abonnement Unibet Coolblue
  Moderator maandag 24 mei 2021 @ 04:07:30 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199592091
Tappa 16: Sacile - Cortina d'Ampezzo, 212 km

Een explosief begin van de vorige rit. Terwijl Victor Campenaerts samen met Max Walscheid in de aanval trok ging men in de achtergrond massaal onderuit. Een zware valpartij op de brug tussen Grado en het vasteland. Doordat veel renners zwaar geraakt waren werd de koers stilgelegd, terwijl de kopgroep eigenlijk al vertrokken was. Een beeld dat je niet vaak ziet, maar achteraf wel begrijpelijk. Met Berhane, Van Emden, Buchmann en Guerreiro vier jongens die niet meer verder konden fietsen, talloze andere renners hadden ook nog wat medische bijstand nodig. Vooral het uitvallen van Buchmann is jammer, hij stond immers 6e in het klassement. De neutralisatie duurde lang, liefst 25 minuten. Wel goed, alle renners werden in ieder geval fatsoenlijk geholpen. Uiteindelijk ging de koers toch weer verder en meteen ging Campenaerts opnieuw in de aanval met Walscheid. Hij had een plannetje bedacht en wist dat tot in de perfectie uit te voeren. De kopgroep ontstond vrij snel, de eerste aanval was meteen raak. In het peloton vond men het na die massale valpartij wel een prima idee om een snipperdag te nemen. De voorsprong van de koplopers, een groep van een man of 15, liep daarom uiteindelijk op naar 17 minuten. Ouderwetse praktijken, dat zie je tegenwoordig niet meer zo vaak. We reden een paar rondjes door Slovenië en daar gebeurde eigenlijk niet veel. Ja, het ging regenen aan het eind van de rit. Daardoor werd er in het peloton nog rustiger gereden, voor zover dat mogelijk was. Vooraan begon het tactische steekspel, met ontelbare demarrages tot gevolg. We zagen wonderlijke praktijken van Movistar. Albert Torres ging steeds in de aanval, waarna ploeggenoot Cataldo achter hem aan begon te rijden. Logisch, heel logisch. Campenaerts probeerde het ook een paar keer, maar hij werd goed in de gaten gehouden door de rest. Oldani deed zelfs een keer de deur dicht, ze hadden het op hem voorzien. Toch lukte het uiteindelijk wel, wat dan ergens ook wel weer typisch is. Hij reed een tijdje aan de achterkant van de groep, sprintte de hele groep voorbij en was weg. Alleen Riesebeek en Torres reageerden meteen, met daarna goed afstoppingswerk van Dries De Bondt. Cataldo zat ook meteen vooraan, maar die leek in plaats van af te stoppen juist de ontsnapte renners weer terug te willen halen.

Desondanks liep de voorsprong van de drie snel op naar een halve minuut, op het laatste steile klimmetje in Slovenië moest vervolgens Torres lossen. Oh, daarom ging Cataldo in de achtervolging. Op dat steile klimmetje probeerde Quinten Hermans de oversteek te maken, ook de onvermijdelijke Mollema kwam weer in beeld. Het gat dichten lukte nooit, ofschoon de twee vooraan bijzondere tactieken hanteerden. Riesebeek durfde niet echt over te nemen van Campenaerts. Bepaald geen goede samenwerking, vreemd genoeg. In plaats daarvan probeerde Riesebeek een keer of drie weg te rijden van Campenaerts op het vlakke, slim joh. Victor blijft een tijdrijder, ook al staat dat nu op een lager pitje. Ondanks het gepoker en de rare fratsen van Riesebeek kwamen de achtervolgers nooit meer op het wiel. Ze kwamen wel dichtbij, maar niet dichtbij genoeg. In Gorizia volgde nog een laatste klimmetje op vier kilometer van het eind. Een eenvoudige halve kilometer en daarna een steilere halve kilometer. Dan val je aan zodra het steiler wordt, zou ik zeggen. Maar niet Oscar, die besloot meteen aan het begin van de klim aan te vallen. Campenaerts zat even op een gaatje, maar reed het daarna toch weer dicht. Tegen de tijd dat het steile deel begon was Riesebeek moe, slim gedaan knul. Campenaerts ging daarom maar in de aanval, die had ook wel in de gaten dat zijn vluchtgenoot het ook allemaal niet meer wist. Door de regen werd het een gevaarlijke afdaling. In een eerdere afdaling was Campenaerts al bijna op z'n plaat gegaan, maar hij nam nu toch weer risico. Riesebeek bleek een wat mindere daler te zijn en zat op een gaatje, terwijl Mollema in de achtervolging ook bijna op z'n plaat ging. Richting de slotkilometer wist Riesebeek toch weer aan te sluiten, waarna ze naar elkaar begonnen te kijken in de laatste kilometer. Daardoor had de achtervolgende groep met daarin inder meer Arndt, Consonni, Hermans en Mollema nog terug kunnen komen, maar ook daar was de samenwerking niet optimaal. Riesebeek liet het werk over aan Campenaerts, maar besloot vervolgens wel om op 300 meter van het eind aan zijn sprint te beginnen. Intelligent is anders. Campenaerts had nog een antwoord in huis en spurtte in de laatste 100 meter van de rit naar de overwinning. De derde zege voor Qhubeka-Assos, godbetert. Vijf ritten in de tweede week, drie keer een overwinning voor de mannen van Doug. Het is werkelijk ongelooflijk. De ploeg had net zo goed niet meer kunnen bestaan, in plaats daarvan winnen ze nu om de dag. Aart Vierhouten is een tovenaar, dat kan niet anders. Wel een leuke zege voor Campenaerts, moet ik toegeven. Als maniakale tijdrijder was het moeilijk om veel sympathie voor hem op te brengen, maar deze nieuwe versie van Campenaerts is een stuk leuker. In het voorjaar reed hij al in zowat iedere koers heel aanvallend, tijdens deze Giro ook. Dan verdien je uiteindelijk wel een beloning. Prima, goed gedaan. Oscar Riesebeek daarentegen, amai. Die heeft nog niet vaak in dit soort situaties gezeten, zullen we maar zeggen.

Het peloton kwam dus een eeuwigheid later binnen, daar gebeurde niets. Iedereen kijkt uit naar deze dag. De koninginnenrit staat op het programma. Meer dan 200 kilometer, vier heftige beklimmingen onderweg, 5000 hoogtemeters en dan schijnt het ook nog te gaan regenen. Dit kan zomaar een epische rit gaan worden. Of een rit zonder beelden, dat kan ook.




Op Tweede Pinksterdag gaan de renners van start in Sacile, een plaats in de provincie Pordenone, regio Friuli-Venezia Giulia waar 19.996 mensen wonen. Net geen 20.000, jammer. Sacile staat bekend als de "Tuin van de Serenissima", naar de vele paleizen die langs de rivier de Livenza werden gebouwd voor de adel van de Republiek Venetië. Die republiek werd ook wel de Doorluchtige Republiek Venetië, merkwaardige naam hè Jeroen. Een van de meest opvallende paleizen is het Palazzo Ragazzoni, waar blijkbaar allerhande fresco's te vinden zijn. De kerk van San Nicolò is ook de moeite waard, voorts worden we verwezen naar het Piazza del Popolo waar allerlei fraaie gebouwtjes zouden moeten staan. De mooiste gebouwen staan toch vooral langs de Livenza, de kronkelende rivier zorgt voor een pittoresk centrum. In het verleden heeft men wel eens om deze pittoreske plaats gevochten, er is zelfs een Slag om Sacile geweest. In 1809, goh, lang geleden Jeroen. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd de stad herhaaldelijk gebombardeerd vanwege het strategische belang van de spoorlijn Venetië-Udine en bij een aardbeving 1936 ontstond er behoorlijk wat schade. Onder meer aan de oude stadsmuur, waarvan een deel toch nog te vinden is in de stad. Qua economische activiteiten moesten ze het hier vooral van de steenfabrieken hebben, tegenwoordig lijkt het me geen onaantrekkelijke locatie voor toeristen. Er is een brewpub, dat doet het altijd goed natuurlijk. Sacile is bovendien een stad waar enkele renners vandaan komen. Er komen meerdere Gasparotto's uit Sacile, de bekendste is natuurlijk Enrico. Voormalig renner, onder meer tweemaal winnaar van de Amstel Gold Race. Aan het eind van vorig jaar gestopt, nu is hij actief als ploegleider bij de nieuwe continentale ploeg Team NIPPO-Provence-PTS Conti, alwaar zijn vrouw ook een functie heeft. Gasparotto gaat tegenwoordig als Zwitser door het leven, maar komt dus oorspronkelijk uit deze stad. Ook Denis Zanette is van Sacile. Een gepatenteerde aanvaller, die op 10 januari 2003 op 32-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een hartaanval tijdens een bezoek aan de tandarts. Twee dagen na zijn dood startte de autoriteiten uit zijn woonplaats Pordenone een onderzoek naar de doodsoorzaak van Zanette, want de dood werd in verband gebracht met doping, maar het ging uiteindelijk de boeken in als een natuurlijke dood. Arme Denis, tijdens zijn carrière won hij twee ritten in de Giro. Ook Giovanni Micheletto kwam uit deze stad, hij wist in 1912 de Giro te winnen omdat men toen de eindzege uitdeelde op basis van het ploegenklassement. Hoewel hij wel twee ritten won, dus slecht kan hij niet zijn geweest. De Graaf van Sacile, op basis van zijn adellijke afkomst. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zou hij snel gedwongen worden te stoppen met fietsen, na de oorlog ging hij aan de slag als wijnhandelaar.




Zo valt er zelfs over een kleine plaats als Sacile een boel te vertellen. We bevinden ons niet ver van Pordenone, de stad van Davide Cimolai. Hij mocht al eens zwaaiend voor het peloton rijden, een paar dagen geleden reden we ook al door deze regio. Merkwaardig parcours. Een van de langste en zwaarste ritten van deze Giro begint na een neutralisatie in het van Venetiaanse allure voorziene Sacile buiten de stad op het industrieterrein. De eerste 14 kilometer van de rit zal het vlak zijn, we beginnen op een eenvoudige manier. Een paar rotondes en wat vluchtheuvels tijdens deze eerste kilometers, terwijl we door wat dorpjes fietsen. In Mescolino Minelle volgt een bocht naar rechts, daarna rijden we via Cappella Maggiore naar Fregona, waar de voet van de eerste klim ligt. De weg blijft voorlopig vrij breed en vlak, maar het wordt wel wat bochtiger. Ook omdat we een boel rotondes tegenkomen, maar dat zal snel veranderen. Tussendoor rijden we door Fratte, buiten dit dorpje begint het via een paar bochten voorzichtig omhoog te lopen, daarna rijden we rechtdoor Fregona binnen. Na een versmallinkje in dit dorp slaan we rechtsaf en begint de eerste gecategoriseerde klim van de dag, La Crosetta. Een beklimming van de eerste categorie. Meteen een stevige, het zal 11,6 kilometer omhoog gaan aan 7,1% gemiddeld. De strijd om in de vlucht van de dag te zitten kan hier vrij interessant worden. De klim begint met anderhalve kilometer aan 6%, we zitten hier nog steeds tussen de bebouwing. De renners rijden via flink wat bochten omhoog, passeren een kapelletje en gaan dan buiten het dorp anderhalve kilometer aan 8% klimmen. Na een stukje aan 6,5% gaat het vervolgens tijdelijk omhoog aan 9%, met zelfs een strook aan 11%. Toch wel een redelijk pittig klimmetje, enigszins onregelmatig ook. Leuke klim hoor, zodra de bomen verdwijnen hebben we af en toe ook een prachtig uitzicht over de vallei. Behoorlijk wat haarspeldbochten onderweg, waar het toch steeds wat steiler is. Na de kilometer aan 9% gaat het even aan 6,5% omhoog, daarna een kilometertje aan 7,5%. Goede opwarmer, kunnen we niets van zeggen. Eindelijk ook een keer een klim in het begin, dat zie je tegenwoordig veel te weinig. Een vlakke aanloop zou strafbaar moeten zijn, dit de standaard. Na weer een stukkie aan 6,5% volgt nog een kilometer aan 9%, waarna het in de laatste drie kilometer van de klim iets makkelijker wordt. Het gaat verder omhoog aan 6%, met tussendoor wel nog een keer een halve kilometer aan 8%. Op de grens tussen Veneto en Friuli-Venezia Giulia fietst men door een donker bos verder omhoog totdat we na 25,3 kilometer de top van La Crosetta bereiken. Kicken gebouwtje op deze top.




Voorbij La Crosetta begint er niet direct een lange afdaling. Het gaat kort naar beneden met een paar bochten onderweg, alvorens we een plateau bereiken. Pian del Cansiglio, het is hier ineens heel weids. De komende acht kilometer is het zo goed als vlak, het gaat ook gewoon een paar kilometer volledig rechtdoor. Even verderop verlaten we het open gedeelte van het plateau en rijden we een bos in, waar de bochtige weg nog een tijd vrij vlak is. Het gaat een beetje op en af, maar de afdaling gaat pas echt beginnen als we door het dorpje Spert zijn gereden. Lichtelijk bochtige en tamelijk smalle passage in dit dorp, vervolgens loopt het buiten de bebouwde kom een beetje omhoog totdat het omlaag gaat. Een afdaling van tien kilometer tussen Valdenogher en La Secca. Op zich een redelijk makkelijke afdaling, tenzij het weer roet in het eten gooit. Met veel regen en lage temperaturen wordt alles moeilijker, maar in principe is deze afdaling te doen. Relatief brede weg, weinig lastige bochten. Wel een paar haarspeldbochten onderweg, maar die zien er niet uitdagend uit. Bijna beneden komen we vervolgens uit in Farra d'Alpago, waar we rechtsaf slaan. De weg wordt nu nog wat breder en het asfalt ziet er onberispelijk uit. Even verderop in Bastia pakken we een rotonde mee waar een bocht naar links volgt richting La Secca. Het is inmiddels zo goed als vlak, eigenlijk gaat het alleen in de eerste kilometers van deze afdaling echt naar beneden. Eenmaal in La Secca slaan de renners rechtsaf, daarna rijden ze een paar kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg. Dat feest duurt niet lang, even verderop volgt er een bocht naar links onder een spoorbrug door. Hierna gaat het een kilometer of drie omhoog, in het begin zelfs even vrij steil. Al snel wordt het wat meer vals plat, maar je snapt ondertussen wel waarom we vandaag aan meer dan 5000 hoogtemeters gaan komen. Een paar bochten later komen we op een andere weg terecht, die dan weer wat meer naar beneden zal lopen. We rijden door een klein dorpje waar het wat smaller wordt en even later volgt er na een haarspeldbocht een bocht naar links, waarna we even later een rotonde tegenkomen waar het ook naar links gaat. Na de rotonde is het een paar kilometer vrij recht en vrij vlak tot in Belluno, waar we na 62 kilometer gaan uitkomen. Na een tijd over een brede weg gereden te hebben slaat het peloton bij een rotonde rechtsaf, vervolgens rijden ze over de Piave Belluno binnen. Een stad waar de Giro in 2011 en 2014 ook al eens op bezoek kwam, beide keren ging er een rit van start. In 1966 won Felice Gimondi dan weer in deze stad, geschiedenis genoeg.



Bijzondere stad wel, Belluno. Gelegen op een heuvel, de renners gaan een deel van deze heuvel verkennen. Eerst rijden ze langs de stad af, daarna gaat het via een paar bochten bergop. Uiteindelijk verlaten we een paar bochten en rotondes later de stad weer, het blijft hierna een paar kilometer wat vals plat omhoog lopen. Stelt niet heel veel voor, ook het stuk in dalende lijn dat zal volgen zal weinig problemen opleveren. Een brede weg door het bos, met een paar makkelijke bochten onderweg. Buiten het bos komen we uit in de buurt van Ponte Mas, waar de renners een rotonde tegenkomen. Voorbij deze rotonde is het deel in dalende lijn gedaan en volgt er een eindeloos stuk door de vallei in stijgende lijn. Vals plat stijgende lijn, de komende 30 kilometer gaan we een meter of 400 hoger uitkomen. Op de achtergrond zien we de bergen liggen, maar het gaat wel een tijd duren voor er daadwerkelijk één beklommen moet worden. Een gigantisch brede en fraaie weg omhoog, in een prachtig landschap. Gaat wel een eeuwigheid duren door al dat vals plat, naar alle waarschijnlijkheid het saaiste gedeelte van de rit. Een schitterende weg als je in de auto zit, voor de renners wordt het vooral kilometers aftellen tot het begin van de Fedaia. Halverwege deze eindeloze weg rijden we door Agordo, waar na 91 kilometer de eerste tussensprint van de dag zal plaatsvinden. Na zoveel kilometers rechtdoor over een weg vals plat omhoog door een schitterend stukje planeet even een moment van verheffing. In Agordo ging in 2019 een rit in de Baby Giro van start, met aankomst op de Fedaia. Diezelfde weg gaan we nu ook afwerken, het gaat bijna écht leuk worden. Vlak voor Agordo reden we door een vrij lange tunnel, in Agordo zelf wijken we even af van de brede weg door de vallei. Buiten het dorp komen we weer terug op deze weg, waarna we weer verder vals plat omhoog gaan fietsen. Een tweede tunnel laat niet lang op zich wachten, da's pech, renners weg. Buiten de tunnel gaat het weer een kilometer of tien verder op dezelfde manier. Brede weg vals plat omhoog. Paar bochten, maar geen gekkigheid. Vooral genieten van de plaatjes, als het weer het toelaat. In Cencenighe Agordino volgt er zowaar een echte bocht, we slaan rechtsaf en rijden over een wat smallere brug. Buiten dit plaatsje gaat het weer op dezelfde manier verder. Steeds verder vals plat omhoog over een brede weg door een omgeving die wel 10 op 10 scoort. Alleen schiet de koers er zo weinig mee op. In Agordo hadden we ook kunnen beginnen aan de Passo Duran. Hadden we daarna via de Forcella Staulanza naar de Fedaia kunnen rijden. Een genottelijke combo, al was men dan waarschijnlijk gaan klagen dat de rit te zwaar was. Alleszins was het beter geweest dan deze eindeloze vallei, maar goed, ja, het is wat het is.



Na 109 kilometer koers komen we uit in Alleghe, gelegen aan het Lago di Alleghe, goh. Vlak voor we dit dorp bereiken gaat het een tijdje wat steviger omhoog, maar eenmaal in Alleghe is het weer vrij vlak. Van dit dorp rijden we naar Caprile, waar de voet van de Passo Fedaia ligt. Het is een kilometer of vier zo goed als vlak, we fietsen na een bochtige doortocht in Alleghe vervolgens over een vrij rechte weg langs het meer. Eenmaal in Caprile slaan we linksaf en begint de Passo Fedaia. Tien jaar lang heb ik op dit moment gewacht, zeg ik met gevoel voor overdrijving. Het is waar dat we tien jaar geleden voor het laatst de Fedaia bedwongen in de koers, de afgelopen jaren begon het verlangen naar een nieuwe beklimming van de Fedaia wel toe te nemen. De klim in 2011 maakte onderdeel uit van een van de meest epische ritten van de laatste jaren, voor de liefhebber al eens beschreven in het nostalgische hoekje. De Fedaia vormde de voorlaatste klim in een rit van 7:30, bijna de hele dag in de regen. Garzelli kwam dat jaar als eerste boven op de Fedaia, aan de voet van de Marmolada (de hoogste berg van de Dolomieten), maar hij werd richting de finish voorbijgestoomd door een buitengewoon sterke Mikel Nieve. In een verder verleden bedwong men in de Giro vaker de Fedaia, de legendarische Emanuele Sella wist hier bijvoorbeeld een aankomst bergop te winnen in 2008. Recenter kwam de Baby Giro hier dus langs, Einer Rubio wist toen te winnen. Arme Einer, die bij iedere gelegenheid wordt gepest door Jeroen omdat hij ooit vijf meter bij De Gendt in het wiel ging. Schandalig. Maar, terug naar de Fedaia. Een werkelijk oogstrelende klim, al is er wel een treurig elementje aan het verhaal. Het mooiste deel van de Fedaia volgt normaliter in de kloof van Sottoguda. Hier rijden de renners normaal over een kronkelende weg tussen de rotsen in, een werkelijk onovertroffen beeld in het mondiale wielrennen. Maar, in 2018 ging het helemaal mis. Een overstroming heeft de weg in de kloof bijna volledig weggevaagd. Men wil de weg graag herstellen, maar het is en het blijft Italië, dus het duurt allemaal wat langer. Geen prachtige tocht vol genot dwars door de fenomenale kloof, in plaats daarvan blijven we de hele klim over de nieuwe weg rijden.



;(

Gelukkig hebben we de oude beelden nog!



Een deel van de magie van de Passo Fedaia is dus verdwenen, maar het blijft een geweldige klim. De Fedaia blijft de Fedaia en ik ben nog steeds zo blij als een kind dat deze klim weer eens in het parcours zit. O+ Om even naar de praktische kant van het verhaal te gaan: we spreken over 14 kilometer aan 7,6%. Dat valt wel mee, denk je dan misschien. Nee, dat zit toch anders. De klim van eerste categorie valt in tweeën te delen, met een grillig doch relatief makkelijk eerste deel en een buitengewoon zwaar tweede deel. Na Caprile fietsen de renners eerst over een brede weg richting Rocca Pietore. Een makkelijke eerste kilometer aan iets meer dan 3%, daarna gaat het ineens een kilometer omhoog aan 8,5% voor het weer afzwakt naar 5%. Onregelmatig, met makkelijke stukken. Voorbij Rocca Pietore gaat het een halve kilometer omhoog aan 6,5%, waarna het anderhalve kilometer niet veel meer dan vals plat is. Hier zou je niet meteen denken dat het een iconische klim is, we moeten wat geduld hebben. Aan het eind van deze makkelijkere strook komen we uit in Sottoguda, dat dorp van de verzopen kloof. Hier volgt na 119 kilometer al de tweede tussensprint van de dag, daar zijn we voor de verandering een keer vroeg klaar mee. Geen Serrai di Sottoguda, we volgen de modernere en brede weg omhoog. Na een bocht in het dorp gaat het een tijdje aan 5% omhoog, voor we weer met een steilere strook aan 8% te maken krijgen. Daarna even een kilometertje aan 7,5%, vervolgens rijden we via een brug over de kloof. We duiken na de brug een donkere tunnel in en pakken na nog een stuk aan 6% een klein gedeelte in dalende lijn mee. Na een tweetal bochtjes rijden we een galleria in, zodra het vlak wordt begint bijna meteen het lastigste deel van de klim. In de achtergrond zien we de prachtigste bergen liggen en de renners krijgen nu te maken met de prachtigste percentages. Richting de top van de Passo Fedaia gaat het 5,5 kilometer aan 11% omhoog. Door de brede weg ziet het er niet eens zo steil uit, maar dit is het beestachtige deel van de klim. De steile strook begint zelfs met drie kilometer aan 12%, de Fedaia is niet voor niets een schitterende klim. In de laatste van deze drie kilometer volgt het steilste gedeelte, een halve kilometer aan 13% met een uitschieter naar 18%. Vervolgens gaat het in de laatste 2,5 kilometer van de klim aan 10,5% gemiddeld omhoog. Vooral heel veel stroken aan 11%, met ergens tussendoor een 'makkelijkere' strook aan 9%. De top van de machtige Fedaia bereiken we na 128 kilometer, bij het Lago di Fedaia. De laatste kilometers voor de top rijden we door een behoorlijk open terrein, waar je in sommige haarspeldbochten toch wel kunt zien hoe steil het daadwerkelijk is. Extra feitje van belang is dat dit de eerste keer is deze Giro dat we boven de 2000 meter gaan, voor het eerst gaan we de hoogte opzoeken. Dat maakt de klim natuurlijk extra zwaar, hoewel het op zichzelf al moeilijk genoeg is. FEDAIA!!!





Vlak voor we de top van de magistrale Fedaia bereiken verlaten we Veneto en rijden we Trentin-Zuid-Tirol binnen. Tijdens de klim zien we al dat het hier vooral in de winter erg druk is, een wintersportoord van jewelste. Op de top rijden we onder een tunneltje door, daarna rijden we langs het meer af door een paar galleria's. Hier is het tijdelijk wat vlakker, totdat voorbij het meer de afdaling gaat beginnen. Er gaat een kilometer of 12 gedaald worden richting Canazei, de plaats waar na de rustdag de volgende rit van start zal gaan. We rijden weer een tunneltje in en dan gaat het los. Behoorlijk brede en goede weg, het is immers een wintersportoord en de pas wordt ook geacht gedurende het hele jaar open te zijn. Wel komen we de nodige haarspeldbochten tegen, terwijl ons een schitterend uitzicht op het massief van de Marmola wordt geboden. Op de haarspeldbochten na kent de afdaling van de Fedaia eigenlijk geen lastige bochten, men lijkt de weg zowaar met beleid aangelegd te hebben. Stuk of zeven haarspeldbochten, dat valt al bij al ook nog wel mee. Nee, de afdaling van de Fedaia is het probleem niet. Zelfs met regen zou dit wel te doen moeten zijn, of de renners moeten bevroren vingertjes hebben. Bijna beneden komen we uit in Penia, van dit dorpje rijden we op een makkelijke manier verder naar Canazei. Aan de buitenkant van Canazei komen we een rotonde tegen, waar we rechtsaf slaan. Daarna begint direct de volgende klim van de dag, de Passo Pordoi. Over Canazei zelf zeggen we lekker niets, dat volgt over een paar dagen wel.



Na een relatief makkelijke afdaling beginnen we na de rotonde aan de Cima Coppi. De hoogste berg van deze ronde. Een leuke som geld en vooral een sloot bergpunten voor degene die als eerste boven is op de Passo Pordoi, 2239 meter boven zeeniveau. De top van de Passo Pordoi ligt hoger dan die van de Passo Fedaia, maar de Pordoi is wel een stuk makkelijker. Het gaat 11,8 kilometer lang omhoog aan 6,8% gemiddeld. Een relatief regelmatige klim, na een begin aan 4% gaat het vervolgens een kilometer of vijf eigenlijk gewoon aan 7% omhoog. De brede weg loopt door een bos omhoog en kent vooral in het begin de nodige haarspeldbochten. Na vijf kilometer klimmen komen we uit bij een splitsing. Rechtdoor gaan we verder naar de Passo Sella, de bergtoppen van de gelijknamige berg zien we in de verte al schitterend in beeld komen. Maar, we gaan niet naar de Passo Sella. In plaats daarvan slaan we rechtsaf, naar de top van de Pordoi. Vanaf dit punt is het nog zeven kilometer naar de top van de Pordoipas. De weg is en blijft goed. De begroeiing wordt dunner en houdt in de buurt van de pashoogte helemaal op. Al klimmend heeft men een uitzicht op de berggroep van de Sassolungo. In dit tweede deel van de klim gaat het gemiddeld aan 6,5% omhoog, terwijl het wel lekker bochtig blijft. Haarspeldbochten te over, maar die zijn dus over het algemeen niet zo steil. Vlak voor we de top bereiken gaat het een keer een halve kilometer aan 8% omhoog met een steilste strook aan 10%, moeilijker dan dat wordt het niet op de Pordoi. De echte lastigheid zal door de meteorologische omstandigheden komen. Op 2239 meter boven zeeniveau zal het niet warm zijn, is de verwachting. Na nog een paar haarspeldbochten komen we na 153 kilometer boven op de Pordoi, waar we een parkeerplaats en een aantal hotelletjes aantreffen. Ook weer een wintersportgebied, uiteraard. De Passo Pordoi is natuurlijk een echte klassieker, de klim kwam al meer dan 40 keer voor in de Giro. Voor het eerst in 1940, toen kwam de legendarische Gino Bartali hier als eerste boven. In de jaren daarna kwam de net zo legendarische Fausto Coppi hier twee keer als eerste boven. Op de Pordoi staat ook een monument ter ere van Coppi. Dat maakt deze klim wel weer een waardige Cima Coppi. Vier keer kwam er een rit aan op deze bergpas. Voor het laatst in 2001, toen ging de overwinning naar iedereens favoriete Mexicaan, Julio Alberto Perez Cuapio. In 2016 en 2017 zat de Pordoi voor het laatst in de Giro. In 2016 van de andere kant, in de rit waar Kruijswijk de roze trui zou veroveren. Over het vervolg zwijgen we beter. In 2017 werd de Pordoi dan wel weer vanuit Canazei beklommen, aan het begin van een rit. Diego Rosa kwam als eerste boven, geen naam voor de geschiedenisboeken.





De afdaling van de Pordoi is ongeveer tien kilometer lang en in normale omstandigheden prima te doen. Het is wel een vrij bochtige afdaling, met vooral veel haarspeldbochten. Meer dan 20, toch al snel. In het begin zitten er meteen een paar, dat zijn nog best lastige bochten. Daarna is het even recht tot aan de volgende fase vol haarspeldbochten. Die fase is een stuk beter te doen, de bergweide biedt een mooi uitzicht over de omgeving en over iedere volgende bocht. Maar goed, als het slecht weer wordt krijg je natuurlijk een ander verhaal. Dan is alles lastig, dus ook deze afdaling. Maar normaal gesproken hoeft er hier dus niets te gebeuren. Bochten genoeg, maar geen venijnige bochten. Bijna beneden misschien eentje, de renners rijden onder een bruggetje door en zien daardoor de volgende bocht wat minder goed liggen. Bijna beneden in Arabba is het ook nog flink bochtig, met een paar haarspeldbochtjes die elkaar razendsnel opvolgen. Daar hoeft weinig getrapt te worden, alleen geremd. Het wegdek is hier wel vrij slecht overigens, behoorlijk veel scheuren in de weg. Maar nee, geen lastige afdaling normaal gesproken. Met lage temperaturen en een nat wegdek krijg je hier uiteraard wel een ander verhaal, door de vele bochten kan het aardig uit elkaar worden gereden. Enfin, eenmaal in Arabba pakken we ook nog wat haarspeldbochtjes mee, maar die vallen al helemaal mee. In het centrum van dit skidorpje gaan we bij een rotonde rechtdoor, waarna het nog wat verder naar beneden loopt over een brede en rechte weg. Deze rechte weg wordt na een tijd wat bochtiger, terwijl we door een schitterende omgeving fietsen. Het uitzicht over de vallei is adembenemend mooi, al bestaat de kans dat we daar vandaag niets van gaan zien. De weg kent een vrij grillig karakter, na een tijd begint het wat op en af te gaan. Korte stukjes, veel stelt het niet voor. Wel een vervelende weg voor iemand die in de Pordoi in de aanval is gegaan, lastig stuk om te overbruggen. Na een kilometer of zes over deze weg gereden te hebben volgt er na een smalle passage in het dorpje Pieve di Livinallongo een kort stukje in dalende lijn met wat scherpe bochtjes en vervolgens een klimmetje van anderhalve kilometer aan 7% richting Cernadoi. Na een bocht naar rechts in de buurt van dit dorpje loopt de weg een kilometer of vijf lichtjes naar beneden. Enorm steil is het niet, maar na een stukje rechtdoor komen we toch een paar verraderlijke bochten tegen. Daarna wordt het weer een paar kilometer wat makkelijker, tot we aan het eind van deze strook nog een paar stevige bochten tegenkomen. Even verderop slaan we linksaf een andere weg in, er gaat nu geklommen worden richting het pittoreske Colle Santa Lucia.



Richting dit fraaie dorpje gaat het twee kilometer omhoog aan 6%, terwijl we ondertussen een werkelijk schitterend uitzicht krijgen aangeboden. Klimmetje is in het begin even heel erg steil, maar vlakt richting het dorp af. Daar zien we de kerk trots op de heuvel staan, maar veel tijd om te genieten is er niet. De slotklim is in aantocht. We bevinden ons overigens weer in de regio Veneto, al een tijdje. Na dwars door het centrum van Colle Santa Lucia gereden te zijn begint een afdaling van een kleine vier kilometer. Ziet er niet heel spannend uit, de renners komen wel wat bochten tegen maar erg lastig zouden die bochten niet moeten zijn. De lastigste bocht volgt misschien wel aan het eind, dan slaan we linkaf en beginnen we aan de Passo Giau. De laatste klim van de dag, en wat voor een. Volgens de organisatie 9,9 kilometer aan 9,3%, een klim van de eerste categorie. Het zwaarste deel van de klim zit meteen in het begin, na de bocht naar links loopt het na een halve kilometer aan 8% ineens omhoog aan 11%, met een steilste strook tot 14%. De brede weg door het bos gaat daarna omhoog aan 10%, een kilometer lang. Na een stukje aan 8% volgt er vervolgens weer een kilometer aan 10%, terwijl we ondertussen leren dat de Giau veel haarspeldbochten kent. Even verderop zien we dat de Giau ook een paar gekke tunneltjes kent, terwijl het gewoon weer een kilometer omhoog gaat aan 9%. Daarna volgt zelfs een halve kilometer aan 11%, ik geloof dat deze klim wel lastig genoeg is. Leuke klim ook wel echt, we rijden dwars door een mooie bosrijke omgeving. In de vele haarspeldbochten zie je goed hoe lastig het is. Af en toe zien we ook een verlaten houten hutje op de berg, niet de makkelijkste plek op aarde om te wonen. Na die lastige halve kilometer aan 11% gaat het een kilometer omhoog aan 9,5%, de Giau is een wreed beest. We rijden weer door een tunneltje en een haarspeldbocht later hebben we ineens een prachtig uitzicht op de prachtige bergtoppen van de Monte Averau. Na een wat eenvoudigere halve kilometer aan 8% gaat het in de buurt van de Rifugio Fedare nog eens een halve kilometer omhoog aan 10,5%, de Giau weet van geen ophouden. Hoewel, hierna volgt een kilometer aan 8,4%. Eitje, stelt niets voor joh. Na deze kilometer is het nog twee kilometer klimmen tot de top van de Passo Giau, in het slot van deze Dolomietenreus gaat het toch weer een halve kilometer omhoog aan 10%, met daarna een kilometer aan 9%. Richting de top wordt het terrein wat meer open, het uitzicht op de bergen wordt ook steeds duidelijker. In de laatste meters van deze loodzware klim gaat het aan 9,5% omhoog, waarna we de top na 194,5 kilometer bereiken.





De top van de Giau is helemaal een schitterende plaats. Het maakt niet uit welke kant je opkijkt, je ziet overal de meest fascinerende bergen liggen. De Giro heeft deze klim relatief weining in het parcours opgenomen, de teller staat volgens Steef op zes en volgens Wikipedia op acht. In 2007 zat ie in ieder geval in een rit, met aankomst op Tre Cime di Lavaredo. Ricco zou daar winnen, automatisch legendarisch. Ook in de rit van 2008 die zou aankomen op de Fedaia zat de Giau, Sella won daar en dus is ook die etappe legendarisch. In de Giro van 2011 zat de Giau dan weer in een rit waar ik het al eerder over heb gehad, de epische rit met aankomst in Gardeccia. Eerst de Giau, dan de Fedaia en dan nog ergens op een gravelpad eindigen, wat een etappe was dat. Prachtige overwinning voor Mikel Nieve, mag ik graag aan terugdenken. In die jaren kwam de Giau sowieso vaak voor, want in 2012 was het weer zo ver. Toen was de Giau de laatste klim van de dag en zou de finish in Cortina d'Ampezzo liggen. Hey, dat komt me bekend voor. Gaan we nu ook doen, jammer dat ik in 2012 nog geen teksten schreef. De vorige beklimming van de Giau dateert alweer van 2016, toen we op weg waren naar Corvara. Dat werd de epische rit waar Kruijswijk en Chaves wegreden van Nibali. Ze raapten wat restanten van de kopgroep op en een van die jongens won nog bijna de rit, de inmiddels uitgekotste Georg Preidler. Het bloed van dr. Schmidt bleek niet goed genoeg te zijn en dus won Chaves, terwijl Kruijswijk de roze leiderstrui mocht overnemen. Blijft pijnlijk, vijf jaar geleden alweer. Jeminee. Maar afijn, die rit was dus wél fantastisch. Eigenlijk wordt een rit altijd goed als de Giau in het parcours zit, dat belooft wat voor deze rit. In 2018 zat de klim overigens ook nog in een andere koers, de Adriatica Ionica Race. Ivan Sosa schroeide toen namens Androni iedereen de moeder, iets dat hem bij Ineos steeds niet echt is gelukt, waardoor hij er nu niet bij is in de Giro en ook meteen de reden dat hij mag vertrekken. Hier trouwens nog wat Wikiweetjes: De pashoogte van de Giau wordt gedomineerd door de sierlijke Nuvolau (2574 m). Er staat een hotel-restaurant en een kleine kapel. Aan de oostzijde strekt zich het natuurgebied Riserva Naturale Monte Pelmo - Mondeval - Passo Giau uit. De pashoogte is het beginpunt voor de beklimming van de Nuvolau en de populaire wandeltocht via de berggroep Cinque Torri naar de Falzaregopas.



Het is na de top een kleine 20 kilometer fietsen tot in Cortina d'Ampezzo, waar we gaan finishen. Om precies te zijn 17,5 kilometer, dan lijkt het ineens een stuk dichterbij. Het wordt een interessante finale, want de Giau ligt maar een paar meter lager dan de Pordoi. We bevinden ons dus weer op grote hoogte, wat zowel de klim als de afdaling lastiger kan maken. Zeker als het aangekondigde noodweer daadwerkelijk op de afspraak is. De afdaling is toch al snel 16 kilometer lang, met tussendoor wel een korte onderbreking. In eerste instantie gaat het negen kilometer naar beneden. De eerste kilometers door een weidse omgeving, waar de renners wellicht kunnen genieten van het indrukwekkende natuurschoon dat deze omgeving rijk is. De bochten vallen aan het begin wel mee, het wordt pas iets technischer als we het bos bereiken. Toch redelijk wat haarspeldbochten hier, vaak kort na elkaar. Haarspeldbocht de ene kant op en dan meteen weer terug de andere kant op, dat gaat het wel technisch maken. Ook wat losse bochten, een goede daler kan hier wel z'n ding doen. Buitengewoon lastig vind ik het ook weer niet, maar wel technisch genoeg om mindere dalers onder druk te zetten. Deze kant van de Giau is sowieso minder lastig dan de andere kant, al gaat het alsnog een paar kilometer aan 9% naar beneden. Maar goed, aangezien het slecht weer wordt gaan alle normale beoordelingen overboord en moet je simpelweg stellen dat dit een lastige en technische afdaling is, vooral die eerste negen kilometer. In het bos bocht na bocht, draaien en keren om helemaal tureluurs van te worden. Na negen kilometer dalen gaat het anderhalve kilometer omhoog, zonder schokkende percentages. Vooral vals plat omhoog, waarna we nog eens vijf kilometer naar beneden gaan. Het tweede deel van de afdaling rijden de renners over een bredere weg, met mooier asfalt. In de eerste negen kilometer is de weg toch net iets smaller en zien we af en toe een scheur in het asfalt, om de afdaling nog maar wat lastiger te maken. Tegelijkertijd is het laatste deel van de afdaling daardoor niet meer zo lastig, het verschil zal aan het begin gemaakt moeten worden. Als er überhaupt nog verschil gemaakt hoeft te worden tegen die tijd. We rijden het dorpje Pocol binnen, buiten dit dorp komen we nog een haarspeldbocht of vijf tegen. Stuk beter te doen door die bredere weg, maar alsnog bochtig natuurlijk. Tegen deze tijd gaat het aan 6% naar beneden, scheelt ook weer. Na de zone vol haarspeldbochten komen we nog wat andere bochtjes tegen, daarna rijden we door een kort tunneltje en vervolgens komt Cortina d'Ampezzo in beeld. Kilometer of vijf te gaan tot de finish, de afdaling mag nu geen naam meer hebben. Wel nog wat bochtenwerk, maar de lastigste van die bochten volgt pas op 2,5 kilometer van het eind. Een haarspeldbocht naar rechts, waarna het behoorlijk rechtdoor gaat tot op 1,5 kilometer van de streep. Het blijft dalen, dat wel. Op anderhalve kilometer van het eind volgt er een bocht naar links, via een brug rijden we over de Boite. Aan de andere kant van de rivier slaan we rechtsaf, waarna het tot de ultimo chilometro omhoog zal lopen aan een procentje of vijf. Eenmaal voorbij de vod gaat het naar beneden, op 750 meter van het eind komen we een lange en eindeloos doorlopende bocht naar links tegen. Na deze bocht begint het weer wat vals plat omhoog te lopen, waarna we op 500 meter van het eind door een chicane gaan. Links en dan meteen weer rechts, waarna de percentages toe beginnen te nemen. In de laatste meters van de rit gaat het aan 5% omhoog. Op 250 meter van het eind slaan we linksaf de lokale winkelstraat in, waar net als gisteren steentjes liggen. Finish op die steentjes, stijgend aan 5%. Een ideale gelegenheid om als stervende zwaan nog wat extra tellen te verspelen.





Cortina d'Ampezzo (Ladinisch: Anpëz of Anpezo, Duits: Hayden) is een plaats in de Italiaanse regio Veneto in de provincie Belluno. Cortina d'Ampezzo ligt in de nabijheid van enkele bekende bergpassen, zoals de Falzarego, Valparola, Giau en Tre Croci. 's Winters blijven deze ondanks de hoogte geopend om de plaats zo goed mogelijk bereikbaar te maken voor toeristen. Doet Wikipedia weer goed, Cortina d'Ampezzo schijnt inderdaad in de buurt van de Giau te liggen. Er wonen hier 5.832, in het seizoen kunnen dat er iets meer zijn. Een plek met nogal wat geschiedenis, volgens Wiki. Oorspronkelijk behoorde de plaats toe aan de Ladiners, in de eeuwen daarna werden ze van hetene rijk naar het andere rijk geslingerd. Het hoorde ooit bij Oostenrijk-Hongarije, totdat het na de Eerste Wereldoorlog werd toebedeeld aan Italië. De naam veranderde toenterijd van Anpezo naar Cortina d'Ampezzo, de plaats verhuisde ook van Zuid-Tirol naar Veneto. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog sloot Cortina d´Ampezzo zich bij het streven van Zuid-Tirol aan om zich bij de nieuwe bondsrepubliek Oostenrijk te voegen. Dat lukte niet, maar het volgende idee was om dan op z'n minst weer bij Zuid-Tirol te mogen horen. Op 29 oktober 2007 mocht er een referendum worden gehouden. De uitslag was dat 78% voor aansluiting bij Zuid-Tirol stemde. Protesten van de provincie Belluno en de regio Veneto leidden ertoe dat aan de volkswil geen gehoor gegeven werd. Belangrijkste reden was dat laatstgenoemde regio een toeristenplaats zou verliezen, waar welgestelde toeristen uit binnen- en buitenland veel geld uitgeven. Nou, goh, jeetje, ook niet aardig. De plaats ligt in een brede bergkom in het dal van de rivier de Boite. Deze bergkom, de Conca di Cortina, wordt omgeven door de bergmassieven Cristallo en Tofane. Cortina d'Ampezzo is het grootste centrum in dit deel van de Dolomieten en een gerenommeerd skigebied. Er worden regelmatig grote skiwedstrijden georganiseerd, waaronder World Cup-races. Na de toegekende, maar later afgelaste Winterspelen van 1944, vonden in 1956 in Cortina d'Ampezzo de Olympische Winterspelen plaats. In Cortina d'Ampezzo zijn in 1932, 1941 (resultaten ongeldig verklaard), 1956 en 2021 de Wereldkampioenschappen alpineskiën georganiseerd. In 1956 was het WK onderdeel van de Olympische Winterspelen. Op 24 juni 2019 wees het Internationaal Olympisch Comité de Olympische Winterspelen van 2026 toe aan Milaan en Cortina d'Ampezzo. Oh, daarom zijn we hier zeker. De laatste aankomst in de Giro was namelijk al even geleden, we moeten terug naar het jaar 2012. Ook toen bekommen we de Giau en volgde een afdaling richting Cortina d'Ampezzo, met wel een iets andere aankomst. Ook toen reden ze over de steentjes in het centrum, maar moesten ze de hele winkelstraat door en lag de finish even verderop, gewoon op een laagje asfalt. Tijdens die rit zagen we Mikel Nieve weer in de aanval gaan, hij probeerde in dezelfde contreinen zijn kunststukje van het jaar ervoor te herhalen, maar nu met beduidend minder succes. Op de Giau bleven alleen de beste renners van die Giro over, zes renners in totaal. Het was de Giro van Hesjedal en Rodriguez, en beide heren probeerden de rest ook onder druk te zetten in de afdaling. Dat lukte niet, op zich wel interessante kennis voor vandaag. Goed, toen was het wel droog. Een totaal ander verhaal. Maar toch, een droge afdaling van de Giau stelt niets voor. Hesjedal en Rodriguez kregen het namelijk niet voor elkaar om Basso op achterstand te rijden, toch niet echt de beste daler. Scarponi (RIP) kreeg in de afdaling last van kramp en moest een flink gat laten, maar wist aan het eind van de afdaling toch nog aan te sluiten. Pozzovivo en Uran waren er ook bij, andere tijden. In de straten van Cortina d'Ampezzo ging Basso in de aanval, en hij trok even later ook nog de sprint aan. Zoals wel vaker in die jaren ging Rodriguez er in de laatste meters met de zege vandoor. Hij won in de roze trui, een trui die hij uiteindelijk toch af moest staan aan Hesjedal. Blijft een wonderlijke Giro, die van 2012. Maar eigenlijk dus wel een vrij matige aankomst in Cortina d'Ampezzo, niet direct veelbelovend.



De omstandigheden van toen waren wel totaal anders dan de omstandigheden die we nu lijken te krijgen. In Cortina d'Ampezzo, waar de basiliek van Filippo en Giacomo de show steelt, zou het 9 graden moeten worden, met 100% kans op regen gedurende de hele dag. Dat hoeft niet daadwerkelijk regen op te leveren, zagen we een paar dagen geleden, maar de kans lijkt toch vrij groot dat we nattigheid gaan zien. Niet veel wind in Cortina d'Ampezzo, dat scheelt dan weer. In startplaats Sacile wordt het 16 graden, met eveneens 100% kans op regen en iets meer wind. Vanuit het noordoosten, maar ik denk niet dat de wind echt een grote rol gaat spelen. De regen wel, zonder meer. De lage temperaturen ook, vooral zodra het bergop gaat. Op de Passo Pordoi wordt het 1 graad. Da's niet veel. Kans op sneeuw zelfs. Nouja, logisch als het regent en de temperatuur is zo laag. Wordt geen leuke rit, zoveel is duidelijk. Drie graden op de Passo Giau, met regen en toch ook wat tegenwind. Open vlakte richting de top, kan slecht zijn voor het aanvalswerk. Dit wordt echt een verschrikkelijke rit voor de renners, en waarschijnlijk ook voor ons. Op beelden hoeven we waarschijnlijk niet te rekenen, als het daadwerkelijk de hele dag gat regenen. We kunnen dat in de gaten gaan houden vanaf 10:50, dan gaat de rit van start. Een neutralisatie van tien minuten verder gaat de ellende echt beginnen. Een marathonuitzending voor Jeroen en Karsten, uiteraard is Eurosport er ook vandaag weer integraal bij. Ik heb er, ondanks het slechte weer, enorm veel zin in. Een ouderwetse veldslag, dat kan bijna niet anders. Het einde van de ellende wordt verwacht tussen 16:51 en 17:43.



Deze rit mogen we toch wel de koninginnenrit noemen. De Fedaia, Pordoi en Giau, stevige combinatie. Meer dan 5000 hoogtemeters, meer dan 200 kilometer lang. Een ouderwetse bergrit. Al is er naar mijn smaak toch wat teveel werk in de vallei na de eerste klim. Maar goed, ik ben ook niet snel tevreden. Enfin, je zou verwachten dat dit dan eindelijk weer eens een dag voor de klassementsrenners wordt. Maarja, is dat eigenlijk wel zo? Ineos heeft al aangegeven dat ze niet veel zin hebben om de boel strak te controleren. Jody veilig naar Milaan brengen, dat is het devies. Geen gekke toestanden, tijd pakken waar het kan maar niet iedere dag als een stel idioten op kop rijden. Die tactiek gaan ze vandaag ook weer hanteren natuurlijk. Dus zal de controle van andere ploegen moeten komen, maar wie gaat dat doen? Astana probeerde het een keer, maar toen ging Vlasov meteen kopje onder. Mitchelton kan het niet eens, al zouden ze het willen. Dus, nouja, weet je, dit wordt gewoon wéér een dag voor de vluchters. Wel sterke vluchters, want de eerste klim komt snel en is lastig. Als je daar weg weet te rijden ben je een goede renner. Bijkomend feit is natuurlijk het weer. Als het de hele dag regent ga je wel een andere koers krijgen, groetjes Sven Nys. Waarschijnlijk wil een ploeg als Ineos extra voorzichtig doen, geen onnodige risico's nemen. Dus ja, dit wordt gewoon weer een rit voor de vluchters. Maar daar heb ik geen zin meer in, dus noem ik uit principe een paar klassementsrenners.
1. Bernal. Had al vier ritten kunnen winnen ondertussen, ook wel een beetje minachting van de koers dat hij en zijn ploeg zoveel kansen laten liggen. Nu dan maar weer eens toeslaan. De beste bergop en kan goed dalen. Mocht het echt nodig zijn heeft hij eventueel ook nog wel een sprintje over. Kom op joh lul, doe het voor de kijker.
2. Vlasov. We beschouwen de Zoncolan maar als een offday, deze etapp zou hem sowieso beter moeten liggen. Benieuwd of Astana nog wat gaat ondernemen, ik hoop het in ieder geval van wel. Gorka maar weer op kop zetten in zo'n afdaling, zou schitterend zijn. Dromen mag.
3. Carthy. Zou fan moeten zijn van slecht weer. Was net als Vlasov vrij slecht op de Zoncolan, maar dit is weer een andere dag. Zo, schudden we er gewoon even uit. Hoppa.
4. Caruso. Kunnen we zijn bestaan nog ontkennen? Derde in het klassement na twee weken koers, jeetje. Stel je voor waar Landa had kunnen staan nee wacht waarom typ ik dit nu moet ik weer huilen
5. Yates. Schijnt niet zo'n fan te zijn van regen en koud weer, dus daalt hij een aantal plaatsen op de ladder. Met beter weer was ik wel echt benieuwd naar zijn verrichtingen geweest, kan in principe nog steeds wel een leuke derde week worden.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  maandag 24 mei 2021 @ 07:34:40 #2
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_199592177
Wat een heerlijke rit. _O_ Het broekje is inmiddels al uit.
pi_199592187
Ik heb hier zin in.
Je hebt in totaal 88 likes gekregen van onze moderators.
  maandag 24 mei 2021 @ 07:53:56 #4
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_199592207
Geen flopshow aub
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_199592473
Evenepoel met een epische solo op de Giau, om vervolgens de 5 minuten voorsprong weer te verspelen in de afdaling.
Jack does it in real time...
  maandag 24 mei 2021 @ 08:57:45 #7
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_199592499
Vol gas vanaf begin eis ik.

Schitterend parcours
  Eindredactie Sport / Forummod maandag 24 mei 2021 @ 09:01:49 #8
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_199592538
Dit klinkt als een goede rit om 's ochtends alvast even te sporten :Y

Oh jeetje, voor elf uur al live. De PLAYER er maar bij houden dan.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  maandag 24 mei 2021 @ 09:30:31 #9
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_199592775


Giau rond 08:30.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_199592805
Ik kreeg zaterdag te horen dat ik vandaag vrij was in plaats van dinsdag wat het eerst het geval was en daar ben ik erg blij mee :)

Ik eis niks minder dan een totale slijtageslag.
pi_199592910
Ik hoop overigens dat Bilbao in de vlucht gaat en solo aankomt na een spectaculaire afdaling zoals hij ook in de Tour of the Alps liet zien...al lijkt hij die vorm niet helemaal te hebben nu.
  maandag 24 mei 2021 @ 09:55:51 #12
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_199592966
Is het Extreme Weather Protocol al uit de la gehaald?
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_199592972
quote:
0s.gif Op maandag 24 mei 2021 09:30 schreef Koffieplanter het volgende:
[ afbeelding ]

Giau rond 08:30.
Ik begin echt Gavia 88 vibes te krijgen. Beetje ijsregen erbij en vanavond hebben we een totaal ander klassement.
pi_199592976
quote:
0s.gif Op maandag 24 mei 2021 09:55 schreef Szura het volgende:
Is het Extreme Weather Protocol al uit de la gehaald?
~O> }:|
pi_199593001
quote:
0s.gif Op maandag 24 mei 2021 09:55 schreef Szura het volgende:
Is het Extreme Weather Protocol al uit de la gehaald?
Dat lijkt mij wel te gaan gebeuren.
  Redactie Sport maandag 24 mei 2021 @ 10:00:36 #16
451829 crew  H.Vviv
pi_199593002
twitter
  Redactie Sport / Supervogel maandag 24 mei 2021 @ 10:00:36 #17
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_199593003
twitter
twitter
  maandag 24 mei 2021 @ 10:01:15 #18
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_199593007
Hou op zeg. Gewoon fietsen. Tegen kou kun je je kleden
pi_199593038
Dat ze die lange oversteek eruit halen kan ik me iets bij voorstellen, maar die afdeling naar Cortina willen we wel zien :Y

Misschien start in Agordo? Blijft er 121k over en mogen ze vanaf de start meteen de Fedaia op. Dat levert wel problemen met de tijdslimiet op voor de mindere goden.
  maandag 24 mei 2021 @ 10:09:07 #20
194695 franklop
Fran knock
pi_199593062
#Giro - Tuttobici reporting that riders are asking the application of the extreme weather protocol, while organizers wants to keep the stage as it is.
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Redactie Sport maandag 24 mei 2021 @ 10:11:01 #21
451829 crew  H.Vviv
pi_199593071
twitter
  maandag 24 mei 2021 @ 10:11:32 #22
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_199593074
quote:
0s.gif Op maandag 24 mei 2021 10:05 schreef Faraday01 het volgende:
Dat ze die lange oversteek eruit halen kan ik me iets bij voorstellen, maar die afdeling naar Cortina willen we wel zien :Y

Misschien start in Agordo? Blijft er 121k over en mogen ze vanaf de start meteen de Fedaia op. Dat levert wel problemen met de tijdslimiet op voor de mindere goden.
Wat is er zo erg aan de lange oversteek? Waarom is dat zo gevaarlijk?

Juist de kilometers dragen ook bij aan mythiek van de rit.
pi_199593097
Jaaaaa, het altijd klagende peloton. Leuke rubriek.
Jack does it in real time...
pi_199593102
Broekje gaat eerst maar weer aan :{
  maandag 24 mei 2021 @ 10:14:43 #25
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_199593109
Wat een mietjes :')

Als je niet tegen regen kunt, dan had je maar moeten gaan dammen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')