abonnement Unibet Coolblue
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 05:09:41 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196089700
Etapa 16: Salamanca - Ciudad Rodrigo, 162 km

Een renner van UAE heeft gewonnen. Dat was de conclusie na 230 kilometer fietsen. Het was een lange en zware dag voor de renners, niet alleen vanwege de lengte maar ook omwille van het weer. De hele dag tegenwind, daar wordt geen mens beter van. Het werd ook nog nat en koud, afzien bij de beesten. Na een aantal aanvalspogingen reed er in het begin van de rit een sterke groep weg van een man of 13. Wellens was weer van de partij, maar ook bergkoning Guillaume Martin. Met Luis Leon Sanchez en Alex Aranburu een sterk duo van Astana, terwijl namens Quick Step Mattia Cattaneo van de partij was. Aanvankelijk kreeg deze groep de ruimte, maar na een tijd werd er toch gecontroleerd. Vooral Bora was actief, ondanks het lastige profiel van de rit met liefst 4000 hoogtemeters hadden ze het idee dat Ackermann dit wel eens zou kunnen overleven. Achteraf gezien geen slechte inschatting. Onder het bewind van Bora zakte de voorsprong van de koplopers snel van een minuut of vijf naar een minuut of drie. Toen het naar twee minuten begon te zakken had Wellens er geen zin meer in, hij liet zich uitzakken. Uiteindelijk kwam hij als een van de laatste renners binnen, het zal dus een slechte dag zijn geweest. Met 12 trokken we verder, maar in het peloton zagen we steeds meer ploegen op kop rijden. NTT stak een paar mannetjs bij, voor Reinardt Janse van Rensburg. Ook Trek deed een duit in het zakje, maar voor wie precies? Emils Liepins? Die werd uiteindelijk 139e op 14 minuten. Koen de Kort werd 17e, gewoon volledig voor lul op kop gereden. Richting de laatste klim van de dag spatte het in de kopgroep uiteen, Mattia Cattaneo reed de rest glad uit het wiel. Hij moest ook wel, wilde hij de rit nog winnen. De voorsprong bleef stelselmatig slinken, pas na de aanval van Cattaneo liep het weer wat op. NTT en Trek waren zo'n beetje opgerookt, de kansen van de Italiaan van Quick Step stegen.

Uit het peloton reed even later Gino Mäder weg, hij probeerde het dan maar in z'n eentje. Hij reed de achtervolgende groep voorbij en probeerde naar Cattaneo toe te rijden, maar hij bleef steken op een minuut. Daarachter schoot het peloton ineens in gang, er waren nog wat ploegen die mannetjes over hadden. Bora uiteraard, maar ook Caja Rural zelfs, je maakt vreemde dingen mee. Ook UAE begon zich ermee te bemoeien, blijkbaar was Philipsen nog van de partij. Door het slechte weer droegen ze allemaal regenjasjes, waardoor we eigenlijk geen flauw idee hadden. Sam Bennett moest in beeld lossen, dat was de enige zekerheid die de regie ons kon bieden. Het laatste stuk in de vlakte met tegenwind was er teveel aan voor Cattaneo, hij viel stil. In de slotkilometers werd hij ingerekend door het aanstormende peloton, hoewel er van hoog tempo geen sprake was. Men haalde een gemiddelde van 36 per uur, om maar aan te geven hoe hard de wind vandaag waaide. Die tegenwind was wel de redding voor een aantal renners. De kopgroep kon daardoor nooit ver uitlopen, terwijl het tempo niet hoog genoeg lag om de sprinters te lossen. Zodoende kregen we een soort van herhaling van de sprint in 2016. Ook toen was de verwachting dat het wel eens te zwaar voor de sprinters zou kunnen zijn, nu met het slechte weer en de 70 kilometer extra had dat helemaal het geval moeten zijn. Niets bleek minder waar, we trokken wederom met een behoorlijk grote groep naar Puebla de Sanabria. Op drie kilometer van de tijd vielen er alleen wat renners weg. Er lag blijkbaar wat olie op de weg in de laatste kilometers, of men vond het om een andere reden te gevaarlijk, daarom werd besloten de tijd op te nemen op drie kilometer van het eind. Daardoor reden we met een mannetje of 30 de slotkilometers in, waar we wederom een zielige poging van Willie Smit zagen. Deze keer hield hij het maar een seconde of vijf vol, het blijft een bijzonder kind. We reden de laatste kilometer in, zonder enig idee. Een mannetje van Quick Step, een mannetje van Bora, een mannetje van UAE. Is dat Ackermann? Is het Bagioli? Een man van UAE? Het bleek inderdaad Ackermann te zijn, maar die had geen antwoord op de versnelling van de man van UAE. De man van UAE bleek Jasper Philipsen te zijn, hij bezorgde de Belgen een uitgesteld orgasme. Weer een Belgische ritzege, dat gaat lekker. Weer een Belg ook in Puebla de Sanabria, laten we daar maar niet meer naartoe gaan. Ackermann werd tweede, niet voor Bagioli. Nee, Bagioli zat samen met Bennett in de laatste groep. Terpstra zat daar ook bij, die koerst blijkbaar nog. Steimle was de Quick Stepper van dienst, zodoende is ongeveer iedereen van die ploeg wel een keer in beeld geweest. Fredje Wright werd vierde, die kennen we niet. Janse van Rensburg moest remmen, anders was die zesde plaats ongetwijfeld een vijfde plaats geweest. Gek ritje, uiteindelijk. Toch de sprint, zelfs met een paar echte sprinters. Verder vooral hardrijders en punchers, de klassementsrenners deden geen moeite.

Wel grappig om te zien hoe men tijdens deze rit op de kant reed, zonder dat het uit elkaar viel. Allemaal achter elkaar schuilen, daar kwam het nu eigenlijk op neer. Met zoveel tegenwind koersen is geen pretje. Die tegenwind kwam Philipsen en Ackermann dus niet slecht uit, maar het blijft een bijzonder knappe prestatie van beide heren. Sterk gereden, daar kunnen we alleen maar respect voor hebben. Het zal voor veel jongens in het peloton een zware dag zijn geweest. Daar plukten we gisteren niet de vruchten van, maar vandaag misschien wel. We gaan verder met de volgende rit, weer een geïmproviseerde etappe. Na een aankomst in Porto hadden de renners van start moeten gaan in Viseu. Van Viseu zouden we naar Ciudad Rodrigo trekke, onderweg zouden we amper één beklimming tegenkomen. Eigenlijk is het helemaal niet zo erg dat we niet naar Portugal zijn gegaan, want de rit die we nu voorgeschoteld krijgen ziet er in ieder geval op papier een stuk beter uit. Salamanca is op het laatste moment uit de bus gekomen als vervanger van Viseu, Ciudad Rodrigo is wel de aankomstplaats gebleven. Onderweg komen we toch al snel twee hele beklimmingen tegen, dat mogen we vooruitgang noemen. Desondanks kan dit een nieuwe kans voor de sprinters zijn, maar het zou ook net zo goed voor de vluchters kunnen zijn! Of gaat men hier Roglic een poets bakken? Spannend, misschien?




De invalstad van de dag luistert naar de naam Salamanca. Geen onbekende stad voor het peloton, twee jaar geleden ging hier namelijk ook een rit van start. Toen had dat een speciale reden, nu had men gewoon nog een lul stad nodig. Salamanca is een stad met 160.000 inwoners in de regio Castilië en Leon. De stad is vooral bekend als universiteitsstad en laat dat nou net de reden zijn dat we in 2018 terugkeerden naar deze prachtige stad. Het was toen namelijk feest in Salamanca. De universiteit, de oudste van Spanje, bestond 800 jaar en dat moest groots gevierd worden. Dat de universiteit 800 jaar werd was nog niet eens het enige heuglijke feit, het was bovendien 30 jaar geleden dat het oude centrum van de stad werd toegevoegd aan de Wereldergoedlijst van UNESCO. De overeind gebleven gebouwen behoren tot de romaanse stijl en de gotiek, maar toch vooral de bloeitijd van de Spaanse renaissance. Het ademt de intimiteit van een dorp, blijkbaar. Of dat in de praktijk daadwerkelijk zo is weet ik niet, maar het ziet er in ieder geval bijzonder fraai uit. Tegenwoordig benadrukt men het niet meer zo vaak, maar in 2018 kregen we iedere dag te horen dat het knechtje van Sporza, Hannes Tahon, in Salamanca had gestudeerd. Overigens een schande dat Hannes nog steeds niet is afgevoerd, ook dit jaar lijkt het gouden koppel soms essentiële informatie te missen. Hannes moet wel een mooie tijd hebben gehad in Salamanca, want het leven schijnt hier goedkoop te zijn. Het bier kost geen reet en op iedere hoek van de straat is er een club, al heb je daar in deze tijden niet veel aan. Buiten de universiteit heeft Salamanca nog meer te bieden. In het centrum kom je bijvoorbeeld ook een kathedraal tegen en talloze andere gebouwen die de moeite waard zijn. Het is ook een stad die enkele bekende personen heeft voortgebracht. Als we onze blik beperken tot sportpersoonlijkheden komen we al snel uit bij Vicente del Bosque. De man die we vooral kennen van het puffen na de 5-1 van Nederland tegen Spanje. Voetbal dus, geen sport. Een bekende wielrenner uit Salamanca is Dani Navarro, renner van Israel die momenteel niet actief is in de Vuelta. Volgens Karsten Kroon een ontzettend domme jongen, ironisch dus dat uitgerekend hij uit een universiteitsstad komt. Niet voor niets woont hij tegenwoordig in Asturië, in Salamanca heeft hij niets te zoeken. De Vuelta is in het verleden enorm vaak in Salamanca geweest. In het recente verleden dan weer wat minder vaak. In 2018 reden we van deze stad naar Bermillo de Sayaga, waar Elia Viviani dankzij de Patbonus wist te winnen. Voor 2018 was het wat langer geleden, 2011 om precies te zijn. Toen werd er een tijdrit verreden in en rond Salamanca. De winst ging naar Tony Martin, daar was in die tijd weinig aan te doen. Tweede werd ene Chris Froome. Een dag eerder bleek Froome, waar nog nooit iemand van gehoord had, te kunnen klimmen. Daarna verbaasde hij de hele wereld nog eens door voor het eerst in z'n leven een goede tijdrit te rijden. De rest is nog steeds geschiedenis, al fietst hij ondertussen weer rond op zijn niveau van voor de Vuelta van 2011. In 2010 was er ook een aankomst in Salamanca, een vlakke rit werd gewonnen door Mark Cavendish. Wel een kleine groep aan het eind, dat zal met de wind te maken hebben gehad. Altijd in deze regio. Wat langer geleden zagen we in 2002 Angelo Furlan winnen in Salamanca voor Erik Zabel. Ook in 2000 en 1999 kwam men langs in Salamanca. In 2000 won de altijd kalme Davide Bramati in Salamanca, door de beste vluchter te zijn. In 1999 kwam men zelfs drie keer langs in Salamanca. Eerst een vlakke rit richting de stad, gewonnen door Marcel Wüst. Daarna reed men een dag later van Béjar naar Ciudad Rodrigo, waar we nu ook naartoe gaan, om een rit later weer terug te keren naar Salamanca voor een tijdrit. Die werd gewonnen door Abraham Olano, waarna er een dag later nog eens een rit van start ging in de universiteitsstad. Die zou eindigen in Léon, waar Wüst nog een keer won. Kortom, in het verleden had Salamanca de zaakjes beter op orde. Nu hebben ze een jubileum of een pandemie nodig voor de koers nog eens passeert.



Net ten noorden van Salamanca ligt Monterrubio de Armuña, daar komt Agustín Tamames vandaa. Die won in 1975 de Vuelta en is daarmee wel het bekendste wielerproduct van deze regio. Aangezien we vanuit Salamanca naar het zuiden fietsen hebben we verder niets aan deze informatie, na de neutralisatie die aan de lange kant is gaat de rit buiten Salamanca van start in Aldeatejada. Buiten het dorp bevinden we ons meteen in een open vlakte. Belangrijk om te weten, want we krijgen ook vandaag weer met wind te maken. Dat tipje van de sluier mogen we alvast lichten. We rijden tijdens het eerste deel van de rit over een kale hoogvlakte, de meseta. De eerste 23 kilometer van de rit rijden we over een brede en zo goed als rechte weg naar het zuidwesten, terwijl de wind uit het zuidoosten lijkt te komen. Zoals ik het met mijn beperkte meteorologische kennis kan inschatten gaat dit eerste deel van de rit het meest gevaarlijk zijn. Je moet vanaf de start meteen bij de les zijn, vooral in die eerste 23 kilometer. We komen nul obstakels tegen, maar ook nul beschutting. Een paar flauwe bochten, dus de wind gaat af en toe waarschijnlijk net goed genoeg staan voor een waaiertje. Bij dezen eis ik een integrale uitzending. Het is 160 kilometer lang vandaag, dus het is de vraag of er ploegen zijn die meteen de knuppel in het hoenderhok willen gooien, maar in principe zou dat hier dus kunnen. Helemaal ideaal gaat de wind overigens niet staan, maar goed genoeg om de boel te laten breken als de ploegen dat willen. Het is een enigszins glooiende weg, met een paar stroken vals plat omhoog en ook wat werk in dalende lijn. Dat zijn meestal nog wel de gevaarlijkste stroken, vanwege de hoge snelheid. Enfin, nu ben ik de boel misschien onnodig aan het hypen. Na 22 kilometer komen we uit in Vecinos. Spaans voor buren, waarbij ik me spontaan afvraag of die serie in Spanje dan ook Vecinos zou heten? Zomaar even tussendoor. Een kilometer buiten Vecinos slaan we linksaf, daarna gaat de wind uiteraard anders staan. De omgeving blijft hetzelfde, zo open als de verdediging van PSV, maar de wind staat vanaf nu schuin tegen. Hier zal het in het peloton mogelijk weer stil gaan vallen. Het waait hard, probeer daar maar eens een kilometer of 20 doorheen te beuken. Want zo lang gaan we ongeveer rechtdoor, tot we na een kilometer of 45 uitkomen in Linares de Riofrío. Een kleine sfeerimpressie van de eerste 23 kilometer:



Het stuk voorbij Vecinos tot en met Linares de Riofrío laat zich vrij makkelijk omschrijven. Na een aantal vlakke kilometers gaat het een paar kilometer vals plat omhoog, hier komen we ook een paar bochten tegen. Daarna gaat het een tijdje verder in licht dalende lijn, terwijl we langzaam de open vlakte beginnen in te ruilen voor een land vol olijfbomen. Iets meer beschutting hier dus, al staan die olijfbomen vaak een aantal meter uit elkaar. Als de wind hier gunstig staat kan het alsnog wat worden, maar hij staat hier dus naar alle waarschijnlijkheid schuin tegen. Derhalve zal de koers hier wel tot stilstand komen. Het blijft in ieder geval recht en breed, pas in Linares de Riofrío komen de renners een paar echte bochten tegen. Na de passage in dit dorpje is het een kilometer of drie vlak, waarna er een afdaling van zeven kilometer volgt. We verlaten de hoogvlakte en gaan op weg naar de Sierra de Francia. Tijdens de drie vlakke kilometers rijden we over een vrij rechte en brede weg door een bos, nadat we door San Miguel de Valero zijn gereden begint de afdaling. Het is een redelijk bochtige afdaling, met onderweg zelfs een haarspeldbocht. Erg steil gaat het alleen niet naar beneden en de weg is breed, dus dit zou te doen moeten zijn. Al zou het zomaar kunnen gaan regenen, dan wordt het natuurlijk wel een beetje gevaarlijk. Als we bijna beneden zijn fietsen we door San Esteban de la Sierra, buiten dit dorpje loopt het nog een klein beetje vals plat verder naar beneden zonder gekke bochten. Aangezien we ons plots in een sierra bevinden, vol heuvels en bomen, mogen we aannemen dat het spel met de wind hier snel uitgespeeld zal zijn. Al weet je het maar nooit, ook in deze omgeving zou de wind vrij hard moeten blijven waaien. Na het werk in dalende lijn gaat het kort een kilometer omhoog, in deze sierra gaan we vooral grillig terrein tegenkomen. Een bochtige weg ook, dat vooral. De komende tien kilometer wordt het slingeren geblazen, terwijl we af en toe omhoog en omlaag gaan. Dat werk omhoog is meestal vrij steil, maar niet echt lang. Weggetje blijft wel breed, terwijl de omgeving steeds mooier wordt. We rijden het Parque Natural Las Batuecas binnen, gelegen in de Sierra de Francia. Het wordt groener, ruiger, mooier. Na heel wat bochten en heel wat glooiend werk zien we na 70 kilometer Miranda del Castañar boven op een heuvel liggen. Een dorp met een middeleeuwse uitstraling. Er is een kasteeltje, een oude stadspoort, stadsmuur en een aantal schattige huisjes. Lijkt me hartstikke gezellig hier.



In en rond Miranda del Castañar gaat het een tijdje lichtjes naar beneden, maar dat maakt niet echt uit. Voorbij dit dorpje slaan we een keer wat scherper rechtsaf, daarna is het een kilometer of zes vrij makkelijk fietsen tot in Cepeda. Beetje vals plat omhoog, dat gaat amper opgemerkt worden. In Cepeda doen we de groetjes aan Jefferson, die vandaag best wel eens een poging mag wagen om zijn anonieme Vuelta iets minder anoniem te maken. Midden in Cepeda slaan we schuin rechtsaf, waarna we over een iets minder brede weg verder gaan rijden. Na een paar flauwe bochtjes in licht dalende lijn begint deze smallere en slechtere weg ineens omhoog te lopen, de eerste gecategoriseerde klim van de dag begint hier. El Portillo, zo noemt de organisatie deze klim kort en bondig. Volgens Unipublic 13,8 kilometer lang aan 4,4% gemiddeld, andere bronnen houden het op 14,3 kilometer aan 4,4% gemiddeld. Vooral de eerste vijf kilometer stelt deze klim iets voor, daarna is het net wat minder interessant. Over de slechte en smalle weg rijden we naar Madroñal, een klein dorpje waar een aantal opvallende huisjes te vinden zijn. Een paar vervallen krotten, dat ook. Hier vinden we het steilste stuk, via een aantal bochten gaat het hier aan 7,5% omhoog. Even later komen we uit bij een brede weg, we slaan rechtsaf en volgen die weg. Daarna loopt het een tijdje verder aan 5 à 6%, tot we van vier naar drie naar één gaan. Toch komen we in de eerste zeven kilometer aan 5,5% gemiddeld, het gemiddelde daarna zullen we het maar niet over hebben. Ligt ook deels aan het feit dat we een paar korte afdalinkjes tegenkomen, terwijl de brede weg vrolijk slingert tussen de bomen door. Na nog wat relatief vlakke kilometers komen we uit in La Alberca, een best wel fraai dorpje waar de weg tijdelijk wat smaller is. Het is vrij bochtig in dit dorp, na een bocht naar links gaat het nog eens drie kilometer wat steiler omhoog. We komen nog in de straten van La Alberca zelf een kilometer aan 7% tegen, de weg is ondertussen weer breed. Na de laatste twee kilometer van de klim aan 5% in een bos komen we boven op El Portillo. We hebben 91 kilometer afgewerkt na deze beklimming van de tweede categorie. Op de top van de klim komen we een mirador tegen. Niet de mooiste mirador ooit, maar ze hebben in ieder geval wel een kicken informatiebordje.




Het jammere van deze Portillo is vooral dat we 'm van de verkeerde kant beklimmen. De andere kant van de klim is veel lastiger, het gaat 15 kilometer naar beneden aan 5,4% gemiddeld. En dan te bedenken dat het de laatste vijf kilometer amper daalt, in het stuk daarvoor gaat het dus wat steviger naar beneden. Dat niet alleen, we komen tijdens deze afdaling tien haarspeldbochten tegen. Acht kort achter elkaar, de laatste twee volgen later pas. Hoewel de weg behoorlijk breed is wordt het door al die haarspeldbochten toch een beetje lastig. Er staan ook van die lelijke betonblokken langs de kant van de weg, het devies is dus om vooral op de weg te blijven. Wel een mooie afdaling verder, op de natuur valt niets aan te merken. Als het droog blijft komen we wel veilig beneden, bovendien kunnen we dan genieten van het prachtige uitzicht. Anders is dit toch wel een afdaling waar je de rest prima onder druk kunt zetten, met al dat bochtenwerk is een scheur zo ontstaan. Het gaat af en toe ook echt steil naar beneden, het zijn stevige haarspeldbochten daardoor. Asfalt ziet er best redelijk uit, maar de beelden zijn zo oud dat daar eigenlijk geen zinnig woord over valt te zeggen. Na tien kilometer serieus dalen fietsen we praktisch langs het Monasterio Desierto de San José de Batuecas. Een kloostertje, komt voor de renners niet in beeld. Voor de tacatacatac vast wel. Na heel wat bochten gaat het nu in de laatste vijf kilometer van de afdaling op een vlakkere en rechtere manier verder naar Las Mestas, al komen we nog wel een keer een smaller bruggetje. Las Mestas bereiken we na 105 kilometer, we kunnen tijdens het laatste deel van deze niet erg dalende afdaling nog een tijd genieten van fraaie vergezichten. Het bijzondere is dat we onderweg Castilië en Leon tijdelijk hebben verlaten, we rijden Extremadura binnen. De meest vergeten regio van Spanje, de Vuelta komt er ook niet al te vaak. Alhoewel we volgend jaar waarschijnlijk een aankomst bergop krijgen in deze regio. Nu fietsen we er alleen een aantal kilometer doorheen, maar in die kilometers pakken we wel nog mooi een klimmetje mee.



In Las Mestas slaan we rechtsaf, best een scherpe bocht. Hierna rijden we een tijd over een smallere weg langs een schattig riviertje. We zijn onderweg naar de voet van de volgende klim, maar voor die klim begint moeten de renners eerst nog een aantal kilometer vals plat zien te overbruggen. Het gaat een kilometer of acht vals plat omhoog, we komen een meter of 200 hoger uit. De weg is smal maar bovenal enorm bochtig. Af en toe slecht asfalt ook, in Extremadura heeft men geen geld. De omgeving is best ruig, zoals alles in deze regio ruig is, maar de renners zullen vooral bezig zijn met het fietsen van bocht naar bocht. Na een tijd fietsen ze door Cabezo, buiten dit dorp is het een tijdje wat vlakker. Zodra we in de buurt van Ladrilar zijn begint de volgende klim van de de dag, de Puerto El Robledo. Een klim van elf kilometer aan 3,8% gemiddeld, desondanks eerste categorie. Dat is een hint, het is lastiger dan het lijkt. De klim moet eigenlijk in tweeën gedeeld worden. Er is eerst een stuk van drie kilometer aan 5%, min of meer. Tijdens dit stuk fietsen we door Ladrilar, waar het tijdelijk nog smaller zal zijn. Paar extra bochten erbij ook, na al het brede werk van de afgelopen tijd zoeken we nu echt de alternatieve wegen op. Na het eerste deel van de klim gaat het twee kilometer naar beneden, we komen tijdens dit deel van de rit een paar scherpe bochtjes tegen. Toch valt het al bij al mee, al krijg je met regen uiteraard wel wat ellende. Vrij bosrijke omgeving ook, het kan hier zomaar eens glad gaan worden. Want regenen gaat het wel, ga daar maar vanuit. Even later komen we uit in Riomalo de Arriba, een dorpje dat ook preikte op ansichtkaarten. Het is prachtig gelegen, op de flank van een heuvel. Van een afstand zie je overal huisjes liggen, in het dorp zelf vallen vooral de nauwe straatjes op. Riomalo de Arriba is alleen praktisch verlaten, er wonen nog maar zes mensen. In Extremadura valt geen droog brood te verdienen, dus trekt iedereen weg. Een aantal vervallen huizen blijven over, de teloorgang van Spanje laat zich simpel samenvatten. Het zou een populaire toeristische plaats moeten zijn omdat het hier zo mooi is, niet omdat het praktisch een spookstad is. In Riomalo de Arriba rijden we na een bocht naar links over een smalle brug. Na de brug begint het tweede deel van de klim, richting de top gaat het nog eens zes kilometer omhoog. We beginnen met drie kilometer rond de 8%, het zwaarste deel van de klim. Direct na Riomalo de Arriba gaat het heel pittig omhoog, met steilste stroken tot 12%. De weg is plots een stuk beter, geen idee waarom.




Na de drie steile kilometer rond de 8% gaat het nog drie kilometer langer omhoog. We blijven door een vrij fraaie omgeving rijden, het uitzicht is zo nu en dan ook behoorlijk mooi. Tijdens het steile stuk zien de renners aan de overkant de weg liggen waar ze naartoe moeten, deze rit heeft minder hoogtemeters maar alleen al dankzij dit deel van de klim gaat het een lastiger verhaal worden voor de sprinters. Een aantal bochten later gaat het in het bos verder omhoog aan 5%, voordat er nog een makkelijke kilometer volgt aan 3,5%. Vlak voor we boven zijn volgt er nog een kilometer aan 7%, voor degene die op het laatst nog even een verschil wil maken. Na 127 kilometer bereiken we de top van de Puerto El Robledo, het is hierna nog 35 kilometer fietsen tot de finish in Ciudad Rodrigo. Na de klim begint er niet direct een afdaling, het is eventjes vlak en daarna gaat het zelfs nog kort omhoog. Vervolgens gaat het een kleine twee kilometer naar beneden over een vrij smalle en bochtige weg, dit is het lastige deel van de afdaling. Na een aantal bochten komen we uit bij de grens tussen Extremadura en Castilië en Leon. We slaan rechtsaf en rijden over een grote weg Castilië en Leon weer binnen. Dankzij die brede weg stelt de rest van de afdaling weinig voor, wat ook ligt aan het feit dat het niet continu naar beneden gaat. In principe is de afdaling eens we in Castilië en Leon zijn zeven kilometer lang, maar in de laatste kilometers komen we wat vlakke stroken tegen en ook wat stukken in stijgende lijn. Vooral de eerste kilometers gaat het echt naar beneden, met wel wat bochtenwerk. Zou geen probleem mogen vormen. Na een afdaling van in totaal een kilometer of negen, met dus aan het eind wat glooiend werk, verlaten we het bos. Buiten het bos loopt de weg direct omhoog. We gaan fietsen naar Serradilla del Llano, waar na 140 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Richting deze tussensprint loopt de weg drie kilometer aan 3,5% omhoog, lekker vals plat dus. We komen nu wel uit op het punt waar de wind vol in de rug zal staan. vanaf de top van de Robledo is het wind in de rug, of lichtelijk schuin in de rug. Daar hadden we tot nu toe niet veel aan, maar in de buurt van Serradilla del Llano is het terrein open. Hier kan de wind wel wat doen, vooral een mooi zetje in de rug voor de vluchters. In Serradilla del Llano, waar de altijd nutteloze tussensprint volgt, valt ook niet veel te beleven. Ziet er ook vrij verlaten uit, allemaal. De grootste gebeurtenis hier is dat er ooit een keer een stuk bos is afgefikt, levert wel goede foto's op.



Na de tussensprint is het nog 22 kilometer fietsen tot de finish. Buiten Serradilla del Llano gaat het nog een halve kilometer vals plat omhoog, hierna gaat het twee kilometer naar beneden over een brede weg. Paar bochtjes, niets bijzonders. In de buurt van Serradilla del Arroyo slaan we linksaf, daarna volgt er een nieuw klimmetje. Over een iets smallere weg rijden we twee kilometer omhoog aan 5%, nog even een best pittig verstopt klimmetje dus. Door een betrekkelijk leeg landschap fietsen de renners via een paar bochten omhoog, met dus de wind in de rug. Na dit klimmetje volgt er een soort van afdaling van acht kilometer. De afdaling is nooit een echte afdaling, het gaat niet enorm steil naar beneden. Enorm scherpe bochten komen we ook niet tegen, al is het wel vrij bochtig. Het gaat tussendoor ook een paar keer omhoog, het blijft toch aardig glooiend. Uiteindelijk komen we wel wat lager uit, in een gebied waar de wind vrij spel heeft. Wel een beetje de vraag wat de staat van het wegdek is. De weg is smal en het asfalt in 2014 was slecht, al valt te zien dat ze daar juist in 2014 mee bezig waren. De werkzaamheden zijn toen vastgelegd, goed uitgekiend door Google. Een deel van de weg in de finale is opgelapt, ik neem aan dat ze de rest ook hebben afgemaakt. Zo niet, dan hebben de renners een probleem. Hoe dan ook, na heel veel bochten en een tijd in dalende lijn gereden te hebben komen de renners op een kilometer of vijf van het eind uit in Sanjuanejo, waar een kicken kloostertje te vinden is. De weg wordt hier plots een stuk breder, het is nu bovendien recht en vlak. We rijden praktisch rechtdoor tot op twee kilometer van het eind. Hier komen we een viaduct tegen, waar het flauw naar links gaat. Het loopt ook een paar meter omhoog, aan de andere kant van het viaduct gaan we dan weer naar beneden. We betreden vervolgens Ciudad Rodrigo, hierna loopt de weg iets meer dan een kilometer vals plat omhoog. In 1250 meter komen we ongeveer 30 meter hoger uit, meer dan veredeld vals plat is het niet. We rijden behoorlijk rechtdoor richting de slotkilometer, al komen we wel wat flauwe bochten tegen. Na een lopende bocht naar rechts zitten we op een kilometer van het eind. We botsen op een rotonde, die we langs de linkerkant mogen nemen. Voorbij de rotonde is het vlak, waarna we op 500 meter van het eind de volgende rotonde tegenkomen. Hier slaan we rechtsaf, daarna gaat het rechtdoor tot aan de finish. Het loopt nog een heel klein beetje vals plat omhoog in de laatste meters, maar het is een vrij makkelijke finish.



Na 20 jaar zijn we terug in Ciudad Rodrigo. De Vuelta was al twee keer eerder in deze plaats met ongeveer 12.000 inwoners. In 1999 debuteerde Ciudad Rodrigo, we vertrokken vanuit Béjar en reden via de Sierra de Francia naar onze aankomstplaats van vandaag. We deden toen ook de Portillo aan, maar dan wel van de lastige kant. Daarna reden we via de Paso de los Lobos verder naar Ciudad Rodrigo. Die route had ik nu ook liever gezien, want als je via de Paso de los Lobos fietst kom je langs de Peña de Francia, de hoogste top van de Sierra de Francia. Op de top van deze berg staat een kapelletje en een antenne van RTVE, dus ze zullen het alsnog wel in beeld brengen. Net als nu was het einde van de rit relatief vlak, maar op die paar beklimmingen werd het peloton aardig uit elkaar gereden. Met een groep van 25 renners trokken we naar Ciudad Rodrigo, waar er gesprint zou worden. Jan Ullrich kreeg het voor elkaar in die sprint Abraham Olano en Frank Vandenbroucke te verslaan, straffe kost. Ene Davide Rebellin werd vierde, tegenwoordig nog steeds actief. Eén jaar later keerden we terug naar Ciudad Rodrigo. Weer vertrokken we vanuit Béjar en weer reden we via de Sierra de Francia naar de stad van Rodrigo. Ook bij deze gelegenheid namen we de Portillo van de lastige en haarspeldbochtige kant, erg jammer dat we dat vandaag niet doen. Morgen dan weer wel, kom ik net achter. Jeetje, gekke Spanjaarden. Enfin, eigenlijk kregen de renners twee jaar achter elkaar dezelfde rit voorgeschoteld, is maar goed dat ik toen geen voorbeschouwingen hoefde te schrijven. Hoe dan ook, blijkbaar kende die rit in 2000 een lollig verloop. In het begin reed er een kopgroep weg, met in die kopgroep een sterke José Vicente Garcia Acosta. Op de Portillo reed een duo van Euskaltel weg uit het peloton, Txema del Olmo en Roberto Laiseka. Zij sloten aan bij de achtervolgers, want Garcia Acosta was er in zijn eentje vandoor gegaan. Laiseka verliet die groep daarom ook maar snel en ging achter Chente aan. De achtervolging slaagde, met z'n tweeën reden ze samen verder richting Ciudad Rodrigo. Onderweg naar de finish begon Laiseka alleen een beetje te linkeballen. Dat leek te kunnen, omdat de voorsprong op het peloton geruststellend was. Die voorsprong slonk alleen ineens nogal flink, wat vrij logisch is als er vooraan niet wordt gereden. Toen ze nog maar een minuut voorsprong hadden besloot Vinokourov vanuit het peloton te demarreren. De eerste halve minuut reed hij snel dicht, maar daarna bleef hij even hangen. Tot Laiseka op een kilometer of drie van het eind probeerde te demarreren, tot groot ongenoegen van Garcia Acosta. Con dos cojones haalde hij hem terug en daarna begon het grote kijken. Ze wilden allebei niet meer op kop rijden, wat tot gevolg had dat Vinokourov, die op twee kilometer van het eind nog op 20 seconden reed, in de slotkilometer kon aansluiten. Wel een beetje een Mattannetje, tussen talloze motoren door sloot hij op 300 meter van het eind aan. Net op dat moment ging Laiseka de sprint aan, hoewel je eerder zou kunnen stellen dat ie 'm aantrok voor Vinokourov. Erop en erover, weer een zege voor Team Telekom in Ciudad Rodrigo. Laiseka werd tweede, voor een furieuze Garcia Acosta. Blijft toch een merkwaardige sport, hè?



Merkwaardig genoeg heeft de Nederlandse Wikipedia niets te melden over deze overwinning, maar dit heeft het wel gehaald: Ciudad Rodrigo was op 16 mei 2014 de startplaats van de 29ste editie van de Ronde van Castilië en León, die uiteindelijk werd gewonnen door de Spanjaard David Belda. Nou, ja, oké. Afgaande op de beelden zijn de laatste paar kilometer in ieder geval gelijk aan de ritten van 20 en 21 jaar geleden, voor wat het waard is. Even over Ciudad Rodrigo zelf: Ciudad Rodrigo ligt aan de rivier de Águeda, een zijrivier van de Douro. Het oude centrum is omringd door een stadswal, die Ferdinand II van León liet bouwen in de twaalfde eeuw. Al meer dan 2000 jaar wonen hier mensen, allerlei verschillende volkeren zijn hier geweest. Die stadsmuren heeft men in latere tijden niet voor niets laten bouwen, gezien de ligging op een heuvel was dit blijkbaar een strategisch belangrijke plaats. Er is hier gevochten, dat kent z'n weerga niet. In 1810 en 1812 is de stad belegerd, schokkende toestanden. Gelukkig zijn veel monumenten bewaard gebleven. Er is een kasteel, tegenwoordig kun je daar overnachten want het is een Parador. Er is een kathedraal, vanzelfsprekend. Veel oude huisjes, beetje barok, beetje renaissance. Paleisjes zijn er natuurlijk ook, het behoeft ook weinig uitleg dat het lokale stadhuis wel de moeite waard moet zijn. De Capilla de Cerralbo is ook de moeite waard. Bij de naam denk je aan een kapel, maar als je de foto's een beetje bekijkt zie je een volwaardige kerk. Als we afsluiten met de mededeling dat er ook een oude brug over de Águeda te vinden is zijn we er vast wel, zo'n beetje. Hoewel, ze hebben hier ook gekke beeldjes. Gemaakt door de Vettonen, een van de vele volkeren die hebben gepleisterd. Verraco's, zo noemen ze die beeldjes die een dier moeten voorstellen. Voor het kasteel staat er eentje.



In startplaats Salamanca zou het overdag 18 graden moeten worden, maar tegen de tijd dat de renners vertrekken is het ongetwijfeld een paar graden frisser. De rest van het weerbericht heb ik al een beetje besproken. Er is kans op regen en wind. Die staat vooral schuin tegen, maar in de eerste 23 kilometer zou ie precies net goed genoeg kunnen staan om wat chaos te veroorzaken. Het is zaak om alert te zijn, Primoz Roglic zou er goed aan doen om niet zo snel door het peloton heen te zakken als hij vorig jaar richting Guadalajara deed. Na 23 kilometer draaien we, daarna staat de wind vooral tegen. Vervolgens rijden we de sierra binnen, waar de wind niet echt vrij spel heeft. Het gaat daar naar alle waarschijnlijkheid wel regenen, het wordt dus sowieso een pittig dagje. Weer koud en nat, met wind erbij cadeau. In finishplaats Ciudad Rodrigo wordt het ook 18 graden, maar hemelsbreed is dat ook niet ver van Salamanca natuurlijk. Ook daar veel kans op regen, kan me amper voorstellen dat het droog gaat blijven. Veel wind, extra veel wind in deze stad lijkt het wel. De laatste 30 kilometer hebben we 'm vooral in de rug, maar hij kan soms ook schuin in de rug komen te staan. Het wordt sowieso een snelle finale, dat staat buiten kijf. De rit begint om 13:00, om 14:35 is Sporza er live bij. Missen we dus die eerste interessante kilometers, bedrog van de bovenste plank. Tegen de tijd dat we live gaan zijn we al in de Sierra de Francia. Aankomst wordt verwacht tussen 17:03 en 17:30.



Nou, jongens en meisjes, in deze voorspelling heb ik niet bijzonder veel zin. Ik heb echt geen flauw idee. Het gaat te zwaar zijn voor de sprinters, oké, dat weten we wel. Verder gaan de weersomstandigheden vrij bepalend zijn. Met veel regen en een nerveus peloton zijn de vluchters in het nadeel. Als we meteen vanaf de eerste kilometer waaiers hebben krijg je ook weer een andere koers natuurlijk. Kan ook zijn dat het alleen maar tegenwind is, dan wordt het ineens een stuk minder spectaculair. In principe kunnen ambitieuze ploegen hier op meerdere manieren iets proberen. In het begin even kijken of de wind goed staat. Even afwachten of het echt slecht weer wordt en daarna eventueel een bommetje gooien in een afdaling. Opties te over. Als ze de vluchters willen inrekenen kunnen ze dat beter wel voor de laatste gecategoriseerde klim doen. Daarna vooral wind in de rug, al blijft het terrein glooiend. Maarja, in die laatste kilometers ga je niet snel meer iemand terughalen. Of de wind moet daar schuin komen te staan. Veel mitsen en maren. Ik laat me graag verrassen morgen, waarbij het me een zekerheidje lijkt dat we wel wat koers gaan zien. Of zouden de ploegen stiekem alles op zaterdag gaan zetten? Kan ook nog he, al zou dat niet zo slim zijn. Weet ik veel, we gooien er wel vijf vluchters in.
1. Soler. Marcootje. Geen twijfel over mogelijk.
2. Mäder. Vooruit, omdat ie zich gisteren zo goed liet zien. Valgren zou ook nog kunnen, vandaag hoeven ze in ieder geval niet voor Reini te gaan.
3. Wellens. Of Nietens? We gaan er maar vanuit dat het een briljante tactiek was gisteren.
4. Fraile. Of een Izagirre, kan ook. Aranburu en Sanchez zullen wel even een snipperdag nemen na de inspanningen van gisteren.
5. Cepeda. Sympathiestem omdat we vandaag door Cepeda rijden. Morgen ook, blijkbaar. Goede dagen voor Jefferson, twee kansen om zich nog eens aan het publiek te tonen.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196093863
Tien over 5 in de morgen, je zou voor minder.

Denk niet dat we veel actie krijgen. De wind lijkt net te veel tegen te staan en die paar lastige kilometers op de slotklim zullen ook het verschil niet gaan maken. Dan maar een leuke kopgroep.
  vrijdag 6 november 2020 @ 11:49:45 #3
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_196094286
quote:
0s.gif Op vrijdag 6 november 2020 11:25 schreef Dale__Cooper het volgende:
Tien over 5 in de morgen, je zou voor minder.
RR blijft gewoon hele nachten op in de ijdele hoop dat er een uitslag komt in Amerika :P
pi_196094310
quote:
0s.gif Op vrijdag 6 november 2020 11:49 schreef DecoAoreste het volgende:

[..]

RR blijft gewoon hele nachten op in de ijdele hoop dat er een uitslag komt in Amerika :P
Dat was vooral in de Tour dan wel wat optimistisch ;(
pi_196094457
twitter


Wel code rood volgens Thijs.
pi_196094697
twitter
pi_196095794
De NTT-predictor gaat vandaag voor Ackermann.
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 13:37:29 #8
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196096196
Nou, die eerste kilometers hebben dus niets opgeleverd. Nieuwe kans aan het eind van de rit.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196096229
Burgos gaat lekker
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 13:39:27 #10
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196096233
And now Willie Smit

13:38

More and more riders want to join today's breakaway.

@Mani89
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 13:39:27 #11
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_196096234
De Mart: "Roglic heeft de uitstraling van een uitgeblazen lucifer. Een beetje warm nog, maar je hebt er niks meer aan."
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 13:44:58 #12
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196096324
Rémi Cavagna (Deceuninck-Quick Step), Robert Stannard (Mitchelton-Scott), Kobe Goossens (Lotto Soudal), Jesus Ezquerra (Burgos-BH) are chasing 1’40’’ behind Angel Madrazo and Juan Felipe Osorio (Burgos-BH).
Julen Amezqueta (Caja Rural-Seguros RGA) is 10’’ behind them.
Willie Smit (Burgos-BH) is 10’’ further behind.
The peloton trail by 2’37’’.

Ik vind dat de andere helft van Burgos ook nog in de aanval moet gaan.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  vrijdag 6 november 2020 @ 13:45:39 #13
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_196096334
Stop ermee Willie. Je hebt een aanbod binnen las ik elders. Hou je benen stil.
pi_196096364
Ik had toch een iets minder gehandicapte kopgroep verwacht vandaag.
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 13:57:15 #15
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196096541
Ach nee, Willie en Julen verliezen tijd. We noteren een sjas petat.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  vrijdag 6 november 2020 @ 14:07:42 #16
11923 I.R.Baboon
Schaterlachend langs ravijnen.
pi_196096735
quote:
0s.gif Op vrijdag 6 november 2020 13:44 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Rémi Cavagna (Deceuninck-Quick Step), Robert Stannard (Mitchelton-Scott), Kobe Goossens (Lotto Soudal), Jesus Ezquerra (Burgos-BH) are chasing 1’40’’ behind Angel Madrazo and Juan Felipe Osorio (Burgos-BH).
Julen Amezqueta (Caja Rural-Seguros RGA) is 10’’ behind them.
Willie Smit (Burgos-BH) is 10’’ further behind.
The peloton trail by 2’37’’.

Ik vind dat de andere helft van Burgos ook nog in de aanval moet gaan.
Ik denk dat Jetse de enige is die in de waaier vooraan kan blijven dus die hoeft nog niet.
Het gaat slecht, verder gaat het goed.
pi_196097001
quote:
0s.gif Op vrijdag 6 november 2020 13:15 schreef Dale__Cooper het volgende:
De NTT-predictor gaat vandaag voor Ackermann.
Nee, voor Roglic!

twitter
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 14:38:05 #18
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_196097301
Ik had toch eigenlijk helemaal geen rekening gehouden met een sprintscenario.
pi_196097434
quote:
1s.gif Op vrijdag 6 november 2020 14:38 schreef Slobeend het volgende:
Ik had toch eigenlijk helemaal geen rekening gehouden met een sprintscenario.
Zou ook wel vrij treurig zijn als we in de laatste week van de Vuelta 3 massasprints hebben.
pi_196097473
Parcours van vandaag is ook zwaarder dan gisteren, maar misschien dat ze daar gewoon rustig over fietsen..
  vrijdag 6 november 2020 @ 14:55:30 #21
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_196097685
quote:
10s.gif Op vrijdag 6 november 2020 13:39 schreef Slobeend het volgende:
De Mart: "Roglic heeft de uitstraling van een uitgeblazen lucifer. Een beetje warm nog, maar je hebt er niks meer aan."
Mart Wiegel begint steeds meer op Hans Smeets te lijken, of is het andersom?
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 14:58:23 #22
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196097736
Wat moeten we denken van de werken van Kagga?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 15:01:38 #23
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196097797
Terpstra, Bagioli en Bennett alvast overboord.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator vrijdag 6 november 2020 @ 15:02:22 #24
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196097804
Oei, daar gaat Osorio.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196097862
quote:
0s.gif Op vrijdag 6 november 2020 15:01 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Terpstra, Bagioli en Bennett alvast overboord.
Benieuwd wat wonderkind Bagio onder de leden heeft.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')