abonnement bol.com Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 3 juli 2021 @ 01:58:14 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200180463
Etappe 8: Oyonnax - Le Grand-Bornand, 150,8 km

Allemachtig mensen, wat maken we toch allemaal mee deze Tour? Dit was een rit, ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Ik ben nog steeds aan het bijkomen, wat een enerverende zit was dit. Je hebt wel eens mensen die hun gelijk halen na een explosieve korte rit, zo'n lul wil ik niet zijn. Maar dit is toch wel het levende bewijs dat iedere grote ronde een lange en heuvelachtige rit nodig heeft. Waarbij de renners natuurlijk altijd de koers maken, vanzelfsprekend. Maar toch, hier konden ze koers maken. De mogelijkheid werd ze geboden en daar hebben ze optimaal van geprofiteerd. Een van de mooiste ritten van de laatste jaren, spreken wij in euforie. Het was zo'n dag dat iedereen in de vlucht wilde zitten, dus keken we kilometerslang naar allerlei mislukte pogingen. Wout van Aert was heel actief, wat mij iets te optimistisch leek. Want ja, Wout zouden ze natuurlijk niet laten rijden. Blijkt maar weer dat je soms de logica moet negeren en gewoon opportunistisch moet koersen, dan kun je ook een eind komen. Van der Poel hield zich vrij lang afzijdig, tot mijn goedkeuring. Dit was zo'n rit waarin de eerste tien pogingen nooit slagen, die kun je dus met gemak overslaan en in het peloton kun je proberen wat energie te sparen. Als de mannen met ambitie ondertussen een beetje zijn uitgepierd ga je zelf ook meespringen en zul je zien dat je kans op succes een stuk groter is. Een perfecte tactiek van Mathieu en Alpecin, ik was toch wel even met stomheid geslagen. Hoewel zijn eerste poging niet succesvol was. Dat was al meteen een mooi groepje, met Wout en ook Alaphilippe. Die poging slaagde niet, maar even later reed er jandorie een groep van 30 renners weg, met daarin weer Wout en Mathieu. En een ploeggenoot van Mathieu ook nog eens, droomplan. Precies zoals ik het in mijn stoutste dromen had bedacht, mijn Tour is al geslaagd. De aanval is de beste verdediging, een cliché, maar gisteren bleek het toch weer te kloppen. In die groep van 30 zagen we nog meer grote namen en erkende hardrijders. Een Vincenzo Nibali, een Simon Yates, een Kasper Asgreen, een Soren Kragh Andersen, de lijs was eindeloos. Dat vond Pogacar ook, dus zagen we hem in z'n eentje in de achtergrond spartelen. Zijn ploeg was continu aan het slapen en dus was het geen verrassing dat ze ook deze slag hadden gemist. Pogacar reed dan zelf maar op kop om het gat te dichten, wat uiteraard kansloos was. Daarna kwamen zijn mannen naar voren en kon hij in het wiel gaan hangen, maar het lukte UAE totaal niet om het gat te dichten. Vooraf had ik mijn bedenkingen bij de selectie en nu bleek eigenlijk wel waarom. Ze hebben bijna alleen maar klimmers bij, Bjerg is zo'n beetje de enige motor op het vlakke. De balans was zoek en dat bleek nu. Ga maar lekker met Formolo en Majka een gat proberen dicht te rijden op al die brommers vooraan, veel succes.

Het gat groeide dus gestaag. Al snel was het een halve minuut, toen was het kalf al min of meer verdronken. De mannen van UAE konden het niet bolwerken, totaal willekeurig kregen ze daarom steun van de mannen van Total Energies. De 6e plaats van Pierre Latour in het klassement moest verdedigd worden, we zitten pas in de eerste week godbetert. Gelukkig heb je geen reet aan het altijd matige Total, dus liep de voorsprong alleen maar verder op. De samenwerking in de gigantische kopgroep bleef vrij lang vrij soepel verlopen. Je hebt natuurlijk altijd een paar profiteurs mee, maar het draaide toch vrij behoorlijk. Scheelde ook wel dat enkele ploegen een duo of een trio hadden. Een knecht voor Mathieu, een knecht voor Wout. Prachtige coup, toch wel. In de gele trui in de aanval gaan is niet ongezien, Gouden Greg gaf al eens het goede voorbeeld. Maar je moet het toch maar doen, prachtig. Ook prachtig van Wout, na een teleurstellende tijdrit herpakt hij zich toch. Fenomenen, zonder meer. Hoewel ze uiteindelijk toch ook wel weer de klassieke fout maakten. De voorsprong van de kopgroep groeide naar een minuut, naar twee minuten, naar vier minuten, naar zeven minuten. UAE was wel bekomen van de eerste schrik. Ze waren even in paniek, maar toen de kruitdampen waren opgetrokken bleek dat het probleem nog niet eens zo groot was. Wout wordt geacht minder te zijn dan vorig jaar, dus die mag wel wat voorsprong hebben. Nibali gaat richting einde tijdperk, geen gevaar. Asgreen en Van der Poel vallen vanzelf weg, het valt mee. We hadden eigenlijk nog een renner als Alaphilippe moeten hebben vooraan, om het nóg leuker te maken. Cavendish was ook mee overigens, die won mooi de tussensprint en doet goede zaken als het om de groene trui gaat. Ook wel bewonderenswaardig. In de tussentijd ging ik even m'n vaccin ophalen dus heb ik een aantal kilometers gemist. In deze kilometers scheen Guerreiro zich weer eens heel dom gedragen te hebben, geen verrassing. Gelukkig was ik weer op tijd terug voor de echte spanning en sensatie. Of net te laat, want de uiteindelijk beslissende demarrage van Mohoric heb ik ook gemist. Op de top van een klimmetje sprintte hij samen met Van Moer om de bergpunten en daarna trokken ze door. Klassiekertje, hoor. Dat de rest zich op die manier laat flikken is wel fascinerend, Mohoric is natuurlijk iemand die je in zo'n kopgroep geen meter moet geven.

Anderhalve maand geleden viel Mohoric nog zwaar in de Giro, maar hij is nu weer terug op topniveau. Volop profiterend van de Bahreinbonus, eigenlijk weet je dan al wel hoe laat het is als je zo'n jongen bijna twee minuten voorsprong geeft. Want daar ging het uiteindelijk naartoe. Het duurde even voor er sprake was van enige vorm van controle in de groep daarachter. Het was een tijdje chaos, waardoor Campenaerts en Stuyven de oversteek konden maken naar de twee koplopers. Alpecin had het op dat moment wel wat beter kunnen doen door Meurisse eerder op kop te zetten, terwijl Teunissen wellicht ook iets meer had kunnen doen voor Van Aert. Maar dat is ook wel weer de koers, je kunt niet alles controleren. Zoals de altijd intelligente Vicente Garcia Acosta zou zeggen: je moet zorgen dat je in de vlucht van de vlucht zit. En daar kun je beter eerder dan later mee beginnen. Zo bleek maar weer, want Mohoric begon er blijkbaar al op 80 kilometer van het eind aan. In de finale van de rit kwamen we een aantal lastige beklimmingen tegen, waar Mohoric het meeste kopwerk deed. Duidelijk de beste van de kopgroep. Campenaerts haakte op zo'n klimmetje weer af, terwijl in de achtervolgende groep Meurisse z'n best deed om het gat te verkleinen. Maarja, onder de minuut kwam het eigenlijk nooit meer. En na zo'n klimmetje viel het vaak weer stil en was het ouderwets kijken naar elkaar. Het ging niet alleen om de rit, ook om de gele trui. Door de focus op de gele trui tussen Van Aert, Van der Poel en ook Asgreen was de ritzege gaan vliegen. Enige minpuntje aan de rit, eigenlijk. Ik had de heren graag voor de ritzege zien strijden, van de andere kant is zo'n koers binnen de koers ook wel weer de charme van de sport. Zoveel belangen, het is bijna hogere wiskunde. Valt ook niet mee om in de Belgische trui of de gele trui in zo'n groep te zitten, iedereen kijkt naar je. Zo'n Simon Yates bijvoorbeeld, die heeft helemaal niets gedaan. Naar later bleek omdat hij de benen niet had, maar toch. De voorsprong van Mohoric en co ging terug naar een minuut, maar liep net zo snel weer op naar anderhalve minuut.

Op de lastige Signal d'Uchon, een leuke ontdekking, wist Mohoric zich te ontdoen van zijn vluchtgenoten. Solo verder, terwijl zijn voorsprong niet veel verder slonk. Patrick Konrad ging in de achtervolging, maar ook hij bleef hangen op een minuut. Ze hadden het te ver laten komen, Mohoric was zo sterk dat hij die voorsprong nooit meer zou weggeven. Heel indrukwekkend, zeker met die Giro in het achterhoofd. In de achtervolgende groep gingen allerlei renners in de achtervolging. Cort deed een poging, noem ze allemaal maar op. Mathieu en Wout keken toch vooral naar elkaar, want dat doen ze graag. In het peloton zagen we ondertussen Pierre Latour in de aanval gaan, dat moest hij wel doen na al het - nutteloze - werk van zijn ploeg. Hij werd al snel overvleugeld door Richard Carapaz, die als een raket vertrok. Pogacar had geen reactie, UAE was überhaupt nergens meer te zien. Carapaz pakte al snel een halve minuut voorsprong, maar moest daarna nog wel 18 kilometer zien te overbruggen richting de finish. Die kilometers wist Mohoric in ieder geval met gemak te overbruggen, niemand kwam meer in de buurt. Stuyven bleef het dichtst in de buurt, maar verloor aan de streep ook meer dan een minuut. Op de dag dat Roglic definitief door het ijs zakte, geen schande als je zijn blessures kent, was het feest voor een andere Sloveen. In de trui van Sloveens kampioen voltooit Matej Mohoric zijn trilogie. Rit in de Vuelta, rit in de Giro en nu een rit in de Tour. Een klepper, die nog veel van dit soort stoten kan uithalen als ze hem wat vaker zijn ding laten doen. In de achtervolgende groep was Asgreen ondertussen in de tegenaanval gegaan. Van Aert liet hem rijden en hoopte dat Van der Poel nerveus zou worden en het gat dicht zou rijden. Asgreen kon immers het geel ook nog overnemen. Zo waren die twee dus bezig, elkaar dooddoen. Van Aert besloot alles te zetten op één aanval, maar met die aanval kreeg hij Van der Poel niet los. Dus besloten ze daarna toch maar samen met z'n tweeën verder te rijden. Wat toch ook laat zien dat ze tijdens deze rit meer hadden kunnen bereiken, maarja, merkwaardige sport enzo. Wout had overigens ook alle reden om te rijden, de voorsprong op het peloton was nog steeds behoorlijk groot. Dankzij het werk van Total was de voorsprong geen zeven minuten meer, maar met een minuut of zes op Mohoric en vijf op de groep Van der Poel/Van Aert was het nog steeds de moeite waard om stevig door te rijden. Dat deden ze uiteindelijk, waardoor ze in de laatste kilometer nog aan wisten te sluiten bij het groepje met Asgreen, Konrad en Cort. Mathieu gooide er nog een sprintje uit in de hoop derde te worden, maar Cort was al vertrokken. Net geen bonificaties, maar ach, wel een prachtige rit gereden. Net als Van Aert, net als iedereen in de kopgroep eigenlijk. Als ze altijd zo koersen zouden andere sporten ophouden te bestaan, dan heeft de mens niets anders meer nodig. God, wat een rollercoaster. Puntje van m'n stoel.

Lange ritten dus schitterend, als ze heuvelachtig zijn en worden afgewisseld met wat kortere ritten. En als er geweldige renners aan het vertrek staan. De entree van Van der Poel in het Tourpeloton stelt niet teleur, hij laat hier toch ook weer zien een unieke coureur te zijn. De eeuwige rivaliteit met Van Aert voegt daar weer een extra smaakje aan toe, hoewel ze elkaar een ritzege door de neus boren levert het wel weer een formidabel schouwspel op. Al moeten alle complimenten toch ook wel naar Mohoric, sorry, de kanttekeningen houden nu op. Sowieso trots op alle renners gisteren. Geen geklaag over de afstand, gewoon volle bak koers. Mooi, meer van dit. Hoewel, Movistar, kom op. In de finale zelfs Garcia Cortina terughalen vanuit de kopgroep om met z'n allen massaal achter Carapaz aan te rijden. Carapaz kreeg dan nog even steun van Van Baarle, maar dat volstond aan de meet niet. In de allerlaatste meters van de rit werd hij weer bijgehaald door de groep der favorieten, echt sneu. Maar Carapaz is net zo'n karaktermens als Van Aert, die gaat de volgende keer weer vol goede moed in de aanval. Geraint Thomas zat uiteindelijk ook in die groep der favorieten, al had hij het lastig onderweg. Het grootste slachtoffer was toch echt Roglic, verder viel de schade tussen de klassementsrenners mee. Pogacar heeft potentieel een probleem als Van Aert zijn benen van vorig jaar weet terug te vinden, maar dat lijkt toch niet echt realistisch te zijn. Normaliter is Wout nu minder in de bergen en gaat hij zijn drie minuten voorsprong op Pogacar verspelen. Wel maakt hij nog steeds kans op de gele trui, we mogen aannemen dat Van der Poel die trui in de Alpen gaat verspelen en dan zit Van Aert op de eerste rij om dat tricot over te nemen. Wat we verder hebben geleerd is dat UAE extreem kwetsbaar is, en Pogacar nog steeds nerveus. Die gaat gewoon in z'n eentje op kop rijden tot hij wordt teruggefloten. Isoleer hem en val hem aan, wie weet kan de Tour dan nog op z'n kop worden gezet. Een nieuwe kans om dat te proberen dient zich meteen aan. Na een behoorlijk memorabele rit stormen we de Alpen binnen. Van Oyonnax naar Le Grand-Bornand, een korte rit met vijf beklimmingen onderweg. En nog één ongecategoriseerde klim meteen in het begin, waar we na de avonturen van gisteren misschien wel meteen actie gaan zien. Vooraf keek ik niet uit naar deze rit, maar na gisteren heb ik er ineens toch zin in gekregen.





Op een kleine 200 kilometer van Le Creusot gaat de volgende rit van start in Oyonnax. Een stad met 22,500 inwoners in de Ain, regio Auvergne-Rhône-Alpes. Om een of andere reden klinkt Oyonnax als een enorm bekende naam, terwijl de koers hier nog niet eens zo vaak is geweest. De Tour de l'Ain passeerde hier eens, in 2017. Toen kwamen ploeggenoten David Gaudu en Pinot hier samen gezellig over de streep, na een zware rit vol bergen. De Tour is hier pas voor de tweede keer, nadat Oyonnax in 2014 pas debuteerde. Ik weet niet waarom, maar ik kan me die aankomst niet meer herinneren. Terwijl het afgaande op de beelden toch best memorabel was. Ik kan me dan wel weer herinneren dat we tijdens deze rit, de 11e rit van de Tour van 2014, voroal getuige waren van de lijdensweg van Andrew Talansky. Al een paar keer gevallen, maar hij ging dapper verder. Alleen werd hij meteen gelost en reed hij een half uur achter het peloton. We zagen hem afstappen, op de vangrail gaan zitten. Einde verhaal, zou je denken, maar hij stapte toch weer op de fiets en wist de rit uit te rijden. Dat beeld is blijven hangen, maar dat Tony Gallopin de rit won was ik dan weer vergeten. Terwijl Tony dat nochtans op een imponerende manier deed. De rit met aankomst in Oyonnax kende wat beklimmingen onderweg. In de finale van de rit reed Gallopin weg uit het uitgedunde peloton, waarna een aantal kleppers in de achtervolging gingen. In de afdaling richting Oyonnax wisten Peter Sagan en ploeggenoot Michael Rogers zich af te scheiden van het peloton samen met Michal Kwiatkowski. Ze reden naar Tony Gallopin toe en wisten op vijf kilometer van het eind aan te sluiten. De voorsprong op het peloton was beperkt, maar het loonde de moeite om door te rijden. Toch ontstond er twijfel, waarna Gallopin op drie kilometer van het eind weer in de aanval ging. Sagan, in de groene trui, sprong op het wiel, maar liet even later toch lopen. Het viel stil en Sagan en co werden weer ingelopen door het aanstormende peloton. Gallopin niet, die wist in de laatste kilometers van de rit nét vooruit te blijven. Hij hield precies niets over, maar wist de rappe mannen nog net af te houden. John Degenkolb werd tweede, voor Trentin. In die jaren was Tony Galloping nog een goede coureur, een paar dagen eerder had hij ook al eens het geel mogen dragen. Sindsdien is het ieder jaar minder geworden, min of meer. Tegenwoordig een parodie op een coureur, niet eens aanwezig in de Tour. De Dauphiné was hier ook wel eens, zo won Elia Viviani in 2013 een rit in deze stad. Oyonnax, gelegen in de vallei van het Juragebergte, is verder niet de meest spannende stad op aarde. Ze hebben er een aantal muurschilderingen, dat is al heel wat. Schijnbaar bevinden we ons in de vallei van het plastic, in Oyonnax en omgeving zouden er liefst 600 plasticbedrijven moeten zijn. Lijkt me veel, maar goed. Het zouden er ook nog eens meer moeten worden, want in Oyonnax richt men zich op het plastic van de toekomst én recycling. Heel verstandig, me dunkt. Uiteindelijk zouden ze zelfs wielershirts moeten geen produceren van gerecyclede plastic flesjes, jeetje, kun je het je voorstellen? In Oyonnax staat een ker, die van Saint-Léger. Zou leuk moeten zijn. Daarnaast is er een monumentale poort, in de buurt van diezelfde kerk. Ze noemen het monumentaal, maar het is gewoon een poort. Men beschikt ook over een aantal musea, waaronder het Musée De La Grande Vapeur. Gevestigd in een oude fabriek, waar men zich uiteraard bezig hield met het produceren van plastic. In het Centre culturel Aragon vinden we ook het Musée du peigne et de la plasturgie d'Oyonnax, het kam- en plasticmuseum. Of zoiets. In ieder geval ook weer iets met plastic dus, het thema van deze stad. Nouja, dat was het verder wel zo'n beetje.



In de Tour van 2017 waren we ook nog eens in deze omgeving, toen ging er een rit van start in Nantua, niet ver van hier. Daar zit een verzetsmuseum, ook leuk. Maar eigenlijk niet relevant, want daar gaan we vandaag niet passeren. Wel gaan we van start bij een ander museum, in het centrum van Oyonnax vindt het vertrek plaats bij het Centre culturel Aragon waar het legendarische kam- en plasticmuseum regelmatige een toeristische tornado veroozaakt. Kijken naar kammen, en dingen. Tijdens de neutralisatie rijden we een behoorlijk kort rondje door Oyonnax, amper vijf minuten later gaan we buiten de stad écht beginnen. In het begin komen we meteen een klim tegen, warempel. Wel ongecategoriseerd, maar het is zeker de moeite waard. In de eerste vier kilometer van de rit gaat het aan meer dan 6% gemiddeld omhoog, over een brede weg door een gezellig bos. Het gevecht om in de vlucht van de dag te geraken gaat hier meteen interessant worden, kijktip. Na de eerste vier kilometer, waarin we ook redelijk wat bochten tegenkomen, is het eventjes een paar meter wat vlakker. Daarna volgt er nog een uitsmijter richting Fôret d'Échallon, zoals men deze ongecategoriseerde klim heeft gedoopt. Bepaalde bronnen spreken over vijf kilometer aan 6,6%, het lijkt in ieder geval sowieso de moeite waard te zijn. Het moet ook wel meteen in het begin gebeuren, want hierna wordt het een tijdje minder boeiend. Na de klim volgt er een afdaling richting Échallon en in het verlengde daarvan Saint-Germain-de-Joux. In totaal gaat het iets meer dan 10 kilometer naar beneden, zonder dat er van een echte afdaling sprake gaat zijn. De renners komen wel wat bochten tegen terwijl ze voornamelijk door een bos rijden, maar gevaarlijke bochten zitten er niet tussen. Het gaat ook niet bepaald steil naar beneden, dus dit zou weinig problemen mogen opleveren. Ook omdat de weg vrij breed en behoorlijk goed is, dat scheelt allemaal. Eenmaal beneden in Saint-Germain-de-Joux wordt het pas lastig, hier liggen wat meer bochten en ook wat wegversmallingen. In het centrumpje gaat het vervolgens naar links, waarna we over een brede weg door de vallei gaan rijden. Deze weg door de vallei leidt in eerste instantie naar Châtillon-en-Michaille. Richting dit plaatsje loopt het een paar kilometer wat vals platterig omhoog, niet heel boeiend. In het dorp zelf is het even wat lastiger, terwijl de renners tussendoor ook nog een keer over het spoor rijden. Buiten deze plaats wordt het makkelijker, een dalende lijn van een kilometer of zes richting Bellegarde-sur-Valserine staat op het programma. Een brede bocht in het begin, daarna gaat het vooral rechtdoor op een niet al te enerverende manier verder naar Bellegarde. Onderweg komt men nog wel een rotonde tegen, spannender kunnen we het niet maken. Eenmaal in Bellegarde-sur-Valserine, waar we na 28 kilometer passeren, wordt het wat bochtiger. Paar rotondes en wat vluchtheuvels erbij, levensgevaarlijke praktijken uiteraard. Bellegarde-sur-Valserine ligt op de plek waar de Valserine in de Rhône stroomt en is een plaats met ontzettend veel geschiedenis. De plaats, toen nog onbewoond, werd zelfs als genoemd door Julius Caesar in het boek Commentarii Rerum in Gallia Gestarum als een strategische doorgangsplek. In de 19e eeuw werd in Bellegarde de eerste waterkrachtcentrale van Frankrijk gebouwd. Hierdoor was het een van de eerste plaatsen van het land met elektriciteit. Nou! En dan kwam de koers hier ook nog eens langs, de legendarische Theo Eltink won in Bellegarde in 2004 een rit in de Tour de l'Avenir, bij die gelegenheid versloeg hij niemand minder dan Wim Van Huffel. In 2012 kwam de Tour ook eens langs, toen won de minstens zo legendarische Thomas Voeckler. Hij was de sterkste vluchter, wijlen Scarponi dolf het onderspit samen met Voigt en Luis Leon Sanchez.



De passage in Bellegarde-sur-Valserine is wat technischer, ook omdat het een tijdje wat smaller is. Aan de rand van het dorp komt men een rotonde tegen, waar het naar links gaat. Hierna rijden we weer over een brede weg en trekken we verder door de vallei. De weg buiten Bellegarde loopt wel een paar kilometer omhoog, vrij serieus zelfs. Vier kilometer aan een procentje of vier, heftig. Net buiten Bellegarde gaat het zelfs wat steiler omhoog, we rijden dan via een paar bochten door een bos. Even later gaat het buiten het bos wat meer vals plat verder omhoog. Aan het eind van dit stukje vals plat is het nog een kilometer of twee zo goed als vlak, de renners rijden behoorlijk rechtdoor en moeten alleen een tweetal rotondes zien te ontwijken. Na de tweede rotonde staat er een bord langs de kant van de weg, dit bord geeft aan dat het aan 8% naar beneden zal gaan. Dat lijkt een lichtelijke overdrijving, maar we beginnen inderdaad wel aan afdaling van vier kilometer. Deze afdaling is niet zo lastig, het gaat vooral rechtdoor naar beneden. Wel komen we in het dorpje Vanzy wat vluchtheuvels tegen, altijd link. Aan het eind van deze korte afdaling stuiten de renners op een tweetal haarspeldbochten. Niet zo'n probleem, de weg is hier enorm breed en het asfalt goed. Beneden komen we uit in het dorpje Mons, waar ook wat verkeersmeubilair ligt. Hier gaan we rechtdoor en is het dalen plots gedaan, waarna we over een brede en vlakke weg rechtdoor gaan rijden naar de tussensprint van de dag. Die tussensprint gaat na 45 kilometer plaatsvinden in Frangy, een dorpje in de Haute-Savoie. We hebben de Ain verlaten, voor wat het waard is. Het is nog vier kilometer fietsen tot de tussensprint in Frangy, over een weg die misschien toch niet helemaal vlak is. Het lijkt zowaar wat vals plat omhoog te lopen, maar goed, boeiend. Aan de rand van Frangy ligt een rotonde, men gaat hier rechtdoor en dan wordt er dus gesprint. Na de tussensprint rijden we een gezellig rondje door Frangy, waar ook weer wat verkeersmeubilair ligt. Aan de rand van het dorp komen we nog een rotonde tegen, daarna gaan we vijf kilometer over een brede en vrij vlakke weg rijden. Grotendeels rechtdoor, zonder veel gezeur. Een keer wat vluchtheuvels in een dorpje, tot we bij de volgende rotonde in de buurt van Sallenôves linksaf gaan slaan. Na deze bocht gaat het nog eens vijf kilometer vooral rechtdoor over een brede en vrij vlakke weg, voor we aan de eerste gecategoriseerde klim van de dag gaan beginnen. Het loopt al langzaam wat vals plat omhoog, maar het wordt pas leuk in de buurt van Copponex.




In deze omgeving komen we de eerste haarspeldbochten tegen, de Côte de Copponex begint hier. De komende 6,5 kilometer gaat het aan 4,4% gemiddeld omhoog, het is daardoor volgens de organisatie een klim van de derde categorie. Door een boerenlandschap rijden we op een niet al te spannende manier omhoog, het is hier sowieso allemaal niet zo spannend. Er is wel een kicken brug in de buurt, maar dan heb je het al snel gehad. De klim begint vrij makkelijk, maar daarna gaat het een behoorlijke tijd aan 6% omhoog. Hierna volgt er een vrij vlak stuk van twee kilometer. Af en toe vals plat omhoog, af en toe helemaal plat. Rechtdoor in het bos, niets aan de hand. Hoewel, ook weer niet helemaal niets, want we komen een rotonde en wat verkeerseilanden tegen. Hierna gaat het in Copponex zelf nog eens 2,5 kilometer wat serieuzer omhoog. Paar stukjes aan 6%, richting het eind zelfs een strook aan 7%. Niet heel memorabel, maar we zijn nu eenmaal overgeleverd aan de grillen van de Tour. Buiten Copponex loopt de brede weg door een leeg landschap verder omhoog, een paar bochten en een rotonde later bereiken we na 62 kilometer de top van deze klim. Daarna wordt het niet direct vlak, bij de volgende rotonde slaan we rechtsaf en rijden we over een brede weg rechtdoor verder naar Cruseilles. Het gaat vals plat omhoog, aan iets van 2% gemiddeld. In Cruseilles, waar het kastelenboek aangevuld gaat worden, slaan we bij een rotonde schuin linksaf. Hierna loopt het nog een kilometer of drie wat verder vals plat omhoog, met tussendoor wel een kort stukje in dalende lijn. We komen nog een rotonde tegen, waar het schuin naar rechts gaat, daarna rijden we een bos in waar het wat bochtiger wordt. Aan het eind van het stuk vals plat omhoog volgt er een afdalinkje van een kilometer of drie, maar dat gaat verre van problematisch zijn. Een paar niet al te lastige bochten onderweg, geen gevaar. Vrij snel loopt de weg weer omhoog, dan begint direct de volgende gecategoriseerde klim. Er gaat geklommen worden naar Menthonnex-en-Bornes, een klim van de vierde categorie. De Côte de Menthonnex-en-Bornes is 2,7 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 4,9%. Stukje aan 7% in het begin, verder is dit een enorm eenvoudige klim. De brede weg omhoog kent wat bochten, maar die zijn bepaald niet steil. Na 72,5 kilometer komen we uit in het dorpje Menthonnex-en-Bornes, de naam is bijna langer dan het dorp zelf. Hier ligt ook meteen de top van de klim, al gaat het na het verdelen van de bergpunten niet meteen vlak worden. Na deze klim krijgen we niet meteen met een afdaling te maken, nee, het loopt nog een tijd verder omhoog. Het is een kilometer vrij vlak, waarna het nog eens een kilometer of twee omhoog gaat aan 4%, vooraleer we gaan beginnen aan een afdaling richting een plaats die we nog kennen van vorig jaar.




Als na het officiële klim ook het officieuze deel van de klim gedaan is volgt er een afdaling van een kilometer of tien richting La-Roche-sur-Foron. Deze afdaling stelt werkelijk helemaal niets voor. Het gaat ook niet echt hard naar beneden, als je niet beter wist zou je denken dat het gewoon vlak is. Na vier kilometer in 'dalende' lijn slaan de renners linksaf en bereiken ze een bredere weg die ze naar La-Roche-sur-Foron gaat brengen. Deze weg wordt een paar keer onderbroken door een rotonde en net buiten La-Roche-sur-Foron wordt de weg ineens gesplitst door een betonnen muur tussen de rijbanen, dat zijn de opmerkelijkste momenten. Een tijdje is het wat smaller dus, maar de weg naar en in het stadje waar vorig jaar een rit eindigde mag geen problemen opleveren. De laatste bergrit van de Tour van 2020 eindigde in La-Roche-sur-Foron. Een rit met flink wat beklimmingen onderweg, ook werden de onverharde stroken van Plateau des Glières bedwongen. Een prooi voor de vluchters, vanuit de kopgroep bleken ploeggenoten Richard Carapaz en Michal Kwiatkowski de sterkste renners te zijn. Kwiatkowski mocht winnen van de ploeg, als bedankje voor al het werk dat hij de afgelopen jaren heeft verzet. Achter deze jongens wist Wout van Aert de sprint van de groep der favorieten te winnen, voor Roglic en Pogacar. Toen dacht iedereen nog dat Roglic de Tour ging winnen, haha. Al was er ook de theorie dat Roglic bang was voor Pogacar en daarom Van Aert de bonificaties liet wegsnoepen. Terwijl Pogacar tijdens die rit nochtans bijna moest lossen op Plateau des Glières. Porte zat toen ook in de shit, maar kwam terug dankzij Van Aert en Dumoulin, jeetje, memorabele rit hoor. Maar goed, we gaan ditmaal niet lang in La-Roche-sur-Foron blijven hangen, we rijden dwars door het stadje over een brede weg die wel rotonderijk is. Vorig jaar kwam de Tour hier voor het eerst aan, en nu zijn we weer terug. Maar, tijd om door te gaan. Buiten de stad volgen we dezelfde brede weg voor een kilometer of zes richting Bonneville. Het is breed, vlak en recht. Af en toe een rotonde en een vluchtheuvel om de renners wakker te houden, verder helemaal niets. Letterlijk, want de weg tussen La-Roche-sur-Foron en Bonneville wordt alleen geflankeerd door een paar grasvelden. In de verte zien we de bergen, dadelijk gaan we daar eindelijk van mogen genieten. Na 93,5 kilometer komen de renners uit in Bonneville, waar ze een stuk of vijf rotondes tegenkomen. In die zin dus niet echt een bonne ville, haha. Veel draaien en keren, aangevuld met wat verkeersmeubilair, onderweg naar de eerste van drie beklimmingen van de eerste categorie. Toen we in 2018 naar Le Grand Bornand reden kwamen we ook al door Bonneville, al sloegen we toen de eerstvolgende klim mooi over. Maar dankzij die passage in 2018 weet ik wel dat ze in Bonneville een brug hebben, de brug van Europa. Pleur er een paar vlaggen neer en je hebt een brug van Europa, zo simpel is het leven soms.



Na de zoveelste rotonde in Bonneville rijden we vervolgens rechtdoor over een vlakke en brede weg richting Thuet. In Thuet slaan we na 97 kilometer rechtsaf bij een rotonde, daarna gaat het een kilometertje vooral rechtdoor over een iets smallere weg. Hierna begint de klim, een debutant als ik mijn huiswerk goed heb gedaan. De iets smallere weg kent aan het eind van het dorp een paar bochten en wordt een paar keer nog smaller, waarna het buiten het dorp in het bos ineens stevig omhoog begint te gaan. De Côte de Mont-Saxonnex toont zich aan de wereld. Een beklimming van de eerste categorie, het gaat 5,7 kilometer aan 8,3% gemiddeld omhoog. Vooral in het begin is de klim de moeite waard, zodra we de eerste haarspeldbocht in het bos bereiken stijgt de weg na een aanloopje aan 7% meteen een kilometer aan 11%. Hierna gaat het een kilometer aan 9% omhoog, het venijn zit 'm vooral in de eerste kilometers van de klim. We fietsen voorbij een kruising waar de weg een slag smaller wordt en een stuk onregelmatiger. Klein vlak stukje tussendoor, waarna het vervolgens een tijdje omhoog gaat aan 6 à 7%. Daarna rijden we richting de volgende bochtenrijke fase, waar de natuur een stuk ruwer wordt. Best een fraai klimmetje, ook fraai omdat het nog eens een tijd aan meer dan 10% omhoog zal gaan. Als we de bochten achter ons hebben gelaten gaat het rechtdoor verder naar het dorpje Mont-Saxonnex, lichtelijk vals plat omhoog. Van 5% zwakt het af naar 3%, waarna we na 104 kilometer de top van deze klim bereiken. Minder dan 50 kilometer tot de finish nog, de finale mag hier wel beginnen. Leuk klimmetje, maar het is de vraag of hier daadwerkelijk al iets gaat gebeuren. Men zal wel wachten op de volgende klimmetjes. Die komen er overigens vrij snel aan, maar niet voordat ik nog wat nutteloze informatie heb meegegeven over Mont-Saxonnex. Dit plaatsje is namelijk ook een wintersportplaats met dertien pistes. Eén stoeltjeslift en drie skiliften. Erg gezellig ziet het er overigens niet uit, het lijkt eerder een agrarische gemeenschap dan een wintersportoord. Wel staat er een kicken kerk boven op een heuvel. We bevinden ons hier overigens ook in de buurt van Plateau de Solaison, waar Fuglsang een paar jaar geleden won in de Dauphiné en waar ONZE Sam Oomen in de Tour de l'Avenir geflikt werd door de altijd doperende Ilya Davidenok. Die klim mag ook wel eens z'n opwachting maken in de Tour, tijdens de eerste kilometers van de klim naar Mont-Saxonnex zitten we nochtans op dezelfde weg, we hadden alleen ter hoogte van Brizon een keer rechtsaf moeten slaan. Dit geheel terzijde verder. In het dorp slaan we linksaf en daarna rijden we gezellig langs de krakkemikkige huisjes, terwijl we ook nog een fikse versmalling tegenkomen. Buiten het dorp gaat er een afdaling van zes kilometer volgen richting Scionzier. Toch best een serieuze afdaling, het gaat vrij stevig naar beneden. De weg is breed, en dat is maar goed ook want we komen onderweg enkele scherpe bochten tegen. Over het algemeen een snelle afdaling, met een paar venijnige bochten tussendoor. Na een tijd komen de renners uit in Marnaz, hierna gaat het op een makkelijkere manier verder naar Scionzier. Over de Avenue de la Colombière rijden we naar die Colombière, al moeten we eerst een andere klim afwerken voordat we aan het slotstuk van de rit beginnen. Na 110,6 kilometer fietsen we door Scionzier en dalen we nog lichtjes verder richting Cluses, de startplaats van de volgende rit.




Cluses gaan we net niet helemaal bereiken, net voordat we het centrum van dit plaatsje waar de volgende rit dus van start gaat slaan we rechtsaf. Daarvoor zijn we al twee rotondes tegengekomen op het lokale industrieterrein, wordt het op die manier toch ook weer technisch. De bocht naar rechts is ook wel een linke, met een vluchtheuvel in het midden. Daarna loopt het nog even een paar meter naar beneden, voor de volgende klim van de dag abrupt begint. We zijn aangekomen bij de herhaling van 2018. 17-07-2018, de 10e rit van die Tour. Van Annecy naar Le Grand-Bornand, over de Col de la Croix Fry, Plateau des Glières, Col de Romme en Col de la Colombière, met aankomst beneden in Le Grand-Bornand uiteraard. Geen Croix Fry ditmaal, ook geen Plateau des Glières, wel de Romme en de Colombière met een aankomst in dalende lijn. Knip- en plakwerk, amper drie jaar later. Vaste lezers weten dat ik daar geen fan van ben. Ik hecht heel veel waarde aan creativiteit, daarom voer ik zelf ook al acht jaar hetzelfde trucje uit hahaha. Maar afijn, dat terzijde. Het mindere knip- en plakwerk (want aan die rit in 2018 hadden we he-le-maal niets) doet volgen, dus ik ga ook weer knippen en plakken. We beginnen aan de Col de Romme, een beklimming van de eerste categorie. De klim is 8,8 kilometer lang, in deze kilometers stijgt het gemiddeld aan 8,9%. Het begint met twee kilometer aan 10%, waarna het even licht afzwakt richting 9%. De volgende kilometer is het weer wat minder zwaar, met 8% gemiddeld, waarna er in het dorpje Nancy-les-Cluses met 6% gemiddeld even tijd is om voorzichtig adem te halen. Moet ook wel, want daarna begint het tweede deel van de klim en krijgen de renners te maken met twee kilometer aan 10%, waarna een kilometer aan 9% volgt. In de laatste kilometer richting de top wordt het wat makkelijker, het zwakt af richting 7,5%. De renners bereiken de top van deze klim van de eerste categorie na 122 kilometer, al zijn ze stiekem nog niet helemaal boven. Het loopt nog twee kilometer verder door aan 2%, waardoor men op 26 kilometer van de finish pas echt boven is.




De Col de Romme is een berg met een behoorlijk korte geschiedenis in de Tour. Twee keer eerder kwam men hier langs, twee keer met dezelfde combinatie. Het debuut vond plaats in 2009, dat leverde best een mooie rit op. De familie Schleck was toen nog in bloedvorm en Contador was ongenaakbaar. Andy Schleck deed op deze Col de Romme een poging om weg te rijden van de rest, maar slaagde daar niet volledig in. Hij kreeg Contador en Andreas Klöden mee, even later wist zijn broer Frank ook de oversteek te maken. Op de top van de klim hadden ze al een minuut voorsprong op de achtervolgende groep, met onder meer Bradley Wiggins die er toevallig in 2009 achterkwam dat hij wel eens een ronderenner zou kunnen worden. De beelden van 2009 leren ons dat de afdaling van de Col de Romme niet enorm lastig is. Om te beginnen is het een korte afdaling van maar vier kilometer en zelfs Frank Schleck wist hier zonder kleerscheuren doorheen te komen. Tuurlijk, geen makkelijke afdaling, maar deze valt wel in de categorie prima te doen. Paar bochtjes waarbij het even opletten is, maar normaal moet iedereen veilig kunnen aankomen in Le Reposoir, waar op 23 kilometer van de streep de voet van de slotklim ligt. Hier gaan we beginnen aan de Col de la Colombière, maar niet voordat we nog even hebben teruggeblikt op de editie van 2018. Toen werd het een veel minder spannende rit, een ruime kopgroep kreeg vrij spel van het peloton onder aanvoering van toen nog Team Sky. In die kopgroep zaten veel kleppers, waaronder Gouden Greg die in de gele trui in de aanval ging. Een piepjonge David Gaudu, Ion Izagirre en noem ze allemaal maar op. Julian Alaphilippe, niet te vergeten. Op de Col de Romme koos Rein Taaramae het ruime sop, maar hij zou niet als eerste de top weten te ronden. Gaudu en Alaphilippe gingen in de achtervolging, waarna Alaphilippe na een tijd Gaudu overboord gooide. Voor de top kwam Alaphilippe bij Taaramae, die hij ook meteen ter plaatse liet. Als eerste ging hij over de top en in z'n eentje dook hij de afzink in.



De Col de la Colombière is 7,5 kilometer lang en 8,5% gemiddeld. Deze berg van de eerste categorie begint relatief eenvoudig, met een kilometer aan 6%. Daarna krijgen de renners een kilometer aan 8,5% voorgeschoteld, waarna het drie kilometer omhoog gaat aan 9%. Dat is al best pittig, maar het wordt richting de top alleen nog maar lastiger. In de laatste kilometers van de klim gaat het doodleuk aan 10% omhoog. Het venijn zit 'm dus in de staart. Na 136 kilometer, op 15 kilometer van de finish, komen de courers boven op deze Colombière. Een klim met een grotere geschiedenis dan de Col de Romme. De Colombière hebben we al een keer of 20 gezien in de Tour, voor het laatst in 2018. Daarvoor kwam kwam Thomas De Gendt hier in 2016 als eerste boven, al liep de beklimming toen wel via Le Grand-Bornand. In 2007 kwamen we de klim tegen toen we ook naar Le Grand-Bornand gingen, Linus Gerdemann beleefde toen zo ongeveer zijn enige dag van glorie. Tijdens de epische solo van Floyd Landis in 2006 kwamen we deze berg ook tegen. En in 2009, toen de familie Schleck op pad was met Contador en Klöden. Andy Schleck reed een strak tempo op de klim en deed eigenlijk niet eens z'n best om aan te vallen. Contador deed dat wel, op twee kilometer van de top. Het enige wat hij daarmee bereikte was dat zijn ploeggenoot Klöden moest lossen, altijd lekker. Zodoende reed Contador dus samen met Frank en Andy Schleck over de top en gingen ze ook op weg naar Le Grand-Bornand. In 2018 reed Alaphilippe in z'n eentje omhoog, zonder dat iemand nog ooit in de buurt kwam. In de rit waarin Plateau des Glières debuteerde gebeurde feitelijk niets, zowel niet vooraan als in het peloton. Dat scenario gaat zich nu ook herhalen, want dit is een ordinaire floprit. Altijd nutteloze bonussprint ook op de top van deze klim van eerste categorie, zou het wat uitmaken?




De afdaling van de Colombière is ongeveer 12 kilometer lang en om heel eerlijk te zijn poepsimpel. De weg is breed, het asfalt is redelijk in orde en er zijn maar weinig lastige bochten. In 2009 konden de Schleckjes hier gewoon op kop rijden en ze vlogen niet eens over de vangrail. In het begin van de afdaling komen de renners wel een paar haarspeldbochten tegen, maar dit zijn zulke brede bochten dat er bijna niets mis kan gaan. Vervolgens gaat het een tijdje over een rechte weg verder, met tijdelijk alleen wat flauwe bochten. Als men Le Grand-Bornand in de verte ziet liggen krijgen we wel weer te maken met drie echte bochten, waarvan eigenlijk alleen de eerste een beetje lastig in te schatten kan zijn. Na de derde bocht rijden we weer door de bewoonde wereld, een buitenwijk van Le Grand-Bornand. Hier vlakt de afdaling af en gaat het in licht dalende lijn verder tot op zes kilometer van de streep. Op dat punt komen we dan nog wel vier haarspeldbochten tegen, maar die zijn zo breed en lang dat zelfs Wilco Kelderman dit bij wijze van spreken zou kunnen overleven. Het gaat daarna een kilometer rechtdoor, waarna er op iets minder dan vijf kilometer kilometer van de streep nog twee van zulke eenvoudige haarspeldbochten volgen. Het gaat dan weer een kilometertje goed en wel rechtdoor, richting de volgende haarspeldbocht. We rijden na die bocht het centrum van Le Grand-Bornand binnen en daar ligt op iets minder dan drie kilometer van een verraderlijke bocht naar rechts. Andy Schleck vloog hier in 2009 bijna uit de bocht, maar goed, dat is wel Andy Schleck natuurlijk. Daarna gaat het een kilometer rechtdoor, met alleen nog een rotonde onderweg. Het is inmiddels vlak geworden. Op anderhalve kilometer van de streep wacht er een bocht naar links op de renners, waarna de weg zelfs nog licht omhoog begint te lopen. Het gaat dan redelijk rechtdoor richting de finish, alleen op 500 meter van het eind ligt er nog een rotonde waar de renners schuin naar rechts moeten. Het blijft vals plat omhoog lopen tot aan de finish. Exact dezelfde finale als in 2018, tot op de meter gelijk denk ik. Wel makkelijk. Volgens mij waren er toen ook geen valpartijen, dus is de omschrijving poepsimpel wel op z'n plaats. Al kan die hellende strook aan het eind nog wel voor wat tumult zorgen, daarover later meer.



Le Grand-Bornand is een skiresort waar 25.000 toeristen kunnen verblijven. Ieder jaar komen er blijkbaar weer een miljoen mensen naar dit dorpje waar normaal slechts 2200 mensen wonen. Daarmee staat het op de lijst van Franse skiresorts op de 17e plaats. Valt me een beetje tegen, want als je kijkt naar de frequentie van de bezoeken van de Tour aan Le Grand-Bornand zou je verwachten dat het resort op z'n minst in de top 10 staat. Er is geld genoeg in ieder geval, zelfs na/tijdens corona. Genoeg piste ook, 90 kilometer aan downhillpiste en 75 kilometer voor cross-country. In de afgelopen 20 jaar is er twee keer een rit van start gegaan in Le Grand-Bornand en vijf keer kwam er een rit aan. Dit wordt de zesde keer sinds 1999. In het verleden won in 2004 ene L. Armstrong in de straten van dit dorpje. In 2007 beleefde Linus Gerdemann hier zoals eerder gememoreerd zijn mooiste dag. In 2013 soleerde Rui Costa hier dan weer naar de zege. En in 2009 ging de overwinning naar Frank Schleck, die de rit cadeau kreeg van Alberto Contador en broertje Andy. De mannen kregen het niet voor elkaar om onderlinge verschillen te creëren op de Romme en de Colombière, dus reed men samen naar Le Grand-Bornand. Contador reed al in het geel en zag de familie Schleck het meeste werk voor hun rekening nemen op de klimmetjes, dus was hij zo schappelijk om de zege weg te geven. Van de gebroeders Schleck was Frank de minste, dus kreeg hij als als een soort van troostprijs de rit. Prima troostprijs wel, om eerlijk te zijn. Pas twee minuten later kwam de nummer 4 over de streep, ene V. Nibali. Met in zijn wiel een zekere L. Armstrong. Die keerde vijf jaar na dato weer terug, maar de beentjes werkten toch net even wat minder goed mee. Wat ik verder nog kan vertellen over Le Grand-Bornand is dat het een populaire bestemming voor bekende wintersporters is. Het is bijvoorbeeld het trainingsgebied van Tessa Worley, die kan wel aardig skiën dacht ik. Ook nog wat andere skiërs komen hier vandaan, maar die ken ik allemaal niet. Is geen sport. Zelfs niet in een Olympisch jaar. Enfin, in 2018 kwamen we hier dus voor het laatst langs, en toen won Julian Alaphilippe vanuit de vlucht. ONZE Gesink, Izagirre, Gaudu, Taaramae, allemaal op een hoop gereden. Net als Greg Avermaet, maar die wist in de gele trui zijn voorsprong uit te bouwen door in de aanval te gaan. Dat was wel lollig, helaas is Greg daarna weer zijn saaie zelf geworden. In het peloton gebeurde geen reet verder, 16 mannen in dezelfde tijd ofzo. Vandaar dat ik nogal sceptisch ben over deze rit, het is geen sinecure om hier de boel overhoop te gooien. Al zullen de renners nu misschien meer motivatie hebben omdat er überhaupt weinig kansen zijn, als je het nu niet doet kun je het net zo goed nooit doen. Lekker gewerkt, Gouvenou. Ondanks de flauwe rit in 2018 gebeurde er op diezelfde dag toch iets memorabels. La Course werd verreden, dus mochten de meisjes ook aan de bak. Anna van der Breggen leek lang op weg naar de zege, maar werd na een eindeloze, ein-de-lo-ze, achtervolging op het allerlaatste moment nog ingehaald door Annemiek van Vleuten.



In 2018 waren we overigens getuige van de eerste ritzege van Alaphilippe in de Tour, op zich geen onbelangrijk detail. De ban was gebroken en er zouden nog flink wat ritzeges volgen. Ook deze Tour heeft hij alweer een ritzege te pakken, vaste prik tegenwoordig. Of hij vandaag opnieuw gaat kunnen winnen is nog maar de vraag. Het wordt in ieder geval een regenachtige dag, wat over het algemeen niet helemaal zijn ding is. Hoewel het niet koud zal zijn, dat kan dan weer schelen. In Oyonnax spreken we 's middags over 21 graden, met vanaf 13:00 kans op regen. In Cluses, aan de voet van de Romme, ook behoorlijk veel kans op regen in de middag. Ja, de kans dat we met een natte etappe geconfronteerd gaan worden lijkt mij redelijk groot. Veel kans op regen en zelfs kans op onweer, dit wordt om een andere reden weer een dag van jewelste. Weinig wind, dat is dan weer de meevaller van de dag. Ook in Le Grand-Bornand, waar het een graad of 19 zal zijn, dikke kans op plensbuien richting het eind van de middag. Natte afdalinkjes, lachen! De wind komt steeds uit een andere richting, maar zal nooit sterk genoeg zijn om verschil te maken. Omdat het een korte rit is beginnen de renners pas later, om 13:10. Uitslapen na een zware dag, dat lijkt me wel een verdiende beloning. Vijf minuten later begint de rit meteen met een klim, dus van rustig opwarmen is geen sprake. Dat wordt weer met z'n allen op de rollen voor de rit, toch nog vroeger aan de bak, arme jongens. De NOS is er meteen om 13:10 bij, fantastisch. Sporza is er vanwege het onvermijdelijke en heilige nieuws pas om 13:30 bij, onnozelaars! Dan zijn ze al boven op dat eerste klimmetje joh, lamlullen. Daarom slingeren we de PLAYER aan, want die is er uiteraard ook meteen bij. Eurosport 2 ook, volledigheidshalve. De rit zou ergens tussen 17:06 en 17:32 moeten eindigen, tenzij ze weer als een stel dolle stieren gaan koersen. Het schema houdt niet overal rekening mee.



Ik zat al helemaal klaar in de starthouding om deze rit volledig af te branden en een heerlijk pessimistisch stukje te schrijven, maar na de rit van gisteren moet ik daar misschien toch op terug gaan komen. Na die slopende rit van 250 kilometer, met koers vanaf de allereerste kilometer, gaan de renners last hebben van zware benen. Ze hebben ook veel geleerd, over de zwakte van de ploeg van Pogacar bijvoorbeeld. Als je iets wil proberen, kun je het eigenlijk net zo goed nu meteen doen. Het gaat aan het begin van de rit meteen een aantal kilometer stevig omhoog, daar kan direct een sterke kopgroep ontstaan. Bepaalde ploegen zouden er goed aan doen meteen een mannetje mee te sturen. Een Porte voor Ineos, bijvoorbeeld. Van Aert moet het eigenlijk ook weer meteen proberen, al zal dat geen sinecure zijn na gisteren. Alaphilippe, waarom niet? Laat UAE en Pogacar maar zweten. Als die kopgroep eenmaal is ontstaan is het vooral de vraag wie er zal gaan rijden in het peloton. Total Energies, hebben we gisteren gezien. Maar die kunnen er geen reet van, dus dan is de kopgroep gevlogen. UAE is niet in staat om te controleren, andere ploegen hebben er waarschijnlijk weinig reden toe. Dus zou de kopgroep het best wel weer eens kunnen halen tot het einde, afhankelijk natuurlijk van de samenstelling van de kopgroep. Mijn trauma als het over Le Grand-Bornand gaat is gebaseerd op de rit in 2018, toen er werkelijk niets gebeurde. Daar was ik nu ook bang voor, maar na gisteren mogen we weer dromen. Dromen van een sterke kopgroep, dat zou toch wel weer schitterend zijn. Eigenlijk is de combinatie van een lange rit en daarna een korte explosieve rit perfect, het nadeel zit hem er nu vooral in dat we hierna nóg een bergrit krijgen. Maar goed, deze Tour verrast - op de valpartijen na - in positieve zin, dus met een beetje mazzel worden we vandaag ook weer op een topshow getrakteerd. De dynamiek van de koers is toch wel veranderd door de vroegtijdige dominantie van Pogacar en het wegvallen van enkele favorieten. Daardoor gaat er anders gekoerst moeten worden, willen bepaalde renners nog voor de zege gaan. Voor ons als kijkers alleen maar goed, vooral ook goed dat UAE wat kwetsbaarheden heeft laten zien. Desondanks zie ik wel vooral de kopgroep voor de zege gaan, met wellicht in de finale weer wat aanvallen in de groep der favorieten, als de ploeg van Pogacar is uitgepierd. Carapaz nog een keer, dat zie ik eigenlijk gewoon wel gebeuren. Al gaat het hier lastig worden om Pogacar echt in de problemen te brengen, lijkt me welhaast onmogelijk. De strijd om het geel wordt ook interessant. Alpecin kan zo'n rit niet echt controleren, op Meurisse na hebben ze weinig klimmende types meegenomen. En Meurisse moest gisteren ook al aan de bak. De kans dat het geel van schouders gaat veranderen is vrij groot. Ook omdat we toch mogen verwachten dat Mathieu gaat lossen op de Romme of de Colombière. De kans dat hij daar binnen de halve minuut van Van Aert kan blijven lijkt me niet zo groot, tenzij er überhaupt niet wordt gekoerst. Kan ook nog altijd, als de kopgroep is gaan vliegen en iedereen het verder wel best vindt. De samenvatting is dat ik niet precies kan voorspellen wat er gaat gebeuren, maar dat een kopgroep me toch wel het meest waarschijnlijke scenario lijkt. Het blijft een matig ontworpen rit, die zeker in het middenrif een extra klim mist. Klimmetje aan het begin is leuk, had eventueel nog langer mogen zijn. Daarna is het heel lang helemaal niks, totdat we in de finale van de rit drie klimmen tegenkomen die behoorlijk goed aansluiten op elkaar. Maar in het verleden hebben we gezien dat daar niet per definitie iets hoeft te gebeuren. In 2009 was het koers, maar die rit was veel lastiger. In 2018 was de rit niet buitensporig lastig en dus gebeurde er niets. Dat we hierna nog een aankomst bergop voorgeschoteld krijgen zal ook meespelen, wellicht willen bepaalde renners daar op gaan wachten. Allemaal onduidelijke factoren, die ervoor zorgen dat ik voor een vlucht ga. De laatste aantekening is dat het weer ook nog een rol kan spelen. Dalen richting de finish in de regen, ik zou Porte toch maar niet in de aanval sturen. We bidden voor Woods, voor Lopez, etc. Pogacar houdt overigens van de regen, het is maar dat je het weet. Hopen op koers op dat eerste klimmetje, dan wordt het leuk. Anders, ja, minder. Het is wel een van de weinige bergritten met een klimmetje in het begin, als je de boel dus ooit overhoop wil gooien moet het eigenlijk nu gebeuren. Morgen kan eventueel ook nog. Daarna, ja, niet meer.
1. Bilbao. Dalen in de regen? Tijd om al mijn Baskische daalgoden op de stellen. De iedere koers rijdende Bilbao is stiekem best goed bezig tot nu toe, staat 22e op zeven minuten van Van der Poel. In de Giro vond ik 'm eerlijk gezegd tegenvallen, al deed hij in de laatste bergrit wel enorm goed werk voor Caruso. Op basis van die Giro had ik niets verwacht, maar als ie nu nog zo hoog staat kan ie ook weer niet slecht zijn. Het wordt tijd dat hij ook eens gaat profiteren van de Bahreinbonus, ik schiet er werkelijk niets mee op als figuren als Padun en Caruso met alle voordeeltjes gaan lopen. In de aanval, en zorgen voor een twee op een rij voor Bahrein, hup.
2. Izagirre. Nog een Baskische daalgod. Eentje die op de 103e plaats staat momenteel, moedergods. Het was vooraf wel duidelijk dat Astana voor ritten zou gaan, al staan Fuglsang en Lutsenko nog steeds hoog in het klassement. Izagirre heeft de boodschap wel begrepen, al lag dat ook aan de chaotische openingsritten. Laten we hopen dat hij niet teveel last ondervindt van alles wat hij toen heeft meegemaakt en dat hij dus in de aanval kan gaan. Winnen zal hij niet doen, want de regel is dat Izagirre om de vier jaar een rit wint in een grote ronde. Vorig jaar won hij in de Vuelta, dus moeten we tot 2024 wachten op een nieuwe ritzege. Maar hey, een tweede plaats is ook leuk.
3. Quintana. De capibara gaf aan niet voor het klassement te gaan. Nou, dat bleek gisteren. Heel vroeg laten lopen en als 135e binnengekomen op meer dan 18 minuten. In de bus, warmpjes tussen Nic Dlamini en Tim Merlier. Zijn slechtste resultaat ooit in de Tour, zo'n beetje. Maar, met een reden dus. De hoogvorm is er dit jaar niet, dus was het zinloos om voor een klassement te gaan. In plaats daarvan zou hij enkele ritten gaan uitzoeken. Waarom dan niet meteen deze? Gisteren in ieder geval krachten gespaard, dus kan hij er vandaag vol goede moed tegenaan. Al denk ik niet dat het een groot succes wordt, want dit is niet zijn jaar. Ook niet zijn ploeg, de interne struggles nemen alweer de overhand. Zou ondertussen ook best wel eens aan Quintana zelf kunnen liggen, altijd wat met deze man.
4. Woods. Deze aankomst ligt hem totaal niet, die verliest alleen al in de afdaling 10 minuten. En gisteren bakte hij er niets van, hoewel het ook zo kan zijn dat hij gewoon liet lopen. Geen idee, eigenlijk. Een korte blik op zijn instagram leert me dat hij vooral reclame aan het maken is voor de tape van Spidertech, waardoor zijn herstel veel sneller verloopt dan verwacht. Tijd om dat te laten zien, lullo. Het scenario is dat hij met de eersten over de top komt en daarna de aansluiting verliest in de afdaling, maar alsnog redelijk vooraan weet te eindigen.
5. Pogacar. De eerste van de groep der favorieten. Ik zou het ergens ook wel weer geestig vinden als hij gewoon op de Colombière iedereen naar huis fietst en zich vervolgens als een baksteen naar beneden gooit. Dat kan hij, slecht weer is zijn ding. Dan ben je ook meteen weer klaar met je theorieën over een zwakke ploeg en mogelijke kwetsbaarheden. Kan Matxin weer vrolijke tweetjes gaan versturen terwijl hij een dramatische ploeg heeft samengesteld, met toevallig een goede kopman. Of nouja, toevallig, gewoon het meeste geld geboden aan het grootste talent. Genieton.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200180679
Top voorbeschouwing weer. Mijn complimenten en leuk om te lezen over een gebied waar ik vroeger vaak in winter en zomer vaak op vakantie ben geweest.
Honey ! Take me drunk, i am home !
pi_200180878
AlpenGenot. Hup koers
  zaterdag 3 juli 2021 @ 07:35:23 #4
102912 crv
Screwed up
pi_200180880
als het inderdaad nat word dan kunnen de medisch specialisten in de tour mogelijk weer een druk dagje verwachten
bijna een polletje waard
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200180902
De Denen hebben het parcours en de weersverwachting niet bekeken. Die hebben Porte als favoriet
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_200180911
Als ik het zo bekijk is de combi Romme-Colombiere eigenlijk best wel leuk, zeker voor de Alpen. Flink steil, afdaling naar Grand Bornand ook niet te lang. Ik ga voor epische koers.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 08:29:05 #7
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200181044
Als Pogacar verstandig is, dan knijpt hij vandaag z’n concurrentie definitief dood. Met z’n zwakke ploeg kan hij het beste een buffertje opbouwen. Op die manier zijn aanvallen van Kruijswijk, Porte en Alaphilippe volgende week gelijk een stuk minder gevaarlijk.
pi_200181123
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 08:29 schreef Van_Poppel het volgende:
....aanvallen van Kruijswijk....
Gelachen.

Goede post wel verder.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 09:09:07 #9
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200181272
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 08:44 schreef Bugno3 het volgende:

[..]

Gelachen.

Goede post wel verder.
Het is vooral hopen (tegen beter weten in) dat we de Kruijswijk van 2018 weer krijgen te zien. Die aanval in de etappe naar Alpe d'Huez was indrukwekkend.

Das war einmal. ;(
  zaterdag 3 juli 2021 @ 09:32:32 #10
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200181460
In de Pyreneeën wordt vandaag ook gekoerst! EFC Vulsteke-fenomeen Toon Clynhens, de opvolger van Vansevenant, over de Aubisque, de plek waar Vansevenant huishield en met bijna vijf minuten voorsprong won.
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 09:49:01 #11
40566 Ericr
Livewrong
pi_200181639
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 08:29 schreef Van_Poppel het volgende:
Als Pogacar verstandig is, dan knijpt hij vandaag z’n concurrentie definitief dood. Met z’n zwakke ploeg kan hij het beste een buffertje opbouwen. Op die manier zijn aanvallen van Kruijswijk, Porte en Alaphilippe volgende week gelijk een stuk minder gevaarlijk.
Grote kans dat UAE wordt uitgeknepen omdat niemand ze gaat helpen met controleren. JV gaat het in ieder geval niet doen en de Ineostrein is lang niet zo machtig als voorheen.

Hopelijk dit weekend weer vroege aanvallen. Chaos geeft mooie koers. Stuk beter dan de treintjes die iedereen oproken.
pi_200181643
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 09:09 schreef Van_Poppel het volgende:

[..]

Het is vooral hopen (tegen beter weten in) dat we de Kruijswijk van 2018 weer krijgen te zien. Die aanval in de etappe naar Alpe d'Huez was indrukwekkend.

Das war einmal. ;(
Kruijsswijk zie ik ook niet meer gebeuren maar met Roglic out lijkt er na Pog veel mogelijk voor het podium. Ik ben benieuwd hoe Djumbo dit aan gaat pakken. Vandaag zullen ze wel proberen Wout in het geel te krijgen maar wat is het grotere plan? Vingegaard bij Pog proberen te blijven en de rest semi-vroege aanvallen in de bergritten?

Uiteindelijk is de enige manier om Pog te slopen als hij op het vlakke zelf op kop moet gaan boren.
pi_200181820
Blijkbaar heeft het vaccin bij R_R als bijwerking nóg betere stukken te kunnen schrijven. Top!
  Moderator zaterdag 3 juli 2021 @ 11:17:51 #14
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200182661
twitter
  zaterdag 3 juli 2021 @ 11:18:33 #15
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_200182671
Geef Wielco maar zijwieltjes dan
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 11:19:05 #16
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200182680
Immer domme Bauke Mollema staat nog kort in klassement zie ik. Waarom roept ie dan steeds dat hij voor ritzeges gaat. Zet je op een kwartier...
  zaterdag 3 juli 2021 @ 11:20:19 #17
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200182701
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:19 schreef Frozen-assassin het volgende:
Immer domme Bauke Mollema staat nog kort in klassement zie ik. Waarom roept ie dan steeds dat hij voor ritzeges gaat. Zet je op een kwartier...
Maar hij gaat niet per definitie voor ritzeges.
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 11:21:14 #18
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200182707
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:20 schreef Koffieplanter het volgende:

[..]

Maar hij gaat niet per definitie voor ritzeges.
Voor anonieme 9e plaats in AK. Nou fantastisch zeg
pi_200182810
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:21 schreef Frozen-assassin het volgende:

[..]

Voor anonieme 9e plaats in AK. Nou fantastisch zeg
We zullen het nooit, maar dan ook nooit vergeten inderdaad.

Nou is Mollema dit seizoen ook niet goed genoeg voor ritzeges lijkt het, dus dan maar aanklampen...
Jack does it in real time...
pi_200182928
Leuke voorbeschouwing, veel leesvoer.

Als wielerleek denk ik dat er wel een groepje zal wegrijden van een man of 10-15 en daarin zullen rijders zitten die totaal geen gevaar vormen voor die Sloveen.

Als ik de lijst met klimmers zie die al op een grote achterstand staan dan zijn het veel namen.
Het is dus puur gokken op rijders die in deze berg etappe in de top 3 zullen eindigen of winnen.

Uran, Hiquita, Chaves , Herrada en Da Costa.
pi_200182965
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:19 schreef Frozen-assassin het volgende:
Immer domme Bauke Mollema staat nog kort in klassement zie ik. Waarom roept ie dan steeds dat hij voor ritzeges gaat. Zet je op een kwartier...
Zelfs in de Giro faalde hij hopeloos in de jacht op een ritzege, terwijl dat hier nog wel een pak lastiger is. Top 10 eindklassement lijkt mij het meest realistische+hoogst haalbare doel. Of misschien bollen, dat zou ik wel grappig vinden.
pi_200182982
Weer zin in de rit vandaag, hopelijk ontstaat het groepje op dat eerste bergje en niet pas daarna met een stelletje nobuddies.
  zaterdag 3 juli 2021 @ 12:32:19 #23
102912 crv
Screwed up
pi_200183414
quote:
0s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:17 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Dat wordt een nieuwe aflevering van “blij dat ik glij”
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  zaterdag 3 juli 2021 @ 12:38:06 #24
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200183492
quote:
1s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:31 schreef DeeBee het volgende:

[..]

We zullen het nooit, maar dan ook nooit vergeten inderdaad.

Nou is Mollema dit seizoen ook niet goed genoeg voor ritzeges lijkt het, dus dan maar aanklampen...
Ik vind een top10 plaats niet minder dan een ritzege, die de afgelopen jaren toch vaak genoeg naar B-garnituur ging om niet meer echt in het oog te springen.
pi_200183657
quote:
1s.gif Op zaterdag 3 juli 2021 11:46 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:

[..]

Zelfs in de Giro faalde hij hopeloos in de jacht op een ritzege, terwijl dat hier nog wel een pak lastiger is. Top 10 eindklassement lijkt mij het meest realistische+hoogst haalbare doel. Of misschien bollen, dat zou ik wel grappig vinden.
Bollema? ^O^
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')