abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator zaterdag 7 november 2020 @ 04:52:01 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196111081
Etapa 17: Sequeros - Alto de La Covatilla, 178,2 km

Het begin van de vorige rit had spectaculair kunnen worden, maar de wind stond niet goed. Daardoor werd het een slap begin, de kopgroep vertrok vrij snel en zou niet meteen de allergrootste namen bevatten. Dat lag vooral aan Burgos, zij stuurden hun halve ploeg in de aanval. Die mannen hadden goed in de gaten dat dit hun laatste kans was. Willie Smit ging als laatste in de aanval, hij kwam in de kansloze achtervolging terecht. Heerlijke Vuelta rijdt die jongen, het lijkt bijna een parodie. We mochten het dus doen met drie man van Burgos, de purperen mannen kregen het gezelschap van Cavagna, Stannard en Goossens. De voorsprong liep snel op naar vijf minuten, maar toen begonnen ze in het peloton te rijden. Bora, onder meer. Lichtelijke overschatting van Ackermann, is het vermoeden. Of overschatting van Grossssssschartner, dat kan ook nog. Caja begon ook te rijden, een beetje zielig wel. Zelf de slag gemist, dan maar Burgos pesten. We reden naar El Portillo, een klim die niet eens zo lastig was. Wel een klim met een lastige afdaling, daar probeerde Ineos de boel onder druk te zetten. Amador ging op kop naar beneden en reed pardoes een paar minuten van de voorsprong af. Osorio moest vast lossen vooraan, de Dodenrit werd nog nooit zo treffend in beeld gebracht. De afdaling kon uiteindelijk niet voor grote verschillen zorgen, een vrij groot peloton bleef bij elkaar. Ineos wilde dat alleen niet toegeven, om een of andere reden. Daarom bleven ze maar op kop rijden, zonder dat er klassementsrenners moesten lossen. De sprinters wel, uiteraard. Op de tweede en laatste klim dunde het peloton wel uit, maar we schoten er niet veel mee op. Vooraan moest Ezquerra lossen, daar ging weer een purperen man. Veel voorsprong bleef er niet over, daarom ging Cavagna er maar in z'n eentje vandoor. Stannard kon in eerste instantie niet volgen, maar sloot later aan. Madrazo moest er ook aan geloven. Ciudad Rodrigo is een mooie stad, maar net iets te ver weg.

In de afdaling van de Robledo nam Movistar het commando over, uit nostalgische overwegingen besloot men dan maar te gaan rijden voor het sprintje van Valverde. Cavagna was het daar alleen niet helemaal mee eens. Op een lullig stukje vals plat bergop wist hij Stannard los te rijden, in z'n eentje reed hij verder richting Ciudad Rodrigo. Cavagna is gene gewone, dus had men alle moeite van de wereld om de laatste halve minuut dicht te rijden. De voorsprong terugkrijgen naar een seconde of 15 lukte wel, maar daar bleef het hangen. Er was steun van andere ploegen nodig, Mitchelton moest nog een mannetje bijsteken. Remi hield lang stand, een buitengewoon knappe prestatie. Uiteindelijk sneuvelde hij op een viaduct, op twee kilometer van de finish. Lullig. Nog lulliger: Bruno Armirail die een poging waagt. Doe maar niet meer, Bruno. Nee, we gingen sprinten in Ciudad Rodrigo. Maar, sprinten met wie? Van de rappe mannen hadden we eigenlijk alleen Cort gespot, verder was het zoeken met een vergrootglas. Dion Smith, ja, die misschien. Valgren, wie weet. Roglic zelf dan maar? Nou, daar draaide het uiteindelijk wel ongeveer op uit. Jumbo besloot voor Roglic te gaan, ze probeerden zelfs nog even op kop te rijden. Maarja, George Bennett is net geen Morkov, zullen we maar zeggen. Cort wist zich goed te verstoppen, maar kwam er op het juiste moment uit. Met afstand de snelste man in die groep, dus wint hij. Eigenlijk de logica zelve. Costa deed ook een poging, waarbij hij vooral Roglic hinderde. Die werd desondanks tweede en pakte zo zes bonificatieseconden mee. Bedankt, Ineos. Bedankt, Movistar. Die ploegen hebben dus een paar uur op kop gereden om Roglic alleen maar verder uit te zien lopen, dat is wel een briljante tactiek. Achteraf is natuurlijk altijd mooi wonen, maar zelfs tijdens de koers was vooral de tactiek van Ineos onbegrijpelijk. Waarom zou je dat doen? Tuurlijk, druk zetten in de afdaling is prima. Maar daarna? De benen van Roglic toch wat proberen te vermoeien met het oog op de rit van vandaag? Als dat zo is lachen ze bij Ineos natuurlijk het laatst, we houden een slag om de arm. Na twee ritten in de Vuelta van 2016 wint Cort nu weer een rit in deze ronde. Hij is eigenlijk geen sprinter meer, maar in zo'n groep kan hij het altijd afmaken. Vooral sterk geklommen, de sprint was daarna een formaliteit. Knap gedaan, maar het blijf toch raar om na Ullrich en Vinokourov nu Cort op de erelijst te hebben in deze stad. Al is er wel een parallel: je moet roze dragen om te winnen in Ciudad Rodrigo. Na twee renners van Team Telekom nu een renner van EF, wanneer we hier ooit weer terugkeren kan ik iedereen alleen maar aanraden om roze te dragen.

Voor het klassement betekende deze rit uiteindelijk weinig. Het had eventueel gekund als de wind goed had gestaan, maar dat was niet het geval. Vooraf bestond de vrees al dat we in de slotweek maar twee relevante ritten zouden hebben. Dat is wel gebleken. Na de tijdrit hebben we eigenlijk drie nutteloze dagen gehad. Nu komt de allesbeslissende dag. De laatste bergrit van de ronde. Eentje waar ook wel wat op aan te merken valt, want op papier is deze rit niet zo lastig. Eigenlijk veel te makkelijk, je zou wat zwaarders verwachten aan het eind van de ronde. We gaan naar La Covatilla, daar waar we in het recente verleden niet echt zijn getrakteerd op formidabele topshows. De Vuelta dreigt uit te gaan als een nachtkaars, maar de wonderen zijn de wereld nog niet uit. We hopen er maar het beste van.




De allesbeslissende rit van deze Vuelta gaat van start in Sequeros, een klein dorpje met amper 237 inwoners. We bevinden ons nog steeds in de provincie Salamanca, regio Castilië en Leon, niet ver van de finishplaats van gisteren. Tijdens de vorige rit zijn we praktisch langs Sequeros gereden, het dorpje ligt niet ver van Miranda del Castañar en Cepeda. We bevinden ons weer in de Sierra de Francia, Sequeros is een dorpje dat typisch voor deze streek is. Een centrumpje met veel smalle straatjes en bijzonder fraaie huisjes. Vakwerkhuisjes, maar dan net weer anders. Het ziet er prachtig uit, maar dat houdt de leegloop toch niet tegen. Honderd jaar geleden woonden hier een kleine 900 mensen, nu zijn we op weg naar de 200. Een van de 237 overgeblevenen in Sequeros is Mauricio Angulo Guerrero, hij is de burgemeester van dit dorp. Een enthousiaste burgemeester, mogen we wel stellen. Normaal bestaan de teksten van de burgemeesters in het roadbook uit een hoop open deuren, maar Mauricio heeft een top 7 gemaakt van plaatsen in Sequeros en omgeving die je absoluut gezien moet hebben. Iemand die zoveel moeite doet moeten we belonen, dus we hebben de top 7 even door de vertaling gegooid:
1. Heiligdom van Robledo: het is een van de heilige hoeken van de Sierra de Francia, naast de Peña de Francia. Daar worden ze bewaard de overblijfselen van twee essentiële karakters in de geschiedenis van ons Sierra: La Moza Santa de Sequeros en Simón Vela. BIC-gebouw.
2. León Felipe Theatre: een van de grootste trots van Sequeros, het interieur behoudt alle smaak van een traditioneel theater.
3. Ermita del Humilladero: BIC-gebouw, herbergt het beeld van Christus van Las Batallas.
4. Plaza de Eloy Bullón: het oude Plaza Mayor de Sequeros.
5. Kerkplein: Unieke omgeving gevormd door de kerk van San Sebastián en de Torre del Concejo.
6. El Barrero Park: Tuin met een hoofdletter, is de plek waar het eigenaardige Plaza de Toros zich bevindt.
7. La Cabezuela: Met prachtig uitzicht op de bergen van Frankrijk en van Béjar
De Peña de Francia kwam gisteren al uitgebreid in beeld, het fraaie heiligdom op de top hebben we dus al gezien. Er zit een legende achter, Renaat heeft dat al grotendeels verteld. De overblijfselen van de hoofdrolspelers in deze legende zouden bewaard worden in een heiligdommetje net buiten Sequeros. Punt 6 is wel eigenaardig inderdaad, zelfs in zo'n klein dorpje is er een Plaza de Toros. Zegt veel over die gekke Spanjolen. Bij zeven gaat het om een mirardor, daarvan zijn er nogal veel in de omgeving. Bij de Mirador de La Cabezuela vinden we een kruis, daarom wordt het ook wel eens Mirador de la Cruz genoemd. De Plaza Mayor is inderdaad mooi, zoals alle plekjes in het centrum van het dorp mooi zijn. Het loont de moeite om eens een rondje door Sequeros te lopen. Gezien de vele plaatsen waar overnacht kan worden zijn er meer mensen die hier graag een rondje lopen. Als je het in het centrum hebt gezien kun je ook door de bossen in de omgeving lopen. Er is zelfs een route van negen kilometer uitgetekend, door het spiegelbos. Een bos vol kunstwerken, niet alleen spiegels. Lichtelijk artistiek karakter, we zien bijvoorbeeld een open deur, een ingekleurde olijfboom en nog meer gekke creaties. Kicken, al verlaat je tijdens deze route wel het grondgebied van Sequeros. Dat gaan wij nu ook maar eens doen.



Na twee geïmproviseerde ritten zijn we nu weer toe aan het originele parcours. Na de geneutraliseerde start in Sequeros, waar de Vuelta uiteraard nog nooit eerder was, rijden we achter de auto naar Villanueva de Conde. Even later gaat de rit echt van start, de eerste zeven kilometer van de rit rijden we over een brede maar bochtige weg die overwegend licht naar beneden loopt. Een snelle start, maar het ziet er niet echt gevaarlijk uit. De lastigste bocht volgt na zeven kilometer, we draaien 180 graden de andere kant op. Na deze bocht bereiken we een weg die we kennen van gisteren, we gaan weer via Miranda del Castañar naar Cepeda fietsen. Zeven kilometer volgen we deze weg, die straks in tegengestelde richting zal worden afgewerkt. Het blijft breed, bochtig en licht glooiend. In de buurt van Cepeda gaat het een tijd vals plat omhoog, maar dit stelt eigenlijk heel weinig voor. Gisteren sloegen we in Cepeda rechtsaf, om aan de beklimming van El Portillo te beginnen. Nu gaan we naar dezelfde klim toe, maar dan op een andere manier. We slaan niet rechtsaf een smallere weg in maar blijven een tijd rechtdoor rijden over een brede weg. Al is rechtdoor relatief, het is eigenlijk behoorlijk bochtig. Van Cepeda rijden we naar Sotoserrano, het gaat de komende zes kilometer grotendeels naar beneden met een klein stukje vals plat tussendoor. Veel stevige bochten komen we niet tegen, pas in de buurt van Sotoserrano hoeft er flink gestuurd te worden. In het dorp zelf komen we ook nog een paar bochten tegen, buiten deze weinigzeggende plaats gaat het nog een paar kilometer verder licht naar beneden. Nog wat meer bochten onderweg, maar de onderneming mag simpel genoemd worden. Uiteindelijk zijn we beneden, langs de loop van de Álagon. Deze rivier volgen we een tijdje, het gaat een aantal kilometer zo goed als vlak zijn. De weg blijft breed en goed geasfalteerd, het slingert een beetje maar dat zal weinig uitmaken. Aardige omgeving wel weer. Af en toe fraaie vergezichten, soms ook weer niet omdat we dan juist door een mooi bos fietsen. Na 28 kilometer koers laten we Castilië en Leon tijdelijk achter ons, net als gisteren gaan we een paar kilometer door Extremadura fietsen. Het eerste dorp dat we tegenkomen in dit onherbergzame stukje Spanje is Riomalo de Abajo, dat er niet eens zo onherbergzaam uitziet. Net buiten het dorp ligt de Meandro del Melero, een kicken meandertje.



Voorbij Riomalo de Abajo rijden we vier kilometer lang over een verbazingwekkend brede en goede weg door een bos richting Las Mestas, waar we gisteren ook al doorheen zijn gefietst. Na die vier kilometer slaan we scherp rechtsaf, daarna moeten we nog eens drie kilometer afwerken voordat we in Las Mestas uitkomen. Na de bocht begint de weg wat meer omhoog te lopen, het is vooral vals plat op de laatste kilometer voor Las Mestas na. Daar gaat het tijdelijk aan een procent of vijf omhoog, een mooi opwarmertje. Na een enigszins bochtige tocht door een bos komen we uit in Las Mestas, waar de weg smaller wordt en waar het tijdelijk nog een beetje steiler omhoog gaat. In het centrumpje slaan we voorbij de kerk rechtsaf, waarna de eerste klim van de dag begint. Van deze kant noemen ze de klim anders, vandaag draagt ie de naam Puerto del Portillo de las Batuecas. We hebben gisteren al kunnen zien hoe mooi deze klim is. De vele haarspeldbochten werden fraai in beeld gebracht, er zijn ook meteen een aantal mooie foto's gemaakt. Komt mij goed uit, scheelt weer zoeken. Nu gaan we alleen de andere kant op. We hebben kunnen zien dat het lastig gaat zijn, Ineos kon aardig druk zetten in deze afdaling. Zelfs Amador had soms wat moeite met de bochtjes, dat wil wat zeggen. Toch begint deze klim, die in 1999 en 2000 ook van deze kant werd beklommen, vrij makkelijk. Zo makkelijk dat de organisatie deze beklimming van de eerste categorie later laat beginnen, zij slaan de strook van vijf kilometer vals plat met graagte over. Tien kilometer aan 6,5% tegenover 15 kilometer aan 5,5%, voor de organisatie geen ingewikkeld verhaal. Na een vrij steile passage in Las Mestas gaat het een aantal kilometer omhoog aan een procent of twee, heel denderend is dat niet nee. Zodra we langs het kloostertje van San José de Batuecas zijn gereden, gisteren ook fraai in beeld gebracht, begint de klim pas echt leuk te worden. Twee kilometer aan 7%, kijk, daar hebben we iets aan. Daarna een kilometer aan 6,5% en weer eentje aan 7%, terwijl we steile stroken tot 10% tegenkomen. Geen slecht begin, men heeft niet de allerbeste locatie uitgekozen voor een laatste bergrit maar op deze manier proberen ze er toch wat van te maken. Richting de top komen we uit in de mooiste zone vol haarspeldbochten, ik vind het eigenlijk wel leuk dat we dit twee dagen achter elkaar te zien krijgen. Tot aan de top gaat het steeds verder aan 6 à 7%, je zou het bijna een gelijkmatige klim durven te noemen. Al zorgen die haarspeldbochten ervoor dat dat niet helemaal klopt. Na 49 kilometer komen we boven op de Portillo de las Batuecas, daar waar Garcia Acosta en Laiseka in 2000 lieten zien dat je hier best oorlog kunt maken. Wat mij betreft beginnen ze er meteen aan. Koers plus mooie plaatjes, een mens heeft niet meer nodig.




Na deze klim dalen we af over een bekende weg, het gaat in eerste instantie drie kilometer naar beneden richting het fraaie La Alberca. Het uitzicht is prettig, terwijl het daalwerk goed te doen is. Eenmaal in La Alberca pakken we dezelfde bochten mee als gisteren, maar dan andersom. Nu slaan we in het dorp rechtsaf, even later fietsen we over een smalle brug waarna we linksaf slaan. Het is vervolgens een kilometer of drie vrij vlak terwijl we over een bochtig weggetje door het bos rijden. We komen uit bij een kruispunt, waar we rechtdoor gaan. Gisteren kwamen we hier van rechts, we verlaten nu de bekende weg dus. De onbekende weg is breed en begint recht. De renners gaan beginnen aan een afdaling van elf kilometer, maar de eerste drie daarvan gaat het slechts lichtjes vals plat naar beneden. Na deze drie kilometer gaat het een kilometer of zeven iets serieuzer naar beneden, in de omgeving van Mogarraz komen we ook wat meer bochten tegen. Het peloton gaat zelfs een paar haarspeldbochten tegenkomen, al wil ik deze afdaling niet moeilijker maken dan ie is. Asfalt was wel vrij matig in 2014, meer scheuren dan in een gemiddeld Gronings huis. In het dorpje Mogarraz, weer zo'n typisch plaatsje met van die gekke vakwerkhuisjes, gaat het even kort omhoog, daarna duiken we weer verder naar beneden. Flink wat bochten later komen we beneden uit in de buurt van Miranda del Castañar, voor de tweede keer vandaag. We slaan linksaf en rijden een paar kilometer verder over dezelfde brede weg die we in het begin van het begin van de rit zagen. In de verte zien we het dorp liggen op de heuvel, niks mis mee. Vier kilometer rijden we in tegengestelde richting over de weg die we kennen van net, de brede weg is ook nu weer licht glooiend en kent wat bochten. Het gaat tussendoor een keer twee kilometer omhoog aan 5%, verder stelt het allemaal niet veel voor. De bonus is dat we nu aan het eind van dit stuk geen scherpe bocht hoeven te nemen, maar gewoon rechtdoor kunnen gaan. We rijden dan vijf kilometer verder over een weg die we kennen gisteren, weer in tegengestelde richting. De brede weg blijft enigszins bochtig, verder is het wel vrij vlak. Begin je met een mooie klim, krijg je zo'n stuk erna. De omgeving blijft mooi, koerstechnisch gezien hebben we er niet veel aan. We komen na een tijd uit bij Puentes del Álagon, gisteren kwamen we hier van rechts. Nu slaan we de brug over en fietsen we rechtdoor, richting de volgende klim van de dag. De organisatie laat die klim hier al beginnen, waardoor we aan een klim van 12 kilometer aan 3,4% komen. De Alto de San Miguel de Valero, derde categorie. Een volledig profiel van deze klim is niet echt te vinden, het is vooral het laatste deel van de klim dat volgens de mensjes de moeite waard is.




Toch krijgen we meer voorgeschoteld dan deze 4,5 kilometer alleen. In totaal 12 kilometer dus, waarbij de klim in tweeën gesplitst kan worden. Het gaat eerst een kilometer of vier omhoog door een mooie omgeving. We fietsen door een kloof, ineens verschijnen er allerlei fraaie rotsen in beeld. Dat feest duurt niet lang, maar het is toch mooi meegenomen. Hierna is het een kilometer of twee vrij vlak, het gaat ook nog even kort naar beneden in de buurt van Valero. In dit dorpje komen we een scherpe bocht naar rechts tegen, daarna merken we dat de weg bij het verlaten van het dorp weer omhoog begint te lopen. Dit stelt twee kilometer lang niet echt veel voor, daarna begint het hierboven afgebeelde deel. Via een smalle en bochtige weg rijden we omhoog in een rotsrijke omgeving, het gaat zoals te zien valt zo nu en dan zelfs vrij stevig omhoog. Een keer een halve kilometer aan 9%, daardoor lijkt het nog wat. Ook in dit laatste deel van de klim weer een klein stuk in dalende lijn, waardoor het gemiddelde flink zakt. Richting de top, waar de omgeving weer heel fraai begint te worden, komen we nog wat werk aan 6 à 7% tegen. Uiteindelijk komen we na 88 kilometer boven op deze klim, in San Miguel de Valero. In dit dorp slaan we rechtsaf, daarna rijden we over de grote weg verder. Deze weg kennen we ook al van gisteren, een feest der herhaling. De hierboven afgebeelde poort komen we in San Miguel de Valero tegen, beetje random. Zodra we rechtsaf zijn geslagen gaat het meteen naar beneden, een afdaling van een kilometer of zeven begint. Het is een redelijk bochtige afdaling, met onderweg zelfs een haarspeldbocht. Erg steil gaat het alleen niet naar beneden, de weg is breed en we zijn hier gisteren geweest, dit zou dus geen problemen mogen opleveren. Als we bijna beneden zijn fietsen we door San Esteban de la Sierra, buiten dit dorpje loopt het nog een klein beetje vals plat verder naar beneden zonder gekke bochten. Aan het eind van deze afdaling loopt het meteen op dezelfde weg al omhoog, hier begint de volgende klim van de dag. De Alto de Cristóbal. Zes kilometer lang gaat het aan 4,7% omhoog, het is slechts een klimmetje van de derde categorie. Na een halve kilometer klimmen slaan we scherp linksaf, we rijden de rest van de klim verder over een weg die we nog niet kennen. Deze weg is ook weer lekker breed en voorzien van goed asfalt, dat maakt het klimmen wat aangenamer.




Na 103 kilometer komen we boven in Cristóbal, op de Alto de Cristóbal. Lang nagedacht over de naam, dat moet je ze nageven. De klim is niet enorm ingewikkeld, op een lastige kilometer aan 6,6% na maken we weinig mee. Door een groen gebied rijden we omhoog, waarna we uitkomen in het boerendorpje Cristóbal. Buiten dit dorp is het een kilometer of drie zo goed als vlak, maar wel vrij bochtig. De brede weg gaat vervolgens een kilometer of vier subtiel naar beneden, we komen geen enkele bocht nodig die een uitroepteken verdient. We bevinden ons hier op de grens tussen de Sierra de Francia en de Sierra de Béjar, na het stukje in dalende lijn rijden we vier kilometer volledig rechtdoor. Het gaat heel lichtjes vals plat omhoog, hoewel het aan het eind van het rechte avontuur ook even kort naar beneden gaan. De weg loopt nog wat langer rechtdoor, maar wij slaan ineens rechtsaf een verstopt weggetje in. Na deze bocht is de weg een stuk smaller, terwijl het weer lichtelijk omhoog gaat tussen de olijfbomen door. Een paar flauwe bochten later komt de smalle weg uit in La Calzada de Béjar, tegen die tijd bevinden we ons dus in de Sierra de Béjar. De passage in dit dorp is best listig, we moeten dwars door het centrumpje waar het nog smaller is. Vervallen huizen en een betonnen weg, heerlijk. Na een schuine bocht naar links verlaten we La Calzada weer, buiten het dorp wordt de weg nóg smaller. En nog slechter, tegen het eind van de Vuelta worden we toch nog getrakteerd op wegen waar auto's elkaar niet kunnen inhalen. Twee kilometer rijden we over deze weg, het grootste gedeelte van de tijd in dalende lijn. Door het slechte wegdek en de paar bochten die we tegenkomen is het toch even opletten. De lastigste bocht komt na twee kilometer, praktisch een haarspeldbocht. Na deze bocht blijft de weg smal, terwijl het bijna meteen omhoog begint te lopen. Richting Valbuena gaat het drie kilometer omhoog aan 5%, van die dingen die je vooraf niet verwacht. Smalle weg, slechte weg, bochtige weg. Veel rotsen in de omgeving, af en toe een mooi uitzicht over de omgeving. Voorbij Valbuena, een piepklein boerengehucht, fietsen we nog twee kilometer over dezelfde weg. Veel stenen muurtjes langs deze weg, dat valt vooral op. Verder is het ineens vrij kaal, terwijl het ook nog een halve kilometer stevig omhoog gaat. Even later slaan we linksaf, na deze bocht is het nog zes kilometer fietsen tot Montemayor del Rio. Hier gaat na 130 kilometer de tussensprint van de dag volgen, spannend.



Montemayor del Rio beschikt over een geinig kasteeltje, zoals hierboven te zien valt. Voor we dat kasteeltje in beeld krijgen moeten we alleen wel nog zes kilometer fietsen. De weg is na de bocht naar links net wat breder geworden, het asfalt ziet er daarnaast ineens fatsoenlijk uit. Een kilometer of drie is de weg vrij grillig, het gaat een beetje op en af. De weg slingert ook behoorlijk, in de grasvelden naast de weg zien we vooral verdwaalde keien liggen. Na een tijd fietsen we een bos in, hierna gaat het een kilometer of twee vrij serieus naar beneden. Er zit wat bochtenwerk bij, al lijkt dit wel mee te vallen. Daarna is het een kilometertje vlak, terwijl het kasteel langzaam in beeld schuift. Eenmaal in Montemayor del Rio slaan we schuin rechtsaf, daarna volgt de tussensprint. Als de altijd nutteloze tussensprint weer geen nut heeft gehad merken we een paar bochten later dat de weg ineens omhoog begint te lopen. We rijden over een oude stenen brug en beginnen aan de volgende klim van de dag, de Alto de Peñacaballera. Peñacaballera, spreek dat maar eens tien keer achter elkaar uit. Dit klimmetje van de derde categorie is 4,6 kilometer lang, gemiddeld gaat het aan 5,3% omhoog. De weg begint breed, maar na een tijd wordt het wat smaller. Verder wel een prima weg, die tussen de bomen door een beetje omhoog zal slingeren. In het begin van deze klim gaat het aan 4,5% omhoog, het duurt even voor het wat lastiger wordt. Na een halve kilometer aan 5% gaat het tijdelijk aan 9% omhoog, waarna dan weer een bijna vlakke halve kilometer volgt. Hierna gaat het nog even aan 8% omhoog, vervolgens is het vrij makkelijk tot op de top. De weg wordt in het slot ook weer lekker breed, niet lang daarna fietsen we langs het onbeduidende dorpje Peñacaballera. We hebben 134,6 kilometer afgewerkt en gaan meteen toewerken naar de volgende klim van de dag.




Na de top van de Alto de Peñacaballera is het zes kilometer fietsen tot de voet van de volgende klim. Het is eerst nog een tijdje vlak, voor we afdaling richting een rotonde. Hier moeten we naar rechts, stiekem wel een link bochtje omdat het in dalende lijn is. Een paar meter later komen we de volgende rotonde tegen, hier moeten we dan weer rechtdoor. Als we bij deze rotondes een andere afslag zouden nemen komen we al snel uit in Puerto de Béjar, daar komt Santi Blanco vandaan. Helaas voor hem slaan we zijn dorp net over, terwijl we bij een doortocht in Puerto de Béjar een paar kilometer pittig hadden moeten klimmen. Dit verder terzijde, na de tweede rotonde gaat het een tijdje vals plat omhoog, waarna we Extremadura weer betreden. In Extremadura gaat het drie kilometer naar beneden over een brede weg. Een vrij goede weg ook, we rijden naar een belangrijke toeristische bestemming. Baños de Montmayor, een thermenstadje. We komen wel een aantal bochten tegen, maar omdat de weg zo breed is zou dit moeten lukken. Aan de buitenrand van Baños de Montmayor stuiten we dan weer op een rotonde, waar we schuin naar links gaan. Na deze rotonde komen we nog een paar scherpe bochtjes tegen, waarna we het centrum van Baños de Montmayor bereiken. Hier rijden we rechtdoor, daarna begint in het dorp zelf de volgende klim van de dag al. Het gaat meteen omhoog, na een bocht naar links en eentje naar rechts wordt het buiten het dorp zelfs vrij steil. De Alto de La Garganta is begonnen, een klim van 12 kilometer aan 5% gemiddeld. De klim van tweede categorie begint ook met een kilometer aan 5%, daarna gaat het wat steiler omhoog. Een kilometer aan 7%, zo ongeveer de lastigste kilometer van de klim. Over een brede weg rijden we verder omhoog, het gaat best bochtig zijn. Redelijk open in het begin, naderhand rijden we een bos in. We rijden ook een keer over het spoor, er ligt hier nog een historisch lijntje. Na de kilometer aan 7% gaat het twee kilometer verder aan 5,5%, waarna nog een kilometer aan 7% volgt. De Garganta is vooral in het begin lastig, ambitieuze ploegen doen er goed aan niet te lang te wachten. In de zesde kilometer van de klim blijven we net onder de 7% hangen, daarna gaan we van 5% terug naar 4,5%. We fietsen door het dorp La Garganta, hier is het tijdelijk wat bochtiger en smaller. Alhoewel, dat smalle is niet tijdelijk. Het blijft smal tot aan de top, maar op een steile passage in het dorp na is het hierna niet meer zo moeilijk. Verder aan 4,5% tot de top, in de laatste kilometer gaat het zelfs maar aan 2% omhoog. In de buurt van de top is het terrein ineens enorm open, hier kan de wind z'n ding doen. Na 152 kilometer, op de grens tussen Extremadura en Castilië en Leon, bereiken we het hoogste punt van de Alto de La Garganta.




Net over de grens in Castilië en Leon ligt een stuwmeer, het Embalse de Navamuño. Met het water in beeld maken de renners iets vreemds mee. Ze wisselen van autonome regio, dus ziet de weg er ineens anders uit. Normaal gesproken zou je verwachten dat de weg nu beter zou worden, want Extremadura is in principe de zwakke broeder van het stel. Het is nu andersom, de weg in Extremadura is prima en die in Castilië en Leon is juist slecht. Acht kilometer fietsen we over deze smalle en slechte weg, tot we Candelario bereiken. De eerste twee kilometer gaat het langs het water niet echt naar beneden, daarna duiken we voorbij het stuwmeer ineens serieus naar beneden. De afdaling gaat zes kilometer lang zijn en begint met een met een aantal scherpe bochten kort achter elkaar. Door de smalle weg en het slechte asfalt is het automatisch lastig, door de dichte begroeiing langs de kant van de weg komen de bochten onaangekondigd. We fietsen een tijd later over een smal bruggetje en slaan daarna meteen scherp linksaf, dat soort grappen komen we tijdens deze afdaling wel tegen. De hele Vuelta hebben we keurige wegen gehad en nu doen ze ineens dit, het toont vooral aan hoe moeilijk het was om deze laatste bergrit van wat extra heuvels te voorzien. Eindigen op La Covatilla is niet zo slim, tenminste niet als je een rit vol beklimmingen voor ogen hebt. Ze hebben geprobeerd wat klimwerk toe te voegen en dat is gelukt, maar dan moet je dus ook deze smalle afdaling voor lief nemen. Naarmate de afdaling vordert nemen de scherpe bochten in hoeveelheid af, het zijn nu vooral flauwe bochten. We rijden wel door een donker bos, dat heeft dan weer invloed op het zicht. De laatste paar kilometer van de afdaling is het minder lastig, het gaat wat meer rechtdoor. De weg blijft alleen smal en slecht, tot we Candelario bereiken. Hier wordt de weg ineens breed, waarna we het centrum van het dorp bereiken. Na een paar flauwe bochtjes zien we ineens de ondergrond veranderen, we gaan een geintje uit 2018 herhalen. Tijdens de Vuelta van 2018 werden we verrast door een kasseienklim. Die verrassing is de organisatie zo goed bevallen dat we nu het zelfde gaan doen. Op de kasseien slaan we twee keer rechtsaf en daarna begint de ellende, ineens bevinden we ons op een heel smal straatje, met stenen die schots en scheef liggen. De weg loopt tot overmaat van ramp ook nog eens omhoog. De strook is 'slechts' 800 meter lang, maar in die 800 meter gaat het wel aan 8% omhoog. Een strook waar een goede positionering geen overbodige luxe is, vooral omdat het hier belachelijk smal is. Dit kasseiklimmetje in Candelario was in 2018 geen noviteit in het wielrennen. In de Vuelta a Castilla y Leon van 2016 kwam deze klim voor in de derde rit. Die rit werd gewonnen door Alejandro Valverde, hij versloeg de man met de mooiste wenkbrauwen van het peloton, Joni Brandao. In de Vuelta van 2018 bleek de klim niet beslissend, al ligt dat ook aan het feit dat we hierna nog een heel eind moeten klimmen naar La Covatilla.



Dan ben je op Google aan het zoeken naar een mooi plaatje van Candelario, kom je een krantenartikel tegen. Ze hebben die afdaling van La Garganta dus opnieuw geasfalteerd. Dat had ik eerder moeten weten, lap. Al kon ik het verwachten, dit was te slecht om een peloton overheen te sturen. Desalniettemin zal het vrij smal blijven, de renners zullen bij de les moeten zijn. Wel fijn dat er in hetzelfde artikel staat dat het stuk na de kasseien in Candelario ook opnieuw geasfalteerd is, dat weten we dan mooi op voorhand. Voor de volledigheid heb ik maar even een filmpje van 2018 toegevoegd, om het geheugen helemaal op te frissen. We zien daar de altijd vervelende Ben King wegrijden, er komen meteen allerlei trauma's naar boven. Van de klim in Candelario tot de finish volgen we dezelfde route als in 2018, ik ga weer mooi knippen en plakken. Na de klim volgt er nog een klein stuk in dalende lijn, ook op kasseien. Bochtje daarna en dan pas is er weer asfalt. Het is nog 18 kilometer fietsen tot de finish, via een bochtige en smalle weg gaan de renners op weg naar Navacarros. Eerst een kilometer in licht dalende lijn, maar daarna gaat het nog eens anderhalve kilometer omhoog aan een procent of vijf. Vanwege het bochtige karakter van deze weg en het feit dat de renners door een bos rijden zou je hier prima aan kunnen vallen. Al komt La Covatilla er natuurlijk ook nog aan, dus moeten we misschien nog wat geduld hebben. De laatste twee kilometer voor de renners door Navacarros rijden gaat het weer licht naar beneden, met een paar lastige bochten. De renners duiken het dorp in en treffen dan een aantal smalle en bochtige straten aan. Ook in Navacarros hebben ze straten met steentjes, maar die slaan we dan weer over. Buiten Navacarros bereiken de renners een bredere weg die vrij snel omhoog begint te lopen. We gaan op weg naar La Hoya, daar waar de voet van de slotklim ligt. Maar voor we die voet bereiken gaat het al twee kilometer omhoog aan meer dan 5%, altijd leuk. Eenmaal in La Hoya slaan de renners rechtsaf en dan zijn we vertrokken voor 10 kilometer aan 7%. La Covatilla, een beklimming van de buitencategorie, om een of andere reden. Het roadbook heeft het over een klim van 11,4 kilometer aan 7,1%, zij tellen een stuk vals plat nu wel mee. De mannen van Altimetrias nemen dat stuk vals plat niet mee en komen ook uit op 7%, verdacht. Toch verdienen die mannen het voordeel van de twijfel meer dan de organisatie, dus ik lepel hun profiel even op: Op tien kilometer van het eind gaan we aan 5,7% omhoog, gevolgd door een wat vlakkere en makkelijkere aan 3%. Na deze eenvoudige kilometer gaat het ineens heel steil omhoog, een kilometer aan 10% met enkele nog steilere stroken volgt. De kilometer daarna is al helemaal steil met 11% gemiddeld. Vervolgens zwakt het een beetje af naar 9%, maar dat is alsnog fors. Het is nu nog vijf kilometer fietsen tot de finish en de eerste van die vijf is 10% gemiddeld. Het wordt wat makkelijker daarna, een kilometer aan 7% en vervolgens een kilometer aan 5%. Op twee kilometer van het eind komt nog een hele lastige strook, één kilometer aan 10%. In de slotkilometer vlakt het vervolgens af naar 4%. Zoals te zien valt zal het op La Covatilla meteen in het begin moeten gebeuren, als je tot het eind wacht gaat het niet meevallen om gigantische verschillen te creëren.




La Covatilla is een Spaans wintersportgebied, in de provincie Salamanca en de autonome regio van Castilië en León. De klim brengt de renners naar het skistation. Omdat het een redelijk jong skigebied is ligt er een mooie en brede weg naar de top. Het terrein is wel open, waardoor de wind nogal wat invloed kan hebben. Bochtige klim, behalve aan het eind. In de laatste twee kilometer gaat het voornamelijk rechtdoor. La Covatilla maakt deel uit van het toeristische centrum Sierra de Béjar. Dit werd in 2001 geopend en sindsdien hebben ze hier niet alleen aan wintersport gedaan. Al blijft dat wel de belangrijkste bron van inkomsten. In 2015 wisten ze hier zowaar een half miljoen winst te maken, dat zijn wel de nuttige feitjes. Goed, buiten wintersport hebben ze hier ook wel wat met wielersport. In 2001 werd het zooitje pas geopend, maar in 2002 kwam de Vuelta al langs. Aan deze eerste aankomst boven op Estación de Esquí de La Covatilla hangt blijkbaar nog een heel verhaal vast. Een bijnaam werd in ieder geval op deze klim bedacht. La Banda de La Covatilla, een groep vrienden van La Covatilla. Het ging om Aitor Gonzalez en drie renners van Acqua & Sapone. Zij waren al jaren bevriend, maar op La Covatilla ging er iets niet helemaal goed. Gonzalez lag een paar dagen voor het einde tweede in het klassement, achter Roberto Heras. Op La Covatilla ging Heras in de aanval en Gonzalez moest zelf overal op counteren, hij kreeg van niemand hulp. Niet van zijn vrienden van Acqua & Sapone en niet van zijn eigen ploeg. Nee, zijn vrienden reden juist voor Heras. Hoogverraad! Zijn eigen ploeg reed überhaupt niet, want ze hadden daar vooraf bedacht dat Oscar Sevilla de kopman zou zijn. Het had uiteindelijk tot gevolg dat Gonzalez zichzelf opblies en flink veel tijd verloor op Heras. Sevilla reed hem lachend voorbij en trok een lange neus, totdat hij even later toch nog Gonzalez besloot te helpen. Verschil maakte het in Madrid niet, want Gonzalez reed zo enorm hard in de afsluitende tijdrit dat hij de Vuelta alsnog met ruime voorsprong won. De rit op La Covatilla ging overigens naar Santi Blanco, die lang in de aanval reed en voorop wist te blijven. Local hero Santi Blanco, we rijden tijdens de rit dus praktisch langs zijn huis. Ook bij Roberto Heras zijn we dicht in de buurt, hij is van Béjar. Daar reden we twee jaar geleden wel doorheen, toen de aanloop richting La Covatilla een stuk makkelijker was. In 2004 keerde men terug naar La Covatilla. De overwinning ging toen naar El Gato, Felix Cardenas, toentertijd in dienst van Cafés Baque. Al speelde hij eigenlijk naar een bijrol. De aandacht ging vooral uit naar Santi Perez en Roberto Heras die verschrikkelijk hard aan het rijden waren. Nog eens twee jaar later kwam men weer terug, de overwinning ging bij die gelegenheid naar de beruchte Danilo Di Luca. De voorlaatste aankomst op La Covatilla dateert uit 2011. In een ultiem sprintje bergop was Dan Martin Bauke Mollema te snel af. Al was dat eigenlijk niet eens het belangrijkste verhaal van die rit. Een groepje van vijf sprintte voor de zege en bij die vijf zaten ene Chris Froome en ook een zekere Juan José Cobo. Froome?! Wie?! Die ene die een paar weken daarvoor 85e werd in Polen? Kan die klimmen? De rest is geschiedenis, zullen we maar zeggen. Het was ook het eerste teken dat Cobo die Vuelta wel eens zou kunnen winnen. La Covatilla dus, een klim met een zekere geschiedenis. Al konden we daar in 2018 geen vervolg aan geven. Jeetje, wat een kutrit was dat. De klassementsrenners hadden er totaal geen zin in, terwijl het de laatste rit van de eerste week was. Geen enkel argument om rustig aan te doen, deden ze toch. Daardoor kon een kopgroepje voor de winst gaan. In die kopgroep zat Ben King, die een paar dagen eerder ook al op La Alfaguara had gewonnen. Vol vertrouwen en zonder iets te verliezen reed hij rond. Hij ging vrij vroeg in de aanval en de rest reageerde niet. Toen hij een flinke voorsprong bij elkaar had gefietst ging Bauke Mollema in de achtervolging. Hij leek even dichterbij te komen, maar het gat was niet meer te overbruggen. Een tweede ritzege voor Ben King, dat blijft toch ook wel treurig hoor. Net als in 2011 werd Mollema tweede op La Covatilla, een prestatie op zich. De klassementsrenners deden heel lang niets, pas op het eind gingen ze een beetje los. Het waaide te hard, zoals altijd op La Covatilla. Beperkte verschillen, bijna 20 renners in dezelfde minuut.



Ben King, onvoorstelbaar. Sindsdien geen koers meer uitgereden, natuurlijk. Goed, even het weerbericht bekijken. In de buurt van startplaats Sequeros verwacht men dat het niet veel meer dan 14 graden gaat worden. Er is kans op regen, maar dat zeiden ze gisteren ook. De kans is nu kleiner, dus dan gaat het nu natuurlijk wel regenen. Zou wel lekker typisch zijn in ieder geval. Redelijk veel wind uit het zuiden, dan krijgen we gedurende de dag vooral met tegenwind te maken. Boven op La Covatilla krijgen we helemaal te maken met koude toestanden, amper zes graden. Ook daar kans op regen, al blijft dat rond een procent of 20 hangen. Redelijk wat wind, vanuit het zuidwesten. Tegenwind op de slotklim, een domper op mogelijke feestvreugde. Op La Covatilla waait het altijd, dat is een feit. Meestal ontstaat hier geen verschil omdat het zo steil is, maar omdat het waait. We hebben wel eens een soort van waaiers gezien op deze klim, we hebben ook gezien dat er niet veel gebeurde omdat het tegenwind was. Waarom gaan we hier eigenlijk naartoe? De klim is moeilijk te combineren met andere beklimmingen, door het open karakter van de klim heeft de wind hier altijd vrij spel en het is überhaupt niet lastig genoeg. Nee, de organisatie bewijst ons hier geen dienst. Al maken de renners nog altijd de koers, natuurlijk. Dat maken van de koers gaan ze doen vanaf 12:10. Omdat het de allesbeslissende rit is worden we getrakteerd op een integrale uitzending. Al moeten we wel een beetje gaan goochelen als we het bij de Belg willen zien. Ze beginnen om 11:55 al op één. Rond het onvermijdelijke nieuws van 13:00 moeten we schakelen naar Canvas, waar we waarschijnlijk moeten blijven tot 15:15. Dit omdat er ook veldrijden is, de vrouwen rijden morgen het EK in Rosmalen. Daardoor zijn we na 15:15 pas terug op één. Dat wordt zappen. Aankomst wordt verwacht tussen 16:58 en 17:34, ergens rond die tijd weten we wie de Vuelta van 2020 gaat winnen.



In principe zou dit natuurlijk een topshow moeten worden. Laatste bergrit, laatste kans voor alle renners om het klassement overhoop te gooien. Laatste kans voor Movistar, laatste kans voor Carthy, voor Carapaz, ga zo maar door. Het is alleen een beetje een ongelukkig gekozen locatie voor een laatste bergrit. De argumenten heb ik al benoemd. Het waait al-tijd op La Covatilla, en nooit staat die wind in de rug. Door die tegenwind kan de koers zomaar weer eens heel gesloten worden. Roglic is op de slotklim ook extra in het voordeel als hij zich kan verschuilen achter het treintje. Renners die wat willen zullen de koers eerder open moeten breken. Als je wacht tot La Covatilla gaat het niet meer gebeuren. Wel een paar kilometer aan 10%, maar in het verleden is niet gebleken dat deze klim buitengewoon bepalend is. In 2011 en 2018 waren de verschillen minimaal, veel renners bleven vrij dicht bij elkaar. De renners zullen op zoek moeten gaan naar een andere plek om aan te vallen. Veel geschikte locaties zijn er eigenlijk niet echt, het is werkelijk een opgave om in dit deel van Spanje een fatsoenlijke bergrit uit te tekenen. Ze hebben echt hun best gedaan, veel meer zit er volgens mij niet echt in als je naar La Covatilla gaat. Het is de vraag of het voldoende gaat zijn. Een aanval op La Garganta zou kunnen. In het open gedeelte van die klim staat de wind misschien wel schuin in de rug, een waaiertje bergop zou grappig zijn. Verder heb ik er moeite mee om iets te vinden. Wel veel smalle weggetjes in de finale, dat maakt het aantrekkelijker voor de aanvallers. Als het nu wel gaat regenen krijg je een ander verhaal, dan kan alles nog gebeuren. Misschien moeten we wel gokken op een aanval van Ineos of Movistar in een afdaling. Ik denk dat het hoe dan ook geen rustige dag gaat zijn voor Jumbo en voor Roglic. Vorig jaar eindigde de laatste bergrit op Plataforma de Gredos, niet eens zo ver van hier. Dat was ook niet de lastigste bergrit ooit, maar Pogacar wist er toch een topshowtje van te maken. Het kan, met een beetje lef en een stel goede benen. Koers vanaf de Portillo zou helemaal mooi zijn. Ik hoop dat het leuk wordt, maar de kans op een flopshow is toch vrij groot hoor. Hopelijk heb ik het mis, maar eigenlijk is dit gewoon een kutrit. La Covatilla zou eigenlijk verbannen moeten worden, kutklim. Eens kijken hoe deze uitspraken gaan uitpakken. Linksom of rechtsom zal er in ieder geval wel een klassementsrenner winnen, toch?
1. Carapaz. Die gun ik wel een ritzege eigenlijk. Aanvallend in de Tour, geen ritzege. Iets minder aanvallend maar wel sterk in de Vuelta, geen ritzege. Dat zou wel het minste zijn waar hij recht op heeft. De eindzege kan ook nog altijd. Zelf denkt hij in ieder geval dat het mogelijk is, hij wil er vol voor gaan. Nou, maak dat maar waar dan. Bezorg ons maar een rit vol spektakel.
2. Carthy. Ik vind alles best, als hij maar achter Carapaz eindigt. Hugh Carthy die een grote ronde wint, dat zou toch wel een absoluut dieptepunt zijn. Eén ritzege is ook wel voldoende, trouwens. Nee, we houden het op een tweede plaats.
3. Mas. Wel zin in. Weer de hele dag de ploeg op kop laten rijden en het dan niet afmaken. Sorry ploeg, sorry Spanje. Enrico lijkt nogal gebukt te gaan onder de druk, ik heb nog nooit een renner meerdere keren tijdens een grote ronde zijn excuses zien aanbieden omdat hij niet won. Na de tijdrit trok hij ook al het boetekleed aan, terwijl je ook weer niet nachten wakker hoeft te liggen omdat je Enric Mas zijnde 16e bent geworden. Kan gebeuren. Maakt allemaal niet uit, het gaat deze Vuelta al veel beter dan we hadden verwacht.
4. Martin. Dan, niet Guillaume. Won hier in 2011, dat is eigenlijk de enige reden dat ik hem hier noem.
5. Roglic. Het kan zomaar spannend gaan worden. Misschien nog wel meer psychologisch dan fysiek, al zou het fysiek ook een zware opgave kunnen worden. We weten het eigenlijk niet, de laatste week is te makkelijk geweest. Kan zijn dat hij daardoor nog genoeg energie over heeft om deze bergrit te overleven. Normaal gesproken zouden Carapaz en Carthy wel wat frisser moeten zijn. Roglic heeft dan wel weer een sterke ploeg tot zijn beschikking, die zouden het hier aardig moeten kunnen controleren. Praktisch de hele dag tegenwind zal helpen. Normaal moet dit lukken, maar na de Tour durf ik geen boude uitspraken meer te doen. Toen dacht ik dat het binnen was. Daarom zeg ik nu dat het spannend kan worden. Kan ook niet, natuurlijk.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196111202
Uitstekend ritje.
Jack does it in real time...
pi_196111860
Laatste treintje van gele brigade dit jaar! Hup hup !
  zaterdag 7 november 2020 @ 08:56:34 #4
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_196111918
Wat zou er pijnlijker zijn, twee keer tweede worden op het WK in één jaar of twee keer tweede in een grote ronde?
pi_196112471
Nice, ik grijp vandaag elke kans aan niet van de bank op te staan en deze rit biedt daar genoeg mogelijkheden toe.
pi_196112622
Ah, ik vroeg mij al af waarom er zo'n negatief sentiment heerste rond La Covatilla, maar dat is nu wel duidelijk. De percentages zijn op zich wel prima, maar zo'n snelweg in een kale vlakte is weinig uitnodigend. Die etappe met King en Mollema was erg teleurstellend inderdaad.

Nou ja, dan maar hopen op 'Total War' van Ineos en EF.
  zaterdag 7 november 2020 @ 11:11:40 #7
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_196113344
twitter


Jasjesweer *O*
pi_196113404
Nog één bergetappen kijken straks, daarna is het wel klaar voor dit seizoen dacht ik?

Wordt het nog spannend? In mijn beleving is deze laatste week niet zo bijzonder meer geweest, voelt een beetje als een kaars die langzaam uitdooft. Jammer. Laatste ritten waren niet lastig genoeg denk ik? Maar ik heb vanwege werk en verkiezingen niet alles (live) gevolgd.

Hopen dan maar op nog één keertje vuurwerk. De verschillen zijn er klein genoeg voor.
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
  zaterdag 7 november 2020 @ 11:29:46 #9
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_196113553
Bij Perico schijnt het zonnetje.
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 7 november 2020 @ 11:56:17 #10
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_196113840
Los.
  zaterdag 7 november 2020 @ 11:57:53 #11
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_196113852
Geen beelden -O-
pi_196113913
quote:
2s.gif Op zaterdag 7 november 2020 11:11 schreef Beregd het volgende:
[ twitter ]

Jasjesweer *O*
We zien het al misgaan bij Roglic
pi_196113963
Even een danspauze met mistige beelden.

You broke me first!
pi_196113976
twitter
pi_196114093
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 november 2020 11:57 schreef Van_Poppel het volgende:
Geen beelden -O-
Ik wil op z'n minst beelden zien van verregende finish.
Citius, Altius, Fortius.
pi_196114237
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 november 2020 12:20 schreef Aguero het volgende:

[..]

Ik wil op z'n minst beelden zien van verregende finish.
Daar zijn ze :P
leven zoals het leven is
pi_196114243
quote:
1s.gif Op zaterdag 7 november 2020 12:30 schreef Jason22 het volgende:

[..]

Daar zijn ze :P
Prachtig! Hier kan ik uren naar kijken. Hup Santambrogio.
Citius, Altius, Fortius.
pi_196114263
quote:
0s.gif Op zaterdag 7 november 2020 12:30 schreef Aguero het volgende:

[..]

Prachtig! Hier kan ik uren naar kijken. Hup Santambrogio.
Zelfs blauwe lucht nu! :o
leven zoals het leven is
pi_196114274
JAAA
  zaterdag 7 november 2020 @ 12:33:31 #20
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_196114286
Weeral de vakantieganger.
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 7 november 2020 @ 12:35:55 #21
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_196114319
Rood is niet (meer) mee.
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 7 november 2020 @ 12:38:57 #22
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_196114365

Ik ga naar de player en oei @Rellende_Rotscholier
  zaterdag 7 november 2020 @ 12:41:30 #23
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_196114401
Gaat Fraile, op de dag dat Emil hem niét noemt, dan eindelijk winnen?
Put these foolish ambitions to rest.
  zaterdag 7 november 2020 @ 12:43:13 #24
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_196114425
De La Cruz, Gaudu, Herrada, Schultz, Armirail, N. Oliveira, Juanpe Lopez, Erviti, Hofstede, Donovan, Fraile, Arcas, Smith, Dewulf, Cavagna, Lafay, De Bod, Wright, Van Der Sande, Bagues, I. Oliveira, Schwarzmann, Ackermann, Molenaar
Put these foolish ambitions to rest.
pi_196114455
Knap dat ze de bergtrui niet herkennen
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')