Giro-peloton maakt vandaag reis langs gitzwarte sportgeschiedenis van SupergaEtappe veertien van de Giro d’Italia gaat over 147 kilometer van Santena naar Torino. Toch is de meest bijzondere plek halverwege de rit, als de renners de Superga beklimmen. Op die plek vind je namelijk de resten van een van grootste rampen in de sportgeschiedenis.
Voetbalclub Torino FC is heden ten dage al een aantal jaar verzeild geraakt in het middenmootmoeras van de Serie A. Van de topclub van weleer is weinig meer over. Vanaf 1942 werd Torino vijfmaal op rij landskampioen. Die vijfde titel op rij betekende echter geen groot volksfeest, maar een gigantisch litteken op de ziel van de club.
Aike Visbeek vormde Intermarché om tot winnende ploeg: ‘Ik heb een grote rol gespeeld in het succes’
Tot aan 4 mei 1949 ging het Torino voor de wind. Het was de beste club van Italië en had meerdere Italiaanse internationals in de selectie rondlopen. Om de goede wil te tonen, had de club zojuist een benefietwedstrijd gespeeld in Portugal om afscheid te nemen van een speler van Benfica. Na een tussenlanding in Barcelona vloog de selectie van Torino terug naar de thuishaven in Turijn.
De piloot van het vliegtuig nadert de eindbestemming, maar dat blijkt letterlijker dan gedacht. Het begint langzaamaan wat te regenen en ook windvlagen winnen aan stootkracht. Iets voor vijf uur ‘s middags neemt de verkeerstoren van de luchthaven Turijn-Aeritalia contact op met de piloot om aan te geven dat er barre weersomstandigheden op komst zijn. Flinke regenbuien, harde windstoten, maar bovenal zeer laaghangende wolken.
Het vliegtuig is echter nog maar enkele minuten verwijderd van de landingsbaan, dus de piloot maakt zich weinig zorgen. „Zet de koffie maar vast klaar”, zou zijn reactie volgens de overlevering zijn geweest. De weersituatie wordt daarentegen al snel nijpender. Fikse hoosbuien in combinatie met een enorme mistbank. Het zicht wordt beperkt tot maximaal veertig meter ver.
De piloot draait het toestel richting het westen om de landing in te zetten. Terwijl hij de stuurknuppel opzij beweegt, doemen daar vanuit de mist plotseling de wanden van de Superga op. Nog voordat hij actie kan ondernemen klapt het vliegtuig recht op de ommuring van een basiliek. De gehele achttienkoppige selectie van Torino, twee directeuren, vier stafleden en drie journalisten komen om het leven.
Nadat de verkeerstoren opmerkt dat het vliegtuig nog niet is geland, proberen zij contact op te nemen met de piloot. Vervolgens blijft het oorverdovend stil.
Geen van de 31 inzittenden overleeft de crash. Het ongeluk op de Superga vormt de zwartste bladzijde uit het Italiaanse profvoetbal. Niet alleen is de landskampioen de hele selectie kwijt, maar ook het nationale team ziet meer dan tien internationals om het leven komen. Sindsdien wordt het drama in de basiliek van Superga elk jaar op 4 mei herdacht.
Hij wilde niet dat ik de overblijfselen van mijn teamgenoten, mijn vrienden, zou zien
Ook vanuit de Italiaanse clubs komt er een fraai eerbetoon. De overige negentien ploegen besluiten namelijk om Torino uit te roepen tot kampioen van Italië. De speelronde daarop vliegen er boven alle stadions vliegtuigen waaruit bloemen vallen om de selectie van Torino te eren.
Eén basisspeler van Torino ‘ontsnapte aan de malaise’, zo zou een plaatselijk nieuwsmedium later schrijven. Maar in feite zat Sauro Toma er middenin. Door een meniscusblessure was hij niet meegereisd naar Portugal, maar revalideerde hij in Turijn. Toen hij die dag terugkeerde van zijn behandeling bij de club, stonden er plotseling tientallen mensen rondom zijn huis. „Een van hen nam me bij de hand en vertelde wat er was gebeurd”, zei hij later tegen The Independent.
„We haastten ons in tranen de Superga op. Toen we naar boven gingen, stond daar de clubpresident en hij nam me apart en liet me niet verdergaan. Hij wilde niet dat ik de overblijfselen van mijn teamgenoten, mijn vrienden, zou zien.”
Omdat Torino nauwelijks meer spelers overhad, leverden de topclubs voor het daaropvolgende seizoen allemaal een speler af aan Torino. Maar echt top zou Torino nooit meer worden.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !