abonnement Unibet Coolblue
  Moderator vrijdag 2 juli 2021 @ 01:05:51 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200163551
Etappe 7: Vierzon - Le Creusot, 249,1 km

Wow, een volledig vlakke rit met een leuk begin. Merkwaardig, maar erg mooi meegenomen. Direct nadat Prudhomme klaar was met zwaaien zagen we een duo van AG2R en een duo van Lotto-Soudal in de aanval gaan. Dat was niet naar de zin van Alpecin-Fenix en Deceuninck-Quick Step, even later bleek waarom. Een nieuwe kopgroep vertrok, liefst acht renners sterk. Rickaert namens Alpecin, Asgreen namens Deceuninck, Kragh Andersen, Greg van Avermaet, Nils Politt, Thomas De Gendt, Toms Skujins en Georg Zimmermann, bijna alleen maar kleppers vooraan. Als die groep rond was gaan draaien had het peloton ze nooit meer gezien. En dat was eigenlijk ook wel het idee, want volgens Cavendish waren ze bij Deceuninck wel een beetje klaar met die andere ploegen. Een sprinter meenemen, maar nooit rijden. Een schande. Totdat ze ineens gedwongen werden om te rijden. Groupama-FDJ en Arkea-Samsic hadden de slag gemist en toen bleken ze toch ineens wat mannetjes op kop te kunnen zetten. Een razendsnelle achtervolging, 50 gemiddeld in het eerste uur. Toch werd het gat niet snel dichtgereden, dat lukte pas toen de kopgroep stopte met fatsoenlijk samenwerken. Rickaert mocht niet rijden omdat Asgreen een bedreiging vormde voor de gele trui van Van der Poel, Kragh Andersen mocht niet rijden omdat Bol moest gaan sprinten, Skujins had Pedersen (lol) nog achter de hand, ga zo maar door. Het boterde niet, dus viel de kopgroep uiteen. De achtervolgers konden uiteindelijk terugkeren, een leuke coup werd aldoende in de kiem gesmoord. Van Avermaet was het daar niet mee eens en besloot nog maar eens vol door te trekken, maar de rest geloofde het wel. Alleen Roger Kluge maakte nog de oversteek vanuit het peloton, waardoor ze de rest van de dag met z'n tweeën voor lul mochten rijden. Krek werd wel de meest strijdlustige renner van de dag, ook wat waard. Toch weer een paar knaken verdiend, je zou voor minder.

De rest van de dag gebeurde er niets, volgens mij. Heb niet meer gekeken tot aan de finale, haha. De Franse ploegen besloten niet meer mee te rijden, waardoor Alpecin en Deceuninck toch weer de boel moesten controleren. Plannetje mislukt, uiteindelijk. Of toch niet, want ze worden 1 en 2. De rest is niet nodig, blijkt maar weer. Al werd het weer heel krap, pas op 2,5 kilometer van het eind werden Van Avermaet en Kluge ingerekend. Guarnieri ging nog op z'n plaats, maar verder was het een ordentelijke sprint. Die sprint werd wel redelijk fascinerend, met een trein van Quick Step aan de linkerkant van de weg en een trein van Alpecin onder aanvoering van Mathieu aan de rechterkant van de weg. Rickaert reed vervolgens naar de jongens van Quick Step toe en nam de bovenhand, waarna Merlier weer de sprint mocht aantrekken voor Philipsen. Een bizarre beslissing, maar de schuchtere Merlier laat zich blijkbaar piepelen door de zichzelf overschattende Philipsen. Ploegleidinkje mag ondertussen ook wel eens gaan ingrijpen, want Merlier is zeker als het een vlakke sprint is gewoon sneller dan Philipsen. De enige die ervoor kan zorgen dat Cavendish het record van Merckx niet uit de boeken gaat fietsen. Want ja, Cavendish won weer. Drie op een rij in Châteauroux, een bizarre statistiek. De vierde keer dat hier een M.C. wint, net zo bizar. Hij koos het wiel van Philipsen, ging rechts voorbij waar Philipsen links voorbij Merlier ging. Sneed daarna naar links, waar hij Merlier en Philipsen toch wel enigszins in de weg reed. Niet genoeg voor een deklassering, maar idealiter was hij toch wel gewoon netjes rechtdoor gesprint. Enfin, de voorsprong aan de finish was duidelijk. Als ze Cavendish in een goede positie afzetten heeft de rest een groot probleem. Bouhanni derde, zijn beste Tour ooit. De rest, tja, niet op de foto. Wout kwam er ook niet aan te pas, het is wachten op een lastigere aankomst. Mathieu van der Poel behoudt zijn gele trui, hij mag vandaag gaan beginnen aan zijn vijfde dag in het geel. Ook een vrij bizarre statistiek. We vinden het allemaal maar normaal, terwijl het toch echt wel bijzonder is. Dus, dat knopen we nog even in onze oren en dan gaan we snel verder met de langste rit van deze Tour. Een kleine 250 kilometer, alsjeblieft. Dankzij de heuvels aan het eind wordt deze rit al een kleine klassieker genoemd, valt wat voor te zeggen.




De langste rit van deze Tour gaat van start in Vierzon, een stad en gemeente in het Franse departement Cher, regio Centre-Val de Loire. In Vierzon, waar de Tour nog nooit eerder was, wonen 27.000 mensen. We hebben te maken met een debutant in de Tour, maar de stad kent toch enige geschiedenis in de koers. Zo kwam Parijs-Nice hier al een paar keer voorbij, voor het laatst in 2018. Toen won Dylan Groenewegen in een sprint voor Viviani en Greipel. Vierzon beschikt over een wielerclub, de Club Cycliste Vierzonnais. Deze club heeft twee bekende leden, William Bonnet en Marc Sarreau. Bonnet is een veteraan die al jaren rijdt voor FDJ, de afgelopen jaren was hij ook met enige regelmaat van de partij in de Tour. Dit jaar ontbreekt hij, wat voor hem niet meteen heel pijnlijk hoeft te zijn aangezien hij niet uit Vierzon zelf komt maar uit een dorp in de omgeving. Voor Marc Sarreau is het een pijnlijkere zaak, want hij komt daadwerkelijk uit Vierzon. Sarreau reed ook jarenlang voor FDJ, maar maakte afgelopen winter de overstap naar AG2R. Namens deze ploeg mag hij de Vuelta rijden, van de Tour is helaas voor hem geen sprake. Vierzon ligt in het hart van Frankrijk en is een stad met een rijk industrieel verleden. Het vlaggenschip van de textiel-, porselein- en landbouwmachine-industrie in de 19e en 20e eeuw, volgens bepaalde bronnen. In de oude wijk aan de westzijde van de stad kun je wandelen langs spookachtige ijzeren constructies en fabrieken die ooit het hart vormden van de regionale economie. In een van die oude fabrieken, zit tegenwoordig het Musée de Vierzon. In het museum vinden we een rijke collectie porselein, glas, aardewerk, kleding en landbouwmachines. Het heeft ook een belangrijke collectie met betrekking tot de geschiedenis van de spoorwegen in Frankrijk en in Vierzon. Aan de overkant staat de voormalige fabriek van de Société Française B3, waar men momenteel aan het verbouwen is. Er zit al een bowlingbaan in, maar blijkbaar komen er allerlei culturele en educatieve zaakjes in deze voormalige fabriek gebouwd in de steil van Eiffel. Vierzon probeert zich aan te passen, de oude industrie is verdwenen en er komt wat cultuur voor terug. Of een bedrijf als LEDGER, daar zijn ze volgens de Toursite heel trots op. Doen iets met crypto, kutbedrijf dus. In deze omgeving kom je blijkbaar ook een aantal exquise restaurants tegen, beetje crêpes kanen enzo. Vanaf het museum kun je je in zuidoostelijke richting door de drukke straten begeven, naar de publieke tuinen van Lucien Beaufrère, die in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw rond het centrale plein zijn aangelegd. In zandsteen uitgehouwen motieven tonen de plaatselijke ambachten van het gebied. Er is een gedenkteken voor soldaten uit de regio. Hier kun je even genieten van het schouwspel van de charmante rivier de Yèvre, waaroverheen dikke, dichte bomen groeien, of naar het noorden gaan om het sierlijke stadhuis te bezichtigen. Pfoe, wel een aanrader dus. Voorts ligt Vierzon aan het Canal de Berry, een van de smalste en langste kanalen van Frankrijk. Tegenwoordig is dit kanaal niet meer zo rullevant voor de scheepvaart, het is eerder een toeristische attractie geworden. Omgedoopt tot het Canal à Vélo, je kunt hier door de natuur fietsen tussen Tours en Montluçon. Uiteraard beschikt Vierzon ook over een kerk, maar het lokale belfort is leuker. Voor de liefhebber is er ook nog een nummer van Jacques Brel, waarin Vierzon wordt bezongen. Of nouja, het wordt genoemd, naast een aantal andere steden. Maakt niet uit, in Vierzon zijn ze er dik mee.




De langste rit sinds een jaar of 20 gaat van start op een vrij treurige locatie, ergens in de buurt van een parkeerplaats aan de rand van Vierzon. Tijdens de neutralisatie rijden we een rondje door deze stad, we fietsen onder meer een paar keer over het Canal de Berry. Ook fietsen we bijna langs het museum van Vierzon, maar net niet helemaal. Buiten de stad, net voorbij het lokale industrieterrein, is de neutralisatie afgelopen en begint de koers echt. In de eerste kilometers van de rit gaat het behoorlijk rechtdoor, over een weg die behoorlijk vlak is. We rijden door wat bebouwde kernen, waar af en toe wat drempels en versmallinkjes liggen. Na drie kilometer volgt er een rotonde in Foëcy, waar het naar links gaat. Hierna gaat het een kilometer of zes vooral rechtdoor, over een weg die tussen de dorpjes in een stuk breder is. Wat open terrein ook tussen de bebouwing door, de weergoden worden iedere dag aangesproken. Na negen kilometer komt het peloton uit in Mehun-sur-Yèvre, waar de renners een stuk of zes bochten gaan tegenkomen. Enigszins technische passage daardoor, ook omdat de weg in het dorp wat smaller wordt en er wat paaltjes staan. Na de laatste bocht in dit dorp gaat het heel wat kilometers vooral rechtdoor richting Bourges. Niet dat het daardoor automatisch makkelijk is, want de weg kent in het begin bijvoorbeeld twee vrij lompe versmallingen. Voer voor valpartijen, zou ik zeggen. Daarna is het een paar kilometer wat makkelijker, terwijl we door de open velden rijden. Beetje op en af, het begint wat glooiender te worden ofschoon het niets voorstelt in vergelijking met het werk dat we aan het eind van de rit gaan tegenkomen. Eigenlijk gaat het een kilometer of 15 rechtdoor naar Bourges, maar tussendoor rijdt men wel door Berry-Bouy, waar weer wat wegversmallingen en vluchtheuvels en dingen te vinden zijn. Even verderop komen we een rotonde tegen, vervolgens gaat het rechtdoor verder over een brede weg richting Bourges. Even verderop komen we nog eens twee rotondes tegen, bij de tweede slaan we linksaf en rijden we rechtdoor naar de stad die je vooral zou kunnen kennen vanwege Parijs-Bourges. Dat is een kutkoers voor sprinters, in 2019 gewonnen door lokul hiero Marc Sarreau. De doortocht in Bourges, die na 26 kilometer volgt, is heerlijk bochtig. Stuk of tien bochten, paar rotondes erbij. Wat oplopende wegen, terwijl we ook even langs de stadsmuur fietsen. De weg wordt een paar keer gesplitst, als de vlucht van de dag tegen deze tijd nog niet vertrokken is wordt dit wel weer problematisch. Dacht dat men dit soort passages wilde vermijden, maar afijn. Bourges is overigens de hoofdstad van het departement Cher, men zal ongetwijfeld wat geld hebben betaald voor deze passage. Het is de stad van Franck Pineau, een van de ploegleiders van Groupama-FDJ. Ook de stad van Lodewijk XI, kun je wat mee. Net buiten Bourges ligt Saint-Doulchard, dat is dan weer de geboortegrond van de eerder vernoemde William Bonnet. Ook Romain Combaud is van daar, die rijdt dit jaar voor Team DSM omdat hij de beste vriend is van Romain Bardet. Stukje nepotisme. Goed, in Bourges zijn de bezienswaardigheden de kathedraal van Bourges met unieke glasramen, en het paleis van Jacques Coeur. Johan van Oldenbarnevelt studeerde ooit aan de lokale universiteit, jawadde. De kathedraal van Bourges staat zelfs op de werelderfgoedlijst van UNESCO, het is het pronkstuk van het Aartsbisdom Bourges.



Na de doortocht in Bourges komen we buiten de stad op een brede weg terecht, die wel flink wat rotondes kent. Industrieterreintje, fraai is anders. Voorbij het industrieterrein gaat het behoorlijk lang volledig rechtdoor, toch al snel een kilometer of 15. Onderweg rijden de renners door Saint-Germain-du-Puy, waar weer wat vluchtheuveltjes liggen. Een rotonde ook, maar verder gaat het totaal rechtdoor. In een omgeving die behoorlijk leeg is, de wind heeft hier vrij spel zodra de dorpjes uit beeld verdwijnen. Aan het eind van de lange weg rechtdoor slaan de renners schuin rechtsaf, daarna rijden ze over een iets smallere weg verder richting Villabon. Kilometertje of vijf zo goed als rechtdoor, waarna we weer wat verkeersmeubilair tegenkomen in dit dorpje. Buiten dit dorp gaat het weer vijf kilometer rechtdoor verder richting Baugy, langs de akkers. Eenmaal in Baugy komt het peloton een aantal bochten tegen, buiten dit dorp rijden we vervolgens wederom een kilometer of vijf rechtdoor over een vrij vlakke weg langs de akkers. De weg leidt naar Villequiers, een uitgestorven dorpjes waar de meeste luikjes gesloten zijn. In dit dorp wordt de weg weer heerlijk bochtig, buiten het dorp blijft dat ook nog even zo. Het gaat wat op en af in een bos, eenmaal buiten dit bos wordt de weg weer recht en vrij vlak. Een stuk van een kilometer of zeven rechtdoor richting Mornay-Berry, weer vooral langs talloze akkers. Een stuk van de rit om door te spoelen, met bijna 70 kilometer achter de kiezen mogen we verwachten dat de vlucht van de dag ondertussen wel een keer vertrokken is. Al is dit wel zo'n dag dat iedereen in de aanval wil gaan, dus misschien ook wel niet. Kleine chicane in Mornay-Berry, daarna gaat het weer vrolijk rechtdoor verder tot in Menetou-Couture, wat voor een klein en onbeduidend dorp wel is gezegend met een beklijvende naam. Sowieso veel onbeduidende en verlaten dorpjes hier, Midden-Frankrijk is niet bepaald de regio waar wat te neuken valt. Redelijk pover asfalt zo nu en dan ook, hoewel het buiten Menetou-Couture beter wordt. Buiten dit dorpje, waar wat bochten lagen, gaan we rechtdoor verder naar Jouet-sur-l'Aubois. Ditmaal door een bos, voor de variatie. Wat subtiele hoogteverschilletjes hier, en we rijden over het spoor. De doortocht in het centrum van Jouet-sur-l'Aubois wordt vervolgens vrij bochtig, waarna we buiten dit dorp weer dwars door een bos naar de volgende nederzetting fietsen. Cours-les-Barres, dat kent u niet. Fietsen we daarom maar snel doorheen, waarbij we wel weer wat obstakels moeten zien te ontwijken. Bocht naar links in het centrumpje van dit dorp, waarna we min of meer rechtdoor naar de Loire fietsen. Vlak voor we via een opvallende brug over deze rivier fietsen komen we nog een rotonde tegen, waar het naar links gaat. Eenmaal op de brug verlaten we het departement Cher en betreden we Nièvre, alwaar we meteen twee steden gaan tegenkomen die onze aandacht verdienen.



Direct aan de andere kant van het water ligt Fourchambault, het peloton heeft 87 kilometer afgewerkt op het moment dat ze door dit stadje rijden. Fourchambault is de thuisbasis van een heuse wielerdynastie. De familie Martinez is van hier. Wie? De familie Martinez. Te beginnen met Mariano Martinez, nochtans geboren in het Spaanse Burgos. Hij kwam terecht in Frankrijk, alwaar hij profwielrenner zou worden. Een behoorlijke coureur, die in 1978 zijn hoogtepunt beleefde. Een tiende plaats in de Tour van dat jaar, met op de koop toe een ritzege en de bolletjestrui. Tegen die tijd had Mariano Martinez al een zoon gekregen, met de naam Miguel. Miguel Martinez zou later ook wielrenner worden, en mountainbiker, en veldrijder. In 2000 beleefde Miguel Martinez zijn grootste succes, hij wist in dat jaar zowel wereld- als olympisch kampioen te worden op de mountainbike. Op de weg boekte hij minder successen, maar hij reed wel voor grote ploegen als Mapei en Phonak. Opvallen deed Miguel Martinez bovendien door in 2020 terug te keren in het peloton. Op 44-jarige leeftijd besloot hij de fiets weer van stal te halen, hij kon terecht bij het altijd fantastische Amore & Vita. Reed toch maar mooi drie koersen, twee keer DNF en een 93e plaats op het Franse kampioenschap. Nu was 2020 ook niet het beste jaar voor zo'n terugkeer, maar hij trok desondanks zijn conclusies. Geen 45-jarige Martinez in het peloton dit jaar. Wel een 17-jarige Martinez in het peloton. Lenny Martinez werd recent derde in de Classique des Alpes, een van de belangrijkste koersen voor de junioren. Hij is de zoon van Miguel Martinez en staat bekend als een groot klimtalent. Is al opgepikt door de beloften van Groupama-FDJ, voor die ploeg zal hij de komende twee jaar actief zijn. Er is wel nog wat werk aan de winkel, want in de Classique des Alpes eindigde hij een minuut of zes achter Cian Uijtdebroeks. En dan is er ook nog Yannick Martinez, de jongere broer van Miguel. Yannick was ooit een paar jaar prof bij Europcar en stond bekend als een snelle renner, maar zijn carrière kwam toch niet helemaal van de grond. Er was ook een Martin Martinez, een broer van Mariano. Hij overleed in 2012 in Nevers, de volgende stad die vereerd gaat worden met een bezoekje. Ook de stad van de foto hierboven, mooi gelegen aan de Loire. Op een paar rotondes in en rond Fourchambault na is het voorlopig vrij makkelijk fietsen. Als we na 92 kilometer uitkomen in Nevers wordt het een stuk bochtiger, de passage door deze stad mogen we weer technisch noemen. Flink wat bochten, paar rotondes, verkeersmeubilair, wat hoogteverschillen. Als men ondertussen rustig is gaan rijden zal het een leuke passage worden voor Julien Bernard, want hij is van Nevers. Namens Trek-Segafredo aanwezig in deze Tour, we hebben de régional de l'étape gevonden. Ofschoon hij tegenwoordig in Dijon schijnt te wonen, toch een stuk verderop. De zoon van Jean-François Bernard, die kon wel een aardig eindje fietsen. Nevers heeft sowieso wel wat met de koers, Parijs-Nice kwam hier al een keer of 30 voorbij. Gertje Steegmans won hier bijvoorbeeld in 2008, hoe zou het nu met Gert gaan? Enfin, eenmaal buiten het vrij fraaie Nevers wordt de tocht weer wat simpeler. Vooral veel kilometers rechtdoor over een brede weg, grotendeels door een bos. Een keer een rotonde onderweg, af en toe loopt het even een paar meter omhoog, maar eigenlijk maken we in de komende 20 kilometer bijzonder weinig mee. Tot aan de tussensprint, die na 115 kilometer zal volgen in Saint-Benin-d'Azy, hoeven we derhalve niets te vermelden. Geen bruisende gemeenschap, dat Saint-Benin. Al hebben ze wel een chateau, maar goed, wie niet? In Nevers hebben ze er ook een, bijvoorbeeld. Het Palais ducal de Nevers, je zou voor meer.



Na de tussensprint in Saint-Benin-d'Azy komen de renners een rotonde tegen, voorlopig het laatste punt van veel aandacht. Ze gaan een kilometer of 40 dezelfde weg volgen richting Dommartin. Het terrein zal in deze kilometers wat glooiender gaan worden, we gaan in aanloop naar de finale alvast wat hoogtemeters verzamelen. De brede weg voert weer goeddeels door een bos, kent wat brede bochten maar loopt vooral rechtdoor. Voorbij de tussensprint gaat het in het bos een keer wat langer omhoog, maar een echte klim mogen we het nog niet noemen. Nadat het kort naar beneden is gegaan rijden we een tijd buiten het bos over een rechte weg richting Rouy, terwijl het vrij vlak is. Buiten Rouy is het weer even glooiend, maar dan gaat het weer een aantal kilometer rechtdoor over een vlakke weg richting Châtillon-en-Bazois. Best een leuk dorpje, met uiteraard een chateau. Wat verkeersmeubilair in het dorp, maar voorlopig blijft het toch makkelijk fietsen. Van Châtillon-en-Bazois gaat het praktisch rechtdoor ver naar Tamnay-en-Bazois, waarna de route wel iets meer bochtigheid gaat vertonen. Iets meer glooiing ook, het gaat een paar keer kort omhoog, terwijl we nog steeds dezelfde brede weg volgen. Afwisselend door het bos en langs wat akkers, al met al wel een lange en vrij saaie tocht. Na 153 kilometer komt het peloton uit in Dommartin, wat een mooie bijnaam voor Dan Martin zou kunnen zijn. Richting dit kleine dorpje gaat het wat langer vals plat omhoog, door een fraai bos. Voorbij Dommartin is het niet lang wachten meer op de eerste echte klim van de dag. In de laatste 100 kilometer van de rit komen we vijf gecategoriseerde beklimmingen tegen, de eerste komt er zo aan. Het loopt eerst nog een paar kilometer rechtdoor over een vrij vlakke weg. Op het moment dat het weer wat bochtiger wordt loopt de weg ineens omhoog. We gaan klimmen naar Château-Chinon, over een brede weg door het bos die men de originele naam Côte de Château-Chinon heeft gegeven. Een klimmetje van de derde categorie, het gaat iets meer dan drie kilometer aan iets meer dan 5% omhoog. Geen al te spannende klim. Er zit een stukje aan 7% tussen, en dat is het dan verder wel. Een paar bochten later fietsen we na 161,5 kilometer dwars door Château-Chinon, een dorpje dat op het eerste oog niet heel bijzonder is. Toch valt er nog wel wat te vertellen over dit dorp, want tussen 1959 en 1981 had men hier een bijzondere burgemeester. De latere president François Mitterand zwaaide hier meer dan 20 jaar lang met de scepter, verwacht je ook niet meteen. Mitterand kwam hier oorspronkelijk niet vandaan, maar raakte wel verknocht aan dit onooglijke plaatsje. Derhalve is het lokale hoogtepunt het Musée du Septennat, gevestigd in een voormalig klooster. Hier zijn allerlei geschenken verzameld die Mitterand tijdens zijn periode als president mocht ontvangen en die hij heeft geschonken aan de gemeenschap. De collectie bevat tapijten, meubels, vazen en objecten in goud en diamanten. Meerdere vertrekken zijn gewijd aan Afrikaanse geschenken, stukje kolonialisme. Ook decoraties, medailles en "sleutels van belangrijke steden" die hij tijdens zijn vele reizen heeft ontvangen zijn er te bewonderen. De naam van het museum Septennat staat voor de 7-jarige periode van het Franse presidentschap. Fantastique.




Na een rotonde aan het eind van Château-Chinon begint er een korte afdaling, die totaal niet lastig is. De renners rijden over een brede weg omlaag en pakken een paar ongevaarlijke bochten mee. Even verderop wordt het weer wat vlakker, niet veel later volgt er dan een bocht naar rechts. Na deze bocht rijdt men verder over een smallere weg, door een donker bos. De smalle weg is ook redelijk bochtig en begint vrij snel omhoog te lopen. De tweede klim van de dag laat ook niet lang op zich wachten, hoewel het stuk in stijgende lijn dat we nu bedwingen volgens de organisatie niet bij de klim hoort. De organisatie houdt het op een klim van 2,6 kilometer aan 4,2%, maar voordat dit officiële gedeelte van de klim begint moeten we eerst tien kilometer over de smalle weg door het bos rijden. In deze tien kilometer komen we 200 meter hoger uit, er komt dus al wat klimwerk aan te pas. Wel onregelmatig klimwerk, in feite gaat het vooral in het begin een keer een kilometer wat steiler omhoog, waarna het wat vals plat werk is richting de volgende kilometer die wat lastiger is. Daarna is het een paar kilometer zo goed als vlak, voor het weer wat vals plat omhoog gaat richting de voet van de Côte de Glux-en-Glenne. Een klimmetje van de vierde categorie, zoals eerder vermeld dus 2,6 kilometer lang aan 4,2% gemiddeld. We blijven fietsen door een donker bos over een smalle weg, die behoorlijk bochtig is. Onregelmatig dingetje, zoals deze hele episode over de smalle weg vrij onregelmatig is. Pas richting het eind van de klim wordt het iets lastiger, stukje aan 8% zelfs. Maar goed, niet heel boeiend verder. Na 178 kilometer bereiken we de top van dit klimmetje, daarna rijden we over een vrij vlakke maar nog steeds smalle weg verder naar Glux-en-Glenne, een klein dorpje waar een spuuglelijk hypermodern museum is te vinden. In dit museum vinden we alles over de geschiedenis van Bibracte, een plaats waar we al fietsend wat over gaan leren. Na een paar bochten in Glux-en-Glenne rijden we buiten het dorp over een veel bredere weg verder naar Bibracte, een plaats vol geschiedenis. Heel even loopt het zonder problemen naar beneden, onderweg naar Bibracte volgt er dan weer een kort klimmetje. Bibracte was de naam van een Gallische vestingstad (oppidum), gelegen op de Mont Beuvray in de Franse bergstreek Morvan. Die Mont Beuvray is een van de hoogste bergen van de Morvan, terwijl Bibracte dan weer de hoofdstad was van de Keltische stam met de naam Aedui. De hoofdstad van de Aedui of Haedui was een belangrijk politiek, industrieel en religieus centrum, dat bekend was voor zijn metaalnijverheid. Het speelde in 52 v.Chr. een belangrijke rol in de Gallische Oorlog. Julius Caesar is hier ook nog gepasseerd, blijkbaar. In de hoogtijdagen konden hier blijkbaar 10.000 mensen wonen, maar een paar eeuwen later werd de boel alweer achtergelaten. Er zijn nog wel wat historische restanten te vinden, mede dankzij Mitterand die vond dat men de boel hier een beetje moest opgraven.




Aan de voet van de berg en de oude nederzetting komen we een parkeerplaats en nog een hypermodern spuuglelijk museum tegen, terwijl we tevens het departement Nièvre verlaten en Saône-et-Loire betreden. In dit nieuwe departement zou het volgens het profiel van de organisatie een aantal kilometer naar beneden moeten lopen richting Saint-Léger-sous-Beuvray, maar dat valt in de praktijk wel mee. Een brede maar bochtige weg kronkelt door het bos, het gaat een beetje op en af zonder dat er sprake is van een echte afdaling. Saint-Léger-sous-Beuvray bereiken we na 188 kilometer, op 60 kilometer van de finish. Het is het dorp van Ernest Goujon, die in 1909 53e werd in de Tour. In dit kleine dorpje is daarna niet veel meer gebeurd. De renners maken er ook niet veel mee, het centrumpje is niet eens voorzien van boobytraps. Buiten het dorp fietsen we een kilometer of 20 over dezelfde weg richting Autun. Nou, niet helemaal dezelfde weg, we slaan een keer schuin rechtsaf, maar het komt allemaal wel op hetzelfde neer. Grotendeels vlak, afwisselend door bossen en langs eindeloze akkers. Tussendoor wel een keer een kort klimmetje, zelfs voorzien van twee haarspeldbochten. Stelt desondanks niets voor, het is vrij eenvoudig fietsen richting Autun. Wel is het asfalt vrij matig, maar voorbij Monthelon komen we uiteindelijk op een nog bredere en vooral betere weg terecht die ons naar Autun brengt. Hoewel ik in een lokaal sufferdje wel heb gevonden dat men van plan is om de weg op sommige plaatsen nog wat op te lappen, dat zou dan weer schelen. Hoe dan ook, Autun vereren we na 206 kilometer met een bezoekje. Deze stad werd in de eerste eeuw v.Chr. gesticht door het Gallische volk van de Haedui en werd hun hoofdstad in opvolging van Bibracte. Na de Romeinse verovering werd de stad Augustodunum genoemd naar de Romeinse princeps Augustus. Hij wilde in Gallië een stad stichten die de macht van Rome zou uitdrukken. Daarom kreeg Autun enkele indrukwekkende gebouwen. Van sommige zijn nog de overblijfselen te zien, zoals van de tempel van Janus en een theater. De Haedui komen wel vaak aan bod vandaag zeg, jemig. Het opvallendste gebouw in de stad is de kathedraal Saint-Lazare, waarvan de bouw begon in de 12e eeuw. Tevens werd in de omgeving van Autun werd in 1852 het radioactief mineraal autuniet ontdekt. Boh boh. In 2007 kwam de Tour hier nog eens aan, Filippo Pozzato won toen. En wat heeft Pozzato nu weer bereikt? Nou, een ritzege dus. Autun is ook de woonplaats van Josiane Bost, zij werd wereldkampioen op de weg in 1977, in Venezuela of all places. De passage in het centrum van Autun is vrij bochtig, al wordt het buiten het centrum nog bochtiger. Aan de rand van de stad rijden we een tijdje langs de stadsmuur. Het gaat hier kort naar beneden, met een paar scherpe bochtjes onderweg. Even later slaat men rechtsaf, waarna de weg wat smaller wordt. Hierna volgt een bocht naar links en dan gaan we beginnen aan de derde gecategoriseerde klim van de dag. De weg loopt direct omhoog, en dat zal de komende 4,6 kilometer zo blijven. De Côte de la Croix de la Libération is begonnen, de klim van derde categorie kent een gemiddeld stijgingspercentage van 5,3%. Het is een klim die enorm steil begint, in de eerste kilometer van de klim gaat het aan 9% gemiddeld omhoog. Een stuk aan 8%, gevolgd door een halve kilometer aan 10%. Rechtdoor omhoog zo'n beetje, geestig. We rijden door Couhard, waar aan de rand van het dorp de Pyramide de Couhard staat. Een oude kasteelruïne, in de vorm van een pyramide, met een beetje fantasie. In Couhard nemen de renners een stevige terugdraaiende bocht naar rechts, waarna het even vlak is. Hierna gaat het zelfs een kleine kilometer naar beneden. Drukt het gemiddelde nogal, waardoor deze klim makkelijker lijkt dan ie eigenlijk is. Aan het eind van dit stuk volgt er een scherpe bocht naar links, waarna de weg meteen weer steiler omhoog gaat. De weg wordt ook een stuk smaller, ze hebben weer eens een veredeld geitenpad gevonden. We duiken een bos in, waar het na een halve kilometer aan 7% zelfs een tijd omhoog gaat aan meer 9%. Stukje aan 11% zelfs, altijd lachen. Het zwakt hierna weer wat af, waarna er zelfs nog een passage aan 13% zou volgen. De smalle en bochtige weg kronkelt verder omhoog, maar kent wel weer een vlakke stuk voordat het richting de top nog wat steiler wordt.





Die top bereiken we na 214 kilometer. Lekker onregelmatig en zo nu en dan behoorlijk steil, als we uitgaan van het scenario dat een vlucht ruim baan krijgt gaat hier de kopgroep al flink ontploffen. Ideaal klimmetje om alvast de knuppel in het hoenderhok te gooien, al moet het zwaarste nog komen. Op de top van de berg staat het Croix de la Libération, het bevrijdingskruis van Autun. Dit kruis komt voor de renners niet in beeld, ze rijden na de klim op een weggetje achteraf vooral rechtdoor in het midden van het niets. Na de klim volgt er niet direct een afdaling, de smalle en ook niet al te beste weg loopt rechtdoor nog wat verder vals plat omhoog. Een kilometer of twee vals plat omhoog, waarna er een afdaling van acht kilometer gaat volgen richting Mesvres. Geen spannende afdaling, verre van. Het gaat totaal niet steil naar beneden en er zijn maar weinig bochten onderweg. De weg blijft wel smal en het asfalt matig, dat vormt dan nog eigenlijk het grootste probleem. Aan het eind van de afdaling komen de renners wel nog een paar haarspeldbochtjes tegen, ze hoeven dus pas aan het eind echt op te letten. Dat zijn wel lastige bochten, maar vrij snel daarna bereiken ze een bredere en betere weg die ze rechtdoor naar Mesvres brengt. Zodra we die brede weg bereiken wordt het ook zo goed als vlak, zo rijden we op een makkelijke manier naar Mesvres. In het dorp rijden we over het spoor, meer problemen komen we niet tegen. Ook buiten dit dorpje blijft het nog een tijdje vlak, vooraleer we gaan beginnen aan het klapstuk van deze rit. Onderweg komen we wel een paar smalle bruggetjes tegen, verder is het een makkelijke aanloop naar de debuterende Signal d'Uchon. Een nieuwe ontdekking, waar Thierry Gouvenou enorm trots op is. Zodra hij deze klim had gevonden wilde hij 'm opnemen in het parcours. Moesten ze wel een dorp in de buurt vinden waar de finish zou kunnen liggen, dat is Le Creusot geworden. Waarom krijgt Gouvenou een hogere hartslag van Signal d'Uchon? Niet vanwege het gemiddelde. De klim is 5,7 kilometer lang en kent toevallig ook een gemiddelde van 5,7%. Dat klinkt niet indrukwekkend, zeker niet voor een klim van de tweede categorie. Toch loont het de moeite om de klim nader te beschouwen. Beginnen doen we met een kilometer aan 4,7%, dat valt al helemaal mee. De redelijk brede maar niet al te goede weg kronkelt omhoog, waarna het in een bos wat steiler wordt. Een stuk van een kleine twee kilometer aan 6%, het lijkt bijna ergens op. We komen uit in La Chapelle-sous-Uson, waar de renners een stevige terugdraaiende bocht naar links nemen. Hierna gaat het nog een tijdje verder aan 6% omhoog, voor duidelijk gaat worden waarom deze debutant toch de moeite waard is. Na een paar vlakke meters volgt er een afdalinkje van een kilometer, zonder gevaarlijke bochten. Hierna staat er een bord langs de kant van de weg. Een bord met daarop de niet al te gezellige mededeling: 18%. De laatste twee kilometer van Signal d'Uchon richting het dorp Uchon worden leuk, enorm leuk. We beginnen met een kilometer aan 9,4%, waarna de weg in het bos nog bochtiger gaat worden. Steiler ook, in de laatste kilometer van de klim gaat het omhoog aan 13,7%. Een muur, jawel. Een paar loeiend steile bochten richting het eind, je kunt je er zomaar iets bij voorstellen dat de winnende demarrage hier geplaatst gaat worden. Zelfs de mannen van het peloton zouden hier iets kunnen ondernemen, als ze zin hebben. Eenmaal in Uchon blijft het bochtig en steil, zo blijft het lastig tot op de top.





De top van Signal d'Uchon bereiken de renners na 231 kilometer. Hier heeft de organisatie ook weer gekozen voor een altijd nutteloze bonificatiesprint. Een totaal mislukt experiment, waar men toch aan vast blijft houden. Alhoewel, door dat experiment pakte Mathieuw el het geel, dus voor ons is het geslaagd. Voor het algemeen klassement heeft het verder nog nooit iets opgeleverd, terwijl de gedachte toch is dat de groter jongens hierdoor eerder in de aanval gaan, haha. Maar goed, Signal d'Uchon is verder wel leuke ontdekking, dat mogen we nu al concluderen. Signal, want op de top van de heuvel konden signalen worden gegeven aan de omgeving, rooksignalen bijvoorbeeld. Uchon komt van het Keltische uxello, wat zoveel wil betekenen als hoog. Signaal vanuit de hoogte, zoiets. Aan het eind van zo'n lange rit kunnen de renners hier ook een stevig signaal afgeven, hier kan oorlog gemaakt worden. Het is de vraag of dat gaat gebeuren aangezien we in de dagen hierna naar de Alpen trekken, maar de organisatie biedt hier de renners in ieder geval de gelegenheid. De kopgroep zal hier sowieso helemaal uit elkaar spatten, als dat nog niet gebeurd was. Niet alleen de klim is de moeite waard, ook de omgeving mag er zijn. Hoewel de echte top een paar kilometer verderop ligt gaan we er toch maar even wat aandacht aan besteden. Helemaal boven op de berg vinden we namelijk een bijzondere verzameling rotsblokken. De parel van de Morvan wordt deze berg daardoor ook wel genoemd, amai zeg. Zomaar even een stukje kopiëren van het alom geprezen frankrijkpuur.nl: Het dorpje Uchon ligt op een opvallende verhoging in het landschap, deze heuvel in het zuiden van de Morvan bereikt een hoogte van 681 meter. Bijzonder is dat verspreid over het landschap overal grote grillig gevormde blokken graniet liggen, die door erosie aan het oppervlakte zijn gekomen. De vormen maken het tot een feeërieke plaats, wat nog versterkt wordt door het feit dat de rotsen allerlei namen hebben gekregen, zoals de mammoet, hondenneus en carnaval. Bij die laatste rotsverzameling, het carnaval, vind je het uitzichtpunt. De panoramatafel die je precies laat zien welke gebieden en plekken zich voor je bevinden, ligt op een paar minuten lopen vanaf de parkeerplaats. Bij het uitzichtpunt is ook een kleine ontdekkingsroute uitgezet. Loop in elk geval even naar de meest westelijke verzameling rotsen, voor een overweldigende blik op de Morvan. Je zou zelfs Puy de Dôme moeten kunnen zien bij het uitzichtpunt. Ja, sick. De berg wordt overigens ook wel eens Mont Julien genoemd en loopt eigenlijk nog een tijd verder omhoog nadat de organisatie het wel mooi geweest vindt. Het gaat nog een kilometer verder aan 4%, toch net wat meer van vals plat. Dat had het gemiddelde wel verder gedrukt, dus heeft de organisatie voor deze oplossing gekozen. Maar, goed om te weten voor de renners. Na dat bizar steile stuk moet je toch weer groter schakelen en even over dat stuk van 4% omhoog stampen. Als het klimmen dan echt gedaan is volgt er een vlak stuk van een kleine twee kilometer, een vrij bochtige weg brengt ons naar een meertje. Voorbij dat meertje gaat de afdaling dan eindelijk echt beginnen, het gaat iets meer dan vier kilometer naar beneden richting de voet van het laatste klimmetje. De afdaling ziet er niet enorm lastig uit. De weg blijft relatief smal en het wegdek was in het verleden vrij slecht, maar als het goed is hebben ze hier ook wel een nieuwe laag asfalt aangelegd. In totaal hebben ze in deze regio voor een slordige twee miljoen geïnvesteerd in de infrastructuur, speciaal voor de Tour. Het ideale excuus om wat achterstallig onderhoud aan te pakken, blijkbaar. De afdaling begint in het bos, maar na verloop van tijd rijden de renners wat meer door open terrein. Hier komen ze wel een paar bochten tegen, zelfs een paar scherpe bochten, maar het is wel vrij overzichtelijk. Zou al bij al geen problemen mogen opleveren, maar je weet het nooit. Eenmaal beneden volgt de lastigste bocht, een chicane waar men eerst naar rechts gaat en dan direct naar links.



Na deze chicane begint de laatste klim van de dag direct. De smalle weg is ingeruild voor een bredere weg. Die weg loopt 2,4 kilometer omhoog richting de Côte de la Gourloye, een klimmetje van de vierde categorie. Het gaat gemiddeld aan 5,3% omhoog, ditmaal zonder verrassingen. Deze klim lijkt zowaar vrij regelmatig te zijn, al komen we halverwege wel een stuk aan 3% tegen. Daarvoor en daarna gaat het tegen de 6% omhoog, dwars door een boerenlandschap. Via een aantal bochten werken de renners zich op een minder spectaculaire manier omhoog. Dit lijkt niet de klim te zijn waar het moet gebeuren, al zal het na 240 kilometer op de fiets lastig genoeg zijn. De top van de klim bereiken de renners na 241 kilometer, op acht kilometer van de finish. In de laatste meters gaat het aan 5% omhoog, daarna gaat er een korte afdaling van twee kilometer volgen richting Montcenis. Bepaald geen lastige afdaling, door de open velden rijden we over een brede weg naar Montcenis. Aan het eind van dit afdalinkje is er nog wel een semi-lastige bocht, daarna loopt de weg stiekem ineens weer omhoog. Een paar hectometer in stijgende lijn, heel vervelend wel na zo'n rit. Door het bos komen we uit in Montcenis, waar het nog vijf kilometer fietsen is tot de finish. Niet te verwarren met de Col du Mont-Cenis, heeft niks met elkaar te maken. In Montcenis slaan de renners rechtsaf, waarna ze dwars door het centrum rijden. Het is even vlak, maar dat zal niet zo blijven. Even verderop slaat men linksaf, de weg wordt hierna een stuk smaller en er liggen hier ook wat steentjes in het midden van de weg. Na de bocht gaat het grofweg anderhalve kilometer naar beneden, over een weg die snel weer breed wordt. Drie stevige bochten in het begin, daarna rijden we rechtdoor verder richting Le Creusot. Op drie kilometer van de finish volgt er een flauwe bocht naar links, waarna de weg een paar hectometer vals plat omhoog gaat. Als we boven zijn op dit korte knikje volgt er een bocht naar rechts, waarna we rechtdoor rijden over de Rue du Passage de Cible tot op 1,5 kilometer van de finish. Over een brede doch slechte weg gaat het vals plat naar beneden in een foeilelijke woonwijk. Op 1,5 kilometer van het eind volgt er een enorm scherpe bocht naar links. De weg wordt hier ook smaller en is voorzien van vluchtheuvels, een heikel punt. Na deze linke bocht rijden we richting de vod van de laatste kilometer, de weg wordt weer breed en begint bovendien omhoog te lopen. Alsof het allemaal nog niet lastig genoeg geweest was vandaag krijgt men te maken met een hellende aankomst. Volgens de organisatie komen we in de laatste anderhalve kilometer 40 meter hoger uit, wat een lichtelijke overdrijving lijkt te zijn. Laten we het op een meter of 30 houden, alsnog is het merkbaar niet vlak. Via de brede Rue de Yougoslavie rijden we rechtdoor vals plat omhoog de laatste kilometer binnen, waarna we rechtdoor blijven rijden. Na een kruising rijden we wel ineens op de Rue de Canada, maar het blijft rechtdoor gaan tot op 500 meter van het eind. De Rue de Canada lijkt iets steviger omhoog te lopen, waarna we op 500 meter van het eind een lange en lopende bocht naar rechts tegengekomen. Merkwaardig genoeg loopt de weg in deze bocht naar beneden, we nemen een korte duik richting de laatste 250 meter van de rit. Aan het eind gaat het weer rechtdoor omhoog richting de finish, toch nog aan een procent of vijf in de laatste meters. We spreken door de vlakke en dalende stukjes tussendoor over 1,3 kilometer aan 2,5%, maar de strookjes omhoog zijn zelfs nog heel venijnig en zullen hard aankomen na zo'n lange rit. Na 249 kilometer is dan de langste rit van deze Tour voorbij. Stervende zwanen richting de aankomst.





De rit eindigt in Le Creusot, een gemeente in het Franse departement Saône-et-Loire (regio Bourgogne-Franche-Comté) waar 22.000 mensen wonen. Gelegen in het arrondissement Autun, dan hebben we meteen alle geografische beschrijvingen gehad. We bevinden ons in de regio van Bernard Thevenet, dan hebben we die naam ook maar meteen gehad. Zal ongetwijfeld terugkomen, ofschoon de de geboortegrond van deze voormalig Tourwinnaar nog wel een eind van hier is. Als we dan toch een bekende renner moeten linken aan Le Creusot komen we eerder uit bij Jean-Christophe Péraud, de onwaarschijnlijke nummer twee van de Tour van 2014. Na zijn carrière werkte Péraud voor de UCI, hij moest technologische fraude tegengaan. Nadat volgens de magische tablet bleek dat niemand een motortje gebruikt is Péraud weer bedankt voor bewezen diensten. Hij komt niet uit Le Creusot, maar was wel lid van de lokale wielerclub. Claudie Haigneré komt dan wel weer uit Le Creusot, de eerste vrouwelijke astronaut volgens het roadbook. De tweede volgens Wikipedia, dit soort discrepanties vind ik altijd erg geestig. Voormalig prof Yves Beau komt ook uit Le Creusot, al is zijn naam mooier dan zijn prestaties. Reed wel ooit voor de ploeg La Redoute, met ploeggenoten als Stephen Roche, Jean-Luc Vandenbroucke en Paul Sherwen (RIP). Het is de derde keer dat de Tour langskomt in Le Creusot. De vorige twee keer dat we hier waren werd er een tijdrit verreden, eentje met een start in de stad en de andere met een aankomst. De laatste vond plaats in 1998, toen reed Jan Ullrich iedereen op een hoop. Tussen Montceau-les-Mines en Le Creusot werkten de renners een parcours van 52 kilometer af, dat kon toen nog. Niemand bleef binnen de minuut, Bobby Julich werd tweede op 1:01. De derde ritzege van Ullrich die Tour, maar nog steeds stond hij een paar minuten achter Pantani. Die werd tijdens deze bewuste tijdrit derde op 2:35, kun je nagaan. Acht jaar later, in 2006, werd de tijdrit in tegengestelde richting verreden. Toen ging men van start in Le Creusot en zou er een aankomst volgen in Montceau-les-Mines. Het parcours was toen zelfs nog langer, liefst 57 kilometer. Dat kon 15 jaar geleden, sta er maar eens bij stil. Nu hebben we voor 57 kilometer exact twee tijdritten nodig en vinden we het nog veel, pff. Maar goed, bij die gelegenheid wist de Oekraïner met het monsterverzet te winnen, ik heb het dan natuurlijk over Serhiy Honchar. Liefst 40 tellen sneller dan Klöden en meer dan een minuut sneller dan de later geschrapte Landis, terwijl de verrassende gele trui Pereiro vierde werd op een kleine drie minuten. Het was een tijdrit op de voorlaatste dag van de Tour, Landis nam hier de gele trui weer over van Pereiro. Fuga bidone voor Pereiro, inzinking van Landis, herrijzenis van Landis, u kent het verhaal ongetwijfeld. Uiteindelijk staat de zege toch weer op naam van Pereiro, al verloor hij die trui dus onderweg van Le Cresout naar Montceau-les-Mines. Maar goed, in het wielrennen mogen we de kracht van de groene tafel niet onderschatten. Over Le Creusot zelf kunnen we vertellen dat het net als startplaats Vierzon vooral een industriestad was, of is. Al in de achttiende eeuw was Le Creusot een centrum voor de steenkoolwinning. In de negentiende eeuw kwam daar de metaalnijverheid bij, met de firma Schneider. Die familie Schneider schijnt nogal een rol gespeeld te hebben, als we de site van de Tour mogen geloven. Wikipedia vertelt heel neutraal dat Schneider Electric een Franse multinational is, uitgegroeid tot de wereldleider van energiebeheerssystemen. Het hoofdkantoor bevindt zich tegenwoordig in de Parijse voorstad Rueil-Malmaison, da's dan weer jammer. Er werken liefst 135.000 mensen voor het bedrijf, amai. Vroeger was het wat kleinschaliger, toen kon men nog denken aan de roots. En dat heeft de familie Schneider blijkbaar gedaan, ze bouwden woningen, scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, gebedshuizen, enz. Nou, sympathieke familie dus. Soort Philips, of Guus Hiddink in Dagestan. Sporen van de 'glorieuze' geschiedenis blijven zichtbaar in Creusot, met name met het meest emblematische monument: de Marteau Pilon (Drop-Hammer), zichtbaar bij de ingang van de stad. Deze imposante machine van 100 ton, ontworpen in 1877, was jarenlang de krachtigste ter wereld, waardoor hij onderdelen van spectaculaire afmetingen kon smeden. Straffen toebak. Stukje officiële site hoor: Ondanks de economische crises heeft de stad altijd kunnen profiteren van haar vele troeven om terug te herstellen. Het blijft een industriestad met een internationale reputatie dankzij de vele grote wereldwijde groepen. Maar Le Creusot is ook een studentenstad, een stad van cultuur, kunst, toerisme en sport. Het biedt een aangename leefomgeving die de geneugten van de natuur combineert met hoogwaardige voorzieningen die jaarlijks vele gezinnen aantrekken. Hoe men een rauwe industriestad toch weet te verkopen. Het staalsmeedwerk voor de Franse kerncentrales en de speciale legeringen voor de TGV- treinen werden vervaardigd in Le Creusot, nou, tijd om op onze hoofden te gaan staan. Parc des Combes (een pretpark), Château de la Verrerie (geen pretpark) en de schoorsteen van de smidse, zomaar nog wat fabelachtige hoogtepunten van Le Creusot. Wat een stad.



In Le Creusot, waar ze overduidelijk hun eigen Eiffeltoren hebben, willen ze graag hun graantje meepikken van de Olympische Spelen van 2024. Het moet hier een trainingscentrum zijn voor die spelen, ofzo. Allemaal onbelangrijk, het enige echte spel komt nu voorbij. In deze stad gaat het redelijk warm worden. Een graad of 24 in de middag, regen is praktisch uitgesloten en van wind gaat ook amper sprake zijn. In de omgeving van de startplaats gaat het zelfs nog warmer worden, 28 graden in Vierzon. Al vertrekken de renners wel vroeg, voor het middaguur zal het slechts een graad of 20 zijn. In Vierzon is er ook weinig kans op regen en weing kans op wind, het wordt dus een warme dag zonder enige vorm van verlichting. Het begint bijna op een echte Tour te lijken, zou je kunnen zeggen. Het kleine beetje wind dat er is zal wel gedurende de dag vooral voor tegenwind zorgen. Pas in de allerlaatste kilometers van de rit krijgen de renners met rugwind te maken, maar goed, of het heel veel verschil gaat maken bij zo'n matige kracht valt te bezien. Omdat het de langste rit is in 20 jaar tijd gaan de renners er vroeg aan beginnen, om 11:00 staan ze al aan het vertrek. Na een neutralisatie van een kwartier begint de koers om 11:15 echt. Vanaf 12:20 begint de NOS aan deze lange opdracht, Canvas (!) begint er ongeveer rond dezelfde tijd aan. Na het onvermijdelijke nieuws kunnen we rond 13:30 overschakelen naar één. De PLAYER en de GCN APP zijn er meteen live bij, net als Eurosport 2. Het blijkt dat er mensen zijn die wél over Eurosport 2 beschikken, schokkend. De aankomst wordt verwacht tussen 17:05 en 17:42, dat is altijd lekker ruim als het zo'n lange rit is. Gewoon de hele dag kijken, wordt prima joh.



Dit kan een bijzonder leuke rit worden. Op papier is het in ieder geval heerlijk om zo'n rit een keer te zien. Een ouderwetse 250 kilometer. En dan niet eens volledig vlak, nee, met een finale vol klimmetjes. Fantastisch, een van de weinige goede dingen aan dit parcours. Mensen die dit te lang vinden: ga een andere sport volgen, en snel een beetje. Dit soort ritten heb je nodig om de renners uit te putten, waardoor de volgende ritten meer de moeite waard worden. Het zou dus best kunnen dat deze rit in de praktijk niet leuk blijkt te zijn. Waardoor mensen natuurlijk gaan zeggen dat we nooit meer zo'n lange rit in het parcours moeten opnemen. Fout, volledig fout. Zelfs als het een floprit wordt gaan deze kilometers in de benen kruipen, waardoor we uiteindelijk meer koers gaan krijgen. Wielrennen is soms ook investeren. De beloning komt dan wel eens later. Ik verwacht tijdens deze rit die beloning nog niet, bijvoorbeeld. Het is 250 kilometer lang, waardoor het de vraag is welke ploegen zin gaan hebben om te controleren. Alpecin voor Mathieu, om die gele trui nog een dagje langer te houden? Ze hebben twee opties. Controleren totdat een matige vlucht is gevlogen zonder bedreidingen, of Mathieu zelf in de aanval sturen. De hele dag op kop rijden is in ieder geval een kansloze optie. Wellicht dat ze hulp krijgen van Deceuninck-Quick Step, maar het lijkt er sterk op dat ze in dat kamp rekening houden met een dag voor de vlucht, waar ik zelf ook ernstig veel rekening mee aan het houden ben. UAE gaat uiteraard niet controleren, die zijn al lang blij dat Pogacar het geel nog niet heeft. Wie dan? Bora voor Sagan? Voor groen? Maarja, Sagan is nog niet top en deze finale is wel echt heel erg lastig. Bahrein voor Colbrelli dan maar? BikeExchange voor Matthews? Bahrein kon in de Dauphiné de boel niet eens controleren en BikeExchange doet nooit wat. Dus nee, dat lijkt me allemaal niet. Ik ga voor de vlucht. Ook omdat we hierna naar de Alpen trekken. Die ritten zijn niet enorm lastig, maar wel nog lastiger dan deze rit. En het zijn de Alpen, dus alleen mentaal is iedereen zich daar al op aan het voorbereiden. Kan een snipperdagje worden in het peloton, met - als we mazzel hebben - een leuke finale dankzij Signal d'Uchon. Daar wil Alaphilippe misschien wel een bommetje gooien, al zit je dan wel weer met het feit dat het nog best een aardig eindje fietsen is daarna. Nee nouja, ik ga het op de vlucht houden. Dat was mijn eerste gedachte voor de Tour überhaupt begonnen was en daar moeten we dan maar niet van afwijken. Het enige nieuwe scenario is dat Pogacar ondertussen meer voorsprong heeft dan verwacht, waardoor andere ploegen hem nu eigenlijk al onder druk moeten gaan zetten. Maar of dit dan de meest ideale rit is daarvoor? Iemand als Carapaz kan het allicht proberen, daar is niets mis mee. Er liggen ook nog wat bonificaties op de top van Signal d'Uchon, maar in het verleden is dat niet vaak een extra motivatie gebleken. Nee joh, vlucht. Kan wel een gekke vlucht worden overigens, want de aanloop is dus volledig vlak. De lichtgewichten gaan een groot probleem hebben om vooraan te geraken. Sowieso gaat het lang duren, want iedereen weet wat voor rit dit is. Iedereen wil mee, dus zijn we waarschijnlijk wel een kilometer of 50 bezig voor er een vlucht vertrokken is. Waardoor deze rit nog lastiger wordt, voor ons als kijkers alleen maar mooi.
1. Van der Poel. Eigenlijk moet ik dit niet doen, want iedere keer dat ik niets verwacht van Van der Poel stijgt hij boven zichzelf uit. De keer dat ik 'm op 1 zette bakte ie er niks van. Dus, dit wordt lastig. Maar goed, ik heb een leuk scenario in mijn hoofd, te leuk om niet te delen: Mathieu moet gewoon zelf in de kopgroep gaan zitten. De gouden truc van Van Avermaet toepassen, die heeft op die manier al twee keer zijn gele periode weten te verlengen, als ik me niet vergis. Je moet die ploeg van Alpecin niet de hele dag laten werken, ook niet na al het werk dat ze al hebben moeten doen. Ooit is het op, die jongens moeten tegen zichzelf in bescherming genomen worden. Dus stuur je Mathieu in de aanval, want dat is verder toch geen gevaar voor het algemeen klassement. Stapt er op de eerste rustdag uit, als hij slim is. Nu nog een laatste eresaluut aan het geel en aan de Tour, zou prachtig zijn. Als ze nóg slimmer zijn gooien ze hem niet alleen in de kopgroep, maar pleuren ze er ook nog een knecht bij. Anders zit ie in zo'n groepje waar hij alles zelf moet doen en waar niemand met hem wil rijden, dus hup, knecht erbij om dat probleem voor een deel op te lossen. Of, een heel slechte groep weg laten rijden, die groep kort houden en Mathieu vroeg in de finale laten aanvallen. Ook nog een optie, maar wellicht niet allemaal even realistisch. Blijft Mathieu, desalniettemin. Ik verwacht wel dat hij ons nog een keer wil verrassen, zo'n jongen is het wel. Nog één keer alles geven, kalm aan doen in de Alpen en door naar Tokio. Droomplan.
2. Herrada. De altijd lelijke en wieltjeszuigende Jesus Herrada. Bepaald geen Jezus, zou je kunnen stellen. Al zouden we niet klagen als hij zou eindigen aan het kruis. Uh, nouja, bij wijze van spreken. Cofidis zou deze Tour massaal in de aanval gaan, daar hebben we nog niet veel van gezien. Guillaume Martin wil geen anoniem klassement, maar een ritzege. Herrada wil al jaren een ritzege, maar er is steeds iemand beter. Lutsenko vorig jaar op de Mont Aigoual, bijvoorbeeld. Ook nu gaat er hopelijk weer iemand beter zijn, niemand wordt vrolijk van Jesus Herrada. Erg fraai ook dat hij op het Spaans kampioenschap werd verslagen door de man die we hierna gaan noemen.
3. Fraile. Astana gaat hetzelfde doen als Cofidis, hebben ze vooraf aangekondigd. Daarom vind ik het wel verrassend dat Lutsenko zo hoog staat, die lijkt voorlopig bezig te zijn met een anoniem klassement. Daardoor kan hij vandaag niet in de aanval gaan, gemiste kans. Al zou hij vanuit het peloton ook ver kunnen komen, als de rit onverhoopt toch niet naar de vluchters gaat. Astana heeft overigens meer kanshebbers, al hun Basken kunnen hier prima uit de voeten. Fraile mag zijn truitje eens tonen, wel zo leuk.
4. Cort. Ook wel een gevaarlijke klant voor deze rit. Hij is in ieder geval goed in vorm, dat liet de tijdrit wel zien. Natuurlijk ook een jongen die sterk is op het vlakke, dus als hij wil zit hij in de kopgroep. Die vlakke aanloop is alleen maar in zijn voordeel. Maar stiekem, heel stiekem, kan Cort ook formidabel klimmen. In de Route d'Occitanie won hij een lastige rit met een aankomst bergop. Kilometer of vijf aan 8%, met nog steilere stroken richting het eind. Daar was natuurlijk niet het beste deelnemersveld aanwezig, en hij won vanuit de vlucht, maar toch, als hij vandaag weer in de vlucht zit zou die Signal d'Uchon nu niet direct een probleem moeten vormen. Rap aan het eind, dus de rest zou in zo'n situatie hem wel moeten lossen. Enfin, na deze redenatie zul je altijd zien dat hij op Uran moet passen en niet eens in de aanval mag gaan.
5. Woods. Na een valpartij al flink wat tijd verloren, waardoor hij zomaar eens in de aanval zou kunnen gaan. Met dat steile werk aan het eind wel een finale voor hem, dus ja, ik zou zeggen: doen. Hoewel hij mij dan weer niet de man lijkt die zichzelf makkelijk in een kopgroep weet te fietsen, maar dan moet Rick Zabel zich maar eens nuttig maken ofzo. Of Greipel, die even laat zien wat het verschil is tussen Israel en Quick Step.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  vrijdag 2 juli 2021 @ 01:11:19 #2
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200163572
Speciaal hiervoor opgebleven.
pi_200163976
Speciaal hiervoor vroeger opgestaan ^O^ (en ook om alvast te oefenen voor Tokio).
Ik begrijp uit de OP dat R_R vond dat Rickaert beter aan de rechterkant van de weg had kunnen blijven om de eigen sprinttrein aan te trekken. Dat gevoel had ik gisteren eigen lijk ook, waarom trek je naar de andere sprinters toe aan de linkerkant van de weg.
pi_200164067
Op papier echt een fantastische rit, lekker gewerkt weer R_R _O_
pi_200164092
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 07:27 schreef Bugno3 het volgende:
Op papier echt een fantastische rit, lekker gewerkt weer R_R _O_
Ik denk soms met dat de routebeschrijving, dat het R-R minder tijd zou hebben gekost, als hij de route vooraf zelf zou hebben gereden :s)
pi_200164115
Le Creusot is toch van die afzonderlijk lelijke braadpannen?
U MAD?
pi_200164124
Kan nog wel een leuke rit worden. Er zijn toch mannen in het klassement die het gevoel hebben dat ze elke kans moeten gaan benutten omdat ze al op 2 minuten of meer staan.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_200164238
Regio-Vierzon is trouwens echt dodelijk saaiiiii.
  vrijdag 2 juli 2021 @ 08:07:09 #9
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200164268
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 07:39 schreef de_boswachter het volgende:
Le Creusot is toch van die afzonderlijk lelijke braadpannen?
Da's Creuset.
  vrijdag 2 juli 2021 @ 08:11:16 #10
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200164293
Iedere matige sprinter die toch groen wil (Matthews, Colbrelli, Sagan), zal hier wel willen meezitten + matig klimmende Fransen & Ide die voor de bollen gaan.
pi_200164446
quote:
2s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 08:07 schreef Beregd het volgende:

[..]

Da's Creuset.
blijft lelijke kroam
U MAD?
pi_200164627
Ze moeten gewoon tegen Van der Poel zeggen dat zijn opa nog nooit de langste etappe heeft gewonnen.
  Moderator vrijdag 2 juli 2021 @ 09:23:23 #13
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200164829
Benieuwd of we een mooie grote groep krijgen die wegblijven. Alles lijkt me nog wel te dicht bij elkaar te staan, maarja ga het maar controleren.
  Redactie Sport vrijdag 2 juli 2021 @ 09:32:11 #14
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200164919
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 09:23 schreef Momo het volgende:
Benieuwd of we een mooie grote groep krijgen die wegblijven. Alles lijkt me nog wel te dicht bij elkaar te staan, maarja ga het maar controleren.
Maar wie maakt het wat uit als Niels Poliep of Magnus Cort 8 minuten cadeau krijgt?

Kijk, de Luts of Pejo Bilbo zullen ze misschien niet laten rijden, maar die typische klassieke renners zullen wel mogen lijkt mij. De enige die het geel wel willen zijn Thieu, misschien WvA maar ik denk niet dat Jumbo daarvoor hard gaat achtervolgen, misschien DQS met Flip maar ik zie ze dan eerder Asgreen vooruit sturen ofzo en dan Astana met Luts maar die moeten dan Alaphilippe op 45 seconden zien te rijden wat ook niet gaat gebeuren.

Dus tenzij er kleppers in de aanval gaan zijn er maar 3 ploegen met belangen en dan misschien nog een ploeg met strafkamp, waarbij ik verwacht dat Jumbo niet gaat achtervolgen en DQS ook niet als ze iemand mee hebben. Dan moet het al van een ploeg komen die het klassement wil openbreken.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  vrijdag 2 juli 2021 @ 09:48:49 #15
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200165109
DQS heeft ook een groene trui te verdedigen, dus het zal er ook wel vanaf hangen wie mee is.
  Redactie Sport vrijdag 2 juli 2021 @ 09:57:05 #16
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200165211
quote:
2s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 09:48 schreef Beregd het volgende:
DQS heeft ook een groene trui te verdedigen, dus het zal er ook wel vanaf hangen wie mee is.
Die zullen figuren als Sonny, Michael en Peto wel niet mee laten gaan inderdaad, maar de vraag is hoe lang je daarop kunt rijden.

Of Cav gaat zelf in de aanval, de tussensprint ligt ruim voor de eerste klim. En daarna is het beter als er wel een groep wegblijft, Colbrelli en Matthews in de eerste groep is ongunstig.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200165269
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 09:57 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Die zullen figuren als Sonny, Michael en Peto wel niet mee laten gaan inderdaad, maar de vraag is hoe lang je daarop kunt rijden.

Of Cav gaat zelf in de aanval, de tussensprint ligt ruim voor de eerste klim. En daarna is het beter als er wel een groep wegblijft, Colbrelli en Matthews in de eerste groep is ongunstig.
Een heel klein groepje laten ze nog wel gaan, want dan zijn er genoeg punten op de tussensprint te verdienen.
En de tussensprint ligt inderdaad vrij vroeg in de etappe, voor de heuvels.
  Redactie Sport vrijdag 2 juli 2021 @ 10:18:23 #18
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200165481
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 10:01 schreef Idisrom het volgende:

[..]

Een heel klein groepje laten ze nog wel gaan, want dan zijn er genoeg punten op de tussensprint te verdienen.
En de tussensprint ligt inderdaad vrij vroeg in de etappe, voor de heuvels.
Denk dat Cav wel tevreden is als er vandaag geen tussensprint wordt gereden, kan hij een beetje sparen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  vrijdag 2 juli 2021 @ 10:31:19 #19
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200165624
HYPE HYPE HYPE.
Een van de weinige originele etappes deze Tour, hopelijk levert het wat op.
pi_200165722
Ik zou het mooi vinden als er een klein groepje kanslozen weg mag rijden en dat er dan op het eerste heuveltje al oorlog gemaakt wordt door de grote mannen. Om dan op dat 2e categorie onding een explosie alla Le Tolfe te krijgen :9 Alleen is dit muurtje 5x zo lang _O-
  vrijdag 2 juli 2021 @ 10:41:13 #21
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_200165734
Heel benieuwd naar deze rit. Zullen geen grote verschillen in het klassement ontstaan denk ik, maar dat is toch al min of meer beslist, dus wat boeit dat. Sowieso wel een mooie strijd om de ritzege vandaag.
  vrijdag 2 juli 2021 @ 10:51:04 #22
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200165894
Mooie loterij wie van Movistar op straftraining moet in kopgroep
  Redactie Sport vrijdag 2 juli 2021 @ 10:53:36 #23
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200165928
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 10:51 schreef Frozen-assassin het volgende:
Mooie loterij wie van Movistar op straftraining moet in kopgroep
Als je er vanuit gaat dat ze de meest geschikte man meesturen lijkt het me duidelijk. Maar het blijft Movistar, tsja.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  vrijdag 2 juli 2021 @ 10:54:18 #24
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200165936
quote:
0s.gif Op vrijdag 2 juli 2021 10:53 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Als je er vanuit gaat dat ze de meest geschikte man meesturen lijkt het me duidelijk. Maar het blijft Movistar, tsja.
Zal wel Verona of Erviti worden haha
  vrijdag 2 juli 2021 @ 10:56:04 #25
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200165956
Jan en Bobbie zijn live
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')