abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 27 augustus 2022 @ 04:29:14 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205760737
Etapa 8: La Pola Llaviana/Pola de Laviana - Colláu Fancuaya. Yernes y Tameza, 153,4 km

Ghehe, dat was wel een geinig ritje. In het begin van de rit reed er een kleine kopgroep van zes weg, waarna Trek al vrij snel besloot te controleren. Zij wilden gaan sprinten met Pedersen en gezien de voorsprong nooit veel groter werd dan drie minuten leek dat plan vrij kansrijk. Op de lange beklimming van Puerto de San Glorio, voorbij de schitterende kloof van La Hermida, bedroeg de voorsprong net iets minder dan drie minuten. Kansloze koplopers zou je denken, maar dat pakte toch net anders uit. Het tempo lag op die klim niet gigantisch hoog. De bekende anti-klimmer Tim Merlier moest wel lossen, net als dor hout Chris Froome, maar Sam Bennett ging bijvoorbeeld heel lang mee. Die haakte pas kort voor de top af en kon daarna in de afdaling weer de aansluiting maken, wat veel zegt over het tempo in het peloton. Trek moest het daar alleen doen, en dat konden ze niet. Pas na de klim kwam er steun van andere ploegen, maar in het restant van de rit liep de weg vooral wat vals plat naar beneden en dat bleek in het voordeel te zijn van de vluchters. Aanvankelijk ook nog wat rugwind erbij, dat werkte ook wel aardig. De voorsprong liep terug van twee minuten naar één minuut, maar toen waren er ondertussen ook nog maar tien kilometer te rijden. De sprintersploegen kwamen tekort. BikExchange niet sterk genoeg, Trek niet sterk genoeg, Bora te laat, etc. Heel hard gelachen om Kenny Elissonde die in dat vals platte stuk naar beneden op kop probeerde te rijden, ja, dat werkt niet. Het kalf verdronk in die laatste tien kilometer en dus zou de zege gaan naar de koplopers. Daarvan waren na de Puerto de San Glorio nog maar vijf. Een gouden kans voor Fredje Wright, zou je denken. Maar Fred zou Fred niet zijn als hij het toch nog wist te verneuken. In de slotkilometer kwam Jimmy Janssens of all places aanzetten met een matige aanval, waarna Wright meteen op het wiel sprong. Hij had in dat wiel kunnen blijven zitten, maar nam over en reed vervolgens dat hele stuk op kop. Dat was al niet echt handig, maar op 300 meter van het eind begon hij daarna ook nog eens met sprinten. Niet zo slim, zeker niet als je bedenkt dat het tegenwind was in dat laatste stuk. De geslepen vos Jesus Herrada had zich weer ouderwets kunnen verstoppen en kwam vanuit het wiel opzetten, ging er voorbij en drukte zijn wiel als eerste over de streep. Samuele Battistella dacht slim te zijn door in het laatste wiel te gaan hangen, maar de fietslengtes achterstand op Herrada die hij door zijn positie opliep kwam hij aan de finish tekort. De jeugd legde het af tegen de ervaring. Na twee jaar zonder Spaanse ritzege is dit de tweede kort achter elkaar, de Spanjaarden zijn op dreef. Voor je het weet gaat Mas ook nog winnen, stel je voor. Die kans krijgt hij morgen meteen, want we duiken het weekend in en in het tweede weekend krijgen we te maken met twee Asturische bergritten. Gisteren lukte het het peloton niet om de koplopers op tijd in te rekenen, ze eindigden uiteindelijk op een halve minuut. Benieuwd of we dit weekend de grote namen wel gaan zien strijden om de dagzege, de Collado Fancuaya gaat debuteren en verdient in ieder geval een mooie naam als winnaar.




De rit gaat van start in La Pola Llaviana, wat de Asturische naam is van Pola de Laviana. Het is een plaats waar we met enige regelmaat doorheen fietsen, want in de buurt van La Pola Laviana liggen meerdere beklimmingen. Eentje daarvan gaan we meteen ontdekken in het begin van deze rit. In La Pola Llaviana wonen ongeveer 9000 mensen, terwijl in de gemeente Laviana in totaal bijna 13000 mensen wonen. Het is een plaats waar de Vuelta één keer eerder van start is gegaan, in 2020 om precies te zijn. Toen reden we van deze plaats naar de Angliru, waar Hugh Carthy uiteindelijk zou winnen. Nu zoeken we een andere Asturische klim op, een volledig nieuwe. In de Vuelta van 2020 reden we twee keer door La Pola Llaviana, net als in de Vuelta van 2018. In Asturië kom je eigenlijk altijd weer op dezelfde wegen terecht, de Spanjaarden vinden altijd maar weer nieuwe aankomsten, alleen de wegen naar die aankomsten toe zijn vaak een herhaling van zetten. Pola de Laviana is de grootste plaats van de gemeente Laviana, er wonen hier ongeveer 9000 mensen. Op het grondgebied van de gemeente komen we de Ojo de Buey tegen, een bijna perfect rond gat in een rots, gelegen op de Peña Mea, een fraaie berg. Verder valt er eigenlijk niet bijzonder veel te vertellen over Pola de Laviana, eigenlijk. Guillermo Arenas is van hier, dat is een renner die in de jaren '80 prof was. Hij reed drie keer een grote ronde en boekte drie zeges als prof, waaronder eentje in de Ronde van Asturië. Een van de vele verdwenen Spaanse profkoersen, de Vuelta a los Valles Mineros, kwam hier ook wel eens voorbij. In 1991 won Luis Perez een rit met aankomst in Pola de Laviana, deze knul zou later nog eens 8e worden in de Vuelta. De naam van die koers geeft overigens wel iets weg over de omgeving waar we ons in bevinden. We bevinden ons in de vallei van de Nalón, een van de lelijkste vallein op aarde. Niet vanwege de natuur, daar is verder weinig mis mee. Nee, vanwege de mijnen. Die zijn overal hier, in ieder dorp in de wijde omgeving. Ook in Pola de Laviana hebben ze hun eigen deel van de ellende. Pola de Laviana is daardoor een plaats waar je weinig hoge verwachtingen van hoeft te hebben. Ze zijn hier het meest trots op het gebouw van de bank. Da's nog wel een aardig pand inderdaad, de rest is foeilelijk. Er is ergens een oude bioscoop te vinden. Wordt aangeprezen, is in feite gewoon heel erg lelijk. Er zijn wat kerkjes, er is een stadhuis en er zouden wat traditionele huisjes moeten zijn. Ik zie vooral nieuwbouw, moet ik eerlijk bekennen. De lokale voetbalclub heet Real Titanico, de naam is in ieder geval goed. Misschien zijn de lokale feesten ook wel leuk. El Descenso Folclórico del Nalón schijnt zelfs een belangrijk feest te zijn, in deze regio althans. Een kleurrijk festival, volgens het roadbook. Google leert mij dat het een soort Te land, ter zee en in de lucht is. Dit is het lokale carnaval en het bestaat uit een optocht over het water. Met een versierde boot en in een gek pakje ga je over de Nalón heen, het is in ieder geval inventief. De schrijver Armando Palacio Valdés was van hier, ken ik niet. Tot slot vraagt het roadbook aandacht voor Purina Zapico, de vrouw die ooit in Duitsland verbleef, daar mensen zag handballen en dat besloot te introduceren in Spanje. Waarvan akte.



Na de start in het centrum van La Pola Llaviana verlaten we het dorp en rijden we naar het zuiden, op weg naar de voet van de Alto de la Colladona. Na de neutralisatie zijn we al bijna aan de voet van die klim, die ook nog figureerde in de Vuelta van 2020. Toen gingen we op weg naar La Farrapona, waar David Gaudu in de sprint bergop Marc Soler te snel af was. Toen was de klim volgens de organisatie zeven kilometer lang en ging het gemiddeld aan 6,5% omhoog, vandaag is ie 6,4 kilometer lang en gaat het gemiddeld aan 7% omhoog. Het ligt er maar net aan waar je de voet legt. Direct na het officiële vertrek begint de weg omhoog te lopen en dat begint op een vals platte manier, maar het wordt steeds minder vals plat. Van 2% gaat het naar 3% en dan gaat het toch vooral aan 7% omhoog inderdaad. Al klopt dat gemiddelde van de organisatie niet, want er zit ook een kilometer aan 6% tussen die de boel naar beneden zou moeten halen. Alsnog een leuke klim om mee te beginnen. Af en toe hoort er een bergrit ook daadwerkelijk bergop te beginnen. Hier kun je meteen oorlog maken, als je zin hebt. Knuppel in het hoenderhok, spel op de wagen. En zelfs als er niet heel veel gebeurd krijg je op z'n minst te maken met een sterke kopgroep, wat ook altijd beter is dan de zielloze kopgroepen die er altijd ontstaan bij een vlakke aanloop. Enfin, een pittige start dus. De beklimming van de tweede categorie zit overigens nog veel vaker in de Vuelta, niet alleen in 2020. Ook in 2014 en in 2017 bijvoorbeeld, in Asturië kom je altijd weer op bekend terrein terecht. Behoorlijk brede weg omhoog overigens, de weg blokkeren is hier gelukkig niet zo evident. Na 10 kilometer zijn we boven, wát een begin van de koers!




De afdaling van de Colladona kunnen de renners kennen, als we hier dan toch zo vaak zijn geweest de afgelopen jaren. De afdaling van de Colladonna is ongeveer zes kilometer lang en best lastig. Het is bochtig, het gaat vrij steil naar beneden en het asfalt is niet al te best. Wel een fraaie omgeving om doorheen te fietsen, maar door alle korte en snelle bochten achter elkaar moeten de renners toch even flink geconcentreerd zijn. Beneden komen we uit in Cabañaquinta. Hier slaan we rechtsaf, waarna we een tijd behoorlijk rechtdoor gaan fietsen in een vallei. Toch al snel een kilometer of 15 over dezelfde weg, die behoorlijk vlak is. Altijd wat kleine hoogteverschillen, maar de weg kent vooral een lichte tendens omlaag. Vergelijk het met de weg in de finale van de rit van gisteren. Na het explosieve begin is dit deel van de rit eigenlijk wel even jammer, hier kan alles weer bij elkaar gaan komen. De weg wordt steeds breder en rechter. Even later fietsen we door Moreda, hierna komen we een tijd lang alleen nog maar rotondes tegen. Voor die tijd waren er af en toe wat bochten aanwezig, nu gaat het op de rotondes na rechtdoor. Bergen links en rechts, veel groen, af en toe een kerkje. Kilometers aftellen verder, en af en toe even kijken naar de Rio Aller. In de buurt van Santa Cruz staken we in het verleden wel eens de rivier over, op weg naar het wereldberoemde Pola de Lena. Daar eindigt ieder jaar een rit in de Ronde van Asturië en daar ligt de voet van de Cobertoria en de Cordal. Vorig jaar reden we hier nog doorheen op weg naar de Gamoniteiro, nu laten we voor het eerst in een bijzonder lange tijd Pola de Lena links liggen. We volgen nu in Santa Cruz nog een tijd de rivier en slaan even later twee keer rechtsaf, waarna we voorbij Figareo gaan toewerken naar de volgende klim van de dag. Over een paar kilometer beginnen de heren renners aan de Alto de la Mozqueta, ook een bekende klim. Al beklimmen we deze Mozqueta meestal van de andere kant, zoals in 2018 en 2020. De renners fietsen eerst nog negen kilometer door de vallei vals plat omhoog voordat de klim echt begint. Ze komen in dit stuk net iets minder 200 meter hoger uit, met recht vals plat dus. De weg door de vallei is bochtig, het wegdek niet formidabel en de omgeving groen. Ook komen we wat dorpjes tegen, maar het is vooral wachten tot we bijna in Urbiés zijn. Hier gaat de Mozqueta pas echt beginnen. Het gaat 6,8 kilometer aan 6,6% omhoog, als we de organisatie mogen geloven. Je zou het ook op 15 kilometer aan 4% kunnen houden, maar dan reken je al dat vals platte werk dus mee. Of 11 kilometer aan 5%, als je een deel van het vals platte werk schrapt maar een deel ook wil behouden. Zodra het serieus begint te klimmen wordt het ook echt lachen, na een kilometer aan 4% gaat het omhoog aan 5% en daarna aan 8%, waarna we richting de 9% kruipen met heel wat stroken boven de 10%. Drie écht lastige kilometers, waarna het richting de top met 7% weer iets makkelijker wordt. In de laatste meters gaat het zelfs nog maar aan 4,5% omhoog, eitje. De top van deze klim van tweede categorie bereiken de renners na 49 kilometer.




De Altu La Mozqueta, zoals de klim in het Asturisch ook wel wordt genoemd, beschikt over een iets smallere weg. De renners fietsen door een donker bos en in het bos is het vrij bochtig. Dat zal ook omlaag het geval zijn, terwijl het steil naar beneden gaat. Er gaat iets meer dan zes kilometer aan meer dan 8% gedaald worden. Oftewel, dit wordt technisch. De afdaling begint met een paar blinde bochten, daarna komen we kort achter elkaar een reeks haarspeldbochten tegen en dan volgen er weer wat snelle en minder overzichtelijke bochten. Geen kicken afdaling. Na een tijd komen de renners uit in La Nueva, een mijndorpje, waar de oude mijnschacht nog naast de kant van de weg te bewonderen valt. Voorbij La Nueva is de weg breder en gaat het ook wat voorzichtiger omlaag. Een paar kilometer vals plat naar beneden richting Ciaño, hoewel we nog steeds genoeg bochten tegenkomen. En kleurrijke huizen, je moet wat om zo'n mijnregio een beetje op te vrolijken. In Ciaño slaan we linksaf, daarna rijden we dwars door het niet al te fraaie Langreo, een plaats waar we ook bijna jaarlijks passeren. Hier ligt de voet van de derde klim van de dag, het gaat na een aantal rotondes 5,7 kilometer aan 5,3% omhoog naar de top van de Alto de Santo Emiliano. Ook een klim die we kennen, maar opnieuw een klim die vooral vaak van de andere kant wordt bedwongen. Als je de eerste meters schrapt is ie blijkbaar lastiger, vijf kilometer aan 5,8% is ook een optie. De weg omhoog is breed en niet heel inspirerend, maar we komen toch twee kilometer aan meer dan 6% tegen, zo! Na 66,5 kilometer komen we boven in Santu Miaño, zoals ze Santo Emiliano ook wel noemen in Asturië. Na de klim gaat het zes kilometer naar beneden richting Mieres, een dorp dat we ook altijd zien. Benjamin Noval komt hier vandaan, jawel! De afdaling is verder doodsimpel. We komen wel wat bochten tegen, maar de weg omlaag mag je haast een snelweg noemen. Er wordt drie kilometer gedaald aan 6%, maar als je hier in de problemen komt moet je gewoon de fiets opbergen en lekker wat anders gaan doen. Beneden in Mieres slaan we rechtsaf en dan begint er een tocht van 20 kilometer door de vallei.




De weg door de vallei is het tegenovergestelde van boeiend. We volgen de loop van de Caudal. De weg is breed, de omgeving best acceptabel en op een sporadische rotonde na komen we helemaal niks tegen. Nouja, we rijden door een paar tunneltjes, als je dat soort dingen al moet gaan noemen weet je hoe laat het ongeveer is. Geen onbekend terrein overigens, we reden vorig jaar ook nog over deze weg onderweg naar de Gamoniteiro. Toen sloegen we ergens een keer af en nu rijden we vooral rechtdoor. Paar bergen op de achtergrond, leuk. Paar dorpjes, zoals Santa Eulalia. Paar bochten waar je niks van merkt omdat de weg zo breed is. Nouja, dat. Uiteindelijk komen de renners uit in Soto de Ribera, hier slaan ze bij een rotonde linksaf, daarna rijden ze over een kicken brug. Lelijke industrie naast de brug, da's dan weer jammer. De rivieren Caudal en Nalón komen hier samen en nu volgen we een tijd de Nalón, tot in La Arquera. De weg blijft breed, het blijft voorlopig nog even vlak en dat was het wel. Eenmaal in het gehucht La Arquera begint de volgende klim van de dag, de Puerto de Tenebreo, of Tenebredo. Een beklimming van de derde categorie, het gaat 5,3 kilometer aan 6,2% omhoog. Op de top ligt er ook nog een bonussprint, jawel! Die top volgt na 98 kilometer, op 55 kilometer van het eind. Best vroeg voor een bonussprint, als je het mij vraagt. Escartin hoopt blijkbaar mensen te inspireren tot een hele vroege aanval, haha. In La Arquera slaan we scherp linksaf en dan loopt de weg omhoog, steil ook nog eens. De weg wordt smaller en de percentages worden hoger, in de eerste kilometer van de klim gaat het gelijk aan 10% omhoog. In de tweede kilometer van de klim gaat het aan 7% omhoog en daarna gaat het twee kilometer omhoog aan 4%. Lastig begin, waarna het weer simpel wordt. Na een kilometer aan 5% gaat het richting de top nog een paar meter aan 8% omhoog, maar je moet de spanning en sensatie hier vooral in het begin zoeken. Wellicht begint Roglic daar aan een Landisje, hihi. Al kun je misschien beter wachten tot de afdaling voor je begint met aanvallen. Die afdaling wordt wel lachen, namelijk. Het gaat 3,5 kilometer omlaag aan 9% gemiddeld, maar vooral in het begin van de afdaling wordt het leuk omdat het dan een kilometer omlaag zal gaan aan 13%. De weg omlaag is breder, dat scheelt. Ook komen we niet direct veel bochten tegen, dat scheelt ook. Na een vals platte kilometer tussendoor gaat het in de laatste kilometer omlaag aan 12%, wél met bochten. Zou dankzij de brede weg alsnog moeten lukken, maar toch zijn het leuke percentages. We rijden ook nog eens door een leuke omgeving, in de buurt van Las Xanas kom je weer het nodige natuurschoon tegen.




Na een listige bocht naar rechts zijn we beneden, door een fraaie vallei rijden we naar de volgende klim toe. De renners volgen acht kilometer dezelfde, brede weg. Deze weg loopt steeds een beetje naar beneden, terwijl we de Senda del Oso volgen. Dit is een oude spoorlijn omgebouwd tot wandelpad, ligt aan de overkant van de Rio Trubia. Toeristische trekpleister wel, dat wandelpad. Met wat mazzel kom je ook nog echt een oso tegen, een beer. De coureurs fietsen langs wat rotswanden en moeten nog even door een tunneltje heen, waarna ze wat later uitkomen in Trubia. Hier volgt een scherpe bocht naar links en dan begint meteen de voorlaatste klim van de dag. Het gaat vier kilometer aan 7,7% omhoog naar de top van Perlavia, een klim van de derde categorie. Weer een klim die lekker steil begint, het gaat meteen aan 9% omhoog. De weg begint breed maar wordt na een bocht naar links wat smaller en vooral wat slechter. Gaten in de weg, genieten. Na het steile begin gaat het twee kilometer verder omhoog aan 7%, behoorlijk rechtdoor. We fietsen door wat gehuchten en merken op dat het ook hier enorm groen is. In de laatste kilometer van de klim wordt het lekker bochtig, terwijl het aan 8,5% omhoog zal gaan. Gemiddeld, er zitten een paar stroken boven de 10% tussen. Hier kan iemand eventueel aanvallen, misschien, zal wel niet. De renners bereiken de top na 114 kilometer, op ongeveer 40 kilometer van het eind. Na de klim gaat het in eerste instantie drie kilometer naar beneden, dit wordt een interessant afdalinkje. De weg is smal, slecht en bochtig. Een paar blinde bochten ook nog eens, ja, kan lachen worden. Duurt niet lang, al snel komen we uit in Sama de Grado waar we rechtsaf slaan. Voorbij Sama de Grado loopt de weg een kleine kilometer voorzichtig omhoog, waarna het nog eens anderhalve kilometer omlaag zal gaan. Dit deel van de afdaling is wat minder rullevant, want het loopt hier wat meer rechtdoor. Al blijft de weg smal, terwijl we langs wat verlaten en vervallen huizen fietsen. Aan het eind van dit afdalinkje rijden we door een klein dorpje, buiten dit dorp gaat het anderhalve kilometer aan 5% omhoog. De klim eindigt in het gehucht La Tejera, voorbij de paar huizen die dit stukje Asturië rijk is gaat het vijf kilometer naar beneden. De weg is iets breder geworden, terwijl we niet direct veel scherpe bochten tegenkomen. Bochten genoeg, maar geen bochten waar ik van schrik. Na deze afdaling is het een kilometer vlak en dan fietsen we Grado binnen, waar na 127 kilometer de tussensprint van de dag volgt.




Grado wordt ook wel Grau genoemd. Wikipedia heeft het volgende leuke feitje over deze stad: In de jaren 1930 werden 14 Romeinse gouden munten gevonden in een bos in de gemeente. In 2021 werden 209 Romeinse munten gevonden in een grot in dezelfde buurt. Het ging om munten uit de 3e tot 5e eeuw, die mogelijk werden verstopt in onzekere tijden zoals de inval van de Visigoten. Goed verhaal. In het centrum van Grado komen we flink wat bochten tegen, terwijl we ook nog over een smalle brug moeten fietsen. Er liggen hier ook wat steentjes, jeetje. Asturische kasseien, toe maar. Een paar meter slechts, toch lachen. Na de tussensprint verlaten we Grado en dan gaan we een tijd door een nieuwe vallei rijden, op weg naar de slotklim. We volgen een tijd de loop van de rivier Cubia en in de tien kilometer tot aan het gehucht Cubia komen we ongeveer 200 meter hoger uit. De weg kent wat bochten en we fietsen door nog wat gehuchten heen, maar verder is het een vrij simpele aanloop richting de slotklim. Beetje vals plat werk, in principe niet heel boeiend. De omgeving is dat ook niet direct. Het is hier niet lelijk, maar we hebben de afgelopen tijd al mooiere dingen gezien. We fietsen hier vooral door een donker bos, op zich wel gezellig. Vlak voor Cubia gaat het wel even wat steiler omhoog, ook fietsen we hier weer door een tunneltje. Schijnbaar gaat het hier zelfs aan 7% omhoog, jeetje, dat had ik nu ook weer niet verwacht. Voorbij Cubia loopt de weg nog vier kilometer verder omhoog, in dit stuk komen we ook weer wat hoger uit. Het gaat drie kilometer aan ongeveer 3% omhoog, en daarna vlakt het wat af. Heel ingewikkeld is het niet, maar je mag het toch een opwarmer noemen. Voor de slotklim begint alvast wat heuvelachtig werk, toch maar even noteren. Ook noteren dat het vlak voor de slotklim begint ook nog even naar beneden gaat. Ik heb de Pericopuerto van de dag al bekeken en Pedro Delgado schrok zich een hoedje tijdens dit kleine stukje in dalende lijn. Het gaat maar een kilometer naar beneden, maar in die kilometer komen we wel wat bochten tegen. En slecht asfalt, dat ook. Pedro ging als een type Zakarin door de bochten, maar dat kan natuurlijk ook gewoon aan Pedro liggen. Aan het eind van deze korte maar blijkbaar pittige afdaling komen we uit in gehucht, waar we over de Cubia fietsen. Aan de andere kant van dit riviertje loopt de weg omhoog en begint de slotklim. Voor het eerst ooit gaan we beginnen aan de Collado Fancuaya, ook wel de Collaú Fancuaya.




De slotklim is 10,1 kilometer lang. In de laatste tien kilometer van de rit gaat het gemiddeld aan 8,5% omhoog, het is dus een typisch Asturische klim. Zwaar, heel zwaar. Vooral als je bedenkt dat de klim eigenlijk nog op een aangename manier begint. Om twee redenen: ten eerste rijden we door een schitterende omgeving. In het begin van de klim fietsen we door een paar tunneltjes en daarna fietsen we onder de overhangende rotsen door, terwijl aan de linkerkant van de weg een prachtig uitzicht valt waar te nemen. Het tweede element is dat de percentages hier meevallen, we beginnen met een kilometer aan 3% en in de drie kilometer daarna gaat het 'slechts' aan 6% omhoog. We rijden door de mooie kloof van de Rio Villabre en daar valt het allemaal wel mee. Totdat we ineens scherp linksaf slaan, we rijden over dat riviertje heen en daarna begint de klim ergens op te lijken. Twee kilometer aan 9,5%, jawel! De eerste haarspeldbochten van de klim komen in beeld, waarna we even later dwars door het dorpje Yernes gaan fietsen. Dit gaat lachen worden, want in dit dorpje slaan we rechtsaf een smal weggetje in en daar gaat het aan 17% omhoog. Een muurtje in het midden van de klim, altijd goed voor wat leedvermaak. Na deze steile straat is het even een paar meter vlak en dan gaat het buiten Yernes weer een tijdje aan 17% omhoog, genot tot en met. Door dat vlakke stuk komen we in deze kilometer aan een gemiddelde van slechts 8%, maar deze kilometer is echt een sloper. We zijn nu ook al een heel eind, de top komt al bijna in beeld. In het eerste deel van de klim reden we door een wat meer bosrijke omgeving, daarna fietsten we door een dorpje en nu rijden we een wat kalere omgeving tegemoet. Wel groen, maar eerder struiken dan bomen. De weg loopt hier een kilometer aan 7% omhoog, waarna we gaan afsluiten met drie loodzware kilometers. Het venijn zit toch ook vooral in de staart, we kunnen onze lol op. Een kilometer aan 9% met uitschieters tot 17%, het is weer van dat. In het gehucht Braña Senra gaat het weer lekker steil omhoog, over een weg die een tijd terug nog heel slecht was. Als je Streetview bekijkt zie je even verderop zelfs gravel liggen, maar dat hebben ze een tijd terug al opgeknapt. Je moet wel je best doen, anders komt de Vuelta niet op bezoek. In de voorlaatste kilometer gaat het aan 10% omhoog, maar met minder hoge uitschieters. In de slotkilometer komen we nog wat bochten tegen en vlak voor het eind zelfs nog een haarspeldbocht, terwijl het aan 9,3% omhoog blijft gaan. Helemaal aan het eind blijkbaar zelfs nog een piek tot 17%, de Colláu Fancuaya is een gemene klim. Na tien kilometer klimmen eindigen we voor het eerst ooit boven op deze berg, die letterlijk in het midden van het niets ligt.




Uiteraard heeft Pedro Delgado deze nieuwe Asturische reus ook weer bedwongen. Hij schrok dus van de afdaling voorafgaand aan de slotklim, op de slotklim zelf heb ik hem horen vloeken, kreunen en puffen als nooit tevoren. Hostia! Madre mia, Perico zat af te zien. Vooral in het dorpje Yernes kwam hij niet vooruit, maar de hele klim werd als zwaar beoordeeld. Mooi, maar zwaar. Het is de vraag of hij nu echt oud begint te worden of dat de klim echt zo zwaar is. Ergens wordt het de nieuwe Angliru genoemd, nou, daar komt ie volgens mij nog niet direct bij in de buurt. Maar wel de moeite waard, in ieder geval. Lollig dingetje in het roadbook: ze noemen de slotklim regelmatig. Allesbehalve. Zoals wel meer klimmen in Asturië was de Colláu Fancuaya eigenlijk alleen maar bedoeld voor vee, letterlijk een geitenpad. Of koeienpad, wat jij wil. Paardenpad, whatever. Dat je hier ook kunt fietsen hebben ze recent pas bedacht, in 2020 waren er al geruchten en nu zijn we er dan. Die Asturiërs hebben het verder wel goed voor elkaar, het Asturisch wint het steeds vaker van het Spaans. Colláu, je zou verwachten dat die Spanjolen dan toch opteren voor Collado. Maar afijn, de Fancuaya dus. Mooie klim, heftige klim. Kan er niet direct meer over schrijven. De organisatie vraagt aandacht voor Yernes y Tameza, de lokale gemeente. In totaal wonen er hier 128 mensen, interessant. Dit gebied schijnt geschikt te zijn voor mountainbikers, mensen die graag wandelen en paardenfiguren. De lokale economie is afhankelijk van de primaire sector, het zijn dus allemaal boeren hier. Als je deze regio wil bezoeken maar geen zin hebt om te fietsen kun je ook een grot bezoeken. De renners rijden tijdens de klim langs de Cueva de la Bocandia, een kicken grot hoor. Speleologen lezen in het roadbook dat ze deze regio absoluut moeten bezoeken. Achja, de Fancuaya. Weer een nieuwe ontdekking van de organisatie. In Spanje kenden ze 'm allemaal al jaren, zoals ze ook de Gamoniteiro kenden, maar het valt niet altijd mee om een aankomst te organiseren op zo'n klim. Hier gaan ze eindigen in het midden van het niets. Probeer op zo'n smalle weg omgeven door een paar strookjes gras maar eens al je apparatuur kwijt te raken. Nou, zijn ze blijkbaar toch weer in geslaagd. We gaan genieten van een nieuwe klim en hopelijk is het een voltreffer.



In La Pola Llaviana wordt het overdag 26 graden, het blijft waarschijnlijk droog en er staat weinig tot geen wind. In de buurt van de Collado Fancuaya wordt het waarschijnlijk 20 graden, ook daar amper kans op regen en een beetje wind uit het noordoosten. Wel wat tegenwind in de open laatste kilometers, dat is dan weer jammer. De rit begint om 13:10, het is immers maar een korte rit. Na een veel te lange neutralisatie gaat men rond 13:30 pas echt van start. Die start schijnen we niet live te kunnen volgen op Eurosport 1 omdat ze ook nog Plouay voor de meisjes gaan uitzenden, wat een baggerkoers is dat. Gelukkig hebben we de DISCOVERY PLAYER nog. Het is weekend dus is de NOS erbij, maar wel pas om 14:00. Mis je een half uur aan gevechten, zonde. Een begin van de rit in stijgende lijn, daar moet je gewoon helemaal live bij zijn. Sporza sluit ook rond die tijd aan. Jammer, te laat. De aankomst wordt verwacht tussen 17:18 en 17:43.



Op deze rit valt een hoop aan te merken. Niet op het begin, dat is perfect. Meteen een redelijk pittige klim in de eerste kilometers, zo zou ik het graag altijd zien. De rest is wel een beetje... jammer. De lengte is een ding, waarom is deze rit maar 155 kilometer? Deze rit richting de 200 en de afsluitende rit van deze week rond de 150, dat was ideaal geweest. En waarom nemen we deze aanloop richting de Fancuaya? Er waren andere opties, als je vanuit het zuiden zou komen kon de finale veel zwaarder worden gemaakt. Dit geheel terzijde verder, we moeten het hier mee doen. Ik heb eigenlijk niet echt een idee wat ik van deze rit moet verwachten. Op basis van die eerste klim zou je kunnen denken aan oorlog vanaf de start, maar tussen de verschillende beklimmingen in zit zoveel vallei dat waarschijnlijk niemand er vroeg aan gaat beginnen. Dus rijdt er op die eerste klim een sterke kopgroep weg en zien ze die nooit meer terug, eigenlijk weet ik het dus wel.
1. Padun. Nu wel!
2. Pinot. Nu niet!
3. Buitrago. Zou kunnen?
4. Lutsenko. Denk het niet maar je weet maar nooit.
5. Evenepoel. Rijdt vanuit de achtergrond weg uit de groep der favorieten en pakt twee minuten. Nagel aan m'n doodskist.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Heeft over alles een mening 2022 zaterdag 27 augustus 2022 @ 09:37:01 #2
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_205761336
Holy shit dude, hier gaan wat sprinters om het leven komen vandaag ;(
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
pi_205761349
Asturië _O_

Pittige rit. Typisch zo'n etappe die in een derde week wel tot extra spektakel zou kunnen leiden. Nu gewoon tot de slotklim wachten waarschijnlijk.
pi_205761396
Mooi dagje hopelijk. Zin in. Eerst even sporten voordat ik het begin mis.
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
  zaterdag 27 augustus 2022 @ 10:18:00 #5
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_205761558
Benieuwd of het matige presteren van sommige klassementsmannen aan het weer lag eergister of dat iedereen gewoon viesslecht is… Ik vrees het laatste. :P
pi_205761686
Ik ben wel benieuwd naar Remco's laatste klim van vandaag.
pi_205761695
quote:
11s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 09:37 schreef Dr_Flash het volgende:
Holy shit dude, hier gaan wat sprinters om het leven komen vandaag ;(
Als je als spinter door je ploeg naar de Vuelta gestuurd wordt, tsja dan sta je er niet goed op _O-
pi_205761752
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:40 schreef Faraday01 het volgende:

[..]
Als je als spinter door je ploeg naar de Vuelta gestuurd wordt, tsja dan sta je er niet goed op _O-
Ze krijgen wel meer kansen dan in de afgelopen Tour :o
pi_205761757
twitter
pi_205761783
Aan dit tempo gaan er toch weer 20/30 renners Madrid niet halen vanwege Covid.
pi_205761810
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:45 schreef Marcoss het volgende:

[..]
Ze krijgen wel meer kansen dan in de afgelopen Tour :o
Er zijn inderdaad nog Vuelta's geweest waar ze de sprintersritten ook nog op een muurtje eindigden :D
pi_205761820
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:46 schreef Marcoss het volgende:
[ twitter ]
Tsja, ik begrijp ergens wel vanuit het gezondheidsoogpunt. Maar ik vraag me toch wel een beetje af of dit een blijvertje is en ze de komende jaren gewoon vrolijk door blijven testen. Want dan heb je vanaf nu elke grote ronde wel tien(tallen) renners die moeten afhaken, de meeste ook nog met amper klachten. Dat lijkt me op de lange termijn ook niet echt houdbaar..
pi_205761829
quote:
15s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:54 schreef Pistolero het volgende:

[..]
Tsja, ik begrijp ergens wel vanuit het gezondheidsoogpunt. Maar ik vraag me toch wel een beetje af of dit een blijvertje is en ze de komende jaren gewoon vrolijk door blijven testen. Want dan heb je vanaf nu elke grote ronde wel tien(tallen) renners die moeten afhaken, de meeste ook nog met amper klachten. Dat lijkt me op de lange termijn ook niet echt houdbaar..
Ik vraag me af in hoeverre het als excuus gebruikt wordt voor mannen die er sowieso wel genoeg van hadden. Want eigenlijk is dagelijks testen zelfs niet meer verplicht dacht ik?
pi_205761901
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:55 schreef The_Undertone het volgende:

[..]
Ik vraag me af in hoeverre het als excuus gebruikt wordt voor mannen die er sowieso wel genoeg van hadden. Want eigenlijk is dagelijks testen zelfs niet meer verplicht dacht ik?
Nee, dat komt vanuit de ploegen zelf, enkel de test op de rustdagen is verplicht
  Moderator zaterdag 27 augustus 2022 @ 11:18:53 #15
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205761978
quote:
15s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:54 schreef Pistolero het volgende:

[..]
Tsja, ik begrijp ergens wel vanuit het gezondheidsoogpunt. Maar ik vraag me toch wel een beetje af of dit een blijvertje is en ze de komende jaren gewoon vrolijk door blijven testen. Want dan heb je vanaf nu elke grote ronde wel tien(tallen) renners die moeten afhaken, de meeste ook nog met amper klachten. Dat lijkt me op de lange termijn ook niet echt houdbaar..
Aan de andere kant zie je wel dat ook best wat renners niet vooruit komen als ze covid hebben. Je wilt ook niet dat je knecht de kopman besmet en dat hij zijn klassement verliest daardoor. Of überhaupt andere renners.
  zaterdag 27 augustus 2022 @ 11:35:50 #16
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205762105
De mate van besmettelijkheid zal ook wel een rol spelen. Het wordt tegenwoordig ook niet meer geaccepteerd dat je al hoestend en proestend op kantoor verschijnt.
  Redactie Sport / Supervogel zaterdag 27 augustus 2022 @ 11:44:28 #17
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_205762161
Streep door Jake Stewart.

Niet CORRED
pi_205762169
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:39 schreef Idisrom het volgende:
Ik ben wel benieuwd naar Remco's laatste klim van vandaag.
Vermoed dat het de slotklim gaat zijn. Maar allicht dat hij weer een keer valt in een afdaling
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_205762333
twitter
pi_205762400
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 11:18 schreef Momo het volgende:

[..]
Aan de andere kant zie je wel dat ook best wat renners niet vooruit komen als ze covid hebben. Je wilt ook niet dat je knecht de kopman besmet en dat hij zijn klassement verliest daardoor. Of überhaupt andere renners.
Je hoort nu ook al dat genoeg renners op lange termijn negatieve effecten ondervinden van een besmetting.
pi_205762412
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 04:29 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
De sprintersploegen kwamen tekort. BikExchange niet sterk genoeg, Trek niet sterk genoeg, Bora te laat, etc. Heel hard gelachen om Kenny Elissonde die in dat vals platte stuk naar beneden op kop probeerde te rijden, ja, dat werkt niet. Het kalf verdronk in die laatste tien kilometer en dus zou de zege gaan naar de koplopers.
quote:
Luke Durbridge doet zijn beklag: “200 kilometer vol gereden en we kwamen niet eens dicht”

Voor de tweede keer in deze Vuelta heeft de vroege vlucht het tot de finish uitgezongen. Nochtans was het peloton volgens Luke Durbridge (31, Team BikeExchange-Jayco) vrijdag niet van zinnens om dat te laten gebeuren. Durbridge hekelt de aanwezigheid van vele motoren voor de kopgroep. “Dit is het moderne wielrennen. Je moet de vlucht op één minuut houden”, aldus de Australiër bij SBS Sport.

“Het was een sterke kopgroep, ze reden goed door”, aldus Durbridge na de zevende etappe. “Maar hoe kon de kopgroep zo snel gaan? Weet je, dat is het moderne wielrennen geworden. Je moet de vlucht op één minuut houden, want er zijn zo veel motoren.”

“We waren met zeven ploegen bijna aan het sprinten vooraan om de vlucht terug te halen”, vervolgt de Australiër cynisch. “We reden 200 kilometer vol, en we kwamen niet eens dicht. Het is wat het is. De mannen in de vlucht hebben het goed gedaan. Als de motoren er zijn, dan gebruik je die. Dat doen wij ook. Het is jammer voor ons, maar we gaan het opnieuw proberen.”
Loek is woest.
pi_205762417
quote:
En plots onthult Vuelta-favoriet Primoz Roglic voor de camera iets wat nog niemand wist

Primoz Roglic vecht momenteel een strijd uit met Remco Evenepoel in de Vuelta. De Sloveen aast op een vierde opeenvolgende eindzege in Spanje. Tussendoor dook er op sociale media echter een opvallende video op. Daarin onthult Roglic in een gesprek met Rigoberto Uran dat zijn vrouw opnieuw zwanger is. Opmerkelijk want het koppel maakte dat nieuws nog niet wereldkundig. Roglic en zijn Lora hebben samen al een zoontje, Lev.
twitter
pi_205762433
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 12:18 schreef wimderon het volgende:

[..]
[..]
Loek is woest.
Terecht wel. Voorheen was het vooral in de Vlaamse wedstrijden, maar tegenwoordig lijkt er in elke koers we een colonne aan motoren vlak voor de kopgroep te rijden.
  Forum Admin / PR zaterdag 27 augustus 2022 @ 13:20:21 #24
436595 crew  Sked
Zonnestraal
pi_205762802
Ah, leuk. Ze doen 'm integraal.
pi_205762833
quote:
0s.gif Op zaterdag 27 augustus 2022 10:46 schreef Marcoss het volgende:
[ twitter ]
Hopelijk wordt mijn Marco niet getroffen. Maar als je ziet dat ie gisteren als een van de eersten werd gelost is ie sowieso al niet in geweldige doen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')