quote:
Op vrijdag 27 november 2020 16:17 schreef UitStraling het volgende:[..]
Ik heb wel eens een poging gedaan maar er is echt weinig gedocumenteerd in die tijd, mijn beste vermoeden is dat hij het op een of andere manier overleefd heeft maar dat hij daarna in de handen van boze Duitse burgerbevolking is gevallen.
Dan moet je echt in dat gebied gaan navragen of advertenties gaan zetten.
Kladje van een artikel dat ik zelf ooit heb geschreven over een Lancaster die neerstortte bij Papendrecht
quote:
PAPENDRECHT – De berging van de Lancaster-bommenwerper zal vrijwel zeker een aantal openstaande vragen beantwoorden. Voor de Stichting Lancaster Popeye en de nabestaanden van de vliegenier wordt de puzzel steeds completer.
‘Dear Mr. Kirkland. It is with deep regret that I have to confirm the news that your son No. 1581273 flight sergeant Samuel Edward Kirkland has been reported missing.’ De treurige eerste zin van een brief zoals die op 22 juli 1944 is geschreven door de Britse Royal Air Force (RAF) aan de nabestaanden van zeven vliegeniers. Hun toestel, een Avro Lancaster Mk3 met de bijnaam Popeye, stortte neer in een weiland in de Papendrechtse Oostpolder. Het einde van
een vlucht waarvan het verloop nog altijd in nevelen is gehuld.
De Stichting Lancaster Popeye verzamelde de afgelopen jaren informatie van ooggetuigen, uit rapporten en onderzoeken. De verschillende bronnen werden aangewend om te trachten een volledig beeld te schetsen van de tragedie die zich afspeelde in het luchtruim boven Papendrecht. Het is vooral tot steun van de nabestaanden van de oorlogshelden. De stichting ontstond in 1997 en is de opvolger van het comité Klaproos.
Vlak na de oorlog nam deze werkgroep de zorg op zich van de zeven houten kruizen, waaronder de bemanning is begraven. In de jaren vijftig werden die vervangen door de huidige stenen. Er ontstond contact tussen Papendrecht en familieleden van de omgekomen vliegeniers. ,,Die mensen zaten met veel vragen”, aldus Peter van der Giessen. Hij is voorzitter van de Stichting Lancaster Popeye.
Zijn inmiddels overleden vader, destijds ambtenaar bij de gemeente, zat in de werkgroep. ,,Tot 1955 was er een intensieve briefwisseling, maar die droogde langzaam op. Tot 1981. Eén van de kleinkinderen van de piloot wilde het graf bezoeken. Mijn vader heeft destijds die mensen begeleid. Het contact
bloeide weer op.”
Toen zijn vader in 1996 overleed nam Peter van der Giessen de contacten over. Met behulp van de nabestaanden en leden van de werkgroep Klaproos legde hij een lijvig dossier met informatie over de tragedie aan. Foto’s van de inzittenden, brieven die de RAF verzond aan ouders en echtgenotes, rapporten van de RAF en luchtmacht. ,,Onze insteek is vooral de herinnering levend houden.”
Van der Giessen woont op een steenworp afstand van het terrein waar de luchtmacht nu bezig is met bergen. Dat is nodig vanwege huizenbouw op deze voormalige akker. ,,Wij hebben de gemeente voorgesteld op die locatie straten te vernoemen naar de inzittenden, maar dat zit er niet in. Wel komt er een parkje dat waarschijnlijk het Lancasterpark gaat heten. We maken ons sterk voor een gedenkteken met de namen van de gestorven militairen. Iets tastbaars voor
de nabestaanden.”
De berging is de climax in het bestaan van de stichting. ,,Zeker als er straks een gedenksteen is. Toch zal het contact met de nabestaanden blijven bestaan. Zonen en dochters raken op leeftijd, maar inmiddels komen kleinkinderen regelmatig naar Papendrecht. Voor hen doen we het.”
Met het opgraven van het wrak, verwacht hij dat het antwoord zal komen op een aantal vragen. Bijvoorbeeld of de Lancaster op de heen- of terugweg was. Veel staat vast, maar talloze stukjes van de puzzel ontbreken nog.
Op 20 juli 1944 steeg de Avro Lancaster ND 913als laatste van een formatie van 22
vliegtuigen op van luchtmachtbasis Withford in het Engelse Cambridgeshire. De zogeheten C-flight was onderdeel van een groep van 147 bommenwerpers en 11 Mosquito verkenningsjagers die koers zetten naar de Duitse stad Homborg. Het 115 Squadron had de opdracht brandstoffabrieken te bombarderen om zo de Duitse oorlogsmachinerie stil te zetten.
De missie slaagde: de fabrieken werden zwaar beschadigd. Uit Duitse documenten blijkt dat de productie van vliegtuigbrandtof, eind april nog bijna 6.000 ton per dag, terugliep naar tussen de 120 en 970 ton per dag. Twintig Lancasters van deze aanvalsmacht werden neergehaald door de vijand. Of de kist die
in Papendrecht neerstortte ooit zijn doel heeft bereikt, is onduidelijk. Volgens Majoor R. de Jong van de Koninklijke Luchtmacht staat vast dat de toestellen van dit squadron gemiddeld ruim vier uur in de lucht hingen. De ND 913 zou maar tweeënhalf uur hebben gevlogen.
Toch bewijst dit niet dat hij op de heenweg is verongelukt. ,,De kist kan net zo goed wind mee hebben gehad, zijn bommen laten vallen en weer koers naar Engeland hebben gezet.” Toch valt over de route wel wat te zeggen. De Jong: ,,Hij zou boven Rotterdam door luchtafweergeschut zijn beschoten en brandend zijn doorgevlogen. Om jagers af te schudden of luchtafweer te omzeilen is hij gaan zwerven.”
De bommenwerper naderde Papendrecht vanuit het oosten en is in de versie van de luchtmacht 21 juli rond half twee ‘s nachts ter aarde gestort. De RAF spreekt dit tegen, blijkt uit documenten in het bezit van Van der Giessen. ,,De Engelsen gaan ervan uit dat de Lancaster om ongeveer 05.00 uur ’s morgens is neergestort.”
Hoe dan ook vond het ongeluk plaats in het holst van de nacht. Getuigen zijn dun gezaaid. Mevrouw > Hardam->>> heeft het met eigen ogen zien gebeuren en beleefde als negenjarig meisje angstige momenten. ,,Wij woonden in een boerderij aan de andere kant van wat nu de A15 is. Midden in de nacht - het was nog donker, ik schat ongeveer 04.00 uur - werden ik en mijn zussen door onze ouders uit ons bed getrommeld. Mijn vader riep dat we naar buiten moesten, voordat de boerderij in vlammen op zou gaan. Over ons huis vloog een brandend vliegtuig over. Het maakte nog een scherpe bocht en viel toen loodrecht naar beneden.”
Ze weet zich nog goed te herinneren dat ze de volgende morgen langs het vliegtuig kwam, op weg naar school. ,,Het stak met één vleugel recht in de lucht. Voor de rest was er niet veel van over. Veel mensen zijn bij het wrak geweest en hebben bijvoorbeeld het plexiglas van de cockpit meegenomen. Dat materiaal kende je nog niet. Er werden hangertjes van gemaakt. Mijn broer vond nog een laars, met bont gevoerd. Snel daarna werd het terrein afgesloten.”
Op een luchtfoto uit 1944 is een kraterrand te zien. De zware bommenwerper sloeg niet te pletter tegen de grond, maar sloeg in het drassige veen. Zware onderdelen als de motoren zakten metersdiep weg. Nog jaren was er in het landschap een lichte kuil te zien waar niets wilde groeien door de brandstof die in de grond was gesijpeld. De zeven lichamen zijn in 1944 niet meer dan symbolisch begraven op de Algemene Begraafplaats in Papendrecht.
Tijdens de berging zijn al resten aangetroffen en vrijwel zeker volgt er meer. Grote vliegtuigonderdelen, zoals de vleugel, zijn direct door de Duitsers geborgen. De rest is verdwenen onder een laag zand. In de jaren zestig is reeds gesproken over het opruimen ervan, maar het bleek niet noodzakelijk.