Het weer in januari 2023De gemiddelde januaritemperatuur in De Bilt ligt in ons huidige klimaat met 3,6 graden ruimschoots boven nul. Dit wil verder niks zeggen over de komende maand. In Nederland is het spreekwoord "het kan vriezen, het kan dooien" dan ook wel van toepassing.
quote:
Overdag is het gemiddeld 6,1 graden en ’s nachts 0,9 graden. De kans op nachtvorst is daarmee duidelijk aanwezig, maar het vriest vaker niet dan wel. Januari telt twaalf vorstdagen met minima onder nul en twee à drie ijsdagen waarop het de hele dag blijft vriezen.
Matige vorst (minima onder -5 graden) komt gemiddeld vier keer in januari voor en strenge vorst (minima onder -10 graden) een halve keer. In de praktijk komt het eens in de vijf jaar tot één of meerdere nachten met strenge vorst in januari. Tussen januari 2013 en februari 2021 had het recordlang niet streng gevroren in De Bilt. Op 13 februari 2021 was het eindelijk weer zover. Nu is het nog wachten tot het weer een keer in januari gebeurt.
Regionale verschillen
Het vriest in het oosten, zuidoosten en noordoosten beduidend vaker dan in het zuidwesten, westen en noordwesten. In Vlissingen ligt de gemiddelde januaritemperatuur op 4,5 graden en vriest het slechts 7 keer. Op de weerstations Eelde en Twenthe is het in januari gemiddeld 2,8 graden en komen 13 vorstdagen voor.
Van -27,4 graden tot +16,5 graden
In het verleden heeft januari zich vaak laten zien als een barre wintermaand. Het nationale kouderecord van Nederland is gemeten op 27 januari 1942 in Winterswijk en staat op -27,4 graden. In De Bilt staat het kouderecord voor januari (en alle maanden) op dezelfde datum met -24,7 graden.
lees hier verder
Een voorspelling voor januariOp 1 januari werd het in de Bilt 15.6 graden, hiermee werd om 1 uur vannacht het oude record van 15.1 graden verbroken. Een warme start van het nieuwe jaar dus. Maar blijft dit ook zo?
CFS laat een te warme maand zien, waarin het begin vooral te warm is en te nat.
GFS laat het warme weer doorgaan tot ongeveer de 1e tien dagen, waarna het mogelijk weer kouder gaat worden. De Nao en Ao index lijken deze trend te bevestigen, want deze gaan over een dag of 10 richting negatief, waardoor de kans op hogedruk toeneemt. Het kan zeker nog koud gaan worden, als de drukgebieden op de juiste plaats komen te liggen.
Januari in het verledenquote:
1 januari … de vuurwerkmist van ’93 … een zeer koude nieuwjaarsdag van ’79
Extreem was de mistsituatie in 1993. Het was koud, vriezend en windstil weer tijdens de jaarwisseling. De minimumtemperatuur daalde in De Bilt naar -8.5 graden en overdag kwam het kwik niet hoger dan -0.4, een ijsdag dus (op veel plaatsen overigens).
Binnen een uur na het inluiden van 1993 ontstond een uitzonderlijk dichte mist over vrijwel het hele land, o.m. te wijten aan de miljoenen vuurwerkafstekers die grote hoeveelheden verbrand kruit en dus veel condensatiekernen – dé katalysators – in de atmosfeer hadden uitgestrooid.
Op veel plaatsen liep het zicht zelfs terug tot minder dan 10 meter, terwijl er zelfs hier en daar een zicht van minder dan 3 meter was. Je kon dus “vrijwel geen hand voor ogen zien”. Er gebeurde dan ook talrijke ongelukken.
Eén positief gevolg was er overdag wel te vinden: de rijp die door de mist ontstond, gaf een fantastische aanblik!
Op 16 nieuwjaarsnachten van de 101 (sinds 1901) kwam er in Nederland wel ergens mist voor.
quote:
Van 2 op 3 januari 1976 raasde er een geweldige orkaan over grote delen van Europa. De orkaan liet een spoor van vernieling achter in een strook van Engeland en Scandinavië tot de Alpen. Daarbij kwamen 60 mensen om het leven.
quote:
Op 20 januari 1960 woedde er een zware noordwesterstorm met in Den Helder windkracht 10 en een maximale windstoot van 145 km per uur.
Op 20 januari 1979 had het midden- en zuiden van het land in de middag en in de eropvolgende nacht erg veel last van ijzelvorming. Op enkele plaatsen kon er op de straat worden geschaatst.
De storm van 25 januari 1990![ZVWiU21.png]()
Juist tijdens de avondspits was de storm op zijn hoogtepunt, waardoor de gevolgen enorm groot waren. De luchthaven Schiphol was tijdelijk onbereikbaar. Het weg- en treinverkeer werd volledig ontwricht door omgewaaide bomen, vernielde bovenleidingen en defecte spoorwegovergangen. Duizenden reizigers strandden in de grote steden en moesten daar noodgedwongen de nacht doorbrengen.
In de loop van de rampdag werden de waarschuwingen opgeschaald tot windkracht 11 en uiteindelijk zelfs orkaankracht 12, iets dat in ons land zelden gebeurt. Uit onderzoek bleek achteraf dat de ernst van de waarschuwingen niet goed was doorgedrongen. De storm was dan ook aanleiding voor meer voorlichting over begrippen in het weerbericht en de invoering van speciale waarschuwingen voor extreem weer en het weeralarm met kleurcoderingen.
bronOp 25 januari 1990 woedde een zeer zware storm over Ierland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Duitsland, België en Denemarken. In onder meer Duitsland en Frankrijk wordt de storm ook wel Orkaan Daria genoemd. De storm kost volgens schattingen 97 mensen het leven. De hoogste windsnelheden werden nabij Belfast in Noord-Ierland bereikt, namelijk 190 kilometer per uur. Het ergst getroffen werd Groot-Brittannië. Daar vielen 39 doden. In Nederland kwamen zeker 17 mensen om het leven, in België 11.
bronquote:
Op 27 januari 1942 werd te Winterswijk de laagste temperatuur ooit in ons land gemeten. Dat wil zeggen op een officieel KNMI station. Het kwik zakte in een ademloze atmosfeer en boven een dik sneeuwdek weg tot -27.4 graden.
De watersnood van 1953De watersnood van 1953, meestal aangeduid als de Watersnoodramp of Februariramp en aanvankelijk ook wel als Sint-Ignatiusvloed of Beatrixvloed, voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953.[1][noot 1][noot 2] De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting, met een ongunstig daarmee samenvallend tijdstip van vloed en springtij. Het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee steeg daardoor tot extreme hoogte. Te Vlissingen, Hoek van Holland, IJmuiden en Harlingen werd de hoogste waterstand in 100 jaar gemeten, respectievelijk 4m55, 3m85, 3m85 en 3m85 hoger dan Normaal Amsterdams Peil (NAP).[2] Het gevolg was dat veel dijken overspoeld werden en doorbraken. Hele eilanden en landstreken inclusief steden en dorpen raakten overstroomd; dit leidde tot veel slachtoffers en grote schade.
Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Engelse veerboot en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen. Het meest ingrijpend zijn de Deltawerken in Nederland, terwijl in Engeland onder meer de Thames Barrier en een stormvloedkering in de rivier Hull zijn gebouwd.
bron