RoelandBE | zondag 26 januari 2003 @ 17:54 |
Eerst een beetje achtergrondinfo: Na een aantal moeilijke jaren op de basisschool was ik eindelijk rijp voor de MAVO, aldaar kreeg ik het niet voor elkaar om met de rest mee te kunnen. Ik bleef uiteindelijk als brugklasser zitten, en ook het 2e jaar als brugklasser verliep niet zoals het hoorde. Ik werd naar een school gestuurd voor speciaal onderwijs. Hier haalde ik met vlag en wimpel mijn MAVO. Na deze school ging ik naar MBO alwaar ik natuurlijk in een gat viel wat betreft sociale controle van de leraren. Maar met goede hulp van de coordinator van school en de decaan (Die van mijn achtergrond afwisten) ging alles weer van een leien dakje, totdat er iets in mijn privésfeer haperde (nu 4 jaar geleden). Ik leerde een meisje kennen in de kroeg, je weet wel, gezoend enzo. Het leek de serieuse kant op te gaan, dus ik werd door haar uitgenodigd bij haar thuis. Daar aangekomen werd ik voorgesteld aan haar vader, moeder, oom, tante & zusje. De vader, moeder, oom & tante hadden zich allevier voorgesteld als "ouders" van het meisje (Als grapje uiteraard). Sinds dat moment ben ik nooit meer de "oude" ik geworden. Als ik me in een situatie begeef waar ik me niet op mijn gemak voel, krijg ik angst om angst te hebben, en wil ik zo snel mogelijk vluchten naar huis. Dingen die ik nu dus absoluut niet meer durf zijn: -Met een ander meerijden in de auto (En als ik dat wel doe, iig niet achterin bij een 3-deurs. Dit is nog maar een klein rijtje, maar indien ik toch 1 van die dingen doe, heb ik direct de drang om te vluchten, en vaak doe ik het dan ook. Ik heb dit probleem nu al 4 jaar. Ik heb gelukkig met hard te knokken mijn MBO gehaald, en ben bij mijn stagebedrijf aangenomen, alleen lunchen, vergaderingen, personeelsuitjes en dergelijke doe ik gewoon niet. Ik lieg dus als een beest om dit allemaal te omzeilen. Ik open dit topic omdat ik er van overtuigt ben dat ik dit probleem op kan lossen, echter het duurt me nu al veel te lang (4 jaar). Zijn er mensen hier op FoK die mij begrijpen of hetzelfde hebben, en hoe ze er mee om zijn gegaan? | |
seriewoordenaar | zondag 26 januari 2003 @ 17:58 |
Misschien een bot antwoord, maar de ellende zit tussen je oren en de enige die het kan overwinnen ben jijzelf. Los die ellende tussen je oren op, kijk waar het vandaan komt en stap erover. Good luck, want 't is makkelijker gezegd dan gedaan. ![]() | |
addicted_to_jellybeans | zondag 26 januari 2003 @ 18:00 |
Het klinkt misschien raar maar misschien zou je een lijstje van de dingen die je niet durft , juist uitproberen , desnoods met iemand die je kent , en dat steeds meer opbouwen . Dus bijvoorbeeld elke week een doel stellen van die lijst en de resultaten ook opschrijven, dan zie of de situatie klopte met de angst en door dit vol te houden krijg je steeds meer inzicht in je angst en kun je het beter handlen . | |
seriewoordenaar | zondag 26 januari 2003 @ 18:02 |
En je ook afvragen wáárom je zaken niet durft. Laat de ratio zijn werk doen. | |
RoelandBE | zondag 26 januari 2003 @ 18:04 |
quote:Ben ik het helemaal mee eens, maar zo'n soort opzet doe ik nu al ruim 3 jaar. Ik heb zelfs een keer een sollicitatiegesprek gedaan (ondanks dat ik een baan heb, maar ik gewoon mezelf wilde bewijzen). Ik daar met 3 man in een afgesloten kamertje in de middle of nowwhere, werd ik nog aangenomen ook ![]() ![]() | |
kwib | zondag 26 januari 2003 @ 18:06 |
quote:Ik denk dat dit inderdaad het beste zal werken. Je moet bijvoorbeeld inzien dat een dichte deur van een klaslokaal gewoon geopend kan worden. Zodra je dat "doorhebt" is er op dat onderdeel niets meer aan de hand. Sterkte in ieder geval, want makkelijk zal het zeker niet zijn. | |
lotje11 | zondag 26 januari 2003 @ 18:07 |
hoi, het is een lastig probleem wat je hebt, maar het is volgensmij geen agorafobie, want dan zou je grote ruimtes juist willen vermijden, zoals pleinen, winkelstraten etc. Dat je wilt kunnen vluchten en niet op sociale bijeenkomsten wilt komen, lijkt mij meer een uitting van sociale fobie. hier kun je beter mee naar een proffesioneel iemand gaan (huisarts) dan het zelf proberen op te lossen. succes! | |
speknek | zondag 26 januari 2003 @ 18:09 |
Ben je angstig voor de situaties of omdat je bang bent weer misselijk te worden? De situaties die je beschrijft zijn allemaal in afgesloten ruimtes. Of je bang bent om niet gemakkelijk naar de wc te kunnen rennen voor het geval je weer zo misselijk wordt en het zwart voor de ogen krijgt, is iets anders dan een angstaanval omdat je onder de mensen bent. | |
addicted_to_jellybeans | zondag 26 januari 2003 @ 18:10 |
En als je nu focust op het positieve in plaats van het negatieve . Je zei zelf ook al je hebt je eigen angst overwonnen , dat weegt toch meer mee dan dat het misging lijkt me . Het blijft een kwestie van uitproberen . Ikzelf heb dan geen fobie maar ik merkte zelf door middel van therapie en juist de doelen die ik daar wekelijks had dat wat ik zag niet reeel was met de situatie . Zoals een baan werkte niet maar ik dacht ook omdat ik daar weg ging dat de mensen niets met me te maken wilde hebben , toen heb ik mezelf een doel gesteld , ga naar een van hun voorstellingen en zie wel waar het schip strand . Blijkt achteraf dat iedereen juist hardstikke blij was me weer te zien en ze zich afvroegen hoe het met me was . | |
The_Wanderer | zondag 26 januari 2003 @ 18:11 |
spreek eens met 'neh', die heeft daar verstand van. | |
CartWOman | zondag 26 januari 2003 @ 18:13 |
Als dit al een aantal jaren duurt denk ik niet dat je er zelf nog uitkomt; dat heb je zo te zien al geprobeert en heeft niet geholpen. Praat er met familie of vrienden over, ga er mee naar je huisarts. | |
RoelandBE | zondag 26 januari 2003 @ 18:13 |
quote:Doordat ik angstig ben voor de situaties, ga ik "malen", en ga denken wat voor lompe fouten ik op dat moment allemaal zou kunnen gaan maken, ik wil dan zo snel mogelijk weg uit die ruimte, als ik mezelf toch overwin om er te blijven, blijft het malen, en ben ik vroeg of laat toch weg. Ik durf dan niet meer terug, want ga dan denken: "Wat zullen de mensen wel niet denken als ik zomaar 2x wegloop uit een gesprek." | |
speknek | zondag 26 januari 2003 @ 18:14 |
quote:Okee dus je wordt echt angstig, niet meer misselijk? | |
lotje11 | zondag 26 januari 2003 @ 18:15 |
dit klinkt echt als sociale fobie. | |
addicted_to_jellybeans | zondag 26 januari 2003 @ 18:16 |
Heb je er wel hulp bij gezocht , hulpverleners ofzo ?? Want ik denk dat als je zoiets als dagtherapie gaat doen zulke dingen ook verholpen kunnen worden . Zoals wat ik dan zei , deden we dan met een groep wekelijks werd doel gesteld , deed je die en dan praatte je ook het effect er van het doel . Die therapie was erg gericht op structuur . | |
dr.dunno | zondag 26 januari 2003 @ 18:33 |
quote:is het ook; agorafobie is een situatie waarin iemand open grote ruimtes waar veel mensen (kunnen) zijn juist mijdt. ik denk dat de topicstarter niet meer moet proberen zijn wijsheid van internet te halen en gewoon naar de huisarts moet gaan met dit probleem; het is goed te verhelpen met medicatie en confrontatietherapie (haalde iemand hierboven ook al aan zag ik). | |
Fixxxer | zondag 26 januari 2003 @ 19:02 |
ow we hebben net wat over agorafobie gehad bij geneeskunde. Je moet naar een psycholoog gaan, dat is de beste manier om het te behandelen. Slaat bij >85% aan. (btw agorafobie is niet simpelgezegd pleinvrees) | |
speknek | zondag 26 januari 2003 @ 19:27 |
Mja maar dit lijkt me in het geheel geen agorafobie. Dat je jezelf gevangen voelt wanneer de deur dicht gaat of je in een auto achterin een 3-deurs zit, heeft meer weg van claustrofobie. Maar nog meer denk ik dat hij last van hyperventilatie heeft. Dat is ook iets wat zichzelf opwekt. Doordat je bang bent dat je niet snel weg kunt vluchten, mocht je een toeval krijgen, wek je die toeval juist op. Overigens hoeft hyperventilatie niets met flippen te maken hebben, vaker nog heb je niet eens door dat je verkeerd ademt. Daarom zou ik ook willen vragen aan Roeland: als je die paniekaanvallen hebt, kenmerkt zich dat door duizeligheid, warm aanvoelen, het gevoel dat je moet overgeven en als het zich lang aanhoudt (i.e. je kunt niet naar buiten) hartkloppingen en tintelende vingers? Naar de huisarts gaan is inderdaad de beste oplossing, maar gezien dat je er al vier jaar mee rondloopt lijk je dit niet echt te durven. Mocht je je herkennen in bovenstaande omschrijving moet je eens proberen zo goed mogelijk rustig door je buik adem te halen. Hoe vervelend dat ook lijkt als je misselijk bent. | |
Fixxxer | zondag 26 januari 2003 @ 20:26 |
quote:Klopt, maar de achterliggende oorzaak voor het zogenaamde hyperventilatiesyndroom (panic attack) is vaak agorafobie. | |
Femke13 | zondag 26 januari 2003 @ 20:32 |
He, ik heb ook agorafobie (gehad?) en ook al een aantal topics geplaatst! Zorg wel dat je dingen blijft doen ook al is het eng, want zoals je schrijft, nu is het een klein rijtje, maar als je dingen blijft vermijden wordt dat rijtje alleen maar groter! Ik heb nu een halfjaar thuisgezeten hierdoor, en heb morgen weer voor de eerste keer een sollicitatiegesprek! Ik heb geleerd dat je er alleen maar uitkomt door stapje voor stapje te doen waar je bang voor bent! Dan overwin je het! succes en ik leef met je mee! Wat ook helpt is visualiseren dat een bepaalde situatie goed gaat! Als je nog mee tips wilt of info, ben ik er voor je! [Dit bericht is gewijzigd door Femke13 op 26-01-2003 20:40] | |
RoelandBE | zondag 26 januari 2003 @ 22:23 |
Femke13, mijn rijtje is niet zo heel erg groot omdat ik even een klein aantal voorbeeldjes had gegeven. Maar er zijn wel erg veel dingen die ik niet durf. Als voorbeeld nog even twee dingen die ik dit weekend sowieso afgewimpeld heb: Naar de BIOS gaan met een aantal personen. Zojuist vroeg iemand of ik mee ging naar het station om even een medebewoner op te halen, heb gelogen dat ik naar bed ging, omdat ik niet durfde. Effe een stukje van een internetsite: quote:Dit klopt bij mij dus niet, ik voel me juist in mijn uppie heel erg op mijn gemak. Nog een stukje: quote:Dit is wel heel erg van toepassing op mijn probleem. | |
speknek | zondag 26 januari 2003 @ 22:32 |
Welke van de twee? Bang de controle over blaas en darmen te verliezen of te braken? | |
RoelandBE | zondag 26 januari 2003 @ 22:33 |
quote:Alle drie ![]() ( | |
speknek | zondag 26 januari 2003 @ 22:40 |
Hmm shit, ja want van die laatste had ik ook. Dat ik echt nauwelijks meer naar de bioscoop durfde te gaan omdat ik telkens aanvallen van extreme misselijkheid kreeg. De huisarts diagnostiseerde bij mij hyperventilatie. Ik durf nu nog steeds niet echt presentaties of iets dergelijks te geven, maar naar de bios gaat al heel aardig door op een bepaalde manier te ademhalen, dat helpt echt. Bij jou lijkt het me meer psychisch van aard. Naar de huisarts moet je sowieso, die zal je waarschijnlijk doorverwijzen naar een psychiater, maar zoals het nu gaat kan het natuurlijk niet langer. | |
Femke13 | maandag 27 januari 2003 @ 14:25 |
quote:Ik weet het hoor! Ken het allemaal, en ik voel me alleen ook een stuk beter! Als je wilt msnen moet je het maar even zeggen! Want, geloof me, neem dit echt van me aan, het rijtje wordt alleen maar groter als je er niks aan doet! Ik hoor het wel! | |
RoelandBE | maandag 27 januari 2003 @ 16:26 |
Femke, ik wil wel effe met je MSN-en. | |
Friemeltje | maandag 27 januari 2003 @ 16:27 |
quote:perverseling! ![]() | |
Halinalle | maandag 27 januari 2003 @ 16:30 |
Zoals eerder gezegd, denk ik dat je er goed aan doet om dit met je huisarts te bespreken. Het is i.h.a. heel goed mogelijk om je klachten zeer aanzienlijk te verminderen. | |
Friemeltje | maandag 27 januari 2003 @ 16:35 |
Dit even ter lering ende vermaak ![]() NHG-STANDAARD ANGSTSTOORNISSEN
INLEIDING Angst is een gevoel dat meestal is verbonden met de dreiging van gevaar of onheil. In de context van een reële dreiging heeft angst een signaalfunctie; angst maant tot voorzichtigheid of ontvluchting van het gevaar. De angst kan echter buitensporig zijn of onevenredig lang aanhouden. Wanneer deze laatste angst aanleiding geeft tot aanhoudend subjectief lijden en belemmering in het dagelijks functioneren is er sprake van een angststoornis.1 Angststoornissen worden volgens de DSM-IV onderverdeeld in paniekstoornis, agorafobie, specifieke fobie, sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessief-compulsieve stoornis en posttraumatische stress-stoornis.2 In deze standaard wordt de posttraumatische stress-stoornis niet besproken; de angst hierbij ontstaat door herbelevingen van een extreem traumatische ervaring en dient derhalve als reëel te worden aangemerkt. De behandeling van de posttraumatische stress-stoornis is gericht op verwerking van het trauma en vergt een totaal andere benadering dan de behandeling van de andere angststoornissen.3 In deze standaard komt ook hypochondrie aan de orde. Hypochondrie wordt echter doorgaans niet gerekend tot de angststoornissen. Toch staat hierbij ook de buitensporige angst (voor een ernstige ziekte) centraal.4 Indien de angst samengaat met depressie wordt verwezen naar de NHG-Standaard 'Depressie".5 Angststoornissen bij kinderen worden in deze standaard buiten beschouwing gelaten. De richtlijnen van deze standaard zijn vooral van toepassing op patiënten die nog niet bekend zijn met een angststoornis; het beleid bij patiënten met chronische klachten wordt niet besproken. In deze standaard wordt de term 'hyperventilatiesyndroom' niet gebruikt, omdat uit onderzoek is gebleken dat dit geen valide concept is. Wat voorheen hieronder werd verstaan zal in veel gevallen een angststoornis betreffen.6 De prevalentie van angststoornissen in de huisartspraktijk is ongeveer 5 per 1000 patiënten. De prevalentie is bij vrouwen ongeveer twee keer zo hoog als bij mannen. Angststoornissen ontstaan meestal tussen het 15e en 30e levensjaar.7 Het beloop verschilt per type angststoornis. De paniekstoornis, agorafobie, specifieke fobie en obsessief-compulsieve stoornis hebben in het algemeen een gunstig beloop, mits adequaat behandeld. De prognose van de gegeneraliseerde angststoornis en hypochondrie is echter matig. De meeste patiënten vinden echter wel een manier om met de klachten te leren leven.8 De meeste patiënten met een angststoornis zullen de huisarts niet spontaan over hun angsten informeren. In deze standaard wordt aangegeven bij welke klachten of problemen de huisarts een dergelijke stoornis dient te overwegen. Er worden criteria gegeven voor het stellen van de diagnose van de verschillende angststoornissen. In het beleid staan voorlichting en niet-medicamenteuze behandeling centraal. Bij de niet-medicamenteuze behandeling worden richtlijnen gegeven die berusten op de gedragstherapeutische principes van 'exposure in vivo'. De huisarts dient zich te realiseren dat een dergelijke behandeling een intensieve begeleiding vergt. Indien dit op praktische bezwaren stuit is een gerichte verwijzing een goed alternatief. Bij de paniekstoornis kan de huisarts overgaan tot medicamenteuze behandeling. In de overige gevallen worden psychofarmaca uitsluitend als kortdurende ondersteuning voorgeschreven. Een paniekstoornis wordt gekenmerkt door recidiverende paniekaanvallen waarbij men na de aanval of tussen de aanvallen door bang is weer een nieuwe paniekaanval te krijgen. Een paniekstoornis gaat vaak gepaard met agorafobie. Agorafobie wordt gekenmerkt door angst voor situaties waaruit men moeilijk zou kunnen ontkomen of waar men moeilijk hulp zou kunnen krijgen als zich een paniekaanval zou voordoen of als men onwel zou worden. Dit leidt derhalve tot weloverwogen pogingen deze situaties te vermijden (vermijdingsgedrag). Vaak worden meerdere situaties vermeden zoals alleen buitenshuis zijn, te midden van een menigte verblijven (drukke straten of winkels, restaurants) en met auto, bus of trein reizen. Een specifieke fobie wordt gekenmerkt door hevige, aanhoudende angst voor een specifiek object, bijvoorbeeld spinnen, slangen of bloed, of voor een specifieke situatie, zoals hoogten (hoogtevrees) of kleine ruimten (claustrofobie). Het object of de situatie wordt derhalve vermeden of doorstaan met hevige angst. Een sociale fobie wordt gekenmerkt door hevige, aanhoudende angst voor situaties waarin men wordt blootgesteld aan een mogelijke kritische blik van anderen en waarin men bang is zich belachelijk te maken, zoals door blozen of trillende handen. Voorbeelden van dergelijke situaties zijn: eten, drinken, spreken of schrijven in het openbaar. Deze situaties worden derhalve vermeden of doorstaan met hevige angst. Een gegeneraliseerde angststoornis wordt gekenmerkt door buitensporige, aanhoudende angst of bezorgdheid met betrekking tot diverse aspecten van het leven, bijvoorbeeld het werk, financiën, kinderen en de toekomst. Dit kan gepaard gaan met de volgende symptomen: rusteloosheid, snel vermoeid zijn, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, spierspanning of slaapproblemen. Een obsessief-compulsieve stoornis wordt gekenmerkt door terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen (obsessies), die worden beleefd als opgedrongen en zinloos en leiden tot hevige angst of spanning. Als reactie hierop kunnen dwangmatige rituele handelingen (compulsies) ontstaan, die tegen beter weten in worden uitgevoerd en een tijdelijke angstreducerende functie hebben, bijvoorbeeld wassen, controleren, tellen of bidden. Hypochondrie wordt gekenmerkt door de aanhoudende angst of opvatting een ernstige ziekte te hebben zonder dat daar voldoende grond voor bestaat. Dit is gebaseerd op een preoccupatie met en een verkeerde interpretatie van lichamelijke verschijnselen. Deze angst of overtuiging blijft aanwezig ondanks (hooguit tijdelijke) geruststelling door de arts.
Achtergronden De biologische psychiatrie hecht vooral betekenis aan het aandeel van de biologische factoren. De resultaten van onderzoek naar de rol van neurotransmittersystemen, zoals het GABA-, noradrenerge en serotoninerge systeem, bij het ontstaan van angststoornissen zijn echter niet eenduidig. Toch zijn er aanwijzingen voor een biologische basis voor de paniekstoornis. Uit familie-onderzoek is gebleken dat paniekstoornissen en depressie nauw met elkaar samenhangen.11 Bij de psychologische verklaring voor het ontstaan van angststoornissen wordt vaak uitgegaan van het cognitieve verklaringsmodel.12 De preoccupatie, het ontstaan van angst voor de angst staat hierbij centraal. Het gaat er niet zozeer om wát iemand meemaakt maar hóe iemand dit ervaart en interpreteert. Een angsttoestand kan ontstaan als iemand het gevaar van een bepaalde situatie overschat. De angst gaat gepaard met lichamelijke verschijnselen door activatie van het autonome zenuwstelsel, die het lichaam prepareert voor 'flight or fight'. Als ook deze verschijnselen verkeerd worden geïnterpreteerd zal de angst standhouden of toenemen, waardoor er een paniekaanval kan onstaan. Hyperventilatie kan daarbij voorkomen maar geeft onvoldoende verklaring voor het ontstaan van een paniekaanval. Specifieke cognitieve processen, zoals het verkeerd interpreteren van lichamelijke sensaties, spelen een grotere rol in de pathogenese van paniekaanvallen dan hyperventilatie.13
RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK frequent spreekuurbezoek en wisselende klachten; Anamnese
De huisarts gaat na of er sprake is van buitensporige angst of bezorgdheid. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de volgende vragen: voelt u zich angstig; heeft u onbestemde angstgevoelens; maakt u zich veel zorgen?; Indien deze vragen bevestigend worden beantwoord, informeert de huisarts naar de volgende aspecten: de duur en het beloop van de klachten (continu of aanvallen); In geval van specifieke lichamelijke klachten wordt door middel van een gerichte anamnese nagegaan of een somatische aandoening waarschijnlijk is.
Tot slot gaat de huisarts na of er andere psychische klachten of problemen bestaan door te vragen naar: depressie (sombere stemming of interesseverlies); Lichamelijk en aanvullend onderzoek
Evaluatie stress-gerelateerde problematiek: de angsten zijn hierbij reëel en staan in redelijke verhouding tot de uitlokkende prikkel of gebeurtenis;18 RICHTLIJNEN BELEID De angst bij een angststoornis is terug te voeren tot alledaagse angst die iedereen in bepaalde situaties ervaart. Het probleem is echter dat de angst zo hevig is dat de patiënt eronder lijdt. De angst gaat meestal samen met een scala van klachten en gedachten die de patiënt het gevoel geven dat er iets ernstigs aan de hand is of dat de controle over zichzelf verdwijnt. Dit kan leiden tot hevige paniek. Als de angst is gebonden aan bepaalde situaties worden deze zoveel mogelijk vermeden, waardoor belemmeringen in het dagelijkse en sociale functioneren ontstaan. Het vermijden van situaties leidt tot een vermindering van de angst, maar houdt het vermijdingsgedrag in stand. In geval van hypochondrie kan medisch onderzoek weliswaar tijdelijk geruststelling geven, maar houdt de angst of overtuiging een ernstige ziekte te hebben in stand. Hetzelfde is het geval bij de obsessief-compulsieve stoornis waarbij bijvoorbeeld de patiënt aan gezinsleden vraagt of alles schoon genoeg is. Als de angst is gebonden aan zorgelijke gedachten kunnen deze soms vele uren per dag in beslag nemen. Dit kan leiden tot aanzienlijke beperkingen in het dagelijks leven. De behandeling beoogt de patiënt inzicht te geven in wat er aan de hand is en welke factoren de angst in stand houden. Het bewustworden van het ontstaansmechanisme van de angststoornis kan bijdragen tot een vermindering van de klachten. De patiënt moet leren de controle over de angst te hervinden, waardoor de angst kan worden beheerst in plaats van dat de angst over de patiënt heerst.
Niet-medicamenteuze behandeling Bij de paniekstoornis met agorafobie, agorafobie zonder paniekaanvallen, sociale en specifieke fobie kan dit bereikt worden door de patiënt geleidelijk en in toenemende mate bloot te stellen aan de situaties of gedachten die angst veroorzaken. De huisarts kan in milde of recent ontstane gevallen proberen de patiënt zelf te behandelen. Een dergelijke behandeling kan enkele maanden in beslag nemen. In andere gevallen verwijst de huisarts patiënt naar een ervaren (gedrags)therapeut. De aanpak is als volgt: Probeer na te gaan wat de reden is dat de patiënt bij bepaalde prikkels angst ervaart. Verkeerde interpretaties moeten worden bijgesteld. Door te leren op een andere wijze tegen de situatie aan te kijken kan de angst verminderen. Er kan gedurende één tot twee weken een dagboek worden bijgehouden waarin de aard van de angsten of gedachten, de omstandigheden waaronder deze optreden, het vermijdingsgedrag en de invloed op het dagelijks leven worden beschreven. Hierdoor leert de patiënt niet alleen te kijken naar het probleem van de angst maar ook naar de samenhang van de angst met bepaald gedrag, zodat vaste patronen kunnen worden opgespoord. Bij hypochondrie probeert de huisarts samen met de patiënt een reëlere kijk op de lichamelijke gewaarwordingen van de patiënt te ontwikkelen. Dit wordt niet bereikt door (meer) medisch onderzoek maar door adequate uitleg waardoor de patiënt zich evenzeer gerustgesteld voelt. Getracht wordt de patiënt inzicht te geven in de betekenis van zijn angst of overtuiging een ernstige ziekte te hebben, zodat hij zelf de baas wordt over zijn ongerustheid.25 De behandeling van de obsessief-compulsieve stoornis vindt bij voorkeur plaats door een ervaren (gedrags)therapeut. De huisarts tracht de patiënt te motiveren zich onder behandeling te stellen.26 Vaak gaan angststoornissen gepaard met sterke fysiologische reacties die de angst en spanning in stand houden. Het is te overwegen de patiënt vaardigheden aan te leren om te ontspannen. Hierbij kan begeleiding van een fysiotherapeut of maatschappelijk werker zinvol zijn. Bij gebrek aan sociale vaardigheden kan ook een assertiviteitstraining worden overwogen.
Medicamenteuze behandeling Bij paniekstoornissen kan medicamenteuze behandeling plaatsvinden als de niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende effect heeft.28 Het is aangetoond dat bepaalde antidepressiva een gunstig effect hebben op het beloop. Klassieke antidepressiva verdienen de voorkeur. Eerste keus is clomipramine.29 Start met 25 mg voor het slapen gaan. Verhoog de dosering elke week met 25 mg tot een dosering van 100 mg voor het slapen gaan. Bij een verhoogd suïciderisico of bij contra-indicaties (recent hartinfarct, hartritmestoornissen, decompensatio cordis, prostaathypertrofie, urineretentie of glaucoom) kunnen tweede generatie antidepressiva worden voorgeschreven, bijvoorbeeld fluvoxamine.30 Start in dat geval met 50 mg per dag en verhoog de dosering na een week tot 100 mg per dag. Het effect van antidepressiva treedt ook bij deze aandoening pas na twee tot vier weken op. Wijs de patiënt er op dat in de eerste weken de angst- en paniekverschijnselen zelfs kunnen toenemen. Bij voldoende effect wordt de medicatie ten minste zes maanden gecontinueerd. Bij onvoldoende effect na zes weken wordt de dosering geleidelijk verhoogd tot er effect optreedt. De maximumdosering van clomipramine is 200 mg en van fluvoxamine 300 mg per dag. Bij frequente paniekaanvallen of toename van de angstverschijnselen kunnen gedurende de eerste twee weken benzodiazepines worden toegevoegd. Start met diazepam 5 mg per dag. Bij onvoldoende effect kan de dosering worden verhoogd. Na twee weken kan het benzodiazepine weer worden uitgeslopen. Bij de overige angststoornissen kan medicamenteuze behandeling de klachten weliswaar verminderen, maar de klachten komen meestal weer terug na het stoppen van de medicatie. Alleen in geval van frequente en hevige angstverschijnselen kunnen kortdurend benzodiazepines worden voorgeschreven. Spreek van tevoren met de patiënt een termijn af. Schrijf niet langer dan vier weken voor. Start met diazepam 5 mg per dag en verhoog de dosis desgewenst op geleide van het effect.31 Doseringen hoger dan 15 mg diazepam per dag zijn niet zinvol. De dosering dient langzaam te worden verminderd om onthoudingsverschijnselen te voorkomen.
Controles en verwijzing De huisarts stelt zich op de hoogte van de diverse behandelingsmogelijkheden bij het algemeen maatschappelijk werk, de Riagg, psychologen, psychotherapeuten en psychiaters, al dan niet verbonden aan een psychiatrisch ziekenhuis of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) in de regio. Verwijs bij voorkeur naar therapeuten met ervaring in gedragstherapie. Indicaties voor consultatie of verwijzing zijn: onvoldoende effect van de behandeling in acht tot twaalf weken; TOTSTANDKOMING | |
Femke13 | maandag 27 januari 2003 @ 17:22 |
quote:Kun je je msn even kort neerzetten? Dan kan ik je toevoegen! | |
Gertsan | maandag 27 januari 2003 @ 23:49 |
Agorafobie heeft dus te maken met het feit dat je je niet op je gemak voel als je alleen bent tussen onbekende mense?? (tenminste dit haal ik eruit, als het niet zo is moet je het zegge) Ik heb dit helaas ook (maybe in lichte mate), want ik voel me dus totaal NIET op mn gemak tussen onbekende mensen... Dan noem ik als voorbeeld: Een volle trein, de loop route naar school, fietsen op straat en als ik op mn werk naar een volle afdeling moet.... Ik heb hier pas onlangs last van... Vroeger was ik een klein grappig mannetje dat overal contact legde, maar nu gaat dat niet zo makkelijk meer. Ik heb zelfs nog in een winkel gewerkt wat op zich best aardig ging. Als ik me in boven beschreven situaties bevind sla ik dicht, wordt ik reuze zenuwachtig en ga ik zeer onregelmatig ademen.... Ik probeer telkens tegen mezelf te zeggen: "Je kan het wel, maak je niet zo druk", maar dan wordt het meestal erger omdat ik me ervoor schaam... Meestal vang ik mezelf op door naar de grond te kijken ofzo, maar ik weet vanmezelf dat ik er in deze situaties enorm ARROGANT voordoe. Kom ik in de situaties met 1 of meerdere andere mensen dan voel ik me wel op mn gemak..... Ik kan je verder eigenlijk geen tips geven, maar ik denk niet dat je de enige bent... Zoek eens op google ofzo maybe zijn er tips ofzo... Suc6 ermee en ik hoop dat het nog goed komt...... |