abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 31 augustus 2022 @ 00:01:36 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205798036
Etapa 11: ElPozo Alimentación - Cabo de Gata, 191,2 km

Not normal.




De volgende rit gaat van start voor de deur van een van de sponsoren van La Vuelta, ElPozo Alimentación. Dat niet alleen, het bedrijf is ook sponsor van de CERATIZIT Challenge by La Vuelta en van de vrouwenploeg Soltec Team Costa Cálida. ElPozo is opgericht in 1954 in Alhama de Murcia, waar de fabriek nog steeds staat, en sindsdien bezig aan een gestage opmars. In de Vuelta van 2017 eindigde er een rit voor de fabriek. De zege ging die dag bijna naar een Murciaan, José Joaquin Rojas dacht heel even te kunnen winnen voor eigen publiek, maar het is Rojas en dus ging het feest niet door. Matteo Trentin was hem te snel af en zodoende werd hij de eerste winnaar ooit in Alhama de Murcia, al doet de organisatie er alles aan om die naam te vermijden. Nee, het draait allemaal om ElPozo Alimentación. In 2017 schreef ik dat er 3400 mensen voor het bedrijf werkten en dat de omzet in 2014 liefst 942 miljoen bedroeg. De zaken gaan voor de wind in Alhama, want ondertussen spreken we over bijna 5000 werknemers en en omzet van 1129 miljoen euro in 2017. Daarmee is het qua omzet het op één na grootste bedrijf van de autonome regio Murcia, alleen Hefame doet het beter. Het bedrijf is in meer dan 75 verschillende landen actief, maar vooral in Spanje is het te doen, blijkbaar het meest verkochte merk in Spanje. Maar wat voor merk is het nou precies? Nou, ElPozo is een vleesverwerkingsbedrijf. In principe een uit de kluiten gewassen slagerij, zo u wilt. Ze hebben ook nog wel wat nevenactiviteiten, maar uiteindelijk draait het vooral om vlees. Van grote vleeshompen tot vleeswaren voor op je boterhammetje, ElPozo heeft het allemaal. Sinds enkele jaren is ElPozo sponsor van de Vuelta en dat feit vieren beide partijen nu voor de tweede keer. Ik heb de Tour wel eens in Vittel zien finishen en zo her en der fiets je wel eens langs een plaats waar een sponsorend bedrijf zit, maar dat we nu in een paar jaar tijd eindigen en starten voor de deur van een vleesverwerkingsfabriek? En dan ook nog de naam van die fabriek noemen en niet de naam van de plaats waar we ons bevinden? Merkwaardig. Omzet genoeg natuurlijk, maar je moet je afvragen of je wel zoveel reclame wil maken voor een vleesverwerkingsbedrijf. Weinig sympathieks aan, natuurlijk. Al wil de gecombineerde propaganda van Wikipedia en het roadbook je anders laten geloven. De werknemers krijgen 5000m2 aangeboden om te sporten! Ze hebben gouden medailles uitgereikt gekregen omdat ze zich zo inzetten voor het moderniseren van de voedselsector! Ze sponsoren de Spaanse paralympische ploeg! Uiteindelijk slachten ze vooral een hoop dieren en maken ze er vlees van. Moeten we niet willen met z'n allen natuurlijk. Steek die serranoham maar in je reet. Goed, het bedrijf ligt dus in Alhama de Murcia, een stad in de autonome regio Murcia met ongeveer 22.000 inwoners. We zijn in Murcia, de regio van Alejandro Valverde. Een eresaluut van de organisatie, al schiet hij er natuurlijk niet veel mee op. Er zullen wat vrienden en familie komen opdraven vanuit Murcia, maar Alejandro had meer aan een aankomst op zijn maat gehad dan een start bij de lokale slager. Alhama is verder geen al te boeiende stad, op de heuvel boven dit hoopje slachtafval komen we de ruïnes van een kasteel tegen, en dan ben je er eigenlijk wel. Het schijnt wel een nette stad te zijn, dankzij ElPozo en een aantal andere bedrijven op het industrieterrein nog behoorlijk welvarend ook. Alhama kan wel functioneren als een prima uitvalsbasis voor een vakantie van een aantal dagen, want er is in de omgeving in ieder geval genoeg te zien. Zo is de Sierra Espuña best leuk, daar reden we in 2017 nog dwars doorheen. Daarnaast komen we aan de andere kant van de stad de ravijnen van Gebas tegen. Barrancos de Gebas, een natuurgebied dat er best leuk uitziet. Leuker dan zo'n fabriek, mokzegge.



Ik zou heel veel over het begin van deze rit kunnen vertellen, maar dat lijkt me vrij overbodig. De renners rijden in de eerste 30 kilometer van de etappe richting Lorca, een stuk waarin ze 150 meter hoger uitkomen. Paar knikjes omhoog en omlaag, maar we komen blijkbaar aan niet meer dan 200 hoogtemeters, dus is het eigenlijk gewoon vlak. Het is ook heel breed. Eerst zeven kilometer rechtdoor tot in Totana, waar wel wat rotondes liggen. Buiten deze stad gaat het bijna continu rechtdoor over een brede weg, tot in Lorca. Een zeldzaam inspiratieloos begin van de rit, Valverde zal wel denken. Na 30 kilometer komen de renners uit in Lorca, waar ze op een overdosis rotondes worden getrakteerd. In deze stad ging in de Vuelta van 2017 een rit van start, daags na de aankomst in Alhama de Murcia. Voorts won Tyler Farrar hier een rit in 2010, terwijl Alejandro Valverde hier ooit de Ronde van Murcia won. En LourdesGodin Oyarbide werd hier in 2019 Spaans kampioen. Maar goed, in Lorca slaan we uiteindelijk linksaf om vervolgens via een paar rotondes en nog wat bochten naar een weg te fietsen die we tien kilometer volgen. Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf en dan fietsen we min of meer 20 kilometer rechtdoor tot in Pulpí. Het terrein is grotendeels open, alleen door de wind kan deze rit gered worden. Af en toe een dorpje, af en toe een rotonde, soms wat boompjes, maar het is bovenal leeg, kaal, dor, ellendig. De weg loopt bijna continu lichtjes naar beneden, wat dan wel weer voor een hoge snelheid zal zorgen. Een brede weg, eindeloos rechtdoor. Korte weercheck: toch wel kans op een stevige bries. Maar: tegenwind. Laat maar zitten. Na 61 kilometer komen de renners uit in Pulpí, gelegen in de provincie Almeria, regio Andalusië. Een paar kilometer voordien hebben we Murcia alweer verlaten. Amper 60 Murciaanse kilometers voor Alejandro Valverde, als ik hem was zou ik Guillén en Escartin in hun gezicht spugen. Dit is toch geen ode?! Enfin, in Pulpí hebben ze ooit blijkbaar de grootste salade aller tijden gemaakt, een salade van liefst 6700 kilo. Een vrij armzalige poging om dat boekje van Guinness te halen, voedselverspilling tot en met. Pulpí staat verder bekend om de geode van Pulpí. Een geode of druse is een holle of gedeeltelijk holle, min of meer bolvormige knol die aan de binnenkant begroeid is met kristallen. Meestal zijn geoden tussen de 2,5 en 30 centimeter groot, maar dit kan sterk variëren. Ze worden gevonden in sedimentgesteenten en vulkanische gesteenten en zijn soms erg kostbaar. Meestal zijn ze tussen de 2,5 en 30 centimeter groot, maar de geode van Pulpí is liefst acht meter lang en bijna twee meter hoog. Een van de grootste geodes ooit gevonden, in 1999 in een mijn hier in de buurt, 50 meter onder de grond. Toeristische trekpleister, want sommige kristallen zijn maar liefst twee meter lang, grotendeels onbeschadigd en beschikken over een prachtig doorschijnende kleur.



La Geoda de Pulpí, aanrader dus. Beetje klauteren tussen de kristallen, er zijn waarschijnlijk slechtere manieren om je dag door te brengen. Zoals op de fiets van Alhama de Murcia naar Cabo de Gata rijden, ik noem maar wat. In Pulpí slaan de renners linksaf bij een rotonde en even later komen ze nog een rotonde tegen. Daarna rijden ze met een grote boog om de befaamde mijn waar de geode is gevonden heen. De brede weg loopt buiten Pulpí een kilometer of vier lichtjes omhoog, terwijl we door rotsachtig landschap fietsen. Na de top van dit 'klimmetje' volgt er een afdaling van zes kilometer richting de zee. Zes kilometer aan 4% dalen over een gigantisch brede weg, stelt allemaal niet heel veel voor. Weinig bochten onderweg, alleen een drietal rotondes. Vooruit, ook nog een vierde rotonde, maar dan zijn we al beneden. Na die rotonde zien we de kust liggen, de zee is in beeld en de komende kilometers zal dat zo blijven. We gaan de kustlijn echt gigantisch lang volgen, toch al snel een kilometer of 60. In eerste instantie fietsen we richting Playas de Vera en Garrucha, over een weg die licht glooiend is. Het terrein hier is wel fraai, links de zee en rechts een hoop rotsen. Af en toe een paar bochten tussendoor, wegens het glooiende karakter ook wat bochten in dalende lijn. Die weg is alleen zo breed, mag geen problemen opleveren. We passeren tussendoor ook een aantal dorpjes, die gemiddeld gezien beschikken over een strand en wat appartementen. El Calón bijvoorbeeld, rotondetje daar ook nog eens. Verder, tja, gewoon de kustlijn volgen. Mooie omgeving, koerstechnisch gezien alles behalve rullevant. De huisfotograaf zal weer enkele geniale kiekjes gaan schieten die na afloop van de rit gedeeld kunnen worden op twitter, waardoor deze rit nog bijna ergens op zal lijken. Maar serieus, het is mooi hier. Al keken ze hier vroeger vooral in praktische zin naar dit stukje kust. Er zat hier blijkbaar ijzererts in de grond en dus staat de hele kustlijn hier vol met ruïnes. Niet kasteelruïnes, maar restanten van oude fabrieken en schoorstenen.



De weg is dus best mooi, terwijl de lokale bergen zijn leeggeroofd. Al die oude industrie is al lang verdwenen, tegenwoordig hebben ze een wandelpad aangelegd langs de kustlijn en kun je van de ene naar de volgende fabrieksruïne lopen, terwijl je ondertussen de zee ziet en flink wat rotsachtige heuvels. Niet veel later komen we uit in Villaricos, een plaatsje met wat historie. Zo hebben ze hier een kasteel, maar er is ook de archeologische vindplaats van Baria. Restanten van de Feniciërs treffen we hier aan, toe maar. We treffen ook een rotonde aan, waarna we verder gewoon rechtdoor rijden tot in Playas de Vera. Hier liggen toch al snel een stuk of acht rotondes, terwijl het verder zo goed als vlak is. Door al die rotondes moet er zowaar gestuurd worden, maar het blijft een ontzettend simpele rit. Voorbij Playas de Vera, Puerto Rey en Las Marinas bereikt het peloton Garrucha, waar ze bij een rotonde naar links gaan om vervolgens dwars door de stad te fietsen. Ze komen nog wat rotondes en en paar bochten tegen, daarna rijden ze praktisch over het strand van de stad. Toch al bijna 100 kilometer afgewerkt hier, de helft van de rit hebben we alweer gehad. Aan de rand van Garrucha komen we bij het lokale kasteel weer een rotonde tegen, waarna we een tijd over een weg langs de kust gaan rijden die nog veel meer rotondes kent. Vrij veel bebouwing hier ook, we fietsen van dorpje naar dorpje en komen na 106 kilometer uit in Mojácar Playa. Kan er verder nog steeds weinig over zeggen. Het dorpje Mojácar is heel mooi, maar dat ligt een stukje verder landinwaarts, in Mojácar Playa hoef je voor de schoonheid niet direct te zijn. Met de zee aan de linkerkant van de weg scheuren we door wat badplaatsen heen, waar alleen rotondes liggen. Een kilometer of twee buiten Mojácar Playa wijken we even wat meer af van de zee en gaat het zelfs een kilometer aan vijf procent omhoog, schrikken. Na een korte afdaling terug naar de kust duiken we opnieuw het binnenland in en dan gaat het zelfs vier kilometer omhoog. Wel maar aan net iets meer dan 3% gemiddeld, maar toch. Lekker ruig gebergte hier, op de percentages na dan. Mooie omgeving om doorheen te fietsen, als toerist. Na een laatste kilometer aan 4,4% komen we boven uit bij de Mirador de la Granatilla, en, nou, inderdaad, dat is de naam mirador wel waardig. Kicken uitzicht.




De weg die we op de foto zien liggen, daarover gaan we afdalen. De andere kant van La Granatilla is een stuk lastiger, het gaat twee kilometer omlaag aan 6%, met een stevige haarspeldbocht erbij, zoals te zien valt. We rijden op de top van de klim het natuurpark Cabo de Gata binnen. Voluit Parque Natural de Cabo de Gato - Nijar. Een groot natuurpark, want we finishen in een plaats die ze Cabo de Gata noemen en dat duurt nog wel een kilometer of 80. Het natuurgebied wordt door verschillende sites hartstochtelijk aangeprezen. Een voorbeeld: In het oosten van de droge provincie Almería (regio Andalusië) ligt het prachtige ongerepte Natuurpark Cabo de Gato. Het is 29.000 ha groot en in 1987 beschermd als Natuurpark. Je vindt er grillige steile kusten, zandduinen, zoutvlakten en reusachtige kliffen van vulkanische gesteente met kleine verborgen- en brede zandkleurige stranden. Achter de kust ligt een waar woestijn met vijgencactussen, agaven, yuccas's en olijfbomen. Je hebt even het gevoel ergens in Mexico te zijn beland. Een klein paradijs! Nou, de eerste kilometers zijn in ieder geval alvast paradijselijk. De afdaling is adembenemend mooi. De natuur is schitterend, en dan ligt die heerlijk blauwe zee daar ook nog te liggen op de achtergrond. Op sommige momenten heb je het idee bijna de zee in te fietsen, zo dichtbij lijkt ie. Als we beneden lijken te zijn volgt er nog een kort knikje bergop, vervolgens dalen we nog even een paar meter af over de brede weg en dan komen we wat later uit in Carboneras. In Carboneras liggen weer wat bochten en rotondes, buiten het dorp fietsen we vervolgens vijf kilometer langs de kust over een zo goed als vlakke weg. Onderweg passeren we langs het Playa de los Muertos, het strand van de doden. In het verleden wilden hier nog wel eens dode mensen aanspoelen, tegenwoordig schijnt het een van de beste stranden van het land te zijn, heb ik me laten vertellen door Wikipedia. We fietsen hier ook langs een paar van die eerder gememoreerde reusachtige kliffen, lekker hoor. Na die vijf kilometer langs de kust duiken we weer eens het binnenland in en dat levert weer wat nieuw klimwerk op. Door een woestijnlandschap gaat het drie kilometer omhoog, eerst een kilometer aan bijna 5% en daarna twee kilometer vals plat. Stelt weinig voor, zelfs Tim Merlier moet dit aankunnen. Er schijnt hier flink veel wind te staan en het terrein is volledig open, maar, opnieuw, vooral wind tegen. Na de klim dalen we anderhalve kilometer af aan 6,5%. De weg omlaag is iets smaller en kent zelfs een paar scherpe bochten, jeetje, opletten jongens. Beneden komen we uit in Agua Amarga, een wit dorpje. Hier hebben we 134 kilometer afgewerkt.




Nog 57 kilometer te gaan in het natuurpark, om en nabij. Na een bochtje naar rechts in het centrum van Agua Amarga beginnen we aan de volgende klim van de dag, de komende negen kilometer loopt de weg gemiddeld aan 2,6% omhoog. Dat klinkt niet heel interessant, maar dat ligt vooral aan het feit dat het een groot deel van de tijd gewoon vlak is. Het gaat tussendoor toch ook een paar keer echt omhoog. Anderhalve kilometer aan meer dan 4% in het begin, een kilometer aan 5,5% een stuk later, etc. De omgeving hier is volledig open. Het is een woestijn, of noem het een maanlandschap, denk een beetje aan de top van de Ventoux, dat soort werk. Grotendeels rechtdoor omhoog over een brede weg door het grote niets. Na deze klim, voor zover je het een klim wil noemen, is het een kilometer of vijf zo goed als vlak tot in het dorpje met de merkwaardige naam Fernán Pérez. De weg naar Fernán Pérez toe is licht bochtig, terwijl het landschap ontzettend vatbaar blijft voor de wind. Alleen, tja, ik ben toch echt bang voor tegenwind. Staat er een keer genoeg wind in Spanje, komt het niet uit de goede richting, tss. Maar goed, wie weet wordt het alsnog nerveus, je weet maar nooit. In Fernán Pérez, weer zo'n Andalusische witte nederzetting, slaat men linksaf. Daarna rijden we vier kilometer rechtdoor in de woestijn, met een paar rotsachtige bergen op de achtergrond. Het loopt wat vals plat omhoog, maar met die tegenwind erbij maakt dat toch allemaal niet veel uit. Na dit stuk vals plat gaat het vijf kilometer omlaag aan bijna 5% gemiddeld, jemig. In het begin van deze afdaling gaat het zelfs aan 8% omlaag met een dikke haarspeldbocht erbij! Klinkt natuurlijk superpittig, maar in de praktijk valt dat allemaal wel mee. De weg is 100 meter breed, dus ja, lekker boeiend. Via het dorpje Hortichuelas rijden de renners terug naar de kust, we komen tijdens de rest van de afdaling nog wel meer bochten tegen, maar ach, dat is te doen. Onderweg fietsen we ook langs Rodalquilar, na ongeveer 159 kilometer koers. Een bijzonder dorpje, want hier zaten vroeger goudmijnen. Ja, ook in Europa probeerde men goud te winnen. Dat was alleen wel een vrij kostbare onderneming, dus zijn de mijnen uiteindelijk gesloten en is Rodalquilar daarna een uitgestorven dorpje geworden. Alle mijnwerkers gingen er snel vandoor, hun huisjes achterlatend. Rond Rodalquilar is de afdaling voorbij, daarna loopt de weg een kilometer of drie omhoog naar de Mirador de la Amatista. Grotendeels vals plat, maar aan het eind ligt er ineens een bijzonder steile strook op de renners te wachten. Driehonderd meter boven de 10%, jawel! Rechtdoor omhoog naar de mirador, boven op de top zien we de zee liggen.





Na de top van de klim gaat het direct steil omlaag en volgt er ook meteen een scherpe bocht naar rechts, maar na deze bocht valt de afdaling wel mee. Het gaat een kilometer vrij pittig naar beneden met nog wat meer bochten, maar vooral die eerste is even lastig. In de drie kilometer daarna gaat het een beetje op en af, maar vooral af. Vooral rechtdoor, dat helpt ook nogal. In de vier kilometer na de afdaling loopt de weg direct weer omhoog, richting Pozo de los Frailes gaat het gemiddeld aan ongeveer 2,5% omhoog. Goed en wel het laatste klimwerk van de dag. Stelt in principe heel weinig voor, al gaat het vlak voor de top nog wel even een halve kilometer wat steiler omhoog. Het gaat weer rechtdoor omhoog, maar voorbij Pozo de los Frailes slaan we na de klim rechtsaf. Deze bocht, op grofweg 20 kilometer van de finish, kan zomaar heel interessant worden. Na deze bocht staat de wind, die aanwezig zal zijn, ineens schuin in de rug. Na een paar vlakke meters volgt er nog een laatste stukje omhoog, daarna loopt de weg tien kilometer lichtjes naar beneden richting de tussensprint van de dag, op 10 kilometer van het eind. Een kilometer of vijf de wind vol schuin in de rug, terwijl de weg door niets wordt omgeven. Ik voorspel een klein spektakeltje, dit is een ideaal stuk om een flinke waaier te trekken. Ben je er wel van afhankelijk dat het inderdaad harder waait dan 20 km/u, maar dat is nu wel de voorspelling die ik zie. Tussendoor rijden we wel even door Boca de los Frailes, waar een rotonde ligt, maar verder komen we een paar kilometer lang geen enkel obstakel tegen. Aan het eind van deze weg slaan we bij een rotonde linksaf, waarna we ons ineens in een gebied vol kassen bevinden. We rijden een goede vijf kilometer zo goed als rechtdoor naar de tussensprint toe, die na 181 kilometer zal volgen in het dorpje Ruescas. Het terrein blijft open, maar de wind staat na de bocht net iets minder gunstig. Alsnog, als er in dat korte stuk van net iets is gebeurd zal het hier ook zeker niet stil gaan vallen. Al ben ik het nu al teveel aan het hypen, sorry, gaat niets gebeuren. Na 181 kilometer komen we dus uit in Ruescas, waar vlak voor de echte finish de tussensprint ligt. Het is een nietig dorpje van amper 100 inwoners, dat vooral wordt omgeven door kassen. Blijkbaar verbouwen ze hier onder meer uien, maar dat is niet het enige. Nee, op dit grondgebied ligt ook het Centro de Experiencias Michelin Almeria. Het testcenter van Michelin. Niet van de sterren, wel van het dikke mannetje. Als we de tekst van de officiële site vertalen komen we tot de volgende informatie: Het Michelin Experience Center in Almería (CEMA) is momenteel een van de belangrijkste testcentra ter wereld, met intense activiteit in de ontwikkeling en het onderzoek van nieuwe productlijnen. Het begon te werken op 2 januari 1973. De locatie was zorgvuldig gekozen, aangezien het land 4500 hectare beslaat in Cabo de Gata, de geografische enclave met de minste regenval in Europa. Er werken meer dan 200 mensen bij CEMA, meer dan 300 voertuigen rollen op de rupsen en het heeft meer dan 40 rupsen met een lengte van meer dan 100 kilometer. Het centrum telt een twintigtal gebouwen met een totale bebouwde oppervlakte van ruim 60.000 m2. De gronden van de CEMA bevinden zich in het hart van het natuurpark Cabo de Gata en er wordt actief gewerkt aan bescherming en herbevolking om de bodem te behouden en de fauna en flora van het gebied te behouden.



Iets met rupsen, kortom. Uiteindelijk worden de nieuwe banden van Michelin hier getest, op allerlei verschillende soorten terreinen. Het land beslaat nogal wat hectares en daar kom je allerlei soorten wegen tegen, van asfalt tot gravel, van zand tot stenen. Blijkbaar rijden mensen hier de hele dag rondjes om de banden zoveel mogelijk uit te testen. En dat dus in het droogste stukje Europa, omdat ze de banden blijkbaar alleen bij droog weer willen testen. In totaal leggen ze 20 miljoen kilometer per jaar af op dit tering, allemachtig. Enfin, terug naar de koers. Voorbij de tussensprint fietsen de renners nog even rechtdoor, tot ze in Rambla de Morales een rotonde tegenkomen. Hier slaan ze linksaf en vanaf dat moment hebben ze weer met tegenwind te maken. Dat blijft zo tot aan de finish. Na de bocht naar links bij de rotonde rijden de renners min of meer rechtdoor tot op vijf kilometer van het eind, over een brede en vlakke weg. Een paar flauwe bochten onderweg en een doortocht in het dorpje Pujaire, waar een drempel ligt, maar verder valt er weinig te melden. Behoorlijk open terrein, dus de tegenwind zal voelbaar zijn. Een viaductje op ongeveer zes kilometer van het eind en daarna beginnen we rond vijf kilometer van de finish aan een oneindig lange bocht naar rechts. Een bocht in drie delen, zo u wilt. Naar rechts, stukje recht, naar rechts, stukje recht en dan weer naar rechts. We rijden vervolgens het dorp Cabo de Gata binnen. Na een kilometer of 80 door het natuurpark gereden te hebben bevinden we ons nu in het gelijknamige dorp. Na een paar flauwe bochtjes komen we in het dorp op iets minder dan vier kilometer van het eind een rotonde tegen, hier moeten we scherp linksaf gaan slaan. Voorbij de rotonde buigt de weg nog eens af naar links en dat is eigenlijk simpelweg de laatste bocht van de rit. Een volle drie kilometer rechtdoor tot aan de finish. Links liggen de zoutmeren van Cabo de Gata, rechts het strand en de zee. En een oud torentje. Door een volledig open terrein rijden we de aankomst tegemoet, met wat vulkanische bergen op de achtergrond. Een minimale flauwe bocht in de laatste kilometer, waarna we even verderop finishen op een smalle landstrook tussen de zoutmeren en de zee in, bij de lokale kerk voor de deur. Het enige gebouw in de wijde omgeving. Wat een merkwaardige aankomst, Jeroen.




De aankomst ligt bij het Playa de las Salinas en Las Salinas de Cabo de Gata, tussen de dorpjes Cabo de Gata en La Almadraba de Monteleva in. Een beetje een willekeurige locatie, maar het draait deze rit natuurlijk vooral om het natuurpark Cabo de Gata. De finishplaats is minder belangrijk, vooral dat hele park moet in beeld worden gebracht en dat lukt vrij aardig. Desondanks beginnen ze in het roadbook heel snel over Almeria. De stad Almeria. Die ligt 33 kilometer verderop, daar trappen we niet in. Nee, we gaan het lekker over Cabo de Gata hebben. Cabo de Gata is een gebied van vulkanische oorsprong in de provincie Almería in het zuidoosten van de Spaanse regio Andalusië met een oppervlakte van 45.663 ha. Het is tevens een beschermd Nationaal Park en het grootste beschermde kustgebied van Andalusië. Bam! Het ruige berg- en rotsachtige landschap van dit gebied ligt geïsoleerd en is in geologisch opzicht een van Europa's meest bijzondere. De bergketen Sierra de Gata is de grootste vulkanische rotsformatie van Spanje, met scherpe pieken en okerkleurige steile rotsen (schelpenzandformaties). Aan de kust stijgen de rotsen steil op uit zee. Ze creëren soms wel 100 m hoge, hoekige en gekartelde kliffen, welke zijn gespleten door ravijnen en geulen die leiden naar afgelegen inhammen met witte zandstranden. Voor de kust liggen tevens vele kleine, rotsachtige eilandjes en onderwater groots opgezette koraalriffen met een rijk onderwaterleven. Geologisch gezien is de Cabo de Gata ontstaan ten gevolge van de Neogene vulkanische activiteit tussen de Eurazische plaat en de Afrikaanse plaat. Het gebied bestaat uit andesieten en dacieten van midden- tot laat-Miocene ouderdom, naast sedimentaire gesteenten als (rif-)kalken en dolomiet. Hier raakt Wikipedia me wel een beetje kwijt. De Cabo en Sierra de Gata kennen hoge temperaturen (een jaarlijks gemiddelde van 18 °C) en de laagste regenval van het Iberisch schiereiland (200mm gemiddeld per jaar). Dit resulteert in een groot semi-woestijnachtig gebied met bijbehorende karakteristieke vegetatie waaronder gedrongen waaiervormige palmen. Ja, dit wisten we dankzij Michelin al. Het park omvat een gevarieerd gebied van kustduinen, stranden, steile kliffen, zoutpannen, een aanzienlijke waterwereld van 12,200 ha, zoutmoerassen, in het binnenland gelegen droge, dorre steppen en droge rivierbeddingen. Dit natuurpark is in 1997 benoemd tot UNESCO Biosfeerreservaat en het park herbergt een buitengewone rijkdom aan de dierenwereld, inclusief vele zeldzame en inheemse planten. En tot slot weet Wikipedia dit nog te melden over de zoutmeren langs de finish: De Salinas de Cabo de Gata is een van de belangrijkste moerasgebieden van Spanje voor broedende en overwinterende vogels. Het is een zoutwaterlagune die parallel loopt aan het strand en daarvan is gescheiden door een 400 m brede zandbank. Gelegen tussen de plaats San Miguel en het Cabo de Gata voorgebergte is deze lagune van buitengewoon ecologisch belang, vooral voor vogels. De salinas (zoutpannen) zijn de enige nog in bedrijf zijnde in Oost-Andalusië. Cabo de Gata is Spaans voor Poezenkaap. De naam komt echter oorspronkelijk van 'Cabo de Agata', de kaap van agaat, een steensoort die je veelvuldig tegenkomt op de stranden rondom het natuurgebied. Deze rit is één lange reclamespot voor de Cabo de Gata, een plek waar we voor het eerst in de Vueltageschiedenis gaan aankomen. Qua natuurpracht een schitterende keuze, voor de koers is het alleen net wat minder interessant.



In Alhama de Murcia, waar de fabriek van de sponsor staat, wordt het overdag 34 graden. Wind uit het zuiden, zuidoosten, terwijl er geen kans is op regen. Het is een relatief lange rit en dus beginnen de renners er om 12:35 aan. Ze fietsen een kwartier door het slachthuis heen en gaan daarna buiten de stad echt van start. Zoals je misschien ondertussen wel verwacht is Eurosport er om 14:30 bij en Sporza om 15:50. De Belgen hebben nog geen rechten bijgekocht, nepfans. In Cabo de Gata zou het aan de kust iets frisser moeten zijn, 29 graden, maar alle stukken in het binnenland zijn natuurlijk pittig warm. We bidden voor Thymen Arensman. Geen kans op regen en ook hier wind, maar dan wat meer uit het zuidwesten. Gedurende de rit draait de wind een beetje van zuidoost naar zuidwest, maar in principe maakt dat weinig uit. Het grootste gedeelte van de dag tegenwind, dat is een feit. Een klein strookje met kans op waaiers, maar in principe vooral beuken tegen de wind in. Stevige wind, regelmatig boven de 20 km/u. Langzaam dagje, ongunstig voor de vluchters. De aankomst wordt verwacht tussen 17:17 en 17:45. Zal wel 17:45 worden dan.



Dit wordt natuurlijk gewoon een massasprint. Bijna de hele dag tegenwind terwijl het parcours zo goed als vlak is. Een paar kleine klimmetjes onderweg, maar dat zou zelfs Merlier moeten kunnen overleven. In de finale misschien een aantal kilometer een kleine kans op waaiers, maar dan moet je in de laatste tien kilometer vooral weer die tegenwind zien te overleven. Het kan wellicht nerveus worden, maar het zou normaal gesproken toch gewoon netjes bij elkaar moeten blijven. Gewoon, een normale sprint. De vorige is alweer lang geleden, dus, nouja, vooruit dan maar.
1. Pedersen. Nu Sam Bennett uit koers is verdwenen gaat het dan eindelijk eens lukkeno m een rit te winnen. Al was het niet heel slim van hem om tijdens de tijdrit voluit te gaan, maar zelfs dan zou hij nog beter moeten zijn dan de rest. Vooral omdat het herstelvermogen van een Merlier altijd vies tegenvalt, die verwacht ik niet direct op 100%. Het is al heel wat dat hij überhaupt nog in koers is.
2. Merlier. Zoals gezegd, het is al heel wat dat hij nog steeds aanwezig is in deze Vuelta. Normaal stapt hij vaak na een dag of negen af, dan is rit 11 al een totaal ander verhaal. Beetje de vraag alleen of er nog wat sprintsnelheid zit in de benen, en of zijn ploeg hem een beetje wil helpen. Viel de vorige sprints allemaal een beetje tegen. Maarja, er blijft ondertussen zo weinig concurrentie over dat het nu dan maar een keer een fatsoenlijke sprint moet gaan opleveren.
3. Ackermann. Kan er niks van, maar veel andere smaken heb je ook niet meer.
4. McLay. Ja, weet ik veel. Doen er nog meer sprinters mee, eigenlijk?
5. Groves. Alpecin heeft er nog werk aan. Van Groves een fenomeen maken, het zal een kabinetstukje moeten worden. Voorlopig mag hij al blij zijn met een plek bij de eerste vijf.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  woensdag 31 augustus 2022 @ 08:16:14 #2
1872 Jumparound
bedankt voor de vis
pi_205798645
quote:
McLay. Ja, weet ik veel. Doen er nog meer sprinters mee, eigenlijk?
:')

Bedankt weer r_r
Inorbit: zeg dat dan typluie triangeljosti
Beauregard: Een beetje FOK!ker laat het brood door z'n moeder smeren.
Ecosia
ek's 'n flash drive, jy's 'n floppy
pi_205798945
Deze sla ik maar over.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_205798950
Vegetarische mensen vinden dit niet leuk
pi_205799521
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 09:06 schreef Dutch_view het volgende:
Vegetarische mensen vinden dit niet leuk
In Spanje hebben ze geen last van terrorveganisten :P
pi_205799608
twitter
pi_205799632
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 10:25 schreef Marcoss het volgende:
[ twitter ]
Erg jammer dat het coronaspook zich nu ook met de top 10 van het klassement gaat bemoeien.
  Moderator woensdag 31 augustus 2022 @ 10:29:15 #8
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205799653
Zo te zien had hij ook lichte koorts door covid. Jammer voor de race als zo ritten en klassementen beslist worden.
  woensdag 31 augustus 2022 @ 10:30:30 #9
49501 4-elements
Arrectis Auribus
pi_205799664
Hoop dat we volgend jaar van het coronagezever af zijn. ;(
That's history. I say history because it happened in the past.
Murray Walker
pi_205799770
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 10:30 schreef 4-elements het volgende:
Hoop dat we volgend jaar van het coronagezever af zijn. ;(
Zal wel minder worden, maar Yates was ook wel ziek, zo te lezen. De vraag is of (en anders hoe lang) hij door was gegaan als de coronaregels versoepeld zijn of er helemaal niet meer zijn. Door rijden met ziekte is meestal niet goed voor je resultaten..
  woensdag 31 augustus 2022 @ 10:52:12 #11
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_205799864
Ook voor corona kwam het wel voor dat renners ineens ziek afstapten ja. Nu wel iets vaker helaas...
pi_205799890
We tellen de dagen af totdat R.EV positief test. Michel naar de Brienenoord.
Jack does it in real time...
pi_205799918
quote:
10s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 10:56 schreef DeeBee het volgende:
We tellen de dagen af totdat R.EV positief test. Michel naar de Brienenoord.
Nibali gaat hem winnen!
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_205799937
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 10:25 schreef Marcoss het volgende:
[ twitter ]
Wij wensen BEX veel succes in de Keuken Kampioen Divisie!
Demain, on roule
  Moderator woensdag 31 augustus 2022 @ 11:07:54 #15
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205799982
twitter


Eens met Tao
  woensdag 31 augustus 2022 @ 11:15:53 #16
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_205800041
quote:
1s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:07 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]

Eens met Tao
Dat is alvast een leuk gevonden excuus indien het inderdaad misgaat met BikeExchange. Dan kan het eigen falen met betrekking tot het opstellen van een matige kalender en het matige presteren op de markt mooi onder het tapijt worden geveegd.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_205800086
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:15 schreef Koffieplanter het volgende:

[..]
Dat is alvast een leuk gevonden excuus voor als het inderdaad misgaat met BikeExchange. Dan kan het eigen falen met betrekking tot het opstellen van een matige kalender en het matige presteren op de markt mooi onder het tapijt worden geveegd.
Natuurlijk zal een Jumbo of INEOS niet degraderen, en teams die het relatief slim hebben aangepakt met beperkt materiaal zitten natuurlijk ook niet in de gevarenzone.

Nu was Yates ook echt ziek en dat kan altijd gebeuren, dus de kans op die top 10 was ook gewoon klein. Maar alsnog is het wel een situatie waarin je je kunt afvragen hoe fair het gaat zijn.

Natuurlijk is zo'n degradatiesysteem in een sport als wielrennen altijd onderdeel van geluk: Als Bardet niet uitvalt in de Giro zat DSM nooit in de buurt van enige problemen (al had ie dan weer wellicht de Tour geskipt) en dat Israel laatste staat is ook gewoon hun eigen falen. Maar in tijden waarin uitval zo gebeurd is door corona, kan één verkeerd getimede positieve test wel het verschil zijn tussen het voortbestaan en eindigen van een wielerploeg. De vraag is of dat wenselijk is.

Uiteindelijk zijn het bij de laatste 8 wel allemaal ploegen die matig presteren, ofwel omdat hun mogelijkheden beperkt zijn ofwel omdat ze onder hun mogelijkheden presteren. Dus het is ook weer niet dat je kunt zeggen dat het helemaal onverdiend is. Maar ik snap wel wat Tao bedoelt: Het is een vraag van een hoop geld die door een stokje in je neus ineens helemaal anders kan liggen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_205800228
Als één DNF van je kopman in een belangrijke koers over een periode van 3 jaar er voor zorgt dat je in degradatiegevaar komt, dan moet je vooral lekker in de spiegel kijken.

Maar goed, zelfreflectie is niet echt een ding bij veel ploegen.
  woensdag 31 augustus 2022 @ 11:39:17 #19
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_205800246
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:21 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]
Natuurlijk zal een Jumbo of INEOS niet degraderen, en teams die het relatief slim hebben aangepakt met beperkt materiaal zitten natuurlijk ook niet in de gevarenzone.

Nu was Yates ook echt ziek en dat kan altijd gebeuren, dus de kans op die top 10 was ook gewoon klein. Maar alsnog is het wel een situatie waarin je je kunt afvragen hoe fair het gaat zijn.

Natuurlijk is zo'n degradatiesysteem in een sport als wielrennen altijd onderdeel van geluk: Als Bardet niet uitvalt in de Giro zat DSM nooit in de buurt van enige problemen (al had ie dan weer wellicht de Tour geskipt) en dat Israel laatste staat is ook gewoon hun eigen falen. Maar in tijden waarin uitval zo gebeurd is door corona, kan één verkeerd getimede positieve test wel het verschil zijn tussen het voortbestaan en eindigen van een wielerploeg. De vraag is of dat wenselijk is.

Uiteindelijk zijn het bij de laatste 8 wel allemaal ploegen die matig presteren, ofwel omdat hun mogelijkheden beperkt zijn ofwel omdat ze onder hun mogelijkheden presteren. Dus het is ook weer niet dat je kunt zeggen dat het helemaal onverdiend is. Maar ik snap wel wat Tao bedoelt: Het is een vraag van een hoop geld die door een stokje in je neus ineens helemaal anders kan liggen.
Waarom zou het niet fair zijn? Het is een ranking over drie jaar. Covid is in twee van die jaren in ons leven geweest. Je weet als ploeg inmiddels dus wel welk risico je neemt als je iemand ergens drie weken opstelt, net zoals je dus ruimte zat hebt gehad je te bewapenen tegen een toevallig slecht getimede test en net zoals je best mag verwachten dat een ploeg weet hoe het logistiek werkt.

Laten we echter even een stapje terugzetten. BikeExchange doet dit jaar een geweldige transfer: Groenewegen. Bijzonder eendimensionale renner, maar wel een van de besten in wat hij doet. Groenewegen rijdt in de maand juni zowel de Dauphiné als in Slovenië. Twee rittenkoersen waar weinig tot geen sprints te vinden zijn. Hier wordt hij opgesteld om te werken aan zijn grootste euvel, namelijk klimmen. Missie geslaagd! Groenewegen klimt in de Tour beter dan hij ooit gedaan heeft. Hulde, tien met een griffel. Het heeft hem onder de streep, laten we coulant zijn, twee extra mogelijkheden tot sprinten opgeleverd. Maar verdorie, de trein, waar dus niet of nauwelijks mee geoefend is, liep voor geen meter en hij haalt uiteindelijk evenveel punten in die ritten als ik: geen. In diezelfde periode in juni haalt De Lie in zijn eentje bijna 500 punten. En dat is ondanks dat hij in de Ronde van België nergens in de punten rijdt. Dan doe je het helemaal zelf.

[ Bericht 0% gewijzigd door Koffieplanter op 31-08-2022 11:45:00 ]
Put these foolish ambitions to rest.
pi_205800276
twitter
pi_205800277
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:01 schreef Mykonos het volgende:

[..]
Wij wensen BEX veel succes in de Keuken Kampioen Divisie!
Dat was mijn gedachte ook. Bike Exchange heeft de punten van Yates hard nodig.
pi_205800300
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:41 schreef Idisrom het volgende:

[..]
Dat was mijn gedachte ook. Bike Exchange heeft de punten van Yates hard nodig.
Als Bling doet wat hij moet doen in Canada, komt dat normaal wel goed. Maar daar ligt nu wel heel veel druk op..

En ze moeten eigenlijk Groenewegen veel slimmer gebruiken in al die koersen de komende periode.
  Moderator woensdag 31 augustus 2022 @ 11:52:10 #23
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205800417
Hopen dat dit geen domino effect is qua covid, iedereen zat wel in hetzelfde vliegtuig op de rustdag.
pi_205800448
Er is nog hoop voor de eerste, felbegeerde WorldTour-overwinning voor Wielco
Het beste adres voor al uw primeurs!
pi_205800490
quote:
0s.gif Op woensdag 31 augustus 2022 11:21 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]
Natuurlijk zal een Jumbo of INEOS niet degraderen, en teams die het relatief slim hebben aangepakt met beperkt materiaal zitten natuurlijk ook niet in de gevarenzone.

Nu was Yates ook echt ziek en dat kan altijd gebeuren, dus de kans op die top 10 was ook gewoon klein. Maar alsnog is het wel een situatie waarin je je kunt afvragen hoe fair het gaat zijn.

Natuurlijk is zo'n degradatiesysteem in een sport als wielrennen altijd onderdeel van geluk: Als Bardet niet uitvalt in de Giro zat DSM nooit in de buurt van enige problemen (al had ie dan weer wellicht de Tour geskipt) en dat Israel laatste staat is ook gewoon hun eigen falen. Maar in tijden waarin uitval zo gebeurd is door corona, kan één verkeerd getimede positieve test wel het verschil zijn tussen het voortbestaan en eindigen van een wielerploeg. De vraag is of dat wenselijk is.

Uiteindelijk zijn het bij de laatste 8 wel allemaal ploegen die matig presteren, ofwel omdat hun mogelijkheden beperkt zijn ofwel omdat ze onder hun mogelijkheden presteren. Dus het is ook weer niet dat je kunt zeggen dat het helemaal onverdiend is. Maar ik snap wel wat Tao bedoelt: Het is een vraag van een hoop geld die door een stokje in je neus ineens helemaal anders kan liggen.
Israel heeft nog wel (verreweg) de meeste pech gehad van allemaal. Die hadden het met gemak gered met een normale hoeveelheid pech in plaats van wat ze in 2022 allemaal gehad hebben.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')