abonnement Unibet Coolblue
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 03:34:00 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200103261
Etappe 3: Lorient - Pontivy, 182,9 km

Ik durf het bijna niet te zeggen, maar, jongens, wat blijft wielrennen toch een merkwaardige sport, hè? Na de eerste rit wisten we het zeker, dit is het definitieve einde van het tijdperk Mathieu van der Poel. Na de tweede rit is hij ineens weer de allerbeste wielrenner die ooit op een fiets heeft gezeten. Dat is wielrennen, en daarom blijven we kijken. Onderweg naar Mûr-de-Bretagne reed er een kleine kopgroep weg, met daarin de nu al vermoeiende act die we Ide Schelling moeten noemen. Hij ging het gevecht aan met Anthony Perez voor de bergpunten, achteraf gezien een behoorlijk nutteloos gevecht. Edward 'Bollie' Theuns was er ook bij, zonder dat hij daar een goede reden voor had. Het was een kansloze vlucht, de controle in het peloton was weer strak. Er gebeurde tijdens de rit eigenlijk helemaal niets, na de hectische eerste rit leek men toch wat geschrokken te zijn en opteerde men voor meer veiligheid en minder stress. Erg fijn, maar het werd wel een vrij gezapige rit daardoor. Pas aan het eind werd het leuk, in de buurt van de eerste klim van Mûr-de-Bretagne konden de ogen weer geopend worden. Toen werd het ineens wel nerveus, een sprint richting het klimmetje in het dorp voor de echte klim begon. Edward Theuns reed nog een tijdje samen met Jeremy Cabot voorop en ging er later alleen vandoor, zodat hij in ieder geval de prijs voor de strijdlust kreeg. Op de eerste van twee beklimmingen van Mûr-de-Bretagne was hij al een vogel voor de kat. Mathieu van der Poel had zich deze keer niet laten verrassen en zat nu goed van voren. Anderhalve kilometer van de top ging hij ineens in de aanval, typisch Mathieu. Dit doet hij altijd, aanvallen op een moment waarvan je weet dat het totaal kansloos is. Ik hinkte op dat moment op twee gedachten. Het had een wanhoopspoging kunnen zijn, of een klassiek staaltje zelfoverschatting. De Tour is natuurlijk een andere koers, waar andere wetten gelden. Dacht ik. Bleek niet zo te zijn. Hij nam de hele eerste klim van de Muur van Bretagne voor z'n rekening zo'n beetje en pakte op de top de bonificatieseconden mee. Een doel, jeetje, ze hadden bij Alpecin de boel zowaar voorbereid.

Op de top van de eerste klim sloot een klein groepje aan, met daarin bijna alle kleppers. Pogacar, Roglic, noem ze maar op. Even leken ze door te rijden, wat leuk was geweest. Te leuk, dus stopte men snel weer met trappen en sloot er weer een grote groep aan. De aanloop naar de tweede beklimming van de muur werd daardoor weer redelijk nerveus. Ineos besloot zich op kop te zetten, ze hadden nog zes man mee en die mochten zo ongeveer allemaal aan de bak. Ook de mannen van Alpecin-Fenix reden opvallend in beeld, Mathieu had nog drie knechten bij. Vlak voor de tweede en laatste beklimming van Mûr-de-Bretagne begon bepaalde Michal Kwiatkowski weer eens ouderwets het tempo. Daarna mocht Richie Porte het op de klim zelf overnemen, die tactiek van vier kopmannen bij Ineos komt er niet helemaal uit. Vooral niet omdat ze na gisteren eigenlijk nog maar één kopman hebben, aangezien Geraint Thomas mede door het hoge tempo van zijn eigen ploeg moest lossen. Terwijl Xandro Meurisse vooraan een versnelling plaatste met Formolo op het wiel had Thomas het al zwaar. Porte bleef toch maar rijden, tot Nairo Quintana ineens in de aanval ging. Van der Poel zat even verstopt, maar kwam ineens toch tevoorschijn en nadat niemand reageerde op Quintana besloot hij het dan maar zelf te doen. Amper 15 kilometer eerder al eens een aanval geplaatst, maarja, het is gene gewone. Nadat hij Quintana had bijgehaald zakte het tempo weer iets, waarna Sonny Colbrelli een poging waagde. Weer sprong Van der Poel op het wiel en achter hem konden alleen Pogacar en Roglic mee. Met ongeveer 900 meter te gaan reden ze met z'n vieren weg van de rest. Van der Poel keek achterom, zag dat er een gat was ontstaan en besloot meteen te demarreren. Totaal bizar, eigenlijk. Na de inspanningen die hij eerder had geleverd had dat niet meer moeten kunnen, maar hij kan het wel. De wetten van de Tour, überhaupt de wetten van het wielrennen, gelden soms niet voor hem. Tijdens de openingsrit wel, maar nu waren ze weer verdwenen. Hij vloog richting de ritzege, niemand kwam meer in de buurt. Ik gooi niet snel een foto in de intro, maar deze is te mooi en te betekenisvol om over te slaan. Bovendien ben ik natuurlijk gewoon een enorme fanboy, maarja, wie niet?



Het had tijdens de openingsrit al moeten gebeuren, de ultieme ode aan Poulidor, zijn opa. Dat lukte niet, hij was blijkbaar ook nogal nerveus. Nadat hij weer in zijn eigen shirtje mocht rijden viel de druk weg en waren de benen ineens weer terug. Met die wonderbenen deed hij iets wat ik nog niet vaak heb gezien. Een dubbele aanval, een paar counters, het is onvoorstelbaar. Het levert hem een ritzege op, pas zijn tweede dag in de Tour en meteen al een ritzege. Wat een groot succes weer, ook voor de ploeg. Alpecin-Fenix blijft boven zichzelf uitstijgen, enorm knap. Het leverde niet alleen een ritzege op, maar ook meteen de gele trui. Wat zijn opa nooit lukte is Mathieu nu wel gelukt, geel in de Tour. Dankzij de bonificaties die hij onderweg pakte, dankzij de aanval in de slotkilometer en dankzij de bonificaties aan het eind. Alaphilippe die toevallig net een mindere dag heeft, het kwam allemaal goed uit. De puzzel viel perfect in elkaar, wat een poëtische etappe. Romantiek bestaat nog, toch wel. De emoties na de rit waren wonderschoon, ik werd er zelf haast ook emotioneel van. De reacties van de andere renners waren ook mooi. Van der Poel, Alaphilippe en Pogacar zijn fan van elkaar, dat lijkt wel duidelijk te zijn. Maar, jemig, die emotie. Blij, maar ook verdrietig. Want wat had hij graag de Tour willen rijden terwijl zijn opa nog leefde. Dat was niet meer mogelijk, maar dit is het beste alternatief. Je denkt altijd dat hij je niet meer kan verrassen, maar dat weet hij iedere keer te logenstraffen. Een etappe voor de eeuwigheid, de emoties die hij met deze overwinning bij zichzelf en bij de hele wereld wist te ontlokken gaan niet snel overtroffen worden. Ook omdat Mathieu en Adrie van der Poel nu blijkbaar de eerste vader en zoon zijn die allebei het geel hebben gedragen, ook een bizarre statistiek. Woorden schieten verder tekort, we pinken nog maar een traantje weg. De Tour is nu al geslaagd, op naar Tokio.

Al kunnen niet alle renners zo denken. Thomas zal bijvoorbeeld een slechtere nacht hebben. Op een aankomst die hem zou moeten liggen verliest hij tijd. Niet veel, maar toch. Een slecht signaal. We mogen kijken naar Carapaz, Ecuador boven. Miguel Angel Lopez verloor ok wat tijd, verder ontbraken er weinig belangrijke jongens vooraan. Roglic en Pogacar lieten wel zien beter te zijn dan de rest. Wilco reed ook goed, maarja, die komt vanzelf wel weer wat tegen. Na twee lastige ritten met een paar lastige aankomsten, memorabele aankomsten ook, zou het nu wat rustiger moeten worden. We gaan de komende twee dagen sprinten, waarschijnlijk.




De derde rit gaat van start in Lorient, weer een stad waar we in 2018 ook al waren. Christian Prudhomme vertelde met een strak plassertje dat ze drie weken hadden kunnen koersen in Bretagne, zoveel dorpen en steden hadden interesse. Maar uiteindelijk komen we uit op de plaatsen waar we altijd uitkomen, dus in realiteit zal het allemaal wel meevallen. Enfin, Lorient is een havenstad met 57.000 inwoners in het zuiden van Bretagne, in het departement Morbihan. Lorient is altijd een van de belangrijkste havensteden van Frankrijk geweest en dat is tegenwoordig nog steeds zo. Zes havens, volgens het roadbook. Blijkbaar hebben ze hier de grootste vloot aan vissersboten. 130 boten, goed voor 3000 banen. Ze kunnen hier dus aardig vissen, maar dat is niet het enige waar men zich in Lorient in heeft gespecialiseerd. De marine zit hier ook, daarom werd er tijdens de Tweede Wereldoorlog hard gevochten in deze stad. Dat had tot gevolg dat een groot deel van Lorient veranderde in een puinhoop, maar ze hebben het grotendeels weer netjes opgebouwd. Tegenwoordig komen we in de haven van Lorient de Franse equivalent van de Navy SEALs tegen en dan hebben ze hier ook nog eens een oude basis voor duikboten liggen. Verder zou je Lorient kunnen kennen van het voetbal. Heel groot is de stad niet, maar ze hebben toch een club die actief is in Ligue 1. Het is sowieso een sportieve stad, daarom komt de Tour hier waarschijnlijk ook zo vaak langs. In 2018 ging hier een rit van start die zou eindigen in Quimper, waar we tijdens de openingsrit van deze Tour doorheen zijn gefietst. Sagan won toen, dat had je wel eens in die jaren. De laatste aankomst in Lorient dateert van 2006, toen Sylvain Calzati een vlucht succesvol wist af te ronden. Tussendoor ging er in 2011 ook nog een keer een rit van start in Lorient, die zou aankomen op Mûr-de-Bretagne, hey, dat kennen we. Andere oud-winnaars in Lorient zijn onder meer Santiago Botero en Jens Heppner. Volgens het roadbook is Warren Barguil de régional de l'etape, hij is afkomstig uit Inzinzac-Lochrist, een gehucht net buiten Hennebont. Hennebont ligt dan weer een kilometer of 15 ten noorden van Lorient, we zwaaien derhalve naar Wawa en familie. Het roadbook is ook erg trots op Jean-Yves Le Drian, hij is de Minister van Europa en Buitenlandse Zaken van Frankrijk. Afkomstig uit Lorient, jeetje. De hoofdstad van de keltische cultuur, vinden ze zelf. Daarom organiseren ze ieder jaar het Festival Interceltique de Lorient. Trekt blijkbaar nog behoorlijk wat bekijks ook.



De renners gaan van start in een van de havens van Lorient, er liggen in deze haven allemaal gezellige kleine schuitjes. Bij het Palais des Congrès gaat de rit officieus beginnen, we rijden vervolgens tijdens de neutralisatie een rondje door het behoorlijk lelijke centrum van Lorient. Je hebt hier trouwens ook nog een museum waar je alles kunt vinden over de geschiedenis van de Franse variant van de VOC, de Compagnie des Indes. Dit museum ligt wel aan de andere kant van de haven en is gevestigd in de citadel van Port-Louis. Komen we verder niet langs, we fietsen tijdens de neutralisatie mooi de ander ekant op. Buiten Lorient is die neutralisatie overigens nog steeds niet voorbij, er volgt ook nog een tocht door Lanester. Buiten Lanester gaat de rit officieel beginnen op een brede weg. Nadat Prudhomme heeft gezwaaid met een vlaggetje komen de renners vrij snel een rotonde tegen, even later rijden ze over de Pont du Bonhomme, waar naast de nieuwe brug de restanten van een bijzonder oude brug zijn te vinden. Fraai beeld, maar de renners zullen er weinig aandacht voor hebben. De eerste kilometers van de rit rijden we grotendeels over brede, vlakke en rechte wegen. Aanvankelijk komen we kort achter elkaar een stuk of drie rotondes tegen, daarna gaat het vooral rechtdoor verder in een bosrijke omgeving. Af en toe fietsen we door een dorpje waar wat vluchtheuvels en rotondes liggen, meer gaan we niet beleven. Na 15 kilometer koers rijden de renners over een kicken bruggetje, aan de andere kant van deze brug gaan we bij een rotonde schuin naar rechts. Hierna fietsen we weer vooral rechtdoor naar Erdeven, een dorpje waar flink wat obstakels liggen. Buiten dit dorp gaat het zes kilometer volledig rechtdoor tot aan het volgende dorp, Plouharnel. Hier komen we ook weer wat verkeersremmers tegen, paar rotondes ook en dingen. Buiten dit dorp is het een kilometer of acht fietsen richting La Trinité-sur-Mer, dit deel van de rit wordt iets bochtiger en glooiender, met tussendoor in Carnac ook weer een technischere passage. Langs het strand van Carnac Plage, waar ze een hekel aan auto's en dus ook fietsers hebben, voert de weg naar La Trinité-sur-Mer, een plaatsje aan de kust dat we na 37 kilometer gaan bereiken. De geboortegrond van de voormalig profs Auguste en Jacques Botherel. Die laatste opende na zijn carrière een winkel in Auray, het volgende plaatsje dat op ons programma staat. Lastige passage in La Trinité wel, de weg wordt smaller en het wordt een stuk bochtiger in de fraaie haven, waar we wel kunnen genieten van het mooie uitzicht. Aan de rand van het dorp rijden we via een bruggetje over het water, waarna we aan de andere kant koers gaan zetten richting Auray. Dit stuk van 10 kilometer bevat een rotonde of zeven, daarnaast komen we halverwege in het dorpje Crach weer heel wat vluchtheuvels tegen. Op deze elementen na is het poepie simpel tot in Auray, waar we na 49 kilometer passeren.



Auray was in de middeleeuwen een welvarende stad. Overblijfsels uit die tijd zijn te zien, de prachtige vakwerkhuisjes vallen meteen op. Bij Auray vond in 1364 een beslissende veldslag plaats in de successieoorlog van Bretagne tussen Jan van Monfort en Karel van Blois. Die laatste sneuvelde in de slag en de beroemde ridder Du Guesclin werd gevangen genomen. Ook gaaf natuurlijk. In de omgeving ligt Vannes, de pleisterplaats van voormalig prof Benoit Vaugrenaurd. Ook Sarzeau is niet ver van hier, daar waar iedereens favoriete voorzitter David Lappartient de burgemeester is. Over hem gaan we het nog vaker moeten hebben vandaag. Toch ook wel weer een lichtelijk technische passage in Auray, alles wat je verwacht in een Bretons dorpje. Buiten het dorp rijden we over een weg die wat rotondes en bochten kent naar Pluneret, waar we in het centrum linksaf slaan. Ook hier weer wat verkeersmeubilair, waarna we buiten het dorp een kleine drie kilometer rechtdoor rijden richting Sainte-Anne-d'Auray. Daar staat een kicken basiliek. De renners slaan in het dorp rechtsaf en rijden langs die basiliek, waarna ze bij een rotonde buiten het dorp linksaf slaan. Ook in deze plaats weer wat obstakels, gelukkig gaat het buiten de bebouwing een kilometer of vier rechtdoor over een brede weg door het bos. Lichtelijk vals plat omhoog, maar aan het hoogteverschil ligt het voorlopig niet. In de omgeving van Plumergat slaat men rechtsaf bij een rotonde, na deze bocht volgen we dezelfde weg zes kilometer tot in Grand-Champ. Aan het eind van deze weg volgt er zowaar een klimmetje, vlak voor we Grand-Champ bereiken gaat het warempel een kilometer omhoog aan 7%. Na dit klimmetje wordt het weer lekker bochtig in het dorp zelf, waar enkele huizen over een zieke mural beschikken. Heel wat rotondes in deze omgeving, het loopt ook nog even wat vals plat omhoog. Verder gaat het weer een kilometer of tien vrij vlak zijn, onderweg naar de eerste gecategoriseerde klim van de dag. In dit stuk van tien kilometer rijden we eerst over een brede weg, maar nadat we een van de vele rotondes tegenkomen slaan we rechtsaf en gaat het over een iets bochtigere en smallere weg verder naar Locmaria en Locqueltas en allemaal van dat soort dorpjes met vervelende namen. Rotondes genoeg in deze dorpjes, behalve dat het vlak is zal het dus ook weer niet helemaal eenvoudig zijn. Buiten Locqueltas gaat het wel wat meer over een brede en rechte weg verder naar Plaudren. Twee bochten, en dan vijf kilometer rechtdoor in het bos. In Plaudren slaan we linksaf en gaan we op weg naar Plumelec, een bekende naam.




Na de bocht naar links in Plaudren gaat het twee kilometer vals plat omhoog, daarna volgt er een afdaling van een kilometer of vier richting Cadoudal, een gehucht net buiten Plumelec. Deze afdaling zou bekend kunnen zijn voor sommige renners, want in de Tour van 2015 werd er een ploegentijdrit afgewerkt tussen Vannes en Plumelec. Die ploegentijdrit eindigde op de Côte de Cadoudal, de klim waar we binnen de kortste keren aan gaan beginnen. De afdaling richting de voet van de klim is niet zo lastig, pas aan het eind komen we twee lastige bochten tegen. Het gaat eerst lang naar links, daarna moeten we rechtsaf slaan, waarna we over een bruggetje rijden waar het net wat smaller is. Aan de andere kant van dit bruggetje loopt de weg direct omhoog en is de Côte de Cadoudal begonnen. De klim was volgens de organisatie in 2015 1,7 kilometer lang aan 6,2% gemiddeld, in 2021 is het klimmetje van de vierde categorie 1,7 kilometer lang aan 6,3% gemiddeld. Klein verschil, maar toch altijd geneig om te zien. Eigenlijk is de klim twee kilometer lang, maar goed, zo halverwege de rit zal het weinig uitmaken. Het eerste deel van dit klimmetje gaat het rechtdoor omhoog. Een stukje aan 6,6%, daarna 500 meter aan 5,8% en het zwaarste stuk komt net na het passeren van de boog van de laatste kilometer. 500 meter aan 7,2%, met nog een paar bochten erbij. In de laatste kilometer een makkelijke bocht naar links en op een meter of 300 van de top nog een scherpere bocht naar rechts. Dit laatste stuk is minder steil, nog maar een procentje of twee. We finishen ergens in het midden van het niets, buiten Plumelec. Deze stad is bekend met de koers. In 2015 eindigde hier dus een rit in de Tour, maar jaarlijks wordt er de GP Plumelec verreden. De président van deze koers is David Lappartient, dit Franse potentaatje heeft overal een vinger in de pap. Daarom is het ook een 1.Pro koers geworden, ofschoon er buiten Frankrijk niemand een neuk geeft om deze koers. Cosnefroy is voorlopig de laatste winnaar van deze koers, die ook altijd op de Côte de Cadoudal eindigt. Tevens werd hier in 2016 het Europees kampioenschap verreden, met Peter Sagan als winnaar. Met de goede connecties dankzij Lappartient krijg je een hoop voor elkaar, blergh. Enfin, na 91 kilometer zijn we boven en fietsen we door het erg lelijke Plumelec. Grijs is de enige toegestane kleur hier. Kleine chicane in het centrum, vervolgens fietsen we een kilometer of 15 over een vrij brede, rechte en vlakke weg naar Josselin. Een makkelijk deel van de rit, we fietsen afwisselend door het bos en langs wat weilanden. Vlak voor we Josselin bereiken verlaten we wel even kort de doorgaande weg, om redenen die mij onduidelijk zijn. We zouden gewoon de doorgaande weg kunnen volgen, in plaats daarvan slaan we in Guégon linksaf en pakken we in een kilometer tijd vier te voorkomen bochten mee. Het loopt eerst nog wat omhoog, daarna gaat het licht naar beneden terug naar de doorgaande weg. Bochtje naar links en dan zijn we weer terug daar waar we horen, op weg naar Josselin. Vlak voor we dit stadje bereiken komen we twee rotondes tegen, na de tweede rotonde volgt er een korte afdaling naar de Oust. Deze afdaling kan vooral gevaarlijk worden omdat er wegversmallingen zijn aangebracht, verder rijden we op een vrij normale manier naar beneden. Na 108 kilometer steken we de Oust over en genieten we van het kasteel van Josselin, amai.



Prachtig kasteel, dat in vroegere tijden blijkbaar nóg imposanter is geweest. Josselin heeft ook een leuk centrumpje, met vakwerkhuisjes en een fraaie basiliek. Het is ook een plaats waar de vrouwtjes wel eens mogen fietsen. Meestal gaan ze dan naar Plumelec, waar La Classique Morbihan eindigt. De mannen hebben daar geen boodschap aan, zodra de renners het kasteel zien slaan ze linksaf en rijden ze over een vervelende weg door Josselin. Paar bochten, wat versmallinkjes en aan de rand van het plaatsje een rotonde. Hier gaat het schuin naar rechts, vervolgens slaan we bijna meteen linksaf een andere weg in. Die weg mogen we tien kilometer gaan volgen. Het is een brede en rechte weg, die zes kilometer lang volledig vlak is. Daarna gaat het vier kilometer vals plat omhoog, de eerste kilometer gaat het zelfs iets meer dan vals plat omhoog. Daarna valt het wel mee, terwijl we door een landelijke omgeving rijden. Wel wat vluchtheuvels hier, verder een weinig verheffende weg. Al komt er nog wel wat spanning en sensatie aan, want aan het eind van dit lange stuk rechtdoor volgt de tussensprint van de dag na 118 kilometer koers. Tussen de akkers in gaat er ter hoogte van La Fourchette gesprint worden, ik kan niet wachten. Voorbij de tussensprint slaan de renners linksaf een andere weg in, die net iets minder breed is. Deze weg volgen we de komende 17 kilometer, het worden niet de meest spannende kilometers van de rit. De weg is iets bochtiger en vertoont soms ook wat glooiing, maar veel maken we niet mee. Hoewel we wel door Radenac gaan fietsen, het dorp van Jean Robic. Dit mogen we toch wel een legendarische wielrenner noemen. In 1947 won hij de Tour de France en in 1950 werd hij de allereerste wereldkampioen veldrijden. In Radenac zijn ze maar wat trots op hem, het eerste wat je ziet als je het dorp binnenfietst is een vlag met daarop de gevleugelde tekst Cite de Jean Robic. Groot coureur, maar in in 1980 kwam hij om het leven door een ongeval, waarbij hij met zijn auto onder een geparkeerde oplegger terechtkwam. We fietsen niet zonder reden door Radenac, want Robic zou dit jaar 100 zijn geworden. Buiten Radenac komen we wat verkeersmeubilair tussen, verder gaat het hierna een kilometer of tien redelijk rechtdoor over een vrij vlakke weg. Soms wat bochten, maar geen gekkigheid. De weg is wel relatief smal, maar we mogen aannemen dat er op dit moment in de koers nog niet heel nerveus gekoerst zal worden. Na een tocht langs talloze akkers en een incidenteel bos komen we uit in Moréac, een dorpje waar het in het centrum weer wat technischer wordt. Er liggen steentjes in het centrum, maar als we voorbij de kerk linksaf slaan komen we al snel weer terug op het asfalt. Op dat asfalt komen we weer wat verkeerseilanden en een rotonde tegen, daarna rijden we buiten het dorp een kilometer of vier verder over dezelfde weg richting Locminé. Het gaat een tijdje wat vals plat omhoog, daarna gaat het ook weer wat vals plat omlaag met wat bochtenwerk op de koop toe. Zal weinig problemen veroorzaken, maar met een beetje pech kukel je wel een van de eindeloze weilanden in. Vlak voor we Locminé bereiken slaan we rechtsaf en bereiken we een bredere weg, die loopt zo goed als rechtdoor tot in het centrum van het plaatsje, met alleen een rotonde onderweg. Het centrum van Locminé bereiken we na 136 kilometer koers, op minder dan 50 kilometer van het eind.



In Locminé eindigt jaarlijks de derde rit van de Trophée Centre Morbihan, een koers voor junioren. De afgelopen jaren wisten Carlos Rodriguez en Andrii Ponomar hier te winnen, geen misselijke namen. Dat wil ook zeggen dat je hier waarschijnlijk een parcours kunt uittekenen met enig hoogteverschil, want dit zijn geen sprinters. De renners gaan buiten Locminé, waar in het centrum wederom wat steentjes en bochten liggen, wel wat hoogteverschil tegenkomen, maar niet van dien aard dat er renners in de problemen gaan komen. Als we het centrum van Locminé achter ons laten blijft het bochtig, we veranderen een keer of zes van richting aan de buitenrand van het dorp. Vervolgens komen we ook nog een rotonde tegen, maar daarna mogen de coureurs een kilometer of zes vooral rechtdoor rijden over een brede weg. Ze komen uit in Évellys, waar wat drempels liggen en waar we linksaf moeten slaan. We verlaten snel dit dorpje en dalen vervolgens drie kilometer af in een bos. Paar bochten onderweg, maar een naam mag het amper hebben. Daarna begint wel zowaar een gecategoriseerde klim, de Côte de Pluméliau. Vierde categorie, 2,2 kilometer lang en 3,1% gemiddeld. Rechtdoor over een brede weg omhoog langs de akkers, iets meer dan vals plat. Na 148,6 kilometer komen we boven op dit klimmetje, vervolgens rijden we richting het gelijknamige dorp. Het is nog twee kilometer fietsen tot in Pluméliau, eerst gaat het lichtjes naar beneden en zodra we wat huizen in beeld zien loopt het juist weer vals plat omhoog. In Pluméliau liggen flink wat verkeersremmers, de bonus is dan weer dat we praktisch rechtdoor fietsen in het centrum. Ook buiten het dorp gaat het nog een tijd rechtdoor, een kilometer of vijf. We komen een rotonde tegen, terwijl de weg nog even vals plat omhoog loopt. Vervolgens gaat een kilometer of vier vals plat naar beneden, terwijl de weg steeds bochtiger wordt. Geen lastige afdaling, maar het kan tegen deze tijd zo langzamerhand wel een keer wat nerveuzer gaan worden. In Saint-Nicolas des Eaux rijden we over de Blavet, een rivier die een recreatieve functie heeft. Kanoën en dat soort werk, kan hier allemaal. De rivier meandert op deze plek ook lekker, de renners rijden mooi omhoog langs de kronkeling van het water. Tevens staat er hier in de buurt een kicken kapelletje dat half in de rotsen hangt.




Voorbij dit toeristische oord, waar we na 157 kilometer passeren, gaat het een tijdje omhoog. In de meander klimt het al even, maar daarna is het een paar meter vlak voor we beginnen aan een klimmetje van anderhalve kilometer. Het is vooral in de eerste halve kilometer even wat steiler, vervolgens loopt het rechtdoor wat vals plat omhoog. Stelt ook weer niets voor, het enige leuke is dat er in deze omgeving wat dolmen zijn te vinden. Hunebedden, maar dan anders. Na het stuk vals plat omhoog gaat het twee kilometer naar beneden, met aan het eind van dit stuk een vervelende bocht naar links. Wat vluchtheuvels erbij, ellende. Na deze bocht fietsen we weer vrolijk twee kilometer rechtdoor, vals plat omhoog. Toch wat op en af, helemaal vlak is deze rit uiteindelijk toch niet. Een stuk of 1500 hoogtemeters, ook weer niet helemaal niets. Aan het eind van het stuk rechtdoor slaan we scherp rechtsaf, daarna rijdt het peloton over een iets smallere weg naar Guern. Deze weg is enigszins bochtig en blijft toch ook wat vals plat omhoog lopen, totdat we bijna in Guern zijn. Net voor we het centrumpje van dit plaatsje bereiken, na 167 kilometer, gaat het kort naar beneden. Lekker smal weggetje door het bos, heerlijk. Beneden bereiken we weer een bredere weg, daarna fietsen we dwars door Guern. Het is nu nog een kilometer of 15 tot het eind, de finale gaat beginnen. In Guern staat een leuke kerk en ter hoogte van deze kerk komen we een kleine chicane tegen. Hierna begint een kort klimmetje, het gaat een kilometer aan 4% omhoog, wellicht dat een dappere ploeg hier nog kan proberen om de mindere klimmers onder de sprinters onder druk te zetten. Al zal het vermoedelijk niet lastig genoeg zijn. Na dit korte klimmetje rijden we nog even een kilometertje verder over een niet eens zo brede en redelijk bochtige weg, waarna we rechtsaf slaan. Na deze bocht rijdt het peloton verder door een bos, over een weg die relatief smal blijft. Het zal de komende vijf kilometer ook lichtelijk glooiend blijven, tot op acht kilometer van het eind gaat het nog een paar keer op en af. Dat stelt allemaal weinig voor, je moet dan hooguit aan een halve kilometer aan 3% denken, dat soort werk. De smalle weg en het feit dat er nogal wat bochten liggen zal het eerder moeilijk maken, positioneren wordt geen sinecure.



In de laatste acht kilometer van de rit gaan we nog wat beleven. Er volgt richting de finish een afdaling die vijf kilometer lang gaat zijn. De eerste twee kilometer van deze afdaling valt het wel mee, al gaan we wel continu over die niet al te brede weg fietsen. Hij is breed genoeg, maar het is ook weer geen snelweg ofzo. De weg voert grotendeels door een bos, waar het toch behoorlijk bochtig is. Na een tijd begint het wat serieuzer naar beneden te gaan, op vijf kilometer van het eind komen we een scherpe bocht naar links tegen. Een tijdje later slaan we linksaf, daarna loopt het zowaar een paar meter omhoog. In het gehucht Sainte-Tréphine komen we nog wat bochten tegen, smalle passages. Hierna loopt het nog eens naar beneden tot op drie kilometer van het eind. Dit laatste stuk is het steilste deel van de afdaling, maar het gaat wel redelijk rechtdoor. Op drie kilometer van het eind bereiken we de buitenrand van Pontivy, een lange bocht naar links wordt genomen. In deze bocht wat vluchtheuvels, niet zo fijn. Even verderop botsen we op een rotonde, hier slaan we linksaf. We zijn nu beneden en rijden over een vlakke weg rechtdoor langs de Blavet. Op 2,5 kilometer van het eind volgt er een dubbele bocht naar rechts, als we de Blavet oversterken. Een bocht die extra moeilijk wordt gemaakt door een vluchtheuveltje aan het begin, maar daarna hebben we wel een mooi uitzicht op wat statige gebouwtjes die aan het water liggen. Na de dubbele bocht rijden we rechtdoor de laatste twee kilometer binnen. Ineens is de weg breed, werd onderhand wel tijd. De weg begint snel weer een kromming te vertonen, het loopt vrij lang lichtjes naar links. Op anderhalve kilometer van het eind komen we uit bij een rotonde, waar de renners linksaf gaan slaan. Na deze bocht loopt het een halve kilometer vals plat omhoog, tot de vod. In de laatste kilometer wordt het weer vlak, de renners rijden rechtdoor in wat zo te zien de populairste winkelstraat van Pontivy is. Brede weg, waar in het dagelijks leven wel wat paaltjes en bloemenbakken staan. Die zullen ze vast weghalen, waardoor het een makkelijke laatste kilometer gaat worden. Al fietsen we nog wel een paar meter over steentjes, maar dat zal het verschil niet maken. In de laatste 300 meter van de rit krijgen we wel nog met een flauwe bocht naar links te maken, met daarna een flauwe bocht naar rechts. Hier wil je wel vooraan zitten, dan is het wel binnen. We finishen op een enorm brede weg, net voorbij het lokale kasteel. Naast de finish ligt het lokale Palais des Congrès. Bij zo'n palais beginnen we en eindigen we, goh, leuk bedacht.



Voor het eerst in de geschiedenis van de Tour eindigt er een rit in Pontivy, een stad met 14.600 inwoners in het departement Morbihan, regio Bretagne. Het is geen toeval dat we uitgerekend nu voor het eerst naar Pontivy trekken, want dit is de geboortegrond van David Lappartient. De voorzitter van de UCI komt uit Pontivy en dus trekt de ASO naar Pontivy. Ze gingen al eens speciaal voor Lappartient naar Sarzeau, waar hij burgemeester is, en nu komen ze dus op bezoek in zijn geboorteplaats. Het is eigenlijk misselijkmakend. Nog nooit zoveel belangenverstrengeling meegemaakt bij een voorzitter van de UCI. Hein Verbruggen viel eigenlijk nog wel mee. Als het WK in 2025 naar Rwanda gaat heeft Lappartient toch nog iets toegevoegd, buiten dat is het echt een weerzinwekkende president. Alles ter meerdere eer en glorie van Lappartient, ga weg met je Lappartient. Gelukkig hebben we ook nog de kaaklijn van Audrey Cordon-Ragot, die is net als de corruptie van Lappartient gevormd in Pontivy. Ook Marie Le Net is van hier, vooral vrouwelijke profs in deze plaats dus. In een verder verleden hadden ze ook wel wat mannelijke profs, zoals Fernand Picot. Hij was lang ploeggenoot van Poulidor bij Mercier, maar beschikte over net wat minder talent. Ook Ferdinand Le Drogo en Paul Le Drogo kwamen uit Pontivy, de een won in 1927 een rit en de ander in 1929. Paul Le Drogo zou later ploegleider worden van Louison Bobet, op die manier boekte hij meer succesn. Ook Bruno Roussel is van Pontivy, hem kennen we dan weer als de manager van Festina. Dat waren nog eens tijden. Verdere aanprijzing van Pontivy laten we maar over aan bretagne-vakantie.com: Je zult ongetwijfeld onder de indruk raken van het massieve silhouet van het kasteel van Pontivy met zijn versterkingen uit de 15e eeuw, gebouwd door de machtige Bretonse familie Rohan. Maak een wandeling door de kronkelige straatjes van de oude stad aan de voet van de twee torens in de vorm van peperbussen. Vakwerkhuizen en middeleeuwse gevels herinneren er aan dat deze stad haar tijd van glorie heeft gehad in de periode van de leer- en linnenwerkplaatsen op de oevers van de Blavet. Vlak naast de middeleeuwse stad zul je vol verbazing staan te kijken naar de rechtlijnige, neoklassieke gevels uit de napoleontische tijd. Een zeer ongebruikelijk contrast! Pontivy was namelijk, samen met La Roche-sur-Yon, een van de grote stedelijke projecten van de keizer. Het grappige is dat de stad 10 jaar lang zelfs Napoleonville heette. In de hele omgeving vind je interessante kleine kapelletjes, uiterlijk bescheiden maar met prachtige interieurs. De bepleisterde en beschilderde plafonds, kenmerkend voor deze streek, zijn opvallend mooi. Je zult vast verrukt zijn van het plafond van de kapel Saint-Noyale die uit de 15e eeuw dateert. In de zomer worden tijdens het festival L’Art dans les Chapelles in veel kapellen exposities van hedendaagse kunst gehouden. Je leest het, we moeten meteen met z'n allen naar Pontivy redden. Napoleon vond dit dus een fantastische plek, in het hart van Bretagne. Er moest een kanaal gegraven worden tussen Nantes en Brest en enkele plaatsen langs dat kanaal moesten worden opgepimpt. Pontivy was zo'n plaats, al hadden ze dus voor die tijd ook al wat in de melk te brokkelen. Kicken kasteel hoor, van die familie Rohan. Het kanaal is tegenwoordig in ongebruik geraakt en het roadbook wil graag nog melden dat de lokale basiliek ook de moeite waard is. Waarvan akte.



Poeh, jongens, dit gaat ondanks het matige parcours wel een dagje worden hoor. In Lorient wordt het overdag 16 graden, dat is nog het beste nieuws. Het slechte nieuws is dat het waarschijnlijk de hele dag gaat regenen en dat het er nog bij gaat waaien ook. De wind komt vooral uit het noorden, noordoosten. Daardoor staat de wind in de eerste kilometers van de rit misschien wel schuin in de rug, waardoor we met een nerveus begin te maken zouden kunnen krijgen. Lang zou dit niet duren, nadat we in La Trinité-sur-Mer draaien zouden we vooral met tegenwind te maken moeten hebben. In de omgeving van de tussensprint zou de wind weer wat gunstiger kunnen staan, maar het schijnt wel zo te zijn dat het gedurende de middag minder hard gaat waaien. Het probleem zou ik dus eerder bij de regenval zoeken, daarnaast schijnt er kans op onweer te zijn. Wordt het toch nog een pittige dag, kan zomaar eens heel nerveus gaan worden. Aan het eind van de rit gaan de renners te maken krijgen met tegenwind, verder zal het weer in Pontivy te vergelijken zijn met dat in Lorient. Iets minder wind, wel net zoveel regen en een vrij laag temperatuurtje. Deze rit, die misschien wel leuker kan worden dan vooraf gedacht, begint om 13:10. Na een neutralisatie van 10 minuten gaan we er buiten Lorient echt aan beginnen. Waarschijnlijk is het de moeite waard om aan het begin van de rit meteen bij de pinken te zijn, daarvoor zijn we dan wel afhankelijk van de PLAYER. Alleen de PLAYER is meteen live, of je moet toevallig beschikken over Eurosport 2. Op Eurosport 1 zenden ze tennis uit, voor zover ik weet geen sport. De NOS en Sporza zijn er om 14:20 pas bij, tegen die tijd kan er al een hoop gebeurd zijn. De aankomst verwachten we tussen 17:24 en 17:48.



Door het slechte weer kan dit stiekem toch een interessante rit worden. Vooraf denk je aan een massasprint, en daar denk ik nog steeds aan. Maar misschien wel een andere sprint dan je zou verwachten. Door al dat natte gedoe en de dreiging van de wind kan het extra nerveus worden, waardoor er ongetwijfeld wat valpartijtjes ontstaan. Wellicht ook wel wat waaiers, al wil ik geen verwachtingen wekken. Er komen ritten aan waar de route meer is uitgestippeld met het oog op waaiers, maar tijdens deze rit komen we toch ook wat open stukken tegen. Tussen de tussensprint en Pluméliau, bijvoorbeeld, best een lang stuk met veel open terrein. De wind staat hier waarschijnlijk niet gunstig, maar hey, je weet maar nooit. Nervositeit is vaak al genoeg om wat onrust te veroorzaken. Hoe dan ook, aan het eind staat de wind wel vooral tegen. En het zou wat af moeten zwakken gedurende de dag. Daarom durf ik stiekem wel een streep te zetten door de waaiers en richt ik mijn pijlen eerder op het natte weer. Onweer, misschien wel. Laten we hopen dat we niet teveel valpartijen zien en dat iedereen veilig weet aan te komen in Pontivy. Zonder regen zou dat al wat kunnen geven, met die afdaling aan het eind en wat bochtenwerk met vluchtheuveltjes. Maar goed, ondanks alles gaan we toch gewoon gaan sprinten. En ja, een sprint met tegenwind, dan weet u wat er gaat gebeuren.
1. Ewan. Geen commentaar.
2. Cavendish. Ook geen commentaar.
3. Demare. Pover deelnemersveld qua sprinters, nu ik er zo over nadenk.
4. Bouhanni. Tja.
5. Sagan. Alle ereplaatsen verzamelen.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  maandag 28 juni 2021 @ 07:48:47 #2
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_200103567
Hier ga ik straks eens goed voor zitten.
  Redactie Sport maandag 28 juni 2021 @ 08:16:37 #3
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200103725
Klep heeft wel weinig concurrentie eigenlijk. Demare is niet top, Merlier is gebutst en deze Cavendish als grootste concurrent is ook lachwekkend
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 08:24:57 #4
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200103778
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:16 schreef Mexicanobakker het volgende:
Klep heeft wel weinig concurrentie eigenlijk. Demare is niet top, Merlier is gebutst en deze Cavendish als grootste concurrent is ook lachwekkend
Ja Klep is wel duidelijk de grote favoriet
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 08:32:38 #5
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200103831
Wout zegt dat hij niet gaat sprinten vandaag en morgen.
  maandag 28 juni 2021 @ 08:34:48 #6
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200103847
Vreemd dat er met 8 volle sprintkansen zo weinig goede sprinters aan de start staan.
  maandag 28 juni 2021 @ 08:35:20 #7
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200103852
Armstukkengenot vandaag.
  maandag 28 juni 2021 @ 08:36:08 #8
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200103856
De enige topsprinter die we missen is Bennet, en daar kennen we het verhaal. Ik zie het probleem niet zo.
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 08:36:51 #9
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200103863
Ben benieuwd of Alpecin voor Merlier of Philipsen gaat of dat Mathieu gewoon ook gaat sprinten vandaag.
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 08:41:50 #10
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200103890
En bij Trek Stuyven, Pedersen en Theuns
  maandag 28 juni 2021 @ 08:41:53 #11
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200103892
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:36 schreef Momo het volgende:
Ben benieuwd of Alpecin voor Merlier of Philipsen gaat of dat Mathieu gewoon ook gaat sprinten vandaag.
Om zijn positioneringsskills te verbeteren zou het niet verkeerd zijn ‘s mee te sprinten.
  maandag 28 juni 2021 @ 08:42:45 #12
194695 franklop
Fran knock
pi_200103902
quote:
2s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:36 schreef Beregd het volgende:
De enige topsprinter die we missen is Bennet, en daar kennen we het verhaal. Ik zie het probleem niet zo.
Groenewegen ook wel
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_200104045
_O_ voor Rellende_Rotscholier
  Moderator maandag 28 juni 2021 @ 09:04:31 #14
355459 crew  noodgang
noodgang
pi_200104076
quote:
1s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:42 schreef franklop het volgende:

[..]

Groenewegen ook wel
Normaal wel, maar die heeft nog wel even tijd nodig om dat niveau weer te halen lijkt me. Normaal zou je Pascal Ackermann ook opschrijven, maar die kan er dit jaar ook niks meer van.
  maandag 28 juni 2021 @ 09:10:14 #15
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200104141
quote:
1s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:42 schreef franklop het volgende:

[..]

Groenewegen ook wel
In de giro was hij in de catgeorie Moschetti - Pasqualon aan het meestrijden.
  Redactie Sport maandag 28 juni 2021 @ 09:15:18 #16
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200104197
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:41 schreef Momo het volgende:
En bij Trek Stuyven, Pedersen en Theuns
Theuns zal vast niet gaan en Stuyven zal wel op de lastigere aankomsten mogen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Redactie Sport maandag 28 juni 2021 @ 09:16:20 #17
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200104205
quote:
2s.gif Op maandag 28 juni 2021 08:36 schreef Beregd het volgende:
De enige topsprinter die we missen is Bennet, en daar kennen we het verhaal. Ik zie het probleem niet zo.
Nizzolo Ackermann Viviani en Gaviria in goede dagen zijn wel beter dan het meeste wat hier staat, maar kunnen normaal Klep en Bennett niet bedreigen nee
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_200104440
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 09:16 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Nizzolo Ackermann Viviani en Gaviria in goede dagen zijn wel beter dan het meeste wat hier staat, maar kunnen normaal Klep en Bennett niet bedreigen nee
Sagan, Cavendish en Demare in goede dagen zijn ook wel beter dan Nizzolo, Ackermann, Gaviria en Viviani :P.

Wat ook gewoon speelt is dat je toch vaak wel hebt dat er eentje bovenuit steekt - periodes die vaak maar een paar jaar duren. Stel je hebt acht tijdritten in de Tour dan ga je ook niet verbaasd zijn dat er niet meer top-tijdrijders in de piek van hun kunnen aan de start staan.
  maandag 28 juni 2021 @ 09:40:54 #19
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200104442
Wel hoop C-sprinters voor ereplaatsen
  maandag 28 juni 2021 @ 09:57:32 #20
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200104604
Ik sta volledig achter Mark Cavendish.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_200104701
Molrat wint dit spel.

Matig sprintersveld verder wel en na twee dagen TOPSJOWS is het nu gelijk wel weer erg matig. :{
Jack does it in real time...
  maandag 28 juni 2021 @ 10:08:00 #22
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200104717
Ik hoop maar dat Ide Schelling nu drie rustdagen neemt zodat hij niet al opgebrand is voordat we uberhaupt de bergen bereiken.
  maandag 28 juni 2021 @ 10:16:36 #23
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200104816
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 10:08 schreef Frozen-assassin het volgende:
Ik hoop maar dat Ide Schelling nu drie rustdagen neemt zodat hij niet al opgebrand is voordat we uberhaupt de bergen bereiken.
Er zijn vandaag 2 bergjes van de 4e categorie. |:)
  maandag 28 juni 2021 @ 10:39:41 #24
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_200105092
Hopelijk wordt het onverwacht toch nog een leuke rit.
pi_200105200
quote:
0s.gif Op maandag 28 juni 2021 10:39 schreef VoMy het volgende:
Hopelijk wordt het onverwacht toch nog een leuke rit.
Het gaat wel regenen, dus misschien gebeurt er iets geks.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')