Hoi iedereen,
Voor ik mijn verhaal begin: even duidelijk maken dat ik amper economische kennis heb:
Mijn telefoon is nu 2,5 jaar en de batterij begint snel leeg te gaan. Mijn auto is 15 jaar en daar is afgelopen week ook een mankement aan gekomen. Dit gaat me dus weer geld kosten, de vraag "laat ik het nog maken of koop ik een nieuwe" dringt zich op en de gedachte hoe vroeger toch alles beter was en langer mee ging doet me wensen dat ik geboren was in 1880.
Ik ben opgegroeid op een boerderij, waar steeds veel te repareren viel en dat meestal zodanig sterk werd gedaan dat het een stier kon weerstaan (letterlijk) en met het idee dat het 100 jaar moest meegaan. Inmiddels ontwerp ik machines en ook daar probeer ik die zo kwaliteitsvol mogelijk te maken. Ik lig dus ook steeds in de clinch met marketing over waar ik nog een tientje zou kunnen besparen en dat de machines die ik maak ook wel moeten verslijten zodat de klant deze na 10 jaar weer zou vervangen (en dat dan eveneens best de hele machine versleten moet zijn en niet simpelweg één onderdeel).
Ik begrijp de redenering dat een bedrijf werk moet houden om te blijven bestaan. Als
Miele straks een wasmachine verkoopt die 200 jaar mee gaat dan verkopen ze na 20 jaar geen enkele machine meer want iedereen heeft die oude nog. Dingen moeten dus kapot gaan om de economie te laten draaien. Maar stel nu dat elke wasmachine slechts een week mee gaat en dan moet er weer een nieuwe komen (en we laten het milieu even buiten beschouwing). En stel mensen zouden gek genoeg zijn om dat te doen. Draait de economie dan helemaal op volle toeren? Zit er ergens een optimum in?
Ik probeer in mijn hoofd de economie steeds te verschalen naar een klein dorp met zegmaar een bakker, een boer en een timmerman. Ik begrijp dat als de timmerman geen werk meer heeft dat die geen geld meer krijgt en dus geen brood meer kan kopen en dus eigenlijk buiten de economie valt. Maar stel dat die timmerman zo'n slecht werk levert dat alles meteen uit elkaar valt, dan kan ik mezelf moeilijk voorstellen dat het goed gaat in dat dorp?
Kan iemand mij (proberen) uitleggen waar mijn redenering spaak loopt?