De rivier
Manuel zat met zijn blote voeten ondergedompeld in de kleurrijke rivier. De wat oudere dorpsbewoners verfoeiden hem hier vaak om, ze hadden van oudsher bepaalde bijgeloven meegekregen van hun vaders en grootvaders om de rivier, die ook wel de vloeibare regenboog werd genoemd niet aan te raken met welk lichaamsdeel dan ook. Alleen met je ogen te bewonderen zodat de talrijke kleuren niet zouden verdampen door aardse wezens. Hoewel Manuel het fenomeen altijd fascinerend had gevonden, en zijn creativiteit aan de rivier het best tot zijn recht kwam was het gewoon maar een rivier. Manuel naderde inmiddels de 35 jaar. Hij had vanaf zijn 16de bij zijn vader José in zijn café Cristal. Allereerst in de keuken, en nadat zijn vader goedkeurend in de gaten had dat zijn zoon het hardwerkende karakter van hem over had genomen mocht hij ook bestellingen opnemen en hem helpen met de financiële kanten van het vak.
Net op het moment toen José besloot er de brui aan te geven en te genieten van een welverdiend pensioen, hij was inmiddels zojuist 62 geworden, kwam de pandemie als een donderslag bij heldere hemel aanzetten. Nu waren de odds op een goede afloop ook niet bepaald in zijn voordeel, een horeca-beest stijfstaand van de stress, roker, drinker, tikkeltje corpulent.
`En op zulke momenten kan er gebeden worden, kunnen er schietgebedjes worden gemaakt en kan een band tussen vader en zoon nog zo sterk zijn, als het je tijd is, is het je tijd’ krabbelde Manuel in zijn schriftje.
Kort na de dood van zijn vader had hij het moeilijk met rouwen. Hij had niet fatsoenlijk afscheid kunnen nemen vanwege de beperkingen en dus klonk de fles voor even een verleidelijke vluchtroute. Tot hij besefte dat zijn ouwe heer hem altijd benadrukte beter voor zijn eigen lichaam te zorgen dan hij had gedaan. Dus pakte hij de dingen op die zijn vader nooit had gedaan. Hij wandelde, maakte gezonde maaltijden voor zichzelf klaar, begon met mediteren en kocht voor zichzelf een mooi boekje om in te schrijven. Het bracht hem kalmte, zo verwijderd van de stad met alleen zijn pen en zijn gedachten bezig te zijn. Hij vond dat hij zelf een poëtische schrijfstijl had die met het nodige vliegwerk tot een aardig niveau geoptimaliseerd zou kunnen worden.
Terwijl hij daar met zijn voeten in het koude water aan het nadenken was over zijn volgende schrijfsels merkte hij een toerist op die vanaf de overkant van de rivier in meditatieve toestand de kleuren van het aqua opnam. Toen hij opkeek richtte hij zijn gezicht op Manuel en excuseerde hem voor zijn aanwezigheid. Manuel wuifde het weg en ging het gesprek met de man aan. Een Nederlander zo bleek en hij vertelde dat hij hier een spirituele reis aan het maken was ter nagedachtenis aan zijn overleden moeder. Manuel verbaasde zich over het toeval en opende zijn hart door te erkennen dat zijn vader juist gestorven was. `De eerste keer dat ik deze rivier zag sprak het mij meteen aan en nu ik hem in het echt mag ontdekken spreek het boekdelen’ zei deze bovenzinnelijke knul. `Zie je, deze kleuren symboliseren voor mij het leven’. Manuel keek hem aan en met een knikje gebaarde hij dat hij door moest gaan. `De rode kleur hier staat voor de passie die wij moeten hebben voor alles wat ons vreugde geeft, de kracht die wij uit moeten stralen voor alle hindernissen die wij zullen afleggen, en de liefde die wij moeten uiten voor diegene die ons lief is’
Manuel kreeg het warm bij het horen van deze woorden en vroeg `En de gele, groene en blauwe planten?’’
`Geel voor de zonnestralen van God die hij ons schijnt’ Vervolgde hij. `De groene kleur laat ons zien hoeveel groei er in ons zit, en hoe we de natuur nodig hebben om deze groei uit ons te halen’ `En de blauwe..’ verzuchtte hij `De blauwe kleur zou tot ons moeten spreken als we daar zijn waar we willen zijn, het spreekt de wijsheid en de kalmte uit die ieders streven moet zijn.
Manuel had inmiddels zijn ogen gesloten en besefte opeens wat een waarheid deze oude dorpsbewoners gesproken hadden. De man stond op en liep weg. Voor hij zijn weg vervolgde keek hij om en zei hij `Veel kracht toegewenst beste jongen, blijf hier zitten en schrijf, vind de rust die je nodig hebt’ en hij verdween uit zicht.
Manuel staarde hem na en greep toen zijn pen weer vast. Hij wist precies wat hij nodig had, een laatste brief naar zijn vader.
`Meta 2020’
Papa,
“And forget not that the earth delights to feel your bare feet and the winds long to play with your hair.”