abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 22 mei 2021 @ 03:22:45 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199550271
Tappa 14: Cittadella - Monte Zoncolan, 205 km

Wat een draak van een rit was dat joh. Wie doe je daar in hemelsnaam een plezier mee? Nou, Giacomo Nizzolo dus. Na 11 tweede plaatsen, vijf derde plaatsen en een declassering wist hij dan eindelijk een keer een rit in de Giro te winnen. Gefeliciteerd Sjaak, het is je gegund. Voor Nizzolo kon winnen mochten we eerst een uur of vijf lang genieten van groeiend gras, het was echt niet te doen. Gelukkig kan Karsten heel boeiend over bungeejumpen vertellen, want kijken naar het onvermijdelijke trio Umberto Marengo, Simon Pellaud en Samuele Rivi wordt een mens snel beu. Hoewel de heren zichzelf ook beu schijnen te worden, na de tussensprint ging Pellaud in de aanval en reed hij een tijdje solo. Een intense strijd om de Fuga Bianchi te kunnen winnen, wat een toestand. In het peloton zagen we dat Fernando Gaviria een bloedheus had en dat was het verder eigenlijk wel. De drie koplopers bleven uiteindelijk toch samen en werken op minder dan tien kilometer van het eind ingerekend, daarna gingen we sprinten. Zowaar een vrij eenvoudige sprint, geen gekke bochten maar vooral veel werk rechtdoor. Desondanks werd het toch een lichtelijk chaotische sprint. Jumbo probeerde de sprint aan te trekken voor Groenewegen, maar die liet zich wel heel erg makkelijk wegdrummen. Hij durft het waarschijnlijk nog niet aan om voor zijn plek te vechten, ergens ook wel weer begrijpelijk. Edoardo Affini ging als eerste door de laatste bocht en Oss kon of wilde zijn wiel niet houden. Daardoor had hij ineens een gat, zonder het echt te weten. Toch maar doorrijden naar de finish dan, lukte nog bijna ook. Alleen Nizzolo wist hem nog te passeren. De Italiaan die nog nooit een rit in een grote ronde won profiteerde optimaal van de afwezigheid van Ewan en Merlier, en van de ontstane chaos. Kwam van achteruit, versnelde en reed naar Affini toe. Nog even een meter in het zog en er weer voorbij, zo naar de overwinning. De rest kwam niet in de buurt, vooral Groenewegen en Viviani vielen tegen. Nergens te zien, die twee. Gaviria ging vroeg aan, maar kwam duidelijk tekort. Terwijl hij nochtans minder gewicht hoefde mee te dragen aangezien hij zijn zadel was verloren, wat van de andere kant dan weer een reden kan zijn geweest om vroeg aan te gaan. Sagan werd derde en deed toch wel weer goede zaken voor de puntentrui. Dit was de laatste massasprint, geen makkelijke mogelijkheden meer voor Nizzolo en de rest om hem in te halen. Nouja, tot zover. Het had een leuke en verrassende zege voor Affini kunnen zijn, maar het is toch ook wel erg leuk voor Nizzolo en Qhubeka. Toch al hun tweede ritzege, terwijl ze zich pas op het laatste moment wisten te redden en zomaar willekeurig wat renners bij elkaar verzameld hebben. Het was het doel van Nizzolo om weer tweede te worden, daarom is het hem nu eindelijk gelukt om te winnen. Humor om te lachen. Verder schoot niemand wat met deze rit op. Gelukkig is het nu tijd om naar de Monte Zoncolan te gaan. Wel een rit waarvan de eerste helft minstens zo saai gaat worden als de vorige, een oneindig lange vlakke aanloop wacht op de renners.




Etappe nummer 14 gaat van start in Cittadella, een stad met 20.000 inwoners in de regio Veneto en de provincie Padua. Deze plaats nabij de river de Brenta werd al in de Bronstijd bewoond. Gedurende de Romeinse tijd was het een agrarische nederzetting aan de belangrijke weg Via Postumia, die Genua met Aquileia verbond. De stad kwam pas echt tot bloei in de middeleeuwen. In 1220 werd Cittadella voorzien van een robuuste cirkelvormige stadsmuur die de stad heden ten dage nog omringt. De stadsmuur heeft een lengte van 1461 meter, is 12 meter hoog en telt 32 torens. Het historisch centrum is toegankelijk via vier stadspoorten en heeft als middelpunt het Piazza Pierobon. Hier staat ook de belangrijkste kerk van Cittadella, de Prosdocimo e Donato uit de 16de eeuw. Ja, die stadsmuur is wel opvallend. Volgens het roadbook ook de enige stadsmuur die volledig bewandelbaar is. Je kan de Torre di Malta bezoeken, bijna 30 meter hoog dus biedt de toren een mooi uitzicht. Zit ook een museum in, als je er toch bent. Binnen de stadsmuren valt ook vooral het stratenpatroon op, lekker recht allemaal. Veel interessante gebouwtjes hier, zoals ook het Palazzo Pretorio. Veel mooie poorten ook, zoals de Porta Treviso en de Porto Padova. Je kunt vier kanten op, naar Padova, Treviso, Vincenza of Bassano del Grappa. Dat valt al te zien aan de poorten, maar blijkbaar is Cittadella bovendien een belangrijk spoorknooppunt. Bij de stad komen lijnen uit alle richtingen samen, heel sick. In Cittadella vond vorig jaar het Italiaans kampioenschap wielrennen plaats, Giacomo Nizzolo zou de gelukkige winnaar zijn. Dat geluk duurde overigens niet lang, want drie dagen later werd die onbenul ook nog eens Europees kampioen waardoor hij z'n Italiaanse truitje niet heeft kunnen showen. Cittadella is relatief klein, toch hebben ze hier een voetbalclub op behoorlijk hoog niveau. AS Cittadella is actief in de Serie B, niet slecht. In de Giro van 2008 eindigde er een rit in deze stad. Het werd een sprint, gewonnen door Mark Cavendish voor Daniele Benatti en brokkenpiloot Koldo Fernandez. Er komen ook wat wielrenners uit deze stad, zoals voormalig prof Federico Zurlo. Huidig prof Nicolas Della Valle, renner van Bardiani maar niet aanwezig in deze Giro, is ook van hier. Toch wil ik vooral even aandacht vragen voor Camilla Alessio. Profrenster, maar haar beste resultaten scoort ze op Instagram. Hè bah, wat ordinair weer van me. Mijn excuses, hieronder wat mooie foto's van het prachtige Cittadella.




Het wordt een rit met een explosief einde, maar de aanloop richting de Monte Zoncolan wordt onvoorstelbaar kut. Ik vrees ook ernstig voor een vlucht die het gaat halen, welke ploeg wil hier in hemelsnaam proberen de boel 200 kilometer te controleren? Maar afijn, we starten in het historische centrum van Cittadella, binnen de stadsmuren. Via een van de poorten verlaten we het centrum, daarna rijden we een bijna volledig rondje om de muur, het moet allemaal natuurlijk wel goed in beeld gebracht worden. Buiten Cittadella gaat de rit echt van start en dan zetten we in de eerste negen kilometer van de rit koers richting Castelfranco Veneto over rechte, brede en vlakke wegen. Veel bebouwing hier, we hollen van het ene dorp naar het volgende. Daardoor ook wat verkeersmeubilair, maar het is uiteraard een eenvoudig begin. Na negen kilometer rijden we dus door Castelfranco Veneto, waar de renners heel wat rotondes tegenkomen. Ze slaan helaas het centrum over, terwijl daar ook mooie dingen te bewonderen zijn. Lijkt een beetje op Cittadella, een klein historisch centrum omgeven door een stadsmuur. In Cittadella is het een rondje, in Castelfranco Veneto een vierkantje. Fraaie beelden. Niet het meest bijzondere aan Castelfranco Veneto, nee, deze stad heeft veel meer te bieden. De officieuze wielerhoofdstad van Italië, zou ik durven te beweren. Het is bijna ongeloofwaardig, de hoeveelheid renners uit deze stad. Alessandro Ballan, voormalig wereldkampioen, Castelfranco Veneto. Matteo Priamo, voormalig dopingkoerier van Emanuele Sella, Castelfranco Veneto. De eeuwige Matteo Tosatto, u raadt het al. Marco Bandiera, Matteo Busato (niet Borsato), Paolo Simion (voormalig top 15-sprinter van Bardiani), Leonardo Basso (vriend van Moscon), ga zo maar door. Voor één renner zal het een extra speciale doortocht zijn, dan hebben we het over Samuele Battistella. De wereldkampioen bij de beloften van Yorkshire, Nils Eekhoff vindt dit niet leuk. Daarna prof geworden bij NTT, maar vanwege onzekerheid over het voortbestaan van de ploeg kon hij vertrekken naar Astana. Namens die ploeg is hij nu aanwezig in de Giro, op een redelijk onzichtbare manier. Castelfranco Veneto dus, geboortegrond van menig goede prof. Ook Francesco Guidolin komt uit deze stad, een voetbaltrainer. Voetbal is uiteraard geen sport, maar deze man schijnt hoogstpersoonlijk de Zoncolan 'ontdekt' te hebben, zoals Youri IJnsen Roglic heeft ontdekt. Als trainer van Udinese belegde hij een trainingskamp in Arta Terme, waar vandaag een tussensprint gaan volgen. Zijn fiets ging mee, want dat mocht hij in zijn vrije tijd graag doen. Van een lokale bewoner kreeg hij de tip om eens de Zoncolan te bedwingen. Dat deed hij en het maakte zoveel indruk dat hij Davide Cassani op deze klim attendeerde, die daarna de tip zou hebben doorgegeven aan de organisatie. Goed verhaal, aangezien we toch naar de Zoncolan gaan gooien we het er gewoon in.



Voorbij Castelfranco Veneto volgt er een eindeloze tocht door de regio Veneto. Wel een deel van Italië waar ze veel hebben gebouwd, dus fietsen we vooral van het ene dorp naar het volgende. Het blijft eigenlijk altijd breed, vlakker kan het onmogelijk zijn. Het enige gevaar komt dus van al het straatmeubilair, de rotondes en een zeldzame bocht. Na 25 kilometer fietsen we dwars door Montebelluna, waar flink wat rotondes liggen. In dit dorp won Matteo Tosatto, een van de mannen uit Castelfranco Veneto, in 2001 een rit. Een lokale zege dus, erg mooi voor hem. Oscar Gatto is blijkbaar van hier, ex-prof die zijn laatste jaren bij Bora sleet als knecht en vriend van Sagan. Van Montebelluna gaat het naar Giavera del Montello, over wegen die weinig inspirerend blijven. Veel dorpjes, wat bochten en ander werk in die dorpjes, verder niets. In Giavera del Montello volgt er zelfs een echte bocht, we slaan rechtsaf. Vervolgens rijden we over de nieuwe weg verder naar Spresiano, een paar kilometer lang komen we op wat rotondes na weer niets tegen. In Spresiano gaat het naar links en dan zetten we koers richting Conegliano, een stad die tegenwoordig welhaast onvermijdelijk lijkt. Rechtdoor langs het spoor tot Conegliano, waar de renners een stuk of 100 rotondes gaan tegenkomen terwijl ze langs de buitenrand van de stad fietsen. Vorig jaar ging er nog een tijdrit van start in Conegliano, richting Valdobbiadene. Ganna zou winnen, uiteraard. In 2019 en 2017 reden we tijdens een van de ritten dan weer dwars door deze stad, het onvermijdelijke karakter is dus onmiskenbaar aanwezig. Ook Conegliano is een stad van wielrenners, al is de lijst wel net een tikje minder indrukwekkend dan die van Castelfranco Veneto. Maar toch, met Sacha Modolo, ritwinnaar Andrea Vendrame en natuurlijk Marzio Bruseghin. De man van de ezeltjes, die tegenwoordig als specialiteit het produceren van wijn heeft. Prosecco, want dat hoort bij deze streek. Een verhaal met een baard, aangezien we hier ieder jaar passeren.



In de buurt van Conegliano hebben we een stuk of 60 kilometer afgewerkt, het is een eindeloze aanloop. Komt voorlopig nog weinig verandering in, richting Orsago gaat het nog eens tien kilometer verder over een vlakke en rechte weg. Nog steeds veel dorpjes tussendoor, met ook weer redelijk veel rotondes en andere verkeersobstakels. Tussen de dorpjes door wat open terrein, maar dat valt door alle bebouwing eigenlijk wel mee. In Orsago slaan de renners linksaf, ze rijden nu over een iets bochtigere weg verder naar Cordignano. Buiten dit dorpje verlaten we Veneto en betreden we Friuli-Venezia Giulia. In deze regio gaat het redelijk rechtdoor tot in Caneva, op wat rotondes na. In Caneva zelf komen we kort achter elkaar twee rotondes tegen, daarna begint zowaar de eerste klim van de dag. Na een paar bochten wordt de weg iets smaller en volgt er een klim naar het kasteel van Caneva, het gaat 3,4 kilometer aan 4,4% omhoog. Nou, dat is schrikken. Wel onregelmatig, blijkbaar zit er toch een stuk aan 7% tussen. Maarja, verder niet echt de spannendste klim van de dag. Vierde categorie, dus Bouchard kan hier zijn bergtrui nog van wat meer blauw voorzien. Na 77 kilometer komen we boven, een korte afdaling met eigenlijk maar één echte bocht volgt. Beetje smal in het begin, even verderop bevinden we ons weer op een brede weg. Die brede weg volgen we tot Dardago, waar we na 87 kilometer gaan aankomen. Paar kilometer vals plat omhoog richting dit dorp, van dat soort minimale hoogteverschillen gaan we het de komende 50 kilometer moeten hebben.




Wel een fraaie en groene omgeving ondertussen, om toch nog wat van de rit te maken. Paar bochten, paar rotondes, paar dorpjes. Blijft toch gezapig, uiteindelijk. Voorbij Dardago gaat het een tijdje vals plat naar benede, vooral rechtdoor over en brede weg door het bos. Even later volgt een nieuwe strook vals plat omhoog, richting Aviano. Stelt allemaal bijzonder weinig voor, ook het nieuwe stuk vals plat omhoog richting Giais na een kort stukje in dalende lijn na Aviano mag amper een naam hebben. De bergen liggen aan de linkerkant van de weg, maar daar doen we voorlopig helemaal niets mee. Voorbij Giais gaat het een kilometer of 20 vooral heel erg vlak zijn, met minimale hoogteverschillen. In Giais wordt de weg iets smaller, het gaat nu een kilometer of zes rechtdoor tot in Montereale Valcellina. We passeren onderweg een paar dorpjes, waar wat leuke kerkjes staan. In Montereale Valcellina wordt het iets bochtiger, ook wat smaller. Buiten dit dorp gaat het kort naar beneden, richting een stuwmeertje. De renners rijden ineens in de bergen, het ziet er plots leuk uit. Ze rijden over een brug, die erg smal is. Scherpe bocht daarna en dan fietsen ze een tijd verder langs een imponerende rotswand. Even later wordt het weer breed, recht en saai, onderweg naar Maniago. In het centrum van dit dorp weer wat bochten en rotondes, alvorens we via Fanna naar Meduno rijden. Het blijft saai, verschrikkelijk. In de buurt van Meduno rijden we over een brug, het wordt hier zowaar even bochtig en we krijgen ook te maken met een paar meter op en af. Ja, sensatie. Nou, zodoende komen we uit in Meduno, waar na een bocht naar links de eerste tussensprint van de dag volgt na 120,6 kilometer. Een klein stadje, waar je volgens paragliding.nl perfect aan paragliding kunt doen:
quote:
Paragliden in Meduno is fantastisch! Meduno is een wat slaperig stadje in Noord Italië, het ligt tussen Bassano en Lijak in en heeft net als Bassano een zeer gunstig klimaat voor paragliden. De start is op de Monte Valinis en is zeer ruim en ook geschikt voor toplanden. De landing is groot en makkelijk en prima geschikt voor cursisten.

Meduno is een goede thermische stek, waar je zelfs als beginnend piloot makkelijk kan boven blijven door langs de ridge te blijven soaren. Voor de wat gevorderde piloot is het er super thermieken en zijn er vele overlandmogelijkheden. Het vlakland draagt vaak ook erg goed waardoor leuke driehoekjes mogelijk zijn.

Beroemd in Meduno is de avond restitutie thermiek waardoor je vaak tot heel laat kunt vliegen, soms zelfs wel tot zonsondergang! Meduno is een wat minder bekende plek dan Bassano, hierdoor is het er doorgaans een stuk rustiger dan Bassano. Maar het vliegen is er prachtig!



Op deze thermische stek soaren we langs de ridge, de gevorderde piloten in het peloton thermieken wat af en de overlandmogelijkheden zijn niet te overzien. We vormen leuke driehoekjes, zoals de Bermudadriehoek. In Meduno is de weg wat smaller, tussen de huisjes door. Buiten het dorp volgen we over een weg die nog steeds wat smaller is de Via Tramonti naar het Lago di Tramonti. Paar bochten in licht dalende lijn buiten het dorp, daarna gaat het vooral rechtdoor richting het meer, een beetje op en af. Eenmaal bij het stuwmeer wordt de weg extra smal, bochtig en de omgeving is plots een stuk mooier. Flinke rotsen hier, de natuur heeft weer eens z'n best gedaan. We volgen het stuwmeer best lang, behoorlijk wat kilometers. Het is langs het meer redelijk bochtig, maar wel behoorlijk vlak. Door al die bochten en de smalle weg krijg je hier wel een uitgestrekt peloton, vooral omdat het tempo hoog zal liggen in aanloop naar de eerste serieuze klim van de dag. Leuk uitzicht wel, ondertussen. Kicken meertje, dat van Tramonti. Of Redona, da's de andere naam. Wel een meer met een verhaal, want onder het water liggen enkele verdwenen dorpen. Movada is zo'n dorp. Toen het stuwmeer werd aangelegd moesten de inwoners van dit dorp vertrekken. Hun huizen bleven achter, maar verdwenen onder het water. In een hete en droger zomer kunnen wat restanten van Movada ineens boven komen drijven, toch wel bijzonder hè Jeroen. Aan het eind van het meer zetten we koers richting Tramonti di Sotto, de loop van de Meduna volgend. Het gaat door een donker bos over een wat smallere weg lichtjes omhoog. Van Tramonti di Sotto, waar wat steentjes en bochten in het centrum liggen, gaat het via een bochtige weg naar Tramonti di Sopra, weer wat omhoog door een bos. In Tramonti di Sopra, waar we na 136 kilometer passeren, staat op de bordjes al aangegeven wat er op het programma staat.



Passo Rest, dat staat er. Aan die klim gaan we nu beginnen, door de organisatie Forcella Monte Rest genoemd. Een klim van 10,5 kilometer aan 6%, tjeempie. De smalle weg omhoog is in de eerste kilometer niet zo interessant, het gaat aan 2% omhoog. Daarna volgt een stuk aan 5%, voordat de bochtige weg die ineens weer breder is geworden kort naar beneden gaat. Na dit korte stukje in dalende lijn slaan we rechtsaf, rijden we over een bruggetje en begint het steilste stuk van de klim. Een kilometer aan 8,5%, met een strook tot 12%. Ja, de rit begint eindelijk een rit te worden. Na een kilometer aan 7,5% volgt een kilometer aan 6%, voordat het weer verder omhoog gaat aan 7,5%. De weg is weer wat smaller geworden, ineens. Plotseling kwam ook het besef binnen dat deze weg me vrij bekend voorkomt. Kan kloppen, want de Forcella Monte Rest zat vorig jaar ook in de Giro. Toen werd ie alleen van de andere kant beklommen en gingen we langs deze kant naar beneden. Dat vond ik toen een lastige afdaling, met een stuk 30 haarspeldbochten onderweg. Nou, al die haarspeldbochten werken we dus nu bergop af. Wordt wel een extra vermoeiende klim daardoor, er zitten stukken tussen waarin je echt van bocht naar bocht rijdt. Nog een kilometertje aan 8% omhoog, stevige klim dus. Een merkwaardige klim ook, door al dat bochtenwerk. Wel een mooie klim, fraaie omgeving. Vorig jaar kwamen we hier langs onderweg naar Piancavallo, een deel van de weg van net werkten we toen in tegengestelde richting af. Zo reden we bijvoorbeeld langs Aviano, waar de voet van de klim naar Piancavallo ligt. Geoghegan Hart was toen het wonderlijke duo van Sunweb, Hindley en Kelderman, te snel af. Enfin, we slingeren ons dus een weg omhoog door het bos. Via vele haarspeldbochten klimt het maar wat steil omhoog. Al volgt er ook nog wel even een vlakkere halve kilometer, aan 4%. Klein stukje waar het wat vlakker is, maar daarna gaat het gewoon weer doodleuk aan 7,5% omhoog, in de kilometer daarna zelfs weer aan 8%. In de laatste kilometer van de klim, terwijl het uitzicht op de bergen steeds mooier wordt, gaat het eerst aan 6,5% omhoog, daarna gaat het aan 5% verder tot we een kapelletje zien liggen. Bij dit kapelletje bereiken we na 147 kilometer de top van de Forcella Monte Rest, een klim van de tweede categorie.




Het is tijd voor de afdaling. Deze weg kennen de renners nog van vorig jaar, toen gingen ze hier dus omhoog. Het was een stevige klim, derhalve zal het ook een stevige afdaling worden. Het gaat 7,5 kilometer naar beneden aan 7,5%, waarbij de laatste kilometer het gemiddelde behoorlijk drukt. De eerste kilometer valt ook nog wel mee, tussendoor gaat het vooral aan 9% naar beneden, met onderweg een stuk of tien haarspeldbochten. Minder haarspeldbochten dan aan de andere kant, maar het wordt alsnog een technische afdaling. De weg is nog steeds niet al te breed, terwijl men door een donker bos rijdt. Veel korte en snelle bochten, en vrij snel een tunneltje. In deze tunnel volgt een lange, doordraaiende bocht naar links. Buiten de tunnel volgen de bochten elkaar weer snel op. Geen rustige afdaling, lange stukken rechtdoor zitten er niet tussen. De haarspeldbochten liggen ver uit elkaar, aan de andere kant van de klim is dat wel anders. Tussen de haarspeldbochten in enorm veel korte bochtjes, ik vind 'm wel pittig geloof ik. De afgrond is vaak diep, ter versiering staat er met enige regelmaat een stenen muur langs de kant van de weg. Tel daar nog eens bij op dat het waarschijnlijk de hele dag gaat regenen en je weet dat dit een belangrijke afdaling kan worden. Nibali maar in de gaten houden, zeker. Eenmaal beneden rijden we via een brug over de Tagliamento, daarna gaat het aan de andere kant van de rivier kort omhoog. Een klim van 2,5 kilometer aan 4,3%, naar wij dachten. Ook dit stuk zat in de rit van vorig jaar, maar weer andersom uiteraard. We rijden langs een stuwdammetje en vervolgens gaat het op een niet al te denderende manier omhoog. Al wordt het wel nog even wat steiler, het schijnt zelfs een kilometer aan 8% omhoog te gaan, voordat het richting de top van Forcella di Priuso vals plat wordt. Na een vlak stukje duiken we vervolgens een afdaling in, het gaat drie kilometer lang aan 6% naar beneden. Een stuk of zes haarspeldbochten onderweg, in een van die bochten vinden we op het gras een kapelletje terug, dat krijgen die Italianen altijd wel voor elkaar. Daarna rijden we ook weer door een tunneltje heen, ditmaal zonder vervelende bocht. Verder rijden we weer door een bos over een smalle weg, ook nu mogen de renners dus weer opletten. Na 160 kilometer zijn we beneden in Priuso, op een kilometer of 40/45 van de finish.



In Priuso slaan we rechtsaf en bereiken we een bredere weg. Het is nu een kilometer of 25 fietsen tot aan de tweede tussensprint van de dag, die niet ver van de voet van de slotklim ligt. De komende kilometers rijden de renners over brede en behoorlijk rechte wegen, die ook nog eens vrij vlak zijn. Het wordt weer vrij saai, mogen we wel zeggen. Van Priuso gaat het naar Enemonzo, in deze regio gaat het nog een keer een paar meter omhoog. Ook weer wat omlaag, maar eigenlijk is het hier gewon vlak. Van Enemonzo fietst men naar Villa Santina, waar een bocht naar rechts volgt. Even daarvoor rijden we over een drooggevallen rivier, ook leuk. Na de doortocht in het centrum van Villa Santina komen we buiten dit plaatsje een rotonde tegen, waar het naar links gaat. Hierna gaat het gewoon een paar kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg, helemaal niets aan de hand. Groene omgeving, bergjes in de buurt. In de buurt van Tolmezzo pakken we een afslag mee, aan het eind van deze afslag slaan de renners linksaf. Tolmezzo bereiken we niet, maar het scheelt niet veel. Dit is de stad van Jonathan Milan, neoprof van Bahrain-Merida. Niet aanwezig in de Giro, in tegenstelling tot Nicola Venchiarruti. Deze renner van Androni is wél aanwezig in de Giro. Nog niet echt zichtbaar, daar verandering in brengen wordt tijdens deze rit ook niet direct een sinecure. Tolmezzo kwam ook voor in de Giro van 2018, toen ging hier een rit van start. Maar eigenlijk rijden we dus niet door Tolmezzo, we blijven voorlopig aan de andere kant van de rivier But, goede naam wel. Aan de andere kant van de rivier rijden de renners door Caneva, waar de renners een terugdraaiende bocht naar links meepakken. Na deze lastige bocht gaat het rechtdoor verder naar Casanova, onderweg rijdt men door een tunneltje. Voorbij Casanova volgen we een kilometer of acht dezelfde weg, die nog steeds behoorlijk vlak is. Het wordt wel wat bochtiger, terwijl we een fietspad zien liggen. Een fietspad, in Italië! In het midden van het niets ook nog eens, schokkend joh. We rijden door wat dorpjes en steken uiteindelijk de But over, waarna we linksaf slaan richting Arta Terme. Hier volgt na 186,3 kilometer de tweede tussensprint van de dag, nog minder dan 20 kilometer tot het eind, ja! In dit Arta Terme slaan we voorbij een brede rotonde een keer rechtsaf een smaller weggetje in, hier loopt het een tijd omhoog tot aan de tussensprint.



Voorbij de tussensprint is het nog vijf kilometer fietsen tot de voet van de Monte Zoncolan. De weg is smal en loopt nog een tijdje verder omhoog, terwijl we door een paar bochten flitsen. Even verderop gaat het wat meer rechtdoor, in licht dalende lijn. Tussen de bomen door volgen we de smalle weg tot we weer uitkomen bij een brede weg. Deze volgen we maar kort, want snel volgt er een bocht naar links. We rijden over een brug en betreden Sutrio, alwaar de slotklim gaat beginnen. In het centrumpje van dit dorp slaan we linksaf en begint de ellende, al is het minder ellende dan we gewend zijn. De Monte Zoncolan vanuit Sutrio, da's pas voor de tweede keer. Na de bocht naar links in Sutrio gaat het omhoog, we beginnen aan een klim van 14,1 kilometer aan 8,5% gemiddeld. Zolang we in Sutrio zijn valt de klim reuze mee, na een vals platte halve kilometer gaat het een halve kilometer aan 5% omhoog. Paar flinke bochten wel in het dorp, met een smallere passage en wat steentjes. Aan het eind van het dorp slaan we scherp rechtsaf, vervolgens gaat het aan 6,5% omhoog, voor het daarna zelfs omhoog gaat aan 9%. Het eerste teken dat dit toch echt de Zoncolan is, al valt deze kant relatief mee. Een kilometer of acht aan 8%, nou, het is bijna vals plat. De brede weg omhoog, op zich ook al een verrassing, is wel vrij onregelmatig. Stukje aan 8%, dan weer 8,5%, dan weer 9%, terug naar 8,5%, dan ineens een halve kilometer aan 10% voor het slechts aan 7% omhoog zal gaan. Een paar brede haarspeldbochten omhoog in het bos, ik krijg nog niet de echte Zoncolan-vibes. Na een tijd krijgen we een fraai uitzicht over de vallei, welke berg is dit joh? Na een kilometer aan 8% volgt volgt er eentje aan 8,5%, terwijl we door de brede haarspeldbochten verder omhoog gaan. Daarna weer een kilometer aan 8%, en eentje aan 8,5%. Lastige klim nog steeds, maar niet mijn Zoncolan. Hoewel, richting het eind van het eerste deel van de klim volgt er een halve kilometer aan 9,5%, alvorens een adempauze gaat volgen. Na 9,5 kilometer klimmen is het eerste deel voorbij, we gaan toewerken naar de loodzware slotkilometers. Voordat het zover is volgt er nog een makkelijker deel van anderhalve kilometer. Het schijnt in dit deel wel continu omhoog te gaan, tussen 3 à 5%, maar ik zie toch ook wel een stukje in dalende lijn tussendoor. Rechtdoor over een brede weg, geen probleem dus verder.



Even verderop komen we een parkeerplaats tegen, waar een splitsing volgt. We slaan linksaf, een smalle weg in. Rijden onder een restaurant door en zienderogen de percentages toenemen. In de laatste drie kilometer van de klim gaat het aan 13% omhoog, kijk, dat is wél de Zoncolan. Smalle weg, bos, haarspeldbochtjes, dit voelt als thuiskomen. In de eerste van deze drie loodzware kilometers gaat het aan 11% omhoog, met een steilste strook aan 22%. Daarna is het even een paar meter wat vlakker, voor het in de voorlaatste kilometer omhoog gaat aan 13% gemiddeld. Even een wat vlakker stuk langs de piste, maar zodra we onder de kabelbaan doorfietsen gaat het ineens weer achterlijk steil omhoog. Er zit een haarspeldbocht tussen waar het aan 25% omhoog gaat, lekker joh. Richtin de slotkilometer is het weer even iets vlakker, voor het helemaal debiel steil wordt. Bijna 15% gemiddeld in de laatste kilometer. Er zit vlak voor het eind een stukje weg tussen dat bijna loodrecht omhoog lijkt te lopen. Scheelt niet veel, het gaat in het slot aan 27% omhoog. De hele klim valt relatief gezien mee, maar deze laatste kilometers niet. Idioot steil. Het leuke is dat je in de vorige twee kilometers de steile stukken vooral ziet in de haarspeldbochten, in de slotkilometer gaat het vooral rechtdoor recht omhoog, straffen toebak. Een gemiddelde stijging van 20% over 400 meter, een mens zou voor minder. Al zijn niet alle bronnen het met elkaar eens, er zijn ook mensen die beweren dat 27% overdreven is en dat het niet veel erger wordt dan 20%. Wat alsnog lastig genoeg is, natuurlijk. In de allerlaatste meters van de rit wordt het iets vlakker, waarna we eindigen op een parkeerplaats. Valt me nu eigenlijk pas voor het eerst op dat er een parkeerplaats is op de top van de Zoncolan, van de andere kant komt dat nooit in beeld. Na 205 kilometer in totaal en 14 kilometer klimmen aan het eind zit de rit er dan op, het wordt kruipen aan het eind.




Voor de tweede keer in de geschiedenis beklimmen we de Monte Zoncolan vanuit Sutrio. Eigenlijk is het een behoorlijke floprit geworden, want er waren betere geruchten over deze rit. De Monte Crostis vooraf, een eeuwig gerucht. Gaat er waarschijnlijk nooit van komen. Een dubbele beklimming van de Zoncolan, ook slechts een droom. Hoewel een enkele beklimming van de Zoncolan al moeilijk genoeg zou kunnen zijn, want het schijnt dat het hier stevig heeft gesneeuwd en dat men alle moeite van de wereld heeft gehad om de boel een beetje begaanbaar te krijgen. Terwijl de weersverwachtingen nu ook weer dramatisch zijn. Interessant, op z'n minst. Het wordt dus de tweede keer dat we vanuit Sutrio de Zoncolan beklimmen. De eerste keer dat deze berg in het parcours werd opgenomen bedwongen we 'm ook vanuit Sutrio. We schrijven 2003, Gilberto Simoni reed in het roze. Een rit had hij nog niet gewonnen, dus besloot hij daar iets aan te gaan doen. Het eerste deel van de Zoncolan werd niet heel spannend, men reed op een redelijk gezapige manier omhoog. Tot de steilste stroken begonnen, op drie kilometer van het eind ging Simoni in de aanval. Ze zagen hem pas na de finish weer terug, met een flinke voorsprong op Garzelli en Casagrande won hij de rit. Een minuut of 12 deed hij over de laatste drie kilometer, vier minuten per kilometer. Dan weet je ook hoe lang dat laatste stuk gaat duren, eeuwig. Pantani werd 5e, zo'n beetje zijn laatste goede resultaat. Simoni zou later nog twee ritten winnen en het eindklassement won hij met zeven minuten voorsprong.



Na de passage in 2003 besloot de organisatie snel terug te keren naar de Zoncolan, in 2007 voglde de terugkeer. Toen debuteerde de kant vanuit Ovaro, de veel lastigere kant. Je spreekt dan over 8,4 kilometer aan 12,5%, vergelijkbaar met de laatste drie kilometer vanuit Sutrio, alleen dan vijf kilometer langer. De kant vanuit Ovaro hebben we inmiddels vijf keer beklommen. Gilberto Simoni zou ook van die kant de primeur hebben, hij kwam samen met ploeggenoot Leonardo Piepoli als eerste over de finish, een klassieke één en twee van Saunier Duval. Daarna kwamen we in 2010 nog eens naar de Monte Zoncolan, weer vanuit Ovaro. RoboBasso reed toen iedereen op een hoop, met een bezeten blik. Basso verloor veel tijd onderweg naar Montalcino, maar alleen al op de Zoncolan pakte hij meer dan een minuut terug op Evans. Leuk en aardig, maar de meest memorabele beklimming van de Zoncolan dateert van 2011. Gisteren was het éxact tien jaar geleden dat een van mijn persoonlijke favoriete ritten werd verreden. Daar schreef ik al eens over, maar we gooien het er gewoon nog een keer in, omdat het kan.

Etappe 14 van de Giro van 2011, 21 mei. Van Lienz in Oostenrijk naar de Monte Zoncolan. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Vermoedelijk omdat ik de beelden ondertussen een keer of 100 heb gezien. Het was een typische Italiaanse dag, vol chaos. Voor de Zoncolan zou eigenlijk ook nog de Monte Crostis beklommen moeten worden. Die werd echter geblokkeerd door een groep boze protestanten. Geen mogelijkheid om daar nog over te gaan, dus de Crostis werd geschrapt. Een opluchting voor de renners, want ook dit is geen misselijke klim, met zijn 17 kilometer aan 8,5% gemiddeld. De kopgroep bestond uit Bram Tankink, Gianluca Brambilla en Matteo Rabottini. De laatste twee waren toentertijd nog vrij onbekend. Tankink dacht zowaar dat hij nog een kans had om te winnen, door het schrappen van de Crostis. Viel uiteindelijk een beetje tegen, want iedere 10 meter verloor hij weer een paar seconden op de achtervolgers. In het peloton viel Joaquim Rodriguez als een van de eerste toppers aan. Purito was toen nog een beetje een lachertje, hij viel altijd aan om vervolgens stil te vallen. Zo ook op de Zoncolan. Op een kilometer op 6 van de streep viel Antón voor de eerste keer aan. Contador ging gelijk mee, met Scarponi. Antón reed door tot hij bij Rodriguez kwam. Daarna viel het een beetje stil, tot in het volgende beeld Antón ineens ribbedebie was. Contador liet volgens sommige mensen lopen, maar daar kan op de Zoncolan eigenlijk geen sprake van zijn, het zal van niet beter kunnen zijn geweest. De Zoncolan is ontzettend eerlijk. Het is ieder voor zich, inhouden of profiteren van andere renners is niet mogelijk. Nog meer Italiaanse chaos volgde: Een opgeblazen motor. Niet veel later kwam er een vent met een biefstuk aan een stokje naast Contador rennen. Nog steeds hardop lachen als ik daaraan terugdenk.



Scarponi blies zichzelf ook op en Nibali kwam uiteindelijk op eigen tempo aansluiten bij Contador. Ondertussen bleef Antón op een meter of 20 van Nibali en Contador fietsen. Leek niet veel, alsof ze 'm ieder moment konden terugpakken. Alleen, 20 meter is op de Zoncolan gewoon een seconde of 10. Zo steil is dat ding. Uiteindelijk begon Antón uit te lopen en werd het duidelijk dat hij ging winnen. In de laatste kilometer probeerde Contador Nibali nog een paar keer te lossen, wat uiteindelijk lukte. In de laatste hectometers werd Bertje luidkeels uitgefloten, waar ik toen ook enorm van kon genieten. Contador was even niet zo populair, omdat hij niet echt stond te juichen om de Crostis te beklimmen, laat staan daar nog naar beneden te moeten. Zijn vervuilde biefstuk hielp natuurlijk ook niet mee. Antón kwam uiteindelijk als eerste over de streep, een halve minuut voor Contador. Hij juichte, zoals hij dat zo mooi kan. Met hoekige armbewegingen, die maar moeilijk te imiteren zijn. Enfin, dat was een mooie dag. Hij stond daarna ook derde in het klassement, maar dat feest duurde niet lang. De volgende dag zou hij een kwartier verliezen, ofzo. Onderweg naar Gardeccia, dat was me ook een partij een epische rit. Met de Fedaia onderweg! Daar komen we maandag weer langs, ook echt ontzettend veel zin in.



Na de epische rit in 2011 volgden er nog twee aankomsten op de Zoncolan, die allebei een beetje tegenvielen. Vooral die editie van 2014, haast een traume. Het was toen niet een beslissende bergrit halverwege de Giro, maar de laatste bergrit. Kan dan nog steeds beslissend zijn, maar in 2014 lag alles al in een plooi. Quintana had de boel al naar zijn hand gezet en dus was er weinig reden om nog hard te koersen, Movistar schonk de overwinning op de magische Zoncolan aan een paar vluchters. Het werd derhalve een strijd tussen de twee sterkste vluchters van die dag, Michael Rogers en Francesco Manuel Bongiorno. Aangezien Rogers een walgelijke renner was stond ik op de banken voor Bongiorno, maar dat liep dramatisch af. Een ietwat overenthousiaste fan probeerde Bongiorno een steuntje in de rug te geven, maar dat ging niet helemaal goed. Bongiorno schoot door dat zetje uit z'n klikpedaal, kwam bijna tot stilstand en Rogers had meteen een paar meter voorsprong. Die voorsprong gaf Teflon Mick niet meer weg, dus kregen we na Simoni, Basso en Anton er een lelijke Australiaan bij op de erelijst. Dat was geen feestje. In 2018 voegde Chris Froome zijn naam toe aan het rijtje. De Keniaanse Brit, die inmiddels vijf miljoen per jaar vangt bij Israel voor een 81e plaats in de Ronde van Catalonië en een 96e plaats in de Ronde van Romandië. In 2018 leek het verval al ingezet te zijn, hij was in dat jaar nog niet echt op dreef. Ook in de Giro zelf ging het niet van een leien dakje, tot de Zoncolan kwam. Iedere bergrit werd hij gelost, maar op de Zoncolan liet hij ineens iedereen zijn hielen zin. Een ritoverwinning, voor de tot dan toe dominerende Simon Yates. Een paar dagen later volgde toen die enorm lange solo, op dezelfde dag zagen we ook de inzinking van Yates. Een merkwaardige Giro, met dus ook een merkwaardige aankomst op de Zoncolan. Na mooie namen Rogers en Froome, hopelijk krijgen we nu weer wat mooiers te zien. Oja, Froome sloeg toen een man in een dinopak op z'n bek, dat was dan nog wel geestig. Twan Poels was toen ook weer vreselijk irritant goed, frappant was die tijd. Benieuwd of we ook aan de andere kant van de Zoncolan een eindeloze rij boswachters gaan zien en mecaniciens achterop de motor.



In startplaats Cittadella wordt het overdag 20 graden. Naarmate de dag vordert meer kans op regen, maar 's ochtends zou het nog droog kunnen zijn. Bijna geen wind, dus dat speelt geen rol. Gaandeweg wordt het steeds slechter. Des te later op de dag het wordt, des te groter de kans op regen. Langzaam gaan we ook de hoogte in, waardoor de temperaturen steeds lager worden. In de omgeving van Tolmezzo, niet ver van de voet van de slotklim, spreken we over 15 graden, bijna 100% kans op regen gedurende de hele dag en een beetje wind vanuit het zuiden. In de rug richting de slotklim, voor zover het überhaupt invloed heeft. Op de Monte Zoncolan zelf, dat blijkbaar ook een wintersportoord is met een monument op de top, dankzij deze beklimmin van de andere kant ontdek ik alerlei dingen joh, wordt het zelfs 7 graden. Regen, alleen maar regen. Weinig wind, dat is dan nog het voordeel. Maar toch, het wordt een ellendige dag. Een paar afdalingen over smalle wegen onderweg, dit wordt bepaald geen sinecure. Bergop 7 graden in de regen, dat gaat een angstwekkend lage gevoelstemperatuur opleveren. Ik vrees voor heel wat renners. Iemand als Groenewegen heeft alvast een goed besluit genomen door niet meer van start te gaan. Hoewel het 's ochtends dus nog droog zou kunnen zijn. Om 11:30 staan de renners aan het vertrek in Cittadella, tien minuten later zou de officiële start moeten plaatsvinden. Een lange vlakke aanloop volgt, waarschijnlijk wordt het pas interessant als we aan de Forcella Monte Rest gaan beginnen, zo rond 14:45. Daarna kun je maar beter kijken tot aan de finish, die tussen 16:54 en 17:34 wordt verwacht. Als het allemaal lukt, want blijkbaar zijn dit beelden van de Zoncolan, lachen wel.



De mensen die een tientje hebben betaald om op de Zoncolan te mogen staan krijgen een zware dag, urenlang in de regen wachten op de renners. Wij als kijkers mogen waarschijnlijk ook urenlang gaan wachten, want dit wordt niet meteen een enerverende rit. De aanloop is verschrikkelijk. Benieuwd hoeveel mensen vandaag in de kopgroep willen zitten, het zou in principe weer een lange strijd kunnen worden. Door het volledig vlakke karakter van de aanloop is de kans wel groot dat er een paar nobele onbekenden gaan wegrijden, waardoor je een flopgroep krijgt. Die flopgroep mag misschien zelfs wel gaan strijden om de ritzege, want wie gaat dit de eerste 130 kilometer controleren? Ineos gaat niet hard op kop rijden, neem ik aan. Je houdt graag nog wat knechten achter de hand voor het stuk tussen de Passo Rest en de Zoncolan. Als andere ploegen niet controleren denk ik dat de vlucht een grote kans maakt. Tenzij Bernal zoveel eergevoel heeft dat hij wil winnen op de Zoncolan. Gezien het weer kan het de moeite waard zijn om oorlog te maken, op de Passo Rest al. Vooral die afdaling kan heel interessant worden, het is alleen wel erg jammer van dat stuk in de vallei daarna. Te lang, eigenlijk. De Zoncolan zelf gaat waarschijnlijk niet veel spektakel opleveren. De eerste kilometers gaat men gewoon samen omhoog, het zal pas echt leuk gaan worden in die laatste drie kilometer. Tenzij het door het weer en de lastige afdaling daarvoor al eerder uit elkaar geslagen is. Zonder regen was dit denk ik echt een vreselijke rit geworden, met 12 interessante minuten aan het eind. Nu kan het een veel leukere rit worden, maar als je afhankelijk bent van het weer is je parcours gewoon slecht. Die lange aanloop, maar één echte klim voor de Zoncolan, dat kan beter jongens. Ik vrees daarom eigenlijk nog steeds voor een vlucht. Ik zie gewoon niet in wie hier wil controleren. Wie heeft er vertrouwen in dat hij het in de regen wel even gaat afmaken? Bernal waarschijnlijk, maar die hoeft eigenlijk ook weer niet zo nodig, kan prima wachten tot de slotkilometers. De rest, tja. Het zal de motivatie eerder doen afnemen dan toenemen. De cynicus in me neemt de overhand en geeft deze rit aan de vluchters. Waarbij het net zo goed toch gewoon voor de klassementsrenners kan zijn. Die strijd krijgen we hoe dan ook, of ze voor de ritzege gaan of niet. Bernal zal sowieso wel de beste van die mannen zijn, tenzij DE RUG moeite heeft met die stroken aan 20%. Vlasov zie ik het ook wel goed doen, Evenepoel en Yates in de regen lijkt me een minder groot succes. Misschien moeten we zelfs wel letten op Buchmann, stel je voor. Doen we er Carthy en Caruso nog bij om te lachen. Grabbelen we verder in deze Giro der vluchters nog eens in de grabbelton vol matige namen.
1. Mollema. Blijven we gewoon doen.
2. Bouwman. Nederland boven, hahahaha.
3. Vanhoucke. Een Belg, als troost.
4. Pedrero. Of een andere renner van Movistar. Nu Marco er niet meer is kunnen ze mooi met z'n allen in de aanval. Cataldo, Villella, of juist Oliveira omdat de aanloop zo vlak is. Boeit allemaal vrij weinig, winnen doen ze toch niet.
5. Storer. Waar ben ik eigenlijk aan begonnen, was ik maar voor de klassementsrenners gegaan. Enfin, toch weer vijf onbenullen gevonden. Waarbij het prima zo kan zijn dat het teveel klimmers zijn en dat we eerder naar een stel logge jongens gaan kijken. Het valt te hopen dat het ondanks alles toch een rit wordt voor de klassementsrenners, maar hoop blijkt deze Giro inderdaad vaak uitgestelde teleurstelling te zijn.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_199550620
Hopelijk eens niet voor de vluchters.
  zaterdag 22 mei 2021 @ 09:11:46 #3
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_199551192
Die biefstuk _O-
Zo zijn mokerirritante kutmeerenners toch opeens leuk.
  zaterdag 22 mei 2021 @ 09:17:30 #4
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_199551242
Nu al zin in een ziedende capuchon_jongen.
pi_199551306
Ik verwacht inderdaad ook een vrij gezapige rit, maar wel een heel mooi laatste gedeelte. Die bergrit van komende maandag lijkt me dan al weer een stuk interessanter.
  zaterdag 22 mei 2021 @ 09:38:58 #6
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_199551386
quote:
1s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 09:17 schreef Zwansen het volgende:
Nu al zin in een ziedende capuchon_jongen.
Lapzwansen.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_199551429
Ff eerlijk hè: die Italiaantjes overdrijven wel lichtjes met die 27% op het profiel, toch? Toch?
  Redactie Sport / Supervogel zaterdag 22 mei 2021 @ 10:06:25 #8
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_199551582
Hindley DNS
  Redactie Sport / Supervogel zaterdag 22 mei 2021 @ 10:07:48 #9
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_199551596
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 09:46 schreef Bugno3 het volgende:
Ff eerlijk hè: die Italiaantjes overdrijven wel lichtjes met die 27% op het profiel, toch? Toch?
twitter
  zaterdag 22 mei 2021 @ 10:08:26 #10
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_199551604
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 09:46 schreef Bugno3 het volgende:
Ff eerlijk hè: die Italiaantjes overdrijven wel lichtjes met die 27% op het profiel, toch? Toch?
Italiaantjes overdrijven nooit.
  zaterdag 22 mei 2021 @ 10:08:41 #11
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_199551605
Ach, Hindley.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_199551690
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 10:08 schreef Koffieplanter het volgende:
Ach, Hindley.
Ongekende werken van de dominee vorig jaar, hoe bestaat het.
Jack does it in real time...
pi_199551715
Ik hoop dat Bernal de mythe van de Zoncolan erkent en tegen Ineos zegt dat hij deze etappe wil winnen. Want een flopwinnaar zit ik niet op te wachten. Je wilt toch niet dat je een Kenny Elissonde op de lijst bij moet schrijven :X
  zaterdag 22 mei 2021 @ 10:21:53 #14
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_199551768
Sjors Bennett voor etappewinst in ieder geval. Regen en kou ach ach Sjors gaat liever in busje rijden
pi_199551771
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 10:17 schreef Faraday01 het volgende:
Ik hoop dat Bernal de mythe van de Zoncolan erkent en tegen Ineos zegt dat hij deze etappe wil winnen. Want een flopwinnaar zit ik niet op te wachten. Je wilt toch niet dat je een Kenny Elissonde op de lijst bij moet schrijven :X
Kenny doet helemaal niet mee.
pi_199551807
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 10:22 schreef Bill_Hillie het volgende:

[..]

Kenny doet helemaal niet mee.
Angliru 2013 ;)
pi_199551829
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 10:26 schreef Faraday01 het volgende:

[..]

Angliru 2013 ;)
Ik ken de geschiedenis niet blijkt maar weer...excuses. Ik heb de beste man nog wel in mijn FPCL-teampje.
pi_199552087
quote:
10s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 10:15 schreef DeeBee het volgende:

[..]

Ongekende werken van de dominee vorig jaar, hoe bestaat het.
Een waardige concurrent voor Peter Velits in de categorie "obscuurste 2e plaatsen in een grote ronde".
pi_199552299
pi_199552433
Bettiol op de Zoncolan, het moet niet gekker worden.
pi_199552435
Leuke trui Iris
pi_199552440
Wow 2x w/
  Moderator zaterdag 22 mei 2021 @ 11:39:38 #23
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199552445
quote:
0s.gif Op zaterdag 22 mei 2021 11:23 schreef showtimer het volgende:
[ afbeelding ]
1. Santambrogio
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zaterdag 22 mei 2021 @ 11:41:51 #24
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_199552459
Slecht uitgetekend zeg, dat stuk tussen afdaling en voet. Iemand die daar een bom denkt te gooien pleegt, tenzij voorop gestuurde ploegmaats, zelfmoord.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_199552487
Een koersdirecteur met een paupertattoo
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')