Tappa 4: Avola - Etna, 172 kmHet heeft een aantal dagen geduurd, maar de Giro d'Italia is eindelijk in Italië. Op Sicilië, om precies te zijn. Je weet wel, dat eiland waar de Giro nooit komt. Of komen ze er de laatste jaren steeds opnieuw? Oja, dat was het. Voor we beginnen aan de 500e beklimming van de
Etna eerst nog even een korte terugblik op het Hongaarse avontuur. Op een vrijdag begon de koers met een rit die zou eindigen in Visegrád. Het werd een strijd der giganten, de twee absolute titanen van het peloton dreven elkaar tot het uiterste. Mathieu van der Poel tegen Biniam Girmay, beter wordt het niet. Tenzij Biniam het volgende gevecht wint, dan wel. Een zege voor Van der Poel, hij kreeg er ook de roze trui bij cadeau. Deze trui wist hij de dag erna te behouden, de korte tijdrit was wel spek naar zijn bek. Hij kon alleen niet op tegen het pak van 2750 euro van Simon Yates, en de buitengewone werken van Marco Pinotti. Evenwel een keurige prestatie, een tweede plaats en nog een dag extra in het roze. Dumoulin werd derde, prima voor iedereen behalve voor Dumoulin zelf. Redelijk beperkte verschillen, maar wel een eerste indicatie dat Yates wellicht de grootste favoriet is. De Giro begon met een Nederlands feestje, waarna de Britten het commando overnamen. De derde etappe, een van de saaiste en langzaamste etappes ooit waargenomen, eindigde in een massasprint. Deze sprint werd gewonnen door Mark Cavendish. Zijn 5000e zege als prof, iets in die geest. Een knappe, lange sprint. Wel wat mazzel dat notoire onnozelaars als Arnaud Demare en Fernando Gaviria rappere jongens ophielden. ONZE Bini zat opgesloten, we noemen hem de morele winnaar. Al pakte hij wel mooie punten mee voor de puntentrui, ik begin te geloven in paars in Verona. Van der Poel probeerde de sprint aan te trekken voor Mareczko, dat verliep precies zoals je zou verwachten. Een Lotto-Soudal zonder De Buyst maar met de afdankertjes van Bora is ook niet direct een succes, goh. Maarja, dat was Hongarije. Het doodsaaie slotakkoord in dit land was passend. Nu zijn we in Italië, waar voor de 11e keer in 10 jaar tijd de
Etna op het programma staat, maar dan weer van een andere kant. Er zijn nog ongeveer 35 varianten over, dus we kunnen de komende jaren onze lol op. Daarna gaan we op bezoek bij de familie van Vincenzo Nibali in Messina, alwaar een nieuwe massasprint op de rol staat. De eerste dag op Italiaanse vasteland zal vermoedelijk ook een massasprint opleveren, waarna de goddelijke rit richting Potenza gaat volgen. Heuvels, heuvels, heuvels. Dan nog een iets minder interessante heuvelrit in Napels en omstreken, voor we de week gaan afsluiten op Blockhaus. Tot zover deze week, die gaat beginnen met een aankomst op de vulkaan.
![afIe3U4bXlhuqfp253Ss_230422-080451.jpg?v=20220423100451]()
![wmVaksMFDCyxta4tLWUJ_230422-080452.jpg?v=20220423100452]()
De eerste rit op Italiaans grondgebied gaat van start in Avola, een plaatsje aan de kust. De geboortegrond van twee bekende wielrenners, Paolo Tiralongo en Giampaolo Caruso. Tiralongo was een van de vrienden van Contador en kreeg op die manier nog eens een zege cadeau in de Giro, Caruso werd dan weer zoals iedere Caruso betrapt op doping. Avola schijnt zandstranden, verscholen baaien en natuurgebieden met flamingo's te hebben, waarvan akte. Wijn, ook nog eens. Geweldig.
![296481977.jpg?k=a7e6038c47eebd31dde24b0a8901664d371498028a7d5537930bbb530b426c6e&o=]()
Wat volgt is een heuvelachtige tocht door de Siciliaanse binnenlanden. Er staan wat ongecategoriseerde klimmetjes op het programma, waarvan de lastigheid mij onbekend is. Voor het klassement zal het niet uitmaken, hier gaan de jongens met roze ambities zich niet roeren. Voor de vlucht van de dag is het dan wel weer interessant, dat er vanuit de start bijna continu wel een beetje geklommen moet worden gaat als gevolg hebben dat de kopgroep vermoedelijk uit sterke jongens zal bestaan. Na 50 kilometer overwegend in stijgende lijn gaat het behoorlijk lang naar beneden, voor het een eeuwigheid vlak zal zijn. Dit deel van de rit kunt u prima missen. Na 136 kilometer komt men vervolgens uit in Paternō, waar de eerste tussensprint van de dag ligt. Hier loopt de weg al lichtjes omhoog.
![Comune-della-Sicilia-Paterno-scalinata-matrice.jpg]()
De tweede tussensprint volgt iets meer dan 11 kilometer later in Biancavilla, 300 meter hoger. Na de eerste tussensprint gaat het een kilometer of vier vrij stevig omhoog, daarna loopt het wat langer vals plat omhoog richting dat Biancavilla. Boeit allemaal vrij weinig, voorbij de tweede tussensprint wordt het pas echt leuk. Kijk zelf maar naar het profiel, spreekt voor zich toch?
![fyYYJKK3AKnS2qabMXuy_270422-041714.jpg?v=20220427181714]()
![KTHuSpPw0BljYSmJ3xc4_230422-080449.jpg?v=20220423100449]()
Weer net een andere weg richting de top. Deels hebben we die weg al een keer gezien, deels ook niet. Het eerste gedeelte is nieuw, het laatste gedeelte is gelijk aan 2018. Boeit verder niet echt, er liggen hier zoveel wegen dat we de boel toch niet uit elkaar kunnen houden. Na grofweg 11 kilometer is het even een paar kilometer vrij lastig, daar moeten de aanvallen plaatsvinden. Vijf kilometer later wordt het weer makkelijker, en dat blijft zo tot aan de finish. De finish ligt bij Rifugio Sapienza, zijn we al 1000 keer geweest. Hoewel we de laatste keer op de
Etna eindigden aan de andere kant van de vulkaan, bij Piano Provenzana. Klein stukje archief:
quote:
In 1967 debuteerde de vulkaan. Een rit met start in Catania en finish bij de berghut van meneer Sapienza werd gewonnen door Franco Bitossi. In 1989 keerde de
Etna terug, weer met start in Catania. Deze keer ging de overwinning naar de Portugees Acacio Da Silva. Daarna zagen we de
Etna verschijnen in 2011, tijdens die editie deden we dus ook een deel van de noordzijde van de
Etna aan. Weening reed in het roze en Kruijswijk moest keihard lossen, dat weten we misschien nog wel. Hopelijk weten we ook dat de enige echte koffieplanter hier de show stal. Rujano, op zijn kinderfietsje. Hij ging in de aanval, zomaar ineens vanuit het niets. Sinds de Giro van 2005 hadden we hem niet meer gezien, maar in 2011 had hij ineens weer zijn wonderbenen te pakken. Zijn aanval kon alleen beantwoord worden door Alberto Contador, die even later de kleine Venezolaan ter plaatse liet. Een overwinning voor Contador, dat duurde alleen niet zo lang. De biefstuk bleek fataal te zijn, waardoor de overwinning nu toch op naam staat van José Rujano. In 2017 zou hij opgevolgd worden door Jan Polanc, die vanuit de vroege vlucht wist te overleven. Vanwege de wind hadden de klassementsrenners er niet echt veel zin in, dus kon de Sloveen de ritzege pakken. Daarachter bleef er een groep van twintig klassementsrenners bij elkaar, de
Etna vroeg in de ronde bleek toen niet echt een garantie voor spektakel. Ook een jaar later, in 2018, kregen we niet enorm veel te zien. Een showtje van de mannen van Mitchelton, dat dan weer wel. Chaves ging in de aanval, later ging Simon Yates achter hem aan. Een eerste signaal van Yates, hij zou de eerste weken van die Giro domineren. De zege liet hij aan ploeggenoot Chaves, zelf nam hij de roze trui over van Rohan Dennis. De verschillen daarachter bleven redelijk beperkt, een groepje met Dumoulin en Froome eindigde op 26 seconden.
In 2020 zagen we dan weer Jonathan Caicedo winnen vanuit de vlucht. De Ecuadoraan van EF was Visconti te snel af. Achter hem werd Harm Vanhoucke derde, die daarna werd gebombardeerd tot de nieuwe Belgische hoop. Was toen al hilarisch, ondertussen helemaal. Wielco Kelderman ging zowaar een keer in de aanval en werd vierde, hij pakte tijd op bijna alle andere klassementsrenners. Tussen de renners waarvan we dachten dat ze kans maakten op de roze trui bleven de verschillen beperkt, zoals eigenlijk altijd op de Etna. Maarja, in 2020 moesten we beter nadenken dan normaal. Tao Geoghegan Hart verloor die dag bijna twee volle minuten ten opzichte van Kelderman. Jai Hindley eindigde een minuut achter Kelderman. We wisten toen niet eens dat ze bestonden, maar een paar weken later werden ze toch maar mooi eerste en tweede. Ondanks het tijdverlies op de Etna. Verschillen kunnen hier dus wel ontstaan, is de conclusie. Moeten de weersomstandigheden wel meezitten, met tegenwind gaat er niets gebeuren.
![294214790.jpg?k=0b9cb2ab5bfbc3aebafc812e31e927b0299dfad3f9b8e504d47c2a76f9eb5c9e&o=&hp=1]()
Krijgen we tegenwind op de
Etna? Ja, daar heeft het alle schijn van. Wordt het dus een flopshow? Ja, het wordt een flopshow. U hoeft alleen maar even te kijken naar het ontstaan van de vlucht, daarna kan de tv danwel de PLAYER weer uit. De slotklim gaat een gaapfestijn worden, neem dat maar van mij aan. De vlucht gaat het halen, omdat Yates geen enkele interesse zal hebben om het roze nu al om zijn schouders te hangen. Wellicht wil hij de andere favorieten wel even testen, maar dan graag wel op ruime achterstand van een groepje kanslozen die de trui aan het eind van de week vanzelf weer inleveren. Een vlucht, beperkte verschillen tussen de favorieten en een op tijd lossende Mathieu van der Poel, u hoeft niet meer te kijken. Alhoewel, misschien gaat Van der Poel wel mee in de vroege vlucht, dat zou nog wel een geinige stunt zijn. Enige manier ook om het roze te redden. Guillaume Martin moeten we ook maar in de gaten houden, want die schijnt hier getraind te hebben, nou, dat wordt een obligaat aanvalletje om een tijdje 50 meter voor de andere favorieten te rijden. Zin in. Maar goed, hier de obligate top 5 bestaande uit vluchters, want de vluchters winnen de laatste jaren wel vaker op de
Etna:
1. Caicedo. Gaat voor de tweede keer winnen op de
Etna, zekerheidje.
2. Cepeda. Trap nooit in Cepeda in de Giro, maar aangezien hij nog geen kans heeft gehad om tegen te vallen trappen we er nu toch nog in.
3. Kämna. Die ritzege komt er deze Giro, en dus noteren we hem iedere keer dat de vluchters kans maken.
4. Taaramae. Na een hoogtestage in het altijd fantastische Rwanda mag Rein nu proberen om zijn kunstje uit de Vuelta te herhalen. Een ritzege plus de leiderstrui, het behoort tot de mogelijkheden.
5. Vanhoucke. Speciaal voor Jeroen. Heel veel zin in Vanhoucke in de kopgroep, hem 100 kilometer lang de meeste kansen van de kopgroep toedichten om hem vervolgens kansloos te zien lossen. Schitterend.