abonnement Unibet Coolblue
  Moderator dinsdag 6 juli 2021 @ 01:53:31 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200224314
Etappe 10: Albertville - Valence, 190,7 km

Wat een week hebben we achter de rug. Normaal gesproken vat je zo'n weekje wel even samen, maar er is zoveel gebeurd dat een rustdag zelfs voor de vaste volger een uitkomst was. Het begon al meteen op de eerste dag. We waren getuige van de entree van Mathieu van der Poel in de Tour de France. De verwachtingen waren uiteraard hooggespannen, zo hooggepannen dat hij zelf leek te bezwijken onder de druk. Hij reed in een geel met paars truitje, als ode aan Poulidor. Hij moest en hij zou winnen, waardoor het niet lukte. In een door valpartijen ontsierde rit (met de groetjes aan opi en omi) begon hij in een slechte positie aan de laatste klim, terwijl Alaphilippe perfect werd gebracht. De wereldkampioen begon er vroeg aan, dat leek gekkenwerk. Niets was minder waar, hij blies de tegenstand weg, niemand kwam meer in de buurt. Een ritzege en ook meteen de gele trui, een perfect begin voor Alaphilippe. Van der Poel werd pas 20e en moest herbronnen. Dat lukte blijkbaar vrij goed, nadat hij de eerste rit overleefd had en vooral niet gevallen was leek hij eerder opgelucht dan teleurgesteld. Dus schotelde hij ons tijdens de tweede rit een waar kabinetstukje voor. Op dag twee reden we naar Mûr-de-Bretagne, waar een dubbele beklimming van de lokale muur zou volgen. Tijdens de eerste beklimming ging Van der Poel al in de aanval. Ook gekkenwerk, kamikaze zou zelfs een goede omschrijving zijn. Het leek een wanhoopspoging, of juist een poging uit totale overmoed. De wetten van de Tour, daar zou hij ook maar eens rekening mee moeten houden. Niets daarvan, hij ging juist in de aanval om de bonificaties te pakken op de top van de eerste klim. Die had hij nodig om het geel van Alaphilippe over te nemen, hij had het helemaal uitgedokterd. Tijdens de tweede beklimming ging hij gewoon wéér in de aanval en ze zagen hem pas na de finish weer terug. Oppermachtig, niets tegen te beginnen. Met het vingertje omhoog richting opa Poulidor kwam hij over de finish, even later kwam de bevestiging dat hij inderdaad de gele trui zou overnemen van Alaphilippe. Emoties, tranen met tuiten. Missie geslaagd, meer dan geslaagd. De wereld weer eens versteld laten staan, zelfs in de grootste koers van het jaar.

Het was het begin van iets moois voor Alpecin-Fenix, want de derde rit wonnen ze ook meteen. Weer een rit die door valpartijen werd ontsierd, Roglic ging tijdens deze rit voor de tweede keer onderuit en daar zou hij niet meer van herstellen. Ook Jack Haig, eruit. Gesink, eruit. Thomas, zwaar gehavend. Jammer voor de spanning, kon je toen al raden en zou later bevestigd worden. In de laatste meters van de rit zagen we nog een valpartij, Ewan tikte het wiel van Merlier aan en nam Sagan mee in z'n val. Sagan gehavend, Ewan ook eruit. Ophef, waardoor we tijdens de volgende rit zelfs een vorm van protest kregen. Maarja, dat zijn we nu alweer vergeten. Dat is de koers. Merlier won de derde rit overigens, nadat de sprint eerst sterk werd aangetrokken voor Van der Poel en later Philipsen. Die werd door de valpartij van Ewan zelfs nog tweede, het kon niet op voor Alpecin. Merlier kwam met het vingertje voor zijn mond over de streep, ondertussen kunnen we ook al beter inschatten waarom. Ondanks de successen toch wat interne strubbelingen, met twee sprinters die allebei graag de eerste sprinter wilden zijn. Dat werd tijdens de vierde rit meteen duidelijk, onderweg naar Fougères. Ondanks de ritzege van Merlier besloot men dat hij nu maar de sprint moest aantrekken voor Philipsen. Het logische gevolg was dat Alpecin nu een keer niet won, in plaats daarvan zagen we een andere emotionele winnaar. Mark Cavendish, afgeschreven, dood en begraven, herrees uit een wisse wielerdood. Hij won zijn 31e rit in de Tour, er vloeiden weer wat tranen. Een merkwaardig verhaal. Een jaar eerder zou hij eigenlijk nog stoppen, nu wint hij ineens weer ritten in de Tour. Alles valt wel zijn kant op, soms letterlijk. De mentaal breekbare Sam Bennett bood hem de gelegenheid naar de Tour te gaan, nadat Ewan besloot een wieltje aan te tikken en zijn sleutelbeen te breken werd de deur richting het record van Merckx helemaal op een kier gezet. Alpecin dat besloot voor Philipsen te gaan in plaats van Merlier was het laatste zetje in de rug. Bij Alpecin waren ze na de vierde rit de rest van de dag druk bezig met de tijdritfiets van Mathieu van der Poel. Er moesten nieuwe wielen komen, een nieuwe helm, de positie op de fiets moest worden aangepast, een hels karwei kortom. Het geel zat nog steeds om de schouders van Van der Poel en dat geel wilde men graag zo lang mogelijk behouden, dus moest er tijdens de vijfde rit een sterke tijdrit uit de benen worden geschud. En zo geschiedde, Van der Poel reed de tijdrit van zijn leven. Verder niet zo'n prestatie, hij heeft überhaupt nog maar weinig tijdritten gereden. Met die nieuwe wielen en een aangepaste positie reed hij de hele tijdrit op het schema van Wout van Aert, die twee blijven onafscheidelijk. Van Aert zou dus niet de gele trui overnemen, zoals iedereen had verwacht. In plaats daarvan doemde een nieuwe concurrent op, de enige echte mijnwerker. Tadej Pogacar had zijn benen van La Planche des Belles Filles hervonden en reed iedereen op een hoop. Zelfs zonder aankomst bergop in een tijdrit kan hij de rest belachelijk maken. Küng zat erbij en keek er afkeurend naar. Meteen een ritzege voor Pogacar, meteen alle concurrenten op achterstand gezet. Net geen gele trui, die bleef in het bezit van Mathieu. Een seconde of acht over, mede dankzij een ferme sprint aan het eind. Alles eruit gehaald, opa maar weer eens trots gemaakt.

De zesde rit zou eindigen in Châteauroux, waar Cavendish al twee keer won. Geen twee zonder drie, zoiets zeggen ze in België altijd. Bleek te kloppen, Cavendish won de sprint. Alpecin ging weer voor Philipsen, dus won Alpecin niet. Mathieu, Rickaert en Merlier deden weer hun best, maar in een vlakke sprint is Philipsen simpelweg niet snel genoeg. Cavendish daarentegen lijkt zijn oude snelheid weer gevonden te hebben, Deceuninck-Quick Step blijft een wonderlijke ploeg. Daarna volgden twee ritten waar je een boek over zou kunnen schrijven. Rit 7 was de langste rit in 20 jaar tijd, we reden naar Le Creusot. Een epische tocht van 250 kilometer, mede dankzij Van der Poel en Van Aert. Het was een stiekeme droom dat beide heren tijdens deze rit in de aanval zouden gaan, maar met die twee mag je ook gewoon dromen. Vaak blijft het niet bij een droom maar kan het gewoon daadwerkelijk zo gebeuren. In de gele trui in de aanval gaan, Van Avermaet gaf ooit al het goede voorbeeld. UAE werd flink onder druk gezet en leek even te bezwijken, maar na een tijd wisten ze zich te herpakken. Goed ingeschat dat jongens als Nibali en Van Aert uiteindelijk toch geen gevaar zouden vormen. De ritzege ging naar Mohoric, die vanuit de vlucht vroeg in de aanval ging. Vaak een slim idee, omdat de controle daarachter vaak ver te zoeken is. Hij kreeg een paar Belgen mee, maar die gooide hij bergop allemaal overboord. Het laatste deel van de rit reed hij solo naar de zege, terwijl daarachter Van Aert en Van der Poel weer vooral bezig waren met elkaar. Van Aert probeerde Van der Poel te lossen, op zoek naar de gele trui. Toen dat niet lukte besloten ze dan maar weer ouderwets met elkaar samen naar de finish te rijden. Daar gooide Mathieu er nog een sprintje uit in een poging derde te worden en wat bonificaties te pakken, die gele trui heeft blijkbaar toch behoorlijk wat waarde. Na deze inspanningen was het op dag acht eindelijk afgelopen. We gingen de Alpen in en daar kregen we te maken met slecht weer. Met stevige beklimmingen ook. Op de Romme had Van der Poel het wel gezien, hij nam afscheid van het geel. Hij nam ook meteen afscheid van de koers, bleek een dag later. Tokio is belangrijker, en daar zijn wij het natuurlijk volledig mee eens. Prachtige week achter de rug, de koers gekleurd, eigenlijk zelfs nog meer laten zien dan we hadden verwacht. Hij kan je niet meer verbazen, maar doet het toch. Volgend jaar naar Parijs, wie weet gaan we dan nog wel een mooier showtje zien. Van Aert had het tijdens de achtste rit ook lastig, nog steeds niet in topvorm nadat zijn blinde darm stom deed. Roglic, in de shit. Thomas, in de shit. Pogacar, in de regen. En dat vindt ie het allerleukste van allemaal. Achteraf zou hij ook toegeven dat hij daarom de koers overhoop wilde gooien, omdat hij nu eenmaal goed tegen de regen kan. Iedereen zat af te zien, hij niet. Dus dan flikker je de concurrentie overboord en fiets je enkele minuten voorsprong bij elkaar. Hij is eerder bang voor het warme weer, dus wilde hij nu alvast toeslaan.

In de finale van de rit reed Pogacar weg van de rest. Op de Romme wist Carapaz nog wel even bij hem te blijven, maar die moest even later hard lossen. Niemand, niemand in de buurt. Er reed nog een kopgroepje voorop, met een behoorlijk grote voorsprong. Totdat Pogacar begon te vlammen. Een halve minuut per kilometer, dat soort werk. Op de Colombière reed hij nog bijna naar de kop van de koers toe, maar helemaal vooraan zou hij niet meer geraken. Dylan Teuns, profiterend van de Bahreinbonus, had een van de dagen van zijn leven. Hij kon bovenkomen op de Colombière met een voorsprong van een seconde of 20 en smeet zich daarna in de regen naar beneden. Niet zo slim zijn is af en toe een voordeel, dan hoef je ook niet na te denken over mogelijke consequenties van zo'n afdaling vol risico's. Pogacar had inmiddels genoeg voorsprong bij elkaar gereden, hij geloofde het verder wel. Overwinning voor Teuns, gele trui voor Pogacar. Dat geel zou Pogacar wel eens naar Parijs kunnen brengen, vermoed ik zomaar. De laatste dag voor de rustdag zouden we weer een onderhoudende rit zien, op de verdwenen spanning in de strijd om het geel na was het een week om duimen en vingers bij af te likken. De regen was weer op de afspraak, waardoor we onderweg naar Tignes met een loodzware rit te maken kregen. Regen, dat is zo'n beetje de grootste vijand van de renners. Eerst een rit van 250 kilometer en daarna twee bergritten in de regen, meer heb je eigenlijk niet nodig om een koers volledig op z'n kop te zetten. Zonder Van der Poel en Roglic zagen we weer een razendsnel begin van de rit. Het duurde nu wat langer voor we aan de eerste klim begonnen, maar op die eerste klim ontplofte de boel volledig. Zomaar een tip voor Gouvenou, met het oog op het parcours van volgend jaar. Niet starten in vreselijke steden op 100 kilometer afstand van de bergen, nee, altijd ervoor zorgen dat je in een bergrit binnen de eerste 15 kilometer met een klim te maken hebt. De vorige dagen hadden de ploegen nog wel geprobeerd om UAE onder druk te zetten, maar dat verzet was nu wel gebroken. Het ging nu alleen nog maar om de ritzege, en om de bollentrui.

Én de groene trui, niet te vergeten. Matthews en Colbrelli gingen in de aanval, want de tussensprint lag vrij vroeg op de dag, na een klimmetje. Geen Cavendish, dus kon men inlopen. Na deze tussensprint reden enkele renners door, waaronder Colbrelli. Die had voor de rustdag de dag van zijn leven, de Bahreinbonus is echt ongekend. We kunnen (terechte) vragen stellen over UAE en Pogacar, maar ik wil heel graag weten wat voor toverdrank ze in Bahrein hebben ontdekt. Poels was ook weer van de partij, voor de bollen. Hij reed op de eerste lange klim van de dag, de Col des Saisies, lang op kop. Niet zo slim, daar had hij al meteen al zijn kruit verschoten. Michael Woods schoot ook weer vroeg op gang, ook hij piekte iets te vroeg. Julian Alaphilippe zagen we ook vooraan verschijnen in de uitgebreide kopgroep, maar die houdt niet van regen. Zoals zoveel renners niet van regen houden, je houdt op zo'n dag niet veel kanshebbers over. De Colombianen leken het beter naar hun zin te hebben, Higuita en Quintana gingen snel achter Poels aan. Ook Ben O'Connor liet op de Saisies de voormalige kopgroep achter zich. Daar lag de koers eigenlijk al in een plooi, op ongeveer 100 kilometer van het eind. In het peloton deed men niet veel, UAE controleerde en hield het bijna de hele dag op zes, zeven, acht minuten. Na een natte afdaling begonnen we aan de Col du Pré, een beklimming van de buitencategorie. Hier moest Poels al lossen, ook Woods moest even later afhaken. Lucas Hamilton was ook een van de jongens die aan het opletten was toen de vlucht van de vlucht ontstond, maar hij kwam een paar uur later als 94e binnen op meer dan een half uur van de winnaar. Dat is wat zo'n Tourweek met een nat weekend met je doet. Als het lichtje uitgaat ben je volledig gezien. Dan moet je stoppen, een nieuwe jas aantrekken, nieuwe handschoenen, en dan maar zien of je de tijdslimiet haalt. Zoveel renners gingen de mist in, zelfs de meest ervaren klanten. Vooraan hielden we slechts drie renners over, waarvan toen al wel duidelijk was dat die drie voor de ritzege zouden gaan. Ben O'Connor, blijkbaar een liefhebber van de regen, en twee Colombiaanse pygmeeën. Quintana ging al fietsend even een truitje vervangen, maar leek toch iets vergeten te zijn.

In de afdaling van de Cormet de Roselend, het klimmetje dat niet meer veel voorstelt als je de Col du Pré al hebt afgewerkt, reed Higuita weg van Quintana en O'Connor. Vooral O'Connor ging als een oud wijf naar beneden, net als Poels en Woods reed hij zo vierkant als de kaaklijn van Hirschi door de bochten. Higuita ging echt hard, maar besloot toch maar te wachten op Quintana. Een Colombiaanse entente, dachten we toen nog. Quintana had ondertussen genoeg bergpunten verzameld om de trui van Poels over te nemen, Higuita zou dan maar voor de rit gaan. In het peloton zagen we nog steeds weinig, behalve dat McNulty in het skoekeloen eindigde omdat hij zo intelligent was om te kijken. Ja, dan stuur je nog wel eens van de weg af. Door het gemis van McNulty werd de voorsprong van de koplopers alleen maar groter, waardoor O'Connor op weg leek naar de gele trui. Toen we op de lange slotklim naar Tignes waren aanbeland had O'Connor een achterstand van een halve minuut op het Colombiaanse duo, maar hij reed naar ze toe alsof het amateurs waren. Klopte in zekere zin ook, want niet veel later ging Quintana overboord. Een kleine hongerklop, of toch ook bevangen door de kou. Higuita hield dapper stand, totdat Higuita hetzelfde overkwam als Quintana. Eigenlijk zelfs nog erger, want Quintana zou voor Higuita eindigen. O'Connor had nergens last van. De Australiaan, die voor dit jaar zo wisselvallig was als de pest, bleef maar gelletjes vreten en reed onbedreigd naar de zege in Tignes. Rasmussen heeft een opvolger, net als in 2007 zagen we iemand na een indrukwekkende solo winnen. In tegenstelling tot Rasmussen in 2007 wist O'Connor het geel alleen niet over te nemen, want in de groep der favorieten schoot men toch nog enigszins op gang. Pogacar vindt geel toch wel een mooie kleur, dus volgde er een versnelling van UAE. Even later reden Castroviejo en Thomas ook nog op kop namens Ineos, Carapaz wilde toch nog wat proberen. Hij viel aan het eind van de rit aan, maar daar zat weinig op. Dat had Pogacar ook in de gaten, dus fladderde hij weer van iedereen weg. Gewoon weer een halve minuut gepakt in een paar kilometer tijd, hij is simpelweg onklopbaar. Al is hij zelf dus bang voor het warme weer, we moeten er blijkbaar op hopen dat het in de Pyreneeën 50 graden wordt. Ben O'Connor reed de afgelopen jaren voor Dimension Data, alwaar hij nooit enige consistentie aan de dag wist te leggen. Soms goed, vaak heel erg slecht. Ooit lag hij een keer 9e of zoiets in de Giro, maar viel hij letterlijk weg. Vorig jaar toonde hij zich als rittenkaper, wederom in de Giro. In Madonna di Campiglio wist hij solo te winnen vanuit de vlucht. Dat was een prima prestatie, maar wat hij dit jaar laat zien is wel heel bijzonder. Na zijn transfer naar AG2R is hij ineens constant geworden, iedere koers was hij bij de beteren. Soms doet een transfer deugd, al laat het ook vooral zien wat voor een ongeorganiseerde tyfuszooi Qhubeka-NextHash is. Doug kan er geen reet van, kenners wisten dit al langer. Mattia Cattaneo werd voor de rustdag tweede, op meer dan vijf minuten. O'Connor reed tijdens de eindeloze klim naar Tignes minuten weg van iedereen. Ongezien, maar het weer en de zware toestanden in de dagen daarvoor hielpen mee. Sonny Colbrelli werd derde, derde in een bergrit. Allememaggies.

Pogacar werd uiteindelijk zesde, op zes minuten. De gele trui blijft in zijn bezit, zijn grootste concurrent is nu O'Connor, die op twee minuten staat. De rest staat op meer dan vijf minuten, boeken toe. Met een uitgedund peloton gaan we beginnen aan de tweede week. Door alle zware toestanden kwamen liefst zeven renners buiten tijd aan, terwijl er onderweg al drie waren afgestapt. Een ander groepje hield net een seconde of vijf over, het was afzien bij de beesten. Een gelletje of 25 voor Cees Bol, je moet er toch niet aan denken. Bol is wel nog in koers, in tegenstelling tot jongens als Démare en Coquard. In een tweede week met drie kansen voor de sprinters moeten we het zonder hen en zonder Merlier doen. Er blijft weinig over, Cavendish lacht in zijn vuistje. Nic Dlamini kwam pas een dag later aan in Tignes, zo ongeveer. Het inspirerende verhaal is voorbij, maar men heeft het wel volledig uit weten te melken tot de allerlaatste seconde. Ook knap. Wel weer onderaan in het klassement als het gaat om het prijzengeld, terwijl een simpele ploeg als Alpecin bovenaan staat. Neem je rotzooi mee, Doug. Enfin, we gaan de tweede week beginnen met een zo goed als vlakke rit. Daarna gaan we op woensdag de dubbele Ventoux doen, alvorens we donderdag en vrijdag - waarschijnlijk - gaan sprinten. Zaterdag een heuvelritje voor de vluchters en zondag een bergrit richting Andorra met floppotentie. Na een rollercoaster van een eerste week nemen we nu plaats in de draaimolen. Al was ik ook niet heel enthousiast over die eerste week. De koers moet nog altijd gereden worden, te beginnen in Albertville.




Na de rustdag gaan we van start in Albertville, een plaats waar we tegenwoordig bijna jaarlijks passeren. Het is de zesde keer dat we hier zijn, de vijfde keer sinds 2012. De vierde keer sinds ik stukjes tik, dus is het wat mij betreft ook wel tijd voor een tik op de vingers van de organisatie. Pleur ondertussen maar even een paar jaar op met je Albertville, zeker als je het als startplaats gaat gebruiken voor een vlakke floprit. Volgens Prudhomme keren we weer terug naar Albertville vanwege de goede infrastructuur en de warme atmosfeer. Hoewel het ook zomaar zo kan zijn dat de lokale burgemeester fan is van de koers en steeds wat geld opzij laat zetten voor de Tour. In 2019 waren we voor het laatst in Albertville, toen was er wel het een en ander aan de hand. We zouden voor we in Albertville van start zouden gaan aankomen in Tignes, maar dat ging vanwege de modderstromen in de afdaling van de Iseran niet door. De volgende dag kon men wel van start gaan in Albertville, maar het parcours moest aangepast worden. De Cormet de Roselend was door modderstromen eveneens onbegaanbaar geworden, waardoor men ervoor koos om vanuit Albertville dwars door de vallei richting Val Thorens te fietsen. Het werd daardoor een rit van amper 60 kilometer, nogal pover voor een laatste bergrit. Na weer wat fantastische tactieken van Movistar wist Vincenzo Nibali zijn vlucht succesvol af te ronden in Val Thorens, terwijl Egan Bernal zijn eindzege wist veilig te stellen. Steven Kruijswijk wist zich dan weer op het podium te fietsen, het laatste hoogtepunt van zijn carrière. Na twee jaar keren we dus weer terug naar Albertville, een plaats in de vallei van de rivieren L'Arly en de Isère. Er wonen ongeveer 20.000 mensen in dit wintersportoord in het departement Savoie. In Albertville werden in 1992 de winterspelen georganiseerd. Veel van de evenmenten vonden plaats in de bergen in de omgeving, maar het Olympisch park en het Olympisch huis stonden wel in Albertville. De Tour komt best vaak voorbij Albertville, aangezien de plaats strategisch gezien best lekker tussen de bergen ligt. Desondanks kwam hier slechts één keer kwam een rit aan, in de fameuze Tour van 1998. De zestiende rit van de 'Tour de Dopage' die gewonnen werd door Jan Ullrich eindigde in de stad. De volgende dag zou men vanuit Albertville vertrekken richting Aix-les-Bains, maar dat kwam er niet helemaal van. Festina was inmiddels al uit de Tour gegooid en ook TVM lag nog steeds onder vuur. In Albertville viel de politie binnen in het hotel waar TVM verbleef en in het peloton vond men dat het ondertussen verdacht veel op een heksenjacht begon te lijken. Dus ging men staken. Ploegen als ONCE, Banesto en Riso Scotti gingen zelfs naar huis. In 33 kilometer tijd stopte men twee keer met fietsen en na die tweede staking reed men met een slakkengangetje richting de finish. Na 1998 ontweek de Tourorganisatie de stad een tijd, maar in 2012 keerde de Tour terug naar deze stad. De elfde rit van die Tour bracht de renners van Albertville naar La Toussuire en Pierre Rolland won. Daarna kwam de Tour in 2016 ook nog eens langs in Albertville. De 19e rit van die Tour begon hier en eindigde in Saint-Gervais Mont-Blanc. De winst ging naar Romain Bardet. Ook in 2018 ging er hier een rit van start, dat was de elfde rit van die Tour. Een aankomst boven op La Rosière, waar Geraint Thomas wist te winnen. Hij was Dumoulin en Froome de baas, veroverde de gele trui en zou die trui niet meer uit handen geven. Als je ooit, om wat voor reden dan ook, in Albertville bent, moet je eigenlijk naar Conflans. Dat is een middeleeuws citadelletje gelegen op een heuvel aan de rand van de stad, hier staan wat kicken gebouwtjes. Maison Rouge enzo, zit ook een museum in. Oude poort, kasteeltje, nouja, dat soort werk. Merken de renners verder vrij weinig van, want zoals altijd gaan ze weer van start voor de deuren van het lokale gemeentehuis.



Vanuit het olympische Albertville kun je zo'n beetje alle kanten op. Bergen, overal bergen. In het verleden reden we vanuit Albertville ook richting de bergen, maar niet dit jaar. Thierry Gouvenou, braak nog maar eens wat onzin uit: "In de omgeving van Chambéry zijn er best een paar goede klimmetjes te vinden, maar in plaats van die op te zoeken is het begin van de tweede week relatief eenvoudig. We hebben ervoor gekozen de Alpen via de makkelijkste weg te verlaten. Het is nu eenmaal onmogelijk om de Tour vol te proppen met 21 loodzware etappes. We moeten ook aan de sprinters denken en hen kansen op succes bieden." RAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAHHHH!!!! We hebben vorig week drie massasprints gezien en ook deze week gaan er waarschijnlijk drie massasprints komen, dat zijn toch kansen genoeg? Hoezo doet Gouvenou alsof er normaal nooit aan de sprinters wordt gedacht? Waarom moeten we überhaupt aan de sprinters denken? Die lamballen komen massaal niet over de bergen, waarom zouden we rekening moeten houden met een parodie op een coureur als Arnaud Démare? Flikker op met je sprinters en geef me gewoon bergen als we in de Alpen zijn. Het hoeft niet eens een bergrit te zijn, een heuvelrit zou ook al prima zijn. Met de rittenkapers houdt Gouvenou minder rekening, een chronisch onderbelicht element van de Tour. Niet alle etappes kunnen zwaar zijn, akkoord, maar bijna de helft van deze Tour bestaat uit vlakke ritten. Dat is het andere uiterste, Sjerrie. Met je koolrabikop. Bovendien is dit de dag na de rustdag, altijd een interessante dag. Alle renners reageren anders op een rustdag. De één vliegt, de ander heeft zware benen. Daarom moet een rit na de rustdag zwaar zijn, zodat je opmerkelijke ontwikkelingen ziet. Nu krijgt iedereen de kans om even rustig bij te komen, waardoor de volgende rit minder spectaculair wordt. Stel je voor, een dubbele Ventoux na de rustdag. Dat was weer een heus slagveld geworden. Nu misschien ook nog, maarja, de gouden regel is toch echt dat je de renners moet uitdagen na de rustdag. Enfin, de renners maken de koers he? En de regen, vooral de regen. Gouvenou probeert de boel te saboteren, maar is daar vorige week gelukkig matig in geslaagd. Hoe dan ook, we rijden tijdens de neutralisatie dwars door Albertville. We rijden onder meer langs het Maison des Jeux Olympiques d'Hiver - Tremplin 92, een oud gebouwtje dat men heeft overgehouden aan de Olympische Spelen, waar nu een museumpje is gevestigd. Een eindje buiten Albertville gaat de rit officieel beginnen, aan de oevers van de Isère. Gouvenou heeft het in zijn lachwekkende propagandapraatje over Chambéry, daar gaan we tijdens de eerste kilometers van de rit naartoe fietsen. We rijden liefst 27 kilometer langs de Isère over een volledig rechte, brede en vlakke weg naar Montmélian. In deze kilometers komen we één rotonde tegen en verder he-le-maal niets. Volledig rechtdoor langs het water, dat overigens niet continu in beeld komt doordat er hier ook flink wat bomen staan. De simpelste weg door de vallei, daar heeft Gouvenou niet over gelogen. Een enorm simpele start, voelt toch gek.



Na 27 kilometer komen we dus uit in Montmélian, waar liefst vier rotondes en een paar bochten liggen. Hierna rijden we nog eens een kilometer of zes verder over een brede en rechte weg in de vallei, richting Saint-Jeoire-Prieuré. Hier slaan we bij een rotonde linksaf, waarna we een aantal kilometer over wat bochtigere wegen met meer rotondes naar Chambéry gaan rijden, waar die leuke olifantjes zijn te vinden. Na een enorm makkelijke aanloop wordt het in Chambéry en omgeving ineens toch wat lastiger koersen, er moet ook geklommen en gedaald worden. We rijden over een weg vol rotondes naar Barberaz, waar we in het centrum linksaf slaan. Hierna gaat het een kilometer of drie redelijk omhoog, met tussendoor een stukje in dalende lijn. Redelijk bochtige weg, waar in het dagelijks leven wat paaltjes te vinden zijn. Het gaat twee keer een kilometer wat steiler omhoog, met tussendoor dus een dalend stukje. Zal al bij al weinig verschil maken, de kopgroep zal al vertrokken zijn en men rijdt hier dus gecontroleerd omhoog. Hopelijk rijdt men ook gecontroleerd omlaag, want na dit klimmetje dalen we via vijf haarspeldbochten af naar Chambéry. Toch niet de makkelijkste weg door de vallei, blijkbaar. Brede weg, dus zou deze afdaling wel mee moeten vallen. Eenmaal beneden in Chambéry slaan we linksaf, waarna we langs een kasteeltje rijden. Via een rotonde of vijf verlaten we vervolgens deze stad weer, waar in de Tour van 2017 nog een rit eindigde. Dat was een lastige rit, met aan het eind de Mont du Chat. Daarna een afdaling richting Chambéry, waar we getuige waren van een sprintje tussen Warren Barguil en Rigoberto Uran. Het scheelde allemaal niet veel, ondanks het juichen van Barguil bleek Uran toch gewonnen te hebben. Volgens mij was er toen nog wat gedoe over de streep die eventueel niet helemaal recht was, wielrennen, altijd leuk. Chambéry is ook een belangrijke plaats voor de mannen van AG2R, hun opleidingsploeg is hier gevestigd. Alles wat de opleiding van AG2R heeft doorlopen kent de wegen hier maar al te goed. Behalve cols van de buitencategorie heb je in de omgeving van de stad ook wat onbelangrijke klimmetjes liggen, wellicht weet iemand als Aurelién Paret-Peintre dat wel. Zou hij ooit getraind hebben op de Col de Couz? Met 7,4 kilometer aan 2,8% lijkt het me geen geweldige training, dit klimmetje van de vierde categorie stelt niet veel voor. Buiten Chambéry rijden we over een brede en rechte weg verder, na een aantal kilometer begint deze weg omhoog te lopen. Iets meer dan vals plat, gemiddeld gezien. Een paar stroken aan 4%, verder is het een vals platte snelweg. Na 58,5 kilometer we in de buurt van het gehucht Saint-Jean-de-Couz boven op deze 'klim', daarna blijkt waarom we deze route hebben gekozen. We rijden over de brede weg via een paar bochten lichtjes naar beneden richting de Grottes de Saint-Christophe. Zowel van binnen als van buiten een fascinerende plek. Aan de buitenkant zien we de fraaiste rotswanden, van binnen is het al helemaal de moeite waard. De officiële site van deze toeristische attractie heeft een Nederlandse versie, met een prachtige vertaling:
quote:
Ontdek de grotten die zijn gevormd door het water, en bewonder de enorme vertrekken vol kolkgaten en concreties.Profiteer van onze nieuwe receptiezone, met winkel, café, restaurant en een tentoonstelling over de eerste bewoners van de Chartreuse.

Rondleidingen,Snackbar, Activiteiten

Volg de gids…?...en luister naar de rijke geschiedenis van de Voie Sarde, een doorgang door de bergen, een natuurlijke route die eeuwenlang in gebruik is geweest…?…en daal steeds dieper af in de grot om kolkgaten, stalactieten en stalagmieten, waarvan sommige in zeer originele vormen, te bewonderen…?…en aanschouw het monument dat opgericht is ter herinnering aan Hertog Charles Emmanuel II van Savoie, die in de 17e eeuw opdracht heeft gegeven tot renovatie van de Voie Sarde…
Een bezoek aan deze speciale plek combineert natuur, geschiedenis en geologie; een belevenis voor jong en oud!




Prachtig, prachtig. De renners zien er overigens niet enorm veel van. Ze rijden voorbij het informatiecentrum een tunneltje in, aan het eind van dit tunneltje moeten ze nog even opletten voor een vluchtheuvel. Vervolgens rijden ze met een boog om de opvallende berg en haar grotten heen. Het gaat nog even wat verder naar beneden met wat bochten en rotondes onderweg, maar al snel wordt het weer vlak. We rijden door een vallei over een brede weg om Les Échelles heen, in de buurt van dit plaatsje komen we alleen een paar rotondes tegen. Als we die rotondes hebben gehad rijden we vervolgens rechtdoor over een brede en vlakke weg naar Saint-Laurent-du-Pont. Het zal een kilometer of tien vrij recht en volledig vlak zijn, terwijl we afwisselend door bossen en langs grasvelden fietsen. Voor we Saint-Laurent-du-Pont bereiken komen we nog wat rotondes tegen, maar het is weer makkelijk fietsen. Vorig jaar waren we hier ook, toen gingen we dwars door de Chartreuse fietsen, met onder meer de Col de Porte onderweg. Dat soort beklimmingen slaan we nu over, want het mag volgens Gouvenou allemaal niet te moeilijk worden. De helft van de ritten moet wel naar die arme sprinters gaan, heb medelijden. Doneer, Giro 555. Nou, in Saint-Laurent-du-Pont, waar we na 71 kilometer passeren, liggen wat vluchtheuvels, bochtjes en geen rotonde. Buiten dit plaatsje rijden we nog een paar kilometer verder over een brede en vlakke weg richting Saint-Joseph-de-Rivière, waar ze ook een grot hebben. Iets minder indrukwekkend, toch leuk. Als we door het centrumpje van dit dorp zijn gereden slaan we even later linksaf een andere weg in. De renners gaan op weg naar de tussensprint van de dag, die na 82 kilometer zal volgen in La Placette. De tussensprint vindt plaats op de top van een klimmetje van vier kilometer aan 4%, dat zou eventueel weer een leuke doelstelling voor Colbrelli en Matthews kunnen vormen. Het is een brede en vrij rechte weg omhoog, zonder angstwekkende percentages. Paar stukjes aan 5%, dan ben je er verder wel. De afdaling gaat lastiger zijn, wat dat betreft. Na de tussensprint gaat het vijf kilometer naar beneden richting Voreppe. De brede weg omlaag kent in het begin niet al teveel lastige punten, of het moeten de vele vluchtheuvels zijn. Richting het eind van de afdaling komen we een paar haarspeldbochten tegen, waar het soms aan 9% naar beneden gaat. Iets lastiger, maar de brede weg zal ervoor zorgen dat we na 87 kilometer heelhuis kunnen aankomen in Voreppe, waar we in het centrum bij een rotonde rechtsaf gaan slaan. In de bergen boven Voreppe heb je een prachtig uitzicht over de omgeving, daarom is het des te jammer dat we het 'klimwerk' nu alweer achter de rug hebben en de rest van de dag door de vallei gaan scheuren.




We rijden verder door Voreppe en slaan buiten het centrum rechtsaf. Daarna rijden we via een paar rotondes verder naar Moirans, grotendeels over een of ander lelijk industrieterreintje. Een brede en vlakke weg, we zien nog wat bergen in de buurt maar al dat moois gaat aan ons voorbij. In de buurt van Moirans verlaten we de doorgaande weg, we pakken een afslag mee en slaan aan het eind van die afslag linksaf, waarna er een rechte en brede tocht volgt naar Tullins. Zeven kilometer zonder veel behoefte aan een navigatiesysteem. Tussendoor rijden we door wat dorpjes, zoals Vourey bijvoorbeeld. Hier is het even wat bochtiger en smaller, verder is het een simpele tocht. Eerst door een bos, later door een uitgestrekte vlakte. In de buurt van Tullins gaat het een tijdje wat vals plat omhoog, daar gaan we het de rest van de dag mee mogen doen. In Tullins wordt het wel lekker bochtig, beetje op en af, links en rechts, etc. Buiten dit dorp gaat het dan weer heel simpel worden, vijf kilometer rechtdoor over een brede en volledig vlakke weg naar Saint-Quentin-sur-Isère. Twee rotondes onderweg, en dat was het. Open terrein, zoals wel vaker kunnen alleen de weergoden de rit nog redden. Vlak voor we Saint-Quentin bereiken rijden we over de Isère, even later slaan we dan weer rechtsaf en vervolgens gaan we de loop van de rivier een kleine 35 kilometer volgen tot in Saint-Nazaire-en-Royans. Er valt eigenlijk niet veel over deze weg te zeggen. Het is breed, grotendeels recht en grotendeels vlak. We fietsen soms langs wat dorpjes, maar voorlopig niet dwars door dorpjes heen. Daardoor blijft de weg steeds breed en komen we op wat vluchtheuvels na weinig verkeersmeubilair tegen. Eerder reden we langs de Chartreuse af, nu gaan we langs de Vercors fietsen. Vorig jaar kwam er nog een rit aan in deze regio, in Villard-de-Lans. Kämna was toen aan het feest. We zagen hoe mooi deze regio kan zijn, maar nu moeten we het doen met de uitlopers van deze streek. Na een kilometer of 15 over dezelfde weg te hebben gereden begint de weg richting Cognin-les-Gorges wat omhoog te lopen. Stelt niet veel voor, een paar kilometer gaat het vals plat omhoog. Afwisselend rijden we door wat meer open terrein en langs wat beboste gebieden, waarna we na 125 kilometer Cognin-les-Gorges bereiken. Een dorp met een aansprekende naam, gorges duidt meestal op natuurschoon. Dat is hier niet anders, het kleine riviertje de Nant mondt hier uit in de Isère en heeft een fraaie kloof uitgesleten. Er loopt een prachtige weg omhoog door deze kloof, maar we zullen het moeten doen met dat wat had kunnen zijn. Kijk dan, daar ligt het, kijk hoe mooi het had kunnen zijn. Col du Mont-Noir, ik bedoel maar.


SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Buiten Cognin-les-Gorges rijden we nog een kilometer of 20 verder over dezelfde weg. Het stuk vals plat omhoog ligt achter ons, het gaat nu een tijdje vals plat naar beneden. Daar merken de renners niets van, we mogen het gewoon vlak noemen. De weg voert door wat dorpjes, zoals Izeron. Hier is het even wat smaller en komen we wat drempels tegen, zo'n beetje de enige obstakels voorlopig. Tussen de dorpen in gaan we eeuwig rechtdoor over een brede en vlakke weg, tussen de bomen door. Heel wat kilometers later komen we uitin Saint-Romans, waar twee rotondes liggen. Even later komen we in Saint-Just-de-Claix nog een rotonde tegen, dat zijn de meest noemenswaardige elementen van dit deel van de rit. We rijden vervolgens naar Saint-Nazaire-en-Royans, waar we na 143,5 kilometer gaan uitkomen. In dit plaatsje zijn we al vaker geweest, de laatste keer dat we naar Valence gingen bijvoorbeeld. Dat was in 2018, goh, weer een terugkerende plaats dus. Origineel, Thierry. Richting Saint-Nazaire gaat het een tijdje lichtjes naar beneden, met in het dorp een scherpe bocht naar links. We rijden daarna doort het centrumpje van dit dorp en passeren niet veel later het lokale hoogtepunt: het aquaduct. Net als in 2018 rijden we onder het aquaduct door, alles voor de plaatjes. Daarna volgen we een aantal kilometer hetzelfde parcours als in 2018, gewoon, omdat knippen en plakken verslavend werkt. Nadat we door Saint-Nazaire-en-Royans zijn gereden volgen we nog een tijd de doorgaande weg, die wat vals plat omhoog loopt. Na een tijd slaan we linksaf en rijden we een aantal kilometer over een licht oplopende weg verder richting Hostun. Dwars door open velden, eventueel interessant mocht er wat wind staan. Na een bochtje naar links in Saint-Nazaire gaat het vier kilometer rechtdoor tot Hostun. In Hostun is er opnieuw een bocht naar links, waarna de weg zes kilometer omhoog loopt aan iets meer dan 3% gemiddeld. Een echte klim kunnen we dit niet noemen, zeker niet als je het vergelijkt met alles wat hier in de buurt ligt. Een treurige herhaling van 2018, toen we ook in de Alpen van start gingen om vervolgens een tocht door de vallei af te leggen naar Valence. Nouja, helemaal vlak is het niet dus de overgebleven sprinters moeten toch nog enigszins hun best doen. De weg is behoorlijk recht, waardoor ie niet echt omhoog lijkt te lopen. Pas in de buurt van Beauregard-Baret komen er wat bochtjes voor en daar zie je dan ook meteen dat er daadwerkelijk geklommen moet worden. In de buurt van dit gehucht komen we vrij snel de top van dit niet gecategoriseerde klimmetje tegen en daarna is het vijf kilometer relatief vlak tot aan Rochefort-Samson. Het gaat een paar keer licht naar beneden, maar van een echte afdaling is geen sprake. In de buurt van de camping Combe d'Oyans, waar de mensen een prachtig uitzicht op de bergen hebben, loopt de weg zelfs nog even kort omhoog. Halve kilometer aan een procentje of vijf, tja, je moet er toch wat van maken. Na dit korte stukje in stijgende lijn is het wel weer een aantal kilometer vlak terwijl we over een rechte weg door Rochefort-Samson rijden. Van Rochefort-Samson rijden we naar Rochefort-Gert. Nee, zoveel humor hebben die Fransen niet. Buiten Samson blijft de weg behoorlijk recht en zijn de hoogteverschillen klein. Het feit dat we hier door een open veld rijden zou nog wel eens het meest interessante kunnen zijn. Veel klimwerk komen we niet meer tegen, nog minder dan in 2018 zelfs. Toen reden we Charpey binnen en volgde er na een bocht naar links een klimmetje richting Peyrus, nu rijden we via Charpey rechtdoor verder naar Chabeuil.



Als we Chabeuil bereiken hebben we 173 kilometer afgewerkt, het is hierna nog een kilometer of 18 fietsen tot de finish. Voor we Chabeuil bereiken komen we een rotonde tegen in Barbières, daarna gaat het een paar kilometer in licht dalende lijn over een brede weg verder naar Charpey. Wel dalend op zo'n manier dat je het amper merkt, vooral rechtdoor tussen de akkers door. Zodra we uitkomen in Charpey liggen er wat bochtjes, drempels en versmallinkjes op de weg. Buiten het dorp gaat het kort omhoog, alvorens de weg nog eens een aantal kilometer onzichtbaar omlaag gaat. We komen buiten het dorp weinig bochten tegen, het gaat allemaal op een gemakkelijke manier verder. Totdat we de buitenrand van Chabeuil bereiken. Hier slaan we rechtsaf en vervolgens rijden we over een brede weg die door een aantal rotondes wordt onderbroken om de stad heen. In het centrum staan wat leuke gebouwen, maar die gaan we dus niet tegenkomen. De weg om de stad heen is dus breed, maar normaal staan er wel paaltjes in het midden van de weg. Het terrein is hier even behoorlijk beschut, maar we fietsen richting een punt dat volgens de organisatie om al onze aandacht vraagt. Na de tweede rotonde in Chabeuil slaan we rechtsaf een iets smallere weg in, die redelijk bochtig is. We rijden eerst langs een lange rij bomen, maar al snel wordt het weer behoorlijk open. Aan het eind van deze weg slaan we linksaf, daarna meteen weer rechtsaf en dan rijden we verder richting Beaumont-lès-Valence, waar we op iets meer dan tien kilometer van het eind gaan passeren. Thierry Gouvenou heeft over dit laatste deel van de rit het volgende te zeggen: "In de laatste 15 kilometer verandert de route een paar keer van richting - het peloton maakt als het ware een halve cirkel - en worden de renners geconfronteerd met zijwind. In de Rhônevallei kan er van alles gebeuren, ontstaan er waaiers dan kan er binnen de kortste keren een halve minuut of wel meer worden verloren. Dat is precies wat we zagen in 2017 tijdens de etappe naar Romans-sur-Isère waar meerdere kopmannen, onder wie Alberto Contador en Daniel Martin, een gevoelige tik op de neus kregen." Aha, we worden dus sowieso geconfronteerd met zijwind, blijkbaar. Er kan van alles gebeuren, ja, ongetwijfeld. Het waaide in deze regio in 2017, dus in 2021 ook, logisch. Dat we een jaar later aankwamen in Valence zonder wind, ach, wat maakt het allemaal ook uit hè. Gaat er überhaupt wind zijn? Ja, daar lijkt het wel op. Maar die wind zou richting het eind van de middag kunnen draaien, waardoor we in plaats van zijwind te maken krijgen met wind op kop. Altijd tegen Thierry.



Op 10 kilometer van de finish rijden we dus langs Beaumont-lès-Valence af, waar we bij een rotonde rechtsaf gaan slaan. Als de wind zoals in het begin van de middag uit het zuidwesten komt staat de wind hier inderdaad schuin in de rug. De bronnen verschillen een beetje, zowel qua richting als qua sterkte. Als het hard genoeg waait en de wind komt uit de goede richting hoeven we alleen de laatste kilometers van de rit echt op te letten. Alhoewel we na de rotonde in Beaumont eerst een stukje door beschut terrein gaan rijden, maar daarna is de brede weg een aantal kilometer gespeend van beschutting. We rijden drie kilometer volledig rechtdoor over die brede weg, waaiertechnisch gezien het meest spannende deel van de rit waarschijnlijk. Na een flauwe bocht naar links komt de wind uiteraard weer van een andere kant, volgens alle voorspellingen een mindere kant. We rijden nu wel rechtdoor naar Valence toe, over een brede weg die alleen wat vluchtheuvels kent. Op vijf kilometer van de finish bereiken we Valence, we komen kort na elkaar twee rotondes tegen waar het twee keer rechtdoor gaat. We rijden rechtdoor het bord van de laatste vier kilometer voorbij, waarna we de volgende rotonde tegenkomen. Ook hier gaat het rechtdoor, terwijl we ons inmiddels tussen zoveel bebouwing vinden dat mogelijk waaiervertier nu echt afgelopen is. Die extra lus om de zijwind op te zoeken ten opzichte van 2018 lijkt een nogal krampachtige poging om er nog wat van te maken. De laatste kilometers in de stad zelf zijn wel heel anders in vergelijking met 2018, men heeft heel wat bochten en rotondes uit het parcours gesloopt. Op minder dan vier kilometer van het eind slaat het peloton nu rechtsaf, nadat we eerst nog een extra rotonde hebben ontweken. Na deze bocht rijden we eigenlijk praktisch rechtdoor tot aan de finish. We volgen de brede Boulevard Franklin Roosevelt, een praktisch vlakke weg die zo goed als rechtdoor loopt. Op twee kilometer van het eind komen we een keer een minimale chicane tegen, het blijft verder bij wat flauwe bochtjes die amper genoemd mogen worden. De Boulevard Franklin Roosevelt gaat over in de Boulevard Winston Churchill, waarna we rap de laatste kilometer naderen. Deze weg loopt vrij lang flauw naar links, waarna we in de laatste meters van de rit toch nog een serieuze bocht gaan tegenkomen. Merkwaardig eigenlijk. Zo'n makkelijke finale uittekenen en het aan het eind toch nog verpesten. Op 300 meter van het eind volgt een rotonde, waar we rechtsaf moeten slaan. Daarna loopt het rechtdoor tot aan de finish, over een weg waar normaal wat paaltjes en vluchtheuvels zijn te vinden, maar dat probleem zal men zoals tijdens de vorig edities wel weten te verhelpen. Want we finishen uiteindelijk wel op dezelfde locatie als in 2018. En 2015, want toen kwamen we hier ook al aan. In 2015 reden we in de laatste drie kilometer over dezelfde wegen, een beeld van de laatste kilometer van die editie kan dus geen kwaad.



Na 191 kilometer eindigt de rit praktisch voor de ingang van de lokale Decathlon. We zijn weer terug in Valence, het wordt de vierde keer dat hier een rit eindigt. De derde keer sinds 2015, de derde keer in dezelfde straat. Ik denk dat ze bij de ASO heel erg van hun vrije tijd houden, het moet blijkbaar allemaal wel makkelijk en overzichtelijk blijven. Valence debuteerde in 1996 in de Tour. Een rit met vertrek vanuit Gap zou aankomen in deze stad. De kleine Colombiaan Chepe González was in dienst van Kelme iedereen te snel af en rondde een vlucht succesvol af. Pas in 2015 keerde men weer terug en de renner die toen won kun je gerust het tegenovergestelde van González noemen. Van een kleine, gedrongen klimmer die het van de aanval moest hebben stapten we over op een stevige Duitse sprinter. André Greipel ging in een massasprint met de zege aan de haal, hij klopte John Degenkolb, Alexander Kristoff en Peter Sagan. In deze industriestad, waar ze zich vooral richten op leer, textiel en juwelen, keerden we zoals we eerder al hebben gemeld in 2018 terug. Ik ging toen uit van een rit voor de vluchters, maar het werd toch een sprint. Een iets andere route richting de finish, maar aan het eind kwamen we weer op hetzelfde punt uit. In de laatste meters was Peter Sagan te sterk voor Alexander Kristoff en Arnaud Démare. Voor Sagan was het zijn derde ritzege van die Tour, hij zorgde er in de straten van Valence ook meteen voor dat de groene trui hem niet meer kon ontgaan. Das war einmal. Valence is overigens een stad met 65.000 inwoners, op de grens van de departementen Ardèche en Drôme, aan de oevers van de Rhône. Het is een stad waar door de jaren heen toch wel wat verschillende wielrenners zijn geboren. Charly Mottet bijvoorbeeld, die in 1991 twee ritten won in de Tour en zelfs vierde werd in het klassement. We hebben voor de rustdag geleerd dat hij tegenwoordig in Sallanches woonachtig is. Ook Axel Domont en Guillaume Bonnafond, voormalig renners van AG2R, komen uit Valence. Ondertussen allebei met pensioen, terwijl Domont nog de Tour mocht rijden de laatste keer dat we naar Valence gingen. Tegenwoordig moeten ze het in Valence van de meisjes hebben, met Laura Asencio en Lea Curinier beschikken ze hier over twee vrouwelijke profs. De régional de l'etape is Pierre Latour, hij komt uit Romans-sur-Isère en dat is niet heel ver van hier. Het is verder een stad van niks, want als een van de hoogtepunten wordt de lokale kiosk genoemd, nou, dan weet je het wel. De slogen van de stad is Mon c½ur Valence en er is een kunstwerk te vinden in de stijl van I Amsterdam. Met de V als hart, erg ingenieus allemaal. Er is een kathedraal en een oud stadhuis, maar verder wordt de show toch vooral gestolen door het Maison des Têtes. Een huis, met hoofden. Trekt blijkbaar heel wat toeristen, volgens Wikipedia liefst 25.000 per jaar. Jeminee.



In startplaats Albertville kan het overdag behoorlijk warm worden, we beginnen met een graadje of 23 en werken snel naar de 29 graden toe. De kans op regen neemt met het stijgen van de temperatuur ook toe, 's ochtends zou het nog droog kunnen blijven terwijl het 's middags zeker en vast gaat regenen. Weinig wind, dat dan weer wel. Het beetje wind dat er staat zal wel vooral tegen zijn, wat kan zorgen voor een traag ritje. Gedurende de middag blijft het regenen, ook als we zo'n beetje halverwege de rit door Tullins rijden. Hier zou de wind tijdelijk vrij gunstig kunnen staan voor wat waaierspektakel, maar het lijkt niet hard genoeg te gaan waaien. Het is vooral nat, nat, nat. Arme renners, na de rustdag exact hetzelfde verhaal, alleen dan met wat minder bergen. Een klein deel van de theorie van Gouvenou klopt wel, want in de buurt van Valence waait het veel harder dan onderweg. Tot 16:00 komt die wind uit het zuidwesten, wat aan het eind voor wat waaiers zou kunnen zorgen. Daarna draait de wind blijkbaar ineens volledig en komt ie vanuit het noordwesten, waardoor we in de finale met tegenwind te maken krijgen. De wind neemt ook af in kracht, waardoor we waaiers op onze buik kunnen schrijven. Jammer Thierry, leuke poging. Daar ga je dan, met je extra lus voor zijwind. De weergoden steken hun vingers op naar de snode plannetjes van Gouvenou, ze vinden nog steeds dat die klare lamlul met een goed ontwerp moet komen en niet moet vertrouwen op het weer. De stelligheid mag op z'n minst weg, zijwind, haha, fuck you Thierry, een uur voor de koers passeert draaien we gewoon de andere kant op hahaha lekker voor je. Nou, goed, zoiets. Hoewel de bronnen wel wat verschillen, volgens Meteofrance komt er ook een draaiing van de wind maar blijft het wel hard waaien, waardoor we zelfs met stevige tegenwind te maken zouden kunnen hebben in de finale. Windstoten en alles, maar dan alleen heel specifiek in de omgeving van Valence. De rest van de rit geen gekke toestanden, normaliter. In Valence krijgen we er ook nog regen bij cadeau, dat komt wel weer overeen met de rest van de rit. Onweer, misschien, maar dat hebben we al vaker gehoord. En een broeierig temperatuurtje, 28 graden in de regio van de Drôme Classic. We beginnen relatief laat aan deze rit, pas om 13:05. Na een neutralisatie van een kwartier, moedergods, gaan we om 13:20 pas definitief van start. De NOS en Sporza hebben zoiets van mwah, vlak ritje, we kunnen het eerste uur wel missen. Misvatting, het eerste uur van deze rit kan juist heel interessant worden. Benieuwd wie er in de vlucht van de dag wil zitten, dat kan het verhaal van deze rit totaal veranderen. Gelukkig hebben we Eurosport nog, PLAYER is meteen live. Eurosport 2 ook, ja, want we gaan weer balletjes over een grasveld meppen. Aankomst tussen 17:23 en 17:46.



Dit lijkt op papier een rit voor de sprinters. De laatste twee keer dat we naar Valence gingen waren we ook getuige van een massasprint, met Greipel en Sagan als winnaars. Die zijn er nu allebei weer bij, al lijkt de kans toch verdomd klein dat ze hun successen weten te herhalen. Toch ben ik er helemaal niet zo zeker van dat dit een sprint gaat worden. Ten eerste gaat het weer de hele dag regenen, dat maakt het altijd een stuk moeilijker om zo'n rit te controleren. Slecht voor de motivatie, maar de vluchters zijn vaak ook in het voordeel zodra het een beetje technisch wordt. In de kopgroep kun je sneller door de bochten dan in het peloton, zeker als het nat is. Niet dat dit parcours heel erg technisch is, maar we komen toch wat stukken tegen waar je als koploper zeker in het voordeel bent. Tijdens het heuvelachtige deel bijvoorbeeld, in de omgeving van Rochefort-Samson en Gert. Het is hierna nog wel een kilometer of 30 tot de finish over bredere en rechtere wegen, maar toch. Een andere factor waar we rekening mee moeten houden is dat bepaalde sprinters zijn verdwenen. Démare is er niet meer, waardoor Groupama-FDJ het geweer van schouder gaat moeten veranderen. Waarom niet Stefan Küng in de aanval sturen? Dat gaat deze week nog gebeuren, is het niet vandaag dan wel onderweg naar Carcassonne. B&B hoeft ook niet meer op Coquard te letten, maar dat zal verder weinig uitmaken. Ook Alpecin heeft ondertussen een probleem. In Châteauroux zagen we een treintje van vier. Van der Poel, Rickaert, Merlier en Philipsen. Twee van die vier zijn weg, waardoor ze waarschijnlijk een mannetje minder op kop kunnen zetten. Anders kom je in de sprint renners tekort. Dus ja, de controle gaat verder weg zijn. Al lag die controle vaak al in handen van Quick Step en Alpecin, de rest keek toe. Daardoor kon Van Moer bijna winnen en daardoor werd Van Avermaet een paar dagen later ook pas laat ingerekend. Als Alpecin minder kan doen maken de koplopers waarschijnlijk meer kans. Een derde factor waar we naar moeten kijken is de tussensprint. Die volgt vandaag na 82 kilometer en ligt op de top van een klimmetje. Wellicht dat Matthews en Colbrelli opnieuw iets willen ondernemen, toch weer een kans om in te lopen op Cavendish. Al is het dan maar weer de vraag of ze echt zin hebben om in de vlucht van de dag te zitten of hun ploegen een kilometer of 80 te laten controleren. Quick Step zal zelf ook met een plannetje komen. Als ze bang zijn dat ze als enige moeten controleren hebben ze altijd nog Asgreen en Ballerini achter de hand om in de aanval te sturen. We hebben al een keer zo'n sterke kopgroep gezien, die toen snel weer werd ingerekend door FDJ en Arkea. FDJ zal dat nu niet meer doen, nee, die sturen Küng mee. Dus moeten we in zo'n geval kijken naar Arkea, waardoor een sterke kopgroep zomaar voor de ritzege kan gaan. Wel veel tegenwind tijdens de rit waarschijnlijk, da's ongunstig voor de kopgroep. Ik ga uiteindelijk toch uit van een massasprint, maar het kan de moeite waard zijn om meteen in te schakelen zodra de rit begint. Als je figuren als Küng op de eerste rij ziet zitten weet je wat er mogelijk kan gaan gebeuren. Relatief lange rit ook, de controle wordt dus wel een dingetje. Het weer ook absoluut niet onderschatten, maar gezien het record van Merckx op het spel staat gaan we bij deze gelegenheid toch voor de sprint. De dag na de rustdag is altijd een merkwaardige dag, het is ook maar afwachten hoe de benen na een slopende week gaan aanvoelen. Dat is een uitspraak die Sven Nys had kunnen doen, dus gaan we door naar de top vijf.
1. Cavendish. Net op tijd binnen, nog anderhalve minuut over. Gesteund door Declercq en Morkov, dat zijn mannen waar je wat mee kan. Daardoor lijkt het inmiddels onvermijdelijk: dat record komt er. Morkov kan nu weer gezellig de sprint aan gaan trekken, de tegenstand is verder gedecimeerd en die was er eigenlijk al niet eens. Enige kans is dat hij misschien minder goed met de regen kan omgaan, maar ik weet eigenlijk totaal niet of dat het geval is.
2. Philipsen. Is nu wel definitief de kopman, bij gebrek aan Merlier. Maarja, die had hij dan wel weer nodig om de sprint aan te trekken. Daardoor zal het alleen maar moeilijker worden om te winnen, vooral omdat hij de snelheid gewoon niet heeft. Al zou het ook zomaar kunnen dat hij zonder Merlier minder druk voelt en ineens toch weet te winnen. Maar eigenlijk hopen we daar niet op, want wat een zeldzaam dikke nek is dit. Zeker voor een Belg. Wat zit daar tegenwoordig in het water joh? Over water gesproken, Philipsen won vorig jaar een rit in de Vuelta in de stromende regen, hij kan er in ieder geval wel tegen dus.
3. Bouhanni. Best of the rest, of zoiets.
4. Van Aert. De gele droom is voorbij, maar hij wil nog steeds een rit gaan winnen. De laatste tijdrit is een mogelijkheid, of een van de heuvelritten. Of gewoon gezellig gaan sprinten, je weet maar nooit. Al mist hij nog steeds wel dat stukje explosiviteit door zijn operatie, maar na een dag in de regen krijg je misschien weer andere verhoudingen.
5. Pedersen. Mes Pildaursen met z'n heerlijke speklaagje en de regen, noem een beter duo. Hij werd voor de rustdag 54e, tijdens een bergrit nota bene. Omdat hij dus wel met de regen om kan gaan, daarom werd hij ook wereldkampioen. De slechtste wereldkampioen ooit, dat wel. Maar zijn gebrek aan vorm kan hij vandaag enigszins camoufleren door de regen. Een vijfde plaats behoort zomaar tot de mogelijkheden.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200224674
Wat een samenvatting ^O^ ^O^
  dinsdag 6 juli 2021 @ 08:58:52 #4
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200225253
BORA zal wel meerijden net als DSM. Bahrein sowieso niet.
  Redactie Sport dinsdag 6 juli 2021 @ 09:34:26 #5
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200225617
Het zullen wel Bora/DSM/Arkea/Deceuninck worden die gaan rijden. Cav heeft de punten nodig voor het groen en die andere 3 hopen misschien tegen beter weten in nog op een rit. Al lijkt het me in het geval van Arkea nog wel reeel, als Cav iets tegenkomt of wat minder gepositioneerd zit kan Bouhanni an sich de rit wel winnen.

Buiten Cav/Bouhanni en misschien Philipsen lijkt iedereen me sowieso kansloos.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200225693
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 09:34 schreef Mexicanobakker het volgende:
Het zullen wel Bora/DSM/Arkea/Deceuninck worden die gaan rijden. Cav heeft de punten nodig voor het groen en die andere 3 hopen misschien tegen beter weten in nog op een rit. Al lijkt het me in het geval van Arkea nog wel reeel, als Cav iets tegenkomt of wat minder gepositioneerd zit kan Bouhanni an sich de rit wel winnen.

Buiten Cav/Bouhanni en misschien Philipsen lijkt iedereen me sowieso kansloos.
Als ik ploegleider van bijvoorbeeld DSM of Alpecin was zou ik mannetjes meesturen in de vlucht. Als je Cav nog wilt gaan verslaan zul je hem eruit moeten rijden in de bergen en/of zijn leadout slopen. Daarvoor moet je zijn helpers dus eerst flink moe maken. Ik zou het vandaag volledig aan DQS laten.
  dinsdag 6 juli 2021 @ 09:43:33 #7
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200225709
Er rijden twee Franse renners weg en Declerck haalt ze terug. Geen illusies maken, het blijft gewoon de tour.
pi_200226005
Ik denk dat een grote groep de zegen niet gaat krijgen. Als alles op de schouders van DQS komt te rusten, mogelijk wel. Maar ik hou het ook op 2/3 renners, controle door DQS en uiteindelijk wat hulp van Arkea en Alpecin om het dicht te rijden.
Speel mee met www.fantasytennismanager.nl
Koop met je budget iedere week spelers uit de diverse ATP toernooien en scoor zo punten voor de ranglijst! Het spel start met de Australian Open 2012, deelname is gratis!
  dinsdag 6 juli 2021 @ 10:28:35 #9
102912 crv
Screwed up
pi_200226228
deze heuveltjes zijn denk ik te klein voor BORA om de rassprinters eraf te beuken zodat SAGAN wat meer kans maakt
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200226998
quote:
Hebben er nog ergens Belgen kritisch gereageerd op Mathieu want dan ben ik ziedend
pi_200227021
Andere sprintersploegen gaan wel helpen, Cav is nou ook weer niet zo superieur dat je kansloos bent. En ook hij kan van alles tegenkomen in de sprint, al is hij denk ik wel de allerbeste in dat voorkomen.
  Moderator dinsdag 6 juli 2021 @ 11:20:59 #12
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200227023
twitter
  dinsdag 6 juli 2021 @ 11:24:01 #13
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200227075
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:20 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:
Andere sprintersploegen gaan wel helpen, Cav is nou ook weer niet zo superieur dat je kansloos bent. En ook hij kan van alles tegenkomen in de sprint, al is hij denk ik wel de allerbeste in dat voorkomen.
Cavendish heeft zijn zege voor 90% binnen dankzij Michael Morkov. Hij hoeft maar drie keer te trappen dan is hij er.
pi_200227139
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:20 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
hoe laat moeten we klaar zitten voor de W-W-Waaiers? :9
  Moderator dinsdag 6 juli 2021 @ 11:32:01 #15
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_200227181
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:28 schreef Faraday01 het volgende:

[..]

hoe laat moeten we klaar zitten voor de W-W-Waaiers? :9
Niet. Zoals R_R in de OP al zegt is het richting Valence vol tegen. Eerste deel van de etappe minder wind.
pi_200227202
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 10:28 schreef crv het volgende:
deze heuveltjes zijn denk ik te klein voor BORA om de rassprinters eraf te beuken zodat SAGAN wat meer kans maakt
Met tegenwoordig het risico dat Sagan dan zelf ook lost
pi_200227214
Alle ingrediënten voor een flopshow.
  Redactie Sport dinsdag 6 juli 2021 @ 11:36:37 #18
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200227266
Die pukkeltjes zijn ook niet zwaar genoeg, Stephan doet net alsof het om de Ventoux gaat in zijn profielkaartjes, maar in feiten kan Ramon Carretero het peloton daarop nog bijhouden.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  dinsdag 6 juli 2021 @ 11:39:43 #19
102912 crv
Screwed up
pi_200227336
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:20 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
na 15:00 storm, onweer en regen in Valence
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200227414
Regelrechte FLOPSHOW dus.
Jack does it in real time...
  Moderator dinsdag 6 juli 2021 @ 11:46:39 #21
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200227420
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:39 schreef crv het volgende:

[..]

na 15:00 storm, onweer en regen in Valence
Hopelijk wordt Wilco niet getroffen door een bliksem.
pi_200227428
quote:
9s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:36 schreef Mexicanobakker het volgende:
Die pukkeltjes zijn ook niet zwaar genoeg, Stephan doet net alsof het om de Ventoux gaat in zijn profielkaartjes, maar in feiten kan Ramon Carretero het peloton daarop nog bijhouden.
Kaartje van Steef is informatiever dan van ASO.
  dinsdag 6 juli 2021 @ 11:54:47 #23
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_200227514
Flinke zijwind licht van rechtsachter richting Valance straks.
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  dinsdag 6 juli 2021 @ 11:55:02 #24
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200227519


Ene is een col van 9.5km 6.4%, andere is 7.5km 2.8%

Het zou al heel veel schelen als je beetje zelfde schalen gebruikt. Ik begrijp best dat je in een vlakke etappe wat heuvels wil tonen als die er zijn maar laten we beetje realistisch blijven
  Moderator dinsdag 6 juli 2021 @ 11:58:33 #25
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_200227559
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 juli 2021 11:54 schreef Fretwork het volgende:
Flinke zijwind licht van rechtsachter richting Valance straks.
Nee?
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')