abonnement Unibet Coolblue
  Moderator vrijdag 15 juli 2022 @ 03:32:28 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205346842
Etappe 13: Le Bourg d'Oisans - Saint-Étienne, 192,6 km

Nou, deze bergrit was net iets minder episch. Het kan niet alle dagen feest zijn, zullen we maar zeggen. De rit begon met een paar wat vlakkere kilometers en dan meteen de Galibier. In die vlakkere kilometers reden er meteen een aantal renners weg en die kregen direct een mooie voorsprong. Op de Galibier probeerden allerlei renners de sprong te wagen, maar omdat overal tien mannetjes van Jumbo op het wiel sprongen kwam er eigenlijk niemand weg. Alleen een duoaanval van Intermarche-Wanty was succesvol, Georg Zimmermann reed voor het eerst in z'n leven rond als knecht en bracht de altijd aanvalslustige Louis Meintjes naar de kopgroep toe. Richting de top van de Galibier ging godbetert Chris Froome in de aanval, ik dacht dat we van hem verlost waren maar hij is toch weer enigszins op niveau. Jammer. Tom Pidcock wachtte zijn moment af, hij wilde graag eens aan de wereld tonen hoe goed hij kon dalen. Op de top van de klim had het peloton bijna twee minuten achterstand op de kopgroep, maar dat was geen probleem voor Pidcock. Hij vloog naar beneden en reed het gat zo dicht. Althans, die eerste minuut vloog er zo af. De tweede minuut dichtte hij samen met Froome, beelden waarvan ik had gehoopt ze nooit meer te hoeven zien. Enfin, nouja, uiteindelijk ontstond er een kopgroepje van een man of acht en die kregen een mooie voorsprong. Jumbo maakte geen aanstalten en andere ploegen kwamen ook niet met een droomplan. Dus werd de rit daarna eigenlijk best saai, eerlijk gezegd. Op de Croix de Fer werden een paar koplopers gelost, we hielden er vijf over. In het peloton werden ook wat mannen gelost, maar toch niet direct de grote namen. Nee, het moest allemaal op de slotklim gaan gebeuren. De aanloop kon niemand verleiden tot een vroege aanval, het was na het genot van de rit ervoor nu weer een meer klassiek verloop. Eenmaal op Alpe d'Huez ging Pidcock vanuit de kopgroep vrij snel in de aanval. Hij moest nog een kilometer of tien klimmen, maar hij koos meteen voor zijn eigen tempo en dat lag hoog. Louis Meintjes bleef een paar kilometer lang op vier à vijf seconden hangen, ik hoopte nog een tijdje op een prachtige Afrikaanse zege. Maar nee, dat zat er niet in. De Brit fladderde steeds verder weg en werd zodoende na Geraint Thomas in 2018 de tweede Britse winnaar op rij. Alpe d'Huez is de Britse berg, kan iemand dat doorgeven aan bocht 7?

Chris Froome werd derde, allemachtig. Hopelijk zijn enige opleving, ik kan dit niet meer aan. In de groep der favorieten bepaalde Jumbo eigenlijk continu het tempo. Wout reed weer lang op kop, waarna we van de rest wat alibibeurtjes zagen. Op Sepp Kuss na dan, die had weer een van zijn wonderbaarlijke dagen. Pogacar liet zien hersteld te zijn en ging tot tweemaal toe in de aanval, maar Vingegaard kon die aanvallen beantwoorden. Pogacar is niet slecht, hij is nog steeds enorm goed. Wat er precies is gebeurd op de Granon zullen we nooit weten, maar dat was dus inderdaad niet zijn ware niveau. Met de benen die hij toonde op de Alpe d'Huez kan hij het Jumbo nog lastig gaan maken in de Pyreneeën. Parijs is niet dichtbij. Van de andere renners zal het minder snel komen, Quintana en Bardet moesten bijvoorbeeld de rol lossen. Bardet kon de schade wel beperken, maar de ene dag is duidelijk de andere niet. Thomas moest er bij iedere demarrage af, maar kon ook weer terugkomen als het stilviel. Hij eindigde in dezelfde tijd als Pogacar en Vingegaard, toch een straffe prestatie. Ook een vervelende prestatie, ik had echt het idee van die Britten verlost te zijn, maar zowel Thomas als Froome herleven. En dan waren we ook nog eens getuige van de zege van Pidcock. De Britten laten ons nooit meer gaan. Het palmares van Pidcock begint op deze manier wel steeds interessanter te worden, bovendien laat hij zien dat hij in de toekomst ook best wel eens voor een mooi klassement kan gaan. De horror. Er vielen overigens geen doden op Alpe d'Huez, bel de krant. Blijft een kutklim, dat zagen we wel aan de strijd tussen de favorieten. Of het gebrek daaraan. Nee, doe dit maar niet meer. Snel door naar de volgende rit. Hoewel, liever ook niet eigenlijk. We krijgen drie flopritten achter elkaar, de tweede week van de Tour kampt met een leegloper. Al kan deze rit eventueel nog wel leuk worden. Wat gaan we krijgen, een rit voor de vluchters of gaat er toch gesprint worden? Spannend, joh!




Bourg d'Oisans, of Le Bourg-d'Oisans, of tegenwoordig Le Bourg d'Oisans zonder streepje is een dorpje met 3000 inwoners en een grote geschiedenis in de Tour. Bijna jaarlijks komen we hier wel weer langs, omdat het dorp op een belangrijk knooppunt van bergen ligt. De voet van de Alpe d'Huez ligt hier natuurlijk, maar even verderop kom je ook Les Deux Alpes tegen, om maar wat te noemen. Le Bourg d'Oisans is een ideale plaats om een bergrit te laten starten en dat heeft de organisatie dan ook al vaak gedaan. Meer dan 20 keer is hier al een rit vertrokken. Richting Morzine, Saint-Etienne, La Toussuire, Gap, La Plagne en ga zo maar door, het kan allemaal. Opvallend is dan wel weer dat hier slechts één keer een rit aankwam. Aangezien je door kan fietsen naar Alpe d'Huez, Les Deux Alpes of nog duizend andere bergen denkt men er niet echt aan om hier een rit te laten eindigen. Alleen in 1966 dacht men er een keer wel aan. Een rit van Privas naar Bourg d'Oisans over 203 kilometer werd gewonnen door de Bask Luis Otaño. In Bourg d'Oisans valt verder niet veel te beleven, ze moeten het vooral van het toerisme hebben en het organiseren van evenementen. Zo vertrekt hier jaarlijks La Marmotte, een zogenaamde cyclosportieve die sinds 1982 elk jaar wordt verreden in de Franse Alpen. In 174 kilometer overwinnen de deelnemers 5000 hoogtemeters, ze rijden over de Glandon, de Télégraphe, de Galibier en finishen boven op Alpe d'Huez. Een bekende tocht voor zo'n beetje iedere wielerliefhebber, vermoed ik zomaar. Ook de Alpe d'HuZes vertrekt natuurlijk vanuit Bourg d'Oisans. Een of meerdere keren de berg op in de strijd tegen kanker, een evenement dat te prijzen valt. Al zijn die Fransen er ondertussen wel klaar mee geloof ik, want de vorige keer dat we in Le Bourg d'Oisans van start gingen werd het evenement nog genoemd en nu niet. In plaats daarvan wijzen de Fransen nu op het feit dat Tomorrowland Winter wordt georganiseerd op Alpe d'Huez, om nog maar eens te benadrukken hoe smakeloos het hier allemaal is. Deze plaats maakt deel uit van het arrondissement Grenoble en het kanton Le Bourg-d'Oisans en is de hoofdplaats van de streek Oisans, het is maar dat je het week. Vooral bekend dus vanwege de Alpe d'Huez en omdat mensen hier graag een tijdje verblijven om als wielertoerist op een extreem laag tempo alle bergen in de omgeving te bedwingen. Dat is dan ook de reden dat ze zichzelf graag de fietshoofdstad van Frankrijk noemen. Je zou het ook de hoofdstad van het menselijk tekort kunnen noemen, zeker na een dag als gisteren. Wat was het weer gezellig he, op Alpe d'Huez?



Vaak gaan we daags na een aankomst boven op Alpe d'Huez de volgende dag van start in Le Bourg d'Oisans. Je kunt dan alle kanten op, de Galibier ligt om de hoek, net als de Croix de Fer. Je kunt ook gewoon kiezen voor een tocht door de vallei in een poging de Alpen achter te laten. Dat gaan we nu doen, net als in 2018. Toen waren we getuige van twee aankomsten bergop achter elkaar en vond de organisatie het wel tijd voor een makkelijkere rit. Nu exact hetzelfde verhaal, twee zware bergritten achter elkaar en dus staat er een keer wat anders dan een aankomst bergop op het programma. In 2018 reden we naar Valence, ditmaal richting Saint-Étienne. De eerste 70 kilometer van deze rit volgen we exact dezelfde weg als in 2018, dus kan ik ook exact hetzelfde stukje tekst kopiëren. Na een rondje door Bourg d'Oisans rijden we tijdens de neutralisatie richting het noorden, over de weg door de vallei waar we gisteren ook al overheen reden en daar waar Kruijswijk in 2018 tegen de wind in aan het vechten was, de arme jongen. Na de neutralisatie gaat het nog 3,5 kilometer rechtdoor over deze weg, tot het gehucht Rochetaillée, daar waar de afdaling van de Croix de Fer eindigt. We volgen nu de doorgaande weg en gaan naar links, op weg naar andere oorden. We blijven de vallei van de Romanche volgen en na een aantal kilometer begint de weg in deze vallei licht naar beneden te lopen. Over de Route des Alpes rijden we door een prachtige omgeving verder, terwijl we ondertussen weinig bochten tegenkomen. Aangezien de weg al snel naar beneden loopt en iedereen in de vlucht van de dag zal willen zitten krijgen we vast weer een razende start. Zonde wel, zo hebben we minder tijd om van de mooie vergezichten te genieten. Er wordt koers gezet richting het eind van de Alpen en daardoor wordt de omgeving wel steeds minder mooi. De weg wordt ook steeds vlakker, al loopt het in totaal toch wel een kilometer of 20 naar beneden. De vallei van de Romanche wordt 30 kilometer gevolgd, tot in het dorpje Vizille. Hier staat een prachtig kasteeltje midden in het dorp, aan het water. We rijden ook langs dit kasteeltje en hebben dan inmiddels de Romanche achter ons gelaten. Bochtje naar rechts en daarna een bochtje naar links, op weg naar de eerste klim van de dag. De Côte de Brié, een klimmetje van 2,4 kilometer aan 6,9%. De top van dit bergje van de derde categorie bereiken we na 30,5 kilometer. Na de top van dit klimmetje is het even vlak, waarna er nog een klein knikje naar boven volgt. Vervolgens gaat het probleemloos naar beneden. Brede weg, amper bochten. Wel nog wat vluchtheuvels en wat rotondes, maar buiten dat rijden we al snel de buitenwijken van Grenoble binnen. Over een rechte en brede weg gaat het vervolgens richting het centrum van Grenoble, dat we na 42 kilometer bereiken. In de 'hoofdstad van de Alpen' is de Tour al een keer of 800 geweest, al is het van 2014 geleden dat er nog eens een rit startte of eindigde. Schreef ik in 2018, maar dat is inmiddels achterhaald. In de Tour van 2020 ging hier op de geboortegrond van Nans Peters de 17e etappe van start. Die etappe kende een aankomst op Col de la Loze, een van de weinige andere keren dat Pogacar het hoofd moest buigen. Winst voor Superman Lopez, voor Roglic en Pogacar. Dat was me ook wat, die Col de la Loze. Komt snel terug, reken daar maar op.




Na een betrekkelijk lange tocht door Grenoble met de nodige bochten en ook wat passages over tramrails steken we in een buitenwijk via een brug de Drac over, een rivier die niet veel later samenvloeit met de Isère. Langs de oevers van deze rivier gaan we de komende tijd fietsen, over wegen die bijna niet vlakker en rechter hadden kunnen zijn. Zonder enige noemenswaardigheid rijden we na 69 kilometer door Saint-Quentin-sur-Isère, waar in 2018 de tussensprint van de dag te vinden was. Nu is er iets anders te vinden, een afwijking van de route. We gaan nieuwe wegen verkennen, hoera. In Saint-Quentin-sur-Isère slaan we in het centrum rechtsaf en daarna rijden we rechtdoor naar Tullins. Bijna rechtdoor, nog wel een paar rotondes onderweg. In Tullins rijden we het centrum binnen, waar we vervolgens na een bocht naar rechts aan de zwaarste klim van de dag gaan beginnen. De Col de Parménie, een klim van de tweede categorie. Een mes in de rug van de sprinters, het gaat de komende vijf kilometer aan 6,6% omhoog. Vooral in het begin, na die bocht naar rechts in Tullins zelf gaat het even steil omhoog, een halve kilometer aan 10%. Even verderop komen we ook nog een halve kilometer aan 9% tegen, maar verder gaat het toch redelijk gelijkmatig tegen 5 à 6% omhoog. De top van de Col de Parménie bereiken we vervolgens na 79 kilometer. Een mooie, bochtige weg omhoog door het bos. De sprinters zullen er niet blij mee zijn, maar Saint-Étienne is nog ver en dus er tijd genoeg om scheve situaties recht te trekken. Alhoewel, is Saint-Étienne wel zo ver? Tien kilometer na de top van de klim bereiken de renners het dorpje Saint-Étienne-de-Saint-Geoirs, na een korte afdaling en daarna een vlak stuk. Het gaat een kleine vijf kilometer licht naar beneden, over een weg die bijna continu rechtdoor loopt. Paar flauwe bochten, geen moment van gevaar. Die momenten van gevaar gaan pas komen als we beneden zijn in het dorpje Izeaux. Hier wordt de weg smaller, liggen vluchtheuvels, wegversmallingen, een chicane in het centrum, etc. Geen aangename doortocht, maar buiten Izeaux bereiken we dan weer een rotonde waar de renners linksaf moeten slaan om vervolgens een paar kilometer volledig rechtdoor te rijden tot in Saint-Étienne-de-Saint-Geoirs. Een paar rotondes onderweg en een licht technische doortocht in het dorpje Sillans, maar verder gaat het gewoon continu rechtdoor over een brede en vlakke weg. Door een volstrekt leeg landschap ook nog eens, we gaan het weerbericht weer eens in de gaten houden. Eenmaal in het andere Saint-Étienne slaan we bij een rotonde linksaf en even later bij de volgende rechtsaf, waarna we toe gaan werken naar de tussensprint van de dag. Had ik trouwens al gezegd dat die Col de Parménie nogal een gelovige berg is? Boven op de top vinden we een kerk en een soort van hotel waar je een kamer kunt boeken om op een spirituele reis te gaan. Het Centre de Parménie, gelegen op een hoogte van 750 meter en omgeven door weelderig groen, is een plaats van verjonging. Schoonheid verheft de ziel en stilte opent harten. Groepen zijn er welkom voor de dag of voor het verblijf. De dagen worden onderbroken door lofzangen en vespers. Het is een plaats buiten de tijd om zichzelf beter te geven dan in de wereld. In het Frans was het waarschijnlijk al filosofisch, maar Google Translate maakt de bullshit altijd nog net wat flagranter. Geef mij maar een verspers.




Stilte opent harten, en de tussensprint opent Wout van Aert. Van Saint-Étienne-de-huppeldepup rijden we over een brede en vlakke weg richting Brézins, een dorpje van niks. Na de passage hier rijden we rechtdoor langs de akkers richting een industrieterrein, waar een rotonde ligt. Bij deze rotonde volgt een beetje een gekke bocht, bij de lokale TotalEnergies voor de deur. Langs het lelijke industrieterrein gaat het vervolgens even rechtdoor tot de weg ophoudt. We slaan dan rechtsaf en rijden een aantal kilometer volledig rechtdoor over een vlakke weg naar La Côte-Saint-André, waar na 101,6 kilometer de tussensprint van de dag zal volgen. Een volledig kaal gebied voorbij het industrieterrein, maar de eerste blik op het weer leert mij dat hier vooral sprake zal zijn van tegenwind. Vlak voor de tussensprint slaan de renners schuin rechtsaf richting het centrum van La Côte-Saint-André, waar die tussensprint dus ligt. Voorbij de tussensprint slaat men in het centrum linksaf, waarna we een bocht naar rechts en een rotonde later het dorp weer snel verlaten. We verlaten het dorp via de Avenue Jongkind, een naam die net iets te willekeurig is om toeval te zijn. En wat blijkt, in La Côte-Saint-André woonde ooit de schilder Johan Barthold Jongkind, een Nederlander! Tegenwoordig ligt ie hier op de lokale begraafplaats. Hector Berlioz kwam hier ook vandaan, toe maar. De weg buiten La Côte loopt een kilometer of vier wat licht omhoog, maar dat mogen we mooi afdoen als vals plat. Eenmaal boven duiken we schuin linksaf een andere weg, een weg die na kort stuk in dalende lijn een aantal kilometer vlak zal zijn en vooral ontzettend rechtdoor loopt. We bereiken het dorpje Arzay, waar een paar bochten liggen. Voorbij die bochten loopt de weg ineens omhoog, die vlegel van een Gouvenou heeft een paar geniepige klimmetjes verstopt in deze rit. De sprinters zullen hem haten, want het gaat net iets langer dan twee kilometer aan 7% omhoog. En dan kent dit klimmetje nog een vlakker stukje ook, zodra het omhoog gaat is het dus behoorlijk steil. Paar stroken aan 10%, dat kan gewoon zomaar allemaal. De renners rijden over een bochtige weg door het bos en bereiken na ongeveer 110 kilometer koers de top van dit ongecategoriseerde colletje. Vervelend voor de sprinters, maar het duurt niet heel lang en er is hierna nog steeds voldoende tijd om scheve situaties recht te zetten. Na dit klimmetje loopt de weg een kilometer of tien licht naar beneden richting Meyssiez, een van de favoriete vakantiebestemmingen van Marco Borsato. In het begin komen we in het bos wat bochten tegen, maar ik zou het geen lastige afdaling willen noemen, als je überhaupt van een afdaling mag spreken. Buiten het bos slaan we een keertje linksaf en dan rijden we zo goed als rechtdoor naar Meyssiez, om buiten dit dorp dan weer een aantal kilometer zo goed als rechtdoor naar Eyzin-Pinet te fietsen. Een brede en rechte weg langs talloze akkers. Asfaltkwaliteit is iets minder, we bevinden osn wat meer in het binnenland, ver van alle toeristische trekpleisters. Landelijk, heel landelijk allemaal. Van Eyzin-Pinet rijden we vervolgens naar Vienne, in een kleine negen kilometer komen we een kleine 100 meter lager uit. Het blijft continu naar beneden gaan, maar dan zonder dat we het merken. Vienne bereiken we vervolgens na 136 kilometer.




In de laatste paar kilometer voor Vienne komen de renners wat bochten en rotondes tegen, terwijl de weg vlak voor we het centrum bereiken ook nog even een kilometer aan 5% omhoog zal lopen. Na dit klimmetje dalen we over een brede weg vol paaltjes en vluchtheuvels af naar de Rhône, een paar bochten later bereiken we een brug die ons naar de overkant van het water gaat brengen. Maar niet nadat ik nog even wat nutteloze informatie over Vienne heb gedeeld. Wat te denken van het feit dat Romain Seigle hier werd geboren, jarenlang prof bij Groupama-FDJ, tegenwoordig actief als mountainbiker. En dan komt Valentin Ferron hier ook nog eens vandaag! Die is actief bij TotalEnergies, maar doet niet mee aan de Tour. De Tour is sowieso niet echt de koers van Vienne, ze moeten het hier vooral van de Dauphiné hebben. George Hincapie won hier ooit een rit in die koers, ik bedoel maar. En ja, de Romeinen zijn hier ooit geweest, vandaar die tempel. Een oud Romeins theater hebben ze er ook nog, maar voor de mooiste plaatjes moet je naar het Belvédère de Pipet, kijk je uit over de hele stad, de Rhône en ook dat theater. Kicken. De renners rijden over de Rhône en passeren aan de andere kant van de rivier meteen een groot museum waar alles te vinden valt over het rijke Gallo-Romeinse verleden van deze regio, ook een aanrader. Een aanrader voor de sprinters zal vooral zijn dat ze nu zo langzamerhand hun plaatsje voorin het peloton moeten gaan vinden, want we rijden Saint-Romain-en-Gal binnen en daar ligt de voet van een klim. Over een smalle weg, dankzij een langwerpige vluchtheuvel in het midden, rijden we naar een rotonde toe, waar het naar rechts gaat. Dan slaan we na een subtiele chicane bijna meteen linksaf en is de Côte de Saint-Romain-en-Gal begonnen. Een beklimming van de derde categorie met een lengte van 6,6 kilometer en een gemiddelde hellingsgraad van 4,5. Dit klimmetje begint nog best behoorlijk met een kilometer aan 6,5%, maar verder valt het wel mee. Desalniettemin zullen de sprinters er opnieuw niet blij mee zijn. Dit is waarschijnlijk hun belangrijkste uitdaging van de dag, aangezien de finish nu wel zo langzamerhand in beeld komt. Heel wat werk aan 4 à 5%, een klein vlakker stukje tussendoor en dan richting het eind nog even een halve kilometer aan 6%. Als je hier tempo maakt ligt Jakobsen in de kreukels, zoveel is zeker. De minder wonderbaarlijke klimmende sprinters gaan het hier zwaar krijgen, zeker na een paar dagen in de bergen. De inspanningen stapelen zich op, ploegen met plannen kunnen hier een hoop dor hout overboord gooien. Brede en keurige weg omhoog verder, dat is het probleem niet. De top van deze Côte de Saint-Romain-en-Gal bereiken we na 148,6 kilometer, op 44 kilometer van het eind. Dat is nog best een eind te gaan, genoeg tijd om nog een gat te dichten, maar ook weer niet te ver om als ambitieuze ploeg tot de finish door te trekken.




Wat deze klim extra leuk kan maken is dat we na een tijd door een bos gereden te hebben ineens een open vlakte bereiken. We draaien naar het westen en de wind komt uit het noorden, tikkie noordoosten. Ik durf het bijna niet te suggereren, maar... waaieralarm? In principe genoeg wind, bijna uit de goede richting. Mag nog iets meer uit het oosten komen, dan hebben we prijs. Vooral tegenwind tot dit punt, maar nu kan het zomaar spannend gaan worden. Waaiers bergop, dat zou erg geestig zijn. Al wil ik de mensen niet teveel enthousiasmeren, van wind uit het noorden moet het echt nog wat bijdraaien naar noordoost. Maar alsnog, het is hier helemaal open en we komen wat bochtjes tegen, ideaal terrein voor een ploeg om een poging te wagen. Het grootste nadeel is dat het niet enorm lang open zal zijn, na de top van de klim rijden we weer een bos in en dan dalen we twee kilometer af over een licht bochtige weg. Na dit korte afdalinkje gaat het nog een keer een kilometer aan 5% omhoog naar Col de la Croix Régis, terwijl het terrein weer volledig open is. Nog een extra klimmetje voor de renners, maar eigenlijk komen ze goed weg. We rijden echt door de buitenste rand van het Parc naturel régional du Pilat, in het hart van dit nationale park liggen veel langere en lastigere beklimmingen. Thierry plaagt de sprinters, maar pesten is het niet. Tenzij het gaat waaien, dan zijn ze die klim indachtig wel de sjaak. Lekker vals plat omhoog door een kale woestenij, met mogelijk wind schuin in de rug, kom maar op. Na de Col de la Crois Régis pakken we ongeveer acht kilometer in licht dalende lijn mee richting Trèves. Dit stuk beginnen we in het bos, maar al snel bereiken we weer een land vol akkers. Plek zat voor waaiers, als alles meezit. Wel wat bochten onderweg, maar aangezien we in dit stuk van acht kilometer niet eens 200 meter lager uitkomen mogen we wel stellen dat het nooit enorm steil naar beneden gaat. We komen tussendoor een keer uit in een gehucht, Darnon, waar we een keer scherp rechtsaf slaan, verder valt het qua bochten allemaal prima mee. Nog meer open terrein daarna, in geen velden of wegen is er bebouwing te ontdekken. Wel fietsen we nu een aantal kilometer noordwaarts, dus zal er hier vooral sprake zijn van tegenwind. Het gaat nu ook vooral rechtdoor, tot we bijna in Trèves zijn. Dit is naast de Duitse naam voor Trier ook een klein dorpje van 500 zielen met de beschikking over een overdaad aan haarspeldbochten. Het gaat een kilometer of drie wat serieuzer naar beneden, met dus haarspeldbochten onderweg. Best listig nog, maar het duurt niet lang. Beneden steken we de Gier over, rijden we daarna over een snelweg heen en slaan we linksaf, richting Rive-de-Gier. De omgeving van Rive-de-Gier laat zich vooral kenmerken door rotondes, in een paar kilometer tijd komen we er zes tegen. Best wat wegversmallingen en vluchtheuvels ook, je moet er wat voor over hebben om door de thuisbasis van Cyril Dessel te kunnen rijden. Dessel kennen we vooral van de Tour van 2006, toen hij een dag de gele trui droeg en op een of andere manier zesde wist te worden in het eindklassement. Twee jaar later zou hij ook nog een rit winnen, er staat me ook nog wel een spectaculaire chute van hem bij. In Rive-de-Gier won niemand minder dan Carlos Betancur overigens ooit een rit in Parijs tegen Nice, jawel!



Een heel bijzonder dorp is Rive-de-Gier niet, en dat geldt eigenlijk voor alle dorpjes die we de komende kilometers gaan doorkruisen. We fietsen in westelijke richting naar Saint-Étienne, de wind staat nu goed maar dan is er weer sprake van continue bebouwing. Altijd tegen ons. Van Rive-de-Gier fietsen we naar Lorette, dan naar La Grand-Croix en dan weer door naar L'Horme. Voorlopig is de tocht zo goed als vlak, al komen we in La Grand-Croix wel een klein stukje in stijgende lijn tegen. Het gevaar komt vooral van al het verkeersmeubilair, het aantal vluchtheuvels, drempels, rotondes en andere onzin in deze omgeving is hallucinant. Op al die obstakels na rijden we wel lang rechtdoor, toch al snel een kilometer of 10. Van dorp naar dorp naar dorp, geen moment verdwijnt de bebouwing uit beeld. Na 177 kilometer komen we uit in Saint-Chamond, waar de weg al helemaal een hindernisbaan is. In de afgelopen kilometer zijn we blijkbaar 100 meter hoger uitgekomen, maar dat is met het blote oog niet te zien. Dat wordt anders na de technische passage in Saint-Chamond, een plaats waar vorig jaar in de Dauphiné nog een rit van start ging. Ooit kwam er hier ook een tijdrit aan, in de tijd dat het nog ouderwets de Dauphiné Libére was, die tijdrit werd gewonnen door Lance Armstrong. Alain Prost is ook van hier, uit de tijd dat autootje rijden nog niet was gekaapt door Nederlandse sprinkhanen. Heel wat rotondes en ander gedonder later verlaten we Saint-Chamond, waarna het een kilometer vlak zal zijn. Daarna beginnen we in een bosrijke omgeving aan een klim richting La Talaudière. In eerste instantie loopt de brede weg iets meer dan twee kilometer vals plat omhoog aan ongeveer 2,5% met de wind schuin tegen, voor zover de wind hier komt met al die bomen. Voornamelijk vals plat voorlopig, dat zou eigenlijk geen probleem mogen zijn voor welke sprinter dan ook. Na dit stuk is het even een halve kilometer nog wat vlakker, al verschillende bronnen nog al. De bronnen zijn het ook niet eens over wat we daarna gaan doen. Anderhalve kilometer aan 5%? Twee kilometer aan 4,5%? Iets in die geest, in ieder geval. Toch nog even een lastig stukje voor de sprinters, maar dit zou toch moeten lukken. Boven komen we uit in Sorbiers, waar het wat meer open is en waar er dus sprake zal zijn van enige mate van tegenwind, gunstig voor de snelle mannen. Sorbiers is overigens een dorp met een verhaal, hier woonde namelijk Andrei Kivilev. De betreurde Andrei Kivilev, mag ik wel stellen. Toen Kivilev samen met zijn boezemvriend Vinokourov de oversteek maakte van het verre Kazachstan naar Europa kwam hij na een korte tussenstop in Spanje terecht bij een wielerclub in Saint-Étienne. Hij zou later prof bij Festina worden en een paar jaar later voor Cofidis gaan rijden, terwijl hij kwam te wonen in Sorbiers. In 2001 werd hij vierde in de Tour, maar in 2003 werd bewezen dat het noodlot geen grenzen kent. Tijdens de tweede rit van Parijs-Nice in 2003 kwam hij in de omgeving van Saint-Chamond ten val, waar we net nog doorheen reden, waarna hij met een schedelbasisfractuur naar het ziekenhuis van Saint-Étienne werd vervoerd. Nota bene in de plaats waar zijn Europese carrière vorm kreeg kwam zijn leven ten einde. En dat allemaal op een steenworp afstand van zijn eigen Sorbiers. Niet veel later kwam men eindelijk eens op het idee om een helmplicht in te voeren.




Boven op dit klimmetje komen we een rotonde tegen, voorbij de rotonde rijden we van Sorbiers naar La Talaudière, een plaatsje dat we na 185 kilometer bereiken. Nog een kleine acht kilometer te gaan tot de finish, als dit een rit voor de sprinters wordt gaat het nu wel spannend worden. Wie is er nog aan boord? Wie kan er eventueel nog op tijd terugkomen? Tussen Sorbiers en La Talaudière is het een kilometer vlak, waarna de weg wat onmerkbaar omlaag begint te lopen. Twee rotondes kort achter elkaar in La Talaudière, bij de tweede maken we wel een gekke bocht naar links. Daarna rijden we eigenlijk zo goed als rechtdoor tot op vijf kilometer van het eind, in licht dalende lijn. Op vijf kilometer van het eind komen we een rotonde tegen, waar we rechtdoor gaan. We komen wat flauwe bochten tegen, maar eigenlijk gaat het vervolgens toch zo goed als rechtdoor tot op iets meer dan drie kilometer van het eind. Rond drie kilometer van het eind slaan we kort achter elkaar twee keer vrij scherp linksaf. Bij die tweede bocht ligt er een gigantische vluchtheuvel als een boobytrap op de renners te wachten, ik mag hopen dat ze die even weghalen. Na deze bochten hebben we wel het laagste punt van de rit bereikt, het gaat nu juist weer een beetje vals plat omhoog. Op een paar flauwe bochten na vrijwel rechtdoor, tussen de bomen. Op twee kilometer van het eind komen we een flauwe bocht naar rechts en dan eentje naar links tegen, daarna rijden we volledig rechtdoor de slotkilometer tegemoet. De bomen verdwijnen en een industrieterrein verschijnt, een idyllisch slot. Al is er wel een geldige reden om hier te fietsen, want aan het eind van de weg komen we uit bij een rotonde. Het Rond-point Andrei Kivilev. Een rotonde, opgedragen aan Kivilev. Daar valt overigens vrij weinig van te zien, want op de rotonde staat vooral moderne kunst. Een gigantische ketel, met daarin bloemen. Een eerbetoon aan Kivilev kom je niet direct tegen, het is dat in het roadbook staat dat dit zijn rotonde is. Bij de rotonde van Kivilev slaan de renners rechtsaf, een lekker scherpe bocht. Na een flauwe bocht naar rechts passeren ze de Lidl en rijden ze de laatste kilometer binnen. In deze slotkilometer slaan we op 800 meter van het eind scherp linksaf, waarna we via een straat die de renners eventueel zouden kennen naar de finish knallen. De laatste keer dat er een rit aankwam in Saint-Étienne reden we in de laatste 800 meter over dezelfde weg. Toen was het duidelijk dat het geen massasprint zou worden en schonk ik er weinig aandacht aan, maar nu is die kans er wel. En dan is het toch gek om te zien dat we in de laatste 500 meter nog worden geconfronteerd met een lange en lopende bocht naar links, waarna het in de laatste 300 meter pas helemaal rechtdoor zal gaan. Toch nog een redelijk technische finale, kan z'n rol spelen als het een sprint wordt. Blijkbaar loopt het ook nog wat vals plat omhoog in die slotkilometer, maar dat is simpelweg niet te zien.




We finishen aan de rand van Saint-Étienne, ver buiten het centrum. Saint-Étienne is een stad met 170.000 inwoners, 400.000 inwoners als je iedereen in de metropool meeneemt in je overwegingen. Het is een stad met een vreselijk lange geschiedenis in de Tour. We zijn hier voor de 27e keer, niet te doen. We waren hier in 2019 voor het laatst en reken maar dat de Belgen ons daar continu aan gaan herinneren. In 2019 waren we getuige van een masterclass van Thomas De Gendt. Het was een totaal andere rit, met onderweg veel meer klimmetjes en heel kort voor de finish nog een lastige klim. Thomas De Gendt zat in de kopgroep, zoals hij in die jaren altijd in de kopgroep zat. Op het laatste lastige klimmetje schudde hij zijn laatste medevluchter, De Marchi, overboord en ging hij solo op weg naar de finish. Dat was op zichzelf in die jaren niet zo ongebruikelijk, het ongebruikelijke element zat hem in het feit dat op die laatste lastige klim ineens Pinot en Alaphilippe in de aanval gingen vanuit het peloton. En zij kwamen ineens heel dicht bij De Gendt in de buurt. De Gendt moest de twee Fransen zien af te houden in de laatste paar kilometer en dat lukte. Nouja, daar kregen ze dus in België wel een paar vlekjes van in de broek. Na een dag in de vlucht hield De Gendt zes tellen over op Pinot en Alaphilippe, de rest kwam 20 tellen later binnen. We gaan vaak naar Saint-Étienne, maar de zwaarte van de rit wil nogal verschillen. In 2014 stelde het bijvoorbeeld niets voor, toen won Kristoff voor Sagan en Demare. Een klassiek onderdeel van een finish in Saint-Étienne is ook dat we dan vaak de volgende dag van start gaan in de stad. Dat was in 2014 zo, dat was in 2018 zo en dat zal nu ook weer zo zijn. Dus ga ik nog niet alles vertellen over deze stad. De Tourgeschiedenis, die kunnen we wel even afmaken. Die geschiedenis is dus groot, met mannen als Zoetemelk, Hinault, Kelly en Ullrich op de erelijst. Een van de meest bijzondere verhalen schijnt dan weer uit 1985 te komen. De Colombiaan Luis Herrera wist te winnen, op zichzelf al een bijzonder feit. Tegenwoordig winnen de Colombianen genoeg, toen was het nog nieuw en spannend. Het grote verhaal kwam alleen niet van Herrera, maar van een valpartij achter hem. Bij die valpartij ging gele trui Bernard Hinault hard op z'n muil. Met een gezicht vol bloed reed hij over de finish. Hij bleek zijn neus gebroken te hebben, maar reed de Tour toch uit en wist de Tour zelfs te winnen. Dat was de anekdote die in 2018 in het roadbook stond, ditmaal hebben ze het over de zege van Raphaël Géminiani in 1950, de eerste keer dat men Saint-Étienne bezocht. De mooiste winnaar in Saint-Étienne is misschien nog wel Ludo Dierckxsens. De sympathieke kale Belg won hier in 1999 zijn enige rit in de Tour, in de trui van Belgisch kampioen. In de tussenliggende jaren zagen we in 2005 Lance Armstrong nog een tijdrit winnen en in 2008 was het de beurt aan een jonge Marcus Burghardt. Die rit kende ook dat klimmetje naar Sorbiers aan het eind, maar dan op voorhand ook nog de Croix de Montvieux, die klim had ik nu ook wel willen zien. Enfin, tot zover de Tourinformatie. Met de inhoudelijke spreekbeurt over deze stad gaan we morgen wel verder. De finishlocatie nodigt ook niet echt uit tot een grandioos opstel over Saint-Étienne. We finishen namelijk langs het lokale sportpark, in de buurt van het stadion van AS Saint-Étienne. Daar gaat de volgende rit overigens ook van start, leuk. Was ooit een spuuglelijk stadion, maar voor het EK 2016 hebben ze die oude teringzooi een beetje opgeknapt. Nu is het nog steeds lelijk, maar wat moderner. Goede vraag voor een pubquiz wel trouwens: welke club is het vaakst kampioen geworden in Frankrijk? Olympique Lyon toch zeker? Nee. Olympique Marseille dan? Dacht het niet. Oké, dan is het PSG! Nee, natuurlijk niet, die poenerige club stelde voor de poen niets voor. Misschien Monaco dan? Nee, AS Saint-Étienne. Jawel. Al is het wel lang geleden dat ze nog eens kampioen werden, de laatste van 10 titels werd veroverd in 1981. In het nieuwe seizoen kunnen ze overigens wel weer eens kampioen gaan worden, maar dan van de Ligue 2. De recordkampioen is afgelopen seizoen gedegradeerd, samen met een andere grote club als Bordeaux. Het Stade Geoffroy-Guichard zal aankomend seizoen misschien wat minder goed gevuld zijn.



In Le Bourg d'Oisans wordt het overdag 31 graden, al kan het ook een paar graden warmer zijn. Gisteren leek het wel mee te vallen, maar daar dachten de renners anders over. Geen kans op regen en een beetje wind uit het noorden. Grotendeels tegenwind tijdens deze rit, dat is wel ongunstig voor de vluchters. Op een paar plaatsen is er wellicht een kans op waaiers. Ik wil zeker geen verwachtingen wekken, maar ik ben wel vooral benieuwd wat we gaan zien in de buurt van dat klimmetje rond Saint-Romain-en-Gal. Daar is heel kort even een mogelijkheid om de boel aan gort te rijden. In het slot van de rit valt dat allemaal weg, dan rijden we continu door dorpen en steden en als dat niet het geval is rijden we wel weer door een bos. In Saint-Étienne wordt het ook 31 graden, met geen kans op regen en toch aardig wat wind uit het noorden. Grotendeels tegen in het slot, op de laatste paar kilometer na. Wind in de rug naar de finish. De rit begint om 13:05, na een lange neutralisatie gaan we vervolgens om 13:20 echt van start. Als je deze rit helemaal integraal wil volgen ben je afhankelijk van Eurosport, Jan en Bobbie zijn meteen op de afspraak. Zowel de NOS als Sporza beginnen er rond 14:20 aan, met wat pech is de vlucht tegen die tijd net vertrokken. De finish verwachten we tussen 17:26 en 17:49, weer rijkelijk laat.



Een rit die zich lastig laat voorspellen. Na een paar zware dagen in de bergen lijkt het van de ene kant een ideale kans voor de vluchters. Van de andere kant kent deze Tour dusdanig weinig ritten voor de sprinters dat ik me maar moeilijk kan voorstellen dat ze deze kans laten lopen. Voor jongens als Jakobsen en Ewan is dit wel echt op het randje. Tegenwind gedurende een groot deel van de dag zal hun maat zijn, maar die klimmetjes kunnen alsnog funest zijn. Vooral bij Jakobsen heb ik er een hard hoofd in, die komt met z'n dikke reet echt geen berg over. Andere jongens zullen dan weer hun kans ruiken. Ik noem een Jasper Philipsen, een Peter Sagan, misschien wel Groenewegen. Die reed bewust een zo lastig mogelijk programma op voorhand in een poging wat beter te klimmen, daardoor was hij de afgelopen dagen wel steeds behoorlijk op tijd binnen. Of het volstaat om in deze rit te overleven, nouja, dat denk ik dan weer niet. Maar ze hebben altijd Matthews nog, die kan hier weer een mooie ereplaats scoren. En dan is er Van Aert nog. Jumbo zal er niet voor rijden, maar als het bij elkaar komt zal hij deze kans ook niet laten liggen. In zulke etappes hebben we in het verleden overigens wel eens gezien dat jongens als Sagan en Matthews zelf in de aanval gingen omdat ze geen zin hadden om hun ploegen de boel de hele dag te laten controleren. Zo'n scenario is nu ook zeker mogelijk, maar gezien het gebrek aan sprintritten ga ik toch echt gokken dat een aantal ploegen voor de sprint gaan rijden. Proberen een kleine kopgroep weg te laten rijden en controleren maar. Tempo drukken op de klimmetjes en dan mag er gesprint worden.
1. Van Aert. De allerbeste renner die er ooit heeft bestaan. Groetjes uit België.
2. Philipsen. Weer een prachtige tweede plaats! Ho, genot.
3. Matthews. Weer een prachtige derde plaats, inclusief boos klopje op het stuur. Nog meer genot.
4. Sagan. Een klassieke vierde plaats
5. Van Poppel. Toch nog een Nederlandse sprinter vandaag! Deze klimt het best.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205346931
Ik was gisteren wel blij met de beelden van Froome. En dat hij zwaar kucht (astma), dat was gisteren na afloop wel duidelijk in een geprobeerd interview.
  vrijdag 15 juli 2022 @ 07:46:09 #3
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_205347029
Lovende woorden voor de comeback van Froome in de OP _O_
pi_205347070
Astma, oh ja. Hoe gaat het met z'n bilharzia? FroomeAids.

Leuk ritje voor WoutGod en niemand anders.
Jack does it in real time...
  vrijdag 15 juli 2022 @ 08:19:01 #5
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_205347134
quote:
9s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 07:57 schreef DeeBee het volgende:
Astma, oh ja. Hoe gaat het met z'n bilharzia? FroomeAids.

Leuk ritje voor WoutGod en niemand anders.
Dit is ook wel wat voor Laporte. Duo-aanval?
pi_205347486
Moeilijk ritje om te callen. Het zou een massasprint kunnen worden, maar ook een sprint met uitgedund peloton of een rit voor de vluchters. Ik zie WvA het ook wel proberen vanuit de vlucht. Ineos zal de smaak ook wel te pakken hebben. Misschien dat Ganna wel zin heeft in een ontsnapping. Misschien ook een Roglic en La Porte. Zou wel slim zijn van Jumbo om Roglic mee te sturen en als hij de best geklasseerde is in de vlucht de vlucht gewoon totaal te laten lopen.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205347836
Philipsen gaat dit winnen.
  Moderator vrijdag 15 juli 2022 @ 10:38:32 #8
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205348276
twitter
  vrijdag 15 juli 2022 @ 10:44:05 #9
498835 Wienerschnitzels
mit kartoffelsalat
pi_205348350
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 10:38 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Was gisteren ook helemaal nergens kwam in de groep Degenkolb/van Poppel boven, halfuur is zelfs voor een rustig aan doende topklimmer wel heel veel
pi_205348423
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 10:44 schreef Wienerschnitzels het volgende:

[..]
Was gisteren ook helemaal nergens kwam in de groep Degenkolb/van Poppel boven, halfuur is zelfs voor een rustig aan doende topklimmer wel heel veel
Maar hij is gevallen in de afdaling van de Croix de Fer, toen hij op het punt stond aan te sluiten bij de groep gele trui.
  vrijdag 15 juli 2022 @ 10:54:57 #11
498835 Wienerschnitzels
mit kartoffelsalat
pi_205348471
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 10:48 schreef wimderon het volgende:

[..]
Maar hij is gevallen in de afdaling van de Croix de Fer, toen hij op het punt stond aan te sluiten bij de groep gele trui.
Ah dat wist ik dan weer niet, dat verklaart de prestatie gisteren dan wel.
pi_205348521
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 09:09 schreef JohnDDD het volgende:
Moeilijk ritje om te callen. Het zou een massasprint kunnen worden, maar ook een sprint met uitgedund peloton of een rit voor de vluchters. Ik zie WvA het ook wel proberen vanuit de vlucht. Ineos zal de smaak ook wel te pakken hebben. Misschien dat Ganna wel zin heeft in een ontsnapping. Misschien ook een Roglic en La Porte. Zou wel slim zijn van Jumbo om Roglic mee te sturen en als hij de best geklasseerde is in de vlucht de vlucht gewoon totaal te laten lopen.
Denk dat Jumbo zich niet gaat bemoeien met de vlucht vandaag. Ideale situatie zou een kleine groep vooraan zijn zodat de ploegen van sprinters automatisch wel gaan rijden. Dan kan Jumbo wachten tot de finale om dezelfde sprinters te lossen.
pi_205348533
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 10:38 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Die kan door naar de Vuelta (zoals veel van de afstappers deze Tour)
  vrijdag 15 juli 2022 @ 11:01:58 #14
498835 Wienerschnitzels
mit kartoffelsalat
pi_205348559
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 11:00 schreef Marcoss het volgende:

[..]
Die kan door naar de Vuelta (zoals veel van de afstappers deze Tour)
Dit vindt Remco niet leuk.
pi_205348702
Dagje voor Taco in de vlucht.
  Redactie Sport vrijdag 15 juli 2022 @ 11:29:03 #16
274204 crew  Mexicanobakker
pi_205348806
Barguil mag lekker de ronde van wallonie gaan rijden ofzo
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  vrijdag 15 juli 2022 @ 11:40:45 #17
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_205348906
Ik zit bij de Minion-films in de bios straks dus wat mij betreft wordt het een saaie rit.
pi_205348957
Ik deel overigens de kritische kijk op Britten uit de OP niet. Renners als Wiggo, Pidcock en in iets mindere mate Thomas zijn aardige persoonlijkheden, prima toevoegingen. Je hebt er ook wat saaiere gasten tussen zitten als Froome en de Yatesen. Het lijkt zowaar een beetje op de echte wereld.
pi_205348977
quote:
7s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 11:47 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:
Ik deel overigens de kritische kijk op Britten uit de OP niet. Renners als Wiggo, Pidcock en in iets mindere mate Thomas zijn aardige persoonlijkheden, prima toevoegingen. Je hebt er ook wat saaiere gasten tussen zitten als Froome en de Yatesen. Het lijkt zowaar een beetje op de echte wereld.
Ik vind de Yatesen ook niet saai koersen, zeker Simon niet.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
  vrijdag 15 juli 2022 @ 11:53:08 #20
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_205348994
quote:
7s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 11:40 schreef Zwansen het volgende:
Ik zit bij de Minion-films in de bios straks dus wat mij betreft wordt het een saaie rit.
Oortjes in
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  vrijdag 15 juli 2022 @ 11:55:04 #21
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_205349011
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 11:18 schreef TargaFlorio het volgende:
Dagje voor Taco in de vlucht.
Goeie, dit is echt een rit voor Taco. Niet teveel bergen maar ook geen simpele massasprint.
  Moderator vrijdag 15 juli 2022 @ 12:20:52 #22
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205349217
twitter


De naakte molrat heeft een plan!
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  FOK!fotograaf vrijdag 15 juli 2022 @ 12:22:44 #23
842 Zorro
Z
pi_205349240
quote:
0s.gif Op vrijdag 15 juli 2022 12:20 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
[ twitter ]

De naakte molrat heeft een plan!
"In het wiel blijven en de laatste 50 m proberen ervoorbij te gaan"

Goed plan.
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
  Moderator vrijdag 15 juli 2022 @ 12:26:46 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205349280
Tijdens de rit van zondag gaat qua hitte wel een probleem worden denk ik, de modellen geven 38-41 graden voor Carcassonne tussen 14:00 en 18:00
pi_205349298
Hij doet weliswaar niet mee, maar ik gok toch op MvdP _O_
"You can call me Susan if it makes you happy"
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')