Wim Jansen (1946-2022) was als stille kracht onmisbaar in de topelftallen van de jaren zeventigWim Jansen was de onmisbare schakel op het middenveld van een topteam. De dinsdag op 75-jarige leeftijd overleden ras-Feyenoorder is een van de groten in de historie van het Nederlands voetbal.
Onlangs, bij de presentatie in de Kuip van zijn biografie Meesterbrein, zat Wim Jansen stilletjes bij zijn familie. Bij zijn vrouw Cobie, zoon Wim junior, dochter Petra en de kleinkinderen. Een beetje aan de zijkant, zonder zich te laten interviewen. Hij liet de loftuitingen met een bescheiden glimlach over zich heenkomen. Dementie, zeiden ze. Laat Wim maar een beetje met rust.
Drie maanden later is de oer-Feyenoorder overleden en laat zijn familie weten opgelucht te zijn dat hem een lange lijdensweg bespaard is gebleven, dat de vroegere middenvelder uit het grote Feyenoord en Oranje van de jaren zeventig de regie over leven en dood in eigen hand heeft kunnen houden.
‘Het is snel gegaan’, zegt Rinus Israël, oud-ploeggenoot en een van zijn beste vrienden, nadat hij door Wims zoon Wim junior op de hoogte was gebracht. ‘Ik zou nog één keer op bezoek gaan bij hem, speciaal om afscheid te nemen, een week of twee geleden. Dat ging voor mij niet door omdat ik corona had. Wim was echt een vriend, met wie ik na het voetbal altijd contact ben blijven houden. Met een groepje spraken we geregeld af, in de Kuip ofzo. Dat waren heerlijke middagen. Met Wimpie ging het altijd over voetballen. Nee, niet alleen over vroeger, vooral over nu. Wimpie leefde niet in het verleden.’
Wim Jansen is, 1,65 meter klein, een van de absolute grootheden uit de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. Hij heeft twee verloren WK-finales gespeeld, in 1974 en 1978, waarbij hij in de eerste een strafschop veroorzaakte door een overtreding op Bernd Hölzenbein, voor de 1-1 tegen West-Duitsland. Met Feyenoord won hij Europa Cup I, tegen Celtic in 1970, met een gedenkwaardige goal van Jansen in de achtste finale tegen AC Milan, in een wedstrijd in de barstensvolle Kuip die destijds gold als de beste ooit in Nederland gespeeld.
Bescheiden middenvelderLegendarisch was het middenveld van toen, met Wim van Hanegem, Franz Hasil en Wim Jansen. De bescheiden Jansen was veel meer dan een gatendichter. Die goal tegen Milan is vol van symboliek. Van Hanegem krijgt de bal op links, speelt iemand bijna laconiek uit, tot hoorbaar plezier van het volk op de tribunes, en passt naar Hasil. De Oostenrijker dribbelt over de as van het veld en legt de bal breed op Jansen, die met zijn blonde krullenkop een mannetje buitenom passeert en scoort met een lob annex schot. Een beetje apart voor hem, gek van vreugde namelijk, rent hij weg, waarbij hij raar valt omdat een medespeler hem vastgrijpt. ‘Wim Jansen van Feyenoord, onthoud die naam’, zegt verslaggever Herman Kuiphof bij het doelpunt. Jansen hoefde niet zo nodig met interviews in de krant.
‘Wim zag alles’, zegt Israël. ‘Hij was een speler die alles beheerste. Technisch. Snel. Waar hulp nodig was op het veld, probeerde hij te corrigeren. Echt een grote speler, alleen niet qua lengte. Een beetje onderschat ook. Zo’n speler als Wim is voor een elftal van levensbelang.’ Hij was een schakel in het zogenoemde totaalvoetbal dat vooral bekend werd door Ajax en Oranje. Maar het werd ook gespeeld bij Feyenoord, dat met trainer Ernst Happel de eerste was in de golf van succes uit Nederland. Eerste Europa Cup I, eerste wereldbeker voor clubs. Het totaalvoetbal was een combinatie van Feyenoord en Ajax die culmineerde in een groots Oranje op het WK van 1974.
Als aanvoerder won Jansen ook de Uefa-cup, in 1974 tegen Tottenham Hotspur. Icoon van Feyenoord, zo kun je hem rustig noemen, al speelde hij in de nadagen van zijn loopbaan zelfs even bij Ajax, uit onvrede met een aanbieding bij zijn oude club. In de Kuip kreeg hij een sneeuwbal op zijn oog tijdens de Klassieker. Jansen speelde 476 officiële duels voor Feyenoord, met 39 goals, wat iets zegt over zijn roem bij de club en zijn trouw. Hij voetbalde 65 keer in Oranje.
Jansen groeide op in het Oude Noorden van Rotterdam, aan de Bloklandstraat, vlakbij een ander icoon, Coen Moulijn. Altijd met een bal in de weer. Zijn moeder, zo staat in de biografie, liet af en toe een trosje druiven uit het raam zakken, zodat Jansen ook iets at. ‘Hij ademde voetbal, maar hij ademde zo zacht, dat de buitenwereld het niet hoorde’, is een treffende quote in Meesterbrein. ‘Een bescheiden prima donna’, zo beschreef journalist Jan D. Swart hem eens. Hij werd ook het scharnier van het elftal genoemd.
Wederopstanding van FeyenoordNa zijn loopbaan als speler maakte hij furore door met Feyenoord, dat in de jaren daarvoor flirtte met het faillissement, de bekerfinale van 1991 te winnen, met een beroemde halve finale bij PSV, met een doelpunt van Henk Fraser. Die overwinning staat te boek als de wederopstanding van de club.
Jansen vervulde vrijwel elke functie bij Feyenoord, vertrok na een meningsverschil met voorzitter Jorien van den Herik over het contract van trainer Van Hanegem en won daarna onder meer de titel bij Celtic, in Schotland. Daarmee voorkwam hij dat rivaal Rangers het record van Celtic van negen titels op rij verbeterde. Hij vertrok weer na één seizoen omdat hij het niet eens was met het clubbeleid.
Jansen was op zich een stille man, maar met een duidelijke mening. Hij was de laatste decennia vrijwel altijd te vinden bij Feyenoord, betrokken als hij was bij hervormingen van de jeugdopleiding. Zijn grote passie was de jeugd, waarover hij oneindig kon praten. Vroeg selecteren van jongens, zo jong mogelijk, om ze de beste opleiding te geven. Daarmee botste hij op een gegeven moment met het beleid van de KNVB, dat neigde naar spelers in eigen omgeving laten opgroeien.
Hij zat op één lijn met Johan Cruijff. Wim Jansen en Johan Cruijff waren hartsvrienden, en qua gevoel over voetbal vier handen op één buik. Cruijff noemde Jansen een van de ‘vier mannen ter wereld die het waard zijn om naar te luisteren als het om voetbal gaat.’
In de laatste jaren van zijn leven sprak Jansen langdurig met biograaf Yoeri van den Busken, omdat hij zijn leven toch te boek wilde stellen. Ook Glenn van der Kraan, Head of Coaching bij Manchester City, was bij het schrijfproces betrokken, om structuur aan te brengen in de eindeloze aantekeningen van Jansen. Wim Jansen wás namelijk voetbal. Het Nederlandse voetbal verliest een icoon van de sport, en een fijn mens bovendien. IJzeren Rinus Israël: ‘Ik heb het hier heel moeilijk mee.’