abonnement Unibet Coolblue
  FOK!fotograaf donderdag 1 juli 2021 @ 17:23:17 #1
842 Zorro
Z
pi_200158150
_O_ Etappe 6: Tours - Châteauroux, 160,6 km

Boh jongens, dat was me de tijdrit wel hè? Allemachtig, blijken tijdritten toch leuk te kunnen zijn. Alleen een beetje jammer van de regenbui tussendoor, waardoor enkele renners in mindere omstandigheden moesten rijden. Daardoor ging McNulty op z'n plaat en Bisseger bijna, zonde. Op die kleine kanttekening na was het een prima tijdrit, waarbij heel veel dingen meevielen. De prestatie van Roglic bijvoorbeeld, die viel enorm mee. Had ik totaal niet verwacht met zijn blessures. Had hem eerder in de tijd van Thomas verwacht, maar voor de Tour is het niet slecht dat Roglic zo goed reed. Dat Vingegaard zo goed reed is verrassend, maar ook mooi. Daardoor kan Jumbo misschien toch nog wat gaan doen in de bergen, als Roglic kan herstellen. Hoewel het verdomd moeilijk gaat worden om Tadej Pogacar te kloppen, want de Sloveen liet zien dat zijn tijdrit vorig jaar geen toeval was. Hij deed het nog eens dunnetjes over en fietste iedereen regelrecht naar huis. Onze mijnwerker heeft geen aankomst bergop nodig tijdens een tijdrit, hij kan het ook gewoon op een glooiend parcours zonder zware klim. Niet bemoedigend voor zijn concurrenten, deze jongen heeft eigenlijk geen zwakke punten. Hij zet de Tour nu al naar zijn hand, en we zijn vijf dagen weg. We moeten nu al gaan hopen op een scenario als in de Itzulia, daar werd hij in de luren gelegd door Jumbo. Al heeft hij nu geen ploeggenoot die hij in de gaten moet houden, maar alsnog, als zijn ploeg enige zwakte laat zien kunnen Jumbo en Ineos nog steeds proberen vroegtijdig in de aanval te gaan. Hopen mag, Parijs is nog ver. In dat kader komt de valpartij van McNulty, hoe vervelend voor hem ook, niet eens slecht uit. Met een Hirschi en misschien ook wel een McNulty in de lappenmand valt zijn treintje misschien wel te ontsporen. En zelfs hij kan niet overal op reageren, zou je denken. Maar goed, dat zijn zorgen voor later. De Tour lijkt al beslist te zijn, maar wielrennen blijft een merkwaardige sport.

Dat zagen we wel weer aan de prestatie van Mathieu van der Poel. Hij zit nooit op de tijdritfiets. Daar heeft hij geen tijd voor, tussen het veldrijden, mountainbiken en het koersen op de weg door kan hij geen windtunnels bezoeken. Daarom zit hij bepaald niet aerodynamisch op de fiets en daardoor beschikt hij ook niet over topmateriaal voor de tijdrit. Maar het geel moest verdedigd worden en dus werd op het laatste moment alles uit de kast getrokken. Wielen uit Andorra, een andere helm, de hele nacht sleutelen aan de fiets om zijn positie toch iets aerodynamischer te maken, we kennen de verhalen ondertussen wel. Houtje touwtje, maar het volstond. Van der Poel reed zijn langste en meteen ook beste tijdrit ooit, hij werd gewoon vijfde. Onvoorstelbaar. De gele trui geeft vleugels, eens te meer bewezen. Zonder gele trui was hij natuurlijk nooit zo diep gegaan en had hij ook niet op de wielen van Cameron Wurf of all places gereden, maar dankzij de gele trui laat hij zijn potentie op dit gebied zien. Als hij daar wat meer tijd en aandacht aan gaat besteden kan hij nog veel verder komen. Kan ooit, ver weg in de toekomst nog best van pas gaan komen. Voorlopig is het ook helemaal niet nodig, hij gaat eigenlijk nergens voor het klassement. Als hij stopt met mountainbiken, dan komt dat pas, maar hey, we weten nu dat het kan. We weten ook dat Wout van Aert nog steeds niet dé Wout van Aert is. Waar Pogacar tijdens deze tijdrit ineens een stuk rustiger op zijn fiets zat, was Wout juist meer dan ooit aan het schudden. Die verdraaide blinde darm, arme Wout. Arme Michel. Arme Küng. Stefan Küng reed een wereldtijdrit, maar er is er altijd één beter. Ditmaal Pogacar. Küng schudde afkeurend zijn hoofd, hij dacht er het zijne van. En dat denken wij stiekem wel met hem. De tijdritten van Pogacar dit jaar waren niet niet slecht, maar hij had ook nog geen enkel moment laten zien dat hij de tegenstand tijdens deze tijdrit wel even zou verpulveren. Op het Sloveens kampioenschap tijdrijden werd ie derde, godbetert. Achter Tratnik en Polanc, je zou voor minder. Het is iemand die goed kan pieken, zullen we maar zeggen. Goed, Pogacar wint dus, voor Küng en Vingegaard. Wout van Aert vierde, net één seconde sneller dan Mathieu van der Poel, wat toch ook wel weer ronduit geestig is. Van der Poel houdt acht seconde over op Pogacar, als het over de gele trui gaat. Dat had vooraf toch niemand verwacht. Wout zou die trui wel even overnemen, of Alaphilippe. Niets van dat alles, Mathieu houdt stand. Opa zou trots zijn. De opa van Alaphilippe wat minder, want goh, dat was een slechte tijdrit. Carapaz had geoefend op de tijdritfiets, maar verliest ook veel. Kelderman, jemig, ook een teleurstelling.

Het helt nu al allemaal de kant op van Pogacar. Iedereen gaat onderuit, hij niet. En dan deelt ie zo'n klap uit tijdens de tijdrit, daar gaan we even een dag van moeten bekomen. Op de vierde gele dag voor Mathieu gaan we fietsen van Tours naar Châteauroux, een volledig vlakke rit. Het wordt sprinten, tenzij het waait. Maar het waait niet, dan weet u dat vast. Sprinten, derhalve.




De volgende vlakke rit gaat van start in Tours (de s wordt volgens Wikipedia niet uitgesproken), een stad in Midden-Frankrijk, gelegen aan de rivier de Loire. Tours was de hoofdstad van de voormalige provincie Touraine, thans is het de hoofdplaats van het departement Indre-et-Loire. De stad telt 136.500 inwoners die in het Frans Tourangeaux worden genoemd. Tours is een stad die we kennen van de koers. Parijs-Tours, wat een koers. We denken uiteraard meteen terug aan de legendarische editie van 2004, toen Erik Dekker een wonderdag had en Mart Smeets Duitsers aan het uitschelden was. Dekker bleef maar gaan en wist uiteindelijk het aanstormende peloton net voor te blijven. Tegenwoordig is de status van de koers flink afgenomen, vooral sinds ze besloten hebben over onverharde wegen te gaan rijden laten veel grote ploegen het afweten. In de finale van de koers rijden de renners tussen de wijnranken door over met stenen bezaaide paden, de lekke banden zijn de laatste jaren niet van de lucht. Daardoor wist Jelle Wallays deze koers twee keer te winnen en is Casper Pedersen de meest recente naam op de erelijst. De Tour de France komt hier zeker niet jaarlijks langs, het is voor het eerst sinds 2013 dat we terugkeren naar Tours. In 2013 reden we van Tours naar Saint-Amand-Montrond, het zou een spectaculaire waaierrit worden. De mannen van Belkin en de mannen van Contador reden het peloton aan stukken, Bau en Lau pakten meer dan een minuut op Froome. Hadden ze achteraf niets aan, maar het was een vermakelijke rit. Die rit werd gewonnen door Cavendish, de groep was zo klein dat Mollema in deze sprint zelfs derde kon worden. We rijden tijdens deze rit ongeveer dezelfde kans op, daarom roept Thierry Gouvenou al maanden dat we met waaiers te maken gaan krijgen tijdens deze rit. In een verder verleden won Tom Boonen in Tours. We spreken over het jaar 2005, toen kon Wuyts weer eens met een stijve pielemuis de commentaarcabine van een hogere luchtvochtigheid voorzien. Die eer was in 2000 weggelegd voor de equipe van de NOS, want toen won ONZE Leon van Bon in Tours. Het roadbook krijgt dan weer een klein stijfje van Thierry Marie, want die wist in 1992 te winnen in deze stad, door in de laatste kilometer aan te vallen en het peloton net voor te blijven. Uit Tours zijn ook een aantal wielrenners afkomstig, Jeremy Roy bijvoorbeeld. Reed z'n hele leven voor FDJ, maar is inmiddels met pensioen. Cyril Lemoine komt ook uit Tours, voor hem wordt het een zure dag. Hij deed mee aan de Tour, maar op de eerste dag lag hij er meteen uit. Flinke snee in z'n nek, arme drommel. De onvoorstelbare klootzak Jonathan Hivert komt ook uit deze omgeving, hij is geboren in Chambray-lès-Tours, een voorstadje van Tours. En dan hebben we ook nog Philippe Mauduit, ploegleider van FDJ, afkomstig uit Tours hoor. Tot zover alle randdetails, nu even wat info over de stad zelf. Als je hier bent moet je door de Rue Colbert lopen, de hoofdstraat van het middeleeuwse Tours. Aan de Place Foire le Roi liggen enkele 15e-eeuwse huizen. In 'À la Pucelle armée' zou Jeanne d'Arc in 1429 haar wapenrusting hebben laten maken. Er is de abdijkerk St. Julien met mooie moderne gebrandschilderde ramen. Het Hôtel Goüin is een goed voorbeeld van Italiaanse renaissance-architectuur in Frankrijk. Voorts is de Place Plumereau een gezellig plein; de voorgevels van de huizen zijn na de Tweede Wereldoorlog gerestaureerd. Dan hebben we ook nog de Cathédrale Saint-Gatien, die werd gebouwd van de dertiende tot de zestiende eeuw. Het koor is vroeggotisch, het schip hoog-gotisch, en de voorgevel is gebouwd in de flamboyant-gotische stijl. De twee torens begon men in romaanse stijl, vervolgde men in gotische stijl, en bekroonde men in renaissance-stijl. Desondanks is de St. Gatien bijzonder harmonieus. De St. Gatien is beroemd om zijn ramen. Deze dateren uit de dertiende eeuw (koor), veertiende eeuw (roosvenster) en vijftiende eeuw (schip). Het Musée du Campagnonnage toont meesterwerken, die gezellen moesten maken om als handwerksman aan de kathedralen te mogen gaan werken. Wikipedia bedankt.




Ook in Tours weer vakwerkhuisjes, op dat gebied worden we wel verwend. In Tours staat ook nog een kasteel uit de 11e eeuw, maar eerlijk gezegd komen we buiten de stad een paar fraaiere exemplaren tegen. De renners gaan van start langs de Loire en rijden in de eerste meters van de rit langs dit kasteel. De neutralisatie is relatief kort ditmaal. We verlaten Tours al vrij snel, steken over naar de andere kant van de Loire en gaan op een brede weg van start. De eerste vijf kilometer van de rit gaat het volledig rechtdoor, een beetje op en af. We fietsen langs heel veel fraaie gebouwen, waaronder het kasteel van Moncontour. We komen uit in het dorpje Vouvray, waar een bocht naar rechts ligt. Vluchtheuvels ook, hoort erbij in een dorp. Eén kilometer later komen we uit bij een rotonde, waar het naar links gaat. Hierna rijden de renners twee kilometer door en lege omgeving, op weg naar de volgende rotonde. Hier slaan we rechtsaf, waarna het anderhalve kilometer rechtdoor gaat richting Vernou-sur-Brenne, waar de volgende rotonde ligt. Naar links, en dan zes kilometer rechtdoor. Na een tocht langs uitgestrekte grasvelden komen we uit in Chançay, waar de weg iets smaller wordt. In het centrum slaan we rechtsaf, een scherpe en smalle bocht. Hierna rijden we vier kilometer verder naar Noizay, het gaat eerst een kilometertje omhoog aan een procent of vier. Een van de weinige klimmetjes van de dag, aan het hoogteverschil gaat het vandaag niet liggen. Na dit klimmetje dalen we kort af richting Noizay, met een paar bochtjes onderweg. Bijna beneden komen we wat versmallingen tegen, daarna slaan we in het centrum van Noizay linksaf. Vervolgens gaat het een kilometer of vijf redelijk rechtdoor, een licht bochtige weg die wel zo goed als vlak is. Veel open terrein, aan het eind van deze weg komen we uit in Nazelles-Négron. Hier slaan we in het centrum, waar het weer wat smaller is, rechtsaf, op weg naar Amboise. Een kilometer of drie weer vooral rechtdoor tussen de weilanden in, met onderweg wel nog een rotonde. Uiteindelijk slaan we linksaf en even later gaat het naar rechts, waarna we weer over de Loire rijden. Aan de overkant van het water zien we Amboise liggen, een stad met een verhaal. Halverwege de brug rijden we over een eilandje, dat ze helemaal vol hebben gegooid met huisjes, ook wel opvallend. Maar niet zo opvallend als Amboise, waar het lokale kasteel meteen de show steelt. De bekendste periode van Amboise was toen Lodewijk XI en Karel VIII hier woonden. Frans I woonde sinds zijn jeugd in Amboise. Die verbleven wel eens in dat kasteel, buitenverblijfje. Er is ook nog een ander kasteel in de stad, Clos Lucé, waar Leonardo da Vinci een tijdje heeft gewoond. Da Vinci overleed ook in dit kasteel en ligt nu begraven in de Chapelle Saint-Hubert, gelegen op het terrein van het koninklijk kasteel. In dat andere kasteel, Clos Lucé, zit nu een museum over het leven en werk van Leonardo da Vinci.



Na 27 kilometer fietst het peloton door Amboise, een plaats die dus wel deftig de moeite waard is. Zodra we over de Loire zijn gereden slaan we rechtsaf, even later slaan we linksaf en dan rijden we over een behoorlijk smalle weg twee kilometer vals plat omhoog aan een procentje of drie. Irritant weggetje wel, want het is niet continu smal, paar meter breed en dan weer een nieuwe versmalling. Buiten het centrum wordt het wel weer breder, waarna we boven op het klimmetje uitkomen bij een rotonde. Hier gaat het naar rechts, vervolgens fietsen we zes kilometer min of meer rechtdoor over een brede en vlakke weg. Na een tijd loopt het wat vals plat naar beneden, met onderweg ook nog een bocht naar links. We komen uit in L Croix-en-Touraine, waar flink wat vluchtheuves liggen. Hier slaan we in het centrum linksaf, waarna we toch al snel een kilometer of 30 dezelfde weg gaan volgen. Dat wil niet zeggen dat het 30 kilometer rechtdoor gaat, nee, verre van. We gaan de komende kilometers door heel wat dorpjes rijden, waar het steevast bochtig en vluchtheuvelig zal worden. Een van die dorpjes is Chenonceaux, waar we buiten het dorp het prachtige kasteel van Chenonceau, zonder x, vinden. Het is een van de meest bijzondere kastelen van het Loiregebied omdat het kasteel over het water van de rivier de Cher ligt en het bezienswaardige en goed onderhouden tuinen heeft. Het kasteel is in privébezit en is het hele jaar geopend. Bezoekers kunnen gebruikmaken van een audiotour met een iPod. Een iPod, om te gieren. Dit artikeltje op Wikipedia kan wel een update gebruiken, zou je zeggen. Het dorpje Chenonceaux zelf is ook wel mooi, al is de passage in het centrum iets te bochtig naar mijn smaak. Buiten Chenonceaux rijden we naar Chisseaux, waar het dan weer bochtig wordt. Ook wat drempeltjes hier, opletten Geraint. Tussen de dorpen in gaat het volledig rechtdoor langs het spoor, terwijl we onweg het departement Indre-et-Loire in ruilen voor het departement Loir-et-Cher. Hier is het eerste dorp dat we tegenkomen Chissey-en-Touraine, waar ook weer een kasteel staat. Nadat we even later over het spoor zijn gereden fietsen we Montrichard-Val-de-Cher binnen, na 50 kilometer koers. Lekker bochtige passage weer hier, maar gelukkig weinig andere verkeersremmers.



Voorbij Montrichard rijden we langs La Magnanerie, site troglodytique. Geniale naam wel. In de heuvels langs het parcours heeft men in het verleden heel wat rotsen uitgehakt. Er zijn rotswoningen te bewonderen, even derderop hebben ze dan weer een hoop champignons gekweekt in de grotten. Heel sick allemaal, die troglodieten konden wel wat. We rijden ver langs het spoor over een weg die vrij beschut is. De komende 15 kilometer gaat het vooral rechtdoor over een brede weg, maar we komen onderweg toch ook weer wat dorpjes tegen. De dorpjes zijn vervelend vanwege de verkeersremmers en verder is het een vlakke en rechte tocht tot in de buurt van Noyers-sur-Cher. We komen onderweg nog wat Gallo-Romaanse ruïnes tegen en zien dat het terrein wat meer open wordt aan het eind van deze tocht, waarna we eindelijk weer wat avonturen gaan beleven als we een rotonde tegenkomen. Voorbij deze rotonde zien we in de verte een aantal lelijke silo's naast elkaar staan, hier gaat het naar rechts. We komen hierna weer uit bij een rotonde, waar we rechtsaf slaan om vervolgens over de Cher te rijden. Aan de andere kant van de rivier ligt Saint-Aignan, een plaats die vergelijkbaar is met Ambroise. We zien weer een kasteel het beeld domineren, straffe kost. In Saint-Aignan slaan we linksaf, even later rechtsaf en dan beginnen we aan het enige gecategoriseerde klimmetje van de dag. De Côte de Saint-Aignan, twee kilometer aan 4%. De weg naar de top van dit klimmetje van vierde categorie is breed en loopt via een aantal bochten eerst door het plaatsje Saint-Aignan omhoog. Aan het eind van dit nietszeggende klimmetje, waarvan we de top na 72,5 kilometer ronden, komen we twee rotondes tegen, bij de tweede slaan we rechtsaf en begint een korte afdaling van een kilometer of twee. Een bochtige afdaling over een brede weg, richting een dierentuin. Beneden rijden we langs de ingang van het ZooParc de Beauval. Deze dierentuin, opgericht in 1980, beschikt over meer dan 3.000 dieren op een grondgebied van 35 hectare, waarmee het een van de grootste dierencollecties van Frankrijk en Europa heeft. Beauval was vaak de eerste dierentuin in Frankrijk die een bepaalde diersoort in zijn collectie had. Het was bijvoorbeeld de eerste dierentuin met witte tijgers en witte leeuwen. Nou, leuk, maar tegenwoordig vinden we dierentuinen natuurlijk stom. Arme beesten.



Voorbij de dierentuin rijden we een kilometer of zes over een bochtige en glooiende weg. Een beetje op en af, zonder dat er noemenswaardige hoogteverschillen vallen te ontwaren. Het terrein is afwisselend heel open en bosachtig, voor zover het wat uitmaakt want het heeft er niet direct schijn van dat het hard gaat waaien. Na de bochtige weg volgt een volkomen rechte tocht van acht kilometer tot in Nouans-les-Fontaines over een weg die we voor het gemak breed en vlak noemen. In het centrum van Nouans slaan we linksaf, direct weer rechtsaf en dan gaat het zeven kilometer volledig rechtdoor over een brede en lichtjes vals plat omhoog lopende weg naar Écueillé. Het terrein is hier volledig volkomen open, maar ik vrees dat we er weinig aan gaan hebben. In Écueillé slaan we scherp linksaf, na deze bocht rijden we over een iets smallere weg langs de kerk, hier liggen nog een paar bochten. Al snel wordt het weer vlak en dan rijden we van Écueillé naar de tussensprint in Luçay-le-Mâle. Het gaat weer eens zeven kilometer rechtdoor, langs de lege velden van Midden-Frankrijk. Vervolgens komen we wat bochtjes en ook wat kleine hoogteverschillen tegen, maar de weg richting de tussensprint mag alsnog makkelijk genoemd worden. De tussensprint volgt na 104 kilometer in Luçay-le-Mâle, een klein dorpje waar ze om onverklaarbare redenen toch over genoeg geld beschikken om zich een tussensprint te kunnen veroorloven. Voorbij de tussensprint rijden we verder door het dorpje, in licht dalende lijn. Rotonde richting het eind van het dorp en dan komen we nog een paar bochten tegen. Even later gaat het weer gewoon rechtdoor, zoals het hoort. Weer veel open terrein, maar er volgt ook een passage door een bos. Tien kilometer rechtdoor tot in Valençay, min of meer. Hier komen we na 114 kilometer uit, waarbij we direct langs het hoogtepunt van het dorp rijden. Een kasteel met een Wikipediapagina waar een paard de hik van krijgt. Het Kasteel van Valençay (Frans: Château de Valençay) is een kasteel in de gemeente Valençay, in het departement Indre in Frankrijk. Het was eerst eigendom van John Law, later van Charles-Maurice de Talleyrand. Hoewel het kasteel in de provincie Berry staat, is de architectuur vergelijkbaar met de renaissancekastelen van het Loiredal, met name het Kasteel van Chambord. Het landhuis werd geprezen als "een van de mooiste op aarde" door George Sand, die er ook op wees dat "geen koning een meer schilderachtig park bezit". Sedert 24 september 1975 staat het op de lijst van 'historische monumenten'. Nou, ik bedoel maar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een deel van de kunstwerken uit het Louvre hier bewaard, kun je nagaan. In het departement Indre is ook wel een goede toevoeging, we bevinden ons al een aantal kilometer in dit departement en we gaan ook gezellig in de Indre blijven tot de finish.



Het is nog minder dan 50 kilometer fietsen tot de finish en vanaf dit moment zou het helemaal spannend worden, als het zou waaien. We rijden door dezelfde regio als in 2013, toen we naar Saint-Amand-Montrond gingen. Toen waaide het, dus was de gedachte dat het nu vast ook wel zou gaan waaien. Nou, nee, jammer. Nooit gokken op het weer, gewoon een mooi parcours bouwen dat prima is ongeacht het weer. Enfin, in Valençay pakken we een paar bochten mee. De weg is breed, maar omdat het hier in het centrum tijdelijk naar beneden loopt moeten we toch maar even opletten. Zodra we de stad verlaten loopt het een klein beetje omhoog, waarna de weg vrij snel weer recht wordt. Eigenlijk gaat het nu 20 kilometer volledig rechtdoor, met alleen een paar flauwe bochten onderweg. De eerste tien kilometer loopt het een beetje vals plat omhoog, maar dat zal amper merkbaar zijn. Nee, recht, breed en vlak. Het terrein is ook hier weer volledig open, alleen maar akkers en weilanden in beeld. Als het hier had gewaaid, ja, dan was het wel wat geworden. Maar we weten hoe het werk: kinderen die vragen worden overgeslagen. Al rijden we ook weer niet continu door open terrein, we fietsen ook wel een tijdje door het bos. Geen dorpjes, dit is toch een vrij leeg deel van Frankrijk. Pas na 136 kilometer koers komen we weer in een dorpje uit, te weten Levroux. Hier komen we in het centrum een paar bochtjes tegen, maar eigenlijk valt de doortocht hier wel mee. Weinig gevaar, op het oog. Volgens Wikipedia is Levroux een typisch Frans stadje. De stad herbergt een mooi middeleeuws erfgoed: de Collégiale Saint-Sylvain (13e eeuw) met zijn magnifieke orgel, dat dateert uit 1502 en daarmee het oudste kerkorgel in Frankrijk is. Ook La porte de Champagne (1435-1506), Maison de Bois (15e eeuw) zijn stuk voor stuk geklasseerde historische monumenten. Het Château de Levroux is een kasteelruïne, ook nog wel enigszins de moeite waard. Leerlooierijen en perkament, dat waren vroeger de economische drijfveren in dit dorp. Nu mogen de mensen genieten van de koers.



Buiten Levroux krijgen we te maken met het merkwaardige fenomeen dat de weg 15 kilometer volledig rechtdoor gaat. Alles met het oog op mogelijke waaiers, maar de wind lijkt de organisatie in de steek te gaan laten. Het is nog 24 kilometer fietsen tot de finish, de eerste 15 daarvan gaat het dus volkomen rechtdoor. De weg is zo goed als vlak, het glooit af en toe heel lichtjes. Het is enorm breed, enorm recht. Er staan toch ook wel redelijk wat bomen langs de kant van de weg, maar met zoveel ruimte ertussen dat we het terrein toch gewoon open noemen. Voor zover het wat uitmaakt, tenzij het ineens tóch gaat waaien. Dan krijg je hier een nerveus gedoe, niet normaal. Akkers, akkers, eindeloze akkers. Rechtdoor, immer geradeaus. Aan het eind van dit eeuwigdurende stuk rechtdoor komt het peloton uit bij een flinke rotonde, we zijn nu al bijna in Châteauroux. Na deze rotonde gaat het volledig, volkomen, helemaal, absoluut rechtdoor tot op iets meer dan vier kilometer van het eind. Het enige verschil is dat we de open velden verlaten en door een buitenwijk van Châteauroux fietsen. Op die dikke vier kilometer van de finish komen de renners uit bij een kruispunt, waar ze schuin naar links moeten. Hier ligt een vluchtheuvel, die hopelijk voor de gelegenheid wel wordt weggehaald. Ze rijden nu via een straatje met een flauwe bocht naar rechts lichtjes naar beneden richting een rotonde die op exact vier kilometer van de streep gaat volgen. Bij deze rotonde moeten we rechtdoor, staat er, maar ook hier gaat het toch weer lichtjes schuin naar links. Vluchtheuvel voor en na de rotonde, een heikel punt. Na deze rotonde rijden we rechtdoor, vals plat omhoog. Op 3,5 kilometer van de finish rijden we over een brug, waar de weg net een paar centimeter smaller wordt. Langs de kant van de weg staat het zoveelste kasteel van de dag, het Château Raoul. Aan de andere kant van de Indre loopt het weer wat vals plat omhoog, vrij snel komen we de volgende rotonde tegen. Hier gaat het naar links, zoals je ondertussen kunt merken wordt het na een eeuwigheid rechtdoor te hebben gereden ineens toch nog een technische rit. Weer een rotonde met vluchtheuveltjes, weer een gevaarlijk punt dus. We rijden de laatste drie kilometer binnen en het eerste wat we tegenkomen is, jawel, een rotonde. Deze moet langs de linkerkant genomen worden, wat sowieso de meest praktische kant is. Alsnog een scherpe bocht, vooral bij het verlaten van de rotonde. De weg loopt nu redelijk rechtdoor tot op iets meer dan twee kilometer van het eind, al pakken we tijdens dit stuk wel een kleine chicane mee. Na de rotonde zaten we aan de linkerkant van de weg, eigenlijk aan het spookrijden, bij een kruispunt steken we over naar de rechterkant van de weg. Aan het eind van deze weg slaan we vrij scherp rechtsaf, een weg in die in het dagelijks leven een stuk smaller is omdat er paaltjes staan. Als ze die eventjes weghalen is het gewoon een brede weg, die we volgen tot op anderhalve kilometer van het eind. We slaan op dit punt rechtsaf een brede bocht door en rijden daarna rechtdoor naar de finish. De weg, waar in het dagelijks leven wel wat paaltjes staan, loopt in het begin wat vals plat omhoog. Dat stelt niet veel voor, maar het is wel weer zo'n punt waar je je treintje net iets te vroeg kunt oproken. Het wordt weer vlak, waarna het zelfs lichtjes naar beneden loopt richting de allerlaatste meters van de rit. Helemaal aan het eind gaat het nog omhoog richting de finish, weten we de ophef toch nog te ontwijken.



De rit eindigt in Châteauroux, een gemeente en stad in het Franse departement Indre (regio Centre-Val de Loire), waar ongeveer 43.500 mensen wonen. Geen grote stad, maar alsnog de grootste stad van het departement. De tweede grootste stad van de historische provincie Berry, het is maar dat je het weet. Het wordt de vierde keer dat hier een Tourrit aankomt. In 1998 debuteerde Châteauroux, de vijfde rit met vertrek in Cholet zou in een massasprint eindigen die werd gewonnen door Mario Cipollini. Tien jaar later keerde de Tour terug naar Châteauroux, weer zou de vijfde rit vertrekken in Cholet en eindigen in een massasprint in Châteauroux. Ditmaal won Mark Cavendish, het was zijn allereerste zege in de Tour. Drie jaar later keerde de Tour weer terug, ditmaal zou het de zevende rit zijn met vertrek vanuit Le Mans. Wéér wist Mark Cavendish de massasprint te winnen. Een aankomst in Châteauroux eindigt dus automatisch in een massasprint gewonnen door iemand met de initialen M.C., waardoor de kans heel groot lijkt dat Mark Cavendish voor drie op een rij gaat. Mocht dit niet het geval zijn kunnen we altijd nog gokken op een onverwacht sterke sprint van Magnus Cort, een late uitval van Mattia Cattaneo of een succesvolle vlucht van Maxime Chevalier. Châteauroux beschikte ooit over een eigen profkoers, de Châteauroux Classic de l'Indre - Trophée Fenioux. Deze wedstrijd werd in 2014 gewonnen door Iljo Keisse, daarna besloten ze dat het tijd was om er gewoon maar mee te stoppen. Alle begrip voor. Een renner uit Châteauroux is Michel Dejouhannet, hij won in 1959 een rit in de Tour. Marcel Dussault hebben we ook nog, die won in de jaren daarvoor zelfs drie ritten in de Tour. Uit recentere tijden is Kévin Sireau afkomstig, een baanrenner die op de teamsprint nog wel eens wat medailles won, zelfs op de Olympische Spelen. Ze hebben een voetbalclub die actief is in Ligue 2, LB Châteauroux. La Berrichonne, voluit. Nou, doe er je voordeel mee. In de stad staat een kasteel, dat we in de finale passeren. Château Raoul, uit de 10e eeuw, al schijnt het een paar eeuwen later nog eens grondig verbouwd te zijn. Het oude stadhuis zou de moeite waard moeten zijn, daarnaast is er het Couvent des Cordeliers. Een oud klooster met een fraaie tuin. Het klooster doet tegenwoordig dienst als museum, moderne kunst en dat soort onzin. Aan de overkant van de straat vinden we een ander museum, het Musée Hôtel Bertrand. Generaal Bertrand woonde hier, die vocht gezellig mee met Napoleon en is daarom bekend geworden. Hij werd geboren in het lokale kasteel, het zat hem allemaal wel mee dus. Châteauroux kent ook een Amerikaanse geschiedenis. Tussen 1951 en 1967 was het lokale vliegveld een luchtmachtbasis van de Amerikanen. 10.000 Amerikanen waren hier gestationeerd, waardoor het een halve Amerikaanse stad werd. Sinds kort is er daarom een nieuw museum uit de grond gestampt, het US Museum. Ongetwijfeld leuk voor de verdwaalde Amerikanen die hier wellicht ooit passeren.



Nu ik de oude beelden nog eens bekijk is het vandaag gewoon dezelfde aankomst als in 1998, 2008 en 2011, dat is wel lekker knip- en plakwerk zeg. In 2008 werd de arme Nicolas Vogondy, uit deze regio afkomstig, pas op 200 meter van het eind ingehaald. In 1998 waren we dan weer getuige van een chute in de finishstraat, minder fraai. Maar goed, door naar 2021. "Normaal gesproken is het in de zomermaanden zo dat de wind op het laatste deel van het parcours vanuit de linkerflink komt." Famous last words van Thierry Gouvenou. In startplaats Tours wordt het 25 graden, het wordt zomaar een keer lekker weer. Er is amper kans op regen en het gaat niet waaien. En in Châteauroux dan? Nee, ook niet. Daar wordt het 24 graden, minieme kans op regen en geen wind. Ook niet vanuit de linkerflank. Niets, nada, noppes. Stiekem toch wel het droomscenario. Een parcours in elkaar steken waarbij je iedere keer afhankelijk bent van de wind en dat de wind dan niet op de afspraak is, genieten. Sta je dan, met je kloteparcours. WeerGODEN. Jammer Thierry, volgend jaar beter. Geen waaiers, helemaal niks. Dus wordt het een enorm kansloze saaie sprintersrit, Thijsje Zonneveld hangt alvast met z'n lul op de letter z van zijn toetsenbord. Deze rit, die dus het aanzien niet waard zal zijn, begint om 13:55. Na een neutralisatie van tien minuten vertrekken we om 14:05 definitief. Een laat vertrek, want de sprintersritten moeten korter. Op zich mee eens, absoluut. Daardoor wel integraal te bewonderen bij de Belg, die zijn er meteen bij. De NOS blijkbaar pas om 15:00, maar dat maakt vandaag bijzonder weinig uit. De PLAYER is er uiteraard ook meteen bij, voor de fans van Jan en Bobbie. Eurosport 2 ook, maar dat heeft niemand. We verwachten de aankomst tussen 17:26 en 17:46 en je bent een ontzettend domme lul als je voor 17:00 zit te kijken.



Als het niet gaat waaien wordt dit gewoon een massasprint. Eentje zonder veel gedoe, want het is een makkelijke rit zonder veel gevaarlijke obstakels in de finale. De laatste kilometers zijn iets technischer, maar voor zover het tegenwoordig nog lukt een veilige finale te organiseren in het centrum van een grote stad is dit nog een behoorlijk goede poging. Wel benieuwd hoeveel renners interesse hebben om in de vlucht van de dag te zitten. Een paar dagen terug slaagde Van Moer bijna in zijn poging, vooral ook omdat de controle in het peloton toch ver te zoeken was. Dat zou nogal wat mannen kunnen inspireren om vandaag een poging te wagen. Korte rit ook maar, dus die inspanning kan er wel vanaf. Maar oké, we gaan er maar vanuit dat ze in het peloton geleerd hebben van dinsdag en dat het een massasprint wordt.
1. Cavendish. Ja, goh. Won hier in 2008 en in 2011, het zou crimineel zijn om een andere naam te noemen. Dit is zijn stad. Zou waarschijnlijk ook wel behoorlijk uniek zijn als hij drie keer op dezelfde plek wint, voor zo'n succes lijkt Parijs toch eerder een geschikte stad. Na de sprint van een paar dagen geleden is hij sowieso de favoriet. Nummertje 32 komt eraan, waar gaat dit eindigen?
2. Merlier. Je mag hopen dat ze bij Alpecin zo slim zijn om vandaag weer voor Merlier te gaan. Toch de rappere van de twee. Philipsen moet het eerder hebben van een lastigere aankomst, en deze aankomst is totaal niet lastig. Dus, Merlier. Simpel, eigenlijk. Als ze hem goed afzetten kan hij ook zomaar winnen, maar dat gaat niet altijd lukken dus houden we het vandaag op een tweede plaats.
3. Van Aert. Wout gaat weer sprinten, heeft ie gezegd. Nou, dan eindigt ie ook meteen vooraan. Niet helemaal vooraan, want gisteren bleek wel weer dat de hoogvorm er nog niet is. Massasprintjes regelen zal daarom ook een moeilijker verhaal worden dan vorig jaar.
4. Bouhanni. Na een derde en een tweede plaats een eerste plaats? Nee joh, niet zo gek doen. Gewoon weer terug naar de ouderwetse vierde plaats. Is ook wel voldoende.
5. Sagan. Gewoon.
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
pi_200158157
Jasper Philipsen, je ben een eikel.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:23:54 #3
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200158158
Hahaha jaaaaaa.
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:23:58 #4
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_200158159
Alpecin :')
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_200158160
Niet gestolen hoor!
Ik hou van mij van mij van mij en van geen ander, want ik ben verreweg de leukste die ik ken!
pi_200158161
Hahaha philipsen _O-. Nog maar een keertje proberen, wordt mooi.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:05 #7
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200158162
Merlier had deze gewonnen
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:06 #8
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_200158164
Toch Philipsen _O-
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:07 #9
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_200158165
_O-

Cav
We have always been at war with Eastasia.
pi_200158169
Mooi man. Piti is ook blij.
pi_200158171
Toch Jasper, raar
pi_200158176
Geniale Wanty dubbelsprint van Alpecin. _O_

Philipsen die niet uit het wiel van z'n lead-out kan komen na al die grote woorden. _O-
Jack does it in real time...
pi_200158179
Laat Merlier maar gewoon weer sprinten.
  FOK!fotograaf donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:31 #14
842 Zorro
Z
pi_200158180
Cavendish bah
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
  Moderator donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:35 #15
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_200158184
Blijft bijzonder dat Cav dit weer kan.
pi_200158190
quote:
0s.gif Op donderdag 1 juli 2021 17:20 schreef Felagund het volgende:

[..]

Olympisch kampioen. :+
Ah, wist ik niet. Volg weg wedstrijd van OS niet altijd, wel tijdrit, MTB en triathlon..
[b] Op zondag 14 november 2010 18:11 schreef liesje1979 het volgende:[/b]
Zo is daar Godshand, met zijn sarcastische toon,
Die regelmatig een topic voorziet van spot en hoon.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:51 #17
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_200158192
Alpecin gooit hier wel even een paar etappekansen weg hoor.
  Redactie Sport donderdag 1 juli 2021 @ 17:24:55 #18
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200158194
Philipsen, hahaha waarom?
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200158195
Van Aert ook kansloos.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:25:00 #20
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200158197
Hier gooit Alpecin een zekere ritzege weg :')
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:25:00 #21
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200158198
quote:
1s.gif Op donderdag 1 juli 2021 17:24 schreef Slobeend het volgende:
Blijft bijzonder dat Cav dit weer kan.
Natuurtalenten vergaan nooit.
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:25:01 #22
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200158199
Wat was dit _O-

Philipsen jongen, geef je kansen gewoon aan Merlier
  donderdag 1 juli 2021 @ 17:25:12 #23
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_200158202
Alpecin :')
  FOK!fotograaf donderdag 1 juli 2021 @ 17:25:20 #24
842 Zorro
Z
pi_200158205
Laat Merlier sprinten, dan wint ie

Philipsen vreselijke jankbal
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
pi_200158208
quote:
1s.gif Op donderdag 1 juli 2021 17:24 schreef Godshand het volgende:

[..]

Ah, wist ik niet. Volg weg wedstrijd van OS niet altijd, wel tijdrit, MTB en triathlon..
Was een geweldige koers de wegrit.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')