FOK!forum / Wielrennen / [Giro] Etappe 9: San Salvo - Roccaraso (Aremogna) #2
Jason22zondag 11 oktober 2020 @ 21:50
Tappa 9: San Salvo - Roccaraso (Aremogna), 207 km

Een reiger, leuk he? Een kokosmakroon, daar hebben ze in België nog nooit van gehoord. Zo'n rit was het, eigenlijk. Oja, Yates heeft corona. Dat kan nog lachen worden de komende dagen, zou toch bijzonder zijn als hij al sinds maandag rond aan het fietsen is met klachten zonder iemand anders aan te steken. Laten we hopen dat hij inderdaad niemand anders heeft besmet, we willen immers wel Milaan halen. Hoewel, als ze iedere dag zo rijden... Voordat de uitzending begon was er blijkbaar een flinke strijd om in de kopgroep van de dag te komen, maar uiteindelijk reed er een heel minimaal groepje met mindere goden weg. Die groep kreeg snel een grote voorsprong omdat alleen Keisse op kop reed in het peloton. Bora had er geen zin meer in, mede omdat ze Gamper verloren maar ook omdat ze niet echt zijn geholpen door andere ploegen de afgelopen dagen. Sunweb deed weer mooi niets, de aanvalslust van de Tour is als sneeuw voor de zon verdwenen. De voorsprong van de koplopers liep op naar tien minuten, een flopdagje. Totdat Fuglsang pech had in een afdaling, dat was het signaal voor Trek om toch even hard op kop te rijden. De voorsprong werd rap minder, totdat Trek vrij snel besloot te stoppen. Toch even met de hand over het hart gestreken, Jakob kon weer mooi aansluiten samen met Majka. Daarna gebeurde er niets meer in het peloton, op een paar valpartijtjes na. In de kop van de koers werd het spel gespeeld toen we aan de plaatselijke ronde begonnen. Israel was met twee, dus besloten ze om en om aan te vallen. Dat lukte niet helemaal, vervolgens werden beide renners van Israel, Dowsett en Brandle, gelost op de steile klim in de finale. Puccio en Holmes bleken bergop de sterkste twee te zijn, maar na de klim lieten ze iedereen terugkomen. Niet echt handig. Vooral ook niet handig om vervolgens niet te reageren als Dowsett nog eens in de aanval gaat. Voor we het wisten had Dowsett bijna een minuut voorsprong. Hij verloor de helft van die voorsprong tijdens de tweede passage op de steile klim, maar in het stuk daarna wist hij zijn voorsprong weer uit te breiden. Puccio en Holmes bleken weer sterk daarachter, maar een goede samenwerking zat er niet in. Heb je een keer een kans om wat te winnen, ga je er zo mee om. Wel een mooie overwinning voor Dowsett, altijd leuk om te zien dat het iemand ook echt iets doet. Even later werd Puccio tweede, voor Holmes en Rosskopf. Dat het een merkwaardige sport blijft hoeven we niet te zeggen, heeft Karsten al voor ons gedaan. Een minuut of 14 later volgde er nog een obligaat sprintje in het peloton, gewonnen door Matthews. Snel door. We sluiten de eerste week af met een geïmproviseerde bergrit. Roccaraso stond oorspronkelijk niet op de plannen, maarja, we weten ondertussen hoe het zit.

PLAN_852x852_2020_TAPPA-9-1.jpg?v=20200929185149
ALT_1280X852_TAPPA-9-.jpg?v=20200929185143

De laatste rit van de eerste week gaat van start in San Salvo, een plaats met 20.000 inwoners in de provincie Chieti. We bevinden ons aan de rand van de Abruzzen, als je een klein stukje naar het zuiden gaat zit je plotseling in Molise. San Salvo bestaat uit twee delen. Er is een San Salvo Marina, aan de kust uiteraard, de rest van San Salvo ligt een stukje verder landinwaarts. Vanwege de ligging aan de kust trekken ze hier wat toeristen aan, verder moet San Salvo het hebben van landbouw en glasindustrie. Ja, ze zijn hier goed met glas. Staat in het stadje ook een of andere kunstwerk gemaakt van glas, helemaal fantastisch. De Giro is hier ooit een keer geweest, in 2013. Toen vertrok er vanuit dit niet al te boeiende plaatsje een rit richting Pescara, alwaar Adam Hansen solo zou winnen. Dat is het wel zo'n beetje, vrees ik. Paar kerkjes, veel industrie en een strand. Oja, er is ook nog een klein archeologisch parkje. De Romeinen zijn hier geweest en ook in de middeleeuwen was hier wel wat te doen, er zijn nog wat minimale overblijfselen uit die tijd over. Een oude fontein, bijvoorbeeld. Zowel Wikipedia als het roadbook komen ook nog terug op het lokale festival, San Vitale. Blijkbaar versieren ze dan tractoren en delen ze taralli uit aan omstanders, het lokale snackje. Je maakt wat mee, in San Salvo.

piazza-san-vitale-2.jpg

Na de neutralisatie gaat de weg bijna direct omhoog. We rijden over wegen die voor sommige renners bekend zullen zijn, in 2017 reden we ook al over deze weg. Toen waren we onderweg naar Blockhaus en reden we vanuit Montenero di Bisaccia via San Salvo naar Vasto. Dat doen we nu ook. We rijden eerst langs de kust, maar kiezen dan voor de weg richting het centrum van Vasto. Deze weg loopt omhoog, drie kilometer lang. Vooral de eerste twee kilometer stelt dat wat voor, het gaat aan 5% omhoog. Daarna gaat het wat vlas plat verder in het centrum van Vasto, waarna het al snel weer vlak wordt. Wel een lekker begin, de rittenkapers kunnen meteen hun duivels ontbinden. Je moet het ook wel snel doen, want hierna dalen we een aantal kilometer af richting de kust, waar we vervolgens een kilometer of 20 gaan blijven. Vooral brede en rechte wegen, die bovendien behoorlijk vlak zijn. Paar rotondes, wat dorpjes en uitzicht over zee. Dit is gelijk aan de rit uit 2017, hierna volgen we alleen een tijdje een gekke route. Ter hoogte van een kruispunt waar we hendik sjiek linksaf zouden kunnen slaan gaan we juist naar rechts, waarna we een paar bochten verder een tijdje praktisch over het strand rijden. We fietsen ook door een kustplaatsje. Aan het eind van dit plaatsje slaan we linksaf, behoorlijke versmalling hier. Weer wat bochten verder slaan we nog eens linksaf, scherpe bocht. Daarna rijden we terug naar het kruispunt van net, alwaar we nu rechtsaf slaan. Paar kilometer omgereden voor Jan met de korte achternaam. Wel langs de palmbomen gereden, dan krijg je dit soort plaatjes:

Ej9j30bX0AE9sWN?format=jpg&name=4096x4096

Ook wat waard natuurlijk. Na de bocht naar rechts laten we de kust achter ons, we trekken het binnenland in. De weg het binnenland in gaat eigenlijk gewoon doodleuk 20 kilometer rechtdoor. Het loopt soms heel minimaal vals plat omhoog, maar eigenlijk is het nog vlak. Een brede weg rechtdoor in een gebied waar we vooral veel industrie vinden. Niet echt reclame voor Italië, in tegenstelling tot de rit van gisteren. Aan het eind van deze weg slaan we in de buurt van Piane d'Archi rechtsaf, waarna we op weg gaan naar Guardiagrele. Duurt nog wel even voor we die stad bereiken, dat dan weer wel. Ook dit is weer een stuk van 20 kilometer over dezelfde weg, maar dan wel met wat meer bochten en ook wat meer hoogteverschil. We fietsen langs Casoli, terwijl een stukje verderop ook steden als Lanciano en Chieti liggen. Toch altijd belangrijk om even te benoemen, aangezien daar renners als Cataldo en Ciccone vandaan komen. Local heroes, je weet maar nooit waar deze informatie goed voor is. De weg richting Guardiagrele loopt steeds een beetje vals plat omhoog, hoewel we nog even moeten wachten op het echte klimwerk. Een keer twee kilometer aan 4%, daar blijft het voorlopig bij. Na dat stuk gaat het dan wel weer kort naar beneden, maar de weg in dit landbouwgebied is breed en fatsoenlijk geasfalteerd. Na dit korte afdalinkje gaat het 3,5 kilometer aan 5% omhoog, heftig. Via een paar haarspeldbochtjes werken we toe naar Guardiagrele. Aan het eind van de klim is het een paar meter vlak, vervolgens gaat het nog eens twee kilometer omhoog aan een procent of vier. Eenmaal boven zijn we gearriveerd in Guardiagrele, waar na 75 kilometer de eerste tussensprint van de dag volgt. Guardiagrele is - in ieder geval bij mij - vooral bekend van de Tirreno, een epische rit in de editie van 2014 eindigde in deze stad op een of ander godsonmogelijk muurtje. Een meter of 800 aan 22% met een steilste strook aan 30%, dat soort werk. Een hevig dansende Contador kwam amper boven, dat was wel genieten hoor. Reed wel mooi de tegenstand naar huis en won de rit, het was een vermakelijke coureur. Die rit is blijven hangen, daarom is er nu toch ook wel een lichte teleurstelling dat we dat muurtje nu overslaan. Gelukkig hebben we de beelden nog.

porta-san-giovanni.jpg

Het is extra jammer dat we de Muro di Guardiagrele niet meepakken omdat we letterlijk langs deze muur fietsen. We rijden er gewoon recht voorbij, dju toch. Je hoeft maar linksaf te slaan en het gaat gelijk aan 30% omhoog, in plaats daarvan volgen we de hoofdweg die een beetje half slap omhoog loopt tot in het centrum, waar dus de tussensprint ligt. Gemiste kans. Enfin, leuke stad wel hoor, Guardiagrele. Vanuit Guardiagrele rijden we naar Bocca di Valle. Het is eerst een kilometer of drie zo goed als vlak, daarna gaat het nog eens anderhalve kilometer redelijk pittig omhoog aan een procent of zeven. Voorbij Bocca di Vallei gaat het zes kilometer naar beneden richting de voet van de Passo Lanciano. De afdaling kent flink wat bochten, ik zie hier zomaar een paar jongens van Trek hard doortrekken. Beneden is het niet vlak, nee, het gaat direct vals plat omhoog tot in Pretoro, alwaar we de voet van de Passo Lanciano aantreffen. Deze behoorlijk bekende klim gaan we voor het eerst sinds 2009 weer eens van deze kant beklimmen. Vanuit Pretoro is de Passo Lanciano 12,7 kilometer lang. In deze kilometers gaat het aan 7% gemiddeld omhoog. En dan te bedenken dat dit nog de makkelijkste kant is ook, de Passo Lanciano kan veel moeilijker worden gemaakt als je er van een andere kant aan begint. Je kan het daarna nog moeilijker maken door daadwerkelijk naar de top te klimmen, naar Blockhaus. Dat hebben we alleen al een tijd niet meer gedaan. In 2017 kwamen we hier nog langs, toen gingen we wel wat meer naar de top van de Blockhaus maar nog steeds niet helemaal. Quintana won, voor Pinot en Dumoulin. Wel een andere en veel lastigere beklimming toen, eigenlijk totaal niet te vergelijken. Het verleden is eigenlijk helemaal niet zo rullevant aangezien de Passo Lanciano nu gewoon als een opwarmertje wordt gebruikt. Best een regelmatige klim vanaf deze kant, alleen in Pretoro en omgeving gaat het tijdelijk steil omhoog. Verder steeds rond de 7% eigenlijk. Hooguit een keer een halve kilometer aan 8%, ingewikkelder wordt het niet. Alsnog mooi om de benen op te warmen, prima. Na 100 kilometer komen we boven op deze klim van de eerste categorie.

DETT.-SALITE-T9-PASSO-LANCIANO.jpg
passolanciano_14.jpg

Ja, Passo Lanciano. Valt veel over te vertellen, zoals dat Basso hier in 2006 met een uur voorsprong won. Maarja, het leukste is toch als we helemaal naar Blockhaus gaan, wat we niet doen, want we gaan naar beneden. Een lange afdaling van 17 kilometer richting Scafa, amai. Dit wordt een pittige afdaling. De weg omhoog was breed, naar beneden zal het een stuk smaller zijn. We rijden door een bos, waar men heel wat (haarspeld)bochten heeft verstopt. Door de bomen zag men het asfalt niet meer, dus zitten er wel wat gaten en scheuren in de weg. Al is het niet continu moeilijk, het gaat ook een keer drie kilometer zo goed als rechtdoor buiten het bos. In de buurt van Lettomanoppello wordt het dan wel weer lekker bochtig, er zitten zelfs een paar lastige bochten tussen. Buiten dit dorp moeten we nog een aantal pittige bochten door, daarna is het in de laatste vijf kilometer van de afdaling een stuk makkelijker. De weg wordt breder, de bochten verdwijnen langzaam en het wordt ook wat minder steil. Wel komen we een paar rotondes tegen, jeetje. Eenmaal in Scafa slaan we bijna direct weer linksaf, waarna we aan het volgende klimwerk gaan beginnen. Klimwerk dat deels bekend is, want tijdens de Giro van 2017 reden we onderweg naar Blockhaus ook vanuit Scafa naar San Valentino in Abruzzo. Alleen sloegen we toen voorbij San Valentino af richting Roccamorice, nu rijden we rechtdoor verder naar de volgende gecategoriseerde klim van de dag. Voordat we officieel aan de klim beginnen gaat het eerst 8,5 kilometer omhoog aan 4,7%, de organisatie vindt het niet eens de moeite van het vermelden waard. Hierna is het even vlak, waarna we na een klein stukje vals plat kort af gaan dalen richting Caramanico Terme. Hier komen we na 137 kilometer aan, nog een kilometer of 70 tot de finish.

terme-caramanico-abruzzo.jpg

In en rond het thermenstadje komen we ook wat fraaie natuur tegen. We rijden even verderop nog even door een tunneltje terwijl we ondertussen alweer aan het klimmen zijn. In Caramanico Therme is het al vrij bochtig en heuvelachtig, even verderop begint in de buurt van Sant'Eufemia a Maiella de volgende klim van de dag officieel. De Passo San Leonardo, een klim van de tweede categorie. De organisatie houdt het op 14 kilometer aan 4,5% gemiddeld. Geen al te spannende klim, al is er in Saint'Eufemia zelf een steil stukje aan 11%. In totaal, als we rekenen vanuit Scafa, klimmen we ongeveer 38 kilometer aan 3%. Daar zit heel wat vals plat bij en dus ook een paar afdalinkjes, maar toch. Je kan je goede benen maar beter meenemen vandaag. De weg naar boven is redelijk breed, maar wel bochtig. Op sommige plaatsen vrij slecht asfalt, het blijft Italië. Richting de top, waar wat kekke gebouwtjes staan, wordt het terrein ineens behoorlijk open. Eerst reden we toch vooral door een bosachtig gebied. De top van de San Leonardo bereiken we na 155 kilometer. Er zit hier ook nog een skigebied blijkbaar, vandaar die kekke gebouwtjes.

DETT.-SALITE-T9-SLEONARDO.jpg
1151482Master.jpg

Na de klim is het eerst nog een tijdje vrij vlak, daarna volgt er een lichte afdaling van een kilometer of zeven. Het gaat niet echt steil naar beneden, wel komen we flink wat bochten en behoorlijk slecht asfalt tegen. De weg voert door open terrein, waar amper iets te vinden is. Er is wel zicht op de bergen in de omgeving, dat is dan nog iets. Aan het eind van deze niet al te boeiende afdaling gaat het twee kilometer omhoog in en rond Campo di Giove. Stelt ook niet veel voor. Hierna dalen we nog eens vijf kilomer af richting Cansano, dit tweede deel van de afdaling is eveneens weinig enerverend. Wel wat bochtjes enzo, en een leuke omgeving, maar zelfs Zakarin kan hier zonder handen aan het stuur naar beneden. Als we in Cansano zijn begint een paar bochten later meteen de volgende klim van de dag, de Bosco di Sant'Antonio. Een kleine tien kilometer aan 5%, een loper zoals we dat in vakjargon noemen. Je hoopt toch op net iets meer, maar we moeten het doen met dit soort klimmetjes. Valt ook niet mee, op het laatste moment een rit in elkaar draaien. Vooral omdat je dan ook nog een plek moet zien te vinden waar ze zo gek zijn om nog geld op tafel te leggen ook. Richting de top zowaar een kilometer aan 6%, daar gaat het helemaal los jongens. Ja, nee, niet. In het begin is de klim wel bochtig, richting de top rijden we een tijd lang volledig rechtdoor. Door een bos, uiteraard. Hoe dacht je dat ze anders aan die naam waren gekomen. Bosco di Sant'Antonio is vooral een bos, een natuurreservaat zelfs. Er staan hier allerlei gekke bomen, prachtig schitterend mooi.

giro-d-italia-2020-stage-9-climb-n3-ad7352ff89.jpg
faggiocandelabroboscosantantonio.jpg

Na 181 kilometer bereiken we de top van de klim en zijn we in het bos, waar de bomen ons benauwen. Ze sporen ons aan, om iets op of af te bouwen. Nu zit er ineens een tekst van Roosbeef in m'n hoofd, krijg je dat weer. Goed, het is nog 27 kilometer fietsen tot de finish, om en nabij. Na de klim gaat het een kilometer of zes licht naar beneden, heel licht. We komen ongeveer 75 meter later uit in dit stuk, dan weet je wel dat er niet echt sprake is van een enorme afdaling. We rijden vooral rechtdoor over een brede doch slechte weg. Na een tijd komen we uit bij een rotonde in Pescocostanzo, waar we naar links gaan. We rijden om het dorp heen en komen een stuk in stijgende lijn tegen. Het gaat kort een beetje vals plat omhoog, niet echt heel interessant. Een paar bochten later gaat het weer verder licht naar beneden, dat duurt een kleine twee kilometer. Het asfalt blijft slecht, of nouja, dat was in ieder geval een paar jaar geleden zo. Buiten dat voorzie ik weinig problemen. Pas als we in Rivisondoli zijn moeten we weer wat doen. We verlaten de doorgaande weg en rijden dwars door dit dorpje, waar de weg wat omhoog zal gaan. Bocht naar rechts en dan rijden we via nog wat bochten het dorp in. In het dorp zelf blijft het ook bochtig, terwijl we in de buurt van de kerk te maken krijgen met de tweede tussensprint van de dag. Die tussensprint volgt na 194 kilometer, dan zijn we er al bijna joh. Na de tussensprint slaan we linksaf, bijna een haarspeldbocht. Via een korte afdaling met nog wat bochten verlaten we Rivisondoli dan weer, op weg naar de slotklim.

Rivisondoli.jpg

De weg waar we over fietsen bij het verlaten van Rivisondoli is enorm breed, het asfalt lijkt ook zowaar prima te zijn. Wel bochtig, maar daar komt snel verandering in. Het laatste stuk is volkomen recht. Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf, waarna we een kilometer rechtdoor rijden om vervolgens linksaf te slaan richting Roccaraso. De weg richting het dorp is ook recht en zo goed als vlak, op een flauwe bocht naar rechts na fietsen we twee kilometer praktisch rechtdoor, todat we in Roccaraso zelf rechtsaf gaan slaan om echt aan de slotklim te beginnen. De slotklim richting Aremogna is een kleine tien kilometer lang, het gaat gemiddeld aan 5,7% omhoog. Weer niet echt denderend, waarbij de nuance is dat er nog een klein stukje in dalende lijn gaat volgen. We beginnen met vijf kilometer aan 5,8%, wat ook weer niet echt heel uitdagend is. Goed, in het begin gaat het even een halve kilometer vrij steil omhoog, maar verder is het niet veel. We pakken wel flink wat bochten mee, je komt niet zomaar in dit skigebied uit. Omdat we naar een skigebied gaat is de weg natuurlijk wel breed, dat viel te verwachten. Na de eerste helft van de klim volgen er drie flopkilometertjes. Twee kilometer lang gaat het vrij minimaal naar beneden, zonder veel lastige bochten onderweg. Daarna begint de weg weer wat vals plat omhoog te lopen, terwijl we richting de hotelletjes van Aremogna rijden. In de laatste 2,5 kilometer gaat het steeds steiler omhoog. Gemiddeld 7,5%, maar het venijn zit echt in de staart. Van 5% gaan we steeds verder omhoog, totdat we in de absolute slotfase zelfs nog een stukje aan 12% tegenkomen. Dit is voor ons koersgenot niet zo fijn, iedereen gaat dus wachten tot de laatste kilometer begonnen is. Wat een kutklim, wat een kutklim, wat een kutklim, wat een kutklim. Wat hebben wij toch een kutklim zeg. Godverdomme, wat hebben wij een kutklim. Verschrikkelijk, wat een kutklim hebben wij zeg.

DETT.-SALITE-T9-AEROMAGNA.jpg
UKM_1280X852_TAPPA-9.jpg?v=20200921172602
DuZDvY9.png

Skiresort.nl komt met de volgende omschrijving van Aremogna: In Aremogna wordt vooral gebruikgemaakt van het skigebied Alto Sangro – Roccaraso/Rivisondoli. Het skigebied ligt 0,2 km verwijderd van het dorpscentrum. Aremogna ligt in de provincie L’Aquila (Italië, Abruzzen). Dat zijn teksten. Het is de tweede keer in de geschiedenis dat er een rit aankomst in Aremogna. De kutklim debuteerde in 2016, ik weet het nog als de dag van gisteren. De rit begon mal, met een kleine kopgroep. Halverwege de rit had Tim Wellens een gezellige conversatie met Tom Dumoulin, die toen in het roze reed. ONZE Tom had de proloog in Apeldoorn gewonnen, de rit naar Aremogna was vervolgens de eerste bergrit. Dumoulin had al snel in de gaten dat het peloton er niet veel zin in had, dus adviseerde hij Tim om in de aanval te gaan. Even later kwam godbetert Pim Ligthart ook langs bij Wellens, met hetzelfde idee. Dus deden ze dat, met z'n tweeën in de achtervolging op de koplopers. Ook de Luxemburger Didier ging mee, ze hadden nog een lul nodig. Het peloton liet begaan, terwijl het trio naar de kop van de koers reed. Met een riante voorsprong begonnen ze aan de slotklim, alwaar Wellens zich wist te ontdoen van zijn vluchtkompanen. De Belg won en kwam over de streep met zijn fiets boven zijn hoofd. Hij verloor wel nog veel van zijn voorsprong, iets meer dan een minuut later kwam Fuglsang als eerste van het peloton binnen. ONZE Tom perste er in het steile slot ook nog een sterke sprint uit, hij werd vierde. Kruijswijk liet op dat moment nog niet echt zien dat het zijn Giro zou worden, hij verloor een paar tellen. Achter Kruijswijk waren we dan weer getuige van het meest memorabele moment van die rit, een onsterfelijke gif:

HjmVrjX.gif

In 2016 waren we dus voor het eerst in Aremogna, maar in Roccaraso zijn we vaak genoeg geweest. In 1987 won Moreno Argentin in het dorp waar nog niet eens 2000 mensen wonen. In 1980 was er helemaal een grote naam aan het feest, niemand minder dan Bernard Hinault. Hij was dan weer de opvolger van Fabrizio Fabbri, de man met de prachtige naam die in 1976 in Roccaraso wist te winnen. En dan heeft Coppi hier ook nog eens gewonnen, lang geleden. De rit in 2016 was overigens niet helemaal vergelijkbaar met de rit van vandaag, er was sprake van een andere aanloop. Al denk ik dat de uitkomst wel ongeveer hetzelfde gaat zijn. Behoorlijk gesloten, tot in de absolute slotfase. Krijg je met zo'n steile slotkilometer, dan wordt het al snel een optocht. Laten we hopen dat ze snel failliet gaan in Aremogna, zodat we hier nooit meer terug gaan komen haha. Over Roccaraso valt verder weinig te vertellen. Ja, je kan hier naartoe als je in de winter wil sporten. Hotels zat. Bovendien schijnt hier ergens een van de oudste Italiaanse theaters te staan, in 1698 gebouwd door Donato Berardino Angeloni de oudere. Hmm, k. Lijkt niet echt om een theater te gaan zoals wij het kennen, dus ja, boeiend. Ze hebben hier in de omgeving ook flink gevochten tijdens de Tweede Wereldoorlog volgens Wikipedia. Laten we hopen dat er morgen ook gevochten gaat worden.

qKEuh8a2QNCYDKwEMs6EmB.jpg

In San Salvo wordt het overdag 23 graden, weinig kans op regen maar wel kans op behoorlijk wat wind. Vanuit het zuiden, zuidwesten, 23 km/u zo'n beetje. Dan staat de wind tijdens de eerste kilometers stiekem een beetje schuin in de rug, spanning en sensatie. Nadat we draaien staat ie dan weer vooral tegen, iets minder ideaal. Al schijnt het landinwaarts minder hard te waaien, maar daar is dan weer meer kans op regen. Zo is er altijd wel iets. In Roccaraso is het blijkbaar amper 12 graden 's middags, met 80% kans op regen. En nog steeds die wind vanuit het zuiden/zuidwesten. Vanaf Scafa tegenwind zo'n beetje, dat is al snel een kilometer of 80. Niet direct ideaal voor de aanvallers, al is het nu wel een iets ander verhaal aangezien we weinig vlakke meters tegen gaan komen. Ook op de slotklim hebben we dan de wind niet echt mee, waardoor de koers waarschijnlijk nog meer gesloten zal zijn dan we al konden verwachten. Ik ga uit van een gigantische flopshow.

Nu het tijdschema nog. Dat wordt een beetje een ingewikkeld en onoverzichtelijk verhaal. We hebben liefst vier koersen morgen, als we de vrouwen ook meerekenen. Sporza is morgen om 9:30 al live, we kunnen dan genieten van het eerste wedstrijduur van Gent-Wevelgem. Daarna nemen Michel en José een uitgebreide lunchpauze, waarna ze om 13:30 terugkeren voor het vervolg. In de tussentijd is de Giro al even bezig, om 12:25 gaat de PLAYER live. Eurosport 1 niet, Eurosport 2 zelfs ook niet. Nee, Eurosport 2 begint er pas om 13:30 aan. Terwijl de rit al om 10:30 begint, na een neutralisatie van tien minuten. Mensen met de PLAYER missen twee uur van de Giro, mensen zonder de PLAYER maar met Eurosport 2 misschien drie uur. Mensen zonder PLAYER en zonder Eurosport 2 erkennen wij natuurlijk niet. De finish van de rit in de Giro wordt verwacht tussen 16:05 en 16:51, terwijl de finish van Gent-Wevelgem ook rond die tijd wordt verwacht. Dat noemen wij in de volksmond mooi kut. De heren finishen vroeg, omdat ze bij de Belg iets briljants hebben bedacht. De vrouwen vertrekken voor het eerst na de heren, in plaats van ervoor. De vrouwen zijn geen opwarmertje, nee, ze zijn nu het nagerecht. Nadat de mannen klaar zijn kunnen we dus nog een tijd genieten van de vrouwen, die ergens rond 18:00 zouden moeten finishen. Dat gaat weer boze reacties opleveren, ik voel het nu al. Gelukkig kunnen we onze woede snel kanaliseren, want na de Giro en Gent-Wevelgem bij de mannen kunnen we ingeschakeld blijven op Eurosport 2. Daar kunnen we namelijk nog genieten van de laatste anderhalf uur van Parijs-Tours. De Biniam Girmay Fanclub zit nu al klaar zonder broekje. En dan schijnt er ook nog veldrijden te zijn, gofterdomme. Krijg er nu al hoofdpijn van. Koers, koers, koers, koers, cross. Nu al een adembenemende sportzondag.

134352204.jpg

De voorspelling ga ik kort houden. In principe is deze rit helemaal niet lastig genoeg voor de klassemenstrenners. De finale spreekt ook niet echt tot de verbeelding, iedereen zal sparen en inhouden tot het laatst, normaal gesproken. De vluchters hebben derhalve behoorlijk veel kans. Wie gaat de boel hier controleren? Wie heeft er überhaupt zin? Nou, laten we hopen dat veel renners zin hebben. Het is de laatste rit van de week. Het is ondanks alles een aankomst bergop. We hebben de eerste positieve coronatest gehad, je weet maar nooit of we na de rustdag nog verder gaan. Vandaar lijkt het me verstandig om nu alles op alles te zetten om vanaf nu iedere rit te winnen. Ik eis simpelweg een gevecht tussen de klassementsrenners. Geen smoesjes, geen excuses. Het moet nu gebeuren, ook al leent het terrein zich er niet volledig voor.
1. Fuglsang. Vier jaar geleden al tweede hier, achter de overgebleven vluchter. Er is in die jaren wel veel veranderd. Toen nam niemand Fuglsang serieus, nu kan hij zomaar een grote ronde gaan winnen. Al lijkt dat me heel sterk, zoals we gisteren ook weer zagen komt Fuglsang altijd wat tegen. Desalniettemin moet het toch op z'n minst lukken om een ritje te winnen.
2. Nibali. Totaal geen aankomst voor Nibali, dit zeggen we vooral voor het verhaal. De net ontstane ruzie tussen Fuglsang en Nibali kan nog voor leuke taferelen gaan zorgen de komende weken. Morgen gaat Nibali in ieder geval op het wiel van Fuglsang rijden, daar kun je donder op zeggen. Prestigesprintje richting de finish, zoiets zou mooi zijn natuurlijk. We zijn wel toe aan wat verwennerij.
3. Kelderman. Echt een aankomst voor Wielco. Maar hij gaat op het moment supreme uiteraard weer de verkeerde beslissing nemen waardoor hij niet wint. Daarna komt de gebruikelijke riedel weer. Hij voelde zich super. Het ging in principe best lekker. Ja, kopen we niks voor. Ik zit klaar voor de onvermijdelijke choke in de tweede week.
4. Pozzovivo. Die noem ik vooral zodat hij kansloos gaat lossen. Fiets je rond met een heel contingent renners die allemaal op zoek zijn naar een contract, moeten ze met z'n allen massaal werken voor de anonieme 8e plaats van kleinduimpje. Dikke boeiend. Da's nota bene een gast van bijna 38, leuke carrière gehad, nooit meer over praten.
5. Almeida. Gaat gewoon met het roze de rustdag in. Daarna fietsen we nooit meer en gaat ie de geschiedenisboeken in als winnaar van de Giro van 2020. Het is van dat.
Dale__Cooperzondag 11 oktober 2020 @ 21:56
quote:
0s.gif Op zondag 11 oktober 2020 21:42 schreef heywoodu het volgende:

[..]

Is de Passo Tonale een logische pas als je op weg bent naar het altijd vervelende Livigno?
Als je vanaf het Gardameer komt, is dat wel een optie ja.
Aguerozondag 11 oktober 2020 @ 22:20
https://www.bt.dk/cykling(...)faaet-clearet-luften

Jakob en Vincenzo zijn geen vijanden meer. Helaas.
wimderonmaandag 12 oktober 2020 @ 00:34
quote:
0s.gif Op zondag 11 oktober 2020 19:02 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]

Roeben heeft geen meter op kop gereden.
Ruin zal z'n idool wel zijn.