abonnement Unibet Coolblue
  Moderator dinsdag 18 mei 2021 @ 19:26:46 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199489026
Tappa 11: Perugia - Montalcino (Brunello di Montalcino Wine Stage), 162 km

Normaal gesproken zou ik nu beginnen met de standaardregel dat de eerste week alweer voorbij is. Maarja, eigenlijk is er nu al anderhalve week voorbij. Tien dagen achter elkaar koers, je zou bijna medelijden krijgen met de renners. Lang, lang geleden begon deze Giro met een tijdrit. Die tijdrit werd gewonnen door Filippo Ganna, toch nog enigszins verrassend. Op dag twee zagen we dat de eerste rit in lijn werd gewonnen door Tim Merlier, voor Wouter Weylandt. Een grandioos succes voor het debuterende Alpecin-Fenix. Bij Wanty dachten ze daarna dat ze niet konden achterblijven, dus werd de derde rit gewonnen door een van hun renners. ONZE Taco van der Hoorn was het peloton te snel af, hij wist vanuit de vlucht van de dag te overleven. Een jongen die eerst geen contract kreeg, maar op het laatste moment werd opgevist. Mooi verhaal, sympathieke ritzege. Daarna volgde de eerste rit in de heuvels, weer een prooi voor de vluchters. Joe Dombrowski bleek de sterkste van een kopgroep, terwijl Alessandro De Marchi de roze trui overnam van Filippo Ganna. Eén dag later bleek Dombrowski de lul van de Giro te zijn. Hij reed tegen een seingever aan en gooide op die manier Mikel Landa uit de Giro, terwijl Landa een dag eerder nog een van de sterkste klassementsrenners leek te zijn in het verregende Sestola. Ik voel me nog steeds bestolen. Die vijfde rit werd dan ook nog eens gewonnen door Ewan, soms komt alle ellende samen. Etappe zes vormde de wraak van Bahrain-Merida, met Mohoric en Mäder trokken zij ten strijde. De langste aankomst bergop van de ronde stond die dag op het programma, maar het was niet de moeilijkste aankomst bergop. Mollema zat die dag ook in de kopgroep, nadat hij dankzij de werken van Bahrein onderworpen was aan een lange achtervolging. Daardoor kwam hij op de slotklim wat energie tekort, terwijl Mäder wat had kunnen sparen. De jonge Zwitser reed zodoende naar de ritzege, al was een nieuw trauma dichtbij. In Parijs-Nice van dit jaar werd hij al eens 50 meter van de streep ingehaald, nu kwamen de mannen uit het peloton ook ineens hard aanzetten. Bernal was die dag vooral actief, maar grote verschillen ontstonden niet. Mäder redde het uiteindelijk wel, leuk voor die jongen.

Daarna gingen we weer sprinten. Wel een aankomst met een beetje hoogteverschil. Maakte voor de uitslag verder weinig uit, want Ewan won weer. Meteen zijn laatste rit, een dag later stapte hij af met knieklachten. Waarschijnlijk was hij gewoon blij met z'n twee zeges en gaat hij zich nu voorbereiden op de Tour, maar dat hardop zeggen zou ook weer niet op veel sympathie kunnen rekenen. Zonder Ewan reden we naar Guardia Sanframondi, een aankomst heuvelop. Het werd wéér een dag voor de vluchters, met een behoorlijk marginaal kopgroepje. Van die kopgroep bleek Victor Lafay de sterkste te zijn. Het is nog niet lang geleden, maar je bent het eigenlijk gewoon alweer vergeten. Dan blijft rit 9 waarschijnlijk langer hangen. Onderweg naar Campo Felice duurde het enorm lang voor er een kopgroep vertrokken was. Toen dat eenmaal het geval was bleef de controle strak, waardoor Ineos het aan het eind voor elkaar kreeg de koplopers weer bij te halen. Dat gebeurde wel pas in de slotkilometer, waardoor de arme Koen Bouwman voor de tweede keer in zijn Girocarrière in het zicht van de haven strandde. Bernal slingerde de buitenboordmotor aan en ging er hard vandoor op de onverharde stroken van Campo Felice. Een goede oefening met het oog op de rit die nu gaat volgen. De verschillen bleven wederom beperkt, maar het was wel alvast een statement van Bernal. Zijn eerste echte ritzege in een grote ronde, en hij nam ook maar meteen de roze trui over, nadat de Hongaar Valter die trui ook al een paar dagen had mogen dragen.

Normaal gesproken volgt er na negen dagen een rustdag, maar op maandag moesten de renners ook nog aan de bak. Al viel dat al bij al wel mee, tenzij je een viesdikke sprinter bent. Ik noem een Dylan Groenewegen, een Tim Merlier. Hoewel Tim Merlier maagproblemen bleek te hebben, dat is dan nog wel een excuus. Groenewegen is er gewoon nog niet klaar voor, moet je concluderen. De laatste rit voor de rustdag zag een kopgroepje wegrijden met daarin liefst vijf man. Weer de onvermijdelijke Pellaud, weer Taco van der Hoorn, weer Umberto Marengo, Samuele Rivi als nieuwe patriot en op het laatst sloot Kobe Goossens aan. Die wilde nog even een ode brengen aan Kobe Bryant, die een paar jaar in Rieti heeft gewoond, waar de renners passeerden tijdens de rit. Veel plezier had Goossens niet van zijn passage in Rieti, want in deze stad moest de kopgroep wachten op de trein. Ze verloren flink wat van hun voorsprong en kregen die tijd niet meer terug. Daarna gingen we de heuvelzone in, waar Bora hard op kop begon te rijden. Om Sagan in een betere positie te brengen moesten flink wat sprinters gelost worden. Dat lukte vrij aardig, Groenewegen was meteen weg. Merlier even later. Op de Valico della Somma, de laatste klim van de dag, ging er nog wat spul overboord. Giacomo Nizzolo, bijvoorbeeld. Toch enigszins verrassend. Al was de tactiek van zijn ploeg vooral verrassend. Ze gingen met z'n vieren de afdaling in, even later waren ze nog maar met twee. Geen briljant idee, eigenlijk. Terugkeren in het peloton zat er daardoor niet meer in, met z'n tweeën tegen een ontketend Bora is een ongelijke strijd. Israel deed ook een duit in het zakje, Cimolai was nog mee.

Gaviria en Viviani waren er ook nog, verder is het qua sprinters sowieso wel een beetje een armoedige benoening geworden in Italië. Max Kanter was er nog bij, wonder boven wonder. Gaat ie in de laatste kilometer onderuit, zul je altijd zien. Mede door die valpartij werd het een beetje een ontregelde sprint, van hooguit tien man. Molano probeerde de boel te verrassen, maar Sagan sprong op het wiel. Gaviria volgde Molano niet maar bleef achter Sagan zitten. Daarna volgde de laatste bocht, met daarna nog minder dan 200 meter te gaan tot het eind. Het bleek niet meer mogelijk om na die bocht Sagan nog bij te halen, dus noteren we een overwinning voor de Slowaak. Zijn tweede van het jaar, na een ritje in Catalonië. Hij was de sterkste, voor een groot deel dankzij zijn ploeg. Keurig werk van Bora, veel snelle mannen overboord gegooid, andere mannen waarschijnlijk flink diep laten gaan en het volgehouden tot aan de finish. Sagan maakt het keurig af, prima. Een rit met weinig betekenis verder, na de rustdag gaan we verder met een rit die meer betekenis zal hebben. Zes ritten achter elkaar, het broekje kan vooral bij de eerste en de laatste uit. We gaan beginnen in Perugia, een tocht naar Montalcino over onverharde wegen staat op het programma. Een herhaling van 2010, nog steeds een van de mooiste ritten ooit.




Na de eerste rustdag gaan de renners van start in Perugia, een stad in de regio Umbrië in centraal Italië, dicht bij de rivier de Tiber. De stad ligt ten zuidoosten van Florence en ten noorden van Rome, ongeveer tussen deze twee steden in, en is de hoofdstad van de provincie Perugia. Op 1 januari 2013 had de stad 162.986 inwoners. Volgens het roadbook spreken we ondertussen van 173.000 inwoners. Aan Perugia ontleende de bekende schilder Perugino (Pietro Vannucci), die hier woonde en werkte, zijn bijnaam. Een andere bekende schilder, Pinturicchio, leefde ook in Perugia. Een behoorlijk oude stad, meerdere eeuwen voor Christus waren hier al mensen. De Etrusken kwamen ook langs in Perugia, net als de meeste andere Etruskische steden is Perugia gebouwd als een arendsnest boven op een steile heuvel. Ergens rond de 14e eeuw beleefde men hier het hoogtepunt, volgens Wikipedia. Daarna volgt een ellenlange opsomming van bijzondere gebouwen in de stad. Zo zou er onder meer een Etruskische poort met Romeinse elementen moeten zijn, en een Etruskische grafkamer. Daarna noemen ze een shitload aan kerken op, waaronder een basiliek en de San Lorenzokathedraal. Er is ook een kopje burgerlijke monumenten, een aantal van de hier genoemde monumenten komen terug in het rondeboek. De Rocca Paolina bijvoorbeeld, een fort uit de renaissance. Stunning, volgens het roadbook. De Fontana Maggiore wordt ook genoemd, blijkbaar een van de bekendste fonteinen van Italië. De fontein ligt op de Piazza IV Novembre, tussen het Palazzo dei Priori, het stadhuis, en de San Lorenzokathedraal. Volgens het roadbook is de fontein een ideaal startpunt voor een rondje door de stad, via allerlei smalle weggetjes kun je het hoogste punt van de stad bereiken en genieten van het uitzicht. Voorts zijn er nog wat Etruskisch-Romeinse poorten te vinden in de stad, en delen van een middeleeuwse stadsmuur. Prima stad om een dagje doorheen te wandelen, me dunkt. Je kunt ook nog naar een van de vele musea, altijd leuk. Perugia is vooral een voetbalstad. Ze hebben er hun eigen voetbalclub, die ooit actief was in de Serie A. Wel wat weggezakt in het moeras der vergetelheid, al is de koers hier nog veel verder weggezakt in de vergetelheid. De laatste aankomst in Perugia schijnt alweer van 1985 te dateren. De mij onbekende Amerikaan Ron Kiefel won, voor Gerrie Knetemann en Francesco Moser. Daarna vertrok in 1995 nog eens een rit in deze stad, sindsdien schijnt de Giro hier niet meer geweest te zijn. De Tirreno passeerde hier nog wel eens, in 2011 won Juan José Haedo een sprint.



Na lang dus weer eens een vertrek in Perugia. De renners gaan van start in het historische centrum van de stad, tijdens de neutralisatie dalen ze de heuvel af. Een neutralisatie met flink wat bochten, dat vind ik stiekem toch altijd een beetje gevaarlijk. Maar goed, het fraaie Perugia wordt op die manier wel mooi in beeld gebracht. Pas als we buiten de stad zijn gaat de rit beginnen. In de eerste kilometers van de rit gaat het eigenlijk vooral rechtdoor over een brede en vlakke weg. De renners rijden wel door een paar dorpjes, waar wat rotondes liggen. Maar eigenlijk gaat het de eerste 20 kilometer helemaal nergens over, niets te beleven. Na een kilometer of 20 slaan de renners bij een rotonde in Magione linksaf, daarna rijden ze onder het spoor door. Een ferme wegversmalling hier, zowaar wat sensatie. Vervolgens gaat het eigenlijk weer gewoon een kilometer of 20 zo goed als rechtdoor over brede en vlakke wegen. Nou, dat is trouwens ook weer niet helemaal waar. Na een tijd komen de renners langs het Lago Trasimeno te rijden, hier wordt de weg zowaar wat bochtiger. Af en toe ook wat kleine hoogteverschillen, maar dit noemen we voor het gemak toch maar vlak. Vrij pover asfalt hier ook, maar verder een leuke weg. Iets minder dorpjes hier, iets meer natuur. Dat blijft niet duren, een paar kilometer later laten we het meer weer achter ons en zetten we koers richting Chiusi over wegen die weer volkomen recht en vlak zijn. Ietwat kale omgeving hier, vooral veel akkers. Eenmaal in de buurt van Chiusi komen we een rotonde tegen, daarna gaat de weg na de volgende rotonde anderhalve kilometer omhoog aan 6%, terwijl we ons inmiddels in Toscane bevinden. Via een brede weg rijden de renners omhoog naar het historische hart van Chiusi, na 46 kilometer bereiken ze de top van dit klimmetje. Chiusi is ook weer een stad waar de Etruskische invloeden onmiskenbaar aanwezig zijn. De stad is volgens Wikipedia vooral bekend door de verzameling Etruskische kunstvoorwerpen en urnen in het Museo Archeologico Nazionale Chiusi. Het ziet er in ieder geval wel uit alsof het de moeite van het bezoeken waard is.



Na de klim in Chiusi gaat het kort naar beneden, waarna het een kilometer of acht wat op en af zou gaan. In dit stuk van het parcours komen de renners een paar rotondes tegen, verder valt er eigenlijk weinig te zeggen. Vrij groen hier, af en toe rijdt men door een dorpje. Aan het eind van het glooiende stuk gaat het een paar kilometer vals plat omhoog richting Chianciano Terme. Eenmaal in dit thermenstadje wordt het behoorlijk bochtig, terwijl het ook even naar beneden gaat. Duurt niet lang, een paar bochten later gaat de brede weg alweer omhoog. Richting de thermen gaat het zelfs even kort vrij steil omhoog, zodra we Chianciano Terme weer verlaten gaat het wat meer vals plat verder. Dit duurt alles bij elkaar maar een paar kilometer, waarna er weer een kort stukje in dalende lijn volgt. Een stuk of zes scherpe bochten omlaag, vervolgens gaat het weer twee kilometer op een niet al te spannende manier omhoog richting La Foce. Op de top van dit klimmetje komen we een kicken villa tegen met een prachtige tuin. Het gaat hierna een kilometer of vijf naar beneden, in het begin gaat dit een enigszins lastige afdaling zijn. Behoorlijk bochtig, terwijl het asfalt niet best is. Deels door het bos, buiten het bos blijkt de omgeving ineens behoorlijk mooi te zijn. Het tweede deel van de afdaling loopt wat meer rechtdoor. Even later bocht er een bocht naar rechts, met een kleine versmalling tot gevolg. Na die bocht volgen de renners eigenlijk tien kilometer lang dezelfde weg. Die is een kilometer of twee een beetje bochtig, daarna loopt het een kilometer of acht rechtdoor langs een paar weidse Toscaanse velden. Het is vrij vlak, lichte oneffenheden hooguit. Aan het eind van deze weg slaat het peloton dan weer rechtsaf, waarna een klim gaat beginnen. Richting San Quirico d'Orcia gaat het 2,5 kilometer aan 4% omhoog, hmm hmm. Een brede weg omhoog, die dus langs San Quirico d'Orcia komt. Dit is volgens toscanetips.nl een prachtig stadje dat bovenop een heuveltop ligt. Het stadje ligt bovendien in een prachtige landelijke omgeving. Vlak voordat je het stadje inrijdt, zie je net na een lange brug cipressenbomen. Dat is zeker niet gelogen, veel cipressen in deze omgeving. We bevinden ons in het hart van de Val d'Orcia, inmiddels hebben de renners 85 kilometer afgewerkt.



Buiten San Quirico rijden de renners een paar kilometer verder over dezelfde, brede weg. Het gaat een paar kilometer voorzichtig naar beneden, zonder enorm gevaarlijke bochten. De brede weg helpt daarbij wel. Na een tijd wordt het weer vlak, het volgende punt van aandacht volgt dan in de buurt van het dorpje Torrenieri. Hier verlaten we de grote weg, we nemen de afslag aan de rechterkant. Een versmalling, daarna rijden we rechtdoor het dorp in. Dit gaat een razend interessant punt worden, want de eerste onverharde strook komt eraan. Bij deze afslag wil je eigenlijk het liefste al vooraan zitten, als het even kan. Zodra we Torrenieri binnenrijden volgt er namelijk een scherpe bocht naar links, bij de volgende bocht gaat het onverharde gedoe meteen beginnen. Die volgende bocht volgt een paar hectometer later en ligt een beetje verdekt. Op een normale dag zou je er zo aan voorbij fietsen. Zomaar ineens tussen twee bomen in gaat het schuin naar links, een smalle weg in. Dit wordt drummen tot en met. Na die bocht ligt er een laatste laagje asfalt, voor de renners aan de eerste strook beginnen. Daar zit blijkbaar geen naam aan vast, de strook krijgt gewoon het nummer 1. Het wordt wel meteen een lange strook, hij is liefst negen kilometer lang. Een lastige strook, vooral omdat het in de eerste kilometers van deze strook meteen omhoog gaat. Toen het karretje van Google hier de boel kwam verkennen had het net geregend, wat eigenlijk wel goed uitkomt. Overal waar je een plas ziet zit een gat in de weg. Ik zie heel veel plassen. Kan nog opgekalefaterd zijn in de tussentijd, zo niet dan is dit qua ondergrond een verduiveld lastige strook. Bochtig ook uiteraard, maar dat kennen we wel van de Strade Bianche. In eerste instantie gaat de wat smallere weg dus vooral omhoog, het bochtenwerk valt dan nog wel mee. Eén keer een lastige bocht in het begin, verder gaat het hier vooral een kwestie van positioneren zijn. Fraaie open velden na een tijd, hier kunnen weer wat typische plaatjes geschoten worden. Goed, na een paar kilometer onverhard bereiken we de top van de Poggio Gambocci, hierna begint het meest interessante gedeelte van deze strook. Maar niet voordat we nog even een paar meter over asfalt hebben gereden tussendoor, de strook valt wat dat betreft op te delen in twee stukken. Dat zeggen ze er dan weer niet bij, hè.



Na dat korte strookje asfalt begint de afdaling, maar al snel zal blijken dat het niet alleen dalen is. We beginnen wel met een paar bochten in dalende lijn, maar daarna loopt de weg, die alleen maar slechter lijkt te worden, een stukje omhoog tussen de wijnranken door. Boven op dit korte knikje komen we een paar huizen tegen, waar ze voor het gemak een minieme strook asfalt hebben neergelegd. Bijzonder wel, want vijf meter verderop is het gewoon weer steenslag. Het gaat weer even naar beneden, drie lastige bochten achter elkaar. Vervolgens gaat het naar rechts, waarna een kort muurtje volgt. Omhoog naar een kerkje, moedergods, dit is me ineens een partij steil. Duurt niet lang, we duiken hierna een weggetje in met een hoop cipressen langs de kant. Het slechtste gedeelte van de strook, het lijkt hier niet eens meer op een weg. Het lastigste stuk van de afdaling volgt hierna ook. Redelijk wat bochten achter elkaar, als we tijdelijk door een bos rijden volgt er zelfs een soort van haarspeldbocht. Lachen, wel. Even verderop fietsen de renners langs Caparzo, een wijnmaker die gezien de omvang van het domein goed geld zal verdienen. Een eindeloze rij cipressen hier, terwijl de weg ook weer wat omhoog gaat. Zo'n heel stuk in dalende lijn als op het profiel staat aangegeven, mwah, kweenie hoor. In grote lijnen gaat het wel naar beneden, maar die stukken in stijgende lijn tussendoor mogen er toch ook zijn. In het laatste deel van de strook blijft het een beetje op en af gaan. Richting het eind rijden we nog langs een kasteeltje, het Castello Tricerchi. Ook hier maken ze wijn, schijnt een beetje bij deze regio te horen. De laatste meters van deze strook staan niet op Google, maar het is in ieder geval wel zo dat we de strook afsluiten met een lastige bocht naar rechts, in dalende lijn. Dan, na 102 kilometer, bereiken de renners weer een brede asfaltweg.





Na die bocht naar rechts komen we dus weer asfalt tegen. Maar dat wil niet zeggen dat het meteen makkelijk wordt, want deze weg begint bijna direct vals plat omhoog te lopen. Om de ellende nog wat groter te maken, erg leuk. Even later volgt er een bocht naar rechts, waarna het op een vlakke en rechte manier verder zal gaan naar Buonconvento. In het centrum van dit dorp volgt een stiekeme bocht naar links, na deze bocht gaat het nog een paar kilometer rechtdoor richting Bibbiano. Het lijkt heel even simpel te zijn, maar na een paar vlakke kilometers begint de weg dan ineens steil omhoog te lopen. Rechtdoor omhoog, altijd een leuke rubriek. Het gaat iets meer dan een kilometer omhoog aan 8%, tot in het kleine Bibbiano. Hier, waar ook een kasteeltje staat, komen we na een bocht naar links en eentje naar rechts terecht op het parcours van 2010. In 2010 eindigde de Giro ook al eens in Montalcino, ook toen reden we over onverharde wegen. Een onvergetelijke rit. De strook die nu volgt zat ook in die rit, al had het toen wel een andere naam. In 2010 spraken we over de Poggio Civitella, nu heeft men er de Passo del Lume Spento van gemaakt. Enfin, de naam maakt weinig uit, het wordt gewoon zwaar. Na de klim in Bibbiano gaat het kort naar beneden over een smalle en bochtige weg, die nog wel is voorzien van asfalt. Even later houdt het asfalt ineens op en houden we grind over, we slaan niet eens een andere weg in. De organisatie neemt op het onderstaande kaartje dit deel niet mee, ze pakken alleen het stuk in stijgende lijn mee. Toch is het geen overbodige informatie om te vermelden dat het eerste onverharde stuk plaatsvindt in dalende lijn, bovendien rijden we ook nog eens over het spoor. Het veld zal hier al aardig uit elkaar liggen, maar het is toch nog steeds erg verstandig om een beetje vooraan te beginnen bij het oprijden van deze strook. Toch een paar listige bochtjes achter elkaar. Even verderop een kort stukje asfalt als de renners over een brug rijden, daarna begint de ellende helemaal.




In 2010 regende het behoorlijk hard, als het morgen droog is gaan we natuurlijk wel een andere koers krijgen. Andere foto's, ook. Desalniettemin wordt deze sector linksom of rechtsom een slijtageslag. Vijf kilometer lang gaat het omhoog over een abominale grindweg, jawadde. In het begin valt het nog mee, maar na een tijd gaat het zoals hierboven te zien valt een kilomter of drie aan 8,5% omhoog. Tussen de bomen door wordt het ook lekker bochtig, op een gegeven moment gaat het dus zelfs aan 16% omhoog. Een halve kilometer aan 12%, hier gaat het volle bak koers zijn. Aan het eind van dit steile stuk komen de renners uit in Castiglion del Bosco, waar na 115 kilometer de eerste tussensprint volgt. In Castiglion del Bosco ligt asfalt, het is ook even een paar meter wat vlakker. Lang kunnen de renners niet van die adempauze genieten, buiten het dorp gaat het weer verder steil omhoog over een onverharde weg. Eén kilometer aan 8%, het steile stuk wordt vervolgens afgesloten met een steile halve kilometer aan meer dan 10%. Na dit steile stuk wordt de gravelstrook een stuk grilliger. In de zeven kilometer hierna gaat het een beetje op en af, terwijl het bochtig blijft. Een technisch gebeuren, geen moment van verpozing. Als het naar beneden gaat is het lastig omdat het meteen technisch wordt, als het omhoog gaat is het lastig omdat het meteen steil is. Een eindeloze horrorstrook, in plaats van het lezen van dit stuk kan ik u van harte aanbevelen de beelden van 2010 terug te kijken. Die beelden zeggen meer dan 1000 woorden. Als je alle moeilijke punten moet bespreken ben je een uur bezig, het is gewoon een loodzware strook. Heel veel bochten en heel veel werk op en af later fietsen de renners ineens weer over een verharde weg. Zodra we het asfalt bereiken gaat het nog een keer een kilometer omhoog aan 8%, gewoon, dat is leuk. Boven op deze klim bereiken we de top van de Passo del Lume Spento, in het verleden ook wel bekend als de Poggio Civitella. Een klim van de derde categorie, al mag je daar vanwege het gravelgebeuren van mij ook wel gewoon een klim van de tweede categorie van maken, minstens. Als je het bij elkaar optelt lijkt 13 kilometer aan 3,6% niet veel, maar dat is dit ontzettend lastig. In totaal is deze sector 13,5 kilometer lang, met wel wat kleine stukjes asfalt tussendoor.



Met 125 kilometer op de teller zouden we nu de finale van de rit van 2010 kunnen afwerken. Een korte afdaling richting Montalcino en dan naar de finish rijden. Die korte afdaling richting Montalcino komt er wel, maar daarna slaan we rechtsaf en dalen we verder om te kunnen beginnen aan een lokale lus met twee extra gravelstroken. Twee stroken meer ten opzichte van de rit in 2010, al is deze rit als geheel wel een stuk korter dan die bewuste etappe. Op de top van de klim slaan we linksaf, daarna gaat het eigenlijk niet eens meteen naar beneden. Eerst nog een stukkie vals plat omhoog, vervolgens volgt over een brede weg een niet al te lastige afdaling richting Montalcino. In de finale dalen we overigens af over dezelfde weg, de renners kunnen de boel dus alvast verkennen. Een paar bochten onderweg, maar geen lastige fratsen. Het wordt pas lastig in Montalcino zelf, bij het binnenrijden van dit dorp komen de renners een rotonde met een opvallend kunstwerk tegen. Hier gaan ze naar rechts, net als in de finale. Er zijn alleen twee bochten naar rechts. Eentje die heel scherp naar rechts gaat, en eentje die minder scherp naar rechts gaat. We pakken nu de eerste bocht, een flinke terugdraaiende. Daardoor verlaten we direct Montalcino weer, het gaat hierna negen kilometer verder in dalende lijn. Hoewel, in dalende lijn, het gaat tussendoor ook een paar keer kort omhoog en het is eigenlijk ook wel relatief vlak. Een tijdje gaat het echt naar beneden met wat meer bochten, maar verder is het toch een vrij simpele toch over een brede weg tussen de wijngaarden door. Een ideaal moment om even bij te komen en je mentaal voor te bereiden op de finale, de laatste twee stroken zijn in aantocht. Na 136 kilometer koers rijden de renners Castelnuovo dell'Abate binnen, een dorpje op een heuvel. Er wordt kort geklommen richting deze heuvel, op het hoogste punt volgt de tweede tussensprint van de dag. Net buiten het dorp ligt een abdij, die van Sant'Antimo. Ja, heel vet.



In Castelnuovo dell'Abate slaan de renners rechtsaf, ze rijden daarna in dalende lijn in een boog om het dorp heen. Ergens halverwege verdwijnt het asfalt ineens en is de derde strook begonnen. Een strook van 7,5 kilometer, gevoelig korter dan de vorige strook. Het begin van de derde sector doet meer denken aan Parijs-Roubaix dan aan de Strade Bianche, er liggen hier gigantisch veel keien. Wellicht wordt dat allemaal een beetje bijgewerkt voor de gelegenheid, anders is dit wel een mooie strook om een lek bandje te scoren. Positionering is hier ook weer geen overbodige luxe, al is het de vraag of de groep hier nog groot gaat zijn. In de eerste kilometer van deze strook gaat het naar beneden, met een paar bochten onderweg. Vervolgens loopt het een tijd wat meer rechtdoor vals plat omhoog. Deze strook mist steile stukken, maar de ondergrond maakt deze sector toch behoorlijk lastig. Het is echt pover, ik zou hier niet graag fietsen. Grillige strook ook wel. Het gaat op en af, naar links en dan weer naar rechts. Af en toe een paar bochten die extra lastig zijn omdat het wat smaller wordt, zo nu en dan een stenen muurtje langs de kant van de weg in zo'n bocht. De renners duiken halverwege een bos in waar een paar lastige bochten liggen, in dalende lijn. Maar dan gaat het ineens weer omhoog, geen touw aan vast te knopen. Het tweede deel van de strook loopt goeddeels omhoog, het loopt zelfs een tijd vrij stevig omhoog. Na één langere klim gaat het toch ook weer kort naar beneden, paar bochtjes, daarna gaat het wat meer vals plat verder richting het eind van de sector. Onderweg passeren we een paar leuke gebouwtjes en vooral veel wijnranken. Wijn, overal wijn. Het blijft stijgen tot het eind van de strook, daarna volgt aan het eind een bocht naar links in de buurt van Sant'Angelo in Colle. Het is vanaf dit moment nog een kilometer of 18 fietsen tot de finish, één strook te gaan.



Eenmaal terug op het asfalt loopt het nog even vals plat verder omhoog, daarna volgt er een afdaling van een kleine vier kilometer tot aan de laatste strook. De weg is breed en het asfalt is behoorlijk goed, de renners krijgen ondertussen een prachtig uitzicht over de vallei voorgeschoteld. De weg omlaag kent wel een paar flinke bochten, er zit zelfs een haarspeldbocht tussen. Toch mag dit weinig problemen opleveren, een laatste adempauze voor we aan het lastige slotstuk van deze toch al lastige rit gaan beginnen. Tussen eindeloze wijnranken door gaat het op een redelijk eenvoudige manier verder naar beneden, tot er aan het eind van deze afdaling ineens een lastige bocht naar rechts volgt. De renners moeten tussen twee cipressen door, de bordjes langs de kant van de weg geven aan dat ze naar het kasteel van Argiano gaan. Een lastige bocht, ze komen hier met hoge snelheid aan en dan gaat het scherp naar rechts. Het wegdek wordt totaal anders. Van asfalt gaat het via verbrokkeld asfalt naar gravel, het ziet eruit als een ideale bocht voor de renners om te ontdekken hoe gravel nu echt smaakt. Met de groetjes van Raemon Sluiter.



Na de bocht begint de laatste strook. De kortste strook, het gaat vijf kilometer lang onverhard zijn. De strook begint met een lastige klim, het gaat iets meer dan een kilometer omhoog aan 8%. Paar stevige bochten omhoog, verder wel jammer dat dit stukje niet op Streetview staat. Streetview keert even later pas terug, als we het plateaugedeelte van deze onverharde strook bereiken. Het gaat nog vier kilometer verder over een smalle onverharde weg, maar het echte klimwerk is gedaan zodra we de Villa Argiano zijn gepasseerd. Ook hier produceren ze weer wijn, overigens. Al een eeuw of vijf, naar het schijnt. Brunello di Montalcino, ook buiten Montalcino. Een populaire toeristische trekpleister, menig auto werkt zich hier een weg omhoog over het grind. Nu we weer beelden hebben valt het op dat ook hier gigantisch veel stenen liggen. Ze hebben niet direct de meest makkelijke wegen opgezocht, al loopt het in het vervolg van deze strook wel een paar kilometer zo goed als rechtdoor terwijl het toch relatief vlak is. Enorm open terrein ineens, op wat wijnranken na zien we niks meer. De wind kan hier ook wat gaan doen, als het hier maar geen tegenwind is. De strook loopt dus vooral rechtdoor, met afstand de makkelijkste van de dag. Er verschijnen soms wat cipressen langs de kant van de weg, voor het ultieme Toscaanse gevoel. Ook hier worden de plaatjes weer fraai, maar de beslissing in de koers zal waarschijnlijk eerder vallen. Of je moet hier nog een lekke band krijgen, dat kan makkelijk. Gigantische keien zo nu en dan, gaat helemaal nergens over. Richting het eind van de strook volgen een paar flauwe bochtjes, daarna bereiken we ter hoogte van Tavernelle weer een fraai laagje asfalt. Dat wil niet zeggen dat het lastige werk nu gedaan is, nee, er staat nu een ferme asfaltklim op het menu. Niet voordat het eerst een halve kilometer vrij vlak is, met aan het eind van deze halve kilometer zelfs een bocht in dalende lijn. Daarna gaat het omhoog en klimmen we weer naar de Passo del Lume Spento, maar dan van een andere kant.




Het is een brede weg omhoog, die voor een vertekend beeld lijkt te zorgen. Het ziet er niet eens zo steil uit, maar het gaat blijkbaar toch twee kilometer aan 9% omhoog, met zelfs een halve kilometer aan 11%. Na een gravelstrook meteen op zo'n manier omhoog, dat kan de genadeklap zijn voor een aantal renners. Het gaat vooral rechtdoor in een omgeving vol bomen. Als de klim iets minder lastig wordt krijgen we juist meer bochten, normaal is het andersom. Na de steilste halve kilometer van de klim gaat het nog een halve kilometer omhoog aan 8,6%, alvorens het een kilometer vals plat zal zijn. Procentje of drie, waarna we weer naar 6% gaan. Na een tijd volgt er een bocht naar rechts en bereiken we een weg die we al eerder hebben gehad. De laatste kilometer van deze klim kennen we al, het gaat een halve kilometer aan bijna 10% omhoog, voordat het vals plat wordt tot op de top. De top van de Passo del Lume Spento, ook van deze kant een klim van de derde categorie, bereiken we op vier kilometer van het eind. We slaan weer rechtsaf en dalen opnieuw af richting Montalcino, deze weg kennen we. Eerst nog een paar meter vals plat omhoog, daarna is het tot op 2,5 kilometer van het eind relatief vlak. Een afdaling van pakweg twee kilometer volgt, zonder veel gevaar. Een stuk of drie bochten, tot we Montalcino weer bereiken. Daar wordt het wél gevaarlijk. We komen weer bij de versierde rotonde uit, waar je op twee manieren naar rechts kunt. We pakken nu de tweede weg naar rechts, die een paar meter later ligt. Een flinke duik naar beneden, in 2010 vloog Cadel Evans hier bijna uit de bocht. Opletten, dus. Na deze lastige bocht volgt, nog steeds in dalende lijn, een bocht naar links. Na deze bocht betreden we de slotkilometer, eentje die gelijk zal zijn aan de finale van de rit in 2010. Na deze bocht wordt het vlak, even later begint de weg weer omhoog te lopen. Niet lang daarna volgt er een bocht naar rechts, we betreden na die bocht het centrum van Montalcino. De weg wordt smal en het asfalt wordt vervangen door plaveien. Het doet wat denken aan de finale van de Strade Bianche in Siena, al is het hier beduidend minder steil. We rijden verder omhoog in de smalle straatjes vol stenen in Montalcino, tot we het centrale plein van de stad bereiken. Op de Piazza del Popolo wordt het weer vlak, bij het verlaten van het plein gaat het zelfs een paar meter naar beneden, nog steeds in zo'n smalle straat met plaveisel. Aan het eind van deze straat komen we terug op het asfalt, de weg loopt nu ook weer omhoog. Op 200 meter van het eind volgt er een scherpe bocht naar rechts. Je denkt er dan te zijn, maar dat is niet zo. Nee, in de laatste 200 meter van de rit gaat het doodleuk aan 12% omhoog tot aan de finish. Het kan een eindeloze sprint der stervende zwaren worden, zoals in 2010. Een vermakelijke aankomst.





Deze nu al legendarische rit eindigt in Montalcino, een gemeente in de Italiaanse provincie Siena, regio Toscane. Er wonen hier 5.920 mensen, al kunnen het er ondertussen ook best 5.919 zijn. Wikipedia heeft een leuk stukje over de geschiedenis van dit stadje. 'Bewoond sinds de tijd der Etrusken ligt het dorpje op een heuvel midden de wijngaarden en olijfbossen. Elk jaar wordt de Palio in Siena geopend met een optocht van vertegenwoordigers van de steden die van de Republiek Siena deel hebben uitgemaakt. De eer de parade te mogen leiden valt te beurt aan de vaandeldragers van Montalcino. Het is een eerbetoon voor de loyauteit en de hulp die ze Siena hebben geboden na de val van de stad in 1555.' Loyauteit? Blijkbaar de Belgische variant van loyaliteit, zo leer je altijd weer wat bij. 'Tijdens de belegering van Siena wist een groep republikeinen de stad te ontkomen. Ze zochten hun toevlucht in de versterkte vesting van Montalcino. Samen met de lokale bevolking richtten ze de Republiek Siena in Montalcino op en boden tot in 1559 weerstand aan de Medici's.' Heel gaaf. Wiki heeft ook wat te melden over de bezienswaardigheden van Montalcino. 'De Rocca vormt het middelpunt van de versterkingen die Spanjaarden en Florentijnen op afstand hielden. Voor de Italiaanse patriotten heeft ze een grote betekenis. Ze was niet alleen het laatste bolwerk van Siena maar symbolisch ook van de vrijheden van de Italiaanse steden in de middeleeuwen. Die vrijheden werden door de bloedige en reactionaire jaren 1500 uitgewist. De versterking kreeg een indrukwekkende borstwering, gebouwd door Cosimo I in 1571. In het fort hangt een oud Siënees vaandel dat herinnert aan het feit dat de stad een groep rebellen onderdak verleende na de verovering van Siena door Florence. In het Palazzo Vescoville zijn archeologische vondsten uit de omgeving te bewonderen. Er is een verzameling schilderijen van de Sienese school. Ook is er beeldhouwwerk uit de 12e tot 14e eeuw waaronder terracotta's van Andrea della Robbia en schilderijen van Sodoma.' Misschien wel het belangrijkste stukje informatie over deze stad bewaren ze voor het laatst. 'Montalcino is ook bekend vanwege de wijnbouw. Brunello di Montalcino en Rosso di Montalcino zijn de bekendste.' Ja, kijk, nu komen we ergens. De organisatie noemt dit niet voor niets de Brunello di Montalcino Wine Stage. Dure wijn, heb ik vernomen. Stukje van Ilja Gort gekeken, ze pleuren het een paar jaar op houten vaten en beweren dat de grond door een hoog zout- en natriumgehalte extra bijzonder is, ofzo. Een Brunello is gemiddeld na 10 jaar op dronk en is dan nog enkele jaren te bewaren, moeilijk gedoe. Alles om de prijs omhoog te drijven, blijkbaar. Als je een arme sloeber bent kun je altijd nog aan de Rosso di Montalcino, dat schijnt de afdankwijn te zijn.



De Brunello di Montalcino is een rode wijn die in 1967 de zevende wijn werd in Italië met de beschermde herkomstbenaming DOC. In 1980 realiseerde men de status van DOCG. Het kan de moeite lonen om met zo'n wijntje in de hand terug te kijken naar de beelden van 2010. Toen kwam de Giro namelijk ook al eens aan in Montalcino, en wat een rit werd dat. Er staan talloze filmpjes op youtube, je moet er zelf maar eentje uitkiezen. Als je maar kijkt, dat is eigenlijk wel een verplichting. Dit is de langste, met Engels commentaar.


Het was de zevende rit van de Giro van 2010. Nadat Liquigas de ploegentijdrit had gewonnen reed een jonge Vincenzo Nibali in het roze, terwijl Basso in die jaren nog de kopman was van de ploeg. Ze beleefden onderweg naar Montalcino allebei een rotdag. Het regende de hele dag dat het goot, in de afdaling onderweg naar de eerste onverharde strook, eentje die nu niet in het parcours zit, ging Nibali samen met wat anderen in een bocht onderuit. Ivan Basso besloot er als spuit 11 bij te gaan liggen, niet geheel verwonderlijk gezien zijn gebrek aan stuurmanskunsten. Heel Liquigas dik in de shit, Agnoli lag er bijvoorbeeld ook bij. De valpartij gebeurde aan de voorkant van het peloton, waardoor er ineens maar een klein groepje vooraan overbleef. Alexandre Vinokourov zat in dat groepje, maar hij wist niet echt of hij nu door moest rijden of niet. Hij liet het werk maar over aan wat andere mannen. Een versplinterd peloton reed naar de eerste strook toe. De groep Liquigas lag meteen anderhalve minuut achter, er kon bijna meteen een kruis over.



Op de eerste onverharde strook reed Evans vanuit de achtervolgende groep naar de groep met daarin Vinokourov. Later sloten nog meer renners aan, maar dat was al een eerste teken van Evans. Binnen een paar minuten waren alle renners besmeurd, natte gravelstroken zijn een feest. Na die eerste strook kwamen we op het parcours van vandaag terecht, via Bibbiano reden ze naar de Poggio Civitella. Die strook noemen we nu anders, maar het is toch echt hetzelfde werk. Op deze Poggio Civitella, of de Passo del Lume Spento, bleken Vinokourov en Evans de sterkste renners te zijn. Ze gingen meerdere keren in de aanval, al kwamen ze nooit echt helemaal weg. Vino was vooral als een bezetene in z'n ogen aan het wrijven, modder in je oog schijnt geen feest te zijn. De rest van de namen die we vooraan zagen verschijnen deden de wenkbrauwen toch wel enigszins fronsen. Een jonge Bakelants had bijvoorbeeld de dag van zijn leven, hij zou uiteindelijk 10e worden. Maar ook iemand als David Arroyo had er ontzettend veel zin in, dit was nog voor de rit naar L'Aquila waar hij in de fuga bidone zat, toch een voorbode. Marco Pinotti was ook op de afspraak, nochtans niet de beste klimmer. En we weten dat het stevig omhoog gaat op die tweede strook, toen de laatste. Gadret als voormalig veldrijder mocht natuurlijk niet ontbreken, Damiano Cunego was dan weer een van de andere klassementsrenners die wel op de afspraak was. Garzelli was ook van de partij, wijlen Scarponi had het dan weer iets lastiger. Enfin, Evans en Vinokourov bleven aan de gang. Arroyo kon een keer mee, dan viel het weer stil en bleek even later alleen Cunego te kunnen volgen.

Met een klein groepje kwamen ze boven op de klim, waarna de afdaling volgde. Tijdens die afdaling vloog Evans dus bijna uit de bocht, waarna Cunego probeerde te demarreren. Evans reed weer naar Cunego toe en nam vervolgens de smalle passage in Montalcino voor zijn rekening. Na de bocht naar links was het nog maar 200 meter tot het eind, net als nu. Wel 200 steile meters, maar Evans duldde geen tegenstand. Hij nam het hele stuk voor zijn rekening, één lange sprint. Cunego kwam niet meer in de buurt, Vino al helemaal niet. Onderweg leek de Kazach heel sterk, maar aan de finish had hij niets meer over. Evans reed derhalve op een formidabele manier naar de ritzege, en dat ook nog eens in de mooiste trui van allemaal. Een prachtige, epische rit. De verschillen waren significant. Nibali reed aan het eind nog weg van Basso, maar kwam desondanks op meer dan twee minuten binnen. Basso volgde een paar tellen later, maar uiteindelijk zou hij die bewuste Giro nog wel winnen. Sinds deze rit in 2010 is de Strade Bianche een stuk populairder geworden, het wordt ondertussen gezien als een van de mooiste koersen van het jaar. Misschien wel deels dankzij deze rit, want in 2010 was de Strade Bianche nog een relatief onbekende wedstrijd die werd gewonnen door Maxim Iglinskiy of all places. Voor het grote publiek, althans. De kenners wisten wel beter. De rit vol onverharde wegen in de Giro van 2010 was dus een doorslaand succes, maar sindsdien durfde de organisatie het toch niet aan om terug te keren naar deze wegen. Wel bergop, zo finishten we laatst op Campo Felice en hebben we de Colle delle Finestre een paar keer bedwongen. Ook zagen we in de rit naar Orvieto in 2011 (waar Weening won) een paar onverharde stroken, maar dat stelde veel minder voor. Zo'n rit als nu, dat hebben we sinds die tijd niet meer gezien. Het werd dus wel weer eens tijd, in 2010 zagen we hoe machtig mooi dit kan zijn. Vooral als het regent, dan wordt het een ware slijtageslag. Twee stroken van in totaal 20 kilometer in 2010, nu vier stroken met een totale lengte van 35 kilometer. Ik durf wel voorzichtig te stellen dat ik er zin in heb. In 1987 eindigde er overigens ook al eens een rit in Montalcino, die werd gewonnen door Moreno Argentin. Volledigheidshalve.



Misschien wel het belangrijkste onderdeel van deze voorbeschouwing volgt nu: het weerbericht. Gaat het regenen? De belangrijkste vraag, de allesbepalende vraag. Ik durf niet met zekerheid ja te zeggen, maar er wordt in ieder geval wel regen verwacht in Montalcino en omgeving. Zo'n beetje 40% kans op regen. Dan heb je dus ook 60% kans dat het droog blijft. Er is wel de hele dag kans op regen, de kans dat we met wat modder geconfronteerd gaan worden is derhalve aanwezig. Of het zo'n ellendige dag wordt als 11 jaar geleden weet ik dan weer niet, ik zou eigenlijk zeggen van niet. Maar toch, eerder door de modder fietsen dan stofhappen. Waarschijnlijk. Vermoeden van, geen bewijs voor. In startplaats Perugia zou het ook zomaar kunnen gaan regenen. Buitjes, niet aan één stuk door. Of misschien ook weer wel, wie zal het zeggen. Graadje of 18 daar, niet gek veel wind. Beetje tegen in het begin, maar het gaat niet echt van betekenis zijn. In de buurt van Montalcino waait het überhaupt niet, blijkbaar. Het zal daar 19 graden zijn, met dus wat kans op regen. Tijd om een regendans te doen, jongens. Of die regendans zin heeft gehad gaan we merken vanaf 12:55, dan gaat de rit van start. Een neutralisatie van 15 minuten door de straten van Perugia staat daarna op het programma. Om 13:10 vertrekken we dus echt, onder begeleiding van het ongeëvenaarde duo Kroon en Vanbelleghem. Ergens rond 15:30 zouden we zo'n beetje bij de eerste strook moeten aankomen, als je tegen die tijd niet met je oogballen het scherm aan het strelen bent doe je niet meer mee. Dan kom je er niet meer in. Je doet gewoon niet meer mee. Kijken, en anders niks. Tussen 17:00 en 17:26 eindigt de rit.



Sterrato in de Giro, dat moet haast wel genot opleveren. Tegelijkertijd is dit een van de lastigste ritten om te voorspellen. Net als tijdens Strade Bianche heb je hier een brede waaier aan kanshebbers. Uiteraard de klassementsrenners, daar is deze rit lastig genoeg voor. De beklimmingen zijn op zichzelf misschien niet lastig genoeg, maar door het onverharde karakter wordt het een stuk lastiger. Met al die afdalinkjes en technische passages tussendoor krijg je automatisch een uitgestrekt peloton en dus is het zaak om iedere keer naar iedere belangrijke passage te sprinten, waardoor deze rit alleen maar lastiger wordt. Kortom, het wordt een slagveld. Zeker als we daadwerkelijk regen gaan krijgen. Maar ook als het droog blijft, Strade Bianche is ook in droge omstandigheden geen makkelijke koers. Wel een koers waar we vaak ook het klassieke type zien schitteren. Een Van der Poel, een Van Aert. Jongens van dat kaliber zijn hier niet, maar we kunnen wel reikhalzend uitkijken naar jongens als Vermeersch en Bettiol. Die eerste heeft hier ook echt een doel van gemaakt, al is het maar de vraag of hij al dat klimwerk gaat overleven. Verder is het natuurlijk ook heel erg de vraag hoe Evenepoel omgaat met dit terrein. Je kunt er in ieder geval donder op zeggen dat Ineos heel graag wil uitproberen hoe goed die jongen is op gravel. Derhalve lijkt de vlucht van de dag me een kansloze zaak, er gaat hoe dan ook koers gemaakt worden. Hoe het dan precies zal verlopen weet niemand. Er kan gevallen worden, lekke banden gaat het sowieso wel regenen. Eén keer slecht positioneren en je zit ineens in de achtervolging. Geen peil op te trekken, geen zinnig woord over te zeggen. En net daarom is het fantastisch dat we weer een keer zo'n rit hebben in de Giro. Het was lang wachten, maar wie geduld heeft wordt uiteindelijk beloond. Sommige mensen zullen het geen leuke rit vinden omdat de factor pech hier een grote rol kan spelen, mijn broek is ondertussen al nergens meer te vinden. Ben vooral benieuwd naar de willekeurige namen die we ineens van voren gaan zien. Zo deed in 2010 Marco Pinotti ineens vooraan mee in wat later zijn beste Giro ooit bleek te zijn, werd Cayetano Sarmiento 9e, David Millar 11e, Gustav Erik Larsson 15e. Mede door de omstandigheden kan het een enorm verrassende rit en dus ook een verrassende uitslag worden. Ik kijk er enorm naar uit.
1. Bernal. Na zijn exploot op Campo Felice en zijn straffe prestatie in de Strade Bianche van dit jaar kan er eigenlijk niemand anders op één staan. Jody lijkt gemaakt te zijn voor onverharde wegen. In Siena stuitte hij op Van der Poel en Alaphilippe, dat soort kleppers zijn er nu niet. Zijn ploeg zal veel vertrouwen in hem hebben, met gasten als Ganna en Moscon kun je hier flink oorlog gaan maken. Ik denk echt dat ze gaan proberen de hele boel overhoop te gooien. En dan moet Jody het afronden, als we afgaan op de negende rit kan dat zomaar gaan gebeuren. De Vorentscheidung, tot zijn rug het uiteindelijk gaat begeven. Dat gaat nog steeds gebeuren, ben maar niet bang.
2. Bardet. Natuurlijk iemand die zich al vaker heeft laten zien in Strade Bianche. Tweede in 2018, bijvoorbeeld. Toen was het slecht weer, nou, tel uit je winst. Zijn ronde was nog niet heel overtuigend tot nu toe, maar dit is weer heel ander terrein. Als hij ooit iets kan laten zien, dan is het nog wel hier.
3. Formolo. Davide Formolo is een wonderbaarlijke renner. Alsof er twee Formolo's zijn. De ene Formolo is buitengewoon aanvallend, de andere Formolo is een aanklamper die voor een anoniem klassement gaat. Tot nu toe hebben we de aanklamper gezien, hij heeft echt nog geen seconde in beeld gereden. Na de rustdag kunnen we misschien de andere Formolo zien. De Formolo die in 2020 2e werd in Strade Bianche, eigenlijk wel de voornaamste reden om hem te noemen. Dit jaar werd ie 24e, dat was dan weer iets minder goed. Als we kijken naar die uitslag mogen we ook Bilbao en Carr opschrijven voor vandaag, maar die lijken over minder goede benen te beschikken, terwijl Formolo juist eerder naar deze koers gepiekt lijkt te hebben. Wat dom is, want zelfs in hoogvorm komt hij niet verder dan een anonieme 7e plaats in het klassement, iets in die richting. Daarom tijdens deze rit maar eens ten strijde trekken, lijkt me veel leuker.
4. Ciccone. Niet echt een renner die al vaak heeft geschitterd in Strade Bianche, maar gezien zijn recente vorm kunnen we hem prima opschrijven. Ook ijzersterk tijdens de finale van de negende rit natuurlijk. Ja, ik durf het voorlopig wel aan. Op de rustdag mooi even kunnen bijtanken, voorraadje van Nibali erdoorheen gejaagd. Ik zie het helemaal zitten. Al verwacht ik wel dat hij gedurende de ronde nog een keer een flinke oplawaai gaat krijgen.
5. Bettiol. Toch nog maar een klassiek type noemen, eentje die volgens Peter Schep wonderbenen heeft. Werd ook ooit al 4e in Strade Bianche, geen onlogische suggestie dus. Ben ook ernstig benieuwd naar de werken van Gianni Vermeersch, dit is de sympathiestem voor dat soort renners. Misschien dat Peter Sagan zich ook nog even wil tonen, maar voor hem lijkt het me dan weer wat te zwaar.



[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 18-05-2021 20:03:59 ]
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator dinsdag 18 mei 2021 @ 19:35:05 #2
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_199489178
Ik heb me een partij zin erin, dat willen jullie niet weten.
pi_199489561
Perugia, wel eens geweest lang geleden. Was geen sport te vinden dus toen maar entertainment gekeken, te weten de Serie A-wedstrijd Perugia - Fiorentina. Fiorentina zou daarna een paar klasses teruggezet worden vanwege een of andere Italiaanse praktijk.

Prima stadje en regio verder, niets mis mee.
pi_199490200
Broekje uit.
Citius, Altius, Fortius.
pi_199490521
Genot.
Je hebt in totaal 88 likes gekregen van onze moderators.
pi_199490842
Zin in, helaas moet ik werken. -O-
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
  dinsdag 18 mei 2021 @ 21:04:24 #7
330914 Sherlock_Holmes
2de plaats WIDM prono 2020
pi_199491119
quote:
17s.gif Op dinsdag 18 mei 2021 20:00 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:
Perugia, wel eens geweest lang geleden. Was geen sport te vinden dus toen maar entertainment gekeken, te weten de Serie A-wedstrijd Perugia - Fiorentina. Fiorentina zou daarna een paar klasses teruggezet worden vanwege een of andere Italiaanse praktijk.

Prima stadje en regio verder, niets mis mee.
MichelKreekGOD _O_
´ Just remember, there's a thin line between being a hero and being a memory´
  Moderator dinsdag 18 mei 2021 @ 21:53:11 #8
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199493180
twitter


Wuyts waarschuwt voor tunnelvisie.

Nu al mijn favoriete zin van het jaar.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_199493599
Werk tot 15 uur gepland. Nu maar hopen dat het niet uitloopt. Wat een godenbeelden uit 2010 _O_
pi_199496210
quote:
0s.gif Op dinsdag 18 mei 2021 20:58 schreef Felagund het volgende:
Zin in, helaas moet ik werken. -O-
Durf je dat te bekennen?
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_199497273
Zelf al eens over Settore 1 mogen fietsen, zie ik. Moet nu helemaal het walhalla zijn daar, zo zonder Engelse pensionado op de terrassen!
  Eindredactie Sport / Forummod woensdag 19 mei 2021 @ 00:10:17 #12
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_199497507
quote:
0s.gif Op dinsdag 18 mei 2021 19:26 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Ergens rond 15:30 zouden we zo'n beetje bij de eerste strook moeten aankomen, als je tegen die tijd niet met je oogballen het scherm aan het strelen bent doe je niet meer mee. Dan kom je er niet meer in. Je doet gewoon niet meer mee.
Ai.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  Moderator woensdag 19 mei 2021 @ 00:13:22 #13
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_199497554
Voorlopige tussenstand:

Felagund
heywoodu
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_199497689
quote:
0s.gif Op dinsdag 18 mei 2021 23:05 schreef Steven184 het volgende:

[..]

Durf je dat te bekennen?
Ik heb een paar studenten die ik begeleid, dus dat moet gewoon doorgaan (ik heb de meetings wel 's morgens gepland).

Ik heb vandaag wel lang doorgewerkt, dus in principe kan ik morgenmiddag wel wat eerder stoppen.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
pi_199497695
OP is trouwens te lang, niet gelezen.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
pi_199498684
quote:
0s.gif Op woensdag 19 mei 2021 00:20 schreef Felagund het volgende:

[..]

Ik heb een paar studenten die ik begeleid, dus dat moet gewoon doorgaan (ik heb de meetings wel 's morgens gepland).

Ik heb vandaag wel lang doorgewerkt, dus in principe kan ik morgenmiddag wel wat eerder stoppen.
Ik heb ook een aantal dingen die door moeten gaan hoor. Maar wel in staat om beeld aan te hebben staan.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_199499264
twitter
  Redactie Sport woensdag 19 mei 2021 @ 08:42:06 #18
274204 crew  Mexicanobakker
pi_199499393
Hoe laat moet ik de stream of televee aanzetten? Ik probeer op tijd te zijn (maar kan niets beloven)
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  woensdag 19 mei 2021 @ 08:49:05 #19
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_199499498
Dit wordt lachen.
pi_199499529
Genot.
Jack does it in real time...
  woensdag 19 mei 2021 @ 09:00:00 #21
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_199499617
Hele dag druk op kantoor. Probeer tot de laatste 50-60km alles te volgen via tickers en achtergrondcommentaar om vervolgens terug te kijken in de trein :)
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
pi_199499710
Ik was de afgelopen maanden heel druk tot een paar weken terug, dus ik ga hier vanmiddag nu eens uitgebreid voor zitten. Stoeltje op de eerste rij graag.
Demain, on roule
  woensdag 19 mei 2021 @ 09:10:06 #23
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_199499723
Tenzij het regent gaat Remco hier niet veel tijd verliezen, if any.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator woensdag 19 mei 2021 @ 09:12:32 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_199499749
Genot
  woensdag 19 mei 2021 @ 09:15:35 #25
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_199499781
Wel werk, maar als thuiswerker kan dit keurig op de achtergrond meedraaien. Vrees alleen dat de hype het gaat jinxen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')