2022 is nog maar net begonnen, maar we kunnen ons nu al gaan verkneukelen over de Tourstart van 2023. Geen vlakke onzin in Denemarken, nee, we mogen meteen gaan klimmen in het schitterende, onovertroffen Baskenland. De onthulling van het parcours begon met een schitterend filmpje, waarin alle Baskische ritzeges in de Tour werden getoond. TerminAitor Gonzalez, Iban Mayo, Roberto Laiseka, ze kwamen allemaal voorbij. Zelfs de zege van Mikel Astarloza in 2009 in Bourg-Saint-Maurice werd getoond, terwijl die zege al lang en breed is afgepakt. Maakt niet uit, we vinden het allemaal prachtig. Na eindeloze zwetsverhalen van lokale notabelen kwamen Txomin Perurena en Joseba Beloki even voorbij, alvorens de heer Prudhomme de eerste ritten voorstelde aan het publiek.
De Tour draait niet alleen om het beste parcours, maar het draait ook vooral om het zo goed mogelijk in beeld brengen van de hoogtepunten van een regio. Tijdens deze rit komen beide werelden behoorlijk goed samen. Vanuit Bilbao trekken we naar het noorden, richting de rust. Na het eerste klimmetje fietsen we door Getxo, bekend van de Puente Vizcaya, de hangbrug. Vervolgens zetten we koers richting San Juan de Gaztelugatxe, wellicht een van de mooiste plekjes van het Baskenland, waarna we via het natuurgebied Urdaibai en het historische Gernika terug gaan fietsen naar Bilbao. Eenmaal in de omgeving van Bilbao lag het ontzettend voor de hand dat men de Vivero in het parcours op zou nemen. De Vivero zit immers bijna iedere keer in het parcours als we in welke koers dan ook naar Bilbao gaan. Maar, de Vivero alleen is niet zwaar genoeg, nee, dan krijg je een sprint van een groep van een man of 50. Ik hoopte dat men iets toe zou voegen in deze rit, waarbij Pike Bidea enorm voor de hand lag. Die klim sluit bijna perfect aan op de Vivero en is recent ontdekt door een andere koers, Cirquito de Getxo. Ik had alleen niet het idee dat men bij de ASO op de hoogte zou zijn van zulke koersen, maar dat zijn ze dus blijkbaar wel. Mijn gedroomde scenario komt uit, Pike Bidea na de Vivero, schitterend. De ASO noemt het wel Côte de Pike, want die Fransen maken altijd alles Frans. Het is gewoon Pike Bidea, imperialistische stokbroodsnuivers. Twee kilometer aan 9%, waarbij het in de tweede kilometer toch vooral vaak aan meer dan 10% omhoog zal gaan. Een perfecte klim voor de puncheurs om een late uitval te plaatsen. Vivero en Pike Bidea is een topcombinatie, zeker als je bedenkt dat dit de eerste rit is. Ik ben hier behoorlijk content mee. Met 185 kilometer zelfs een serieuze lengte voor een eerste rit, naar het schijnt is dit zelfs de zwaarste openingsrit ooit. Meer dan 3000 hoogtemeters op de eerste dag, schijnt uniek te zijn. Geloof ik ook wel. Nee, over deze rit mogen we niet klagen. Pike Bidea gaat voor vuurwerk zorgen, noteert u dat maar vast. De aankomst in Bilbao zelf lijkt hellend te zijn, maar ik kan nog niet precies ontdekken waar ze eindigen. Ik vermoed bij het Parque Etxebarria, maar helemaal zeker ben ik niet. Als daar wel de aankomst ligt zou dat betekenen dat we eindigen met een kilometer aan 5%, wat natuurlijk ook niet verkeerd is. In ieder geval niet slecht voor een eerste rit.
De tweede rit is een ander verhaal. Hier ben ik iets minder tevreden mee. Sowieso vind ik het al een gotspe dat we drie dagen in Denemarken gaan blijven en dat we niet drie volledige ritten in Euskadi hebben. De geruchten waren er al veel langer, na twee volledige ritten in Baskenland zouden we op de derde dag naar Frankrijk gaan. Met een eerste rit volledig in de provincie Bizkaia wilden de provincies Araba en Gipuzkoa ook graag wat aandacht. Met drie dagen had je alle drie de provincies hun eigen rit kunnen geven, nu is het schipperen geworden. Een start in Vitoria-Gasteiz, in Araba, en een finish in San Sebastian, in Gipuzkoa. Vitoria-Gasteiz is natuurlijk ook de hoofdstad van Baskenland, en daar waar het parcours werd onthuld. De geruchten over een volledige rit in Araba gingen niet door, ook de passage in de Rioja Alavesa, waar even sprake van was, is komen te vervallen. Die streek zullen we alleen in de Vuelta zien, derhalve. Enfin, vanuit Vitoria fietsen we richting San Sebastian en dat doen we op een manier die me niet helemaal aanstaat. We slaan zowat alle lastige klimmetjes over en pakken alleen wat eenvoudiger werk mee. Dat is een prestatie, in het Baskenland. Moet je echt je best voor doen, om de steile klimmetjes te ontwijken. Weer een disasterclass van Thierry Gouvenou, het ging amper één dag goed. Toch heeft de rit wel één groot pluspunt: de lengte. Alles boven de 200 kilometer is tegenwoordig uniek, dus is deze rit met een lengte van 210 kilometer buitengewoon uniek te noemen. De lengte is dus prima, verder ben ik toch teleurgesteld. Het valt ook op dat we Eibar, toch de belangrijkste wielerstad van het Baskenland, compleet negeren. En dus negeren we ook alle klimmetjes daar. Deze rit is mij te makkelijk, hier zijn ze bewust de grootste uitdagingen uit de weg gegaan. Zonde. Dat de Jaizkibel de rit af zou sluiten stond wel vast, maar als je richting San Sebastian fietst had je meerdere klimmetjes mee kunnen pakken. Mendizorrotz was heel logisch geweest, Erlaitz wellicht iets te zwaar in de ogen van ASO. Maar vooral het ontbreken van Mendizorrotz is eigenlijk een doodzonde. In ieder geval nemen we de Jaizkibel wel van de juiste kant, want ik las ook een gerucht dat ie van de andere kant bedwongen zou worden en dan was het daarna nog een stuk langer fietsen geweest naar de finish. Nu zijn we in ieder geval snel beneden en is er weinig tijd om nog een achtervolging op poten te zetten. Het is een beetje een klassieke Clasica San Sebastian, zonder de steile muurtjes van tegenwoordig. Door de lengte van de rit kan er op de Jaizkibel best wat gebeuren, maar ik denk toch echt dat deze rit nog een extra klim nodig had. En daar had je geen meter voor om hoeven te rijden, ze liggen hier voor het oprapen. In Bilbao zie ik iemand solo aankomen, dit heeft verdacht veel weg van een sprint van een groep van een man of 40/50. Dramatisch is het niet, want het is nog steeds pas de tweede dag van de Tour en we weten hoe voorzichtig men tegenwoordig is met het ontwerpen van de parcoursen; het mag niet te snel te moeilijk zijn. In dat kader had het nóg erger kunnen zijn dan dit, maar nee, als je dan toch in het Baskenland bent moet je er wel iets meer van proberen te maken dan dit.
De derde rit is een beetje een vreemd verhaal. Sowieso voelt de startplaats een beetje willekeurig aan, Amorebieta of all places. Dit was al bekend, maar alsnog, ik blijf me verbazen over dit feit. Bilbao, San Sebastian en Vitoria zijn natuurlijk voor de hand liggende plaatsen, Amorebieta net iets minder. Ze hebben er wel hun eigen profkoers, de Klasika Primavera de Amorebieta, maar goed, het is niet een stad met een wielergeschiedenis zoals bijvoorbeeld Eibar. Het ontbreken van Eibar is wonderbaarlijk. Ook tijdens deze rit ontbreekt Eibar, terwijl je rechtstreeks naar Eibar kunt rijden vanuit Amorebieta. Doen we dus niet, in plaats daarvan slaan we vlak voor Eibar af en rijden we opnieuw naar de kust. Amorebieta ligt nog net in Bizkaia, maar al snel komen we opnieuw uit in Gipuzkoa en daar volgende we prachtige kustlijn. Schitterende rit vanuit toeristisch oogpunt, het hele stuk langs de kust van Lekeitio tot Zarautz is echt een streling voor het oog. Getaria, och jongens, hou op. Die dag eten we vis en drinken we txakoli. Nou, goed, daarna rijden we weer door San Sebastian, via Mendizorrotz. Ik was in eerste instantie al boos geworden omdat ik dacht dat men Mendizorrotz weer over zou slaan, maar inmiddels ben ik gekalmeerd. Mendizorrotz zit er wel in, ze hebben de klim alleen een andere naam gegeven. Orioko Benta, da's niet de gebruikelijke naam, jongens. Maar afijn, dat maakt deze rit wel een stukje dragelijker, al moet dit alsnog een dag voor de sprinters worden. Vreselijk, mensonterend. Het is sowieso al niet fijn dat we op de derde dag de autonome regio Baskenland gaan verlaten, maar het positieve is dan wel weer dat we redelijk wat natuurschoon gaan zien. Het nadeel is dan weer dat we qua klimmetjes niet het optimale uit het parcours halen, zo hadden we na de passage in San Sebastian prima nog even Jaizkibel van de andere kant kunnen beklimmen. En daarna zouden we dan verder gaan rijden naar de aankomst in ?. Want dat is het voorlopige verdict, we weten officieel niet waar deze rit zal eindigen. De rit eindigt buiten de autonome regio Baskenland en dus maakt de aankomst geen onderdeel uit van het Grand Départ en wordt de aankomst pas later bekend. Kunt u het nog volgen? Terwijl iedereen al lang en breed weet dat de rit zal eindigen in Bayonne, dat heeft immers in alle kranten gestaan. Geen aankomst in de autonome regio Baskenland, maar wel een aankomst in het Baskenland, in Euskal Herria. De provincie Lapurdi, dat soort werk. Maar goed, men wil natuurlijk al dit soort potentieel gevoelige kwesties ontwijken, dus houden we het bij de autonome regio en stoppen we bij Irun, bij de grens. Dat de rit zal eindigen in Bayonne horen we pas ergens in oktober. Hoe dan ook een veel te vlakke rit, die op een doodeenvoudige manier wat opgeleukt had kunnen worden. Zelfs met wat extra klimmetjes erbij was het waarschijnlijk een sprint geworden, maar dan had je meerdere scenario's gehad. Nu, ja, niet. Jammer. Het stuk in Baskenland is ongeveer 140 kilmeter lang, daarna zal het nog een kilometer of 40 fietsen zijn tot in Bayonne. Je kunt langs de kust in Frans-Baskenland nog wel een paar korte klimmetjes vinden, maar dan heb je het over werk van één kilometer aan 4%, dus nee, dit zal na wat heuvelwerk onderweg gaan eindigen in een sprint.
Al bij al toch behoorlijk tevreden, want een start in het Baskenland is altijd fantastisch. De fans zullen op de afspraak zijn, en vooral de eerste rit is ontzettend goed. Schitterende plaatjes en een lastige finale, meer kunnen we ons niet wensen. De tweede en derde rit vallen parcourstechnisch gezien een beetje tegen, maar alle randvoorwaarden zijn natuurlijk wel dik in orde. Prachtige beelden en drommen fans, ik kan niet wachten.
[ Bericht 5% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 26-01-2022 19:46:05 ]