abonnement Unibet Coolblue
  Moderator dinsdag 12 juli 2022 @ 00:42:02 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205313591
Etappe 10: Morzine Les Portes du Soleil - Megève, 148,1 km

Zo, dat was me het weekje wel weer zeg. Na de Grand Départ in Denemarken gingen we op dinsdag verder in Frankrijk, in Duinkerke om precies te zijn. Van Duinkerke reden we naar Calais, met vlak voor de finish een steil heuveltje. Op die heuvel reed Jumbo het peloton volledig aan gort, waarna de gele Wout van Aert de laatste ballast overboord gooide en naar de ritzege soleerde. Een ritzege in geel, prachtig natuurlijk, maar de vraag blijft toch nog altijd hangen of hij niet Jonas Vingegaard mee had moeten nemen. Een ideale kans om Pogacar op achterstand te zetten, zulke kansen mag je niet laten liggen als je de Tour wil winnen. Dat bleek een dag later wel weer, want tijdens de vijfde rit reden we over de kasseien. En dat was me nogal een rit. Valpartijen, lekke banden, noem het allemaal maar op. Zowat alle renners van Jumbo kregen te maken met pech, terwijl Tadej Pogacar over de kasseien reed als Tom Boonen in z'n beste jaren. Wout viel, Vingegaard reed lek en raakte daarna volledig in paniek, terwijl Roglic struikelde over een hooibaal en z'n schouder uit de kom viel. Een rampendag, terwijl men juist die dag van plan was om tijd te pakken op Pogacar. Niets daarvan. De schade kon nog beperkt werden voor Vingegaard, maar Roglic raakte verloor twee minuten en raakte ook nog geblesseerd. Dit was niet wat de organisatie op voorhand voor ogen had, maar wielrennen blijft een merkwaardige sport natuurlijk. De rit werd overigens gewonnen door Simon Clarke, vanuit de kopgroep. Hij drukte zijn wiel net een paar centimeter eerder over de lijn dan ONZE Taco van der Hoorn, dat was natuurlijk bijzonder jammer. Tijdens de zesde rit reden we naar Longwy, waar Wout weer vreemde dingen deed. In de gele trui reed hij praktisch de hele dag rond in een kopgroep van drie, wat nogal nutteloos was. In de slotfase werd hij ingerekend en liet hij vervolgens lopen, waarna de sprint heuvelop werd gewonnen door Tadej Pogacar. Die pakte op de kasseien tijd, nam in Longwy wat bonificaties mee en was nog niet klaar met het uitlachen van de concurrentie. Nee, op dag 7, de dag van een aankomst op een of andere onbekende heuvel in de Vogezen, moest er opnieuw gewonnen worden. Z'n vriendin kwam op bezoek en er werd een of andere kankerstichting gelanceerd (uiteraard onder auspiciën van dr. Iñigo), genoeg redenen om korte metten te maken met de rest. Dat ging nog lastiger dan gedacht, want de laatste vluchter van de dag werd pas op een meter of 150 van het eind ingerekend. Lennard Kämna leek op weg naar de zege, maar werd aan het eind toch in z'n kraag gevat. Vingegaard versnelde daarna en leek ook even op weg naar de zege, maar Pogacar speelt allemaal met onze kloten en dus snelde hij er in de laatste 50 meter nog even voorbij. Tweede ritzege op rij, weer wat bonificaties erbij, de gele trui begon er weer geler en geler uit te zien.

In het weekend werden we niet echt verwend, mogen we wel stellen. Rit 8 eindigde in Lausanne, het werd een sprint heuvelop waarin Van Aert zijn tweede ritzege wist te boeken. Ontzettend knap, leuk voor Wout, maar Pogacar pakte wel weer een paar extra tellen op de concurrentie. Het plan van Jumbo komt nog niet echt lekker uit de verf, het gele plan in ieder geval. Het groene plan ligt perfect op schema en die twee ritten pakken ze je nooit meer af, maar met het oog op geel zijn er enkele dubieuze beslissingen genomen. Hoewel ze bij UAE ook in staat zijn om dubieuze beslissingen te nemen. De dag voor de rustdag was een matig dagje, een ideale dag om een kopgroep veel voorsprong te geven. Wellicht zelfs de gele trui even een paar dagen af te staan. Die mogelijkheid bestond, want tussen de prachtige Zwitserse wijngaarden door belandde Rigoberto Uran in de kopgroep. Ook Van Aert kwam weer 'per ongeluk' in de kopgroep terecht. Het signaal voor UAE om de boel te controleren, Joost mag weten waarom. Op de Col de la Croix zagen we vanuit de kopgroep Bob Jungels in de aanval gaan. Het was nog ver tot de finish, dus lang dachten we niet na over deze aanval, maar het was vooral in de afdaling dat Jungels het verschil maakte. Hij smeet zich als een baksteen naar beneden, reed als een raket door de vallei en begon met een voorsprong van twee minuten aan de Pas de Morgins. Op die Pas de Morgins gingen een aantal achtervolgers - te laat - achter hem aan, waaronder Pinot. Die leek rap te naderen, maar de laatste halve minuut kreeg hij nooit meer dicht. In de laatste paar kilometer ontplofte hij zelfs nog een beetje en werd hij ingehaald door Castroviejo en Verona, maar ook die twee kwamen niet meer op het wiel van Jungels. Een zege na een knappe solo voor de Luxemburger die een paar lastige jaren achter de rug heeft. Quick Step verlaten levert bijna altijd mindere prestaties op, maar hij kreeg ook nog met allerlei blessures te maken. Nu komt hij ineens weer bovendrijven met een straffe stoot. Van de groep der favorieten zagen we heel weinig. UAE reed de hele dag op kop en richting het eind volgde er buiten beeld blijkbaar nog een enorme versnelling, waardoor men nog eindigde op minder dan een minuut van Jungels. Lekker in beeld gebracht, hoewel er eigenlijk ook niet veel in beeld te brengen viel. Pogacar gooide er nog een sprintje uit en reed op Vingegaard na iedereen op drie seconden, maar meer dan dat viel er eigenlijk niet te melden. Dani Martinez zakte door het ijs, het grootste slachtoffer van de dag voor de rustdag, verder bleven de verschillen heel beperkt en zagen we geen enkele aanval van belang.

Het was ook niet het ideale terrein om aan te vallen, de organisatie baalde er nogal van dat vorig jaar de Tour na negen ritten beslist was en opteert daarom voor een makkelijker parcours, zeker in de eerste dagen. Desondanks staat Pogacar 39 seconden voor op Vingegaard en is de Tour normaliter beslist, tenzij Pogacar een keer valt of ziek wordt. Opzet niet echt geslaagd en we zitten naar allerlei flopritten te kijken, bedankt ASO. Gaat het deze week beter worden? Direct na de rustdag niet, in ieder geval. Een vreselijk simpele rit, waar prima hetzelfde scenario geschreven kan worden als daags voor de rustdag. Het zal van rit 11 en rit 12 moeten komen, twee bergritten met zware aankomsten bergop. Daarna volgt er een rit richting Saint-Étienne die voor de vluchters kan zijn, maar die toch ook een kans biedt voor de sprinters. Zoveel kansen krijgen ze niet, dus deze moeten ze pakken. Vervolgens krijgen we opnieuw met een flopweekend te maken. Het sprintje heuvelop in Mende, vervelende rubriek, en een ontzettend makkelijke rit richting Carcassonne. Hoewel, makkelijk, tegen die tijd krijgen we te maken met de hittegolf des doods. Rond de 40 graden, jeetje. De temperatuur kan deze week een grotere rol spelen dan het parcours zelf, met uitzondering van rit 11 en 12 dan. De rest is, nouja, niet optimaal. Vooral de rit na de rustdag is mij een doorn in het oog. We gaan de boel overgieten met benzine en hardgrondig in de fik steken.




Na de rustdag gaan we verder in Morzine (Savoyaards: Morzena), een gemeente in het departement Haute-Savoie in Frankrijk. Morzine is een traditionele plaats in het hart van het grote en bekende skigebied Portes du Soleil, waar in het laagseizoen ongeveer 3000 zielen wonen. Het bestaat uit chalets en is een populaire wintersportbestemming. Het ligt in een dal tussen het Meer van Genève en Chamonix-Mont-Blanc met de Mont Blanc. We eindigden voor de rustdag in een van de stations van Portes du Soleil, na de rustdag zijn we in het volgende station. Portes du Soleil beschikt over een Nederlandstalige site en daar wordt Morzine stevig aangeprezen: Morzine is een prachtig, charmant en levendig resort in Portes du Soleil. Morzine ligt tussen Les Gets en Avoriaz in en heeft een perfecte aansluiting op het skigebied. Het is de ideale plaats om van het beste te genieten wat de bergen te bieden hebben. In Morzine draait het allemaal om de 'experience'. Voor ons draait het natuurlijk ook allemaal om de experience, het proces en de cooperation. Morzine is de perfecte uitvalsbasis voor je wintersport vakantie dankzij uitstekende onderkomens waaronder 56 chalets, 55 appartementen, 44 hotels en 9 vakantiehuizen. Het skigebied van Morzine zelf is geschikt voor beginners en minder geoefende skiërs en snowboarders en daardoor ook populair bij gezinnen (met kinderen). Meer uitdagende skipistes liggen in Avoriaz, gelegen op de berg boven het dorp. Je zult je niet gauw vervelen in Morzine want het is één van de levendigste resorts in Portes du Soleil. Je kunt hier in de zomer ook aan mountainbiken, golf, wandelen en bergbeklimmen doen, en dan is er zelfs nog een zwembad! Dat Morzine populair is blijkt ook wel voor het feit dat de Tour hier alweer voor de 21e keer passeert. De laatste paar keer in Morzine waren we wel steeds getuige van legendarische aankomsten, het is daarom vrij jammer dat we hier vertrekken. De laatste keer Morzine brengt ons terug naar 2016, een editie waar ik bijzonder vrolijk van werd. In een rit met onderweg de Col de la Ramaz en de Joux Plane regende het dat het goot. De rit zou naar de vluchters gaan en in de kopgroep zagen we onder meer Julian Alaphilippe, Vincenzo Nibali, Jarlinson Pantano, Ilnur Zakarin, Wilco Kelderman en Ion Izagirre. Op de Joux Plane, de laatste klim van de dag, reden Alaphilippe en Pantano op kop. Zij werden niet veel later bijgehaald door Nibali, die ze even later ook ter plaatse liet. Nibali kon zijn inspanning alleen niet volhouden en werd later weer bijgebeend door Pantano, terwijl ook Ion Izagirre uit de achtergrond opdoemde. Met drie bereikten ze de top van de klim, er moest daarna alleen nog een paar kilometer gedaald worden richting de finish in Morzine. Dit lezende denk je natuurlijk meteen dat Nibali een showtje opvoerde in de afdaling, maar niets was minder waar. Nee, de echte meesterdaler van het peloton stond op. In de eerste lastige bocht smeet Ion Izagirre zich meteen omlaag, als Bask voelde hij zich in deze natte afdaling als een vis in het water. Jarlinson Pantano vloog meteen uit die bocht en Nibali liet gelijk een gat van 100 meter. In een kilometer tijd pakte Izagirre al 10 seconden voorsprong op de zogenaamde meesterdaler Nibali. Ze zagen hem pas aan de finish weer terug. Een zege voor Ion Izagirre, een zege voor het Baskenland. Nibali werd slechts derde op 42 seconden, vakkundig de neus gepoetst op zijn terrein. Wilco Kelderman, ook aanwezig in de kopgroep, ging in de laatste bocht onderuit, maar natuurlijk. Tien jaar voor deze prachtige overwinning van Ion Izagirre waren we getuige van een nóg straffere stoot. Onderweg naar La Toussuire kreeg Floyd Landis met een enorme inzinking te maken, hij droeg de gele trui, maar verloor die dag liefst tien minuten ten opzichte van ritwinnaar Rasmussen en acht minuten ten opzichte van zijn grootste concurrenten Sastre en Pereiro. Die avond dronk hij een whisky, stak hij een spuit testosteron in zijn reet en jaagde hij alle bloedzakken die hij nog in de vriezer kon vinden zijn lichaam in, waarna hij begon aan de coup van de eeuw. Onderweg naar Morzine ging hij er al vroeg vandoor, en ze zagen hem nooit meer terug. Met een grote voorsprong kwam hij als eerste boven op de Col de la Colombière, met een nog grotere voorsprong kwam hij boven op de volgende klim en met een voorsprong van zes minuten kwam hij boven op de Joux Plane. In de afdaling richting Morzine kwam hij niet in de problemen en derhalve pakte hij praktisch zes minuten terug op Sastre en zeven minuten op Pereiro. Hij ging aan de leiding, leek toen dood en begraven, maar herrees uit de dood. In de tijdrit een paar dagen later reed hij zichzelf weer naar het geel en toen stond hij toch heel even in de boeken als de winnaar van de Tour. Niet lang, want we hadden met z'n allen wel in de gaten dat dit niet kon. Te mooi om waar te zijn, veel te mooi. Wel nog steeds een iconische rit. Ook iconisch: in 2003 kwam er eveneens een rit aan in Morzine, met Richard Virenque als winnaar. Dat op zichzelf is niet iconisch, maar dit was wel de rit dat Jesus Manzano, samen met Virenque in de aanval, zomaar pardoes ineens van zijn fiets kukelde. Het begin van Operacion Puerto, een van de meest betekenisvolle valpartijen in de moderne geschiedenis derhalve. In 2000 won Virenque overigens ook in Morzine, maar daar heb ik dan weer geen goede anekdote bij.




Andere winnaars in Morzine zijn onder meer Fabio Parra, Eduardo Chozas en Peter Winnen. Ook in andere koersen komen we hier wel eens voorbij, zo won Nairo Quintana hier in 2012 een rit in de Dauphiné, wel zo ongeveer zijn doorbraak voor het grote publiek. In de Tour van 2010 waren we hier overigens ook in de buurt, toen kwamen we aan op de berg boven Morzine, in het skistation van Avoriaz. Die rit draaide uit op een sprint bergop tussen Andy Schleck en Samuel Sanchez, waarbij de zege ging naar Andy Schleck. Nog even de beelden teruggekeken, dat ziet er verdacht uit Samuel. ONZE Robert Gesink werd derde, dat kon in die jaren nog gewoon. Armstrong ging die dag drie keer op z'n bek en werd keihard gelost, erg mooi. Overigens, in de Tour van 2016, die keer dat Ion Izagirre won, reden we van Megève naar Morzine. Ditmaal gaan we van Morzine naar Megève rijden, wel over een iets minder aantrekkelijk parcours. Geen Joux Plane in deze rit, bijvoorbeeld. Ook geen klim richting Avoriaz, wat wel zou kunnen. Stukje voorbij Avoriaz ligt de top van de Joux Verte, en er loopt ook gewoon een keurige weg omlaag. Maar dan komen we uit bij de volledig vercrackte theorie van parcoursbouwer Thierry Gouvenou: de dag na de rustdag mag niet te lastig zijn. Na de rustdag hebben sommige renners soms last van roestige benen, die renners moeten een eerlijke kans krijgen om de machine weer op stoom te laten komen. Regelrechte onzin, de dag na de rustdag is juist de ideale kans om de renners te testen en verschil te laten ontstaan. Maar goed, ik heb het niet voor het zeggen en Thierry Gouvenou wel, dus gaan we ook vandaag weer kijken naar een eindeloze vlakke aanloop. Of misschien nog wel erger, een aanloop in dalende lijn. Na de neutralisatie gaat de rit ter hoogte van Montriond en Essert-Romand van start op een brede en rechte weg die toch merkbaar naar beneden loopt. Een bijzonder snelle en derhalve gevaarlijke start. Een paar kilometer later rijden we door Saint-Jean-d'Aulps, waar we dwars door het licht bochtige centrum fietsen. Vrij weinig verkeersmeubilair, dat scheelt dan weer. Buiten dit dorp komen we wat bochten tegen en rijden we kort door een tunneltje, met daarna wat fraaie natuur. Even later hadden we eventueel rechtsaf kunnen slaan om aan de Col du Corbier te beginnen, een klim van zes kilometer aan 8%. De voet van de klim ligt hier gewoon naar ons te knipogen, maar broekpoeper Thierry wil het allemaal niet te ingewikkeld maken. Wat een cunt. In plaats daarvan blijven we nog een tijd de vallei volgen, in tien kilometer tijd komen we ongeveer 200 meter lager uit. Het blijft de komende kilometers vrij bochtig en het gaat ook steeds licht naar beneden, geen evidente start. Zal niet meevallen om hier te ontsnappen, dat moet nog even wachten. In de buurt van La Baume wordt de weg recht en loopt het zelfs eventjes omhoog, al mag dat amper een naam hebben, wat vals plat. Het enige voordeel van deze weg is dat we even later voorbij het stuwmeer van Jotty door de Gorges du Pont du Diable mogen fietsen. Een kloof, dat doet het altijd goed, al zien de renners het mooiste deel zelf niet.



Voorbij de kloof loopt de weg nog een tijdje wat vals plat omhoog door een bos, maar een paar bochten later loopt het opnieuw omlaag. Een stuk in dalende lijn van een kilometer of vier, wat ook weer niet had gehoeven. Halverwege deze bochtige afdaling hadden we rechtsaf kunnen slaan om vervolgens te beginnen aan de Col du Grand Taillet, een klim van zes kilometer aan 7%. Iets smallere weg wel dan mijn vorige suggestie, de Corbier, maar alsnog. Opties genoeg, maar Thierry 'zesjescultuur' Gouvenou kiest voor de aller, aller, aller, allersimpelste optie die hij gevonden kan krijgen. Je moet actief je best doen om in deze regio zo'n flopparcours neer te leggen, chapeau. We slaan niet rechtsfa, maar rijden na een fase vol bochten even een tijdje rechtdoor verder, tussen een paar rotswanden door. Uiteindelijk komen we op deze brede weg nog een paar bochten tegen, waarna we wél een keer rechtsaf gaan slaan. Bij een rotonde naar rechts, dan rijden we over de Dranse en komen we aan de andere kant van het water een weg tegen die voorzichtig omhoog zal lopen. De komende zes kilometer komen we 200 meter hoger uit, het gaat dus zo'n beetje aan 3,3% gemiddeld omhoog. Merkwaardig genoeg rekent de organisatie dit niet mee bij het officiële gedeelte van de klim, maar goed, ik zal de ASO nooit begrijpen. Een laffe weg omhoog qua stijgingspercentages, maar het ziet er in ieder geval wel mooi uit. Mooie rotswanden, veel groen, een tunneltje tussendoor, een prettige weg. Alleen niet echt lastig dus, we kwamen de afgelopen kilometers steeds andere wegen tegen die zwaardere klimmetjes hadden opgeleverd en ons uiteindelijk naar hetzelfde punt hadden gebracht. Na zes kilometer over deze weg maken we een mooie bocht van 180 graden naar links en beginnen we aan het officiële gedeelte van de eerste klim van de dag. Richting het dorp Chevenoz gaat het 2,2 kilometer omhoog aan 2,9%. Vierde categorie, met minder dan 3% gemiddeld, jeetje. En waarom alleen die 2,2 kilometer, het stuk ervoor gaat het ook zo rond de 3% omhoog? Nouja, whatever, eigenlijk dus gewoon acht kilometer aan 3%, aanzienlijk minder dan mijn andere suggesties. En die suggesties had je perfect kunnen combineren met de laatste twee kilometer naar Chevenoz, als je dan toch zo nodig deze kant op moest. Nouja, ik zal erover ophouden, we kunnen er toch niets aan veranderen. Een makkelijke dag na de rustdag, kus m'n kloten Thierry. Na 24 kilometer komen we boven op de Côte de Chevenoz, veredeld vals plat.




Na dit niet echt uitdagende klimmetje zijn we nog niet boven, nee, het gaat nog een kilometer of vier verder omhoog naar Vinzier. In het dorpje Chevenoz slaan we bij een rotonde linksaf, is het even een paar meter vlak en dan gaat het warempel een kilometer aan 5% omhoog. Schokkend, wel. Na deze kilometer is het anderhalve kilometer zo goed als vlak, terwijl we over een slingerende weg door een bos fietsen. We komen uit bij een kruispunt waar we linksaf gaan slaan om dan nog eens anderhalve kilometer te klimmen, ouderwets aan een procent of drie. De weg leidt naar Vinzier, waar voorlopig het hoogste punt is te vinden. In het centrumpje van dit dorp ligt er een bocht naar rechts, direct na deze bocht beginnen we aan een lange afdaling richting Thonon-les-Bains. Liefst 14 kilometer gaat het naar beneden, maar in die 14 kilometer komen de renners net aan een meter of 500 lager uit. Heel steil gaat het niet naar beneden, terwijl we bijna continu over een brede weg rijden. Een makkelijke afdaling derhalve, zou je denken. Nou, daar valt nog wel een kanttekening bij te plaatsen. We begeven ons opnieuw richting het Meer van Genève, maar dan ditmaal aan de Franse kant van het water. Of het nu de Zwitserse of de Franse kant is, volgebouwd is het hier sowieso. Tijdens de tocht omlaag rijden de renners door meerdere dorpjes, Larringes bijvoorbeeld. Hier stikt het de moord van de vluchtheuvels en de rotondes. Altijd vervelend, in dalende lijn misschien nog wel net iets vervelender. Van Larringes gaat het verder naar Champagnes, over een brede weg die wel wat bochten kent. Niet de lastigste bochten, al zal Pierre Latour ondertussen toch een bruine broek hebben. In Champagnes slaan de renners een keer rechtsaf en even later volgt er waarachtig een scherpere bocht naar links, met wat hinderlijke vluchtheuvels. Dan rijden we vervolgens behoorlijk rechtdoor Marin binnen, waar het in het centrum stevig naar rechts gaat. Buiten Marin komen de renners een brede haarspeldbocht tegen, waarna er koers gezet kan worden naar Thonon-les-Bains. Even opletten voor de vluchtheuvel een paar meter verderop, daarna rijden we zo goed als rechtdoor tot we beneden zijn. Vlak voor we beneden zijn komen we een lange, lopende bocht naar rechts tegen, gaan we aan het eind van die bocht bij een rotonde rechtdoor en slaan we vervolgens linkaf, steken we over de Dranse en zijn we in Thonon-les-Bains. Dit plaatsje gelegen aan het Meer van Genève is een kuuroord en staat vol met hotels, een casino en villa's gebouwd voor de kuurgasten. Al denk ik dat de hoogtijdagen van Thonon al een tijd voorbij zijn, want de Tour was hier voor het laatst in 1981. Toen won de vader van Wout van Aert, Sean Kelly. Het is opmerkelijk dat de Tour hier daarna niet meer geweest is, want in de jaren '60 en '70 kwamen ze hier om de haverklap voorbij. Mannen als Jacques Anquetil, Jan Janssen en Marino Basso op de erelijst, je zou voor minder. Thonon-les-Bains beschikt over een haventje, waar we onder meer het kasteel van Rives vinden. Even verderop ook een torentje, geen onaardige plaats.



Thonon-les-Bains beschikt ook over een funiculaire, een kabelspoorweg, heel gigantisch gaaf is dat altijd. Ook beschikt de stad over de nodige rotondes, dat gaan de renners aan den lijve ondervinden. We hebben 43 kilometer afgewerkt en beginnen nu aan een bochtige passage door dit al dan niet voormalige kuuroord. Bochten, rotondes, vluchtheuvels, we komen het allemaal tegen in Thonon, waarna we buiten de stad gaan beginnen aan de makkelijkste klim die de omgeving te bieden heeft. Bewust, allemaal bewust. Thierry Gouvenou heeft zijn eigen onkunde in het volgende interview van commentaar voorzien. Dit lezende val je van de ene in de andere verbazing, dit is zijn uitleg over deze rit:

quote:
(Stage 10 to the Megève altiport) You have to look at what's behind it (laughs)! We have two huge stages that follow, at the Granon and at the Alpe d'Huez and it was complicated, especially the day after a rest stage, to put a hard stage. In principle, it should be a breakaway - if it suits the yellow jersey - that should win. It's true that when you're in this region, it's not necessarily this kind of stage that you expect, but you have to find a balance. It's a restart after a big first week. Sometimes the rest day hurts the legs a lot, so it's a bit of a gentle recovery. I don't think there will be any weaknesses among the leaders. But there should be a good fight in front for the victory.
Ja, je moet op zoek naar een balans en drie zware bergritten achter elkaar is ook weer zoiets, maar waarom moet je de renners sparen na de bergrit? Om het zogenaamd spannend te houden, tja. Dit is overigens de meest pijnlijke quote van het hele interview:

quote:
We notice that when we put in stages that are too long, with too many passes, it's all about the power sensor and in the end nothing much happens and everything is decided in the last three or two kilometers, like in the Grand-Colombier (in 2020). At the moment, there is no point in putting four or five big passes in a stage.
Hier staan in een paar regels zoveel misvattingen dat het lastig is een beginpunt te kiezen. Hoeveel bergen er ook in een rit zitten, naar de powermeter wordt er toch wel gekeken, dat is alvast een misvatting. Een andere misvatting is ook dat Thierry als parcoursbouwer niet in staat lijkt het parcours als geheel te zien. Een rit met vier of vijf bergen kan saai zijn en aan het eind beslist worden, maar door de verzameling van kilometers en hoogtemeters kan er de dag daarna juist weer meer gebeuren. Bovendien ontwerpt Gouvenou zijn huidige bergritten op zo'n manier dat de actie áltijd alleen maar in de laatste paar kilometer plaatsvindt. Wat denk je dat er gaat gebeuren op La Super Planche of binnenkort op Peyragudes als de laatste kilometer de lastigste is van het hele verhaal? Kortom, die man lult me een partij uit z'n nek, dat is ongezond. Niet te vergeten dat we überhaupt bijna nooit ritten met vier of vijf grote passen zien, wanneer is dat voor het laatst gebeurd dan? Hoe kan hij eigenlijk tot deze conclusie komen? En hoe kan hij ooit tot een andere conclusie komen als hij heeft besloten dat we zulke ritten nooit meer gaan zien? Walgelijk, in en in triest. Enfin, ik beloof dat de Gouvenoubash voor vandaag nu echt voorbij is, we gaan na het verlaten van Thonon-les-Bains in eerste instantie zes kilometer klimmen richting het dorpje Armoy. Over een brede doch licht kronkelende weg fietsen we door een donker bos, terwijl we in zes kilometer tijd 200 meter hoger gaan uitkomen. Dat stelt weer niet veel voor, maar dat is het idee. Na een bochtige passage vol vluchtheuvels in Armoy vervolgen we onze weg richting Reyvroz, het gaat hierna twee kilometer omhoog aan 5% waarna het in de drie kilometer daarna zo goed als vlak is. In en rond Reyvroz loopt de weg nog een kilometertje wat omhoog, waarna we een licht glooiend terrein bereiken. Een kilometer of zes over vrij vlakke wegen, klein beetje op en af. Een prima weg, licht bochtig, af en toe een mooi uitzicht over de bergen in de verte, af en toe een dorpje tussendoor als Vailly. Vlak voor Vailly een paar bochten in dalende lijn, maar hier hoeven we de wekker niet voor te zetten. Aan de rand van Vailly slaan we rechtsaf een andere weg in waarna we koers zette nrichting Bellevaux. Het is nog even zo goed als vlak, maar dan beginnen we zowaar aan een officiële klim. Het gaat liefst 6,7 kilometer omhoog aan 3,8% naar de top van de Col de Jambaz, een klim van de derde categorie. Daar zou je heel veel over kunnen zeggen, maar dat is helemaal niet nodig. De klim kent een kilometer aan 6% en stelt verder geen reet voor. Leuke omgeving, flopklim. Voorbij Bellevaux komen de renners na 69 kilometer boven op deze klim die begrijpelijkerwijs nog niet eerder deel uitmaakte van het Tourcircus.





Na de klim gaat het grofweg 13 kilometer naar beneden richting Saint-Jeoire. Ook de andere kant van de Jambaz is niet direct heel spectaculair, vooral het begin is heel eenvoudig. Het gaat dan wel een kilometer of drie aan 5% omhoog, maar de weg loopt eigenlijk gewoon volledig rechtdoor. Het grootste gevaar komt nog wel van een rotonde in het dorpje Mégevette. Al valt dat ook wel mee, want tegen die tijd bevinden we ons in een deel van de afdaling dat die naam niet mag dragen, het is toch al snel een kilometer of vier zo goed als vlak. Van Mégevette rijden we naar Onnion, in eerste instantie nog rechtdoor, daarna over een iets bochtigere weg in het bos. Omdat het na het vlakke deel niet ineens heel steil naar beneden loopt blijft het simpel, waardoor er wel tijd is om te genieten van een paar fraaie rotswanden langs de kant van de weg. Voorbij Onnion gaat het nog een kleine vijf kilometer wat harder naar beneden, maar de weg is breed en prima en dus zullen de bochten die we in dit bos vinden als prima navigeerbaar beoordeeld moeten worden. Kort tunneltje tussendoor, terwijl we door de Gorges du Risse fietsen, bij gebrek aan een fatsoenlijk parcours moeten we het van de omgeving hebben. Nul spectaculaire bochten, en dus bereiken we op een veilige manier na 82 kilometer Saint-Jeoire. Beneden in Saint-Jeoire komen de renners drie flinke bochten tegen en drie rotondes, bij de derde rotonde slaat men rechtsaf en dan volgt het peloton zes kilometer dezelfde - vlakke - weg tot in Marignier. We rijden dwars door de vallei langs de Risse, een riviertje dat niet in beeld komt vanwege het vele groen dat deze omgeving rijk is. Eenmaal in Marignier, na een tocht over een weg zonder obstakels, slaan we in het centrum linksaf, waarna de weg eigenlijk direct omhoog begint te lopen. We beginnen aan de volgende klim van de dag, de Côte de Châtillon-sur-Cluses. Een klimmetje van de vierde categorie, 4,5 kilometer lang gaat het aan 4% omhoog. Het is een brede weg die bijna helemaal rechtdoor omhoog loopt naar het dorpje Châtillon-sur-Cluses, een dorpje dat we na 97 kilometer bereiken. Valt verder weinig te melden over deze klim, richting de top gaat het even omhoog aan 6%, dat is blijkbaar het lastigste deel. De klim zat al eens eerder in de Tour, maar dan wel van een andere kant. Onderweg naar Morzine in 2006 kwam Floyd Landis hier ook voorbij gevlogen. En in de Dauphiné van 2021, de hilarische editie van Mark Padun, kwam men hier ook al voorbij. Benieuwd wie er nu over deze klim gaat vliegen, aangezien we 'm vanuit een andere kant beklimmen zal daar nu wel geen sprake van zijn. Veel bomen, af en toe een rotswand en ook af en toe een uitzicht over de omgeving, dat is de klim. Boven komen we uit bij een haarspeldbocht, waar we naar rechts gaan, omlaag naar Cluses.




De afdaling richting Cluses is net iets meer dan drie kilometer lang. In het begin gaat het even steil naar beneden, maar dat duurt niet lang. De afdaling is niet heel ingewikkeld, al komen we wel een paar haarspeldbochten tegen. Een brede en goed geasfalteerde weg omlaag, het is een rit om met je ogen dicht af te werken. Al mis je dan wel wat mooie vergezichten, maar afijn. Na iets meer dan 100 kilometer komen we als het goed is zonder problemen beneden in Cluses, een plaats die we kennen. Vorig jaar ging hier nog een rit van start, daags nadat Tadej Pogacar de tegenstand vermorzelde op de Romme en de Colombière, klimmetjes waar je vanuit Cluses aan kunt beginnen. Aan het eind van de afdaling komen we een rotonde tegen, even later slaan we linksaf en dan rijden we dwars door het centrum van de stad over een weg die nog veel meer rotondes kent. Spoorwegovergang tussendoor, en flink wat vluchtheuvels. Buiten de stad bereiken we een brede weg die ons dwars door de vallei richting Sallanches voert. Het is een weg waar weinig over te zeggen valt, het gaat 12 kilometer lang vooral rechtdoor. Wel in een mooie omgeving, maarja, aangezien de weg zo goed als vlak is koopt de koers daar in ieder geval niets voor. Onderweg rijden we langs een paar dorpjes, Magland bijvoorbeeld, waar weer wat rotondes liggen. Verder, tja, matig. Vlak voor we Sallanches bereiken maken we een mooie bocht van 180 graden, slaan we vervolgens rechtsaf, rijden we over de Arve, volgt er nog een bocht naar rechts en rijden we daarna verder naar de tussensprint van de dag. Die tussensprint volgt een kilometer of zeven verderop in Passy-Marlioz. We rijden nu niet meer over de hoofdweg door de vallei, maar over een iets smallere alternatieve weg. Die weg voert langs het Lac des Ilettes, dat levert weer wat fraaie plaatjes op. Verder is het een weg van niks, het blijft voorlopig vlak. Een enorm lange vlakke aanloop richting de laatste klim van de dag, om er zeker van te zijn dat er vandaag helemaal niets gaat gebeuren. In een paar dorpjes onderweg komen we nog wat bochtjes, drempels en vluchtheuvels tegen, maar het is toch echt de simpelste tocht ooit. Vlak voor we na 124 kilometer gaan tussensprint in Passy-Marlioz bereiken we ook weer een bredere weg. Saai, saai, saai. Maar goed, de slotklim komt er nu wel bijna aan. Ook een kutklim, maar whatever.



Een paar rotondes voor en na de tussensprint, spannend. We bevinden ons in de buurt van de Mont Blanc en dus is het uitzicht hier niet verkeerd, maar het parcours wel. Via al die rotondes en een paar bochten erbij fietsen we naar Saint-Gervais-les-Bains, waar er geklommen moet worden. Na de tussensprint is het nog even vlak, maar zodra we nog eens over de Arve zijn gereden maken we niet veel later bij een rotonde een leuke bocht van 180 graden, waarna de weg direct stijgt. Beginnen doen we met een kilometer aan 6%, dat is niet strafbaar. De volgende kilometer is er wel maar eentje aan 4,5%, dat schiet dan weer niet op. We gaan fietsen naar het altiport van Megève, en vanuit Saint-Gervais-les-Bains wil dat zeggen dat we te maken krijgen met een klim van 21 kilometer. Gemiddeld gaat het aan 4% omhoog, dus tja. De klim van de tweede categorie begint wel lekker bochtig, terwijl we door de bebouwde kom fietsen. Een kilometer aan 6,7% na die makkelijke kilometer ook nog eens, maar dan vlakt het weer af als we door een straat fietsen vol statige hotels. Van Saint-Gervais-les-Bains zouden we naar Saint-Gervais-Mont-Blanc kunnen fietsen, het skistation boven de stad. Deden we in de Tour van 2016, toen Romain daar won. In plaats daarvan volgen we nu de hoofdweg door Saint-Gervais-les-Bains en die brengt ons uiteindelijk naar Megève. Buiten het centrum komen de renners een drietal rotondes tegen, bij de derde rotonde gaat het naar rechts en dan begint de weg weer omhoog te lopen. Een kilometer aan 6%, gevolgd door twee kilometers aan 5%. Een gigantisch brede weg omhoog, nu door een bos. Het is mogelijk om op meerdere manieren naar Megève te fietsen, vorig jaar passeerden we daar nog via de welbekende Côte de Domancy, maar vandaag kiezen we voor de makkelijkste weg omhoog. Dat wil zeggen dat het na die twee kilometer aan 5% vervolgens zes kilometer lang bepaald niet lastig zal zijn. Vier kilometer zo rond de 3%, twee vals platte kilometers aan 1,5%, tjeetje. Het broekje blijft aan. Aan het eind van dit deel van de klim komen we uit bij een rotonde in Demi-Quartier, waarna de weg richting Megève een kilometer volledig vlak zal zijn.



We bereiken Megève en dan hoeven we nog maar iets meer dan zeven kilometer te fietsen. We komen uit bij een rotonde, daar gaat het naar links en dan beginnen we aan het lastigste gedeelte van de klim. Een kilometer aan 7% en daarna eentje aan 6,5%, jawadde! Tussen de chalets door gaat het in Megève zelf enigszins acceptabel omhoog, ook wanneer we buiten het wintersportoord het bos betreden blijft het nog een tijdje enigszins steil. Enorm lang duurt dat niet, voorbij een haarspeldbocht zwakt de weg af en gaat het nog maar een kilometer aan 4% omhoog. In de kilometer daarna gaat het zelfs maar aan 2,5% omhoog, deze klim kent een bijzonder korte window of opportunity om de boel te laten ontbranden. Op iets meer dan drie kilometer van de finish komt het laatste moment voorbij waarop dit kan, er volgt dan een kilometer aan 6%. Het gaat grotendeels rechtdoor omhoog, al komen we vlak voor deze laatste lastige kilometer wel even een passage met een paar leuke bochten tegen. Aan het eind van deze kilometer aan 6% ligt de bergsprint. We moeten nog iets meer dan twee kilometer fietsen tot de finish, maar de bergpunten worden nu al verdeeld. Dat zou niet gek zijn als het in de laatste twee kilometer vlak zou zijn, maar niets is minder waar. Het blijft stijgen tot aan de finish, dus is de locatie van de bergsprint raar. Zoals deze hele rit raar is, maar dat terzijde. Het gaat voorbij de bergsprint wel een paar meter naar beneden, dat is een feit, met zelfs een paar bochtjes erbij, maar daarna gaat het tot aan de finish toch echt weer omhoog. Mede door dat stukje in dalende lijn gaat het in de volgende kilometer maar aan 3,3% gemiddeld omhoog, waarna we ons op iets meer dan een kilometer van het eind bevinden. Het gaat nu aan 4,5% omhoog, tot de laatste paar meters. Bij het ingaan van de laatste kilometer komen de renners nog een listige bochtencombinatie tegen, eigenlijk een chicane, al is dat omdat de weg omhoog loopt nu ook weer niet zo interessant. Even later slaan ze rechtsaf en bereiken ze de altiport. Tot de finish gaat het rechtdoor over het vliegveld, met aan het eind nog een strookje tot 7%.



De aankomst op de Montée de l'altiport de Megève kennen we van het Criterium du Dauphiné. In deze voorbereidingskoers op de Tour kwamen de renners in de editie van 2020 liefst twee dagen achter elkaar aan op het vliegveld. Ja, dat lees je goed, twee dagen achter elkaar dezelfde aankomst. Twee behoorlijk verschillende ritten, maar wel met twee keer hetzelfde eindpunt. De eerste aankomst op het vliegveld kende Lennard Kämna als winnaar. Uiteraard vanuit de vlucht. Tijdens die rit gingen Primoz Roglic en Steven Kruijswijk hard op hun bek in de afdaling van de Plan Bois, Kruijswijk stapte toen af en zou ook de Tour niet halen, terwijl Roglic tijdens deze rit de finish nog wel haalde, maar daags nadien niet meer zou opstappen, terwijl hij nochtans het geel droeg. Dat betekende dat Sepp Kuss vrij spel had, hij zou tijdens de volgende rit al zijn duivels ontbinden en de tweede winnaar worden op het vliegveld. Ene Tadej Pogacar werd in die rit derde, een paar tellen achter Dani Martinez. De Colombiaan won dankzij de afwezigheid van Roglic het eindklassement, terwijl Pogacar slechts vierde werd. Het zag er niet direct naar uit dat hij een maand later de Tour zou winnen, maar de rest is toch echt geschiedenis. De Dauphiné wordt vaak gebruikt om nieuwe aankomsten uit te proberen, bij deze gelegenheid kon er zelfs twee keer geoefend wordt. Bevalt zo'n experiment dan is de kans groot dat een aankomst niet veel later debuteert in de Tour. En zowaar, twee jaar later is er een aankomst op het vliegveld van Megève in de Tour. Het is niet zo dat Megève debuteert in de Tour, nee, het is slechts het vliegveld waar we voor het eerst passeren. In de Tour van 2016 waren we getuige van een tijdrit tussen Sallanches en Megève, een tijdrit die werd gewonnen door Chris Froome, voor ONZE Tom Dumoulin. Toen eindigde de boel midden in het resort, nu zoeken we het hogerop bij deze flopfinish. Niet de dag daarna, maar twee dagen later, ging er dan nog een rit van start in Megève, die eindigde in Morzine, het omgekeerde verhaal van vandaag. Dit is dus de derde keer dat de Tour in Megève is, al reden we vorig jaar tijdens de negende rit ook al dwars door dit plaatsje heen. In de Dauphiné van 2004 kwamen we overigens ook aan in Megève, toen werd de proloog hier verreden. Die proloog werd gewonnen door Iban Mayo, die Lance Armstrong weer eens te kakken zette. Die Dauphiné was de aanleiding voor Armstrong om zijn connecties in te zetten en Mayo kallt te stellen, het begin van het einde van Mayo begon dus hier. En dat in dit skioord dat in de jaren '20 van de vorige eeuw werd opgericht door de familie Rothschild. In de finale rijden we over de Route Edmond de Rothschild, ik snap nu ineens waarom. Het was het eerste skistation in de Alpen dat specifiek voor de wintersport werd opgericht en moest een alternatief vormen voor het Zwitserse Sankt-Moritz. Oorspronkelijk was het een topbestemming voor de Franse aristocratie en ook vandaag is het nog een van meest mondaine skioorden in de wereld. Buiten het seizoen om wonen er net iets meer dan 3000 mensen in Megève, waar je in de omgeving liefst 400 kilometer aan piste kunt vinden. Wandelroutes hebben ze er ook, wat ik toch altijd een vreemde aanprijzing vind aangezien je overal wandelroutes hebt, maar soit. Er zijn liefst 40.000 bedden te vinden in Megève, een extra reden voor de Tour om te passeren, het kost hier geen enkele moeite om de hele karavaan te huisvesten. Ooit had Megève een bekende inwoner. Dat was Émile Aillas, een skiër die als eerste Fransman ooit een medaille wist te pakken tijdens de Olympische Spelen in zijn discipline. Daarna werd hij nog liefst vier keer wereldkampioen. Hij werd liefst 100 jaar oud, misschien een nog wel grotere prestatie. Het roadbook noemt nog wat andere wintersporters, maar alle wintersporten zijn uiteraard geen sport. Het vliegveld beschikt overigens ook over zijn eigen (Franstalige) Wikipagina, waar we het volgende vinden: De structuren die gebruik maken van de faciliteit zijn de Megève Aeroclub (vliegschool), het luchtvervoersbedrijf Aérocime (toeristische vluchten)en Mont Blanc Helicopter. Doe er je voordeel mee.




De hittegolf des doods is in aantocht, maar daags na de rustdag valt het al bij al nog mee. In Morzine wordt het overdag 27 graden, geen kans op regen en amper wind. In Megève praktisch hetzelfde verhaal, 26 graden in de middag, 0% kans op regen en een klein zuchtje wind. Wel rugwind op het laatste deel van de klim, hoera! Voor zover het überhaupt wat uitmaakt, allemaal. Om 13:30 gaat deze bewuste floprit van start, na een korte neutralisatie van 10 minuten gaan we vanaf 13:40 vakkundig alle bergen ontwijken. De NOS is er meteen live bij, terwijl Sporza pas om 14:40 live zal gaan. Balletje meppen is ein-de-lijk afgelopen en dus is Eurosport 1 er nu ook meteen bij. De aankomst op het vliegveld wordt verwacht tussen 16:57 en 17:17.



Thierry Gouvenou heeft het zelf al aangegeven: dit is een dag voor de vluchters, tenzij de gele trui andere plannen heeft. Nou, we hebben voor de rustdag kunnen zien dat de gele trui inderdaad allerlei wilde plannen heeft. Praktisch iedere dag laat hij zijn kop op ploeg rammen, waardoor de vluchters nog niet veel kansen hebben gehad. Vandaag zal het een ander verhaal zijn, er komen hier na twee zware bergritten aan dus de klassementsrenners gaan een snipperdag nemen en wachten op de Granon. Vandaag gaan ze hooguit wat proberen op de slotklim, en dan pas helemaal aan het eind. Tegen die tijd zijn de vluchters al lang gevlogen. In principe niet de moeilijkste rit om te controleren, maar vandaag kan ik me echt niet voorstellen dat UAE daar zin in heeft. Al weet je het nooit, natuurlijk. Hoe dan ook, dit gedrocht van een parcours verdient geen nadere beschouwing en dus ga ik meteen vijf vluchters noemen, zoek het maar uit.
1. Kämna. Was er al heel dichtbij op La Super Planche des Belles Filles en hij won op deze locatie in de Dauphiné van 2020. Lijkt me een zekerheidje, eerlijk gezegd. Heeft ook een neusje voor de goede vlucht en is eens hij in zo'n kopgroep zit lastig te kloppen. Voor de rustdag was het aan Konrad, nu mag de GmbH Kämna weer.
2. Van Aert. Ik verwacht dat de BV Van Aert ook deze week weer 'per ongeluk' in allerlei kopgroepen terecht gaat komen, met groen als excuus. Zin in.
3. Zimmermann. We hebben nog maar weinig gezien van de Wantygoden, past niet echt bij de rest van hun seizoen. Tijd voor actie deze week.
4. Teuns. Durf ik nog een renner van Bahrein te noemen? Ik heb geen berichten gehoord over een nieuwe inval, dus ik neem aan dat ze op de rustdag eventjes hebben bijgetankt. Dit wordt lachen.
5. Bettiol. Die slotklim is zo floppend dat een type Bettiol vanuit de kopgroep nog best ver kan komen. De aanloop is er ook wel naar dat we dit soort figuren vooraan gaan zien, de klimmers zijn met zo'n stuk in dalende lijn en daarna hooguit wat vals plat ernstig in het nadeel. Kan een rare kopgroep worden, met dus ook gekke namen in de top 10. Geen zin in.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205313755
quote:
Beschamend of eervol? Laatste in algemeen klassement moet met roze rugnummer naar Champs-Elysées

Spreek niet langer over de rode lantaarn, spreek voortaan over ‘het roze rugnummer’. Ergens diep verscholen in het Tourreglement duikt dit jaar een opmerkelijk nieuwigheidje op. De renner die na de voorlaatste dag onderaan staat in het algemeen klassement, moet op de slotdag met een roze rugnummer de Champs-Elysées opdraaien.

Je zou er bijna een fout getimede aprilgrap in vermoeden, maar dat is het niet. Het staat er zwart op wit, in artikel 10 van het tweetalige Tourreglement, onder de noemer Maillots des leader: “Voor de slotrit zal de renner die na rit 20 op de laatste positie staat in het algemeen klassement, een roze rugnummer dragen.” In het frans: “un dossard rose”. In het Engels: “a pink bib”. Over de achtergrond van dat initiatief vermeldt het reglement niets.

Wil de ASO op die manier de strijd om de rode lantaarn opnieuw onder de aandacht brengen? Het kan. Tot zo’n vijftien jaar geleden was de renner die als allerlaatste in het klassement Parijs bereikte een naam die over de tongen ging. In na-Tourcriteriums kon hij er een aardige zakcent aan overhouden. Wim Vansevenant, vader van Mauri, slaagde er tussen 2006 en 2008 zelfs in drie keer allerlaatste in de Tour te worden. Het zorgde in het verleden steevast voor prettige foto’s richting Champs-Elysées, onder meer met renners die letterlijk een rode lantaarn met zich meedroegen. De laatste jaren is dat ietwat ludieke element uit de Tour verdwenen.

Waarom roze? Mogelijk omdat geel en rood al uitgedeeld zijn. Gele rugnummers zijn voor de ploeg die eerste staat in het ploegenklassement, rood voor de winnaar van de strijdlust. Vraag is of de renners hier even dol op zullen zijn. En of wat als een ereteken bedoeld is niet eerder als bedenkelijk merkteken zal worden ervaren. Alvast Frederik Frison, op dit moment de laatste Belg in het klassement op de 153ste plaats ziet er geen graten in. “Het is het eerste wat ik ervan hoor”, zegt hij. “Maar misschien gaat er nu wel weer opnieuw gevochten worden om die laatste plaats. Al lijkt mij dat nog niet zo simpel.”

Voor wie bedenkingen heeft bij de kleur roze: ook de bollentrui werd bij de invoering in de jaren 70 als het toppunt van wansmaak bestempeld. Niemand die er vandaag zo nog over denkt.
pi_205313771
Bring back the lapjestrui
  Redactie Sport / Supervogel dinsdag 12 juli 2022 @ 07:25:29 #4
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_205313875
Bewust de moeilijke cols omzeilen ook echt :')

Gouvenougod
pi_205313888
Elke dag de laatste van het klassement eruit gooien, zoals ergens in de jaren '70 is een beter idee.
  dinsdag 12 juli 2022 @ 08:24:27 #6
102912 crv
Screwed up
pi_205314127
quote:
8s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 07:25 schreef Pino112 het volgende:
Bewust de moeilijke cols omzeilen ook echt :')

Gouvenougod
idd morgen en overmorgen ook al van die suffe routes neergelgd
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  Redactie Sport dinsdag 12 juli 2022 @ 08:27:53 #7
274204 crew  Mexicanobakker
pi_205314152
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 08:24 schreef crv het volgende:

[..]
idd morgen en overmorgen ook al van die suffe routes neergelgd
Eerst twee uur plat zodat er een flopgroep kan ontsnappen en dan de cols die iedereen kent, weinig bijzonder inderdaad.

Mijn hond had een betere route bedacht.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  dinsdag 12 juli 2022 @ 08:35:20 #8
139407 jorienvdherik
Feyenoord KNVB Beker 07-08
pi_205314194
Zin in
pi_205314371
Kut parcours en anders niks
Jack does it in real time...
pi_205314397
Toch het juiste dagje kantoor uitgekozen dus. :)

Al sluit ik niet uit morgen en overmorgen 's ochtends ook even het regionale kantoor te bezoeken, maar dan vanwege de airco.
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
  dinsdag 12 juli 2022 @ 09:09:08 #11
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_205314439
Sjerrie Gouvenou is een enorme lul

Morgen een makkelijke aanloop waarna woensdag pas leuk wordt (wel lange stukken vallei)
pi_205314453
Denk dat we weer bekende namen gaan zien, zoals Kämna, Konrad, Uran, Pinot, Van Aert en Mollema (die wel van zijn corona hersteld zal zijn). Vermoedelijk zal Kämna het dit keer wel halen tot de finish. Pogacar zal zijn mannen op kop zetten en op het eind op dat stukje van 7% nog even een sprintje doen om 3 seconden te pakken op iedereen behalve Jonas.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205314457
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 09:09 schreef Frozen-assassin het volgende:
Sjerrie Gouvenou is een enorme lul

Morgen een makkelijke aanloop waarna woensdag pas leuk wordt (wel lange stukken vallei)
Morgen is woensdag
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
  dinsdag 12 juli 2022 @ 09:15:03 #14
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_205314513
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 09:10 schreef JohnDDD het volgende:

[..]
Morgen is woensdag
DONDERDAG

STOP DE TIJD

  Moderator dinsdag 12 juli 2022 @ 09:17:09 #15
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205314530
twitter
  dinsdag 12 juli 2022 @ 09:17:17 #16
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_205314532
Overigens zie ik wel weinig Lotto-Soudal in aanval. Ze hebben toch de puntjes nodig? Wellens haakt weer af als het boven 20 graden komt. Gilbert heeft het niet. Kron is dan nog de beste. Van Moer dacht na één goed seizoen binnen te zijn wellicht. Fre Frison hahaha. Vermeersch, doet die mee?
  dinsdag 12 juli 2022 @ 09:30:59 #17
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205314647

Thierry Gouvenou heeft in de Tourgids voor iedere etappe een stukje geschreven. Het stukje van vandaag slaat als kut op Dirk.
  dinsdag 12 juli 2022 @ 10:01:31 #18
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_205314861
Ik word onredelijk woest van deze etappe en de omschrijving van Gouvenou
pi_205314989
Ik snap jullie niet helemaal hoor. Het kan toch niet altijd feest zijn qua beklimmingen? Woensdag en donderdag zijn hartstikke zwaar.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
  dinsdag 12 juli 2022 @ 10:19:06 #20
465903 Hamlapjes
Niet voor op de BBQ
pi_205315005
Dat de altijd boze terroristen boeren zich eens nuttig maken en de debiele plannen van Gouvenou in het vervolg blokkeren :(
pi_205315011
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 10:17 schreef JohnDDD het volgende:
Ik snap jullie niet helemaal hoor. Het kan toch niet altijd feest zijn qua beklimmingen? Woensdag en donderdag zijn hartstikke zwaar.
Ben het hier wel redelijk mee eens al is het nog steeds wel een beetje zonde zo'n mat parcours in een omgeving met zoveel mogelijkheden. Verder moet dit over het algemeen wel één van de zwaardere tours zijn die ik me kan herinneren.
pi_205315023
Het kán een leuke rit worden vandaag.
pi_205315039
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 09:30 schreef Van_Poppel het volgende:
[ afbeelding ]
Thierry Gouvenou heeft in de Tourgids voor iedere etappe een stukje geschreven. Het stukje van vandaag slaat als kut op Dirk.
Tijdje was ook het idee dat als je het te zwaar maakt dat je renners bijna verplicht om doping te gebruiken. Ik geloof daar absoluut niet in (of eigenlijk vooral niet in de reverse: als je het minder zwaar maakt stoppen renners met gebruiken), maar Thierry Gouvenou en de zijnen misschien wel.
  Eindredactie Sport / Forummod dinsdag 12 juli 2022 @ 10:22:12 #24
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_205315047
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 10:17 schreef JohnDDD het volgende:
Ik snap jullie niet helemaal hoor. Het kan toch niet altijd feest zijn qua beklimmingen? Woensdag en donderdag zijn hartstikke zwaar.
Liever andersom dan. Eerst zwaar, dan dit.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  dinsdag 12 juli 2022 @ 10:22:50 #25
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205315050
quote:
0s.gif Op dinsdag 12 juli 2022 10:17 schreef JohnDDD het volgende:
Ik snap jullie niet helemaal hoor. Het kan toch niet altijd feest zijn qua beklimmingen? Woensdag en donderdag zijn hartstikke zwaar.
Iedere dag patat is inderdaad ook niet lekker, maar om bewust grote cols te omzeilen omdat anders de dag na de rustdag te zwaar is, is m.i. lariekoek.

[ Bericht 0% gewijzigd door Van_Poppel op 12-07-2022 10:31:24 ]
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')