Het was een tijdlang heel populair, hier en op de twitters en tv-kanalen, om op te roepen tot strengere maatregelen. Dat werd gezien als noodzakelijk en dé oplossing voor de toenemende besmettingsaantallen. Maar hoe terecht is dat eigenlijk? Is het zo dat steeds strengere maatregelen opwegen tegen de resultaten?
Wellicht dat we hier er eens een gesprek over kunnen voeren. Ik trap wel af met een lange uiteenzetting over hoe ik het zie.
Hoe zit het ongeveer ook al weer? Een vlugge schets, met wat ik van het virus denk te weten en te begrijpen.
Het SARS-COV-19-virus is nieuw, redelijk besmettelijk en redelijk dodelijk, zonder echt werkende behandeling. Ongebreideld het virus zijn gang laten gaan, zorgt voor een totale overbelasting van de zorg, met ontzettend veel nevenschade en onnodige doden tot gevolg. Vooropgesteld:
Dit is dus niet de bedoeling.
Aangezien je besmette personen nodig hebt, om anderen te besmetten, kijken we bij het virus naar de relatieve groei binnen de populatie, de zogenaamde R (of R-effectief/Reff). Is de R > 1, dan neemt het aantal besmette personen in (absoluut) steeds snellere mate toe. In principe, zonder maatregelen en zonder personen die immuun zijn wegens eerdere infecties, zou deze R in de normale Nederlandse samenleving ergens rond de 2,5 liggen.
Aangezien je enkel besmet kunt raken met het virus door het fysiek binnen te krijgen,
is de belangrijkste en meest relevante maatregel tegen het virus het houden van afstand. De afstand die nodig is om het grootste deel van de oversprongen te voorkomen, ligt ergens voorbij de 1 meter. Uit praktische overwegingen, is in Nederland de
anderhalve meterregel van kracht. Met deze maatregel + druktebeperkingen (omdat drukte sowieso handhaving van de anderhalve meterregel bemoeilijkt) wordt de R ongeveer tot onder de 1,5 geduwt, zelfs als een groot deel de maatregel laat versloffen. Dat is een ontzettend sterk resultaat, aangezien het dus een aanzienlijk deel van de besmettingen al weet te voorkomen.
De anderhalve meterregel is een maatregel die voor iedereen geldt. Iedereen. Ook voor de mensen die niet besmet zijn. Terwijl, technisch gezien, voor de niet-besmette mensen het niet uitmaakt als ze in elkaars aura komen - als geen van beide het virus bij zich draagt, kunnen ze geen van beide besmet raken. De anderhalve metermaatregel is dus, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de quarantaine - een andere grote maatregel die verspreiding tegen moet gaan - een generieke, waar iedereen hinder van ondervindt.
Dat kan worden verdedigd doordat het zo'n effectieve maatregel is, die slechts een fractie van de tijd echt hinderlijk is. Ik zit doorgaans toch al meer dan anderhalve meter weg van mensen, en plekken waar je dat niet bent, moet je echt wel opzoeken. Dit is dus een maatregel die generiek is maar ook niet zo heel vaak van toepassing.
Nu was, door de verslonzing, de anderhalve metermaatregel met groepsgroottebeperking/drukteregulering, niet voldoende en kwamen er strengere maatregelen - de maatregelen van 28 september. Geen publiek meer bij wedstrijden, na 10 uur 's avonds de cafés dicht, werk vooral thuis. Maatregelen die naast de vermindering van de besmettingsmogelijkheden, vooral ook de mobiliteit moesten tegengaan - mobiliteit en de gepaardgaande nieuwe besmettingsclusters zijn een belangrijke drijfveer van groei van het besmettingsaantal.
Opnieuw een pakket generieke maatregelen, maatregelen waar iedereen hinder van ondervindt omdat iedereen zich eraan moet houden - terwijl het in theorie genoeg zou zijn als iedereen met het coronavirus zich zou conformeren. Maar, verdedigbaar, vrijwel alles was nog open - de café's en restaurants ook, alleen moest je om 22 uur weg zijn. Dat ging nog. Deze maatregelen zorgden voor een daling van de R van rond de 1,3 naar rond de 1,1 -> een afname van zo'n 15% van de besmettingen. Best effectief nog.
Aangezien de R nog steeds boven de 1 lag, was dit niet genoeg. Het aantal besmettingen nam nog steeds toe, weliswaar in een duidelijk lager tempo dan eerst, maar toch, er moest meer gebeuren.
En toen kwam er dus een nog generieker, nog strenger pakket waar iedereen dus hinder van ondervindt, terwijl slechts een fractie van de bevolking uiteindelijk het virus kan overbrengen. Alle reca (van horeca) dicht, vrijwel alle amateursport stilgelegd, enzovoort. En dit helpt dan met het virus van 1,1 naar zeg 0,9 afschalen - nog een keer 18-20% van de besmettingen wordt hiermee voorkomen.
Hoewel de maatregelen dus veel ingrijpender zijn, is het maar 20% extra op de maatregelen die er al lagen. Nog strengere maatregelen, waarbij je echt niet meer naar buiten mag, zijn stuk voor stuk allemaal generiek en voor iedereen. Stel dat je met een nog strengere lockdown van 0,9 naar 0,75 gaat - zoals in Israël bijvoorbeeld gebeurde - hiermee voorkom je nog eens 15% meer besmettingen.
Maar is dat het dan waard? We gaan van een situatie waarin de generieke maatregelen weinig impact hadden op het dagelijks leven - je kon er in ieder geval nog omheen plannen - naar een situatie waarin ze het dagelijks leven volkomen domineren, terwijl die extra stappen wel wat extra doen, maar ook weer niet zoveel extra. Er lijkt een soort exponentiële groei te zitten in hoe streng de maatregelen moeten zijn, om nog een keer eenzelfde effect op de besmettingen te hebben.
Bekijk ook het mondkapje. Als iedereen anderhalve meter afstand houdt, doet het mondkapje weinig tot niets extra's. Als twee mensen elkaar ontmoeten die beide niet besmet zijn, doet een mondkapje sowieso niets - want er kan geen virus overdracht plaatsvinden. Wanneer bewijst het mondkapje zijn nut: alleen in een situatie waarin twee mensen redelijk/te dicht bij elkaar staan en een van de twee besmettelijk is (en dan nog steeds is het niet duidelijk hoeveel van de besmettingen je hiermee voorkomt). En waar de anderhalve meter maatregel nog iets is dat enkel aan de orde is, als er mensen bij je in de buurt komen, zijn verplichte mondkapjes áltijd van kracht - ook in een lege treincoupé, ook als er niemand te zien is. En ook dit is dus een generieke maatregel, die wellicht iets oplevert maar een veel hogere aanwezigheid heeft in het dagelijks leven dan bijvoorbeeld de anderhalve meterregel.
Het zou in mijn ogen in ieder geval, goed zijn als het idee: 'alle beetjes helpen' niet zo gepropageerd wordt als dé manier om naar virusindamming te kijken. Het 'beetje' in 'alle beetjes helpen' slaat namelijk op de mariginale bijdrage aan het terugdringen van het aantal besmettingen, maar het zegt niets over de tegenwoordigheid in het dagelijks leven van iedereen - dat kan factors hoger zijn.
Uiteindelijk komt al het effect van de maatregelen vanuit de groep mensen die besmet is en die niet de mogelijkheid wordt geboden om anderen te besmetten. Goed inzetten op quarantaines van (potentiële) ziektedragers in combinatie met generieke beperkingen - maar dus geen uitsluitingen - lijkt mij een hele natuurlijke, evenwichtige manier van het bestrijden van dit virus. Het opsluiten van alle gezonde mensen hoort daar allesbehalve bij.
Dit topic is niet bedoeld om 'We moeten alle maatregelen terugdraaien'/'Hurdur, de economie gaat kapot'-reacties uit te lokken. Deze pandemie is een serieus probleem dat wel degelijk vergaande maatregelen vergt en rechtvaardigt om in te dammen.