abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 4 november 2020 @ 04:38:47 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196040935
Etapa 14: Lugo - Ourense, 204,7 km

Dat was nog best een aardige tijdrit, hoewel het niet in de buurt kwam van die in de Tour. De Mirador de Ézaro bleek wel een belangrijke klim te zijn, vooral de indeling was van belang. Remi Cavagna was de eerste klepper aan de start, zijn tijdrit viel eigenlijk behoorlijk tegen. Nelson Oliveira was ruim sneller, later doken er nog wat meer jongens onder. Remi staat echt in de vakantiemodus, volgend jaar nieuwe kansen. Ineens reed ene William Barta een goede tussentijd. En ook een sterke tweede tussentijd. Wie? William Barta. Van CCC. Uit Amerika. Reed in volledige anonimiteit al een behoorlijke Vuelta. Lekker aanklampen voor de 25e plaats, dat werk. De tijdrit bleek hem nog beter te worden. In het verleden wel een paar aardige tijdritten afgewerkt, maar dit was wel even van een geheel andere orde. Hij noteerde aan de finish de snelste tijd, bijna 10 seconden sneller dan Oliveira. De opportunistische wielerwereld vond meteen dat Barta ergens een contract zou moeten krijgen, aangezien CCC na dit jaar verdwijnt. Geen zorgen, volgens het geruchtencircuit is hij al een tijd in beeld bij Movistar. Niet dat het iets uitmaakt, want ondanks deze tijdrit is het nog steeds een behoorlijk matige renner. Nadat iedereen was vertrokken zagen we dat Barta nog steeds de snelste tussentijd had bij het eerste tussenpunt. Mas viel daar een beetje door de mand, in de Tour reed hij nog sterk maar gisteren zat er pap in de benen. Roglic viel ook lichtelijk tegen, hij was amper sneller dan Carapaz en wat langzamer dan Carthy. Terwijl Roglic toch op het vlakke stuk voorsprong zou moeten pakken, was het idee. Roglic bleek alleen iets beter ingedeeld te hebben. Gedurende de tijdrit kwam hij op stoom en pakte hij tijd terug op Carthy, waarna hij zelfs begon uit te lopen. Ook Carapaz moest er na een tijd aan geloven. Die twee hadden zich toch lichtelijk opgeblazen op het vlakke stuk, al viel de schade achteraf gezien mee. Met een kleine achterstand op Barta begon Roglic aan de slotklim. De fietswissel ging een stuk soepeler in de Tour en hij kreeg een zwaarder verzet rond op de loodzware Mirador de Ézaro. Het werd spannend aan de finish, het is fascinerend hoe lang een laatste 300 meter kan duren. De vaste camera kon de renners eindeloos lang volgen. Roglic was uiteindelijk net één seconde sneller dan Barta, wat best een beetje zielig is voor Will. Maarja, van de andere kant is dat een nietszeggende renner die nog nooit in beeld heeft gereden, dus ach. Roglic was 25 seconden sneller dan Carthy, vooral op het laatste vlakke stuk en op de klim liep hij nog aardig uit op de Brit. Die reed desondanks een buitengewoon sterke tijdrit, een vierde plaats is echt een gigantisch resultaat voor hem. Carapaz verloor nog wat meer op het eind, hij kwam zichzelf echt tegen. Verliest bijna 50 seconden en moet daardoor uiteraard de rode leiderstrui weer overdragen.

Kleine verschillen, desalniettemin. Normaal zou je zeggen dat Roglic makkelijk een minuut pakt op iedereen en z'n moeder, maar na een lang en zwaar seizoen zat dat er niet meer in. Roglic is waarschijnlijk toch een beetje moe, al wint hij natuurlijk alsnog gewoon. Hij heeft prima ingedeeld. Iets ingehouden op het vlakke en daarna flink geknald op het eind. Snelste beklimming en daardoor pakt hij zijn vierde ritzege van deze ronde. Hallucinante cijfers, dat zie je normaal alleen bij sprinters. Voor een klimmer die vier ritten wint in de Vuelta moeten we waarschijnlijk terug naar 1998, toen Jimenez praktisch iedere bergrit won. Al is Roglic veel gevarieerder. Twee aankomsten bergop, sprintje op een heuvel en een tijdrit. Bijzondere taferelen. De vorige tijdrit die hij reed eindigde in een groot drama, hier stelt hij toch behoorlijk orde op zaken. Mentaal sterk, die conclusie mogen we wel trekken. Al is de Vuelta nog lang niet gedaan na deze tijdrit. Carapaz staat nu tweede op 39 seconden, Carthy derde op 47 tellen. Dan Martin en Mas verloren vrij veel tijd, zij doen in principe niet meer mee om de eindzege. Drie renners binnen de minuut, het kan nog alle kanten op. Voor ons alleen maar beter dat Carthy en Carapaz eigenlijk bijzonder sterk hebben gereden en dat Roglic niet eens buitenaards was, al haalde hij dan wel weer schofterig hoge percentages op Mirador de Ézaro naar het schijnt. Daardoor kunnen de laatste dagen van deze Vuelta erg leuk worden, al is het maar de vraag of het parcours voldoende mogelijkheden biedt om de boel overhoop te gooien. Eigenlijk nog maar één bergrit en die is niet al te zwaar. Maar, de koers blijft de koers. Er kan altijd iets gebeuren. Vandaag bijvoorbeeld, een heuvelrit die verrassend eindigt. Met Roglic in zijn derde rode periode trekken we naar Ourense, waar een muurtje op de renners wacht.




De rit gaat van start in Lugo, een stad met bijna 100.000 inwoners, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Een stad die vooral bekend is vanwege de stadsmuren. De Romeinse muur van Lugo dateert uit de 3e eeuw na Christus en is nog grotendeels intact. De muur, met een lengte van meer dan 2 kilometer, omringt het historische centrum van de stad. De vestingwerken werden eind 2000 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO als "het meest vooraanstaande voorbeeld van laat-Romeinse vestingwerken in West-Europa". De muur heeft een eigen bezoekerscentrum, het Centro de Interpretación de la Muralla. Bezoekers kunnen over de gehele lengte over een promenade boven op de muur lopen. Sinds de opname van de muur op de Werelderfgoedlijst in 2000 wordt in Lugo jaarlijks het populaire Arde Lucus-festival gehouden om de Romeinse geschiedenis van de stad te vieren. Er zijn 10 poorten in de muur, waarvan vijf uit de Romeinse tijd stammen en vijf na 1853 werden toegevoegd wegens de groeiende stadsbevolking. De best bewaarde van de vijf oorspronkelijke stadspoorten zijn de Porta Falsa en de Porta Miña. De laatstgenoemde poort heeft nog steeds de oorspronkelijke gewelfde boog tussen de twee torens aan weerszijden van de poort. Van de oorspronkelijke torens langs de muur zijn 49 nog intact. Nog eens 39 torens zijn deels intact. Erg nuttig om te weten, lijkt me. De muur werd ooit gebouwd om de stad te beschermen tegen opstandige plaatselijke stammen en de Germanen. Er viel wel wat te beschermen, in de historische binnenstad van Lugo komen we ook een aantal fraaie gebouwen tegen. Een paar kerkjes natuurlijk, uiteraard ook een prachtige kathedraal. Het barokke stadhuis mag er ook zijn. Vanaf de stadsmuur is er een prima uitzicht over de mooie binnenstad van Lugo, al kun je dit uitzichtpunt ook gebruiken om naar de koers te koekeloeren. Dat deden de mensen in 2016 massaal, toen kwam er een rit aan in deze fraaie stad. Die rit was voor ons Nederlanders vrij dramatisch, de organisatie was vergeten de paaltjes weg te halen in de straten van Lugo en Steven Kruijswijk reed vol op zo'n pijltje. Met een gebroken sleutelbeen moest hij de koers verlaten, terwijl hij nochtans naar de Vuelta was afgereisd om revanche te nemen na de op het laatste moment verloren Giro van dat jaar. De rit werd overigens gewonnen door Gianni Meersman, het was ook de Vuelta van de onbeduidende Belgen die ineens allemaal een rit wonnen. Daarvoor was het tien jaar geleden dat de Vuelta nog eens in Lugo was. De Vuelta van 2006 was een mooie, dit was namelijk de Vuelta van twee absolute grootheden uit Kazachstan. Alexandre Vinokourov en Andrey Kashechkin, zij maakten Valverde toen helemaal gek. In Lugo was dat niet veel anders. Na een lastige finale met nog wat klimwerk reed Vinokourov weg van de rest en won zo de rit met een kleine voorsprong. In een verder verleden won Eddy Planckaert twee keer in Lugo, terwijl Rik Van Looy hier ook ooit won. Met uitzondering van Vino is Lugo dus vooral een stad waar de Belgen optimaal presteren.



Lugo, gelegen aan de Miño, heeft ook een voetbalclub die in de Segunda Divison actief is. Tijdens de neutralisatie rijden we een kort rondje door de stad en komen we ook langs het stadion van de voetbalclub, waarna we de Miño oversteken. Aan de andere kant van het water moeten we nog over een industrieterrein rijden, daarna gaat de rit een stuk verderop pas echt beginnen. In de eerste kilometers van de rit rijden de renners rechtdoor over een gigantisch brede weg. Het gaat een paar kilometer lichtelijk vals plat omhoog, met aan het eind van dit stuk vals plat een steilere halve kilometer. De ambitieuze vluchters kunnen dus meteen aan de slag. Vervolgens gaat het een kilometer of zeven overwegend naar beneden. Paar bochten onderweg, maar het is vrij eenvoudig fietsen dankzij die gigantisch brede weg. Beneden komen we uit in Guntín, waar een paar scherpere bochten liggen. Buiten dit dorp gaat het plots weer omhoog, we beginnen aan een klim van zes kilometer aan 4%. Als de vlucht nog niet was ontstaan zal het hier wel gebeuren. Hilarisch beeld wel, zo'n weg van een meter of 20 breed die rechtdoor omhoog loopt. Enfin, in de buurt van O Hospital wordt het even vlak, waarna het even later nog eens twee kilometer omhoog gaat aan 3%. Daarna volgt er dan weer een langere afdaling, het gaat een kleine acht kilometer lichtjes naar beneden richting Monterroso. Heel lichtjes, zo nu en dan is het gewoon vlak. Als het wel daadwerkelijk naar beneden gaat stelt dat door de brede weg niet veel voor, ondanks een paar bochtjes. Na 31 kilometer bereiken we Monterroso, niet te verwarren met Monterosso. Zonder veel bochtenwerk rijden we dwars door het centrum, buiten dit stadje gaat het zes kilometer verder over een vrij rechte en licht glooiende weg. Af en toe rijden we weer door een dorpje, verder bevinden we ons voornamelijk in de bossen. Voorbij Antas de Ulla gaat het nog eens 3,5 kilometer aan 3,5% omhoog, spannende taferelen in Galicië. Als we dit klimmetje - bij gebrek aan een betere naam - hebben bedwongen volgt er een stukje in licht dalende lijn van vijf kilometer richting Agolada. Weer niet echt een afdaling, ook niet echt lastig. Eenmaal in Agolada hebben we alweer 46 kilometer afgelegd. In dit dorpje komen we een middeleeuwse markt tegen, waar je de oude Galicische cultuur kunt opsnuiven.



Buiten Agolada gaat het nog eens acht kilometer omhoog, nu aan 3% gemiddeld. We rijden over een bochtigere weg, die wel nog steeds enorm breed is. In het bos gaat het niet continu aan 3% omhoog, soms is het wat vlakker en soms is het noodzakelijkerwijs ook wat steiler. Welbeschouwd stelt het allemaal niet veel voor, maar het is in ieder geval duidelijk dat dit geen enorm makkelijke rit gaat worden. Na deze klim, soort van, gaat het een kilometer of drie licht naar beneden tot in Lalín. Merken de renners amper iets van. Eenmaal in Lalín komen we een rotonde tegen, we rijden daarna het centrum binnen waar het een stuk bochtiger wordt. Een stuk of zes bochten later verlaten we dit stadje weer, buiten Lalín gaat het opnieuw omhoog. Vier kilometer aan 4% noteren we nu, allesbehalve imponerend maar we gaan op deze manier wel mooi naar de 3000 hoogtemeters. De weg blijft breed en de omgeving blijft bosrijk, verder valt er weinig te melden over het binnenland van Galicië. Ik zit toch liever aan de kust, denk ik. Na het klimmetje is het even vlak, voor we nog eens een kilometer omhoog gaan. Nu wat steiler, maar goed, klein bier. Hierna gaat het wel een kilometer of vijf naar beneden, zonder dat het naar beneden lijkt te gaan. Geeft toch een vertekend beeld, die brede wegen. Gekke bochten komen we in ieder geval niet tegen, het is eenvoudig fietsen richting Rodeiro. Na de passage in het rurale Rodeiro, waar warempel een rotonde te vinden is, gaan we drie kilometer klimmen aan 5%, por favor. Weer gezellig over een extreem brede weg door een bos, repeterende breuk. Als we dit klimwerk ook weer hebben gehad gaat het 2,5 kilometer naar beneden aan 7,5%, volgens een bord langs de kant van de weg. Gezien een gebrek aan bochten stelt ook dit weer helemaal niets voor. Na dit afdalinkje moeten we nog tien kilometer afwerken voor we Chantada bereiken. In deze tien kilometer gaat het een keer of drie op en af. Twee steile knikjes omhoog, wat lafjes vals plat naar beneden en uiteindelijk nog wat werk vals plat omhoog voor we na een behoorlijk rechte en eenvoudige tocht na 98 kilometer Chantada bereiken.



In de buurt van Chantada verlaten we tijdelijk de grote weg. We nemen de afslag en rijden na een paar bochten door het centrum van dit stadje. In het begin gaat het licht naar beneden, even later is het gewoon vlak. Chantada zelf is niet bijzonder mooi, maar we bevinden ons zo langzamerhand wel in een fraaie omgeving. Chantada is gelegen aan de Rio Asma, de favoriete rivier van menig wielrenner. Even verderop ligt ook de Miño, we fietsen naar deze rivier en zien daar het begin van de Ribeira Sacra. Fietsen we bijna jaarlijks langs, maar het blijft leuk om te zien. Richting het water volgt er wel een korte maar steile afdaling. Buiten Chantada komen we weer op een extreem brede weg terecht, die gaat na een aantal vlakke kilometer ineens anderhalve kilometer aan 7% naar beneden. We rijden vervolgens over de Miño en merken dat de weg aan de andere kant van het water omhoog gaat. De eerste gecategoriseerde klim van de dag is begonnen, een klim die eigenlijk helemaal niet zo spannend is. De Alto de Escairón is 8,7 kilometer lang, het stijgt gemiddeld aan 3,3%. Klimmetje van de derde categorie, niet veel specialer dan wat we al eerder hebben gezien vandaag. In het begin gaat het een paar kilometer wat steiler omhoog, daarna blijft het een beetje vals plat verder omhoog lopen tot de top. Die ligt na 113 kilometer een stuk buiten het dorp Escairón, vandaar de naam. Weer een klim door het bos over een brede weg, andere smaken lijken ze in Galicië niet te hebben. Na de klim is het een kilometer of twee vlak, daarna dalen we acht kilometer af zonder dat er echt sprake is van een afdaling. Het verhaal blijft hetzelfde. De weg is breed en vrij recht, het gaat vooral licht naar beneden. Af en toe wat forser, maar ik ontwaar geen gevaar. We komen uiteindelijk uit in Monforte de Lemos, waar na 126 kilometer de tussensprint ligt. We pakken een keer een afslag mee en we stuiten vlak voor de tussensprint op een rotonde. Daar moeten we naar rechts, vervolgens rijden we rechtdoor de stad binnen waar in 2016 nog een rit van start ging. Dan kom je in het archief bij dit soort teksten uit: Monforte de Lemos is een plaats met ongeveer 20.000 inwoners, de hoofdstad van de Ribeira Sacra. De Ribeira Sacra is een wijnstreek, waar drie soorten wijn worden geproduceerd. Rode Mencía, witte Albariño en witte Godello. Dan weet u dat. Sacra, want dit schijnt een heilige streek te zijn. Ontzettend veel kloosters en dat soort dingen in deze omgeving. Ook Monforte de Lemos heeft een klooster. Daarnaast ook nog een kasteel, alsof het allemaal niets kost.



Vlak voor de tussensprint komen we nog een paar rotondes tegen, daarna slaan we voorbij de tussensprint rechtsaf in het centrum. De mooie gebouwen van Monforte de Lemos komen eigenlijk niet in beeld, dat is wel spijtig. We moeten hopen dat de helikopter bij de les is. TACATACATACATACATACA, etc. Na de bocht naar rechts in het centrum van Monforte de Lemos rijden we eigenlijk gewoon zes kilometer zo goed als rechtdoor. We komen een keer een rotonde tegen, dat is het zo ongeveer. Na een paar flauwe bochten, een stuk verderop, wordt de weg zowaar wat smaller. Het is zo goed als vlak, maar de smallere weg begint na een lopende bocht naar rechts ineens omhoog te lopen. We zijn begonnen aan de volgende klim van de dag, de Alto de Guitara. We missen een r, anders hadden we het de gitaarberg kunnen noemen. In totaal gaat het tien kilometer omhoog, maar de eerste twee kilometer stijgt het zo minimaal dat de organisatie daar geen rekening mee houdt. Nee, de Alto de Guitara is volgens de heren organisatoren een beklimming van de derde categorie die 7,8 kilometer lang is. In deze kilometers gaat het gemiddeld aan 3,8% omhoog, heel spectaculair is het weeral niet. Het begint wel met een kilometer aan 5%, die er eerlijk gezegd veel steiler uitziet dan 5%. Daarna fietsen we een dorpje binnen, Ferreira de Pantón, waar het zo goed als vlak is. Het gaat zelfs lichtjes naar beneden, we komen daardoor op een gemiddelde van 2%. In de volgende kilometer gaat het aan 4% omhoog, maar het is een grillig dingetje. Veel korte steile stukjes en dan langere lopende stroken. Paar bochten onderweg ook, vooral in Ferreira de Pantón. Aan het eind van dit dorp komen we een rotonde tegen, daarna bereiken we de oprit van de brede provinciale weg. Het was even een paar kilometer wat smaller hoor, dat mag niet gebeuren. We fietsen verder omhoog over een rechte en brede weg, het gaat hier wat gelijkmatiger omhoog. Paar kilometer aan 3%, aan het eind gaat het wel nog even richting de 5%. Na de top van de klim dalen we een kilometer of negen af over een gigantisch brede weg. De eerste paar kilometer gaat het bijna volledig rechtdoor, het is dus vrij makkelijk dalen. Even later komen we wel wat meer bochten tegen, maar ingewikkeld kan het dankzij die brede weg niet worden. We fietsen langs een mirador, waar je prachtige plaatjes kunt schieten. Sowieso is deze omgeving prachtig. We fietsen even later langs een stuwdam en weer wat later zijn we getuige van de samenvloeiing van de Miño en de Sil.




Vooral de kloof van de Sil is een favoriet van Unipublic, daar zijn we de afgelopen jaren meerdere malen getuige van geweest. Nu volgen we kloof van de Miño, ook niet misselijk. Nadat we over een paar hoge viaducten zijn gereden volgen we de loop van de Miño tot in finishplaats Ourense. Hoewel we dan nog niet meteen gaan finishen, zoveel mazzel hebben de renners niet. Voorbij Os Peares, waar de rivieren samenkomen, is het ongeveer 20 kilometer fietsen tot in Ourense. We volgen continu dezelfde, brede weg. Langs de Miño is het af en toe licht bochtig, maar de weg is zo breed dat het vooral rechtdoor lijkt te gaan. Af en toe komt het water in beeld, terwijl de heuvels langzaam uit beeld verdwijnen. Het lijkt zo goed als vlak te zijn, toch komen we in deze 20 kilometer blijkbaar wel 200 hoogtemeters tegen. Dat zie je er niet echt aan af, alleen vlak voor we Ourense binnenrijden gaat het daadwerkelijk even omhoog. Eenmaal in Ourense komen we een rotonde tegen, daarna fietsen we onder drie fraaie bruggen door. We fietsen ook nog onder een vierde brug door, die ziet er wat moderner uit. Na die vierde brug slaan we bij een rotonde linksaf, we fietsen richting een volgende rotonde waar een bocht van 180 graden volgt. Daarna rijden we over de brug, jawel! De Ponte do Milenio, een futuristisch exemplaar. Aan de andere kant van de Miño slaan we bij de volgende rotonde linksaf, kort daarna ligt er weer een rotonde in de weg waar we meer naar rechts gaan. Het peloton moet vervolgens de rechterkant van de weg aanhouden, we rijden vervolgens drie kilometer min of meer rechtdoor over een licht glooiende weg in de buitenwijken van Ourense. Aan het eind van deze weg slaan we schuin rechtsaf een iets smallere weg in, het begint nu omhoog te gaan. De laatste gecategoriseerde klim van de dag is begonnen, de Alto de Abelaira. Na een flauwe bocht naar rechts slaan we een paar hectometer later nog eens rechtsaf. We bereiken nu een smalle weg, een echt smalle weg. Een slechte weg ook, dat was althans in 2013 zo. We gaan 7,6 kilometer klimmen aan 3,8% gemiddeld, andere bronnen houden het op 6,4 kilometer aan 4,2%. Dit klimmetje van de derde categorie kan onmogelijk moeilijk genoemd worden, maar als je met een groot peloton naar deze klim trekt wordt het toch nerveus. Vooral omdat het zo smal is, ook omdat het bochtig is. Tussen de bomen door gaat het eigenlijk nooit heel steil omhoog, vooral veel regelmatig werk rond de 4%. Pas in het slot van dit klimmetje gaat het een kilometer aan 5% omhoog, spannender dan dat wordt het niet. We bereiken Cima da Costa, waar we linksaf slaan. Hierna fietsen we verder over een bredere weg richting Abelaira, waar na 182 kilometer de top van de klim volgt.




Het is nu nog iets meer dan 20 kilometer fietsen tot de finish in Ourense. Er volgt een kleien afdaling van twee kilometer, gedurende die afdaling wordt de weg plots weer wat smaller. Een paar scherpe bochten onderweg, toch even opletten hier. Even later gaat het dan weer kort omhoog, kilometertje aan 6%. We komen uit bij een rotonde in het gehucht Camponovo, hier gaan we naar rechts. Sowieso veel gehuchten hier, we rijden van dorpje naar dorpje. Buiten Camponovo rijden we nog drie kilometer verder over een smalle en bochtige weg. Het gaat een kilometer naar beneden, met wat scherpe bochtjes onderweg. Vervolgens gaat het nog eens een kleine kilometer iets meer dan vals plat omhoog. We komen uit in Outeiro, waar we na nog een paar bochten linksaf slaan. We laten de smalle weg achter ons en rijden over een brede weg verder. De echte afdaling gaat nu beginnen, we dalen vijf kilometer af richting de Miño. Dankzij de brede weg is deze afdaling redelijk goed te doen, al komen we wel een aantal stevige bochten tegen. Een stuk of vier haarspeldbochtachtige bochtjes, ook nog wat andere bochten. Tijdens een deel van de afdaling is er een mooi uitzicht over de omgeving, we zien in de verte Ourense liggen. Als we bijna beneden zijn komen we nog wat pittige bochten tegen, daarna slaan we linksaf en bereiken we een nog bredere weg. We gaan terug naar Ourense over die brede weg langs de Miño, bevinden doen we ons op 12 kilometer van het eind. De weg langs het water volgen we tien kilometer, de eerste vijf daarvan rijden we over een golvende weg. Het gaat nog een keer of drie kort omhoog, direct na de afdaling volgt er zelfs een kilometertje aan 5%. Even verderop volgt er nog een lastige kilometer, vervolgens dalen we anderhalve kilometer af zonder dat het echt merkbaar is. Op vijf kilometer van het eind komen we een keer een wegversmalling tegen, maar dat duurt niet lang. We rijden vervolgens drie kilometer verder over een brede, vlakke en rechte weg. Zo goed als, althans. Op twee kilometer van het eind komen we een rotonde tegen, hier slaan we rechtsaf waarna we via de vijfde brug van Ourense naar de finale rijden.




Op wat flauwe bochten na is het een makkelijk aanloop naar de absolute slotfase. Het is ook zo goed als vlak geworden, al komen we nog wel een stukje vals plat tegen voor de rotonde. Van die rotonde hebben we overigens weinig last, de bocht daar zal ruim zijn. We rijden over de brug, de minst opvallende van het stel. Aan het eind van deze brug houden we de rechterkant van de weg aan, we noteren een kleine versmalling. We komen uit bij een rotonde, waar we rechtsaf slaan. Het gaat nu even rechtdoor, terwijl de weg nog vlak is. Even later moeten we wel een chicane door. Het gaat eerst naar links, daarna direct naar rechts. Een lastige bochtencombinatie. Vervolgens komen we uit bij een rotonde, waar we dan weer naar links moeten. We fietsen nu rechtdoor de laatste kilometer binnen, terwijl de weg pittig omhoog begint te lopen. De bronnen verschillen een beetje, maar we zitten ergens tussen de 1,1 kilometer aan 6,5 à 7%. Vrij heftig dus. We beginnen de slotkilometer met een lange en lopende bocht naar rechts over een brede weg, hier gaat het aan 9% omhoog. Na de lopende bocht gaat het even rechtdoor, over een weg waarvan ik hoop dat ze de drempels hebben verwijderd. Even later slaan we rechtsaf, de weg wordt smaller. Bijna meteen slaan we linksaf, de weg wordt nóg smaller. Het asfalt ziet er ook slecht uit, maar dat zal voor de gelegenheid vast zijn opgelapt. Na de bocht naar links rijden we de laatste 600 meter binnen, dit laatste deel van de rit speelt zich af op het terrein van een seminarie. Het blijft vrij steil omhoog gaan, aan 7%. In de laatste meters van de rit komen we nog een lange bocht naar rechts tegen, daarna blijft het tot aan de finish een beetje naar links gaan. Er zit nog een vlakker stukje aan het eind, waarna het in de laatste meters weer vrij steil is. We finishen voor de deur van het Seminario Maior "Divino Maestro".




We komen aan in een buitenwijk van Ourense, daar waar de Vuelta in 2016 groots van start ging. Twee dagen waren we in de stad, praktisch een hele week in Galicië. De Vuelta van 2016 begon met een ploegentijdrit, gewonnen door Team Sky. Op de tweede dag reden we van Ourense naar Baiona, waar Gianni Meersman de sprint zou winnen. Ourense dus, een redelijk grote stad in het hart van Galicië met meer dan 100.000 inwoners. Het is een stad met verschillende thermen. Daarnaast kan je hier ook behoorlijk wat mineraalwater vinden. We zitten uiteraard in de provincie Ourense, een provincie waar je struikelt over de warmwaterbronnen. Bovendien is het ook nog eens een wijnstreek, dat hebben we tijdens de rit al deels gezien. Mooie omgeving om te vertoeven, daar kwamen de Romeinen meer dan 2000 jaar geleden ook al achter. Zij besloten zich te vestigen in wat we nu Ourense noemen. Nu is het nog steeds een populaire plaats, vooral vanwege de thermen. Een van de huidige thermen schijnt op dezelfde plek te zitten als waar de Romeinen vroeger al pleisterden. Leuk allemaal. Ourense hoeft het daar niet alleen van te hebben, het is sowieso wel een mooie stad. Een historische binnenstad, met allemaal oude bouwwerkjes, nauwe straatjes waar je kan verdwalen en een kathedraal. Die kathedraal schijnt redelijk belangrijk te zijn, het wordt gezien als het belangrijkste gebouw van de stad en het is de op één na oudste kathedraal van Galicië. Ze hebben hier ook heel veel bruggen, dat hebben we al gezien. Nieuwerwetse bruggen, maar ook een oude Romeinse brug. En een seminarie dus. Twee zelfs, eigenlijk. Een seminario mayor en een seminario menor. Omdat ik eigenlijk niet eens zo helder had wat een seminarie nu precies is heb ik Wiki maar even geraadpleegd. Er zijn vast meer onbenullen met beperkte parate kennis die dit niet weten: Een seminarie of seminarium is een instelling of universiteit voor de opleiding van geestelijken. In de Katholieke Kerk is dit meestal onder de vorm van een internaat onder leiding van een rector. Het idee van een seminarie stamt uit de 16e eeuw en was deel van de contrareformatie. Nou, de renners kunnen na de koers meteen opgeleid worden tot pastoor. Ourense is verder ook een industriestad, er zit hier onder meer wat kledingindustrie. De Vuelta is hier vaker geweest, 2016 was niet de enige passage. In een verleden dat ver achter ons ligt wist Laurent Jalabert hier zelfs twee keer te winnen, in 1992 en 1995. In 1995 won Jalabert vijf ritten én het eindklassement, we hebben iemand in het huidige peloton die zomaar eens die prestatie zou kunnen evenaren. In het verleden was Ourense gigantisch populair, we zijn hier al een keer of 20 geweest. In recente jaren is de stad wat uit beeld verdwenen, maar met Jalabert, Sean Kelly en Txomin Perurena staan er toch mooie namen op de erelijst. We gaan er voor het eerst in 25 jaar tijd iemand aan toevoegen.



In startplaats Lugo gaat het overdag 12 graden zijn, we gaan een beetje de verkeerde kant op. Al is het wel droog, dat is dan weer mooi meegenomen. Er staat een stevige bries vanuit het noordoosten, dat wil zeggen dat ie gedurende het eerste deel van de rit in de rug zal staan. Dat is wel gunstig voor de koplopers, in principe. In Ourense wordt het iets minder fris, 15 graden. Ook daar geen kans op regen, de wind komt uit dezelfde richting. Het waait hier wel wat minder dan in Lugo. Sowieso komen we in het laatste deel van de rit ook meer beschutting tegen, dus dat zou uiteindelijk niet echt een enorme rol moeten spelen. Voor corona stoer begon te doen was dit de langste rit van de Vuelta. Dat is nu niet meer zo, maar het is nog steeds een vrij lange rit. Daarom beginnen we er betrekkelijk vroeg aan, om 12:00 stipt wordt er met het vlaggetje gezwaaid. Sporza gaat om 14:35 live, zoals te doen gebruikelijk. Missen we de eerste 100 kilometer, als kiespijn waarschijnlijk. Al zal het een drukke dag zijn voor zij die in de vlucht willen zitten. De aankomst wordt verwacht tussen 16:59 en 17:31.



Spannend hè, die Amerikaanse verkiezingen? Ik heb het tussen het tikken door een beetje gevolgd en ik heb genoeg gezien: nog eens vier jaar Trump. Humor om te snijden. Niet dat het verder ook maar iets uitmaakt, Biden was net zo lachwekkend geweest. Die halen ze iedere dag op in het mortuarium, niet te doen. Beetje balsemen die handel en gaan. Enfin, de koers zou ook spannend kunnen worden. We hebben er ineens een nieuwe invalshoek bij. In principe leek me dit een rit voor de vluchters. Maar na de tijdrit van gisteren kan ik me best voorstellen dat Jumbo vandaag een poging wil wagen om de boel te controleren. Roglic kan dit sprintje namelijk winnen en dan wat bonificaties pakken. Dan ga je toch met een beter gevoel naar La Covatilla. De twee ritten hierna lenen zich voor de vlucht, of voor een sterke sprinter. Daar zou het grote gevaar niet moeten zitten, denk je op voorhand. Andere ploegen willen misschien ook wel een duit in het zakje doen. Astana voor Aranburu, Quick Step voor Bagioli, dat soort grappen. Een beetje hetzelfde als we zagen in Suances, min of meer. Kan ook zijn dat die andere ploegen daar geen zin meer in hebben na de demonstratie van Roglic aldaar, maar dat zien we dan wel. Het is laat zat inmiddels, ik ga niet nog vijf vluchters uit m'n duim zuigen. Nee, we houden het bij wat punchers. Is makkelijker.
1. Bagioli. Waarom niet? Hoefde alleen Roglic en Grosssssschartner voor zich te dulden in Suances, dan kun je ook zomaar winnen bij de volgende gelegenheid.
2. Aranburu. Viel een klein beetje tegen op het vorige muurtje, daarom durf ik 'm niet meer op 1 te zetten. Jammer, maar een tweede plaats is ook niet slecht.
3. Roglic. Omdat iedere rit winnen ook wel een beetje veel is. Je hebt ook een lichtelijk probleem als je in een rijtje wordt geplaatst met Jalabert. Alsnog, paar tellen erbij. Kan tellen. Haha.
4. Grosssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssschartner. Stiekem weet ik wel waar de ß zit hoor.
5. Cort. Hoef je niet lang over na te denken.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196046218
Als Roglic extra seconden wil, is vandaag ideaal, maar denk niet dat Jumbo de hele dag achter een kopgroep aan gaat knallen en andere ploegen zullen toch vooral in de vlucht willen zitten..

En de vraag is ook of zaterdag wel doorgaat :o

twitter
pi_196046399
Het wordt toch ook wel eens tijd om het cynisme over Rogla aan de kant te zetten? Als je alle zeges op een rijtje zet, zijn dat niet zomaar wat zeges. Arrate-Eibar was uitstekend inschatten bochtenwerk, Moncalvillo was een prachtig gevecht, Suances is listig, de tijdrit was ook close.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_196049120
Kuss, Soler, G. Martin, Wellens en Verona zijn in de aanval.
pi_196049140
4 Jumbo's mee :')
pi_196049222
Poels en Grosssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssssschartner zijn ook mee.
  woensdag 4 november 2020 @ 12:56:52 #7
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_196049312
Saaie bergritten integraal uitzenden en dit soort oorlogen missen is toch ook wel een fenomenaal iets.
Put these foolish ambitions to rest.
  woensdag 4 november 2020 @ 12:59:51 #8
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_196049354
quote:
0s.gif Op woensdag 4 november 2020 12:56 schreef Koffieplanter het volgende:
Saaie bergritten integraal uitzenden en dit soort oorlogen missen is toch ook wel een fenomenaal iets.
Toch gek dat je niet eens de optie hebt om het te bekijken
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_196049358
Gevangen.
  woensdag 4 november 2020 @ 13:00:26 #10
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_196049371
twitter
Put these foolish ambitions to rest.
pi_196049565
En ze zijn weg.

Marc Soler (Movistar Team), Tim Wellens (Lotto Soudal), Van Baarle (Ineos Grenadiers), Michael Woods (EF Pro Cycling) y Stybar (Deceuninck Quick-Step).

Vijf is weinig voor de nodige dynamiek.
pi_196049613
Zuid-Afrikaanse entente in de achtervolging.
pi_196049847
quote:
0s.gif Op woensdag 4 november 2020 12:56 schreef Koffieplanter het volgende:
Saaie bergritten integraal uitzenden en dit soort oorlogen missen is toch ook wel een fenomenaal iets.
Ook altijd leuk hoe er dan totaal ongeloofwaardige acties gebeuren als een groepje Barbero die even de oversteek maken.

En meteen weer gelost worden. :D
  Moderator woensdag 4 november 2020 @ 13:30:36 #14
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196050100
Arme Carlos. Batterij leeg.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 4 november 2020 @ 13:35:39 #15
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_196050309
Arensman en Périchon dus ook vooraan.

2 Nederlanders mee w/ (die wss allebei niet gaan winnen).
  Redactie Sport woensdag 4 november 2020 @ 13:40:41 #17
451829 crew  H.Vviv
pi_196050345
quote:
1s.gif Op woensdag 4 november 2020 13:35 schreef Slobeend het volgende:
Wie gaat er controleren? Astana?
Ja
  woensdag 4 november 2020 @ 13:51:37 #18
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_196050568
Prima groep dit
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_196050612
Matig dat Jumbo het ploegenklassement hier weggeeft.
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 4 november 2020 @ 13:59:26 #20
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_196050771
twitter
  woensdag 4 november 2020 @ 14:00:08 #21
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_196050789
Doe nu maar niet, Thijs
pi_196050819
Sterke groep. Die zien ze niet meer terug.
pi_196050880
Hup Stybar.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  Moderator woensdag 4 november 2020 @ 14:12:04 #24
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_196051012
quote:
0s.gif Op woensdag 4 november 2020 14:04 schreef El-Stinho het volgende:
Hup Stybar.
Waarom zeg je dit?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_196051020
Arensman mag zijn sterke optreden best bekronen met een ritwinst.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')