua rijden de renners heel wat kilometers door een natuurgebied dat luistert naar de naam Izki. Het terrein hier is glooiend, het gaat heel wat kilometers op en af terwijl de wegen een tijd wat smaller zijn. Tot in Maeztu is dat zo, daarna worden de wegen wel weer wat breder. De omgeving is mooi, al zullen we daar niet veel van zien aangezien men tegen deze tijd nog niet live is. Je zult me maar op m'n woord moeten geloven. Veel bos, af en toe wat open velden, maar in die open velden zie je dan weer een rotsachtig gebergte op de achtergrond. Voorbij Maeztu volgen twee klimmetjes, het gaat een keer anderhalve kilometer aan 7% omhoog en dan even later drie kilometer aan 5%, zelfs deze vlakkere rit die enige aanwezige sprinters nog enig plezier zou moeten bezorgen zal ze in de praktijk weinig plezier bezorgen. Nadat we door een kleine nederzetting met de naam Quintana (#FreeNairo) zijn gereden komen we na ongeveer 70 kilometer uit in Bernedo, waar de renners als eerste worden begroet door een bijzonder lelijk mondriaanachtig gebouw. In deze omgeving zitten sommige renners weer op bekend terrein, want in de Vuelta van vorig jaar reden we ook door Quintana en Bernedo, waarna we op weg gingen naar de Puerto de Herrera. De weg naar die klim toe volgen we nu ook, we fietsen van het drempelrijke Bernedo verder naar Lagran, het oudste dorpje van de omgeving. Niet vanwege de stichtingsdatum, nee, de gemiddelde leeftijd van de inwoners. Als je jonger bent dan 70 en hier woont val je uit de toon. Ook het Baskische platteland loopt leeg, doe je niets aan blijkbaar. Een boerenlandschap hier, met wat verder aan de linkerkant van de weg wat mooie heuvels.
Kan ik mooi een stukje kopiëren uit m'n voorbeschouwing van de Vuelta van vorig jaar: Voorbij het hoogbejaarde Lagran fietst het peloton verder naar Urizaharra, dat de Spanjolen ook wel Peñacerrada noemen. In een stuk van 12 kilometer tot aan Urizaharra komen we twee klimmetjes en twee afdalinkjes tegen. Na de tussensprint (die lag in de Vuelta in Lagran, red.), opletten voor de drempels, is het een kilometer vlak alvorens we beginnen aan een klimmetje van twee kilometer aan 6%. Ongecategoriseerd, maar toch de moeite waard. Al vindt climbfinder er wat anders van, maar goed, moeten hunnie weten. Een brede weg omhoog in het bos, paar bochten erbij, maar je hebt amper in de gaten hoe lastig het is. Na dit klimmetje is het een kilometertje vlak, voor de renners beginnen aan een korte afdaling met een paar niet al te lastige bochten onderweg. Direct daarna gaat het opnieuw omhoog, maar dan wel op een minder spannende manier. Anderhalve kilometer aan 4% gemiddeld, daar gaat het niet gebeuren. Na dit tweede klimmetje volgt er een afdaling van drie kilometer richting Urizaharra, een afdaling vol bochten. Steil gaat het evenwel niet naar beneden en de weg is goed en breed, dus moeten we het eind van deze afdaling op een veilige manier kunnen bereiken. Eenmaal beneden gaat het anderhalve kilometer zo goed als rechtdoor over een vlakke weg tot in Urizaharra, waar ze beschikken over een kicken stadspoort.
In Peñacerrada, om het voor de afwisseling maar eens zo te noemen, kun je linksaf slaan richting de Puerto de Herrara. Is een aanrader. Mooi klimmetje, maar het is vooral het uitzicht op de top van de klim die 't 'm doet. Ginder, aan de andere kant van deze bergketen, ligt de Rioja Alavesa op ons te wachten. Aan de andere kant van de bergen groeit er wat graan en staan er wat bomen, aan de andere kant is er alleen maar wijn, wijn, wijn. We gaan alsnog naar de Rioja Alavesa, maar niet via Herrera. Nee, we rijden met een boog om de bergen heen en daardoor gaat het voorbij Urizaharra zelfs nog een tijd omlaag. De coureurs volgen een kronkelende weg door het bos en die weg loopt meer omlaag dan omhoog. Van een lastige afdaling lijkt geen sprake te zijn en vrij snel volgt de eerste nieuwe klim alweer. Voorbij het dorpje Berganzo gaat het in de buurt van het dorpje Ocio een tijdje omhoog. Als we Ocio bereiken, een dorpje ingekapseld tussen de bergen, zien we boven op een rots een kasteel. Die zijn nog relatief zeldzaam ook in het Baskenland, een bijzonder moment derhalve. Zodra het kasteel te zien is slaan we in Ocio linksaf en daarna rijden de renners een tijd over een smallere weg. Deze smalle en bochtige weg leidt door een fraaie omgeving. Wel een omgeving waar er even geklommen moet worden, maar al snel zijn de renners boven en tijdens de afdaling van dit klimmetje bereiken ze voor het eerst het grondgebied van de gemeente Labastida. Labastida is de finishplaats van deze eerste rit, maar na 110 kilometer rijdt men hier alvast voor het eerst door het dorp. Bij die eerste passage volgt er een tussensprint, Labastida krijgt wel waar voor z'n geld. Na een tijd over de smalle weg gereden te hebben wordt die weg voorbij Salinillas de Buradón een stuk breder. Niet veel later komen we uit bij de Ebro, op de grens tussen Baskenland en La Rioja.
De brede weg langs de Ebro brengt de renners door een tunneltje. Een paar meter later zien ze een schokkend bord langs de kant van de weg: La Rioja. We verlaten het Baskenland en rijden een aantal kilometer door een andere autonome regio, eentje die we vooral kennen vanwege de gelijknamige wijn. Maar dat er niet alleen Rioja wordt gemaakt in La Rioja zal tijdens deze etappe wel duidelijk worden, al weten jullie dat natuurlijk allemaal al dankzij die aankomst in de Vuelta in Laguardia vorig jaar. Via Briñas rijden we langs de Ebro terug het Baskenland in, alwaar de eerste passage in Labastida en dus ook de tussensprint volgt. Langs de achterkant rijden we over de finish, dit in stijgende lijn. Klimmetje van twee kilometer aan 4%, niet heel spectaculair. We dalen vervolgens af over de finishstraat en verlaten Labastida weer. Geografisch gezien een interessante locatie, want Labastide ligt in een miniscule uithoek van Araba, ingeklemd tussen La Rioja. Niet ver buiten Labastida betreden we daarom wederom La Rioja, we sluiten deze rit af met een grote lokale lus die ons vooral langs eindeloos veel wijngaarden zal brengen. Vrij snel komen we uit in San Vicente de la Sonsierra, waar het stikt van de bodegas. Een Bodega Contador, bijvoorbeeld. Of de Bodega Lopez de Haro, die is volgens mij nog wel bekend. Een wijnkenner ben ik niet, zeker als het gaat om de normale Rioja. Van de Rioja Alavesa heb ik al iets meer verstand. Over een kronkelende en matig glooiende weg fietsen de renners lange tijd door een fascinerende omgeving. Wijnranken, zo ver als onze ogen het toestaan ze waar te nemen. De rit wordt er niet spannender door, maar we hebben in ieder geval een opvallend decor. Tussen de wijnranken door zou je hier overigens ook een Strade Bianche kunnen organiseren, zomaar een tip voor de mensen hier.
Tussen de wijnranken door en langs de Ebro af fietsen we na een tijd weer Euskadi binnen. Hoewel het glooiend blijft zal dit deel van het parcours voor weinig verschil kunnen zorgen en dus werken we vermoedelijk toe naar een sprint. Eenmaal terug in de provincie Araba in het Baskenland komen we uit in Baños de Ebro, ook wel Mañueta genoemd in het Baskisch. Al is die Baskische naam eigenlijk nieuwer dan de Spaanse, want dit is een deel van het Baskenland waar vooral de Romeinen de zaken hebben bepaald. Aan deze kant van de bergen durfden ze wel te komen, verder het binnenland in, nee, daar begonnen ze niet aan. En dat soort verschillen zien we heden ten dage nog terug, daar waar de Romeinen niet zijn geweest spreekt men vaker Baskisch, daar waar de Romeinen wel zijn geweest spreekt men meer Spaans. Dit even geheel terzijde, van Baños de Ebro fietsen we naar Elciego over een brede weg. Een weg die licht bochtig is en licht glooiend, maar nee, dit stelt allemaal weinig voor. Het zijn vooral de wijngaarden van de Rioja Alavesa die de show blijven stelen. Na 132 kilometer, op iets meer dan 30 kilometer van het eind, bereikt het peloton Elciego, of Eltziego. Dit is een van de belangrijkste plaatsen van de Rioja Alavesa, een plek met de nodige bodegas. De bekendste daarvan is zonder enige twijfel die van Marques de Riscal. Dat hier een gebouw van Frank Gehry te bewonderen valt zal ik ongetwijfeld al veel te vaak hebben benoemd, maar ik gooi 'm toch even opnieuw in de strijd. Een flesje Marques de Riscal? Te koop bij je lokale Gall&Gall. Een overnachting in het futuristische gebouw van Gehry dat dienst doet als hotel? Dat schijnt dan toch meteen om een paar honderd euro per nacht te gaan. Krijg je er wel een rondleiding over het wijndomein en een proeverij bij, toch niet niks.
Voorbij Elciego en dat gekke gebouw van de ontwerper van het Guggenheim fietst men verder richting Lapuebla de Labarca, een route die meer oneffenheden kent. Er volgt zowaar een klimmetje, tussen nog veel meer wijngaarden door gaat het anderhalve kilometer aan bijna 7% omhoog, een kans voor bepaalde ploegen om de koers wat harder te maken. Mocht dat niet gebeuren dan is het vooral een kans voor de renners om wat meer te genieten van te omgeving. Die wijngaarden zien er allemaal nog een stuk mooier uit als je ze van een hoogte kunt bekijken. Vrij open terrein hier overigens wel, maar waaien gaat het niet doen. Na het klimmetje volgt er een afdaling, maar dat stelt weinig voor. Brede weg, geen gekke bochten. Beneden in Lapuebla de Labarca kussen we de Ebro, slaan we linksaf en gaan we op weg naar Laguardia. De weg richting Laguardia loopt continu omhoog, vrij lang vals plat, maar eenmaal in Laguardia zelf wordt het wat steiler. Dat kunnen we weten, want vorig jaar kwam er in deze plaats een rit aan in de Vuelta. Die werd gewonnen door Roglic in een sprintje bergop, toen dachten we nog dat hij die Vuelta wel even makkelijk ging winnen. Het laatste stuk van die etappe is gelijk aan het sprintje bergop dat ook nu volgt, richting de tussensprint in Laguardia gaat het een kilometertje omhoog aan 6%. Op dit punt hebben we 145 kilometer afgewerkt en is het nog 20 kilometer fietsen tot de finish. Laguardia is, zoals ik vorig jaar al schreef, de thuisbasis van de familie San Millán. We zwaaien naar de
bald fraud Iñigo San Millán, die weer een kunststukje heeft weten af te leveren in de Ronde van Vlaanderen. Charlatan.
In Laguardia zijn uiteraard ook weer een heleboel bodegas te vinden, het bekendste exemplaar is die van Ysios, waar ze een bouwwerk hebben laten opleveren door Calatrava. Verder is het gewoon een mooi ommuurd dorpje op een heuvel met in de omgeving veel wijn, heel veel wijn. Aangezien Laguardia op een heuvel ligt dalen we nu af, maar veel stelt dat niet voor. Het is tijd om terug naar Labastida te fietsen, de route daarheen spreekt eigenlijk volkomen voor zich. Over een brede en rechte weg fietst men via Samaniego naar Labastida. Onderweg komen we wijngaarden tegen, nog meer wijngaarden, een aantal wijnranken, een paar wijndomeinen, wat bodegas, nog meer wijnranken en dan voorts nog wat wijngaarden. Paar dolmen on the side, want dit is wel de regio waar flink wat prehistorische vondsten zijn gedaan. En dan weer wijngaarden. Bergen aan de rechterkant van de weg, maar die raken we niet meer aan. Schitterende plaatjes, continu. Koerstechnisch gezien net wat minder, maar deze rit is natuurlijk vooral ontworpen vanuit toeristisch oogpunt. Er waren ooit zelfs geruchten dat de Tour door de Rioja Alavesa zou trekken, maar nee, de noordelijke en betere Rioja moet het doen met de Itzulia. Geen troostprijs. Voorbij Samaniego, waar ook weer de nodige bodegas te vinden zijn, verlaten we weer voor een aantal meter de Rioja Alavesa en komen we La Rioja binnen. De grenzen lijken hier tamelijk willekeurig getrokken te zijn. Maar goed, een paar kilometer Errioxa dus, zo noemen de Basken La Rioja. Het beeld blijft hetzelfde. Wijngaarden, rechte en brede wegen, af en toe een lichte glooiing. Open terrein, maar naar ik vermoed geen wind. Op ongeveer drie kilometer van de aankomst komen de renners een rotonde tegen en daarna zal de finale helemaal beginnen. We zijn weer terug in het Baskenland, in de Arabako Errioxa. De Rioja Alavesa, met andere woorden. Ginder in de verte zien we iets hoger Labastida liggen. We moeten dus nog wat klimmen aan het eind. De brede en licht kronkelende weg gaat in de laatste drie kilometer nog wat omhoog. Een Baskische finale, aan volledig vlak doen we niet. Al is het wel vooral redelijk vlak, met tussendoor twee keer een halve kilometer aan 5%. Het wordt een beetje een malle aankomst. Een wat steiler stuk bij de entree in Bastida, in de laatste kilometer. Dan is het daarna even vlak en gaat het zelfs even flink naar beneden, met kort achter elkaar een paar brede bochten en dan gaan we in de laatste meters naar de finish rechtdoor klimmen we blijkbaar weer aan 6%. Paar drempels aan het eind, kortom, een chaotische finish. Positionering is belangrijk, enzulks.
De finish ligt in Labastida, dat de Basken ook wel kortweg Bastida noemen. Een plaats in het Baskenland, in de regio Araba, meer specifiek in de Rioja Alavesa, of dus de Arabako Errioxa. Een plaats waar al lang mensen wonen, gezien de vele dolmen (of hunebedden) en ook een aantal neolithische begraafplaatsen in de omgeving. Een van die historische vindplaatsen luistert naar de naam Remelluri, en laat dat nou ook toevallig de naam zijn van de bekendste lokale bodega. Genoeg Nederlandse slijterijen waar je een flesje Remelluri op de kop kunt tikken, geen enkel probleem. In deze uithoek van het Baskische deel van La Rioja zitten nog veel meer bodegas, zoals je misschien al hebt kunnen raden draait het vandaag vooral om wijn. Vanwege de locatie van Bastida, op een heuvel dicht bij de Ebro, is hier in het verleden het nodige gebeurd. Het werd een versterkt plaatsje, dat nogal eens van land wisselde. Pas ergens in de 16e eeuw ging het definitief bij Araba horen. In die tijd werden ze hier rijk en dat kunnen we tegenwoordig nog zien, langs de hoofdstraat verscheen het ene na het andere paleis. We finishen op een andere weg, want die is breder, maar het loont de moeite om hier eens door het centrum te lopen. Manuel Quintano kwam uit Labastida, hij was een wijnmaker die op vakantie ging naar Bordeaux en de lokale stijl van wijnmaken aldaar mee terug naar huis nam. Dat was een primeur, hij introduceerde die stijl in deze regio en dus is hij bekend geworden. Napoleon Bonaparte kwam hier blijkbaar ook eens op bezoek, waarschijnlijk om de lokale kerk en de stadsmuren te bewonderen. Hij verbleef in een van die vele paleizen, in dit dorpje waar ze al meer dan 1000 jaar bezig zijn met het maken van wijn. Het maken van koers, dat bleef nog even achter. De Itzulia voor vrouwen kwam hier vorig jaar wel op bezoek, tot mijn grote verdriet klopte de zeer onsympathieke Demi Vollering toen Pauliena Rooijakkers in de straten van Bastida. Laten we hopen dat we nu een leukere winnaar krijgen.
Ze hebben ook gewoon stadspoorten en muurschilderingen in Labastida, heel vet allemaal. De rit zelf wordt vast minder vet, men begint om 13:00 en de verwachting is dat ergens tussen 17:18 en 17:43 een winnaar valt aan te wijzen. Kijkend naar de startlijst vind ik dat Fraile zich hier maar eens moet mengen. Vendrame lijkt me een naam, bij Alpecin kijk je dan naar jongens als Oldani, Q. Hermans en wellicht een Stannard. Ide Schelling? Waarom niet Gregoire meteen? Aranburu! Serrano. Bagioli. Pello, misschien. Sjon Aberasturi? Of misschien wel Tesfatsion? Hirschi?! Oorluis Aular?? Nouja, jemig, geen denderende lijst op dit gebied. Vanaf 15:30 gaat Eurosport live, op een kilometer of 80 van het eind. We schakelen in zodra we de Rioja Alavesa bereiken, vast geen toeval. Twee uur vol wijnranken, dat gaat wat worden. In Labastida 14 graden, droog, amper wind. Geen Baskische taferelen, maar Araba is sowieso altijd een ander verhaal. Sowieso deze kant van de bergen, andere wereld. Wel een mooie wereld. Om een traditie hoog te houden sluiten we af met mooie muziek, we zijn in Araba en dus sluiten we af met de bekendste band van deze regio. Een band die zelfs bekend zal zijn bij de gemiddelde koersliefhebber. Aukera Berriak, die Baskische woorden kent u inmiddels wel. Een nummer van de band En Tol Sarmiento, ook wel ETS, die bij een jaarlijks terugkerend evenement aan het eind van het jaar op de Baskische tv werd gekufferd door Gorka en Ion Izagirre, Pello Bilbao en Joseba Beloki. De band, ETS, heeft sindsdien nog veel meer muziek uitgebracht, onder meer hun coronaknaller Zurekin Batera. Eind vorig jaar kwam er een nieuw album uit en van dat album is Barkaidazu mijn favoriet. Een samenwerking met Eñaut Elorrieta, ook een bekende muzikant in deze contreien. Ik heb niet het idee dat het iemand iets boeit, maar ik ga er zelf bijzonder lekker op. En het is toch mijn feestje.