abonnement Unibet Coolblue
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 02:42:07 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200338791
Etappe 16: Pas de la Case - Saint-Gaudens, 169 km

Na een bijzonder spectaculaire eerste week waren de verwachtingen hooggespannen, waardoor de tweede week een beetje tegenviel. De tweede week begon met een vlakke rit die zou aankomen in Valence. Er was een kleine kans op waaiers, dus probeerden de renners iets op poten te zetten. Dat lukte net niet helemaal, maar de sprint werd er toch lichtelijk door ontregeld. Als we Quick Step even vergeten, tenminste. Die trein stond weer op punt en Cavendish werd in een zetel naar de finish gebracht. Hij deed drie trappen op kop en zege nummer 33 was binnen. Wout van Aert werd tweede, voor Philipsen. Beide heren kwamen nog snel opzetten, maar Cavendish werd zo goed gebracht dat ze te laat kwamen. De dag daarna moest de Ventoux twee keer bedwongen worden. Het werd een rit voor de vluchters, nadat we in het begin van de rit vooral konden genieten van een overactieve Julian Alaphilippe zagen we na een tijd een kopgroep ontstaan met daarin onder meer Wout van Aert en Bauke Mollema. Van Aert reed slim, smeet niet zoveel met zijn krachten en bewaarde alles voor de tweede klim van de Ventoux. Mollema was niet helemaal bij de les en had al een paar keer een gat moeten dichten, dat brak hem uiteindelijk op. Hoewel Van Aert die dag sowieso enorm goed was. Trek had een leuk plannetje bedacht en stuurde eerst Elissonde vooruit, maar Van Aert reed doodleuk van Mollema en Alaphilippe weg. Hij kwam bij Elissonde, die hij een paar kilometer later ook achterliet. Solo reed hij over de top van Ventoux en in de afdaling kwam hij uiteraard niet meer in de problemen. Na een teleurstellend begin van de Tour reed Van Aert zich langzaam in vorm, dit was een behoorlijk straffe stoot en een prachtige stoot. Eens een keer niet in een sprint, nee, in een bergrit. Mag er zijn, zonder meer. Daarachter ging het met zijn ploeggenoot ook goed, Jonas Vingegaard was de sterkste van de favorieten op de Ventoux. Hij reed Pogacar uit het wiel, godbetert. Met een halve minuut voorsprong kwam hij over de top, terwijl Pogacar werd bijgehaald door Carapaz en Uran. Met z'n drieën reden ze in de afdaling naar Vingegaard toe, waardoor de Deen uiteindelijk niets aan zijn wonderdag had. Ergens wel jammer, tegelijkertijd precies de reden dat je af en toe een afdaling in het parcours gooit. Het hoeft niet altijd bergop beslist te worden, natuurlijk.

Onderweg naar Nîmes hield iedereen rekening met een rit voor de sprinters, maar dat liep anders. Een sterke kopgroep reed weg, waarin zo'n beetje alle sprintersploegen vertegenwoordigd waren. Alaphilippe was mee namens Quick Step, bijvoorbeeld. Daardoor voelde niemand in het peloton de behoefte om te rijden, waardoor de vluchters met een kwartier voorsprong konden aankomen in Nîmes. Hoewel, niet alle vluchters. In de finale van de rit volgden er nogal wat demarrages, waarna we uiteindelijk slechts drie renners overhielden. Politt, Erviti en Sweeny waren de sterksten en slimsten van de dag. Even later gebeurde het onmogelijke, Politt demarreerde op een goed moment, Erviti en Sweeny keken naar elkaar en de Duitser was vertrokken. Een voortreffelijke voorstelling van Circus Politt, voor de verandering was er een keer niets op aan te merken. Peter Sagan was die ochtend niet meer opgestapt, dat voelde blijkbaar als een bevrijding. Als Politt zowaar slim gaat koersen heeft de rest van het peloton een groot probleem, dat liet die rit wel zien. Hoewel hij die dag toch vooral de sterkste was, hij begon namelijk op 50 kilometer van het eind al met demarreren. De dag daarna reden we van Nîmes naar Carcassonne, die rit eindigde dan wel weer in een sprint. Een rit die ontsierd werd door een grote valpartij, heel wat renners vlogen dankzij gravel op de weg het skoekeloen in. Cavendish niet, nee, die bleef uit de problemen. Wel werd het weer een chaotische finale, met een ontregelde sprint. Ballerini wilde de sprint aantrekken, maar Morkov liet heel slim een gat vallen en dus was Ballerini weg. Dat was het signaal voor Garcia Cortina om dan maar vroeg de sprint aan te gaan, hij haalde Ballerini bij en ging er voorbij, maar dan wel met Morkov in het wiel. Die begon dan maar de sprint aan te trekken voor Cavendish, wat hij zo goed deed dat ze eerste en tweede werden. Een historische dag, want Cavendish pakte zijn 34e ritzege in de Tour en evenaarde daarmee Merckx. Dat Morkov ook nog eens tweede werd laat wel zien hoe goed die ploeg is. Cavendish is zelf ook weer uitzonderlijk goed, misschien wel beter dan ooit, maar met Asgreen, Ballerini en Morkov voor je had zelfs Jasper Philipsen wellicht een rit kunnen winnen. Die moet het nu vooral doen met de tweede en derde plaatsen, wat gezien zijn eeuwige verontwaardiging ook wel leuk is.

In het weekend waren we getuige van een bijzondere rit die zou eindigen in Quillan. Het duurde een kilometer of 100 voor de vlucht vertrokken was, maar toen de vlucht uiteindelijk vertrok zagen we veel sterke jongens vooraan. Een groepje van een man of 14, met daarin Bauke Mollema. Bauke had al heel snel in de gaten dat de samenwerking niet optimaal was en dat hij maar beter vroeg kon demarreren. Dat deed hij dus, op 40 kilometer van het eind. De rest keek naar elkaar, precies zoals Mollema had verwacht. Door alle bochten was hij ook snel uit het zicht, de zin om te achtervolgen kwam er eigenlijk nooit en Mollema kon redelijk onbedreigd zijn tweede ritzege in de Tour boeken. Na een rit in 2017 won hij nu weer een rit, op een fraaie manier. De laatste klim van de dag, de mooie Saint-Louis, wist hij zonder problemen te overleven. Het afdalen richting de finish leverde ook geen gevaar meer op, dus konden de handjes de lucht in. Leep, uitgekiend, sterk. Zonder fietscomputer, dat was dan blijkbaar nog het grootste nieuws. Je kunt ook winnen zonder je wattages te zien, schokkend. Het was de zoveelste ritzege voor een vroege (in dit geval late) vluchter, de dag voor de rustdag zou dat niet anders zijn. Onderweg naar Andorra reed er wel een stuk sneller een kopgroep weg. De rit begon met een klim, dat maakt het vaak wel makkelijker. Een paar renners reden weg, even later reed er een grote groep achteraan. De groepen smolten na een tijd samen en toen keken we naar meer dan 30 vluchters. Daarin onder meer drie man van Jumbo en drie man van Groupama-FDJ. Extra opmerkelijk omdat deze ploegen nog maar vier en vijf mannen in koers hebben, dan zit je dus bijna volledig mee. Vonden de Denen niet leuk, in het geval van Jumbo-Visma, want Vingegaard had in het peloton alleen nog maar Teunissen bij zich. Uiteindelijk bleek het een prima tactiek te zijn, bewust of onbewust.

Vooraan nam vooral Groupama-FDJ veel werk op zich, Bruno Armirail reed zo'n beetje de hele dag op kop. Voor niets, bleek achteraf. David Gaudu reed een sterke eerste week, maar kreeg te maken met een zonnesteek op de Ventoux. Daar was hij duidelijk nog niet van hersteld, in de finale van de rit kon hij de sterkste renners niet volgen. In het peloton deden de ploegen vrij weinig. UAE mocht lang op kop rijden, ze lieten de voorsprong oplopen naar een minuut of tien. Pas richting het eind van de Col de Puymorens en later op de Port d'Envalira kwamen Ineos en Movistar met een overname. Ze reden er snel de helft vanaf, maar in de buurt van de kop van de koers zouden ze nooit meer komen. De kopgroep werd ook aardig uit elkaar gereden op de Port d'Envalira, maar door de ferme tegenwind daar reed men toch met een vrij grote groep naar de beslissende Col de Beixalis. Nairo Quintana kwam als eerste boven op de Envalira en deed goede zaken voor de bergtrui, al was het ONZE Wout Poels die gedurende de hele rit de beste zaken deed. Hij nam de trui over van Woods, wat een feest. In de afdaling van de Envalira zagen we vooraan Wout van Aert op kop rijden, toch wel een teken dat Sepp Kuss over goede benen moest beschikken. Steven Kruijswijk was ondertussen gelost, want die kan er niks meer van. Kon nog wel mooi even een paar minuten in het wiel van Vingegaard hangen, waardoor het leek alsof hij enige toegevoegde waarde had. Eenmaal op de Beixalis zagen we vooraan nogal wat demarrages. Quintana leek sterk te zijn, tot hij ineens ontplofte. Valverde gaf zowaar een teken van leven, Alaphilippe leek weer even op een coureur. Maar het werd al snel duidelijk dat Van Aert niet zonder reden op kop reed. Sepp Kuss demarreerde, en ze zagen hem nooit meer terug. Valverde probeerde nog even te volgen, maar de Amerikaan was een maatje te groot. Tijdens de afdaling van de Envalira reden ze al voorbij het huis van Kuss, die zoals zoveel renners in Andorra woont. Op de klim stond zijn vriendin, een klim die hij wel eens bedwong tijdens het trainen. Niet zijn favoriete klim omdat ie iets te lastig is, maar hij kende desondanks iedere meter.

Met een seconde of 20 voor op Valverde kwam Kuss boven, daarna was het even de vraag wie er beter zou dalen. Kuss reed een prima afdaling, geholpen door het feit dat hij de klim en dus ook de afdaling kende. Valverde kon in principe harder naar beneden, maar zat ook met Tokio in het achterhoofd. Een olympische medaille of een ritzege in de Tour, het werd hem snel duidelijk dat hij niet meer moest aandringen. Dus reed Kuss onbedreigd naar de ritzege, de tweede ritzege voor Jumbo-Visma. Na een volledig in de soep gelopen eerste week werd de tweede week er toch eentje om trots op te zijn. Omgaan met tegenslag is niet makkelijk, maar dat hebben ze op deze manier toch maar mooi gedaan. Kuss viel zelf ook enorm tegen, maar tijdens deze rit zagen we ineens de Kuss van vorig jaar. Voor het eerst in tien jaar een Amerikaanse ritzege, ook wel opvallend. Valverde werd tweede, Woutje Poels derde. In de groep der favorieten zagen we niet veel gebeuren. Ineos reed lang op kop, maar met die tegenwind op de Envalira was het onmogelijk voor Carapaz om aan te vallen. Wel was het mogelijk Guillaume Martin uit de top van het klassement te fietsen, de Fransman verloor de aansluiting op de top van de klim en in de afdaling werd hij op een hoopje gefietst. Van 2 naar 9, een pijnlijke dag. Een dag eerder was hij nog mooi gestegen, nu was hij eigenlijk weer terug bij af. Wel eigenlijk precies wat je verwacht, dus in zekere zin ook weer mooi. Eenmaal op de Beixalis zagen we een paar aanvalletjes, maar niemand kwam weg. Vingegaard had niet de benen van de Ventoux, Uran en Carapaz hadden überhaupt niet echt benen. Mas hing er een beetje bij, toch een beetje een Zubeldia. Pogacar leek geen moment in de problemen te komen, als hij had gewild had hij ongetwijfeld weg kunnen rijden. Hij hield het bij een paar schijnmanoeuvres, en koos ervoor geen risico te nemen. In de afdaling kwamen ze Wout van Aert tegen, die dan maar weer uit gewoonte op kop ging rijden. Met het oog op het klassement van Vingegaard konden ze nog een paar jongens wat tijd aansmeren, dat werd dan maar het doel. Toch maar mooi tijd gepakt op Lutsenko, Bilbao en Martin, dat was het wel zo'n beetje.

Niet echt een memorabel weekend, zoals vooraf al een beetje de angst was. De renners maken de koers, maar je hebt als parcoursbouwer toch ook wel invloed. Het was eigenlijk onmogelijk om in de rit naar Andorra iets te ondernemen, zelfs als er geen tegenwind was geweest op de Envalira. Na de Beixalis had je nog beter ergens bergop kunnen aankomen, bijvoorbeeld. Maar goed, dat is geweest, we gaan door met de laatste week van de Tour. Nog zes ritten te gaan. We beginnen met een heuvelrit, wat eigenlijk jammer is. Na de rustdag niet meteen een spectaculaire rit, maar waarschijnlijk de zoveelste kans voor de vluchters. Daarna krijgen we achter elkaar twee aankomsten bergop voorgeschoteld. Ook weer teleurstellende ritten, want tweemaal een enorm lange en vlakke aanloop. Willen we niet, krijgen we wel. Op vrijdag volgt dan een lange en vlakke rit, waarna we zaterdag gaan tijdrijden. Pogacar zal daar nog even de puntjes op de i zetten, vermoeden wij. Vervolgens gaan we naar Parijs, voor de altijd overbodige slotrit. En dan is het alweer voorbij, die mooie Tour.




Na de rustdag bevinden we ons nog steeds in Andorra, in een plaats waar we voor de rustdag al doorheen zijn gefietst. Toen reden we onderweg naar de top van Port d'Envalira door El Pas de la Casa, door de Fransen ook wel Pas de la Case genoemd. El Pas de la Casa is een dorp in Andorra in de parochie Encamp op de grens met Frankrijk. Het dorp heeft 1900 inwoners, al kunnen dat er in het seizoen meer zijn. De belangrijkste economische activiteiten zijn wintersport (El Pas maakt deel uit van skigebied Grandvalira) en grenstoerisme van bezoekers van de vele winkels in het dorp, omdat veel producten in Andorra belastingvrij zijn. Ja, dat weten we ondertussen wel. Volgens Michel en José krijg je de peuken erbij cadeau als je drank koopt, of andersom. Dat skigebied schijnt het belangrijkste wintersportoord van de hele Pyreneeën te zijn, met meer dan 200 kilometer aan piste. Of dat zo is laten we maar in het midden. De winkels hier, waar je wel meer kunt kopen dan sigaretten en alcohol alleen, schijnen liefst 361 dagen per jaar open te zijn. Voor vier specifieke feestdagen maken ze een uitzondering in Andorra, de rest van het jaar kun je hier al je teringtroep kopen die je niet nodig hebt. El Pas de la Casa dankt zijn naam aan een herdershut die hier stond aan het begin van de twintigste eeuw (Pas komt van bergpas, casa betekent 'huis' of 'hut'). Goede toevoeging van Wikipedia wel, dat hadden we zelf niet kunnen verzinnen natuurlijk. Het is het enige deel van het prinsdom Andorra dat zich aan de Atlantische zijde en tevens aan de noordzijde van de Pyreneeën bevindt, het wordt van de andere zijde gescheiden door de Port d'Envalira op 2409 meter boven de zeespiegel en daarmee de hoogste bergpas van de Pyreneeën. Bij het dorp ontspringt de Ariège. Niet echt een lekker lopende zin, heb ik het idee. Maar goed, die van mij lopen ook wel eens verkeerd. Enfin, die Envalira, ja, die is hoog. Al een keer of 10 gepasseerd in de Tour, voor de rustdag werd Nairo Quintana de nieuwe bergkoning daar, hoppa, 5000 euro erbij. Er is sprake van een eigen parochie voor El Pas de la Casa op te richten, daarvoor zou de grondwet van Andorra uit 1993 aangepast moeten worden. Het maakt nu deel uit van de parochie Encamp door een erfpachtelijk contract, hoewel het daar voor Andorrese begrippen ver vandaan ligt. Ik weet niet hoe oud die informatie is, maar wel geinig. Boven El Pas de la Casa vinden we een radiostation op de top van de Pic Blanc, Radio Sud. Kan blijkbaar niet bezocht worden, terwijl het nogal een geschiedenis zou moeten hebben en sowieso een vrij opmerkelijk gebouw is. Zonde, wel eens te meer een bewijs dat we niets aan Andorra hebben. In de buurt van Pas de la Case zou ook een meertje moeten liggen waar je kunt vissen naar zalm en forel, leuk. Blijkbaar is het ook vermeldenswaardig dat er een tunnel onder de berg ligt, de Túnel d'Envalira. Was voor Boasson Hagen geen slecht idee geweest. Men weet verder te melden dat er ooit een Andorese ploeg was, die de naam droeg van het skiresort. Andorra-Grandvalira, Melchor Mauri was daar de ploegleider. Renners als Eduard Prades en Vicente Garcia de Mateos waren achteraf gezien de bekendste namen. De ploeg hield er snel mee op, zoals we heel snel zouden moeten ophouden met Andorra.



Het wordt een merkwaardig begin van de rit. De renners beginnen dus in El Pas de la Casa, niet ver van de top van de Port d'Envalira. Voor de rustdag reden de renners hier omhoog, nu gaan ze juist naar beneden. We reden voor de rustdag wel op een alternatieve manier naar boven, via de Col de Puymorens, waardoor we alleen de laatste tien kilometer van de Port d'Envalira hoefden te bedwingen. Als je vanuit Ax-les-Thermes begint gaat het liefst 35 kilometer omhoog aan 5%, nu gaat het bijna die hele 35 kilometer naar beneden. Niet helemaal, want we starten dus in het centrum van El Pas de la Casa en niet op de top van de klim. Scheelt alweer een kilometer of vijf, dus gaat het slechts 30 kilometer naar beneden. Omdat een begin in dalende lijn nogal gek en onverantwoord is heeft de organisatie gekozen voor een lange neutralisatie, we gaan liefst 20 kilometer geneutraliseerd naar beneden fietsen. De neutralisatie zou daardoor 25 minuten moeten duren, zonde van de tijd. Ze zullen veel geld hebben geboden in El Pas de la Casa, maar dit slaat allemaal als kut op Dirk. Je maakt het jezelf onnodig moeilijk, naar mijn bescheiden mening. Enfin, na die ellenlange neutralisatie in dalende lijn gaan we alsnog tijdens de afdaling officieel van start. In de omgeving van Mérens-les-Vals gaat Prudhomme zwaaien met zijn vlaggetje en dan werken we de laatste kilometer van de afdaling af richting Ax-les-Thermes. Het gaat gemiddeld aan een procentje of 3 à 4 naar beneden, waardoor het een bijzonder snelle start gaat worden. De mannen met meer gewicht zijn hier dik in het voordeel, als het gaat om het ontstaan van de vlucht van de dag. De afdaling is niet heel moeilijk, want de weg is continu zo breed als een snelweg. De meeste bochten komen we tegen tijdens de neutralisatie, zodra de rit echt begint komen we vooral wat flauwe bochten tegen. Al rijden we na een paar kilometer wel door het dorpje Mérens-les-Vals, waar een paar scherpere bochten liggen. Ook buiten het dorp komen we nog een paar serieuzere bochten tegen, onder meer bij het oversteken van een brug. Daarna wordt het weer wat simpeler, terwijl we ineens door een fraaie kloof fietsen. Op die fase in en rond Mérens-les-Vals na is het een enorm simpele afdaling, maar ik ben er toch niet zo gelukkig mee. Een rit laten beginnen met een afdaling is eigenlijk altijd vragen om problemen, ongeacht de afdaling. Normaal ligt de snelheid al hoog in zo'n afdaling, maar nu gaat men ook nog eens slag om slinger demarreren, als dat maar geen brokken geeft. Enfin, als we bijna Ax-les-Thermes bereiken komen we een rotonde tegen, hierna rijden we over een brege weg langs dit stadje af. We zien het aan de rechterkant van de weg in de diepte liggen, maar duiken niet die diepte in. Daarom heeft het eigenlijk weinig zin om veel over Ax-les-Thermes te vertellen, maar dat doen we lekker toch. Het kan gezien de naam moeilijk als een verrassing komen, maar het is een kuuroord. Koning Lodewijk IX stichtte hier een thermale badinrichting (Le bassin des Ladres) voor de behandeling van lepralijders die terugkwamen uit het Heilig Land. De Tour komt hier met enige regelmaat voorbij, in Ax-les-Thermes zelf of boven het kuuroord in Ax 3 Domaines. Op die laatste berg won Chris Froome in 2013, om nog maar eens extra in perspectief te plaatsen hoe lachwekkend zijn niveau tegenwoordig is. Of was juist zijn niveau in 2013 lachwekkend? Is maar net hoe je het bekijkt. In Ax-les-Thermes zelf was Felix Cardenas de laatste winnaar, dat is alweer van 2001 geleden.



We rijden dus niet door dit kuuroord maar blijven op de brede doorgaande weg. Deze weg gaat voorbij Ax-les-Thermes nog een kilometer of 25 verder naar beneden, in steeds lichter dalende lijn. Het merkbare deel van de afdaling is nu wel geweest, het gaat nu wat meer geruisloos naar beneden. Soms is het zelfs helemaal vlak, incidenteel komen we ook wat haast onmerkbare knikjes omhoog tegen. De renners fietsen door de vallei van de Ariège en de weg langs deze rivier is voorzien van relatief weinig bochten. Het gaat voornamelijk rechtdoor, zonder veel gevaarlijke punten. De brede weg wordt af en toe iets smaller door een scheiding in het midden van de weg, maar aangezien alles dankzij deze snelle aanvang wel op een lint zal zitten is dat niet zo'n probleem. Dat er soms paaltjes staan is vervelender, wat dat betreft. In de buurt van Luzenac, na 18 kilometer koers, komen we voor het eerst wat vluchtheuvels tegen, ook vervelend. Die vluchtheuvels komen we daarna nog vaker tegen, verder komen we eigenlijk helemaal niets tegen terwijl we gezellig door de bossen aan het crossen zijn. Als we na een kilometer of 27 uitkomen in Aulos-Sinsat is het dalen eigenlijk wel helemaal gedaan, het is nu zo goed als vlak tot in Tarascon-sur-Ariège. Af en toe gaat het nu zelfs merkbaar omhoog, al laat het echte klimwerk nog even op zich wachten. Ik ben wel heel benieuwd of we al een vlucht gaan zien ontstaan in deze dalende beginfase of dat we moeten wachten tot op de eerste klim. Gezien de hoge snelheid die we in het begin gaan halen lijkt dat tweede me geen onrealistisch scenario. Hoe dan ook, buiten Aulos rijden we weer een paar kilometer verder vooral rechtdoor over een brede weg, terwijl we langs de kant van de weg allerlei mooie bergen zien verschijnen. Op wat vluchtheuvels in Aulos na maken we nu weer helemaal niets mee, langs het spoor rechtdoor op een zo goed als vlakke manier tot in Tarascon-sur-Ariège. Het peloton scheurt langs de Grotte de Lombrives, prima grot hoor. Verder zou je kunnen zeggen dat we niets gaan beleven, tot we na 35,5 kilometer Tarascon-sur-Ariège bereiken. In deze plaats komen de renners vier rotondes tegen, bij de derde rotonde slaan ze linksaf en gaan we op weg naar de eerste klim van de dag. Tarascon-sur-Ariège is overigens geen onbekend terrein voor de coureus, in de Tour van 2019 reden we nog door deze plaats heen op weg naar de Port de Lers. Nu gaan we op weg naar een port, de Col de Port.



Bij het verlaten van Tarascon-sur-Ariège komen de renners een grote rotonde tegen, waar ze rechtdoor gaan. Even later rijden de renners langs het Parc de la Préhistoire, ik hoef er geen tekening bij te maken wat je zoals in dit park kunt zien. We rijden door het dorpje Surba en hier begint de weg na een tijd voorzichtig omhoog te lopen. De weg is nog steeds breed en lichtelijk bochtig, daardoor kunnen we goed zien dat de weg omhoog gaat. Na een makkelijke aanloop gaat al een kilometer of twee aan 5% omhoog, nog voor de echte klim begint. De renners komen uit in Bédeilhac, waar ze ook beschikken over wat grotten. Hier wordt het wat vlakker, met zelfs een kort stukje in dalende lijn tussendoor. Over een bochtige weg rijden we door het bos naar Saurat, waar de voet van de Col de Port ligt. Niet te verwarren met de Col de Porte, deze Col de Port is een echte klassieker. De eerste serieuze Pyreneeëncol die in het parcours van de Tour de France werd opgenomen, meer dan 100 jaar geleden. In het gezegende jaar 1910 kwam Octave Lapize hier als eerste boven, in de jaren daarna zou de col tot aan de Tweede Wereldoorlog liefst 18 keer bedwongen worden. Daarna is men de Col de Port wat uit het oog verloren, sinds 1947 kwam de klim nog maar tien keer voor in het parcours. Sandy Casar was in 2009 de laatste die als eerste boven wist te komen op deze berg die dus als eerste serieuze Pyreneeëncol figureerde in de Tourgeschiedenis. Tegenwoordig is de Col de Port een beklimming van de tweede categorie, hij is 11,4 kilometer lang en gemiddeld gaat het aan 5,1% omhoog. Toch een aardige klim, die een beetje te lijden heeft onder de ontdekking van de nabijgelegen Mur de Péguère. Zoals wel meer Pyreneeëncols is de Col de Port een behoorlijk onregelmatig ding, we beginnen bijvoorbeeld met een kilometer aan 6% waarna het weer twee kilometer vrij vlak zal zijn. Het gaat niet de mooiste klim op aarde worden, een weinig inspirerende omgeving waardoor we gaan fietsen. Een beetje door het bos, soms door een niet al te fraai dorpje, wat meer door open terrein richting de top. Na het vlakke stuk gaat het twee kilometer omhoog aan 6%, waarna het steilste stuk van de klim volgt. Twee kilometer aan 9%, als de vlucht van de dag nog steeds niet is vertrokken zal het hier wel gebeuren, of in de kilometer aan 7% die hierna nog volgt. In de laatste kilometers van de klim wordt het vervolgens een stuk makkelijker, na een kilometer aan 6% gaat het richting de top vals plat omhoog. Die top bereiken we na exact 54 kilometer, na twaalf jaar krijgt het eeuwig bedroefde gezicht van Sandy Casar eindelijk opvolging.




Ook niet de mooiste top op aarde. Er staat een verdwaalde herberg en er lopen wat koeien rond, dat is het wel zo'n beetje. Na de klim volgt er een afdaling van 13 kilometer richting Massat, een bijzonder bochtige afdaling. In de eerste kilometers van de afdaling gaat het nog niet zo steil naar beneden, maar we komen wel al een hoop bochten tegen. Er ligt asfalt dat typisch is voor de Pyreneeën, iets grover en iets gevlekter. Gezien de weersvoorspelling hoeven we in ieder geval geen rekening te houden met smeltend asfalt, dat scheelt dan weer. Wel zou het kunnen gaan regenen, wat net zo goed kan zorgen voor een gevaarlijke afdaling. Eigenlijk gaat het nooit enorm steil naar beneden, al komen we wel een paar kilometer tegen waarin het daalt tegen 6%. De steiltegraad is dus niet het grote probleem, de vele bochten zijn dag wel. Het is eigenlijk continu bochtig, met veel snelle bochten kort achter elkaar. Een paar blinde, onoverzichtelijke bochten ook nog. Wel een brede weg, maar toch een redelijk lastige afdaling. We rijden ook door een paardorpjes, zoals Boussenac, waar ook wat onvoorspelbare bochtjes liggen. Als we bijna beneden zijn in Massat komen we nog een paar haarspeldbochten tegen, geen sinecure om veilig Massat te bereiken. Als dat wel is gelukt rijden we door het centrum van dit dorpje, waar we rechtsaf slaan voorbij de kerk. Daarna volgt er een lange tocht door de vallei van de Arac, we volgen de loop van dit smalle stroompje een kilometer of 15. Na de bocht in Massat is het even wat smaller, buiten het dorp komen we weer op een brede weg terecht. Deze weg is bochtig en loopt overwegend lichtjes naar beneden, amper merkbaar. De komende, bochtige, kilometers gaat het ook een paar keer licht omhoog, maar het zal niet de moeilijkste tocht zijn. Na een tijd rijden we door Biert, waar de weg een versmalling kent, verder komen we op een aantal bochten na de komende kilometers amper iets tegen. De Arac verschijnt soms in beeld, we steken af en toe een bruggetje of en rijden afwisselend langs de linker- en rechteroever van de rivier. De Arac is een flink meanderende rivier, de renners meanderen lekker mee terwijl de omgeving bosrijk valt te noemen. Aan het eind van deze weg komen de renners uit bij een ovalen rotonde, waar ze linksaf slaan. Hierna rijden ze een aantal kilometer verder door een vallei, ditmaal de vallei van de Salat. De weg blijft bochtig, want ook deze rivier kent de nodige kronkels. Wel is het zo goed als vlak, op weg naar de tussensprint van de dag. Die gaat over vijf kilometer volgen aan de buitenrand van het dorpje Oust, in Vic d'Oust. Na een tijd laten we de rivier wat meer rechts liggen en gaat het over een brede weg rechtdoor naar de tussensprint, die na 84,7 kilometer zal plaatsvinden. Een vlakke sprint, in de buurt van een kerk die volgens de altijd objectieve bronnen een van de mooiste kerken van de Couserans is.



De Couserans, dat was ooit een provincie. Sommige mensen noemen deze regio nog steeds zo, dat doen wij dan ook maar. Na de tussensprint rijden we rechtdoor tegen een rotonde aan, waar we weer rechtdoor gaan. We fietsen verder naar Seix, een kilometer of twee rechtdoor. Aan het eind begint deze weg wat vals plat omhoog te lopen, terwijl we ondertussen nog een rotonde tegenkomen. Ook een versmallinkje, altijd leuk. Als we de kerk van Seix - ook geen lelijk ding - en een chateautje zien liggen slaan we rechtsaf en rijden we over de Salat. Aan de andere kant van de rivier rijden we door het centrum van Seix, een smallere en bochtigere weg brengt ons naar de voet van de volgende klim. We gaan voor het eerst sinds 2015 weer eens beginnen aan de Col de la Core, een beklimming van de eerste categorie. De komende 13 kilometer gaat het aan 6,6% gemiddeld omhoog, weer op een redelijk onregelmatige manier. De weg omhoog is iets smaller dan we tot nu toe deze rit gewend waren, een heerlijk weggetje achteraf door het midden van het niets. Al komen we toch vrij snel een dorpje tegen, Sentenac-d'Oust. Voor we dit dorpje bereiken gaat het eerst wat vals plat omhoog, dat hoort nog niet bij de klim. Daarna beginnen we met een kilometer aan 6%, gevolgd door een kilometer aan bijna 7%. Voorbij het dorpje Sentenac-d'Oust gaan we door de rijkelijk met bomen gevulde natuur twee kilometer omhoog aan 6,5%, en nog een kilometer aan 6% tussendoor. Af en toe komen we een paar boerderijtjes tegen, verder is het hier uitgestorven. Na een makkelijke kilometer aan 5,5% gaat de bochtige weg een tijd omhoog aan 8,5%, de grillige Pyreneeën geven hun visitekaartje af. Daarna gaat het weer aan 5,5% omhoog, in de volgende kilometer aan 7% en dan volgt de volgende steile kilometer, een paar kilometer voor de top gaat het nog eens aan 9% omhoog. Richting de top wordt de klim een stuk mooier, we verlaten zo nu en dan het bochtige bos en krijgen dan een prachtig uitzicht op de bergen en valleien aangeboden. In de laatste kilometers naar de top gaat het verder vrij regelmatig aan een procent of zes omhoog, stukje aan 6,5% richting het eind. De vrij kale top van de Col de la Core bereiken we na 101 kilometer, we vinden hier een opvolger voor de inmiddels in ongenade gevallen Kristijan Durasek. De Kroaat, geschorst wegens betrokkenheid bij Operatie Aderlass, kwam hier in 2015 als eerste boven, al beklommen we de klim toen wel van de andere kant. In 1984 kwam Jean-René Bernaudeau, de grote baas van het altijd teleurstellende Total Energies, hier als eerste als eerste boven. In de tussentijd werd de klim nog eens vijf keer beklommen, met jongens als Jalabert en Virenque die hier als eerste boven wisten te komen. Geen enorm vaak gebruikte klim, toch een die wel de moeite waard is.




Het uitzicht op de top is wel schitterend, we zien al meteen beneden in de vallei de weg liggen waar we naartoe af gaan dalen. In 2015 gingen we over die weg omhoog, op weg naar Plateau de Beille. Een klim die volgend jaar weer terug zou moeten keren, ellende. Maar goed, de andere kant van de Col de la Core is minder lastig, het gaat 14 kilometer naar beneden richting Castillon-en-Couserans aan minder dan 6% gemiddeld. De afdaling begint lastig, we komen in het begin meteen een paar flinke bochten en een haarspeldbocht tegen. Het gaat in het begin ook redelijk steil naar beneden, wat later gecompenseerd gaat worden door een heel stuk waar het een beetje vals plat naar beneden zal gaan. De eerste kilometers is het dus redelijk lastig, als we na een tijd voorbij het fraaie meer van Bethmale zijn gereden gaat het een tijdje wat meer rechtdoor naar beneden. De afdaling zal nu niet meer direct een probleem vormen, al moet je altijd beducht zijn voor het asfalt in de Pyreneeën. Richting het eind van de afdaling, als we door wat dorpjes als Ayet en Aret zijn gereden, wordt het nog even wat bochtiger. De weg is inmiddels wel een stuk breder geworden, wat het dan weer makkelijker zou moeten maken. Wel wat onoverzichtelijke bochten in het bos, toch meer opletten dus. Als we bijna beneden zijn slaan we rechtsaf in Bordes-Uchentein, waarna we twee kilometer rechtdoor fietsen naar Castillon-en-Couserans. De weg loopt na een tijdje zelfs een halve kilometer wat vals plat omhoog, het dalen is nu wel klaar. We fietsen een tijdje langs de Lez en duiken daarna een bos in, waarna we even later uitkomen in Castillon-en-Couserans, waar we volledig rechtdoor rijden in het best leuke centrumpje. Buiten dit dorpje gaat het ook nog even rechtdoor, vervolgens slaan we linksaf op weg naar Audressein. We gaan een kilometer of 12 dezelfde weg volgen, die ons van het ene dorpje naar het andere brengt. Audressein, Argein, Aucazein en Ilartein, om er maar ein paar te noemen. Het is een relatief simpele weg, al komen we in de dorpjes wel wat bochtenwerk en zo nu en dan ook wat verkeersmeubilair tegen. Het blijft voorlopig nog even vlak en het gaat vooral rechtdoor, tussen de dorpen in vooral door de open velden. Voorbij Ilartein komen we een scherpe bocht naar rechts tegen, waarna we merken dat de weg iets meer omhoog begint te lopen. We zijn op weg naar de volgende klim van de dag, de laatste van enige betekenis. In de finale volgt nog een kort klimmetje, maar de Col de Portet-d'Aspet die zometeen gaat beginnen is de laatste langere klim.



Van Ilartein fietsen we naar Saint-Lary, waar de klim echt gaat beginnen. In de tussenliggende zeven kilometer komen we al een meter of 150 hoger uit, het loopt steeds een beetje omhoog. Soms meer dan een beetje, voorbij Ilartein gaat het bijvoorbeeld twee kilometer aan 4% omhoog. Maar het gaat daarna ook weer even naar beneden, je maakt wat mee in de Pyreneeën. We komen uit in Orgibet na een tocht door het bos, in deze contreien is het even wat vlakker. Buiten het dorp duiken we dan wel weer het bos in voor een bochtige tocht naar Augirein, zodra we de omgeving van dit dorpje bereiken gaat het wel een kilometer aan 5% omhoog voordat we even later echt gaan beginnen aan de klim. Na twee vrij vlakke kilometers komen we uit in Saint-Lary, hier gaat de Col de Portet-d'Aspet van start. De komende 5,4 kilometer gaat het aan 7,1% omhoog naar de top van deze klim van tweede categorie die iedereen en z'n moeder kent. Na een wat smallere passage met wat bochten in Saint-Lary gaat het buiten het dorp in het bos meteen aan 5% omhoog. In de kilometer die volgt gaat het aan 7% omhoog, waarna het in de derde kilometer vrij makkelijk zal zijn. Een kilometertje aan 4%, daar liggen we niet wakker van. De klim wordt pas echt leuk als we door het schattige dorpje Portet-d'Aspet rijden. Hier komen we een paar bochten tegen die al wat steiler lijken te zijn, en dat is inderdaad ook het geval. Het gaat een kilometer aan bijna 9% omhoog, dat lijkt er al meer op. Buiten het dorp wordt het zelfs nog steiler, het gaat een kilometer aan praktisch 10% omhoog, alvorens het in de laatste meters richting de top nog eens verder zal stijgen aan 9%. Hoewel dit de cijfers zijn van de organisatie, andere bronnen schatten 'm net iets anders in, maar moeilijk wordt het richting de top sowieso. Na 136,5 kilometer komen we boven op deze Col de Portet-d'Aspet, een berg die we vooral om de verkeerde redenen kennen. In totaal werd de Portet-d'Aspet sinds 1947 33 keer beklommen, maar al onze gedachten gaan vooral uit naar die ene keer dat de klim werd bedwongen in 1995. In de afdaling ging het helemaal mis, enkele renners kwamen toen ten val en braken ledematen, maar eentje was er helemaal slecht aan toe. Fabio Casartelli kwam met zijn hoofd tegen een betonblok aan en bezweek enkele uren later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De olympisch kampioen van 1992 overleed op 24-jarige leeftijd. Iedere keer dat we hier omhoog of omlaag rijden passeren we langs de stèle, die een paar maanden na het overlijden van Casartelli al werd onthuld. De laatste keer dat we de Portet-d'Aspet beklommen, ook van deze kant, ging het bijna weer helemaal mis. Casartelli leek even een opvolger te krijgen toen Philippe Gilbert, de eerste op de top, een bocht helemaal verkeerd inschatte en in een ravijn verdween. Gelukkig bleek dit geen diep ravijn te zijn en konden we gezamenlijk opgelucht ademhalen toen hij snel weer uit het ravijn was geholpen, hij reed zelfs de rit nog uit maar moest een dag later toch opgeven.




In 1995 reden we langs de moeilijke kant van de Portet-d'Aspet naar beneden, dat deden we in 2018 ook. Net op die dag was toevallig ook Fabio Jakobsen te gast bij de Avondetappe, vernoemd naar Fabio Casartelli. De ouders van Casartelli waren er ook, ze gingen samen op de foto bij de stèle van Casartelli. Een jaar later zou Jakobsen in de Ronde van Polen ook bijna om het leven komen, dat was toch wel wreder dan wreed geweest. De weg die we nu naar beneden gaan volgen is dezelfde als in 1995 en 2018, het wordt dus een gevaarlijke onderneming. Gilbert is er ook nu weer bij, we hopen dat hij de bochten ditmaal beter inschat. Deze kant van de klim is merkbaar steiler, het gaat de komende vijf kilometer aan 9,2% naar beneden. Stroken boven de 10% zijn geen uitzondering, volgens de bordjes langs de kant van de weg gaat het zelfs een tijd aan 17% naar beneden. Het is enorm bochtig en we rijden door een bos. In bijna alle bochten komen we een stenen muur tegen, over een van die muren vloog Gilbert in het skoekeloen. Na een vrij makkelijk begin komen we even verderop in het bos een paar scherpe en - blijkbaar - lastig in te schatten bochten tegen. Weinig haarspeldbochten, maar wel een paar venijnige korte bochten die zichzelf pas laat aankondigen. Een beetje parcourskennis kan hier zeker geen kwaad, we zien liever geen nieuwe herdenkingsplaats ontstaan. Voorbij het monument ter nagedachtenis aan Casartelli komen we nog één lastige bocht naar links tegen, daarna komen we uit op een kruispunt waar we in het verleden wel eens linksaf sloegen. Als je dat doet ga je naar de Col de Menté, maar de renners hoeven daar deze keer niet aan te beginnen. Het gaat naar rechts, we mogen door de vallei naar de finishplaats rijden. In eerste instantie is de brede weg een kilometer of twee zo goed als vlak, daarna dalen we nog eens vijf kilometer af over een weg die weer wat bochtiger begint te worden. We zetten koers richting Sengouagnet, over een weg die te vergelijken valt met die weg waar Mollema een paar dagen geleden zijn beslissende demarrage plaatste. Geen lastige bochten, maar je bent wel weer snel uit het zicht. Tussendoor ook wel een stukje in stijgende lijn, waarna we rechtsaf slaan richting Sengouagnet. In dit vervallen dorpje gaat het weer naar beneden, met de nodige bochten erbij. Buiten dit dorp wordt het zo goed als vlak en ook een stuk rechter, de komende vijf kilometer op weg naar Aspet zijn dus een stuk makkelijker. Na 149,5 kilometer, op minder dan 20 kilometer van de finish, bereiken we Aspet. Daar zien we als we het dorp binnenfietsen op een heuvel buiten het dorp een kicken kerkje liggen.



In Aspet komen we een paar niet al te lastige bochten tegen, op de laatste bocht na. Aan de rand van het dorp volgt een scherpe bocht naar links, in dalende lijn. Na deze bocht rijden we buiten het dorp vier kilometer rechtdoor over een brede weg. Het loopt lichtjes naar beneden, maar de rotonde die we tussendoor tegenkomen vormt het grootste obstakel. We komen uit in Soueich, een willekeurige verzameling letters, waar we linksaf gaan slaan bij een volgende rotonde. Buiten het feit dat het een volledig onlogische volgorde van klinkers en medeklinkers kent is dit ook de plaats waar niemand minder dan Pavel Sivakov is opgegroeid, we zwaaien vandaag naar Pavel en vader Alexei. Jammer dat Pavel niet in koers is, als je het zo bekijkt. We rijden drie kilometer over een lichtelijk bochtige weg naar Encausse-les-Thermes, onderweg gaat het een keer een paar hectometer omhoog en uiteraard ook weer omlaag. Eenmaal in Encausse-les-Thermes krijgen de renners met een paar lopende bochten te maken, dat stelt weinig voor. Buiten het dorp komen we een paar scherpere bochtjes tegen, daaran rijden we over een iets smallere weg dwars door een boerenlandschap verder naar Aspret-Sarrat, waar het laatste klimmetje van de dag op ons wacht. De weg loopt een kilometertje vals plat omhoog, daarna gaat het heel kort eventjes naar beneden met twee bochten onderweg. Na de tweede bocht, eentje naar links, rijden we Aspret-Sarrat binnen. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan, want het gaat hier tijdelijk steil omhoog. De Côte d'Aspret-Sarrat, een bultje van de vierde categorie. Het gaat 800 meter aan 8,4% omhoog, als de beslissing nog niet op de Portet-d'Aspet is gevallen kan dit de laatste springplank vormen voor de winnende vluchter van de dag. Het is maar een korte klim, maar ook die kunnen onregelmatig zijn. Er zitten een paar stroken aan 10% bij, vooral aan het begin en aan het eind, tussendoor vlakt het even wat meer af. De top van de klim volgt na 162 kilometer, op zeven kilometer van de finish. Als je hier een stevig gat hebt zien ze je misschien wel nooit meer terug. We bevinden ons net buiten Aspret-Sarrat, in het bos.




Na dit muurtje is het even een paar meter vlak, tot we even later uitkomen bij een kruising waar we naar links gaan en een bredere weg bereiken. Deze weg loopt twee kilometer naar beneden. We beginnen met een lange en eindeloze bocht naar rechts, die steeds heel soepeltjes lijkt te lopen tot ie aan het eind ineens heel scherp wordt, met direct daarna een bocht naar links. Daarna volgen er nog twee stevige bochten naar links en een flauwere naar rechts, waarna we eigenlijk al zo goed als beneden zijn. Een korte afdaling, met in het begin dus een paar lastige bochten. Al bij al valt het wel mee, hier het verschil maken gaat lastig zijn, je moet daarvoor al vertrokken zijn. Beneden komen we uit op een vrij rechte weg, die we eigenlijk simpelweg gaan volgen tot op iets meer dan vier kilometer van het eind. We rijden over het spoor en krijgen te maken met wat flauwe bochtjes, maar voorlopig maken we niets meer. Op iets meer dan vier kilometer van het eind, voorbij het spoor, slaan we rechtsaf. Deze weg volgen we totdat er nog minder dan vier kilometer te gaan is, er volgt een scherpe bocht naar links. We rijden door het dorpje Valentine, waar nog meer bochten gaan volgen. Even later slaan we weer rechtsaf, voorbij de kerk. Daarna gaat de weg nog eens naar links en bijna direct daarna naar rechts. We rijden vervolgens over de Garonne en slaan aan de andere kant van het water linksaf, waarna we ons op drie kilometer van het eind bevinden. We volgen nu een brede weg, die ons eerst langs het industrieterrein van finishplaats Saint-Gaudens voert. Op twee kilometer van het eind komen we een rotonde tegen, hierna volgt een lange en lopende bocht naar rechts. We rijden daarna rechtdoor naar de volgende rotonde toe, waar een bocht naar rechts gaat volgen. Na deze rotonde betreden we de slotkilometer, een slotkilometer die de renners nog wel eens zou kunnen verrassen. De weg naar de finish is eerst breed, recht en vlak. Maar na een tijd komen we een brede bocht naar links tegen, waar de weg ineens omhoog lijkt te lopen. Al snel blijkt dat het niet alleen zo lijkt, maar dat het gewoon daadwerkelijk flink omhoog gaat. Na een flauwe bocht naar rechts zien we ineens een tribune liggen, wat is me dat allemaal? Daar gaan we het dadelijk over hebben, voorlopig volstaat het gegeven dat het in de laatste 400 meter aan 8% omhoog gaat. Als de vlucht een keer bij elkaar blijft kunnen we hier zowaar een leuke sprint der stervende zwanen aanschouwen. De brede weg omhoog loopt in de laatste meters rechtdoor langs de tribunes, we eindigen na 169 kilometer aan de buitenkant van Saint-Gaudens.





Saint-Gaudens is een stad in het Franse departement Haute-Garonne (regio Occitanië) met 12.000 inwoners. Voor de 15e keer maakt Saint-Gaudens deel uit van het circus dat wij de Tour de France plegen te noemen. De stad debuteerde in 1950, toen won niemand minder dan Gino Bartali hier. In latere jaren wisten onder meer Luis Ocaña en Charly Gaul hier ook te winnen, geen slechte namen. De laatste aankomst dateert van 1999, toen Dmitri Konychev hier aan het feest was. In de tussentijd gingen er nog wel een paar keer etappes van start in Saint-Gaudens, voor het laatst in 2014. Toen gingen we op weg naar Saint-Lary-Soulan, daar gaan we in dit geval morgen naartoe. In 2011 gingen we hier ook van start, toen zouden we naar Plateau de Beille fietsen waar Jelle Vanendert zou winnen, nog steeds koude rillingen. In 1959 won André Darrigade in Saint-Gaudens, op dezelfde plek als nu. Voor de hoofdtribune van het oude circuit van de stad. Het Circuit Automobile de Comminges, waar tussen 1925 en 1949 de Grand Pix van de Comminges werd verreden. Op het moment dat de Formule 1 werd opgericht verloor de race zijn glans, het werd een Formule 2-evenement en alle grote coureurs kwamen niet meer opdagen. De finish van de GP Comminges lag op de plaats waar de renners nu ook gaan finishen, vandaar die tribune. Dat is een van de tastbare herinneringen aan het autosportverleden van de stad, naast het Musée Circuit Automobile du Comminges. Hier kun je allerlei oude autootjes zien, enzo. Het is ook geen toeval dat de finishstraat de naam Avenue René Dreyfus draagt. Dit was een voormalig coureur die meerdere keren de GP van de Comminges reed. Bij een van die edities vloog hij met dank aan de natte weersomstandigheden uit de bocht. Hij katapulteerde zichzelf uit de auto, maar kwam er wonderwel zonder verwondingen vanaf. Zijn auto belandde dan weer in het publiek, maar ook dat liep merkwaardig genoeg goed af. Geen idee of dat genoeg reden is om je straat te vernoemen naar iemand, maar toch. Saint-Gaudens beschikt verder over een oude kerk, een oud klooster en een oude graanmarkt. De voormalig profs Laurent Estadieu en Émilien-Benoît Bergès zijn uit deze stad afkomstig, terwijl ook Pavel Sivakov wel valt te linken aan Saint-Gaudens. De Route d'Occitanie, voorheen de Route du Sud, passeert hier ook zowat jaarlijks, van de auto zijn ze overgestapt op de fiets en dat is een voorbeeld voor ons allen.



We zijn weer terug bij af. Na een warme tweede week krijgen we te maken met een koude en natte derde week. Boven in El Pas de la Casa wordt het overdag slechts 8 graden, met kans op regen ook nog eens. De rit beginnen met een natte afdaling, geniaal. Beetje wind vanuit het westen, noordwesten, waardoor we beneden in Ax-les-Thermes met tegenwind te maken krijgen in de vallei. In Ax-les-Thermes is het overigens wel een paar graden warmer, de renners mogen het doen met 15 graden. Als het daadwerkelijk gaat regen wordt het weer een enorm koude dag, het verschil qua temperatuur kan sowieso al voor opvallende situaties gaan zorgen waarin renners uit het niets ineens afhaken. Koud wordt het sowieso, of het ook echt gaat regenen is nog de vraag. Buitjes, is voorlopig het oordeel. Wel belangrijk om te weten, want dan weet je of je Alaphilippe en Valverde juist wel of niet moet meenemen bij je spelletjes, of Sonny. Enfin, om het serieus te houden, het draait toch vooral om de afdalingen. Als het daar maar droog blijft, een natte Portet-d'Aspet wordt niemand vrolijk van. Het oordeel van Google is: 80% kans op regen. Meteofrance houdt het op zeldzame buitjes. De wind lijkt eerder een rol te spelen, 25 km/u uit het westen met windstoten tot 65 km/u, jezus man. Als dat klopt wordt het helemaal koud, lekker die snijdende wind door je dunne kleding heen. Ook bijna continu tegenwind tijdens deze rit, als dit klopt. Nu gaat het wel vooral op en af en maakt het daardoor minder uit, maar de paar open stukken zullen vervelend zijn. De aanloop naar de Portet-d'Aspet, bijvoorbeeld. In finishplaats Saint-Gaudens zal het amper 16 graden worden, ook hier 80% kans op regen gedurende de middag en wind tot 21 km/u uit het westen. Dan zit ie in de allerlaatste kilometers wel mee, maar daarvoor niet echt. Meteofrance maakt het spannender, 30 km/u met windstoten tot 60 km/u, als dat klopt kunnen we aan het eind misschien nog wel waaiers zien zelfs, stel je voor. Toch nog maar even kijken bij windy.com dan. Ja, ook windy.com gaat uit van redelijk veel wind. Net op een dag dat je er eigenlijk niets aan hebt, behalve dan dat het daardoor dus nog kouder gaat worden. Ik zet een streep door Alaphilippe en Valverde, houdoe en bedankt. Hoe het allemaal precies gaat lopen kunnen we volgen vanaf 13:05, want dan begint de rit officieus. Het gaat dus eerst heel lang geneutraliseerd naar beneden, over een weg die mogelijk nat ligt. Lachen, joh. Om 13:30 begint de rit echt, tien kilometer naar beneden richting Ax-les-Thermes. Volg al deze ontwikkelingen direct via Eurosport 1 (!) en de PLAYER. De NOS en Sporza beginnen er om 14:30 pas aan, on-be-grij-pe-lijk. De aankomst verwachten we tussen 17:21 en 17:46.



De eerste dag na de rustdag, dat kan een leuke dag zijn. Gooi een paar flinke bergen in het parcours en je kunt wellicht een favoriet door het ijs zien zakken die de rustdag slecht heeft verteerd. Er zitten nu wel een paar flinke bergen in het parcours, maar de finish is na de Portet-d'Aspet ver weg waardoor de klassementsrenners niets gaan ondernemen. Nee, dit wordt weer een dag voor de vluchters. Hierna twee zware aankomsten bergop, geen enkele favoriet gaat hier iets ondernemen. Scheelt ook wel dat er nog maar één favoriet is, de rest zijn volgzame figuranten. Dit is 100% een rit voor de vluchters en zo lijkt de rit ook ontworpen te zijn. In principe kan dit natuurlijk prima als tussendoortje, maar het is wel erg jammer dat het de dag na de rustdag is. Zoals gezegd, de dag om te testen of iedereen bij de pinken is. Dat zal nu niet gebeuren, vermoed ik. Het was zelfs leuker geweest als ze in Andorra la Vella waren gestart en waren begonnen met de Port d'Envalira, dat had een spetterend begin kunnen opleveren. Nu zal dat minder het geval zijn. Eigenlijk was het beter geweest om de volgorde om te wisselen, eerst de rit van morgen bijvoorbeeld en daarna pas deze rit. Heb je een echte bergrit direct na de rustdag, niet twee bergritten achter elkaar, etc. Al is die bergrit van morgen ook weer superkut vanwege die lange aanloop, het is allemaal ellende. Hoe moeilijk kan het zijn om een goede rit te ontwerpen? Deze rit had ook voor de klassementsrenners kunnen zijn als je na de Portet d'Aspet over de Menté gaat, maar dit is nu juist weer helemaal niets. Zucht, zoveel weggegooide potentie. Het is nu vooral de vraag waar de vlucht van de dag gaat ontstaan. Gaan er al wat jongens wegrijden in het stuk in dalende lijn en het deel in de vallei daarna? Dan krijgen we zwaargewichten vooraan. Of blijft alles bij elkaar tot de eerste klim, dan krijgen we juist weer klimmers. Vergelijkbaar met de rit die door Mollema werd gewonnen, ook daar bestond de kopgroep uiteindelijk bijna volledig uit klimmende types. Kan nu ook weer het geval zijn, het lijkt me simpelweg bijzonder moeilijk om hier in het dalende stuk en het vlakkere stuk al weg te rijden. De eerste klim is er eentje van 11 kilometer aan 5%, dat zal veel jongens toch teveel van het goede zijn. Dit is de eerste afweging bij het kiezen van de geschikte vluchters. De tweede afweging is het weer. Of het nu gaat regenen of niet, het wordt sowieso koud. Van 30+ graden naar 15 graden, da's de helft dus. Mogelijk regen erbij en waarschijnlijk behoorlijk veel wind, brrr, ik trek m'n winterjas aan. De renners kunnen dat niet echt, dus wordt het weer afzien. De ene renner gaat daar beter mee om dan de ander, de figuren die we vorige week zaken hoeven nu niet noodzakelijkerwijs opnieuw aanwezig te zijn. Ik ga verder mijn hart vasthouden tijdens de afdalingen. Als het regen zijn ze allemaal lastig, vooral die van de Portet-d'Aspet natuurlijk. Regen, beetje olie erbij waarschijnlijk, oei oei oei. Als dat maar goed gaat allemaal. Die afdaling komt natuurlijk ook nog eens in de finale, waar de beste vluchters hun voorsprong willen uitbreiden en waar de gelosten terug gaan proberen te komen. Of dat een geniaal idee is weet ik niet, dat gaan we beleven. Maar, anyway, sowieso vluchters dus. Pogacar gaat z'n ploeg niet laten controleren, er komen nog twee zwaardere ritten aan. Ineos en Jumbo gaan het ook niet doen, lijkt me. Dus, de zoveelste kans voor de vluchters. Dat hebben we de afgelopen Tours niet vaak gezien. Nu al bijna meer zeges voor vluchters dan vorig jaar, en dan hebben we nog een week te gaan. Enfin, daar gaan we.
1. Aranburu. Dit probeerde ik al een keer, liep niet goed af. Maakt niet uit, de aanhouder wint, dat heeft Mollema wel bewezen. Het gaat waarschijnlijk regenen, er moet veel gedaald worden en we eindigen op een muurtje: dit schreeuwt Alex Aranburu. Helaas wint Alex weer niet nu ik hem heb genoemd, maar dat is het leven. Volgend jaar gaat hij naar Movistar en dan wint hij sowieso nooit meer een koers, erg teleurstellend.
2. Van Aert. Wout kan vandaag nog mooi wat puntjes oprapen voor de bergtrui en meteen ook weer een poging wagen om de rit te winnen. Al zou het weer hem misschien kunnen ontmoedigen, mocht het echt regenen dan wil je met het oog op Tokio natuurlijk geen risico's nemen in de afdalingen. Daardoor wint ie niet, is mijn oordeel.
3. Konrad. Die is al een paar keer hoog geëindigd in vergelijkbare etappes. Waarom niet nog een keer? Wellicht gaat hij zelfs een keer wat slimmer koersen waardoor hij zowaar in de buurt komt van de ritzege. Nee, haha, natuurlijk niet. Maar een derde plaats is ook leuk.
4. Mohoric. Fietst als een debiel naar beneden, waardoor hij genoeg voorsprong verzamelt om als een van de eersten aan de eerste klim te beginnen. Zit daardoor in de kopgroep, maar gaat de rit niet winnen wegens teveel klimwerk. Kan wel weer mooi wat tijd goedmaken in de afdalingen, al heeft hij in de Giro ook wel laten zien dat hij ook wel eens een fout maakt. Eigenlijk zou dit ook prima een dag voor Colbrelli kunnen worden, gezien de veranderde weersomstandigheden. Maarja, Sonny, ik weet niet of ik daar na die tweede week nog vertrouwen in heb.
5. Cort. Als hij niet weer eens op Uran moet passen tenminste. Anders sturen ze Higuita of Guerreiro weer eens mee, niet te peilen allemaal. Maar goed, we gaan het nog maar eens proberen met Cort. Je weet maar nooit. In principe wel een goede rit voor hem, als hij zijn klimmersbenen van de Ronde van Occitanië weer heeft gevonden.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  dinsdag 13 juli 2021 @ 06:45:30 #2
102912 crv
Screwed up
pi_200339074
Prachtig stukje weer _O_
wisselvallige weer heel de dag maar ook veel wind vanmiddag
ik gok toch op een 2e voor Mollema
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200339096
Twan Poels in de attack _O_
"You can call me Susan if it makes you happy"
  dinsdag 13 juli 2021 @ 07:03:43 #4
241690 kibo
Semper Fidelis
pi_200339123
Kelderman weer
pi_200339225
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 07:03 schreef kibo het volgende:
Kelderman weer
Zou saai zijn als deze veelwinnaar wéér de beste blijkt.
  Redactie Sport dinsdag 13 juli 2021 @ 08:30:12 #6
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200339489
Wat zegt het weerbericht?
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200339532
Ok, wie flikkert vandaag de afgrond in bij de afdaling van de Aspet?
Gilbert, Kelderman of Teunissen?
[b] Op zondag 14 november 2010 18:11 schreef liesje1979 het volgende:[/b]
Zo is daar Godshand, met zijn sarcastische toon,
Die regelmatig een topic voorziet van spot en hoon.
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 08:39:08 #8
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200339558
In Ax-Les-Thermes :

In Castillon-en-Couserans:

In Saint-Gaudens:


Regenachtig, behoorlijke wind, lage temperaturen voor Zuid-Frankrijk
  Redactie Sport dinsdag 13 juli 2021 @ 08:39:51 #9
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200339567
Piti en Juul kunnen afstappen dus.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 08:45:02 #10
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200339617
twitter


Dommie Bennett _O_
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  dinsdag 13 juli 2021 @ 08:50:46 #11
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200339667
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 08:45 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
[ twitter ]

Dommie Bennett _O_
Borut Bozic van het schone Vacansoleil tipte Rogla en Poga. Leuk om te lezen.
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 08:59:47 #12
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200339733
quote:
1s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 08:50 schreef VoMy het volgende:

[..]

Borut Bozic van het schone Vacansoleil tipte Rogla en Poga. Leuk om te lezen.
Borut Bozic van Operatie Aderlass, die Borut Bozic inderdaad.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  dinsdag 13 juli 2021 @ 09:01:27 #13
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_200339750
Domme Dannie is een parodie op een mens
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  dinsdag 13 juli 2021 @ 09:02:43 #14
102912 crv
Screwed up
pi_200339758
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 08:39 schreef Momo het volgende:
In Ax-Les-Thermes :
[ afbeelding ]
In Castillon-en-Couserans:
[ afbeelding ]
In Saint-Gaudens:
[ afbeelding ]

Regenachtig, behoorlijke wind, lage temperaturen voor Zuid-Frankrijk
zeg maar gerust een groot deel van Frankrijk
Hier in het noord-oosten is het nog veel erger, de Moeson is een buitje vergeleken met wat hier momenteel valt
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  dinsdag 13 juli 2021 @ 09:04:25 #15
102912 crv
Screwed up
pi_200339772
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 08:45 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
[ twitter ]

Dommie Bennett _O_
der wordt flink gehakt door ploegleiders de laatste tijd
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  dinsdag 13 juli 2021 @ 09:06:48 #16
102912 crv
Screwed up
pi_200339787
quote:
9s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 08:35 schreef Godshand het volgende:
Ok, wie flikkert vandaag de afgrond in bij de afdaling van de Aspet?
Gilbert, Kelderman of Teunissen?
alledrie ?
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 09:28:38 #17
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200340004
twitter


Als dit maar geen jinx borden zijn
  dinsdag 13 juli 2021 @ 09:36:49 #18
102912 crv
Screwed up
pi_200340103
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 09:28 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]

Als dit maar geen jinx borden zijn
denk dat ze dat beter langs de route van de tour hadden kunnen doen. in NL ziet ie ze niet zo O-)
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  dinsdag 13 juli 2021 @ 10:02:29 #19
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200340555
Misschien dat het vandaag superdag wordt van Wilco!

Die moest immers nog komen voor hem
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 10:06:41 #20
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200340652
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 10:02 schreef Frozen-assassin het volgende:
Misschien dat het vandaag superdag wordt van Wilco!

Die moest immers nog komen voor hem
Ik hoop dat de skoekeloen dag nog uitblijft
  dinsdag 13 juli 2021 @ 10:07:13 #21
194695 franklop
Fran knock
pi_200340664
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 10:02 schreef Frozen-assassin het volgende:
Misschien dat het vandaag superdag wordt van Wilco!

Die moest immers nog komen voor hem
Voor hem zal dat beter voor morgen of overmorgen zijn
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 10:09:34 #22
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200340728
twitter

Arnout Jansen eruit
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 10:10:43 #23
355459 crew  noodgang
noodgang
pi_200340765
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 10:02 schreef Frozen-assassin het volgende:
Misschien dat het vandaag superdag wordt van Wilco!

Die moest immers nog komen voor hem
Gisteren met lange mouwtjes getraind?
  Moderator dinsdag 13 juli 2021 @ 10:11:06 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200340777
Zitten we inmiddels op 145 renners nog in koers. Nostradamus vraag van dit jaar @crv
  dinsdag 13 juli 2021 @ 10:12:07 #25
102912 crv
Screwed up
pi_200340807
quote:
0s.gif Op dinsdag 13 juli 2021 10:11 schreef Momo het volgende:
Zitten we inmiddels op 145 renners nog in koers. Nostradamus vraag van dit jaar @:crv
ja, met AGJ erbij en Nibali die afgestapt is zitten we erop ^O^
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')