abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 03:30:45 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201162047
Etapa 17: Unquera - Lagos de Covadonga, 185,8 km

Daags na de rustdag beginnen we de rit met een flinke valpartij, een valpartij die nogal wat slachtoffers kende. Sep Vanmarcke en Giulio Ciccone moesten de strijd staken, terwijl renners als Enric Mas en Guillaume Martin ook op de grond lagen. Door die grote valpartij viel het vrij snel stil in het peloton, daar wisten de eerste vluchters van de dag dan weer van te profiteren. Vier jongens reden weg, Jetse Bol ging even later in de achtervolging. De rest besloot te wachten en dus waren ze vertrokken. De kopgroep van vijf maakte weinig kans, want toen de voorsprong amper twee minuten bedroeg begonnen de sprintersploegen al te controleren. Vrij lang gebeurde er daarna niets, totdat we halverwege de rit een paar klimmetjes tegenkwamen. Op het eerste klimmetje ging Harm Vanhoucke in de aanval, hij wilde graag naar de kopgroep toe. Dat lukte, maar het leverde hem uiteindelijk niet veel op. Op het tweede klimmetje, een ongecategoriseerd klimmetje, gooide UAE de knuppel in het hoenderhok. Met de hele ploeg reden ze op kop en ze kregen het voor elkaar de hele boel uit elkaar te rammelen. Veel renners moesten eraf, waaronder Fabio Jakobsen. Blijkbaar had men daar bij Quick Step wel rekening mee gehouden, want Jakobsen was continu goed omringd door zijn ploeggenoten. Daardoor konden ze na de klim meteen versnellen en zo het gat met de rest dichtrijden. Al werden ze ook wel geholpen door het feit dat niemand met UAE wilde rijden. Een ploeg als BikeExchange had dat eigenlijk wel moeten doen, maar die maken tot nu toe alleen maar verkeerde beslissingen. Wonderbaarlijke ploeg, geen fenomenen.

Het had moeten gebeuren op die klimmetjes, maar omdat alleen UAE ambities had gebeurde er aan het eind van het verhaal niet al te veel. UAE stopte met rijden, ging dan toch maar weer door en wist het ook niet meer. In de finale van de rit zaten weer wat klimmetjes, maar die bleken te kort te zijn om voor veel verschil te zorgen. Een beetje tegenwind aan het eind hielp ook niet mee. In de kopgroep spatte het ondertussen uiteen, Vanhoucke moest zijn inspanningen al vrij snel bekopen en wapperde terug. Bizkarra is geen man voor dit werk, die wapperde ook terug. De aandachtszieke Jetse Bol reed nog even kansloos in beeld, Willie Smit zou trots zijn. Stan Dewulf hield nog wat langer stand, maar ook hij maakte geen kans. Alle sprintersploegen werden wakker en zodoende reden we met een behoorlijk groot peloton naar de technische finale in Santa Cruz de Bezana. Bochtje, drempeltje, beetje op en af. Het was niet echt een aankomst voor een massasprint, maar dat werd het wel. In de laatste kilometer een lompe bocht naar links waar een paar renners bijna onderuit gingen, fraai was anders. Maar afijn, een of andere gozer van Alpecin trok de sprint aan voor... ja, in ieder geval niet voor een ploeggenoot. Voor Jordi Meeus, ook een optie. Die trok dan weer de sprint aan voor Fabio Jakobsen. Het was lichtelijk chaotisch, toch wel. Jakobsen maakte in ieder geval dankbaar gebruik van het werk van de anderen en wist zodoende vrij simpel zijn derde ritzege te boeken. Best knap, als je bedenkt dat hij onderweg al een keer flink werd gelost. Ze hadden van hem af kunnen zijn, maar niemand durfde de genadeklap uit te delen en dus werd het een vrij reguliere massasprint op een niet al te regulier parcours. Had beter uitgetekend kunnen worden. Maarja, goed, snel vergeten deze ellende. Leuk voor Jakobsen en zijn groene trui, verder schoot niemand er wat mee op. De groene trui is zo goed als binnen, als hij de bergen weet te overleven. Want ja, er gaat geklommen moeten worden. We trekken naar Asturië, het land van de steile puisten. En het land van de overschatte klim naar Lagos de Covadonga. Geen zin in, ik kijk toch vooral uit naar de dag van morgen. Al ontdekken we vandaag onderweg wel een leuk klimmetje, vooruit dan maar.




De eerste van twee bergritten in Asturië gaat van start in Cantabrië, in het piepkleine dorpje Unquera om precies te zijn. In Unquera, waar net iets meer dan 1000 mensen wonen, bevinden we ons niet ver van San Vicente de la Barquera. Hier ging in de Vuelta van 2019 een rit van start met aankomst in Oviedo, waar Sam Bennett de oplopende aankomst naar zijn hand wist te zetten. In 2019 reden we van San Vicente de la Barquera naar Unquera, waardoor de koers hier stiekem toch al eens is geweest. Dit wordt wel het eerste vertrek, wat niet gek is als je bedenkt dat hier dus maar 1000 mensen wonen. Unquera is gelegen aan de Deva, als je via de brug naar de andere kant van de rivier rijdt verruil je Cantabrië meteen voor Asturië, het ligt lekker op de grens van deze twee regio's dus. Gelegen in Val de San Vicente ligt Unquera ook op de route naar Santiago de Compostela, we werken dus weer een stukje van de pelgrimstocht af. Of nouja, meer specifiek de Camino Lebaniego, er zijn meerdere wegen die naar Santiago leiden. Unquera is klein, maar toch niet helemaal onbeduidend. Er is hier een flinke industrie waar men zich heeft gespecialiseerd in het produceren van zoetigheden, ook wel bekend als Corbatas de Unquera. Een corbata is een stropdas, de gelijknamige snack kent dan ook een vrij langwerpige vorm. Het ziet er verder niet direct heel lekker uit, maar de Corbatas de Unquera zijn in heel Spanje een begrip. Bedrijven als Pindal, Canal en Sandar bevinden zich langs de snelweg die dwars door Unquera loopt en zij produceren de snack met het karakteristieke uiteinde, dat het inderdaad een beetje op een stropdas laat lijken. Unquera staat ook bekend als de toegangspoort tot de kloof van La Hermida, jaja. Naast de snelweg beschikken ze hier ook over een treinstation, best bijzonder voor zo'n kleine gemeenschap. Ik denk niet dat er verder veel te melden valt over Unquera. Blijkbaar zijn ze hier ook goed met conserven, naast bladerdeegsnackjes met een hoop suiker erop. In de centrale straat van Unquera vinden we een hoop fraaie gebouwtjes, en talloze eettentjes waar je de stropdasjes in je giechel kunt stoppen. Toch valt dat via Google niet op, als je zoekt naar Unquera zie je bijna alleen maar foto's van het aan de overkant gelegen Bustio, in Asturië. In die val wil ik niet trappen, al valt het niet mee om een mooi plaatje van Unquera te vinden. We brengen daarom maar beide dorpen in beeld, met een stropdasje erbij.




Na de start rijden we niet meteen over de rivier Asturië binnen, wat ik stiekem had verwacht. Nee, we trekken naar het zuiden en volgen een tijd de loop van de Deva. Alsnog gaan we daardoor Cantabrië vrij snel verlaten, maar dan via een andere weg. Na de neutralisatie rijden we in de eerste kilometers van de rit de volgende autonome regio binnen, waarna we een kilometer of zes over een brede maar licht bochtige weg langs de Deva rijden richting Panes. De weg glooit nogal, we mogen het ouderwets Spaans vlak noemen. In Panes betreden we de Picos de Europa, een schitterend gebied. De hoge pieken van deze bergketen laten we voorlopig alleen nog wel even links liggen, we slaan in Panes scherp rechtsaf, rijden via een opvallende brug over de Deva waarna we aan de andere kant van het water een tijd door de vallei blijven rijden. Na een tijd buigt de Deva wel af, daarna komen we langs de Cares te fietsen. Maakt verder weinig uit, een vallei is een vallei. Wel een schitterende vallei, het is hier formidabel groen en overal om je heen torenen de prachtige bergtoppen boven je uit. Af en toe een rotswand erbij, alleen al voor de plaatjes is deze tocht de moeite waard. Voor de koers wellicht wat minder, want hoewel het terrein glooiend blijft komen we nog niet echt een serieuze klim tegen. De brede maar bochtige weg gaat wat op en af, maarja, nee, heel lastig wordt het toch echt niet. Wel mooi, het is echt schitterend hier. Prachtige kloof, het is genieten. Picos de Europa, goed man. Heel groen, maar ook heel rotsachtig. Het water komt zo nu en dan ook even in beeld, schijnt ook nogal een populaire locatie te zijn voor de kanoërs en aanverwante peddelaars. De renners fietsen ook door wat dorpjes, die allemaal vrij fraai zijn. Na een kilometer of 30 rijden we door Las Arenas, hier fietsen we na een bocht naar rechts over een brug. In Las Arenas komen we uit op het grondgebied van Angel José Sarrapio, een voormalig coureur die in de Tour van 1986 nog een rit wist te winnen. Las Arenas staat ook bekend om de Cueva del Queso de Cabrales, een grot waar men de Cabrales laat rijpen. Dit is een blauwgeaderde koeienkaas (met, indien verkrijgbaar, bijmenging van geiten- en schapenmelk), afkomstig uit de gelijknamige gemeente Cabrales in Noord-Spanje. De omgeving waar de queso de Cabrales geproduceerd wordt, bepaalt in belangrijke mate de smaak van de kaas. De gemeente Cabrales ligt in het Picos de Europa-gebergte. De kazen worden tussen de 4 en 6 maanden gerijpt in koele grotten van dit gebergte, en staan onder invloed van zilte Atlantische wind. Naast de omgeving bepalen ook de bladeren van de esdoornen in de bergen de smaak van de kaas. De betere kazen worden namelijk in die bladeren verpakt, al zie je de kaas tegenwoordig steeds vaker in folie. Jeetje, heftig. De cabrales-kaas is trommelvormig. De kaas is brokkelig, doch smeerbaar. De kaas heeft een typerende ziltige en houtachtige smaak wat voor een belangrijk deel is te danken aan de esdoornbladeren. Het zal nog wel stinken ook. Te vinden in Las Arenas, voor de liefhebber. En in de hele gemeente dus, lekker hoor.




In Las Arenas komen we nog een paar bochten tegen, daarna rijden we rechtdoor verder richting de voet van de eerste echte klim van de dag. De weg blijft breed en bochtig, terwijl we weer van rivier wisselen. De Cares wordt verruild voor de Casaño, voor wie het wil weten. Van Las Arenas rijden we naar Carreña, de brede weg loopt een aantal kilometer vals plat omhoog. De omgeving blijft bijzonder fraai, het blijft groen en heuvelachtig, terwijl we tussendoor ook een keer door een fraai tunneltje fietsen. Zonder een echte aankondiging begint de brede weg vals plat omhoog steeds minder vals plat te worden. Het begint zowaar op klimmen te lijken, we beginnen aan de Altu de Hortigueru. Bijzonder wel, dat de organisatie kiest voor de Asturische spelling. In het Baskenland willen ze nog wel eens voor de Spaanse spelling kiezen, smerige politieke spelletjes. In Asturië ligt dat blijkbaar minder gevoelig, hier mogen we een Alto een Altu noemen. Gooi al je o's uit het raam en zet er een u neer, dan kom je in Asturië een eind. Al hebben ze ook een H toegevoegd, in het Spaans is het de Alto de Ortiguero. Een klim van 5,3 kilometer aan 4,7%, niet heel spannend dus. Een klimmetje van de derde categorie, het bouwt steeds een beetje op. Van 2% naar 3%, naar 4%, naar 6%. Richting de top gaat het zelfs even aan 6,5% omhoog, jemig. Een opwarmertje, zullen we maar zeggen. Na de top van de klim, we hebben 37 kilometer afgewerkt, fietsen we een kilometer of drie over een glooiende weg verder naar La Robellada. Het gaat wat op en af, maar een echte afdaling mogen we het nog niet noemen. We komen wel wat bochten tegen, de brede weg zal altijd bochtig blijven. Met dank aan de verschillende riviertjes, niets aan te doen. In La Robellada komen we een rotonde tegen, hier slaan we linksaf en dan beginnen we wél aan een afdaling. Een vluchtheuvel met paaltjes bij deze rotonde, toch maar opletten. Voorbij deze rotonde gaat het dus even naar beneden, maar heel spannend gaat dat niet worden. Na een kilometer of vijf komen we uit in Benia de Onís, wat geen onooglijk dorpje is. Onderweg komen we in het bos een paar bochten tegen, maar de weg is hier zo gigantisch breed dat dit met twee vingers in de neus te doen is. Zodra we door Benia de Onís zijn gefietst gaat het 15 kilometer verder lichtjes naar beneden, richting Cangas de Onís.




Lichtjes naar beneden is eigenlijk nog een overdrijving, het is eigenlijk zo goed als vlak. Soms gaat het kort even omhoog, maar de tocht van 15 kilometer kent amper gevaren. We komen af en toe in een dorpje een drempeltje tegen, tussen de dorpjes in ligt er in de bossen soms een bocht. Maar omdat de weg zo breed is mag hier weinig gebeuren. Een hele tijd later, vlak voor Cangas de Onís, komen we uit in Soto de Cangas. Hier stuiten de renners op een rotonde, waar ze rechtdoor gaan. Je kunt bij deze rotonde ook linksaf slaan, dan fiets je direct naar Lagos de Covadonga. In de finale van de rit komen we terug bij deze rotonde, dan slaan we wel af richting Lagos de Covadonga. Dat doen we nu niet, we gaan nu eerst naar Cangas de Onís fietsen en daar beginnen we aan een lokale lus. Een lokale lus met een nieuwe klim, een ontdekking die meteen twee keer bedwongen wordt. Het moet de rit wat interessanter maken, want normaal is een aankomst op Lagos de Covadonga toch een halve unipuerto. Nu lijkt het er op papier beter uit te zien, maar dat gaan we nu wat beter bekeken. Bij de rotonde in Soto de Cangas gaan we dus rechtdoor, nouja, vooruit, een beetje schuin naar rechts. Vervolgens rijden we over een brede en rechte weg richting Cangas de Onís, vlak voor we deze plaats bereiken komen we een nieuwe rotonde tegen waar we linksaf moeten slaan. Vervolgens rijden we het centrum binnen, waar een bocht naar links volgt. Als we over een tijd terugkeren in Cangas de Onís volgt hier een tussensprint, maar wij verlaten de stad nu heel snel en rijden richting het zuiden, richting ons lokale rondje. Buiten Cangas de Onís rijden we drie kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg, daarna zal de weg zeven kilometer lang wat meer bochten kennen. Het begint ook wat glooiender te worden, zo gaat het een paar keer licht merkbaar omhoog. Weer geen echte klim, maar vlak mogen we het ook niet noemen. We fietsen langs de rivier Sella door een opnieuw zeer fraaie omgeving. Het ziet er hier schitterend uit, ook zijn er bewijzen te vinden dat er hier al eerder mensen zijn geweest. We komen bijvoorbeeld een oude brug over de rivier tegen, heel gaaf. Een Romeinse brug zelfs, als we de Asturiërs mogen geloven. Maar die lui zijn niet vies van een lichte overdrijving, de meeste Romeinse bruggen in Asturië stammen uit de middeleeuwen. Niet veel later komen we uit bij een andere brug, net voor we Santillán betreden. Hier begint het lokale rondje echt. Over een aantal kilometer gaan we terugkeren op deze weg, via die brug. Nu rijden we rechtdoor verder, op weg naar weer een ontdekking van de organisatie.



Het is tien kilometer fietsen tot de voet van La Collada Llomena, het worden tien bochtige kilometers door een behoorlijk groene omgeving. Het loopt ook voornamelijk vals plat omhoog, in die tien kilometer komen we 150 meter hoger uit. Toch is dat maar de helft van het verhaal, want het gaat tussendoor ook een paar keer zoetjes aan naar beneden. Er zitten in dit stuk dus ook wat lastigere stroken, maar dat stelt allemaal niets voor in vergelijking met dat wat dadelijk komen gaat. Dat de weg een aantal bochten kent zal ook voor weinig problemen zorgen, het is behoorlijk breed en scherp bochtenwerk is er niet bij. De renners rijden voornamelijk door een bos, maar af en toe verdwijnen de bomen wat uit beeld en dan zien we vooral wat imponerende bergen die ons bijna lijken in te sluiten. Vlak voor we beginnen aan de eerste van twee beklimmingen van La Collada Llomena rijden we een tijd langs enkele indrukwekkende rotswanden. Het is hier dat we toch nog een lastige bochtencombinatie tegenkomen, maar dat is in die tien kilometer enige punt van aandacht. Uiteindelijk komen we uit aan de voet van de klim, waar een scherpe terugdraaiende bocht naar rechts genomen moet worden. Na die bocht beginnen we in de buurt van een watervalletje aan een klim van 7,6 kilometer aan 9,3% gemiddeld. Ja, dat leest u goed. La Collada Llomena is straffen toebak, naar wij dachten. Een klim van de eerste categorie, dat begrijpen we wel. Door een werkelijk schitterend landschap hijsen we ons meteen in de eerste kilometer aan 7,5% omhoog. Valt nog mee, maar er zitten wel al stroken aan 10% tussen. In de tweede kilometer gaat het zelfs aan 10,5% gemiddeld omhoog, met stroken tot 12%. Langs de rotswanden gaat de iets minder brede bochtige weg stevig omhoog, 't is de moeite. In de derde kilometer van de klim fietsen we door een tunneltje, terwijl het gemiddelde een beetje zakt naar 8,5%. De vierde kilometer wordt een pak lastiger, het gaat aan 12% gemiddeld omhoog met zelfs stroken tot 14%. Na een tijd komen we een paar haarspeldbochtjes tegen, hierna is het uitzicht over de omgeving tijdelijk nóg mooier. Even later fietsen we de andere kant op, we merken dat aan die kant het uitzicht net wat minder is. Niet lang daarna fietsen we door het dorpje Viego, hier komen we weer wat bochtjes tegen. Het gaat nog steeds steil omhoog, maar 9,3% is natuurlijk geen 12%. Alsnog lastig zat, en het dorpje is ook best leuk. Buiten het dorp gaat het verder omhoog aan 8,6%, met toch nog steeds wel strookjes aan 10% of meer. Des te dichter we in de buurt van de top komen, des te meer begroeiing er te zien is. Wel merkwaardig, meestal is het andersom. De fraaie bergtoppen verdwijnen uit beeld en we rijden over een steeds bochtigere weg door een bos naar boven. Nog flink wat hoefijzertjes aan het eind, terwijl het vlak voor de top nog een tijd aan meer dan 9% omhoog zal gaan. In de laatste 600 meter gaat het aan 8% omhoog, waarna we na 88 kilometer voor het eerst de top van de Collada Llomena bereiken.





Een prachtige klim, ik kan niet anders zeggen. Ik ben sowieso altijd blij met een nieuwe klim, maar dit is wel een pareltje. We fietsen door een prachtige omgeving, dat helpt al. Het Parque Natural de Ponga, die naam mag genoteerd worden. Op de top van de klim is er niet direct het beste uitzicht, maar als je de benenwagen neemt en een stukje verder te voet klimt kom je bij allerlei miradors uit waar het uitzicht simpelweg een 10 is. Los Bedules bijvoorbeeld, niet te schatten. Maar goed, terug naar de koers. De leuke ontdekking, onder de Spaanse kenners al jaren bekend maar om een of andere reden stelselmatig genegeerd door de organisatie, heeft ook een minder leuke kant. De weg omlaag, dat gaat lastig worden. Hoewel, de eerste kilometer valt mee. Na de top rijden we een kilometer verder door het bos over een bochtige weg die wel zo goed als vlak is. Pas daarna begint de afdaling, we gaan een kilometer of negen dalen aan een procent of zeven. De andere kant van de klim is in principe minder lastig, maar kent wel wat vervelende elementen. Zodra het dalen echt begint gaat het een kilometer of vier behoorlijk steil naar beneden richting San Juan de Beleño. Deze vier kilometer rijden we door het bos over een weg die steeds bochtiger wordt. Van de ene naar de andere bocht, over een weg die ook niet al te breed is. Onoverzichtelijk door de dichte begroeiing, terwijl er een tijd gedaald wordt aan 10%. Gaat niet simpel zijn, vooral niet als we kort achter elkaar een aantal haarspeldbochtjes tegenkomen. Na dit lastige deel van de afdaling bereiken we San Juan de Beleño, een dorpje dat prachtig gesitueerd is op de flanken van de heuvels. In dit dorp komen we ook weer een aantal bochten tegen, maar het is hier een tijdje zo goed als vlak. Buiten het dorp begint de afdaling weer, maar het tweede deel van de afdaling is beduidend minder lastig. Het gaat wat meer rechtdoor naar beneden, aan lagere percentages. De weg lijkt ook iets breder geworden te zijn, wat het allemaal wat makkelijker maakt. Toch komen we nog steeds een aantal bochten tegen, zelfs een paar scherpe bochten. Op zich valt dit stuk wel mee, alleen aan het eind van de afdaling rijden we ineens een duister bos binnen waar aan het eind nog één lastige haarspeldbocht is te vinden. Even verderop rijden we over een brug en zijn we beginnen. Nu we beneden zijn gaan we een tijd de loop van de Ponga volgen, naast een nationaal park is dat ook een riviertje. Feitelijk gezien heb je een berg met aan de ene kant de Sella en aan de andere kant de Ponga en wij fietsen een rondje om deze berg heen. De kloof van de Sella was fraai en dat kunnen we ook zeggen over de kloof van de Ponga, de rotswanden vliegen ons weer om de oren. Prachtige bergen hier, woorden schieten tekort om dit te omschrijven. En hier mogen we dus twee keer langs gaan fietsen, wat een bofkonten zijn we.



We rijden in eerste instantie acht kilometer door de kloof van de Ponga, naar Sellaño. Het loopt een beetje vals plat naar beneden, terwijl we behoorlijk wat bochten tegenkomen. Bochten en rotswanden, dat is het min of meer. Weinig lastige bochten, maar toch. Eenmaal in Sellaño slaan we rechtsaf, waarna we nog eens zeven kilometer de loop van de Ponga volgen. Dit stuk is wat meer glooiender, het gaat een beetje op en af. De natuur blijft indrukwekkend, we fietsen nog een tijd langs de rotsen. Het is vrij bochtig en het gaat zo nu en dan een tijdje omhoog, maar de tocht is toch vrij makkelijk te noemen momenteel. Aan het eind van deze weg komen we uit bij de samenvloeiing van de Ponga en de Sella. We rijden via een brug over de Sella, slaan rechtsaf en beginnen dan aan de tweede ronde. De eerste lus is afgewerkt, we beginnen aan de tweede. Weer rijden we tien kilometer over een bochtige weg door een groene en fraaie omgeving. De weg loopt nu ook weer wat vals plat omhoog, we komen weer eens 150 meter hoger uit. Niet heel spannend, het spannende deel komt hierna. We komen aan het eind van deze weg weer uit bij de waterval, waar we een terugdraaiende bocht naar rechts moeten zien te overleden. Na die bocht begint voor de tweede keer vandaag La Collada Llomena. Opnieuw gaat het 7,6 kilometer aan 9,3% omhoog, het wordt weer uitermate steil. Een klim die serieus de moeite waard is, het enige nadeel is dat het na de klim een kilometer of 40 duurt voor we aan de klim naar Lagos de Covadonga gaan beginnen. Aanvallen op deze klim is daardoor wellicht niet het beste idee, al zouden we dat natuurlijk graag zien. Gezien de percentages kan het, na een begin tegen 7,5% gaat het tot aan de top continu steil omhoog. Twee kilometer aan meer dan 10%, zelfs een kilometer aan 12%. Een aantal kilometer aan 9%, en wat werk aan 8%. Voor de mensen zonder geheugen gooien we het profiel er nog een keer in, dan kun je zelf nog een keer goed bekijken hoe lastig deze klim is. Een lastige klim in een schitterende omgeving, we zouden hier een keer moeten terugkomen voor een aankomst. Die 40 kilometer om aan de voet van Lagos de Covadonga uit te komen is dodelijk, dat gaat deze prachtige klim van minder glans voorzien.





Na 129,6 kilometer komen we voor de tweede keer vandaag boven op La Collada Llomena. Op de top van deze klim van eerste categorie ligt ook de bonussprint, dat moet dan blijkbaar de motivatie voor de renners vormen om de koers vroeg open te breken. Wie weet, dromen mag. Na de klim is het eerst een kilometertje vrij vlak, voor we voor de tweede keer de lastige afdaling induiken. Inmiddels kennen de renners deze afdaling, dat zal misschien wat schelen. Weer dalen we af door een donker bos over een smalle weg, die vooral in de eerste paar kilometer flink wat bochten kent. Het gaat ook een tijdje aan 10% naar beneden, met ook wat haarspeldbochten onderweg. Na een tijd komen we uit in San Juan de Beleño, waar het een paar meter vlak is. Daarna wordt de afdaling wat makkelijker, maar we komen nog steeds de nodige bochten tegen. Aan het eind nog een scherpe haarspeldbocht, bijvoorbeeld. Vervolgens rijden we een eeuwigheid langs de Ponga, door een schitterend decor. In totaal volgen we deze rivier een kilometer of 15, het gaat overwegend vals plat naar beneden. We komen wat bochten tegen, en soms gaat het ook even omhoog. Heel veel meer valt daar ondertussen niet meer over te vertellen, al wil ik graag nog even benadrukken dat het hier echt heel erg fraai is. Aan het eind van de weg komen we opnieuw uit bij de samenvloeiing van de Ponga en de Sella, ditmaal slaan we voorbij de brug linksaf. Geen derde rondje, nee, we rijden terug naar Cangas de Onís. Deze weg kennen we ook, al werkten we hem eerst in tegengestelde richting af. Tien kilometer lang volgen we de Sella richting Cangas de Onís, de eerste paar kilometer zal de weg behoorlijk bochtig zijn. Het gaat wat op en af, maar uiteindelijk komen we wel een stukje lager uit. Geen heel lastig deel van de rit dit, geen sinecure om als aanvaller op dit soort wegen op te boksen tegen een achtervolgende groep. Het is lekker breed, de natuur blijft schitterend en na een tijd wordt het wat rechter. De laatste paar kilometer van deze weg rijden we rechtdoor naar Cangas de Onís, dat we na 163,5 kilometer gaan bereiken. In het centrum volgt de tussensprint van de dag, zonder bonussprint want die hebben we al gehad. In Cangas de Onís, waar in het verleden behoorlijk veel ritten in de Vuelta van start zijn gegaan, komen we die ene brug met dat kruis tegen. Weet je wel.



In Cangas de Onís slaan we rechtsaf, daarna rijden we naar Soto de Cangas. In Cangas de Onís vond Miguel Indurain in 1996 zijn Waterloo, overigens. Nadat hij dat jaar de Tour al had verloren werd hij in de Vuelta ook op zo'n beetje iedere berg gelost. Onderweg naar Lagos de Covadonga reed hij na de Mirador de Fito al in de bus rond, waarna hij in Cangas de Onís zijn teambus zag staan bij het hotel. Het signaal om af te stappen en nooit meer op te stappen, dat is dus wat Lagos de Covadonga met een mens doet. De meest overschatte klim van heel Spanje, me dunkt. Leuk natuurlijk, die dubbele beklimming van de Collada Llomena, maar onderweg naar Cangas de Onís reden we al een eeuwigheid voor de vallei en dat wordt er nu niet beter op. Voorbij Cangas komen we twee rotondes tegen in vier kilometer tijd, tussen die rotondes in gaat het vooral rechtdoor over een brede weg, terwijl de weg een beetje vals plat omhoog loopt. Bij de rotonde in Soto de Cangas slaan we rechtsaf, daarna fietsen we richting Covadonga. Zes kilometer lang loopt de weg wat vals plat omhoog, dit hoort nog niet bij de echte klim. Over een brede weg fietsen we via La Riera naar Covadonga, we komen wel wat bochten tegen maar verder is het nog steeds vrij saai. Een rotonde in La Riera en eentje in Covadonga, dan ben je er verder wel. In dit stuk komen we een kleine 150 meter hoger uit, dat gaat het grote verschil ook niet maken. Op 12,5 kilometer van de finish komen we uit in Covadonga, hier gaat de veel te vaak gebruikte slotklim naar Lagos de Covadonga beginnen. In het plaatsje Covadonga komen we overigens een heiligdommetje tegen, met een heel verhaal erbij. Er is een basiliek, maar het heiligdommetje is vooral bekend vanwege een heuse grotkapel. In de grot staat een beeld van de Virgen de Covadonga, een beeltenis van de maagd Maria. Volgens de overlevering leverde de heilige maagd een bijdrage aan de overwinning van de Spanjaarden op het Moorse leger. Ergens in het jaar 722 kwam de lokale held Don Pelayo hier orde op zaken stellen, bij de Slag om Covadonga hakte hij de Moren in de pan. Met een beetje hulp van de maagd van Covadonga, jaja, uiteraard, natuurlijk. Pelayo is niet voor niets de grootste held van Asturië, is het niet door daadwerkelijke daden dan wel door een aangedikt verhaal. Voor de Asturiërs was het in ieder geval voldoende reden om een heiligdom van deze plaats te maken en een beeld van Pelayo naast de basiliek neer te pleuren. Er is een Pelayo in koers, Pelayo Sanchez van Burgos. Deze Asturiër moet anno 2021 dan maar de Slag om Covadonga gaan winnen, zou ik zeggen. In 722 zorgde de heilige maard voor een regen van rotsblokken, zoiets zal in dit geval ook wel nodig zijn om hem te laten winnen. Maar afijn, ja, dingen.




We gaan dat heiligdom overigens niet echt in beeld zien, bij de rotonde in Covadonga gaan we naar links en beginnen we aan de slotklim, om bij het heiligdom uit te komen moet je naar rechts. De renners beginnen aan de laatste klim van de dag, een klim die me verder gestolen kan worden. Lagos de Covadonga, volgens de organisatie 12,5 kilometer aan 6,9% gemiddeld. Buitencategorie, oftewel categoría especial. Weinig zin om er verder heel veel woorden aan te besteden, we komen hier veel te vaak langs. De laatste keer was in 2018, toen sprak ik de volgende profetische woorden:

quote:
Enfin, Lagos de Covadonga kan dus wel leuk zijn. Het kan. Maar er zijn heel veel andere beklimmingen in Spanje die ook leuk kunnen zijn. Waar blijft de Alto de Gamoniteiro bijvoorbeeld? Ik wil eerst die klim zien en dan pas wens ik deze klim weer eens te zien. Met je kutcovadonga.
Nou, hebben ze toch deels naar me geluisterd. Net de verkeerde volgorde, maar goed, parcoursbouwers zijn sowieso een beetje stupide. De kans dat er veel gaat gebeuren op Lagos de Covadonga met de Gamoniteiro in het achterhoofd is niet zo groot, natuurlijk. Maar goed, anyway, het is een lastige klim, dat in ieder geval. In principe ook geen lelijke klim, maar overdaad schaadt. We beginnen op een vrij makkelijke manier met een kilometer aan 4%, daarna gaat het naar 7%. Vervolgens volgt het lastige middenstuk van de klim, het gaat zes kilometer bijzonder steil omhoog. Kilometer aan 10,5%, dan 9,5%, dan een makkelijkere kilometer aan 7,5% vooraleer het na een kilometer aan 10% twee kilometer aan meer dan 11% omhoog zal gaan. Uitschieters tot 15%, vooral bij La Huesera. Voorbij deze zware strook wordt de klim een stuk wisselvalliger, de renners komen wel nog wat steilere stroken tussen maar ook stukjes in dalende lijn en wat vlakker werk. Twee kilometer aan 7% gemiddeld na dat zware stuk, maar ook in die kilometers gaat het nog een paar keer wat steiler omhoog. Op een kilometer of drie van de finish gaat het zelfs een tijdje naar beneden, met daarna een laatste stukje waar het echt steil is. Gemiddeld gaat het aan 7% omhoog, maar we komen stroken tot 13% tegen. Vervolgens dalen we eigenlijk zo'n beetje af richting de finish, bij het meertje Enol. Want ja, zo heet dat meertje eigenlijk. Maarja, je mag het ook gewoon de meren van Covadonga noemen hoor, kan allemaal. Ik neem aan dat iedereen dit verder wel kan dromen. Het is een klim die vaak ontzettend mooie beelden oplevert, maar vaak niet de mooiste koers. Bij de favorieten niet, in ieder geval. De laatste paar edities ging het wat beter, maar we hebben in het verleden nogal wat ellende moeten overwinnen. De organisatie blijft de klim pushen als de Spaanse Alpe d'Huez, zitten we niet echt op te wachten.





Lagos de Covadonga debuteerde in 1983 in de Vuelta, het leverde een overwinning op voor Marino Lejarreta. Sindsdien zijn we hier gewoon doodleuk 20 keer geweest. Om het jaar, zo'n beetje. Dat is nooit een goed idee, het zou voor iedere klim een overkill zijn. Maar toch vooral voor deze klim. Mooie klim en blablabla, maar wel een geïsoleerde klim. De organisatie doet tegenwoordig wel steeds meer haar best om ritten met aankomst op Lagos de Covadonga op te vrolijken, maar het feit dat ze daar überhaupt moeite voor moeten doen zegt al genoeg. In 2018 waren we getuigde van een dubbele beklimming van de Mirador de Fito, dit jaar hebben we dus de nieuwe Collada Llomena opgeduikeld. Prima dat men er iets van probeert te maken, maar hetzelfde probleem zal altijd blijven bestaan: Lagos de Covadonga is een geïsoleerde klim. Enorm slecht te combineren met andere beklimmingen. Van de top van de Collada Llomena is het 40 kilometer fietsen naar de voet van Lagos de Covadonga, dat is te lang. De aanvalslust zal getemperd worden, zeker als we denken aan de Gamoniteiro. Mede daardoor hebben we de laatste jaren de grootste nobuddies zien winnen op Lagos de Covadonga, wat mij niet goed lijkt voor de status van de klim. Ik denk bijvoorbeeld terug aan 2010, toen Asturiër Carlos Barredo hier wist te winnen. Twee jaar later was godbetert Antonio Piedra aan het feest. Een renner van Caja Rural, die nog altijd de twijfelachtige eer heeft de laatste renner van die ploeg te zijn die een rit won in de Vuelta. Een eindeloze droogte van inmiddels tien jaar, Caja stelt altijd weer teleur. Twee jaar daar weer na won Przemyslaw Niemiec, dat was me ook een partij ellende zeg. Al was die aankomst nog wel spannend, hij wist de aanstormende favorieten maar net af te houden. Die editie was voorlopig wel het kantelpunt, sindsdien hebben we twee keer de favorieten om de zege zien strijden. In 2016 was dat best vervelend, want toen reed ONZE Robert Gesink in de aanval. Hij was de sterkste vluchter die dag, maar hij werd op de slotklim overvleugeld door een op hol geslagen Nairo Quintana. De Colombiaan reed de boel op een hoop, niemand kon in zijn buurt blijven. Even later werd Gesink ook bijgehaald door Froome, maar de inmiddels totaal niet meer rullevante Brit werd aan het eind toch weer voorbij gereden door karaktermens Gesink. Een zege voor Quintana, die uiteindelijk ook die Vuelta zou winnen. Was alweer even geleden, klassementsrenners die hun best deden op Lagos de Covadonga. Je ziet dat de verschillen hier over het algemeen ook vrij beperkt blijven, goed nieuws voor Eiking. De voorlopig laatste aankomst bij de meren van Covadonga dateerde van 2018, toen had Thibaut Pinot nog geen last van zijn rug. Hij ging op de slotklim al vrij vroeg in de aanval en ze zagen hem niet meer terug. Deels ook door de tactische spelletjes daarachter, al was hij sowieso dik in orde. Maar goed, de uitslag zegt toch ook weer veel. Pinot won met 28 seconden voorsprong op Lopez, Quintana werd 7e op 34 seconden. Zes renners binnen zes tellen van elkaar, dat is Lagos de Covadonga. Hier hoef je niet direct de omwenteling te verwachten, waardoor dit toch ook wel weer een Alpe d'Huez te noemen valt. Overschatte beklimmingen waar de koers zelden wordt beslist, anti-fantastisch. In het verleden wonnen overigens nog wat grotere namen op Lagos de Covadonga. Onder andere Perico Delgado, Laurent Jalabert, Luis Herrera, Pavel Tonkov en ga zo maar door. Gezien de plaatsing van deze rit zal het nu waarschijnlijk eerder een muis gaan baren dan dat we een mooie naam mogen toevoegen aan dit rijtje.



Oei, we schijnen toch nog slecht weer te krijgen deze Vuelta. In startplaats Unquera wordt het slechts 24 graden, terwijl er kans op regen is. Geen al te grote kans, maar wel een kans. Een beetje wind uit het noordoosten, vooral wind in de rug in de eerste kilometers van de rit. In Cangas de Onís wordt het 26 graden, terwijl de kans op regen hier een stuk groter is. Toch al snel 70% kans op regen, jeetje. Dat gaat deze rit wel extra vervelend maken. Vooral die dubbele afdaling van de Collada Llomena kan vrij problematisch worden. Sowieso een rit met redelijk wat bochten, eigenlijk wel zo'n dag dat het gewoon droog mag blijven. In het binnenland minder wind, dat zal niet echt een rol gaan spelen. Boven op Lagos de Covadonga zal het slechts 21 graden worden, met kans op regen en zelfs kans op onweer. Hier zelfs 80% kans op regen, dat lijkt bijna een zekerheidje. Toch maar opletten bij dat laatste stukje in dalende lijn dan, haha. Weinig wind, beetje wind dat er staat zal vooral in de zij staan, niet direct in het voordeel of in het nadeel. De rit begint officieus om 12:10, na een neutralisatie van 11 minuten worden we om 12:21 echt op gang geschoten. Jeroen kwispelde al heel vrolijk dat we de komende twee dagen te maken zouden krijgen met integrale uitzendingen en hij loog niet, deze rit wordt inderdaad integraal uitgezonden op Eurosport 1 en de PLAYER. U kunt meteen rond een uur of 12 naar de tv rennen. Vooral morgen lijkt me dat een enorme aanrader. Sporza zendt eerst de totaal nutteloze Luxaflex Tour uit en schakelt pas om 15:30 in, tegen die tijd zijn we al bijna bezig aan de tweede beklimming van de Collada Llomena joh, eikels. De aankomst wordt verwacht tussen 17:14 en 17:48, al lijkt het ondertussen traditie te zijn dat we eerder finishen dan dat.



Goh, ja, Lagos de Covadonga. Mooie klim, te vaak gebruikt. En eigenlijk ook wel weer een kutklim, want er zit niets in de buurt. Ze hebben dit jaar écht hun best gedaan, de dubbele beklimming van de Collada Llomena is een leuke vondst. Maar alsnog vrees ik dat we er niet heel veel mee gaan opschieten. Te ver weg van de finish, welke idioot gaat hier al zo vroeg al z'n kaarten op tafel leggen? Het weer kan natuurlijk wel een rol spelen, als het daadwerkelijk de hele dag gaat regenen krijg je uiteraard een heel ander verhaal. Maar in normale omstandigheden gaat iedereen toch weer wachten op Lagos de Covadonga en we hebben in het verleden meermaals gezien dat de verschillen daar niet gigantisch gaan zijn. Lastige klim, maar zelfs een renner die duidelijk beter is dan de rest pakt hier niet meer dan een halve minuut. Tel daar ook nog eens bij op dat de volgende rit de échte koninginnerit is en ik vrees voor een flopshowtje. Eigenlijk moeten we gewoon niet meer naar Lagos de Covadonga gaan, zoals we ook nooit meer naar Alpe d'Huez moeten gaan. Weg ermee, blijven variëren. Lagos de Covadonga is zogenaamd een iconische klim, maar wat is er eigenlijk precies iconisch aan? Ja, dat de klim met enige regelmaat haar opwachting maakt, maar dan ben je klaar. Een status moet je niet zomaar krijgen, die moet je verdienen. Dat doet Lagos de Covadonga eigenlijk nooit. Maar goed, we zijn er nu toch. Movistar heeft eigenlijk geen tijd meer om te wachten, ze zullen nu iets moeten proberen. Dat geldt ook voor Ineos, absoluut. Maarja, die Gamoniteiro hè. Dat is nog even een ander kaliber, daar bewaar je graag nog wat energie voor. Slechte plaatsing van deze rit, derhalve. Had andersom moeten zijn, ook al zal dat logistiek gezien best moeilijker zijn geweest. De organisatie heeft zichzelf een slechte dienst bewezen met die nutteloze rit in Cantabrië, geld zou toch niet allesbepalend moeten zijn. Maarja, enfin, etc. Het zou leuk zijn om hier een leuk gevecht te zien met uiteindelijk een zege voor de kleppers, maar ondanks het feit dat de zege hier de laatste twee keer naar de klassementsrenners ging heeft de klim bij mij nog steeds de schijn tegen. Ik ga voor de vluchters, geen geheel onlogisch scenario aangezien het sowieso wel weer een Vuelta voor de vluchters is. De strijd om in de vlucht van de dag te geraken gaat weer interessant zijn, al is het ergens ook wel weer jammer dat de aanloop vrij lang en vlak is. Maar goed, we zijn er integraal bij. Wel lachen. Dan zien we de volgende vijf renners uiteindelijk wegrijden:
1. Landa. De morele winnaar van de Giro van 2021 en ook meteen de Vuelta van 2021 gaat nu als rittenkaper een ritje winnen. Sjaak Haag wegen we onze reet mee af, die mag lekker anoniem 4e gaan worden in Australiaanië.
2. Vansevenant. Als we Belgisch weer gaan krijgen zal Mauri in z'n element zijn. We verwachten er weer gigantisch veel van, maar zijn met een nieuwe tweede plaats ook dik tevreden.
3. Bardet. Of zo'n andere koorknaap van DSM, erg lollig dat al die jongens ineens weer zijn gaan vliegen. Volgend seizoen worden ze waarschijnlijk weer aan alle kanten voorbijgereden, om dan op een bepaald moment ineens weer met een schroeisessie te komen. Interessant.
4. Izagirre. Gorka of Ion, kies maar.
5. Sanchez. Pelayo, voor het verhaal.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_201162424
Dit lijkt mij een heel interessant rondje. Ik denk dat het gat losbarsten op de tweede keer beklimming van de Llomena.

[ Bericht 22% gewijzigd door Idisrom op 01-09-2021 07:28:04 ]
pi_201162529
Wel een flopshowtje dat er nog 40 kilometer overbrugd moet worden ja. -O-

Die nieuwe klim is wel prachtig. ^O^
Jack does it in real time...
  Eindredactie Sport / Forummod woensdag 1 september 2021 @ 08:31:59 #4
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_201162924
Vandaag de halve dag weg, verdorie. Zweep erover met de training zodat we eerder thuis zijn.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_201163217
Het altijd fraaie Asturië _O_
pi_201163282
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 08:31 schreef heywoodu het volgende:
Vandaag de halve dag weg, verdorie. Zweep erover met de training zodat we eerder thuis zijn.
Ochtendtraining zeker
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_201163449
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 09:03 schreef Dale__Cooper het volgende:
Het altijd fraaie Asturië _O_
De beelden stellen eigenlijk nooit teleur in de Asturias
  Eindredactie Sport / Forummod woensdag 1 september 2021 @ 10:17:10 #8
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_201164060
quote:
1s.gif Op woensdag 1 september 2021 09:08 schreef franklop het volgende:

[..]
Ochtendtraining zeker
Melkzuurtesttraining, acht keer in d'r vinger prikken voor bloed _O_ *O*
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  woensdag 1 september 2021 @ 12:08:09 #9
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_201165208
Hopelijk rijden ze Eiking eindelijk eens uit die rode trui, begint nu wel erg lang te duren allemaal.
  woensdag 1 september 2021 @ 12:10:01 #10
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_201165227
Ik zou pooltjestechnisch trouwens wel echt tekenen voor die top-3 die RR schetst :@ Die heb ik alledrie met Sportpools.
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 12:11:31 #11
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201165239
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:08 schreef DecoAoreste het volgende:
Hopelijk rijden ze Eiking eindelijk eens uit die rode trui, begint nu wel erg lang te duren allemaal.
Ik verwacht dat hij die trui morgen gaat verspelen.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  woensdag 1 september 2021 @ 12:13:15 #12
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_201165262
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:11 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Ik verwacht dat hij die trui morgen gaat verspelen.
Kan ook. Op zich is Roglic nog niet in gevaar voorlopig, hij heeft natuurlijk ook de slottijdrit nog als Eiking helemaal weigert te lossen. Maar het is gewoon geen gezicht, zo'n relatieve nobody in de leiderstrui zo diep in de derde week.
pi_201165279
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:13 schreef DecoAoreste het volgende:

[..]
Kan ook. Op zich is Roglic nog niet in gevaar voorlopig, hij heeft natuurlijk ook de slottijdrit nog als Eiking helemaal weigert te lossen. Maar het is gewoon geen gezicht, zo'n relatieve nobody in de leiderstrui zo diep in de derde week.
Waar zou hij uiteindelijk uitkomen in het klassement? Want als hij morgen snel lost, kan hij ook zo maar 10 minuten verliezen.
  woensdag 1 september 2021 @ 12:16:58 #14
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_201165302
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:14 schreef Faraday01 het volgende:

[..]
Waar zou hij uiteindelijk uitkomen in het klassement? Want als hij morgen snel lost, kan hij ook zo maar 10 minuten verliezen.
Goede vraag. Top-10 zou sowieso wel moeten lukken denk ik, hij lijkt me niet slechter dan een Grossschartner of een Mäder.
pi_201165307
@Rellende_Rotscholier , weet jij of het mogelijk is de El Angliru of de El Gamoniteiru ook af te dalen? Want dan zou een rondje met beide in de toekomst zelfs een mogelijkheid kunnen zijn?
pi_201165319
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:16 schreef DecoAoreste het volgende:

[..]
Goede vraag. Top-10 zou sowieso wel moeten lukken denk ik, hij lijkt me niet slechter dan een Grossschartner of een Mäder.
Je ziet vaak dat als het dan op is er ook fameus geparkeerd wordt.
pi_201165347
twitter
  woensdag 1 september 2021 @ 12:23:42 #18
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_201165382
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:18 schreef Faraday01 het volgende:

[..]
Je ziet vaak dat als het dan op is er ook fameus geparkeerd wordt.
Mwah. Almeida werd vorig jaar nog 4e in de Giro nadat hij de leiderstrui verspeelde, maar dat is intrinsiek wel een iets betere klimmer dan Eiking, denk ik. Ik heb hem eerder ook vergeleken met Arroyo in de Giro van 2010, die werd zelfs nog 2e. Voeckler werd ook 4e in de Tour van 2011 toen hij er zo vreselijk lang aan bleef hangen. Dus de precedenten voor een hoge klassering zijn er ook beslist.
pi_201165469
POLL
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 12:32:28 #20
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201165490
quote:
0s.gif Op woensdag 1 september 2021 12:17 schreef Faraday01 het volgende:
@:Rellende_Rotscholier , weet jij of het mogelijk is de El Angliru of de El Gamoniteiru ook af te dalen? Want dan zou een rondje met beide in de toekomst zelfs een mogelijkheid kunnen zijn?
Nee, dat kun je vergeten. Op de top van beide klimmen houdt de weg ook echt meteen op.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 12:33:54 #21
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201165502
MAURI
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 12:35:05 #22
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201165517
Pelayo is ook mee. _O_
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_201165519
quote:
Wat hij mee heeft is een hoop treurigheid
  Moderator woensdag 1 september 2021 @ 12:37:50 #24
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201165548


Pelayo die wint op bezoek bij Pelayo, ik ben voor.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  woensdag 1 september 2021 @ 12:48:58 #25
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_201165696
Ach filosoof

Guillaume Martin ziet het somber in
Guillaume Martin, de nummer twee van het algemeen klassement, ging gisteren lelijk onderuit tijdens een valpartij in het begin van de etappe. De Fransman van Cofidis is niet bepaald optimistisch over de rit van vandaag.

"Het doet een beetje pijn, overal. Ik kreeg een klap tegen mijn linkerbeen en in mijn rug, maar vooral mijn ribben doen pijn. Ademhalen gaat moeilijk.

Gisteren voelde ik me ook al niet goed, dus ik heb niet veel vertrouwen en ben vrij pessimistisch over vandaag. Ik ga alles geven en dan zie ik wel. Soms gebeuren er wonderen. Ik hoop de finish te halen en niet te veel tijd te verliezen."
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')