Geen rentestap, maar een rentesprong, de grootste renteverhoging ooit in de ruim 20 jaar oude geschiedenis van de euro. Om de gierende inflatie te beteugelen verhoogt de Europese Centrale Bank (ECB) de belangrijkste rentetarieven met maar liefst 0,75 procentpunt. Het is de tweede renteverhoging dit jaar, in juli ging de rente al een half procentpunt omhoog.
Door de rente te verhogen hoopt de centrale bank dat de groei van de economie vertraagt en dat daarmee de prijsstijgingen op termijn afzwakken.
Met de buitengewone renteverhoging laat de ECB zien dat het terugdringen van de inflatie de topprioriteit is. De centrale bank laat zich niet weerhouden door de verslechterde vooruitzichten voor de economie, die al wijzen op een recessie aan het eind van het jaar. Daar komt nu een verdere vertraging van de economische groei door de rentestijging bovenop.
Gezien de hardnekkige en torenhoge inflatie rekenden de financiële markten de afgelopen weken steeds meer op een grote rentestap. Naar verwachting zal de ECB de komende maanden de rente verder opschroeven tot een renteniveau van 2 à 2,5 procent, in de hoop dat daarmee de inflatie zal afnemen tot de gewenste 2 procent ergens in 2023 of 2024. Een renteverhoging heeft ook tijd nodig, zo'n zes tot negen maanden, om door werken in de economie, de bestedingen en investeringen.
De renteverhoging geldt voor alle drie basisrentetarieven van de centrale bank. De rente van de depositofaciliteit, waarbij banken geld stallen bij de ECB, gaat van 0 procent naar 0,75 procent. De refirente, de rente die banken betalen aan de centrale bank als ze geld opnemen, gaat van 0,5 procent naar 1,25 procent, en de beleningsrente van 0,75 procent naar 1,50 procent.
Allerlei soorten rentes zijn direct en indirect afhankelijk van de beleidsrente van de ECB. Denk aan de hypotheekrente, de krediet- en leenrente, studieleningen, de obligatierente en natuurlijk de spaarrente. De verwachting is dat al die rentetarieven de komende tijd verder gaan oplopen.
Na de eerste renteverhoging in juli kwam er een einde aan de negatieve rente die Nederlandse banken in 2020 invoerden voor grote spaarders met meer dan 100.000 euro op de bankrekening. Spaarders kregen geen rente meer over hun spaargeld maar moesten juist betalen. Bij ABN Amro verdween de negatieve rente per 1 augustus helemaal, andere banken halveerden de negatieve rente en schrappen hem helemaal per 1 oktober.
In het kielzog van de renteverhoging en het vooruitzicht op nog meer rentestijgingen verhoogden kleine buitenlandse banken de afgelopen weken al voorzichtig de spaarrente, de grootbanken zijn vooralsnog terughoudend.
BronBlijft maar doorgaan....