abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 15 juli 2021 @ 03:19:58 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200371413
Etappe 18: Ergens - Luz Ardiden, 129,7 km

Het was gisteren 14 juli, de Franse feestdag. Dus zagen we een hoop kansloze Fransen in de aanval gaan. Wat te denken van Pierre Rolland, die een kilometer of 20 in z'n eentje op kop ging boren, op het vlakke nota bene. De vlakke aanloop werd hem en ons als kijkers bijna fataal. Meer dan 100 kilometer vlak op weg naar de bergen, het was verschrikkelijk. Het meest verschrikkelijke aan zo'n aanloop is vaak nog wel dat je met een vreselijke kopgroep krijgt te maken. De klimmertjes komen hier niet zo makkelijk weg, de dommekrachten wel. Dus zaten we ineens naar een kopgroep met daarin Danny van Poppel te koekeloeren, niet wat je wil. Met dank aan Quick Step, vooral. Deze altijd walgelijke ploeg besloot de weg snel te blokkeren toen er een paar kansloze knuppels waren vertrokken. Een kleine en slechte groep was handig, met het oog op de tijdslimiet. Niet netjes, van de heren van Quick Step. Lekker andere renners van de weg fietsen, ben er maar trots op. Mag de UCI ondertussen wel iets aan gaan doen, uiteindelijk moet iedere renner die in de aanval wil gaan die mogelijkheid gewoon krijgen. Maarja, dat werd nu weer een probleem. Zodra er weer wat meer ruimte was ging Bernard nog in de aanval, maar toen was de voorsprong al groter dan een minuut dus hing hij een eeuwigheid in de patattenjacht. De kopgroep bestond uiteindelijk uit zes man, met daarin wel heel wat Fransen. Dorian Godon en lokale held Anthony Perez als enigszins verdienstelijke klimmers, maar het werd al snel duidelijk dat we het niet van deze kopgroep zouden moeten hebben. UAE liet ook niet totaal lopen, al liep de voorsprong wel op naar acht minuten. Dat was het signaal voor Israel om iets te ondernemen, want daar zaten ze aan de bergpunten te denken. Als Woods de bergtrui wilde overnemen van Poels zou hij toch flink wat punten moeten pakken, maar met zo'n kopgroep vooruit zou dat een dik probleem worden. Wel de vraag of het controleren de oplossing was, want zo vielen ze een beetje tussen wal en schip. Ze hadden stiekem beter kunnen laten lopen en hopen dat de koplopers vooruit zouden blijven, om een dag later een nieuwe kans te wagen. Achteraf is makkelijk wonen, maar dat dacht ik toen al.

Of het veel had uitgemaakt, waarschijnlijk niet. Bij UAE voelden ze zich goed. Als dat het geval zou zijn zouden ze voor de rit gaan, was vooraf afgesproken. Zodoende begonnen ze te versnellen toen we naar de eerste berg van de dag reden, de Peyresourde. Daar probeerde Arkea nog iets, Gesbert ging in de aanval met Quintana in het wiel. Poels schoof ook mee, maar ze kwamen niet weg. Latour ging ook mee, toen hij in de gaten had dat ze weer ingerekend gingen worden koos hij voor de solo. Nou, dat leverde niet veel op. In de afdaling van de Peyresourde werd hij weer ingerekend, want Pierre durft niets meer sinds hij een keer hard op z'n plaat is gegaan. Op de volgende klim kwam hij daarna met een nieuwe aanval, maar dat was volkomen meelijwekkend. UAE bleef tempo rijden en het verschil met de koplopers was ondertussen nog maar een minuut of vier. Perez was bergop de sterkste, maar werd in de afdaling weer ingerekend door Godon. Eenmaal op de slotklim, de loodzware Col du Portet, liet Perez Godon weer ter plaatse. Met een voorsprong van een minuut of drie begon hij aan die eindeloze 16 kilometer omhoog. De voorsprong verdween als sneeuw voor de zon, UAE zette alles op alles om het peloton uit te dunnen en de koploper weer bij te halen. In de tussentijd was Wilco Kelderman weer eens ouderwets op z'n bek gegaan in een afdaling, wat een pech heeft die jongen toch ook. Een bocht totaal verkeerd ingeschat, een gevaar voor zijn omgeving. Maar goed, op de klim zat hij er alsnog goed bij, met de benen zit het vaak beter dan met het hoofd. Ondanks de werken van UAE probeerde Bilbao iets, hij reed even een paar meter weg van de rest. Dat duurde niet lang, want vrij vroeg ging Pogacar zelf al in de aanval. Alleen Vingegaard, Carapaz, Uran en... Castroviejo konden volgen. Castroviejo haakte even later wel af, nadat hij een gaatje had dichtgereden op Pogacar na een nieuwe aanval van de gele Sloveen. Even later kraakte Uran ook, die had zichzelf ondanks al zijn ervaring toch lelijk overschat. Met drie reden we verder omhoog, de rest deed meteen niet meer mee. Perez was tegen die tijd natuurlijk alweer ingerekend, Fransen winnen eigenlijk praktisch nooit op hun feestdag.

Heel spannend werd niet, maar toch al spannender dan in de Alpen. Pogacar viel nog een paar keer aan, maar hij kreeg het niet voor elkaar om Vingegaard en Carapaz te lossen. Carapaz had het wel enorm lastig, afgaande op de Voeckler-achtige gelaatsuitdrukkingen. Blufpoker volgens Vingegaard en Pogacar, die desondanks niet omkeken naar Carapaz en tussen de demarrages door om beurten op kop reden. In de achtergrond bleek Gaudu een wonderdag te hebben, hij reed weg van de achtervolgende groep met daarin onder meer Uran, Higuita en O'Connor. Vooraan reden ze samen naar de finish, min of meer. Alle pogingen van Pogacar bleken vruchteloos te zijn. Het eerste echte verschil ontstond pas toen Carapaz uit het niets aanviel. Hij leek op zijn tandvlees te zitten, maar had aan het eind toch nog één pijl op zijn boog zitten. Vingegaard had het lastig en leek te kraken, maar wist zich toch weer terug naar voren te knokken. Carapaz kon het tempo niet volhouden, dus reden we met z'n drieeën naar de finish. Zo'n beetje het ideale scenario voor Pogacar, hij gooide er aan het eind een sprintje uit en pakte zo zijn tweede ritzege deze Tour. De eerste rit in lijn die hij deze Tour wint, tevens de eerste keer dat hij in de gele trui wint. Dat was nogal belangrijk voor hem, konden we zien. Vingegaard werd tweede, buitengewoon knap. De grootste verrassing van deze Tour, het is bizar hoe snel deze jongen stappen aan het zetten is. Gaat waarschijnlijk gewoon op het podium eindigen, krankzinnig. Move over, Kruijswijk. Die stapte gisteren ziek af en lijkt hard op weg naar het einde van zijn tijdperk, links en rechts overvleugeld door zo'n beetje alle klimmers binnen de ploeg. Vingegaard is de nieuwe schaduwkopman achter Roglic, of staat er misschien wel naast als het zo doorgaat. Carapaz werd derde, deed ook een goede zaak met het oog op het podium door het lossen van Uran en O'Connor. Kelderman werd zesde, met bloed op zijn kin. Dat rood is het enige beetje kleur dat hij aan zijn Tour weet te geven, laten we er gewoon nooit meer over praten. Mas moest vroeg lossen, maar deelde goed in en werd zodoende nog 11e, voor zover al dit soort figuren nog relevant zijn.

De winnaar was al bekend en heeft nu nog even extra zijn stempel op de koers gedrukt. Niets tegen te beginnen, al was de concurrentie nu dichterbij. Maarja, met ondertussen bijna zes minuten achterstand zijn het allemaal figuranten. We gaan door naar de laatste bergrit, een korte bergrit met helaas weer een vlakke aanloop, onderweg de Tourmalet en een aankomst op een heilige berg. Er zijn nog weinig vragen over die beantwoord kunnen worden. De strijd om de bergtrui wordt waarschijnlijk het meest interessant, terwijl het gevecht om de overige podiumplaatsen eventueel ook nog wel iets van enige spanning kan opleveren. Maar nee, eigenlijk is de koers al voor een groot deel gedaan. Of dit een fantastische rit wordt durf ik dus niet te zeggen, maar uit gewoonte gaan we er toch eens goed voor zitten.




Ergens gaat deze rit van start. Op een of andere plaats, ginderachter. Daar, waar de bomen niet groeien, de bloemen niet bloeien, de fietsen niet schroeien. Daarginds, waar het brood bedorven is, waar de stokbroden oogjes hebben en de croissants pootjes. Ergens, een niemendal, waar de meisjes niet vruchtbaar zijn, de jongens besmet, het straatbeeld verlept. Overal, waar we niet willen zijn. Daar, waar we niet horen. Niet daar, waar we wel willen zijn. Overal en nergens tegelijk, te midden van het niets. Op een plek, waar het geld uit het riool stroomt, de klucht zich afspeelt buiten het theater, waar bedrog de grootste deugd is. Ergens, waar herhaling zichzelf herhaalt, vernieuwing verdwaalt, geld alles bepaalt. Niet zomaar een lullige plek, niet slechts één gebrek. We zijn Ergens, tegen wil en dank. Nergens, dat bestaat in Frankrijk niet. De Tour kan niet Nergens zijn, Ergens vloeien alle wegen samen. Waar dan ook, op een niet nader genoemde plaats. Entwaar, een uitdrukking zonder behoefte aan woord en gebaar. We weten allemaal waar het is, we weten allemaal: het is mis. Ergens, ik weet niet precies waar, niet daar. Ergens is een huis, een plaats van bewaring. We kunnen inchecken, maar niet uitchecken. We wonen er voor altijd, het litteken blijft. Daar, waar het water droog is, de regen zuur, waar de wind scheten laat, daar. Ergens, daarboven. Of daaronder. We zijn er, we zijn Ergens. En we komen nooit meer weg. En dat zijn de famous last words die ooit gesproken werden over deze niet nader aangeduide plaats. Ergens is het ook wel een keer klaar natuurlijk.



Ergens begint de rit. In de eerste drie kilometer van de rit rijden de renners over een brede en licht bochtige weg door het bos, terwijl het vlak is. Na die eerste drie kilometer gaat het drie kilometer omhoog aan een procent of drie, de start is dus iets lastiger dan die van de vorige rit. Alsnog een te makkelijke start, maar toch. Boven op dit korte klimmetje slaan de renners linksaf, waarna de weg een kilometertje naar beneden loopt. Paar bochten onderweg, maar geen gekkigheid. Al snel loopt de weg opnieuw omhoog, we gaan zelfs beginnen aan het eerste gecategoriseerde klimmetje van de dag. De Côte de Notre-Dame de Piétat. Gouvenou weet ook wel dat ie een befmongool is, dus is ie in het hinterland een klein klimmetje gaan opzoeken. Om deze floprit toch nog van enig karakter te voorzien, ofzo. Het gaat 2,6 kilometer omhoog aan 5,6% gemiddeld, jeetje. In het begin gaat het zelfs een tijdje aan 7% omhoog, nou nou nou nou nou. Hier kan de vlucht van de dag ontstaan, eventueel, wellicht. Kan ook niet, want het is maar een kort klimmetje natuurlijk. De klim brengt ons naar de direct omgeving van de kapel van Notre-Dame de Piétat, een kapel met een weinig originele naam want alleen al in deze regio hebben ze drie van dat soort kapelletjes. Afgaande op het uiterlijk van deze kapel mag je het al bijna een kerk noemen, maar goed, whatever. Ding komt niet eens in beeld, we komen ergens in het midden van het niets boven en duiken dan meteen omlaag. De weg omhoog was bochtig en bracht ons door het bos, naar beneden gaat het hetzelfde verhaal zijn. Iets meer dan drie kilometer gaat het naar beneden richting Pardies-Piétat. Van die drie kilometer gaat het zelfs twee kilometer serieus naar beneden, met onderweg flink wat bochten en zelfs een haarspeldbocht. Wel een brede weg, dus het zal allemaal wel meevallen. We komen via een rechte weg uit in het boerengehucht Pardies-Piétat, waar we in het centrumpje rechtsaf slaan. Daarna gaan we een kilometer of 30 door de vallei naar Lourdes fietsen, joepie.




De tocht naar Lourdes gaat een kilometer of 30 duren, de eerste vijf daarvan rijden we door een behoorlijk volgebouwd gebied. Van het ene dorpje gaat het naar het volgende, met het nodige verkeersmeubilair tussendoor. We komen na een tijd uit in Nay, overwegend mijn gevoel bij deze rit. Hier rijden we in het centrum over een smalle weg, vervolgens slaan we linksaf en rijden we over de Ousse. Aan de andere kant van het water gaat het naar rechts, waarna we bij het verlaten van Nay nog een rotonde tegenkomen. Even later gaat het nog eens naar rechts en dan beginnen we aan een simpele tocht door de vallei. Geen dorpjes en het bijbehorende verkeersmeubilair meer voorlopig, gewoon een brede en rechte weg langs het water. Pas in Lestelle-Bétharram, een kilometer of tien later, rijden we weer door een dorpje. Palbomen als vluchtheuvel, weer eens wat anders. Ook alvast een heiligdommetje hier, we bevinden ons niet voor niets bijna op heilige grond. We ploegen voort richting Saint-Pé-de-Bigorre, in de volgende vijf kilometer rijden we alleen een keer over het spoor en komen we verder niets tegen. In het centrum van Saint-Pé-de-Bigorre is de weg wat smaller, wat bochtiger en staat er een kasteelachtige kerk. Tot zover Saint-Pé, we rijden hierna een kilometer of tien verder naar Lourdes zonder veel spannende dingen tegen te komen. De weg is buiten het dorp weer breed en loopt overwegend vals plat omhoog, maar dat zal amper merkbaar zijn. We volgen nog steeds de Ousse en daardoor komen we af en toe een bocht tegen, je maakt wat mee. In een aantal van die bochten gaat het zelfs naar beneden, allemachtig. Maar goed, geen problemen tot in Lourdes, dat we na 41 kilometer gaan bereiken. In Lourdes passeren we best wel vaak, op weg naar de Pyreneeën. In de Tour van 2018 ging hier zelfs een rit van start, we gingen toen naar Laruns waar Roglic zou winnen. Lourdes is natuurlijk de grootste katholieke bedevaartsplaats van Europa. Dat heeft natuurlijk te maken met een of ander ongeloofwaardig verhaal, dat we integraal van Wikipedia kopiëren: In 1858 verklaarde Bernadette Soubirous, toen een 14-jarig meisje, tussen 11 februari en 16 juli verschillende verschijningen te hebben gezien, die door de belangrijkste hoogwaardigheidsbekleders van die tijd werden beschouwd als die van de Heilige Maagd Maria in de verre grot van Massabielle. In 1864 werd er een standbeeld opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes bij de plaats van de verschijningen. Er werd een kapel gebouwd die al spoedig te klein werd en ging dienen als crypte voor de eerste basiliek, de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis. In de loop der jaren kwamen hier nog twee basilieken bij en verschillende andere gebouwen, die thans alle deel uitmaken van het Heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. De Rooms-Katholieke Kerk heeft verschillende wonderbaarlijke genezingen erkend. Nou, enzovoort. Allemaal gelul, maar er komt wel een hoop volk op af. Beetje heilig bronwater ophalen en dat soort onzin, mensen zijn volslagen randdebielen. Na Parijs hebben ze in Lourdes zelfs de meeste hotels van Frankrijk, vanwege een of ander gedateerd sprookje. Maar afijn, een van de keren dat er een rit van start ging in Lourdes gingen we ook al eens naar Luz Ardiden, in 1994 was dat. De spreiding in de Pyreneeën blijft toch altijd beperkt.



Goed, we maken een bochtige tocht mee in het centrum van Lourdes. Uiteraard fietsen we langs het heiligdom, we zien het aan de andere kant van de Ousse liggen. We fietsen ook langs het lokale fort, daar hoor je dan weer nooit iemand over. Die taak neem ik dan maar weer op me, je moet wat. Na nog wat bochten en een paar rotondes verlaten we Lourdes weer, waarna we niet direct op weg gaan naar de bergen. Nee, we rijden nog even wat langer met een boog om de Pyreneeën heen. Buiten de heilige stad gaat het een kilometer of zeven vooral rechtdoor over een gigantisch brede weg, het is ook nog eens volledig vlak. Zodra we door het dorpje Escoubès-Pouts zijn gereden begint bijna het volgende klimmetje dag, weer een onbelangrijk bultje van de vierde categorie. Richting Loucrup loopt de brede weg twee kilometer aan 7% omhoog, de Côte de Loucrup is derhalve een klimmetje van de vierde categorie. We reden al eens eerder over dit klimmetje, toen we in 2018 van start gingen in Lourdes bijvoorbeeld. Het gaat in het bos zelfs een tijdje aan 8% omhoog, nou nou. Als we boven zijn gaat het kort naar beneden en dan volgt er nog even een halve kilometer aan 5%, maar dat telt de organisatie niet mee. Eigenlijk hoeven wij het ook niet mee te tellen, als je bedenkt dat we hierna aan de Tourmalet gaan beginnen. Hoewel, hierna, duurt nog even. Na de klim en het verlengstuk daarvan gaat het een kilometer of twee naar beneden richting Montgaillaird. We komen onderweg twee lastige bochten tegen, maar de weg is zo breed dat dit ook wel weer zal loslopen. Eenmaal beneden slaan we rechtsaf, waarna we via Trébons naar Bagnères-de-Bigorre gaan rijden. De brede weg loopt een kilometer of zeven rechtdoor, vals plat omhoog. Tussendoor pakken we ook nog de tussensprint van de dag mee, die volgt na 62,7 kilometer in het gehucht Pouzac. Een kilometer later rijden we door Bagnères-de-Bigorre, terwijl we onderweg alleen nog een rotonde zijn tegengekomen. In Bagnères-de-Bigorre zelf wordt het iets bochtiger, daarnaast is er hier ook genoeg verkeersmeubilair te vinden. Paar rotondes, naar links en naar rechts in het centrum, het is me wat. Na twee jaar zijn we weer terug in deze stad. In 2019 eindigde hier de zoveelste teleurstellende bergrit, het zou een prooi voor de vluchters zijn. Gregor Mühlberger, Pello Bilbao en Simon Yates waren de sterkste vluchters van de dag. Helaas klopte Simon Yates Bilbao in de sprint, dat was buitengewoon vervelend. Gelukkig hebben we ook nog altijd de beelden van 2008, toen Riccardo Ricco iedereen de moeder schroeide. Hij maakte van de Aspin een vlakke berg en kletste iedereen volledig uit het wiel. Hij won beneden in Bagnères-de-Bigorre en was op weg naar veel meer moois, tot hij een paar dagen later na een positieve test uit de Tour werd geflikkerd. Erg jammer, Matxin en Gianetti vinden dit niet leuk. Voor één renner in het peloton zal het een vrolijke passage zijn in Bigorre, want Bruno Armirail is van hier. De renner van Groupama-FDJ beleefde tot nu toe een zware Tour, net als veel van zijn ploeggenoten stond hij al op het punt van opgeven. Maar Bruno is een keikop, dus ging hij door. Een paar dagen geleden leverde hij nog prachtig werk af in dienst van David Gaudu, Bruno begint een steeds betere coureur te worden. In 2019 kon ik hem nog afzeiken, nu moeten we concluderen dat hij zo slecht nog niet is.




Thermenstadje verder, dat Bagnères-de-Bigorre. Als we door het centrum zijn gereden slaan we aan de rand van het dorp bij een rotonde rechtsaf, waarna we 11 kilometer door de vallei gaan fietsen richting de voet van de Tourmalet. We komen in deze kilometers iets meer dan 200 meter hoger uit, reken maar weer uit. De laatste jaren rijden we nog wel eens via de Aspin naar de Tourmalet, nu wordt het een vals platte aanloop naar deze veel te vaak gebruikte berg. Makkelijke aanloop weg, de brede weg loopt toch vooral rechtdoor. Af en toe wel een bochtje, af en toe een dorpje. Campan, bijvoorbeeld. Paar bochtjes hier in het gezellige centrumpje, verder helemaal niets. Dat blijft ook buiten het dorp zo, niks aan de hand. Uiteindelijk komen we uit in Sainte-Marie-de-Campan, waar we in het centrum rechtsaf slaan. Daarna loopt de weg helemaal omhoog en is de Tourmalet begonnen. We fietsen langs een standbeeld, dat blijkt een beeld van voormalig wielrenner Eugène Christophe te zijn. Christophe kreeg de bijnaam 'de eeuwige pechvogel', want hij had net als Wilco Kelderman altijd pech. Vooral in 1913. Tijdens een rit in de Pyreneeën viel hij aan, maar dicht bij de top van de Tourmalet braken zowel zijn voor- als de achtervork van zijn fiets. Helemaal geïsoleerd van de wereld wandelde hij 14 kilometer met zijn fiets naar het dorpje Sainte-Marie-de-Campan, waar hij een smid vond. Volgens de reglementen was hulp door anderen verboden en daarom moest Christophe zelf de reparaties verrichten, terwijl de smid aanwijzingen gaf. Hij deed er drie uur over en kreeg nog drie strafminuten omdat de smidsjongen de blaasbalg had bediend. Nadat de delen van de vork aan elkaar waren gesmeed, kon Christophe in de vroege ochtend de etappe hervatten en verder rijden in de ronde. Hiermee verloor hij wel al zijn kansen op winst. Ter nagedachtenis aan dit avontuur is bij de kerk van Sainte-Marie-de-Campan een pleintje naar Christophe vernoemd. Hier staat sinds 2014 ook een bronzen standbeeld van hem, waarbij hij een vork in de lucht steekt. Sick.



Vorig jaar ontbrak de Tourmalet zowaar in de Tour, maar nu keert deze eeuwige klim weer terug. De klim zou vorig jaar wel in de Vuelta zitten, maar dat ging wegens kerona niet door. Derhalve was 2020 een Tourmaletvrij jaar, dat zijn goede jaren. Dit jaar zagen we de klim al in de Route d'Occitanie, 2021 is nog geen feestelijk jaar. In 2019 reden we dus voor het laatst over de Tourmalet in de Tour, toen wel van de andere kant. Het was bij die gelegenheid zelfs een aankomst bergop. Thibaut Pinot schitterde als nooit tevoren, aan het eind van de klim reed hij alle andere favorieten uit het wiel en boekte hij een prachtige zege. Thibaut was op weg naar iets moois, maar een paar dagen later stootte hij zijn knie en moest hij op een dramatische manier opgeven, waardoor we nu tot het einde der tijden moeten aanhoren dat Steven Kruijswijk ooit derde is geworden in de Tour. In 2018 reden we voor het laatst vanuit Sainte-Marie-de-Campan over de Tourmalet, Julian Alaphilippe was toen als eerste boven. Geen enkele berg is zo vaak bedwongen als deze Tourmalet, waardoor ik het dus gewoon een ordinaire kutklim vind. Dit is al de 85e keer ofzo, terwijl het de 108e editie van de Tour is, ja, daar worden we niet vrolijk van. Buiten 2020 ontbrak de Tourmalet ook in 2017, maar verder was ie continu aanwezig tijdens mijn schrijvende jaren. Flopshow. De variatie is dat ditmaal de Aspin ontbreekt, maar ik weet niet of het een vooruitgang is. Ik had liever wel de Aspin gehad, want dan had deze rit tenminste nog drie serieuze beklimmingen gehad. Enfin, tja, meh. De Tourmalet begint makkelijk, een paar kilometer aan 4%. Daarna wordt het steeds een beetje zwaarder, van een kilometer aan 7% naar drie kilometer aan 8%. Rond de 10e kilometer van de klim wordt het pas echt zwaar. Zes kilometer achter elkaar komt het niet onder de 9%, af en stijgt het zelfs flink boven de 10%. Alleen de laatste meters richting de top wordt het nog even wat minder zwaar. Het is een belachelijk zware klim, geheel terecht een klim van de buitencategorie. Wel een klim die al veel te vaak is voorgekomen in de Tour. Er zijn ook andere beklimmingen, die we nog steeds weigeren te bezoeken. Of, als je dan toch naar de Tourmalet wil, ga dan een keer helemaal naar Pic du Midi de Bigorre, gewoon, voor te lachen. Achja, in ieder geval 17 kilometer aan 7,3% dus, joepie. De Souvenir Jacques Goddet bovendien, vernoemd naar een voormalig koersdirecteur van de Tour, die op de klim nog een mooie buste heeft staan. Enfin, dat verhaal kan iedereen waarschijnlijk ook wel dromen ondertussen. Henri Desgrange en Jacques Goddet, wat moet je er allemaal mee hè. Als we maar nooit een Souvenir Christian Prudhomme krijgen. Voor 2018 kwamen we ook in 2015 langs deze kant omhoog, toen was Majka als eerste boven. In 1910 was Octave Lapize de eerste en ter ere van hem staat er een monument op de top, etc. Nog meer behoefte aan dit soort oude koeien uit de sloot? Nee? Dacht ik al.




Na 94 kilometer zijn we boven, dat is misschien nog wel relevant. We beginnen aan een lange afdaling richting Luz-Saint-Sauveur. De klim was 17 kilometer lang, de afdaling gaat 19 kilometer lang zijn. Een bijzonder lange afdaling, die het grootste gedeelte van de tijd ook nog eens vrij steil is. Bovendien is de afdaling bochtig, je kan wel stellen dat deze kant een stuk lastiger is. Buiten dat moet bijna iedere renner deze afdaling wel kennen, we komen er godbetert bijna ieder jaar langs. Verder weet ik niet zo goed wat ik over deze afdaling moet vertellen. Ja, het gaat een aantal kilometer aan 10% naar beneden, da's best pittig. Er gebeuren volgens mij eigenlijk nooit echt ongelukken op de Tourmalet dus het zal wel goed zijn. In het begin komen we een lastige haarspeldbocht tegen, daarna gaat het een tijdje wat meer rechtdoor tot aan de volgende haarspeldbocht. Dan volgt er weer een lange fase wat meer rechtdoor en met wat flauwe bochtjes. Dan weer wat lastigere bochtjes, in de buurt van Barèges een keer een fase met een aantal niet al te lastige haarspeldbochtjes, nouja, goed, gesneden koek neem ik aan. We gaan snel door naar het eind van de afdaling. Letterlijk, want in de laatste kilometers van de afdaling gaat het eigenlijk gewoon praktisch rechtdoor naar beneden. Alleen in het thermendorpje moeten de renners nog even opletten, hier is de weg even wat smaller in het centrum en buiten dat centrum komen we een gemene bocht naar rechts tegen. Bochtje naar links daarna en vervolgens cruisen we rechtdoor naar Luz-Saint-Sauveur, over een brede en niet al te bochtige weg. Of nouja, cruisen, paar haarspeldbochtjes nog wel hoor, maar die zijn 100 meter breed dus dat laten we lekker gaan. Als we na 112,6 kilometer uitkomen in Luz-Saint-Sauveur rijden we dwars door het centrum van dit plaatsje waar we wel vaker doorheen fietsen. Opvallend genoeg start de Tour hier dan weer bijna nooit, alleen een keer in 1985. Wel ligt Luz-Saint-Sauveur aan de voet van een klim die we nu voor het eerst in tien jaar weer eens gaan bedwingen. Van Luz-Saint-Sauveur naar Luz Ardiden, het komt er aan.



In het centrum van Luz-Saint-Sauveur, waar ze dus beschikken over een kasteeltje, slaan we eerst venijnig rechtsaf, even later gaat het weer naar links en dan rijden we rechtdoor de stad uit. We volgen twee kilometer dezelfde weg, die een paar bochten kent. Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf en rijden we over de Pont Napoleon, een oude brug die wat smaller is. Je kunt hier ook bungeejumpen, geloof ik. Dat gaan de renners niet doen, zij bevinden zich nu zo ongeveer aan de voet van de slotklim. Aan de andere kant van de brug fietsen we langs de thermen van Saint-Sauveur en hier pakken we tussen de statige gebouwen door een paar flauwe bochten mee in licht dalende lijn. Even later slaan we schuin linksaf en na deze bocht loopt de weg omhoog. De slotklim richting Luz Ardiden is begonnen, in de resterende 13,3 kilometer van de rit gaat het aan 7,4% omhoog. We beginnen met een gemoedelijke kilometer aan 5,5%, buiten de bebouwde kom duikt de keurige weg het bos in, waar we dus nog niet direct geconfronteerd worden met angtstwekkende percentages. Ook in de tweede kilometer van de klim gaat het maar aan 6% omhoog, dat valt allemaal nog mee. Hierna rijden de renners het dorpje Sazos binnen, waar ze de eerste echte bochten en hoge percentages gaan tegenkomen. In de derde en vierde kilometer van de klim gaat het aan 8% omhoog, waarna we in de vijfde kilometer zelfs tegen 10% moeten klimmen. Buiten Sazos komen we weer in het bos terecht, waar de brede en goede weg wat verder omhoog blijft slingeren. We komen uit in het dorpje Grust, waar die lastige kilometer aan 10% volgt. Rare naam, Grust. Buiten dit dorpje met de bijzondere naam gaat het nog eens een kilometer aan 8,5% omhoog. Dit is weer een zware slotklim, zoveel mag nu al wel duidelijk zijn. Terug in het bos kent de klim een makkelijkere fase, na een kilometer aan 7% volgt zelfs een kilometer aan 5%. Zodra we het bos verlaten komen we in een haarspeldbochtrijke fase terecht waar het opnieuw steil wordt. We bevinden ons op vijf kilometer van het eind en krijgen te maken met twee interessante kilometers. Het gaat eerst aan 8,5% en daarna aan 9% omhoog, hier zou je graag je beslissende demarrage willen plaatsen. Vooral omdat het in de laatste drie kilometer van de rit weer iets makkelijker wordt. Na een kilometer aan 6,5% gaat het in de laatste 2,3 kilometer van de rit aan 7% omhoog. Richting de top wordt het wat meer open en zouden we het terrein als rotsachtig kunnen omschrijven, maar heel steil wordt het niet meer. Wel lekker bochtig tot op de top, brede haarspeldbochten brengen ons naar het einde van de laatste klim van deze Tour. We sluiten na 129,7 af in Luz Ardiden, een klim van buitencategorie.




Luz Ardiden is een skigebied in de Pyreneeën. Het ligt in de Franse regio Occitanie, in het departement Hautes-Pyrénées. Het op 1720 meter hoogte gelegen skiresort werd geopend op 16 januari 1975. Dan zou je verder nog iets kunnen vertellen over dit skigebied of over Luz-Saint-Sauveur beneden in het dal, maar nee, dat gaan we niet doen. We gaan het alleen maar hebben over de klim zelf, een magische plek voor ondergetekende. Het gaat de negende keer zijn dat er een aankomst bergop is in Luz Ardiden. In 1985 debuteerde de klim, het zou een overwinning voor Pedro Delgado opleveren. Later zou Miguel Indurain hier in 1990 winnen, terwijl Richard Virenque in 1994 aan het feest was. Allemaal onbelangrijke details, alles draait om de beklimming van Luz Ardiden in 2001. Een jonge R_R, die eigenlijk nog niets van wielrennen wist, zat voor de buis. Hij begreep er geen klote van, maar hij vond het spelletje wel al razend interessant. Op Luz Ardiden zag hij een mijnwerker op kop rijden. Een volkomen uitgemergelde man die op het punt stond van zijn fiets te vallen. Gehuld in het oranje reed Roberto Laiseka in de aanval, ik kende de beste man niet maar ik besloot automatisch voor hem te juichen. Wladimir Belli reed op kop, maar Laiseka doemde op vanuit de achtergrond en reed naar hem toe. Even later liet hij hem achter, waarna hij solo op weg ging naar de zege. Later gingen Jan Ullrich en Lance Armstrong in de achtervolging, het werd peentjes zweten. De man met het uitgemergelde gezicht moest en zou winnen, dat vond ik. Waarom? Wie zal het zeggen. Wellicht slechts omdat hij in het oranje reed en ik dacht dat alles wat oranje was wel goed zou moeten zijn. Achteraf kwam de context pas. In 2001 reed Euskaltel-Euskadi voor het eerst de Tour. Voor het eerst was de Baskische ploeg actief in de Pyreneeën, dus stond de hele berg vol met mensen met ikurrinas en oranje shirtjes. Bij de eerste deelname aan de Tour werd er meteen een fameuze ritzege geboekt, Roberto Laiseka hield stand. Het leek alsof hij ieder moment uit pure ellende van zijn fiets kon vallen, maar Belli, Ullrich en Armstrong kwamen er nooit meer bij. Een zege voor Laiseka, zijn eerste in de Tour na enkele ritzeges in de Vuelta. Een zege voor Euskaltel-Euskadi, daardoor een geslaagde entree. Het Baskische publiek toonde zich ook meteen op de beste manier aan de wereld, we verwachten dat ze vandaag weer op de afspraak zijn. Dit was de dag dat mijn Baskische obsessie begon, al had ik dat toen nog niet in de gaten. Daarna ging ik op die oranje mannetjes letten en nouja, liep het steeds verder uit de hand, zeg maar. Allemaal te danken aan Roberto Laiseka en Luz Ardiden, opdat wij nooit vergeten.




De zware shag rokende Laiseka (die er tegenwoordig nog enger uitziet) zou daarna nooit meer een rit winnen in de Tour, maar hij had wel mooi het zaadje weten te planten. Tegenwoordig is hij nog erg actief in het wielrennen, als er in het Baskenland gekoerst wordt is hij er altijd wel op een bepaalde manier bij betrokken. Als de organisatie van de Vuelta op zoek is naar een steile pukkel in het Baskenland bellen ze Roberto. Technisch directeur van de Itzulia, ook niet mis. Na de buitengewoon legendarische overwinning van Laiseka in 2001 keerde de Tour twee jaar later terug naar deze berg. Het zou ook nu weer memorabele beelden opleveren, die beter in het collectief geheugen zijn blijven hangen. Dit was de editie dat Lance Armstrong van zijn fiets viel dankzij een tasje van een toeschouwer. In zijn val nam hij Iban Mayo mee, die na zijn ritzege op Alpe d'Huez op zoek was naar een nieuwe ritzege. Een val zonder erg, Mayo en Armstrong zaten snel weer op de fiets. Jan Ullrich had gewacht, want Armstrong had ook ooit op Ullrich gewacht. Heel netjes, maar dat hadden ze beter niet kunnen doen. Armstrong ging namelijk niet veel later in de aanval en ze zagen hem nooit meer terug. De Amerikaan reed alle records uit de boeken, zijn tijd staat nog steeds. Iban Mayo werd tweede, op 40 seconden. In 2011 keerden we weer terug naar Luz Ardiden, tien jaar na de zege van Laiseka. Het zou opnieuw een Baskisch feestje worden, ofschoon er geen Bask won. Wel een renner van Euskaltel-Euskadi, de onvermijdelijke conclusie moet dan luiden dat het om Samuel Sanchez gaat. In 2001 reden we over de Aspin en de Tourmalet om te finishen op Luz Ardiden, in 2011 reden we via Hourquette d'Ancizan en de Tourmalet naar Luz Ardiden. Nu is het ongeveer hetzelfde verhaal, maar dan met een klim minder. Wielrennen gaat de verkeerde kant op, dat zie je alleen al aan de ritten met aankomst op Luz Ardiden. Over tien jaar zal het een unipuerto zijn, vrezen we. Hoe dan ook, in 2011 ging Samuel Sanchez op de slotklim vroeg in de aanval. Hij kreeg één renner met zich mee. Je moet gokken. Welke rasklimmer zou er meespringen met Samuel Sanchez? Het was het heilige TB500-jaar 2011, dus sprong niemand minder dan Jelle Vanendert mee. De alien van Hamont zou een paar dagen later op Plateau de Beille zelfs winnen, gruwelijk. Op Luz Ardiden lukte hem dat niet. Sanchez en Vanedert reden samen omhoog en aan het eind ging Sanchez er met de zege vandoor. Frank Schleck zou derde worden, hij probeerde nog bij het duo te komen maar dit lukte niet. Tien jaar na dato wéér een zege voor Euskaltel-Euskadi op Luz Ardiden, het werd dé berg van de ploeg. Nu, weer tien jaar later, zou er opnieuw een renner van Euskaltel-Euskadi moeten winnen. Oh wacht, dat kan niet. Nou, weet je wat, een voormalig renner dan maar. De traditie moet in stand gehouden worden.




Ergens wordt het 23 graden, Ergens is er bijna geen kans op regen en Ergens is het bijna windstil. In Bagnères-de-Bigorre zal het een graad of 20 zijn, in de ochtend wat kans op regen maar we krijgen een stralende middag voorgeschoteld. Klein beetje wind uit het noorden, een beetje rugwind in aanloop naar de Tourmalet derhalve. Boven op de Tourmalet houden we 16 graden over, dat valt nog mee. Klein beetje kans op regen, maar ik vermoed dat het een droge dag zal zijn. Wind uit het noorden nog steeds, dat zal niet direct voor veel verschil gaan zorgen op de klim. In Luz-Saint-Sauveur, aan de voet van Luz Ardiden, wordt het 21 graden. In deze plaats vinden we naast de thermen, de brug van Napoleon en een kasteel ook een tempelierskerk. Dat zou zelfs de grootste bezienswaardigheid moeten zijn, omringd door fortificaties en alles. In dit kuuroord is de kans op regen gering en is er ook weinig wind. Boven op de berg houden we het blijkbaar op een graad of 13, met om een of andere reden iets meer wind. Nog steeds wel uit het noorden, wat wil zeggen dat we in het begin met tegenwind te maken krijgen en aan het eind met rugwind. Je demarrage dus maar even bewaren voor het eind, wellicht. Het is een extreem korte rit, eigenlijk veel te kort. Daardoor beginnen de heren er pas later aan, het vertrek vindt plaats om 13:35. De neutralisatie duurt een kwartier, dus gaat Prudhomme om 13:50 kwistig zwaaien met zijn vlaggetje. De rit is overal live te volgen, Eurosport 1, PLAYER, GCN APP, NOS, Sporza, ze zijn er allemaal integraal bij. De aankomst wordt verwacht tussen 17:19 en 17:44, redelijk laat.



Na tien jaar zijn we terug op Luz Ardiden, een heilige berg voor mij en alle Baskische fans. Acht keer eerder kwam hier een rit aan, vijf keer won er een Spanjaard. Allemaal leuk en aardig, maar het draait natuurlijk om die twee zeges van Euskaltel-Euskadi. 2001, 2011, 2021? Een zege van dezelfde ploeg is natuurlijk niet mogelijk, maar er rijden een paar renners rond in het peloton die nog voor Euskaltel hebben gereden. Naar die jongens moeten we kijken om de traditie in stand te houden. Ik noem een Bilbao, een Izagirre, een Castroviejo. Die jongens waren in 2001 ook jong en zaten misschien wel op dezelfde manier te kijken. Het belang van Luz Ardiden mag niet worden onderschat, het grote publiek maakte kennis met Euskaltel-Euskadi en daar hebben ze in ieder geval alvast één levenslange fan aan overgehouden. Als ik die dag niet had gekeken was ik waarschijnlijk momenteel ook niet een stukje aan het tikken. Van Laiseka stapte ik naadloos over naar Igor Anton en voor ik het wist was ik voor alle Basken aan het juichen. De olievlek heeft zich 20 jaar kunnen uitbreiden en is nu zo groot dat zelfs Shell zoiets heeft van nou nou nou nou. Maar goed, ja, dit verder wel geheel terzijde denk ik. Terug naar de koers. Nee, wacht, nog een laatste kanttekening. Er waren lang geruchten over een aankomst bergop bij Chalets d'Iraty, in Frans-Baskenland. Dat was helemaal fantastisch geweest, een aankomst bergop in Baskenland. Ik wil die klim nog altijd een keer zien, Gouvenou en Prudhomme. Ik word er al twee jaar lekker mee gemaakt, maar steeds schepen ze af met iets anders. Het is Luz Ardiden geworden. Ook een Baskische berg, maar dan niet in het Baskenland. Goed, nu echt terug naar de koers. Het is de laatste bergrit van de Tour, dus de laatste kans voor een heleboel renners om er nog wat van te maken. De illusie dat Pogacar het geel nog kan verliezen was al lang verdwenen, maar na gisteren helemaal. Wel is de strijd voor de resterende podiumplaatsen nog interessant. Carapaz staat er nu behoorlijk goed voor, maar met het oog op de aanstaande tijdrit zou hij liever nog wat meer voorsprong pakken ten opzichte van Uran. Verder zitten we natuurlijk nog met de bergtrui, er zijn nog een stuk of zes kanshebbers over. Woods, Quintana en Poels gaan een plannetje moeten verzinnen. Ze moeten in de vlucht van de dag zitten en hopen dat die vlucht tot het einde zal dragen. Als dat niet het geval is gaat Pogacar met de prijzen lopen, of Vingegaard. Die dubbele punten aan het eind zijn eigenlijk best stom, daardoor gaat Pogacar de komende 10 jaar naast de gele trui ook steevast de bolletjestrui ophalen. Alhoewel, dat is geen zekerheid dus. Moeten ze wel weer de boel gaan controleren vandaag, of de controle overlaten aan een ploeg als Ineos. Gisteren zat ik er boenk naast, dus ik durf nu eigenlijk geen grootse voorspellingen meer te doen. Nu Pogacar zijn rit in lijn heeft lijkt het me niet uitgesloten dat hij vandaag lekker laat lopen, tenzij hij ineens toch voor de bergtrui wil gaan. Wel een beetje een prijs in de marge, als je ook al in het geel fietst. Als UAE deze rit laat lopen moeten we kijken naar Ineos, een andere ploeg zie ik niets doen. De vlucht van de dag kan bovendien wat sterker zijn, aangezien deze aanloop korter is en net niet volledig vlak. Toch een klein klimmetje in het begin, waardoor de klimmers meer kans hebben om weg te fietsen. Alsnog weer een waardeloos begin van de rit, je eindigt de vorige rit godverdomme midden in de Pyreneeën en dan verlaat je de bergen weer om in het laagland geld te scheppen, tyf toch op. Maarja, oke, dat is de Tour. Slecht ontworpen bergritten gaan de komende jaren de standaard zijn, als we ooit nog een keer een goed ontworpen bergrit zien moeten we dat koesteren. Dit ontwerp had iedereen kunnen bedenken, maar niemand had er ook daadwerkelijk voor gekozen. Iedere liefhebber had er wat anders mee gedaan, het is echt een onvergeeflijk slechte rit. Desalniettemin zal er ondanks alles toch meer ambitie zijn in het peloton, voor mensen als Quintana en Poels is het nu of nooit. Als ze zich naar de slachtbank laten leiden is de bergtrui foetsie, kan niet de bedoeling zijn. Vooraf had ik verwacht dat de vorige rit voor de vluchters zou zijn en deze voor de klassementsrenners, in de praktijk zal het wel weer andersom blijken te zijn. Gisteren klassementsrenners, nu dan maar weer de vluchters. Absoluut geen garantie op succes. De rit is zo kort dat het makkelijk te controleren is, als iemand dat wil doen. Maarja, we moeten dan maar hopen dat er een sterke kopgroep wegrijdt in het begin. Ook wel interessant of Quick Step weer moeilijk gaat doen met het oog op de tussensprint, dat zou natuurlijk wel weer irritant zijn. Anyway, tijd om gewoon vijf namen te droppen en dan is het weer klaar voor vandaag.
1. Bilbao. Er moet natuurlijk een Bask winnen op deze berg, het liefst eentje met een verleden bij Euskaltel. Dan houden we niet veel kanshebbers over. Je hebt natuurlijk Castroviejo, maar die zal bij Carapaz moeten blijven. Dan heb je Ion Izagirre, wel een geschikte naam. Al heeft hij bergop nog niet uitgeblonken, een kopgroep waar hij deel van uitmaakt zou wel heel erg zwak moeten zijn wil hij kans maken op de ritzege. Dan denk ik eerder aan Bilbao, die gisteren zowaar liet zien dat hij durft aan te vallen. Een unicum, tijdens deze Tour in ieder geval. Verloor uiteindelijk wel weer wat tijd, waardoor hij eigenlijk gewoon moet proberen vanaf het begin aan te vallen. Ga maar in de kopgroep, hup. Het rood van Bahrein komt ook het dichtst in de buurt van het oranje van Euskaltel, ik zie het helemaal voor me. Twintig jaar na Laiseka, tien jaar na Sanchez, Pello Bilbao. Ja, ik vind dat dit moet kunnen. Hoewel ik ook geen nee zeg tegen Izagirre natuurlijk. Zelfs niet tegen Aranburu en Fraile, al reden die nooit voor Euskaltel.
2. Gaudu. Wat was ie sterk gisteren, man man man. Jammer van die zonnesteek, anders had hij gewoon echt een goede Tour gereden. Doordat hij wegviel op de Mont Ventoux is de glans er wel een beetje af, maar met een ritzege zou de eer toch wel gered zijn. Met zijn benen van gisteren zou hij in een eventuele kopgroep moeilijk te kloppen zijn. Als lokul hiero Bruno hem weer vooraan weet af te zetten is er een hoop mogelijk.
3. Woods. Voor de bollen, nog maar eens. Ging gisteren lang mee, totdat hij merkte dat het niet ging lukken om punten te rapen. Daarna echt volledig laten lopen en nog op een kwartier binnengekomen, ook een prestatie. Maar goed, van de bollenpretendenten bleef hij er wel het langste bij, al eindigde hij uiteindelijk ver achter Poels. Of Poels er heel slim aan heeft gedaan om gewoon de hele klim door te rijden is dan weer de vraag. Spannend wel zeg, het is bijna de moeite waard om toch maar weer de tv aan te zetten.
4. Poels. Toch maar, tegen beter weten in. Ik ben er eigenlijk een beetje bang voor dat de bergtrui in het zicht van de haven uit zijn dunne vingertjes gaat glippen. Hij heeft er wel echt voor gereden en er een doel van gemaakt, in tegenstelling tot iemand als Pogacar. Daarom valt het toch te hopen dat het Woods, Poels of Quintana gaat lukken. Ik denk dat het moeilijk gaat worden om voor Pogacar te eindigen, maar je weet maar nooit. Wielrennen blijft een ontzettend onvoorspelbare sport en dat is zo'n beetje de belangrijkste reden om te blijven kijken.
5. Pogacar. Nog maar eens, voor de bergpunten enzo ook. Al hoop ik stiekem niet dat hij de bergtrui wint, toch wel slecht voor de koers als één renner praktisch alle truien wint. Gaat verder vandaag normaal geen gekke dingen doen, lijkt me. Eerder volgen en dan kijken wat er aan het eind nog mogelijk is. Maarja, ik heb er verder ook geen klote verstand van natuurlijk, wie weet gaat ie wel weer op een kilometer of acht van de finish in de aanval, het kan allemaal.

[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 15-07-2021 03:35:01 ]
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200371542
Ergens genot
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 15 juli 2021 @ 06:29:19 #3
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_200371550
Jaa gepainte profielen, erg leuk.
  donderdag 15 juli 2021 @ 06:43:05 #4
102912 crv
Screwed up
pi_200371575
_O- _O_
Ergens toch best wel een heel mooie OP
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200371765
Nou als Poels na vandaag nog de bollen heeft kan de vlag w/ wel uit
"You can call me Susan if it makes you happy"
  Eindredactie Sport / Forummod donderdag 15 juli 2021 @ 07:50:35 #6
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_200371890
Jeetje, het verhaal over Eugene Christophe hadden we inderdaad ook al even niet gehoord.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_200371931
Het lijkt wel een passage uit een Spinvis nummer, dat stuk over Ergens
pi_200371944
Ergens _O_
  Eindredactie Sport / Forummod donderdag 15 juli 2021 @ 08:31:18 #9
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_200372120
Het kwartje dat het in Pau begint en niet in een Frans plaatsje genaamd Ergens ('Arsjan' ofzo) valt nu pas.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  donderdag 15 juli 2021 @ 08:48:15 #10
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_200372297
Poels en Bilbao moeten vandaag samen in de aanval gaan. Als Poels de punten pakt op de Tourmalet en Bilbao wint de rit, dan heeft Poels de bolletjestrui binnen.
  donderdag 15 juli 2021 @ 08:49:10 #11
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_200372305
Mooi trouwens dat je wat positiever bent over Armirail _O_

Hoop ook dat hij vandaag in de vlucht zit en zo ver mogelijk vooruit kan blijven. :)
  donderdag 15 juli 2021 @ 08:54:54 #12
102912 crv
Screwed up
pi_200372343
quote:
9s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:31 schreef heywoodu het volgende:
Het kwartje dat het in Pau begint en niet in een Frans plaatsje genaamd Ergens ('Arsjan' ofzo) valt nu pas.
DON'T MENTION THE WAR WORD :{w
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  donderdag 15 juli 2021 @ 08:55:37 #13
102912 crv
Screwed up
pi_200372352
quote:
0s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:48 schreef DecoAoreste het volgende:
Poels en Bilbao moeten vandaag samen in de aanval gaan. Als Poels de punten pakt op de Tourmalet en Bilbao wint de rit, dan heeft Poels de bolletjestrui binnen.
Dikke kans dat van Aert meespringt dan
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  Redactie Sport donderdag 15 juli 2021 @ 08:57:32 #14
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200372373
quote:
0s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:55 schreef crv het volgende:

[..]

Dikke kans dat van Aert meespringt dan
Ik betwijfel of die mag, nu dat Vinjebo podium kan rijden en er maar 1 andere knecht is. Die wel beter is, dus misschien mag ie tot op de Tourmalet.

Bollen voor van Aert lijken ook wel weg, dusja. Rusty en Nairo zullen wel voor de rit gaan.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  donderdag 15 juli 2021 @ 09:05:23 #15
102912 crv
Screwed up
pi_200372434
quote:
0s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:57 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Ik betwijfel of die mag, nu dat Vinjebo podium kan rijden en er maar 1 andere knecht is. Die wel beter is, dus misschien mag ie tot op de Tourmalet.

Bollen voor van Aert lijken ook wel weg, dusja. Rusty en Nairo zullen wel voor de rit gaan.
Theunissen voor het vlakke, Kuss voor de Tourmalet en dan van Aert vooruit als springplank voor Vingy
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  donderdag 15 juli 2021 @ 09:12:02 #16
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200372482
Als Pejo in aanval gaat zal BORA/Movistar wel gaan rijden voor hun 6e plek
pi_200372486
Fraai stukje proza over Ergens :)
Demain, on roule
  donderdag 15 juli 2021 @ 09:13:02 #18
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200372494
Gaudu verdient deze rit.
Zonder die ene Ventouxrit, deed hij volop mee voor de prijzen. Erg jammer.
  Moderator donderdag 15 juli 2021 @ 09:25:30 #19
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200372643
Ergens dat spreek je vast uit als Èrsjieens
pi_200372855
quote:
1s.gif Op donderdag 15 juli 2021 09:25 schreef Momo het volgende:
Ergens dat spreek je vast uit als Èrsjieens
Nee, in het Frans zeg je "Po".
  donderdag 15 juli 2021 @ 09:54:58 #21
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200372960
quote:
0s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:57 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Ik betwijfel of die mag, nu dat Vinjebo podium kan rijden en er maar 1 andere knecht is. Die wel beter is, dus misschien mag ie tot op de Tourmalet.

Bollen voor van Aert lijken ook wel weg, dusja. Rusty en Nairo zullen wel voor de rit gaan.
Twan wil toch ook de bollen?
pi_200373003
quote:
9s.gif Op donderdag 15 juli 2021 08:31 schreef heywoodu het volgende:
Het kwartje dat het in Pau begint en niet in een Frans plaatsje genaamd Ergens ('Arsjan' ofzo) valt nu pas.
Dit duurde hier ook even, ik had nog wat meer koffie moeten drinken. :+
Jack does it in real time...
pi_200373008
quote:
0s.gif Op donderdag 15 juli 2021 09:48 schreef Bugno3 het volgende:

[..]

Nee, in het Frans zeg je "Po".
Pauvreté
  donderdag 15 juli 2021 @ 10:31:32 #24
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200373416
Heeft Bahrein een probleem?
Put these foolish ambitions to rest.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')