Het is weer tijd voor een microanalyse.
Etappe 1 6 meiEen start in het buitenland vind ik eigenlijk bijna altijd matig, omdat het vaak niet veel toevoegt. Een start in Nederland is bijvoorbeeld altijd enorm waardeloos. Hongarije is überhaupt geen leuk land, dus nee, dit is meteen een minpunt. Al hebben ze de boel toch nog een beetje op proberen te leuken door aan te komen bij een kasteel boven op een heuvel buiten Visegrad. Toch een kilometer of vier aan 5% aan het eind, grofweg. Wordt dus meteen een dag waar de klassementsrenners op de afspraak moeten zijn, terwijl de puncheurs ook een dikke kans krijgen om het roze te veroveren. Het wordt een saaie dag, maar de laatste paar kilometer gaan nog wel vermakelijk zijn. Een redelijk begin.
Etappe 2 7 meiWe zouden al eerder een keer van start gaan in Hongarije en toen was het idee om te beginnen met de tijdrit. Nu vindt de tijdrit pas plaats op de tweede dag, wat ergens wel een voordeel heeft. De klassementsrenners mogen niet zelf een tijd uitkiezen om te vertrekken, maar gaan van start al naar gelang hun prestatie van de vorige zag. Zitten de kleppers voornamelijk aan het eind, op enkele echte specialisten na. Hoeven we minder rekening te houden met eventuele wisselende weersomstandigheden bijvoorbeeld, al zal dat tijdens zo'n korte afstand überhaupt weinig invloed hebben. Op zich is een tijdrit van een kilometer of negen met aan het eind een klimmetje helemaal zo gek niet, maar nu we het hele parcours kennen is dit toch een verloren dag. De afsluitende tijdrit gaat ook heel kort zijn en tussendoor is er geen andere tijdrit, waardoor we het in totaal met amper 26 kilometer tijdrit moeten doen. Dat is een historische dieptepunt, het is van 1962 geleden dat er zo weinig tijdritkilometers in de Giro zaten. Normaal was dit juist de ronde met de meeste tijdritten en ook tijdritkilometers, nu is er ineens helemaal niets meer over. Met de kennis van nu had deze tijdrit minstens 10 kilometer langer moeten zijn. Verder natuurlijk leuke citymarketing voor Budapest.
Etappe 3 8 meiHet verblijf in Hongarije wordt afgesloten met een vlakke rit. Dit wordt gewoon een massasprint en ach, gezien de andere twee ritten geen massasprint worden staan we dat maar oogluikend toe. Al is dit wel een zondag en zitten we dus in het weekend naar helemaal niets te gluren. Leuk is anders, maar wel redelijk standaard voor een grote ronde.
Etappe 4 10 meiNa een vroege rustdag gaan we verder op het eiland waar de Giro tegenwoordig jaarlijks passeert, Sicilië. En als we op Sicilië zijn, dan gaan we naar de
Etna ook. Het is bijna een traditie ondertussen, niet normaal. Het is jammer dat ze steeds aankomen op de vulkaan, terwijl je op Sicilië volgens mij wel meer dingen kunt doen. Het positieve is wel dat ze iedere keer de vulkaan op een andere manier proberen te beklimmen. Ook nu is er weer een nieuwe variant gevonden. Dat zorgt ervoor dat het toch een beetje vernieuwend blijft. Het is natuurlijk ook überhaupt vrij positief om tijdens de vierde rit al een serieuze aankomst bergop te hebben, dat zouden ze in de Tour niet zo snel doen. Maarja, of het ook echt actie gaat opleveren? Hangt ook een beetje van eventueel aanwezige wind af, die wil nog wel eens de spelbreker vormen op de Etna. Maar goed, oké, op de vierde dag een serieuze aankomst bergop, dat laten we dan toch maar door de keuring komen. Wellicht had men onderweg nog een klimmetje kunnen toevoegen omdat het nu toch een beetje een unipuerto is, maar we kunnen op z'n minst nog lachen om de twee tussensprints op de flanken van de vulkaan.
Etappe 5 11 meiAangekondigd als een vlakke rit, maar er zit toch een serieuze klim onderweg in. Dat is dan wel weer mooi, daardoor kunnen we filosoferen over het feit of dit wel of geen pure massasprint gaat worden. Gezien de afstand tot de finish na de klim zou ik zeggen van wel, maar ach, in ieder geval beter dan een volledig vlakke rit. En een aankomst in Messina moeten we maar als een ode beschouwen aan Nibali.
Etappe 6 12 meiDe koers is terug op het vasteland en daar wacht de volgende massasprint op de renners. Wel weer prima om te beginnen met een klim, waardoor je de renners toch enigszins motiveert om in de aanval te gaan. Met een tussensprint en wat bergpunten in het begin krijg je wellicht een kopgroep die niet uitsluitend bestaat uit het procontinentale afval. Dus ja, dat is verder prima. Dat het vervolgens gaat eindigen in een sprint is jammer, maar dat hoort er helaas bij.
Etappe 7 13 meiDit is dan weer een typische Girorit, in de positieve zin. Een rit van bijna 200 kilometer, terwijl het praktisch de hele dag op en af gaat. De Monte Scuro is een serieuze klim, kilometer of zes aan 10%. Als je daar de knuppel in het hoenderhok gooit krijgen we een schitterende rit te zien. Kan zo'n typische rit zijn waar de een of de andere favoriet verrast wordt, als er echt wordt gekoerst. Dit is waar de Giro in uitblinkt en waar de Tour het laat afweten. Blij met zulke ritten, al kan het uiteindelijk ook gewoon een dag voor de vluchters worden natuurlijk.
Etappe 8 14 meiDit is een beetje een vreemde rit. Rondjes rijden in en rond Napoli op een heuvelachtig circuit. Net buiten Napels ligt het eilandje Procida en dit eilandje is blijkbaar de Italiaanse cultuurhoofdstad van 2022. Om dat gegeven te fietsen fietsen we een rondje over een heuvelachtig circuit, waarbij we tijdens de klim naar het dorp Monte di Procida uitzicht hebben op het eiland Procida, zoiets. Wel een beetje een rit die vlees noch vis is, niet lastig genoeg voor de klassementsrenners terwijl de gemiddelde sprinter hier ook weinig te zoeken heeft. Lijkt mij derhalve een beetje een nutteloos dagje, geschikt voor de vluchters. Dat het laatste deel van de rit vrij simpel is helpt daarbij niet mee. Maar goed, met de volgende rit in het achterhoofd gaat hier sowieso niet veel gebeuren, onafhankelijk van het ontwerp van deze rit. Wellicht dat één rondje op dit circuit en van de rit een tijdrit maken beter had gewerkt, daar waren blijkbaar geruchten over. Gezien het schamele totaal aan tijdritkilometers was dat een prima optie geweest. Maar afijn.
Etappe 9 15 meiTja, hier valt verder weinig op aan te merken denk ik. Een serieuze bergrit om de eerste week af te sluiten. Zelfde aankomst als in de Giro van 2017, toen Nairo Quintana onderweg naar de blokhut alles op een hoop reed. En dan te bedenken dat die rit nog makkelijker was ook, door de toevoeging van de Passo Lanciano, eigenlijk gewoon een andere kant van de klim, wordt deze rit een stuk pittiger. Straffe kost, waar meteen met minuten gegooid kan en gaat worden.
Etappe 10 17 meiDe tweede week begint met een rit die een beetje tegenvalt. Blijkbaar waren er geruchten over een muurtjesrit zoals je ze in de Tirreno wel eens zit. Dat is dit net niet helemaal. De eerste 100 kilometer is het zo vlak als een pannenkoek en daarna wordt het wel heuvelachtig, maar men had op meer serieuze muurtjes gehoopt. Ik ook, derhalve. Maar nouja, het is alsnog beter dan een volledig vlakke rit. Vermoedelijk een prooi voor de vluchters, wat natuurlijk ook wel een beetje bij de Giro hoort. Soort van ode aan Michele Scarponi verder, aangezien hij werd geboren in Jesi en woonachtig was in Filottrano.
Etappe 11 18 meiDe langste rit van deze Giro is slechts 201 kilometer lang. Dat is bijzonder, want de Giro had normaal altijd wel een of meerdere ritten met een lengte van 220 kilometer of nog meer. Ze zijn in de val van de Tour getrapt, een kortere koers zou beter zijn want explosief en door al die lange ritten haakt de kijker af en blablabla meer van die onzin. Nee, gelul. Je hebt lange ritten nodig om de renners te vermoeien, of de renners dat nu willen of niet. Zo'n lange rit moet overigens wel bij voorkeur een rit zijn met wat heuvels of bergen, want een lange vlakke rit is dan wel weer volkomen nutteloos. Zoals deze rit dus. Liefst 200 vlakke kilometers in de Povlakte, daar wordt echt niemand blij van. Mannetje van Bardiani in de aanval, mannetje van
Androni Drone Hopper erbij en voila, we kunnen een paar uur kijken naar groeiend gras. Hier heeft niemand wat aan. Je kilometers inzetten daar waar het telt, niet in de Povlakte. Als beloning voor het wachten wordt het nog een sprint ook, dit grenst aan een misdaad tegen de menselijkheid.
Etappe 12 19 meiDe eerste 100 kilometer lijkt deze rit natuurlijk nergens op, waarna we gaan beginnen aan de afdaling van de dodelijke Passo del Bocco. Tien jaar geleden liet Wouter Weylandt daar het leven, we mogen hopen dat het ditmaal beter afloopt. Sprinters hoeven in ieder geval geen poging te wagen om weer aan te haken bij het peloton, want het tweede deel van de rit is eerder geschikt voor de klimmers. Paar flinke puisten onderweg, waaronder de Monte Becco. Hier zou je als renner prima iets kunnen gebeuren, vooral omdat de volgende dag een stuk makkelijker is. De kans dat de kleppers hier een bommetje gaan gooien lijkt me alleen vrij klein. Dag voor de vluchters, of voor de klassementsrenners van de tweede rij. Maar goed, uiteraard wel weer beter dan een vlakke rit en in dit soort ritten ligt er vaak toch een verrassing op de loer. Hopen we dan maar op.
Etappe 13 20 meiSan Remo, dat ken ik ergens van geloof ik. De renners rijden een tijdje langs de kust en duiken dan het binnenland in, waardoor er geklommen moet worden. De Colle di Nava kan gebruikt worden om de sprinters in de problemen te brengen, maar het is daarna wel nog 100 kilometer fietsen tot de finish. In het verleden hebben we wel eens gezien dat er renners zijn die zo'n poging willen ondernemen. Sagan is wel zo'n type bijvoorbeeld, maarja, dan moet eerst zijn ploeg uitgenodigd worden, wat toch een belediging zou zijn voor de Italiaanse ploegen. Enfin, hier kan wat gebeuren, maar de kans op een massale massasprint is nog steeds het grootst. In ieder geval beter dan een volledig vlakke rit zoals dat gedrocht in de Povlakte, maar dat sluit niet uit dat de uitkomst nog steeds hetzelfde kan zijn.
Etappe 14 21 meiSchitterend. Niets meer aan doen. Alhoewel, het is wel weer een lokaal circuit. Daar ben ik niet echt fan van, maar verder is dit natuurlijk wel een fraaie rit. Continu op en af, met serieuze beklimmingen onderweg. Kan meer opleveren dan een echte bergrit als alles meezit. Nee, naar deze rit kijk ik toch wel uit. Weer zo'n echte heuvelrit, daar houden we van.
Etappe 15 22 meiDe tweede week sluiten we af in de schitterende Aostavallei. Het laatste deel van deze rit vind ik leuk, maar ik heb wel een probleem met het eerste deel. Weer bijna 100 vlakke kilometers aan het begin, waar zijn de bergritten met een explosief begin? En zelfs als je begint met een stuk vlak, waarom gooit men er niet eerder een klim in? Onderweg naar Pila zou je bijvoorbeeld de klim naar Saint-Barthelemy kunnen meepakken, of de Saint-Panthaleon, of de Tzecore, of of of. In plaats van een tocht rechtstreeks door de vallei had je iets vaker de hoofdweg kunnen verlaten om één of twee van die klimmen toe te voegen, waardoor dit meteen een echte koninginnenrit zou zijn. Nu is het niet slecht, maar ontbreekt er toch iets. Nouja, goed, laten we zeggen dat de combinatie van de drie beklimmingen verder wel goed is. Pila en Verrogne zijn lastig, terwijl Cogne wat makkelijker is. Dan zou je kunnen denken, goh, eindigen met een makkelijke klim, wordt het dan geen flopshow? Die kans is er altijd, maar dit is natuurlijk wel een trucje dat de Giro vaker toepast. Door een makkelijkere slotklim op het parcours te smijten dwing je de renners min of meer om eerder in de aanval te gaan. Het zal op Verrogne moeten gebeuren, wat gewoon een lastige klim is. Als de theorie werkt krijgen we een kilometer of 50 koers te zien, wat niet slecht is. Laatste dag voor de rustdag, dat zou sowieso de aanvalslust in de hand moeten werken. Al bij al geen slechte rit, maar wel een rit die haast perfect was geweest als men nog een extra klim had toegevoegd. Vrij zuur, want de klimmen liggen hier echt voor het oprapen, hoef je niet eens voor om te fietsen. Maarja, goed, het mag niet te moeilijk zijn allemaal, want dan worden de renners boos.
Etappe 16 24 meiNa de rustdag direct een lastige rit, zo zie ik het graag. Vrij snel volgt al de eerste klim, zo zie ik het ook graag. Prima klim, waarna we afdalen richting de Mortirolo. Dan denk je, goh, Mortirolo, lekker man. Maar nee, er zit een addertje onder het gras. Dit is een matige kant van de Mortirolo, eigenlijk de slechtste kant. Geen 12 kilometer aan 10%, in plaats daarvan een kilometer of 17 aan 7%. Toch net een ander verhaal, al is het niet ineens een makkelijke klim ofzo, maarja, eigenlijk is de naam Mortirolo van deze kant misplaatst. Enfin, op zich is het niet erg om die klim een keer van een andere kant te doen, want om via de andere kant van de Mortirolo naar Aprica te rijden is ook wel een beetje een herhaald recept. Dit is in ieder geval variatie, maar het is nog een beetje de vraag of het goede variatie is. Na de - uiteraard - lastige afdaling rijden de renners naar Teglio, wat wel een lastige klim is. Alhoewel, klim, de organisatie heeft er een tussensprint van gemaakt. Daarna gaat het naar Santa Cristina, waar Marco Pantani in 1994 Miguel Indurain een oplawaai gaf. Maarja, die rit was wel wat lastiger dan deze rit. Niet dat dit een makkelijke rit is, maar je blijft achter met het gevoel dat hier meer mogelijk was geweest. Bij het vallen van de naam Mortirolo ga je op het puntje van je stoel zitten, maar deze kant is eigenlijk de moeite niet waard, zoals de andere kant van de Zoncolan die we vorig jaar zagen dat ook niet is. Wel een prima afstand, op zich. Al bij al gaat het een lastige rit worden, toch flink wat hoogtemeters en ook flink wat kilometers. Als het tijdens deze rit geen koers oplevert kan het altijd nog doorwerken naar de volgende dag.
Etappe 17 25 meiNa een lange en zware dag begint deze rit meteen bergop, dat is dus een recept waar ik dol op ben. Het enige nadeel is dat de Tonale niet buitensporig lastig is en dat er hierna een eindeloze afdaling gaat volgen. De koers kan meteen uit elkaar spatten, maar de kans is ook vrij groot dat alles weer bij elkaar komt. Deze rit had in het tussenstuk nog een extra klim nodig om voor de echte chaos te kunnen zorgen, vrees ik. Na een wat meer heuvelachtig middenstuk komen we aan het eind van de rit twee zware en wat onbekendere beklimmingen tegen. Dat is dan wel weer prima natuurlijk. Paar nieuwe bergen ontdekken en ondertussen eigenlijk een garantie op actie hebben. De laatste klim is acht kilometer lang, het gaat gemiddeld aan 10% omhoog. Met alles wat de renners al hebben moeten afwerken lijkt het me waarschijnlijk dat de boel hier aan flarden gaat worden gereden. Wel iets om naar uit te kijken. Of de laatste paar kilometer veel toe gaan voegen is de vraag, maar het zal de renners wellicht motiveren om eerder aan te vallen. Op zich een acceptabele bergrit. Iets korter en explosiever na een wat langere bergrit, in principe wel wat je wil zien.
Etappe 18 26 meiAls er nog sprinters in koers zijn krijgen ze hier een laatste kans aangeboden op een ritzege. Een korte rit met wat heuveltjes onderweg, maar dit zou toch gewoon in een sprint moeten eindigen. En dat mag ook wel, tussen het geweld in de bergen door. Wel hinderlijk dat ze de onvermijdelijke Ca del Poggio weer in het parcours hebben gemikt, moet die muur echt ieder jaar onderdeel uitmaken van het parcours ja? Voegt echt niets toe op deze manier, op wat fraaie plaatjes na dan.
Etappe 19 27 meiDe organisatie waagt toch wel een vrij opzichtige poging om het Sloveense geweld naar de Giro te halen. Dit jaar reden we al even door Slovenië en dat trucje gaat volgend jaar herhaald worden. Leuk voor de fans, die zullen weer op de afspraak zijn. Of Pogacar en Roglic ook daadwerkelijk de Giro gaan rijden, dat lijkt me dan weer niet. Hoewel die Sloveense klim wel heel verleidelijk is, de Kolovrat is zo'n beetje 10 kilometer aan 10%, dus dat telt. De top ligt wel 40 kilometer van de finish, dat is vrij ver. In principe is het een geweldige klim voor een vroege aanval, maar ik vrees dat de renners hier vooral afgeschrikt gaan worden door de volgende rit. Ze zullen zich waarschijnlijk wat sparen voor de laatste afspraak in de bergen. In dat kader had men deze rit en de volgende rit beter kunnen omdraaien, dat was veel beter geweest. De lastige rit eerst en daarna de nog steeds lastige maar iets minder lastige, zou eigenlijk standaard moeten zijn. Maar afijn, na die lastige klim in deze rit volgt een afdaling, een vrij lange vlakke strook en dan gaat het aan het eind nog een kilometer of acht omhoog. Niet de lastigste slotklim ooit, maar aan het eind volgen er nog wel een paar lastige kilometers aan 7 à 8%. Kan ervoor zorgen dat de renners weer gaan wachten tot die laatste kilometers. Gezien de volgende rit lijkt me dat eigenlijk een certitude, waardoor dit zomaar een verloren rit zou kunnen worden.
Etappe 20 28 meiDe laatste bergrit van deze ronde. Nadat ze dit jaar wegens het slechte weer en klagende renners ontbraken, gaan we volgend jaar hopelijk wél de Pordoi en de Fedaia zien. Normaal gesproken zou ik blij zijn, want Fedaia, maar toch heeft men een gruwelijke fout gemaakt. De Fedaia is eigenlijk helemaal geen geschikte slotklim. Richting het eind wordt de Fedaia steeds lastiger, in de laatste vijf kilometer gaat het aan 11% omhoog zo'n beetje. Het lastige wordt voor het laatst bewaard, wat de renners zomaar kan ontmoedigen. Welke held gaat op de Pordoi al aanvallen als ie weet dat ie nog naar de Fedaia moet? De Fedaia is eerder geschikt als voorlaatste klim, waarna de laatste klim wat makkelijker moet zijn. Op deze manier neutraliseer je de koers eigenlijk tot in de laatste paar kilometer. Kan het plan zijn, want volgens de ASO is een koers schitterend als je de laatste paar minuten actie hebt. Maarja, bij RCS dachten ze daar eerst altijd anders over. Koers van ver, dat hebben ze vaak geprobeerd te creëren. Nu ligt eerder een gesloten koers voor de hand, ben ik bang. Daarnaast vind ik deze combinatie van Pordoi en Fedaia niet echt gelukkig, ik had bijvoorbeeld liever de Giau en de Falzarego op voorhand gezien, een veel logischere combinatie. Een zwaardere combinatie ook. Dan wellicht via de Pordoi omhoog en ergens beneden eindigen, zoiets had gekund. Of een herhaling van de historische Girorit van 2011, die eindigde in Gardeccia. Was allemaal prachtig geweest, maar dit is het allemaal net niet. De rit is net wat te kort, mist nog een extra berg en eindigt op de verkeerde berg. De Fedaia is een pracht van een klim, maar komt beter uit de verf als tussendoortje. We gaan nu een prachtige koers krijgen in die laatste paar kilometer, dat denk ik wel, maar op voorhand zal er vermoedelijk niet veel gebeuren. De Giro blokkeert z'n eigen koers, niet zo slim. Deze rit iets anders inrichten en omruilen met de vorige rit, dan heb je al een veel beter parcours te pakken met meer mogelijkheden om te koersen. Desalniettemin, een lastige rit en de renners maken uiteraard nog steeds de koers, als ze willen is er hier ook genoeg mogelijk.
Etappe 21 29 meiSluiten we af met de tijdrit. Een herhaling van de tijdrit uit 2019, dat is natuurlijk sowieso vrij lelijk. Ontwerp op z'n minst iets nieuws. En jeminee, deze tijdrit mist echt een boel kilometers. 26 tijdritkilometers in totaal, dat is echt beschamend. Zo diep zinkt de Tour zelfs amper. Nee, dit had een tijdrit van minstens 30 kilometer moeten zijn. Geen idee wat men denkende was, dit kan echt niet. Alsof ze al hebben gehoord dat Ganna de Giro niet gaat rijden en het toen maar totaal hebben opgegeven. Dit kan gewoon echt niet. Heel veel minpunten.
Eindoordeel: laten we het op een 6 houden. Het is wel beter dan de Tour, maar ik zie toch ook enkele minpunten. Het gebrek aan tijdritkilometers is schrijnend, een echte koninginnenrit ontbreekt en enkele ritten hadden met een paar simpele aanpassingen heel veel beter kunnen zijn. De tendens om ritten in te korten en de echte monsterlijke ritten te schrappen levert ook een minpunt op. Als positieve punten moet je dan weer enkele van de heuvelritten noemen, het feit dat er vrij vroeg in de ronde toch al serieus geklommen moet worden en onder aan de streep verdient het feit dat we weer een poging gaan wagen om de Fedaia te bedwingen een bonuspunt. Op de verkeerde plaats in het parcours, maar het blijft de Fedaia, dus toch +1.