abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 7 juli 2021 @ 04:24:28 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200243331
Etappe 11: Sorgues - Malaucène, 198,9 km

De dag na de rustdag begon makkelijk, maar het werd uiteindelijk toch wel weer een pittig dagje. Een paar sterke jongens wilden graag in de aanval gaan, maar dat vond het peloton niet zo leuk. Toen even later Hugo Houle en Tosh van der Sande het ruime sop kozen was men wat meer tevreden. Stefan Küng zat ondertussen te broeden, hij wilde toch nog een poging wagen. De voorsprong was al opgelopen naar een minuut of zes, maar hij gaf er toch nog een keer een slinger aan. Er sprong best wat volk mee, zelfs Colbrelli toonde zich, maar het leverde niets op. DSM koos voor de controle, alle ballen op Cees Bol. Dom idee, maarja, een paar uur later lees je dan weer dat het zoveelste talent bij die ploeg wil vertrekken en dan dringt het besef weer door dat het een volkomen achterlijke ploeg is. De voorsprong van de twee koplopers werd snel kleiner, terwijl we in het peloton getuige waren van een paar valpartijtjes. Mads Pedersen ging op z'n muil, Geraint Thomas en Richie Porte vonden het ook wel weer eens tijd voor een nieuwe valpartij. Verder gebeurde er niet veel, pas aan het eind van de rit werd het weer wat leuker. De organisatie rekende op waaiers, en die kwamen er, enigszins, een beetje. Eigenlijk stond de wind net niet goed, in de laatste kilometers van de rit hadden we te maken met tegenwind. Maar op de plek waar het tijdelijk wel goed stond werd de boel toch even uit elkaar gereden. Zonder grote slachtoffers, waardoor we er niet echt veel mee opschoten. Ja, de volkomen nutteloze Cees Bol had natuurlijk de slag gemist, maar door de tegenwind aan het eind wist hij weer terug te keren. Daardoor werd wel meteen zijn treintje opgerookt, waardoor nog eens werd benadrukt hoe slecht Bol is zonder trein. Als niemand hem brengt wordt ie 10e, nou, mooi. Cavendish werd eerste, nummer 33 is binnen. Merckx heeft ondertussen echt een probleem. Cavendish beschikt over de perfecte trein, het was belachelijk hoe weinig hij hoefde te doen. Morkov werd afgezet op een meter of 400 van het eind, reed door tot, laten we zetten, 150 meter van het eind, Cavendish trapte drie keer en de zege was binnen. Een geoliede machine, waar Sam Bennett onderdeel van had kunnen uitmaken. Hoe zou die jongen voor de buis zitten, vraag ik me dan toch onwillekeurig af. Met deze tegenstand had hij inmiddels ook op drie ritzeges gestaan, wat een gouden kans laat je dan liggen. Wout van Aert werd tweede, Jasper Philipsen derde. Philipsen leek een snelle sprint te rijden, maar uit de wind kan het beeld al snel vertekenen. Het is voor hem in ieder geval nóg moeilijker geworden zonder Van der Poel en Merlier, nu was er alleen Rickaert om hem in een goede positie te brengen. Greipel werd 7e, ook wel leuk. Toch een teken van leven. Verder was het een rit van niks. Gelukkig komt er nu een betere rit aan, denk ik. Met twee keer de Ventoux onderweg gaan we er eens goed voor zitten.




De renners gaan van start in Sorgues, een plaats met 19.000 inwoners in het departement Vaucluse, regio Provence-Alpes-Côte d'Azur. Het is de eerste keer in de historie van de Tour dat er een rit van start gaan in Sorgues, maar andere koersen zijn hier wel al geweest. In 2010 kwam de Dauphiné langs. Een tijdrit van liefst 49 kilometer tussen Monteux en Sorgues werd gewonnen door anorexiapatiënt Jani Brajkovic, zo'n beetje de eerste schroeiende Sloveen. Toch maar mooi David Millar te snel af, Brajkovic zou een paar dagen later ook de eindwinst verzilveren. Parijs-Nice is twee keer gepasseerd in Sorgues. Voor het eerst in 2007, daarna kwam men vorig jaar nog eens langs. De zesde rit van Parijs-Nice, de voorlaatste rit voor corona al onze karretjes in de poep kwam rijden, liep van Sorgues naar Apt. In deze plaats, waar we vandaag ook gaan passeren, wist Tiesj Benoot als eerste de finish te bereiken. Tiesj die wint, altijd een opmerkelijk gegeven. Sorgues heeft verder geen groots koersverleden. De meest bekende lokale renner zou Jean Milesi moeten zijn, hij reed in de jaren '60 zeven keer de Tour. Zonder in beeld te komen, dus nee, geen koershelden hier. Wel andere helden, wat te denken van Pablo Picasso. Hij woonde een tijd in deze stad, in een villa tegenover het stadhuis. Hier kwam ook Georges Braque op bezoek, een andere kunstenaar. Volgens het roadbook ontwikkelden de twee hier zelfs een nieuwe stijl, zo'n belangrijke invloed had Sorgues op ze. In het centrum van deze stad vinden we een oud stadhuis, een van de weinige opvallende gebouwen. Er was ooit een pauselijk paleis, net als in het naburige Avignon, maar van dat paleis in Sorgues is niet veel meer over. De boel is praktisch helemaal afgebroken en de stenen hebben verspreid door het dorp een nieuwe bestemming gekregen. We komen nog een oude muur tegen, en dan heb je het eigenlijk wel zo'n beetje gehad. Wel is er nog een ander kasteel in Sorgues, dat van Brantes, maar dat is stiekem een lelijk ding. De tuin is eerder de moeite waard, Toscaanse stijl. In de omgeving staan blijkbaar nog wat meer chateautjes, chapeau. Er zijn uiteraard ook wel een paar kerken te vinden, zoals de Église de la Transfiguration. Hier hangen allerlei schilderijen van Philippe Sauvan, ook de moeite waard. In de buurt van de stad komen we de Pont des Arméniers, een kicken hangbrug. Hier in de buurt is ook een vakantiepark te vinden, met allemaal houten hutjes op het water. Nou, dat lijkt me wel voldoende informatie over een stad die je niet hoeft te bezoeken als je toevallig in de buurt bent.



De rit gaat van start in het centrum van Sorgues, daarna rijden we tijdens de neutralisatie over het lokale industrieterrein. Het wordt weer een vrij lange neutralisatie, een kwartier later gaan we buiten Bédarrides pas echt van start. In de eerste 30 kilometer gaan we over brede en vlakke wegen rijden, al wil het tussendoor wel vrij bochtig zijn. Vrij open ook, laat maar waaien die handel. De eerste kilometers van de rit is de weg overigens niet eens superbreed, maar als we na vier kilometer door Entraigues-sur-la-Sorgue rijden wordt het bijzonder breed. Paar rotondes en bochten hier, maar daarna rijden we wel zes kilometer volledig rechtdoor. Wel een weg die is voorzien van wat drempels, verder is het een simpele tocht dwars door het platteland. We komen uit bij een rotonde, waar het naar links gaat. Vervolgens gaat het nog eens zes kilometer rechtdoor, heel minimaal vals plat omhoog. Onderweg komen we nog een keer een rotonde tegen, op meer hoeven we niet te rekenen. Tenzij het waait, het blijft redelijk open. Enfin, aan het eind van deze weg slaan we bij de volgende rotonde scherp rechtsaf, waarna we liefst acht kilometer dezelfde brede weg gaan volgen. Het gaat vooral rechtdoor in een bosrijke omgeving, alleen wat flauwe bochten en een verdwaalde rotonde onderweg. We komen uit in L'Isle-sur-la-Sorgue, waar bij een nieuwe rotonde een bocht naar links gaat volgen. Over een weg die in het begin genoeg verkeersmeubilair kent rijden we nu verder naar Fontaine-de-Vaucluse, waar het eerste klimmetje van de dag gaat beginnen. Het is nog een kilometer of zes vrij recht en vrij vlak, bovendien behoorlijk beschut. Als we Fontaine-de-Vaucluse bereiken wordt de weg iets smaller, we rijden onder een spoorbrug door en komen vervolgens uit in het centrum van het fraaie Fontaine-de-Vaucluse. De weg richting het centrum loopt alvast iets omhoog, waarna we even later naar beneden duiken. Een bochtige tocht over een smalle weg volgt, waarna we buiten het centrumpje gaan beginnen aan de klim. De smalle weg omhoog kent in het begin een paar haarspeldbochten, daarna rijden we vooral rechtdoor naar boven. De Côte de Fontaine-de-Vaucluse is twee kilometer lang, het gaat aan 6% gemiddeld omhoog. Het klimmetje van vierde categorie kent een redelijk stevig begin, dat is het haarspeldbochtgedeelte. Daarna is het even wat vlakker, alvorens de slotkilometer vrij pittig gaat worden. Een procent of acht gemiddeld, maar met een uitschieter naar 12% aan het eind. De top van de klim volgt na 32 kilometer buiten het dorp. We keren toch nog even terug naar het dorp, want daar valt wel wat over te vertellen. De plaats is de naamgever van het departement Vaucluse. Tot 1946 was dat ook de officiële naam van de gemeente. Om verwarring te vermijden besloot men in dat jaar de naam in Fontaine-de-Vaucluse te wijzigen. Vaucluse is afgeleid van het Latijnse "Vallis clausa" dat "gesloten dal" betekent. Tijdens de Middeleeuwen was de dorpskerk een bedevaartsoord omwille van het graf van bisschop Veranus van Cavaillon. In latere tijden was het dorp blijkbaar praktisch verlaten, maar nadat de toeristen deze plek weer wisten te vinden heeft men de boel opnieuw opgebouwd. De toeristen komen vooral af op de resurgentie van de Sorgue. Een karstbron, ook wel resurgentie, resurgentiebron of vauclusebron genoemd, is een bron waar een rivier na een ondergrondse loop weer aan de oppervlakte komt. Het water stroomt van de Mont Ventoux naar deze plek en komt hier weer boven de grond, dat levert prachtige plaatjes op. Stukje kalksteen. De grondlegger van het humanisme, Francesco Petrarca, heeft hier blijkbaar ook een tijdje vertoefd. Er is een museum ter ere van hem, dat wel zijn verfranste naam draagt. François Pétrarque, kan ook. Maar goed, de Sorgue ontspringt hier dus min of meer. In de herfst en in de winter stroomt het hier blijkbaar best hard, nou, dan weet je waar je moet zijn als je nog een bestemming zoekt voor de herfstvakantie.





Richting de top van het eerste klimmetje van de dag komen we nog een paar steile bochten tegen, terwijl we over de extreem smalle weg door een bos rijden. Eenmaal boven gaat het kort naar beneden, nog steeds over de smalle weg. Geen bochten, dat komt pas aan het eind van deze weg. We slaan linksaf en rijden dan nog een kilometer vrij steil omhoog, dit mogen we een venijnige uitloper noemen. Halve kilometer aan 8%, daarna loopt het nog wat vals plat verder omhoog. Slechte en smalle weg, maar zodra we de top van dit klimmetje hebben bereikt wordt het breder. Over die bredere weg gaat het drie kilometer naar beneden. Paar bochten onderweg, maar geen gevaarlijke punten. Beneden slaan we rechtsaf, waarna er niet veel later een bocht naar links volgt. We rijden nu rechtdoor richting de tussensprint van de dag, die na 40 kilometer zal volgen ter hoogte van Les Imberts. De weg is ondertussen weer smal, maar het is in ieder geval wel weer even vlak. Dat feest duurt niet lang, want voorbij de tussensprint rijden we naar het volgende gecategoriseerde klimmetje toe. Het is nog een paar kilometer redelijk vlak en de weg is inmiddels ook weer breed, totdat we in de buurt van Gordes linksaf slaan. Hierna begint de Côte de Gordes, een klimmetje van 2,5 kilometer aan 5%. Via een paar bochten rijden we over een brede weg omhoog, waarna we even later Gordes zien liggen. Dat beeld kwam me bijzonder bekend voor, en jawel hoor, toen we voor het laatst naar de Mont Ventoux gingen in de Tour kwamen we ook voorbij Gordes. Toen maakte het klimmetje deel uit van de aanloop naar de Ventoux, nu is het slechts een onbeduidend bultje onderweg. De top van dit klimmetje bereiken we na 44 kilometer, in 2016 reden we vervolgens rechtdoor naar het volgende klimmetje en de abdij van Sénanque, dat doen we nu niet. Nee, we slaan rechtsaf en rijden naar beneden, al zal het eerst nog even vlak zijn. We fietsen door het centrum van Gordes, waar we een kasteeltje aantreffen. Paar bochten voorbij het kasteel, waarna het dalen begint. In het centrum is het even technisch, buiten het centrum kent de brede weg omlaag ook nog wel wat bochten, maar met dank aan de breedte zal het weinig problemen opleveren. De plaats op het parcours scheelt ook, weinig reden om hier gas te geven, tenzij de vlucht van de dag nog steeds niet is vertrokken. Enfin, Gordes ligt op een vooruitspringende rots van het Luberon-gebergte. Het dorp wordt door de Association des plus beaux villages de France beschouwd als een van de mooiste dorpen van Frankrijk en trekt dan ook veel toeristen, vooral in de zomer. Snappen we helemaal.



Aan het eind van de afdaling slaan we linksaf, we rijden daarna een kilometer of vier rechtdoor over een brede en vlakke weg door het midden van het niets. Aan het eind van deze weg slaan we dan weer rechtsaf, waarna we op een bochtige en licht hellende wijze verder gaan fietsen naar Roussillon. De weg wordt een paar keer wat smaller, waarna we twee kilometer aan vijf procent gaan klimmen naar dat Roussillon. Een paar smallere haarspeldbochten omhoog, waarna we met 54 kilometer in de benen het dorp bereiken. Een dorp dat we niet zomaar bezoeken, want ook dit is weer een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Kenmerkend is de aanwezigheid van grote hoeveelheden oker in de bodem, die het gehele dorp een geel/oranje/rode kleur geeft. De voormalige okergroeve is te bezoeken en staat in Frankrijk ook wel bekend als de "Colorado Provençale". Aldus Wikipedia. Klopt wel, de gebouwen hier hebben een opvallende kleur en de okerkleurige rotsen zijn ook te zien. Boven slaan we bij een rotonde rechtsaf, waarna we over een smalle weg dwars door het centrumpje rijden. Buiten het centrum zal de weg vier kilometer licht naar beneden lopen. Eerst is de weg breed en loopt het rechtdoor, zodra we voorbij het okermuseum zijn gereden wordt de weg een stuk bochtiger maar is de afdaling vals platter dan plat. Het kronkelende weggetje houdt een paar kilometer aan, uiteindelijk slaan we rechtsaf en even later linksaf, waarna Apt op de radar verschijnt. Na de bocht naar links loopt de weg een kilometer of twee vals plat omhoog, waarna we uitkomen bij een rotonde. Hier gaat het naar rechts, en dan rijden we in licht dalende lijn rechtdoor naar Apt. We komen al we bijna in Apt zijn een spoorbrug tegen, waar de weg iets smaller wordt. Daarna slaan we linksaf en rijden we rechtdoor het centrum binnen, we hebben nu 63 kilometer afgewerkt. Behoorlijk wat verkeersmeubilair hier, terwijl het licht naar beneden blijft lopen. In het centrum slaan we scherp linksaf en daarna loopt de weg 600 meter omhoog aan 8%, heel heftig. Dit is een bekende weg voor de renners, want in Parijs-Nice reden we hier vorig jaar naar beneden. Terwijl Tiesj Benoot op weg was naar de overwinning deed Schachmann er alles aan zijn gele leiderstrui te behouden. Dat ging in de straten van Apt niet helemaal goed, Schachmann vloog uit een bocht, recht tegen een huis aan. Een bocht waar we nu omhoog gaan dus. Hij werd in dezelfde tijd gezet als de rest van de eerste achtervolgers, tot razernij van mensen met een Belgische inborst. Het is maar goed dat Schachmann er nu niet bij is, stukje PTSS. Apt is de belangrijkste plaats van het Luberongebergte, de stad is bekend om zijn gekonfijte vruchten, jams, lavendel, truffels en vanwege het aardewerk. Er is ook een kicken kathedraal en een leuke klokkentoren in het centrum. De naam van de stad stamt mogelijk af van het Baskische woord voor deur, dat vind ik nog eens een theorie die de moeite waard is.



Na het klimmetje in Apt, dat we gelukkig deze keer niet in dalende lijn hoeven af te werken, volgt er toch nog een kleine afdaling. We rijden een tijdje over een smalle en bochtige weg, toch weer een opmerkelijke keuze van de organisatie. Lang duurt het niet, het gaat iets meer dan een kilometer op deze manier naar beneden, maar toch. Eigenlijk geen weg voor een peloton. Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf en bereiken we een bredere weg, die een kilometer of vijf vooral rechtdoor zal lopen richting Saint-Saturnin-lès-Apt. Het gaat wat vals plat omhoog, maar dit stelt niets voor in vergelijking met de klauterpartij die hierna gaat volgen. Als we de bewoonde wereld bereiken gaat de weg wat steviger omhoog, zodra we de eerste bocht in Saint-Saturnin-lès-Apt hebben gehad begint de Col de la Liguière officeel. Deze klim is 9,3 kilometer lang, het gaat gemiddeld aan 6,7% omhoog. De klim van eerste categorie begint met wat bochten in Saint-Saturnin, aan de rand van het dorp slaan we scherp rechtsaf en dan rijden we ineens dwars door een landschap dat eerder Spaans dan Frans lijkt. Alsof we ons ineens in Castilië en Leon bevinden, wat een dorre boel. Weinig vegetatie langs de smalle en matige weg, die hopelijk tegen deze tijd wel van een vers laagje asfalt is voorzien. Op weg naar de top komen we eigenlijk helemaal niets tegen. Soms stiekem toch wel wat boompjes, af en toe een bocht. Maar geen huizen, of zelfs maar een hutje. Een volkomen onbewoond deel van Frankrijk, waar men desondanks een bijzonder gelijkmatige weg heeft weten aan te leggen. Dat verdient wel wat applaus, het gaat deze negen kilometer zes kilometer lang aan 7% omhoog. Zo gelijkmatig ga je ze niet snel tegenkomen. Het is dat de klim aan het begin en aan het eind net iets makkelijker is, waardoor het gemiddelde wat zakt. Na 83,6 kilometer komen we boven op deze Col de la Liguière, blijkbaar een debutant in de Tour. Toch wel een leuke ontdekking, deze hoogtemeters gaan ons helpen richting het eind van de rit. Het is wel wat smal en het asfalt is slecht, wellicht dat het debuut daarom zo lang op zich heeft laten wachten, verder is het een prima toevoeging voor een rit die de Ventoux bevat. Na de klim volgt er niet direct een afdaling, het is een kilometer of twee zo goed als vlak voordat het 10 kilometer naar beneden zal lopen richting Sault. Tijdens deze weg omlaag komen we zowaar weer wat bebouwing tegen, er wonen blijkbaar toch wel mensen in de Provence. De afdaling mag verder amper een afdaling genoemd worden, het gaat heel erg lang vooral rechtdoor aan een procent of twee naar beneden, een kind kan de was doen. Het terrein is hier zo enorm open dat je met tegenwind nog flink moet trappen om überhaupt vooruit te komen. Asfalt is wel nog steeds slecht, tenzij men ondertussen heeft geïnvesteerd in de infrastructuur, wat goed mogelijk is. Na een kilometer of vier in beschaafd dalende lijn slaan we rechtsaf en bereiken we een betere weg, die een halve kilometer wat vals plat omhoog gaat. Daarna gaat het nog een kilometer of zes lichtjes verder naar beneden richting Sault, waar we na 96 kilometer gaan passeren.




Het laatste deel van de 'afdaling' is wel iets lastiger omdat we wat meer bochten tegenkomen, maar omdat het amper naar beneden gaat is het eigenlijk gewoon en reguliere bochtige weg. Door al die bochten kan het peloton hier wel aardig op een lint getrokken worden, maar men zal met de eerste Ventoux in aantocht nog wel even rustig aan gaan doen. Relatief smalle weg, maar in principe breed genoeg. Vlak voor we Sault bereiken wordt het ineens recht en nog wat breder, alvorens we zodra het dorp in beeld verschijnt over een smalle brug fietsen. In de diepte liggen de lavendelvelden, recht voor ons uit zien we op een rots Sault liggen. Typische plaatjes, de Provence hè. Er schijnt zelfs een band naar Sault vernoemd te zijn, kenners weten. Enfin, voorbij de smalle brug in Sault slaan we rechtsaf, via een omweg rijden we naar het centrum van dit fraaie plaatsje. We fietsen langs een oorlogsmonument en slaan hier linksaf, lichtelijk omhoog. Een eerste knikje, voordat we aan de eerste beklimming van de Ventoux gaan beginnen. Een kilometertje gaat het op een niet al te spannende manier omhoog, waarna we uitkomen in het centrum. Hier wordt het weer wat smaller, al snel gaat het ook licht naar beneden. We slaan rechtsaf in het centrum en duiken naar beneden. Een korte duik, al snel wordt het weer vrij vlak. We slaan een keer linksaf en rijden dan tussen de lavendelvelden door naar de voet van de Ventoux. De Ventoux vanuit Sault, een lange onderneming. Het gaat liefst 22 kilometer omhoog aan 5% gemiddeld, een opdracht die qua lengte te vergelijken valt met de klim naar Tignes. Vanuit Sault is het een klim van de eerste categorie, in de finale, als we voor de tweede keer de Ventoux bedwingen, doen we dat vanuit Bédoin en hebben we te maken met een klim van de buitencategorie. De beklimming is vanuit Sault een aantal kilometer langer, maar wel wat makkelijker. Sowieso begin je in Sault al 400 meter hoger dan in Bédoin, maar door de extra lengte erbij wordt de klim automatisch minder steil. Daarom is er ook wat kritiek op deze keuze van de organisatie. De klim is vanuit Sault minder zwaar, men had moeten kiezen voor twee keer de beklimming vanuit Bédoin. Niet volledig mee eens. De Ventoux is van de klassieke kant zo zwaar dat niemand aan een aanval zou denken tijdens de eerste passage, die zou dan sowieso alleen maar deel uitmaken van het parcours om de benen van de renners wat zwaarder te maken. In dat kader maakt het niet zoveel uit wat je doet, iedereen zet toch alles op de laatste klim. Voor de variatie vindt ik het juist leuk dat we de Ventoux een keer zien van een onbekende kant, aangezien er voorlopig toch niets gaat gebeuren ben ik wel blij met deze noviteit. We moeten verder ook niet doen alsof het een totaal kansloze klim is, vooral omdat we voorbij Chalet Reynard alsnog geconfronteerd gaan worden met het kale en steile gedeelte van de Ventoux. Enfin, we fietsen dus over een goede weg tussen de lavendelvelden door. In de eerste kilometers gaat het aan 4% omhoog, wanneer we het bos bereiken - een overeenkomst met de normale beklimming van de Ventoux - gaat het snel naar 5 à 6%. Toch drie kilometer tussendoor waar het aan 6% stijgt, verder gaat het vooral aan 5% omhoog. De weg is redelijk bochtig en gaat tot Chalet Reynard het bos niet verlaten. In dit bos gaan we na negen kilometer klimmen weer wat minder hard omhoog, na een kilometertje aan 4,5% zal het zelfs twee kilometer aan 2% klimmen, alvorens we te maken krijgen met twee kilometer aan 3%. Oké, dit is wel even een minder indrukwekkend deel. Hierna is het nog eens twee kilometer zo goed als vlak, het gaat zelfs even kort naar beneden. We komen vervolgens na 16 kilometer klimmen en 116 kilometer koers uit bij Chalet Reynard, daar waar Thomas De Gendt in 2016 Serge Pauwels te snel af was en de rit wist te winnen.





In de Tour de France waren we in 2016 voor het laatst op de Ventoux, maar toen konden we vanwege het weer niet niet naar boven. Op deze berg waait het altijd, maar soms waait het te hard. Dat was in 2016 het geval, dus stopten we er aan het eind van het bos mee, bij Chalet Reynard. Dit jaar lijken we meer geluk te hebben, we kunnen door naar de top. De eerste beklimming van de Ventoux is nog lang niet voorbij, het leukste gedeelte komt nu. Buiten het bos zien we waarom men de Ventoux ook wel de kale berg pleegt te noemen. Het maanlandschap verschijnt in beeld, niet veel later zal de zendmast volgen. Daar moeten we naartoe, als we pech hebben met wind op kop. Tijdens het laatste deel van de Ventoux is de weg wat breder dan de weg die vanuit Sault naar Chalet Reynard liep, dat valt wel op. Verder voelt het toch altijd een beetje vervelend om een klim als de Ventoux te beschrijven, daar zijn verdorie boeken over geschreven. Enfin, in de laatste kilometers van de eerste keer de Ventoux gaat het na een redelijk simpele kilometer aan 5,5% vervolgens aan 8% omhoog, met daarna een kilometer aan 7,5%. We bewaren het leukste voor het laatst, richting de zendmast gaat het een kilometer aan 8,3% omhoog, daarna gaat het aan 9,2% omhoog en in de laatste meters stijgt het aan 9,5%. De Reus van de Provence is niet voor niets een reus. Na 122,5 kilometer bereiken we de top van de Ventoux, we stoppen nu niet. Nee, normaal wel. Stevige bocht naar rechts en dan steil omhoog sprinten naar de finish. Niets daarvan, na die steile bocht naar rechts fietsen we vrolijk verder. We merken dat de weg weer wat smaller wordt, formaatje weg uit Sault, en gaan afdalen naar Malaucène. Dat gaan we vandaag twee keer doen, de eerste keer kunnen de renners alvast oefenen. Het gaat exact 20 kilometer naar beneden, da's best lang op zich. In de eerste vijf kilometer van de afdaling komen we een paar bochten tegen, maar er zit er maar één tussen die ik in zou durven schatten als lastig. De rest valt enorm mee. Aan het eind van het eerste deel van de afdaling komen we uit in Mont Serein, een klein wintersportoord. Hier eindigde in 2008 een rit in Parijs-Nice. De beruchte rit waar Robert Gesink de hele beklimming op kop sleurde met Evans in het wiel, die daarna in het sprintje zijn wiel voor dat van Gesink drukte. De organisatie is het blijkbaar met ons eens dat dit een erg lelijke overwinning was, want zij zeggen de overwinning op naam van Gesink. In Mont Senein slaan we linksaf, we bereiken nu een enorm brede weg. Wintersportoord, hè. Voorbij Mont Senein duurt het liefst vier kilometer voor we de volgende serieuze bocht tegenkomen, een haarspeldbocht naar rechts. Halverwege de afdaling zo'n beetje en we hebben pas twee listige bochten gehad, terwijl ik nochtans had vernomen dat dit een enorm lastige afdaling zou zijn. De vraag of het nodig was kwam voorbij, voorlopig denk ik: waarom niet?



Het tweede deel van de afdaling is wat bochtiger, maar ik zie serieus geen enkel probleem. Het is praktisch een snelweg omlaag, zonder gevaarlijke bochten. Pas als we bijna helemaal beneden zijn komen we nog een paar scherpere bochten tegen, in de laatste vier kilometer in dalende lijn moet er zowaar nog wat gestuurd worden. Na 142,6 kilometer komen we voor het eerst uit in Malaucène, waar we de finish niet gaan passeren. Na de volgende afdaling volgt er nog een extra kilometer door het dorp, dat is van latere zorg. We rijden nu zo snel mogelijk het dorp weer uit en gaan op weg naar Bédoin, waar de voet van de echte Ventoux ligt. In Malaucène slaan we in het centrum linksaf, daarna rijden we bij een rotonde rechtdoor. In de finale gaat het hier naar rechts, het is maar dat de renners het vast wegen. Zodra we na deze rotonde Malaucène verlaten loopt de weg direct omhoog, op weg naar Bédoin moet er ook alvast een beetje geklommen worden. De komende vijf kilometer komen we twee korte klimmetjes tegen, heel spannend allemaal. Eerst gaat het twee kilometer vals plat omhoog via een brede doch bochtige weg, daarna gaat het even kort naar beneden, vooral rechtdoor. We slaan even later schuin linksaf een smallere weg in, waarna we beginnen aan de Col de la Madeleine. Ja, de Col de la Madeleine. Daar heb je er meerdere van, blijkbaar. Deze is een kilometer of twee lang aan 4% gemiddeld, net even wat anders dan we gewend zijn. Een bochtige weg door het bos, het lijkt wel zowaar op een echte klim. Voorbij de top van de minder heftige Madeleine wordt het een kilometer of vier best lastig, het gaat over een brede en bochtige weg wat op en af. Goeddeels naar beneden, waardoor sommige bochten toch nog best lastig zijn. Zit wat scherp spul tussen, je zou er bijna misselijk van worden hoe erg het hier draait en keert. Knikje omhoog tussendoor, dan weer naar beneden, etc. Uiteindelijk wordt het weer wat rechter en vlakker, waarna we een kilometer of twee verder gaan fietsen naar Bédoin. Hier komen we na 155 kilometer uit, we hebben de voet van de tweede Ventoux bereikt. Hier kan de finale echt gaan beginnen. Eenmaal in Bédoin komen we wat vluchtheuvels tegen en even later een rotonde, waar we linksaf slaan.



Na de bocht naar links in het centrum van Bédoin begint de laatste beklimming van de dag niet direct. We fietsen eerst nog over een licht bochtige weg naar Saint-Estève, dat een kilometer of zes verderop ligt. In deze zes kilometer tussen Bédoin en Saint-Estève loopt het ook al licht omhoog. Eerst drie kilometer vals plat aan amper twee procent, maar daarna toch drie kilometer aan 4 à 5%. Telt allemaal weer mee. In het gehucht Saint-Estève begint de klim wel echt. De laatste keer dat de Tour hier was reden we vanuit het gehucht tien kilometer aan 8,5% omhoog richting Chalet Reynard, nu doen we er het laatste stuk ook gewoon bij. Een beklimming van de buitencategorie, 15,7 kilometer aan 8,8%. Met bonificaties op de top, voor de liefhebber. Moet ik deze klim verder echt beschrijven? Dit kunnen we ondertussen allemaal wel dromen toch? Een klassieker in de Tour, maar tegenwoordig komt de klim ook om de haverklap voorbij in andere koersen. Dit jaar al twee keer bijvoorbeeld. Tijdens de Tour de la Provence reden we omhoog tot aan Chalet Reynard, Ivan Sosa zou winnen voor Egan Bernal. Een paar maanden later vond dan weer de Mont Ventoux Dénivelé Challenge plaats, een koers die volledig werd gedomineerd door Superman Lopez. Dat was amper een maand geleden, we gingen toen helemaal naar boven. Komt zowat m'n neus uit, die Ventoux, wellicht dat ik daarom wel blij was met de klim vanuit Sault. Het schijnt overigens dat we vandaag aan gaan komen na een afdaling omdat ze op de top van de Ventoux aan het bouwen waren, waardoor men dat hele circus niet kon huisvesten. Maar tijdens de Dénivelé Challenge kwamen we wel gewoon aan op de top, merkwaardig allemaal. Enfin, we duiken meteen het bos in. Hier gaat het in de eerste officiële kilometer van de klim meteen aan 9,5% omhoog. Dat is de essentie van de Ventoux, het eerste deel fiets je door een bos waar je geen last hebt van de wind, maar vaak wel van de drukkende hitte. Het tweede deel is dan weer volledig open, zoals we horen te weten. Het begin van de officiële klim blijft lastig. Kilometers aan 9 en 10%, bepaald niet makkelijk. Er komt een wat makkelijkere kilometer, maar een kilometer aan 8,5% mag je nog steeds niet bepaald simpel noemen. Weer twee kilometer waar het stijgt aan meer dan 9%, waarna het iets minder moeilijk wordt. Nog twee lastige kilometers, maar richting Chalet Reynard wordt het iets simpeler. Twee kilometer aan 7,5%. Uiteraard nog steeds heel lastig. Het eerste deel van de Ventoux is qua percentages heel lastig, maar het is niet zo dat het tijdens het kale deel ineens wel makkelijk is. De brede weg omhoog door het bos kent wat bochten, maarja, kent de klim verder überhaupt geheimen voor iemand? Het is gewoon een ontzettend lastige klim die altijd goed is voor de nodige tijdsverschillen, simpel. Na 171 kilometer komen we voor de tweede keer aan bij Chalet Reynard, daarna werken we voor de tweede keer het resterende deel van de Ventoux af. Nog een keer naar de maan.




In de resterende zes kilometer van de klim rijden we nog eens de zendmast tegemoet. Het begint opnieuw met een vrij makkelijke kilometer aan 5,5%, daarna gaat het van 8% naar 7,5%, terug naar 8% en dan sluiten we af met een heel stuk boven de 9%. De hoogte (bijna 2000 meter), de wind en de stijgingspercentages doen hier vaak wel hun dingen en krijgen het voor elkaar alles uit elkaar te blazen. Na 177 kilometer, op iets meer dan 20 kilometer van het eind, komen we voor de tweede keer boven bij de zendmast. We bereiken voor de 18e keer de top van de Ventoux in de Tour, voor de tweede keer vandaag. Het is een berg met een gigantische geschiedenis, ook buiten de koers. Onze humanistische vriend Francesco Petrarca, die uit Fontaine-de-Vaucluse, schreef ooit een heel verhaal over de Ventoux. Hij ging te voet omhoog en beschreef zijn avontuur in de Beklimming van de Mont Ventoux. Blijkt maar weer dat de beste man een trendsetter was, want in 2016 zagen we ook iemand te voet omhoog lopen. De editie van 2016 was gek, mal, raar. We konden niet helemaal naar boven vanwege het weer. Windstoten tot 100 km/u, ja, een beetje van het goede teveel. Daarom kwamen we aan bij Chalet Reynard, een paar kilometer onder de top. Alle fans werden op elkaar gepropt in de eerste tien kilometer van de klim, dat zorgde voor problemen. Richting het eind van de klim ging Froome in de aanval, hij kreeg Porte en Mollema mee. Porte klapte vervolgens op een motor, die problemen had om zich een weg te banen door de mensenmassa. Froome en Mollema vlogen over hem heen. Mollema had zijn fiets snel weer te pakken en reed naar de finish, terwijl Froome ondertussen in volledige paniek verkeerde. Zijn fiets was stuk, maar hij moest toch echt naar de finish. Het kwam niet in hem op om te wachten in de auto, in plaats daarvan rende hij naar boven. Nog nooit zoiets gezien, en ik hoop het eerlijk gezegd ook nooit meer te zien. Froome was altijd al een parodie op een coureur en dit was het ultieme bewijs. Welke idioot rent er nu zonder fiets een berg op? Zijn totale gebrek aan het zijn van een wielrenner leverde wel beelden op die we nooit meer gaan vergeten maar goh, wat was dat lachwekkend. Gelukkig is er nu niets meer van Froome over, het einde dat hem toekomt. Onze sport belachelijk gemaakt, keer op keer. Daar ging de gele trui, joggend. Een verschrikking, we kunnen er niets anders van maken. Hij verloor, net als Porte, flink wat tijd ten opzichte van Mollema, maar door de jury werden ze uiteindelijk toch in dezelfde tijd gezet. Nog zoiets.



Het record op de Ventoux staat nog altijd op naam van Iban Mayo. De flamboyante Bask ging tijdens de Dauphiné van 2004 zo hard omhoog dat Armstrong zich helemaal het leplazarus schrok. Hij nam zelf nog wat extra middelen in en stuurde een signaal naar de UCI dat ze die Mayo eens wat korter moesten houden. Daarna hebben we amper nog wat van Mayo vernomen, de altijd irritante klootzak Armstrong kende geen genade. De prestatie van Mayo tijdens de klimtijdrit was not normal, volgens Armstrong. Kan kloppen, want het record staat nog steeds. De Mont Ventoux kent verder natuurlijk een nog veel langere geschiedenis in de Tour. Je zou willekeurig een naam als Tom Simpson kunnen laten vallen, mag toch niet onbenoemd blijven. Je hebt ook nog altijd de lachwekkende aankomst in 1994, toen de logge Eros Poli een voorsprong van drie uur kreeg en alsnog bijna de overwinning wist te verspelen. We kunnen ook denken aan de aankomst in 2000, toen Marco Pantani in zijn laatste Tour aan de wereld wilde laten zien dat hij het nog altijd kon. Op de flanken van de kale berg kon alleen Lance Armstrong zijn wiel volgen. Een sprintje op de top werd het niet, Armstrong liet Pantani winnen. Toch voelden ze zich beide een verliezer. Armstrong kreeg het daarna nooit meer voor elkaar om te winnen op de Ventoux en Pantani zag het niet als een echte overwinning, omdat hij de winst cadeau had gekregen. In 2009 ging Juanma Garate, in dienst van Rabobank, met de winst aan de haal. Hij versloeg Tony Martin, in die jaren een sterke klimmer, door in de laatste bocht de steile binnenkant te kiezen. In 2013 kwamen we ook nog eens aan op de Ventoux, ook toen speelde Froome een hoofdrol. Op de Franse feestdag ging hij met de winst aan de haal, hij liet Quintana en Nieve ver achter zich. Enkele bijzondere beelden van deze klim: Froome demarreerde zonder dat zijn hartslag omhoog ging en een man met een everzwijn onder z'n armen achtervolgde Quintana. We hebben ook een filmpje van Froome die werkelijk vliegend door een bocht gaat, letterlijk op de brommer. Erg geestig. Desondanks blijft het natuurlijk de berg van Iban Mayo. Afblijven, Pogacar.



Nou, goed, daarna beginnen we voor de tweede keer aan de afdaling richting Malaucène. Zoals we wellicht hebben onthouden is dit geen extreem lastige afdaling. Wel lang, niet lastig. Meteen aan het begin een bocht naar links, daarna komen we in de eerste tien kilometer van de afdaling een haarspeldbocht of vier tegen. Amper lastige bochten verder, zeker met die eerste afdaling al in de benen mag dit toch geen enkel probleem opleveren. Het tweede deel van de afdaling is bochtiger, maar de weg is hier zo breed dat je wel een enorme boterletter moet zijn om hier in het skoekeloen te belanden. McNulty zou hier zelfs zonder problemen kunnen omkijken, zo breed is het. Voor de vorm kunnen we de laatste vijf kilometer nog wel even omschrijven. Op vijf kilometer van de finish dalen we nog steeds stevig af, we pakken op dit punt een scherpe bocht naar rechts mee. Het daalt stevig verder en we komen nog wat bochten tegen. Een paar flauwe jongens, met daarna nog een scherpere naar links. Hierna volgen de bochten elkaar in hoog tempo op, een paar keer flauwtjes rechts-links-rechts en dan nog een keer een scherpe naar links. Op vier kilometer van het eind gaat het nog eens snel naar links en weer naar rechts, daarna hebben we het meeste gehad. Een lange bocht naar rechts volgt, die heel makkelijk is. We rijden vervolgens langs een opvallende rotswand, waarna we weer een lange bocht naar rechts tegenkomen. Op drie kilometer van de finish gaat het nog wat naar links en rechts, zou moeten lukken. Na een laatste bocht naar links rijden we rechtdoor richting Malaucène, waarbij we op twee kilometer van het eind de kapel van Notre-Dame du Grozeau passeren. Het daalt nog steeds wat, terwijl we nog meer rotswanden zien. Paar flauwe bochten nog, waarna we op een kilometer van de streep linksaf slaan in het centrum van Malaucène. De weg loopt hierna licht omhoog tot aan de rotonde, waar we nu rechtsaf gaan slaan. Na deze rotonde daalt het dan weer een beetje, terwijl we wel even rechtdoor mogen rijden. Dat feest duurt alleen niet tot het eind, want op 300 meter van de finish komen we nog even twee bochten naar rechts tegen. Bij een rotonde gaan we een eerste keer naar rechts, daarna volgt even later de tweede bocht naar rechts. Dan gaat het in de laatste 150 meter rechtdoor ofzo, beetje een malle aankomst wel weer hoor jongens. Maar goed, ze zullen hier niet met tien man tegelijk gaan sprinten, mogen we vermoeden. In de finishstraat loopt het lichtjes vals plat omhoog. Na 199 kilometer zit deze rit er eindelijk op.



Voor het eerst in de Tourgeschiedenis eindigt er een rit in Malaucène, een plaatsje met 2900 inwoners in het departement Vaucluse, regio Provence-Alpes-Côte d'Azur. Het was vanuit Malaucène dat de Mont Ventoux voor het eerst werd beklommen in de Tour, we moeten daarvoor helemaal terug naar het jaar 1951. Louison Bobet won, geen misselijke naam. Daarna kwam Bernard Thevenet nog een keer als eerste boven na een beklimming van de Ventoux vanuit Malaucène, verder is de klim niet van deze kant voorgekomen in de Tour. We beklimmen 'm nu ook niet van de kant, maar dalen wel twee keer af. Over bezienswaardigheden in dit dorp heb ik eigenlijk weinig te melden, dat laten we maar even over aan de brakke vertaling van france-voyage.com: Malaucène is ook een charmant dorpje waar oude stenen over het verleden gaan praten. Het bezoek begint met de Saint-Michel-kerk dateert uit het einde van de 13e eeuw en herbouwd in de 14e en 18e eeuw. Terwijl de buitenkant opmerkelijk sierlijk is, herbergt het interieur enkele even opmerkelijke schatten, waaronder een 1711 orgel en een preekstoel 1880/1885. Het bezoek gaat verder met de kapel Notre-Dame du Groseau gebouwd bij de uitgang van het dorp richting de Mont Ventoux. Zij is de enige overlevende van het klooster dat is gebouwd in 684. Het is geclassificeerd als een historisch monument. Het oude kasteel meer als een kerker dateert uit de 12e eeuw. Het is door de eeuwen heen een nachtmerrie geworden. Hieronder kunt u het belfort bewonderen waarvan de bouw plaatsvond tussen 1482 en 1532. U zult waarschijnlijk door de Soubeyran-poort gaan om u bij de Grand'Rue te voegen. Het plein wordt onderbroken door washuizen en fonteinen uit 1839 en 1861. De deur Chaberlin ligt ten noordwesten van de kerk en heeft een gotische inscriptie. Ten slotte meet de stenen bank naast de Saint-Michel-kerk 41,77 meter en dateert uit 1783. Andere overblijfselen accentueren het dorp en zullen uw bezoek versieren. Onder hen is er het voormalige hotel van Espine, gelegen naast de Chaberlin poort, de fontein van Théron, het voormalige hotel van Saunier, het huis aan de Atlantes, het oude stadhuis, de fontein rue des Trois -Visages, het oude hotel van de Gouden Appel, het oude hotel van Brancas, het kasteel van Lauze, het kasteel van Crémessières, de deur Cabanette, de Cours des Isnards, het stadhuis, de oude Valouse hotel, het oude hotel van Brémond, rue du Vieil-Hôpital en de passage van de ezel. De passage van de ezel, juist. Dat kapelletje van Groseau is dus wel interessant, de bron van het riviertje Grosseau ontspringt hier ook. De Romeinen hebben hier ooit een aquaduct van tien kilometer aangelegd, een bewijs dat de boel hier al lang bewoond is. Tegenwoordig moeten ze het hier vooral van het fietstoerisme hebben, iedere lul die de Ventoux wil beklimmen is welkom in Malaucène. Kun je meteen wat Ventoux-wijn zuipen en wat Ventoux-kersen, want blijkbaar is het gastronomische erfgoed ook de moeite waard.



In startplaats Sorgues wordt het lekker warm. Een graad of 29 in de middag, het begint bijna echt op een Tour te lijken. Redelijk wat wind uit het noordwesten, waardoor we in de eerste kilometers van de rit met rugwind te maken krijgen. Of wind schuin in de rug, dat zal op bepaalde plaatsen ook best een mogelijkheid zijn. Lijkt niet hard genoeg te waaien om daadwerkelijk voor veel verschil te zorgen, maar toch interessant. Gedurende de rit lijkt de wind wel wat te draaien, en in kracht af te nemen. Als we Apt bereikt hebben hoeven we verder waarschijnlijk weinig rekening te houden met de wind. Hoewel de kans wel aanwezig is dat we te maken krijgen met tegenwind op de Ventoux, alleen zal dit redelijk bescheiden tegenwind zijn. Had veel erger gekund, zoals in 2016 bijvoorbeeld. Desalniettemin nadelig voor de aanvallers. Op de top van de Ventoux houden we 17 graden over, wind vooral uit het westen, noordwesten. Klein beetje kans op regen, maar het lijkt eigenlijk wel gewoon droog te gaan blijven. In finishplaats Malaucène wordt het 26 à 28 graden, met ook weer een klein beetje kans op regen. Heel klein, minimaal. Maar goed, gisteren was de kans 100% op regen en bleef het droog, je weet maar nooit. In de laatste kilometers van de rit vooral tegenwind, maar met zo'n matige kracht dat we daar niet echt wakker van hoeven te liggen. De rit begint redelijk op tijd, het is immers een lange rit. Om 12:00 staan de mannen aan het vertrek, na een neutralisatie van een kwartier beginnen ze om 12:15 helemaal officieel volledig. Eurosport 2 is er meteen live bij, net als de PLAYER. De NOS ook, warempel. En de Belg? Ja, ook! Dat wordt wel zappen, want ze beginnen om 11:50 op één, dan moeten we om 13:00 naar Canvas en om 13:30 weer terug. De aankomst wordt verwacht tussen 17:18 en 17:57, dat wordt weer een lange zit jongens.



Na alle avonturen van vorige week lijkt me dit bij uitstek een rit voor de vluchters. Het is een lange rit, die lastig te controleren zal zijn. Wie wil er überhaupt controleren? Voor UAE hoeft het allemaal niet meer zo nodig. Pogacar zal vast nog wel een rit willen winnen, maar dit is misschien niet de meest ideale gelegenheid. De Pyreneeën liggen meer voor de hand. Andere ploegen gaan niet controleren, lijkt me. Nee, dan fiets je jezelf regelrecht naar de slachtbank. Pogacar is bang voor het warme weer, maar zo warm is het hier nog niet. Dus nee, Pogacar is van de klassementsrenners nog steeds de grote favoriet, en niet zo'n beetje ook. Daarom gaan we de vluchters weer zien. Bjerg de hele dag op kop in het peloton, kun je nu alvast noteren. Het kan wel een gekke kopgroep worden, want de aanloop is behoorlijk vlak. Quintana zal ongetwijfeld in de aanval willen gaan met het oog op de bollentrui, maar dan moeten ze toch wel even een type Connor Swift instrueren om hem mee vooraan te krijgen. Tussensprintje ook weer vrij vroeg op de dag, na een klimmetje, dus wellicht dat we Matthews en Colbrelli opnieuw in de aanval zien gaan. Colbrelli kan ook meteen de rit winnen, hahaha. Nou, uh, goed, vluchters in ieder geval. We noemen maar even vijf namen van mogelijke kanshebbers. De Ventoux is overigens wel zo'n enorm lastige klim dat de koplopers een ruime voorsprong nodig gaan hebben, maar dat gaat wel lukken bij een gebrek aan controle.
1. Yates. Ideale rit voor Bilbao, maar die hoop heb ik ondertussen opgegeven. Die gaat voor een anoniem klassement, waarom weet niemand. Dan schakelen we maar door naar Yates. Die was voor de rustdag bepaald niet indrukwekkend, maar dit is weer een nieuwe week. Een week met beter weer, en wellicht ook betere benen. Gisteren in ieder geval alvast de benen gespaard, dat zal met het oog op deze rit zijn geweest. Als hij zo'n dag heeft zal er op de Ventoux weinig tegen te beginnen zijn.
2. Izagirre. Of iemand anders van Astana, dat kan ook heel goed. Fraile, Fuglsang. Hoewel deze rit wel het meest geschikt is voor Izagirre, gezien de afdaling aan het eind. Kunnen die andere jongens ook wel, maar ondanks zijn kleine misser een paar dagen geleden blijft Izagirre de beste daler van de ploeg. Nog steeds kan hij niet winnen, dat mag pas over een paar jaar weer, dus noteren we een nieuwe tweede plaats.
3. Quintana. Alles voor de bollen. Het wordt een hels karwei om in de kopgroep te belanden, maar als hij hij daar eenmaal zit kan hij toch aardig wat punten gaan oprapen. Als hij iets zuiniger met zijn krachten omgaat en niet vergeet te eten kan hij een eind komen. Het scheelt dat het weer beter wordt, daardoor gaan we mogelijk wel andere renners in beeld zien verschijnen. Maar Quintana is dan weer een semi-zekerheid, omwille van de bollen.
4. Woods. Ook weer voor de bollen. Wel lichtelijk in het nadeel vanwege de afdaling, maar het is gelukkig voor hem geen technische afdaling. Vooral snel, en als het goed is droog. Zou moeten lukken.
5. Alaphilippe. Reed dit jaar al een keer heel sterk op de Ventoux. In de Tour de la Provence werd hij derde in de rit die eindigde bij Chalet Reynard. Alleen de Colombianen Sosa en Bernal waren te sterk, de rest had niks in te brengen. Alaphilippe heeft een pleurishekel aan de regen, maar de regen lijkt weg te zijn. Daarom komt de wereldkampioen weer tot leven. Ik vraag me een beetje af welke klimmersbenen hij heeft meegenomen, maar met die afdaling aan het eind kan hij sowieso wel hoge ogen gaan gooien.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Redactie Sport woensdag 7 juli 2021 @ 07:22:45 #2
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200243916
Laten we hopen dat er de eerste 20 km geen flopgroep mag wegrijden.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200244034
Ik zit al klaar.
sig verwijderd door FA
  woensdag 7 juli 2021 @ 07:49:24 #4
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200244112
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 07:22 schreef Mexicanobakker het volgende:
Laten we hopen dat er de eerste 20 km geen flopgroep mag wegrijden.
Yep, maar ik denk niet dat het na 20km al is gespeeld. Grote kans dat pas na 30/40km, wanneer het lastiger wordt, de vluchtersgroep de zege(n) van het peloton krijgt.
pi_200244227
Kreeg froome toen geen tijdsverlies? Was men niet woest toen?
Kan dat me niet meer herinneren ;(
pi_200244292
quote:
1s.gif Op woensdag 7 juli 2021 08:04 schreef Afhaalchinees het volgende:
Kreeg froome toen geen tijdsverlies? Was men niet woest toen?
Kan dat me niet meer herinneren ;(
nee men was woest omdat hij dat niet kreeg
U MAD?
pi_200244333
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 08:14 schreef de_boswachter het volgende:

[..]

nee men was woest omdat hij dat niet kreeg
Ik zeg toch ook geen tijdsverlies :P
  Moderator / FOK!Fotograaf woensdag 7 juli 2021 @ 08:19:51 #8
132619 crew  D_A
Ben jij van die © ?
pi_200244342
Zin in *O*
[b] Op Zaterdag 26 april 2008 22:35 schreef lauwert het volgende:[/b]
[i] Waar zouden we toch zijn zonder onze geliefde D_A O+ [/i]
pi_200244561
Present.
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
pi_200244660
Die beelden van Froome op z'n e-Bike. _O-
Jack does it in real time...
  woensdag 7 juli 2021 @ 09:09:17 #11
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200244786
Iban Mayo heeft een GROOT probleem.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_200244934
Pogacar zal zich wel weer wat gaan inhouden, ik verwacht geen mutantentijd.
  woensdag 7 juli 2021 @ 09:20:43 #13
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200244956
Zeer zwakke aanloop, had nog een goede berg in begin gemoeten
  woensdag 7 juli 2021 @ 09:24:27 #14
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200245000
quote:
1s.gif Op woensdag 7 juli 2021 09:19 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:
Pogacar zal zich wel weer wat gaan inhouden, ik verwacht geen mutantentijd.
De voorsprong is te groot, de concurrentie is te slecht en de eerste week was te slopend. De val van Roglic kost ons meer dan spanning alleen. Pogchamp is wel echt een enorme liefhebber die bezig is met dit soort dingen dus we mogen een beetje hoop koesteren, maar me dunkt dat hij in dat geval meer bezig zou zijn met de rit dan met de tijd.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator woensdag 7 juli 2021 @ 09:27:50 #15
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200245031
Ben benieuwd of hier een grote groep gaat rijden.
  Redactie Sport woensdag 7 juli 2021 @ 09:30:49 #16
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200245078
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 09:24 schreef Koffieplanter het volgende:

[..]

De voorsprong is te groot, de concurrentie is te slecht en de eerste week was te slopend. De val van Roglic kost ons meer dan spanning alleen. Pogchamp is wel echt een enorme liefhebber die bezig is met dit soort dingen dus we mogen een beetje hoop koesteren, maar me dunkt dat hij in dat geval meer bezig zou zijn met de rit dan met de tijd.
Maar dan zou ik toch eerder voor een rit gaan met aankomst bergop, ik zou niet het risico nemen in de afdaling te hard te moeten gaan voor de rit om vervolgens in het skoekeloen of een sneeuwmuur te belanden.

Maar goed, tis wel de Ventoux. Al win je nu niet echt op de Ventoux, helaas. Flopkeuze om in het dal te finishen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  woensdag 7 juli 2021 @ 09:37:43 #17
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200245148
We hebben nog maar twee aankomsten bergop, beide met een vlakke aanloop.

110km vlak en dan Peyresourde, de Val Lauron en dan Portet.

En dan etappe (130km) van 70km vlak en dan Tourmalet en Luz Ardiden.
pi_200245275
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 09:20 schreef Frozen-assassin het volgende:
Zeer zwakke aanloop, had nog een goede berg in begin gemoeten
Voor een Ventoux-etappe is dit nog best een pittig parcours. Normaal heb je 180 km vlak en dan 1x de Ventoux omhoog. In die omgeving liggen er nu eenmaal niet veel noemenswaardige bergen.
  Redactie Sport woensdag 7 juli 2021 @ 09:55:45 #19
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200245345
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 09:37 schreef Frozen-assassin het volgende:
We hebben nog maar twee aankomsten bergop, beide met een vlakke aanloop.

110km vlak en dan Peyresourde, de Val Lauron en dan Portet.

En dan etappe (130km) van 70km vlak en dan Tourmalet en Luz Ardiden.
In theorie wel makkelijk te controleren als er een vroege groep weggaat, gewoon Bjerg en McNulty hele vlakke deel op kop gooien en dan de mannen die bergop kunnen zodra het omhoog gaat. Als er een groep krabbelaars weggaat lijkt me dat een stukje makkelijker en veiliger voor Pogacar dan hier. Hij lijkt me wel iemand die ook een bergrit gaat willen pakken.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200245383
quote:
0s.gif Op woensdag 7 juli 2021 09:47 schreef Chiappucci het volgende:

[..]

Voor een Ventoux-etappe is dit nog best een pittig parcours. Normaal heb je 180 km vlak en dan 1x de Ventoux omhoog. In die omgeving liggen er nu eenmaal niet veel noemenswaardige bergen.
Ja vind ik ook wel. Die Col de la Liguiere word je als renner niet vrolijk van, lijkt me.
  Moderator woensdag 7 juli 2021 @ 10:04:35 #21
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200245465
twitter


Pierre alsnog in de aanval?
pi_200245827
quote:
10s.gif Op woensdag 7 juli 2021 08:56 schreef DeeBee het volgende:
Die beelden van Froome op z'n e-Bike. _O-
En de rennende Froome. Wat een figuur was dat toch eigenlijk.
  woensdag 7 juli 2021 @ 10:56:27 #23
62913 Blik
The one and Only!
pi_200246194
De laatste 102 km van de etappe vorig jaar gefietst (verspreid over 2 dagen :D)
pi_200246635
Nou wat een haat tegenover Froome. Altijd een gentleman, in en buiten de koers. Een absolute legende en een van de grootste tourrenners ooit.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_200246644
Werkt Cees Bol vandaag weer 25 gelletjes naar binnen?
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')