abonnement Unibet Coolblue
pi_195037604
Etappe 15: Lyon - Grand Colombier, 174,5 km

De openingsfase van de vorige rit was bijzonder, om maar eens een ander woord te gebruiken. We zagen verschillende demarrages, waaronder eentje van het dynamische duo Bol en Bollie. Cees Bol en Edward Theuns, ze kregen een paar seconden voorsprong. Stefan Küng maakte even later de oversteek, waarna het vrij snel stil begon te vallen in het peloton. Het signaal voor Casper Pedersen om in de aanval te gaan, maar hij werd al vrij snel teruggefloten door zijn ploeg. Tegelijkertijd zagen we ook Cees Bol ineens afhaken vooraan, waardoor beide renners van Sunweb gezellig keuvelend naast elkaar kwam te fietsen, tussen de kop van de koers en het peloton in. Bijzondere tactiek, af en toe snap je helemaal niets van deze sport. Küng en Theuns begrepen het ook niet echt, ze besloten toch maar gewoon verder te rijden. De voorsprong liep snel op naar een minuut of vier, terwijl Bol en Pedersen zich lieten inlopen. Daarachter zagen we dat Bora een poging waagde om Sagan in een gunstige positie naar de tussensprint te brengen. Ze gingen met z'n allen in de aanval op een kort klimmetje en Bennett kon niet volgen. Sagan liep derhalve een paar punten in op Bennett, maar je vraagt je toch af of dit nu weer strikt noodzakelijk was. Vooral ook omdat alles na de tussensprint weer bij elkaar kwam, met uitzondering van de twee koplopers dan. Die reden vrolijk door, de voorsprong liep op naar vijf minuten terwijl we de mannen van Deceuninck-Quick Step op kop zagen rijden in het peloton. Toch weer een andere rit dan verwacht, het blijft een onvoorspelbare sport. Op de Col du Béal nam Bora het commando over, het moest dan toch maar eens een dag worden voor Sagan. Op de Béal deed Bora er alles aan om de sprinters te lossen, wat lukte. Bennett hield lang stand, maar moest uiteindelijk toch plooien. Vooraan reed Küng weg bij Theuns, die kon het tempo niet meer volgen. De voorsprong was wel gezakt naar drie minuten. Na de klim bleef Bora rijden, in de afdaling en het vervolg trokken ze vol door. De achterstand van de groep Bennett liep op van een halve minuut naar een minuut en later een anderhalve minuut. Daarna was het vrij lang een status quo, tot de mannen van Deceuninck-Quick Step op een kilometer of 80 van het eind de witte vlag hesen. Ze gaven het op, het zou niet voor de pure sprinters zijn.

Küng was ondertussen ingerekend door het beulswerk van Bora, terwijl ook CCC begon mee te draaien. De achterstand van de groep Bennett liep daarna snel op, binnen een mum van tijd lagen ze tien minuten achter het peloton. In het peloton gebeurde daarna niet gek veel meer, we maakten voor de zoveelste keer een rit mee zonder ontsnapping. Dat is normaal eigenlijk nooit het geval, maar corona doet blijkbaar gekke dingen met de koers. In de buitenwijken van Lyon hoefden we pas weer wakker te worden, het werd een nerveuze finale. Jumbo-Visma besloot vol op kop te rijden, om maar niet in de problemen te komen. Dat had prima gekund, door al het aanwezige verkeersmeubiliar. Toch ging er niemand onderuit, eigenlijk. Het viel wel mee dus, al bij al. In de finale lagen twee klimmetjes op de renners te wachten. Op het eerste klimmetje ging Tiesj Benoot in de aanval, na hun merkwaardige aanvallen aan het begin van de dag hadden ze een beter plan bedacht voor de slotfase. Benoot leek een mooi gat te slaan, maar hij werd na de klim toch weer teruggepakt. Veel renners gingen daarna in de aanval, eigenlijk teveel om allemaal op te noemen. Wel viel vooral op dat Sunweb heel actief was. Bijna alle renners van die ploeg vielen wel eens aan. Op de tweede en laatste klim van de dag zagen we Kämna op kop rijden, waarna De Gendt in de achtervolging ging. Ook Alaphilippe toonde zich weer eens, zonder veel succes. Ze sloten wel aan bij Kämna, maar daarna ging Hirschi er meteen vandoor. Peter Sagan kent de Zwitser inmiddels, dus sprong hij direct op het wiel. Een zware inspanning, die hij zelf moest doen omdat zijn ploeg was opgerookt. De hele dag op kop gereden, goed gedaan natuurlijk. Alleen wel jammer dat je dan in de finale mensen mist. Ook Bernal waagde ondertussen een voorzichtige poging om weg te rijden, maar de mannen van Jumbo waren meteen mee. Wel een duidelijk signaal dat het niet voor Van Aert ging zijn, hij moest de boel daarachter zien te corrigeren voor Roglic. Nadat de aanval van Hirschi geneutraliseerd was viel het heel even stil. Dan weet je dat het moment komt. Het perfecte moment om aan te vallen. We zagen een volgende renner van Sunweb opschuiven, en hij ging in de aanval. Soren Kragh Andersen, klaarblijkelijk de slimste van het stel. Netjes gewacht tot iedereen klaar was met demarreren en dan gaan. Het was nog maar drie kilometer tot de finish, met aan het begin een kilometer in dalende lijn. Omdat er niemand reageerde reed hij meteen tien seconden bij elkaar, ze zagen hem niet meer terug.

Weer een prachtige overwinning voor Sunweb. Na een twijfelachtig begin van de rit pakten ze het aan het eind keurig aan. Mede daardoor werd het een heerlijke finale, de renners lieten ons weer een tijd op onze honger zitten maar stelden uiteindelijk niet teleur. De Spekenbrinkjes gingen met meerdere renners in de aanval, zoals ze eigenlijk de hele Tour al doen. Benoot het spits laten afbijten, want Tiesj is nog niet 100%. Daarna jongens als Hirschi en Kragh Andersen tekeer laten gaan. Pakt perfect uit, dit keer. Achter Kragh Andersen won Luka Mezgec de sprint. Sagan ging aan, maar viel stil. Een vierde plaats is het gevolg, hij pakt minder punten voor de groene trui dan hij verwacht zal hebben. Het wordt echt een moeilijk verhaal, al kan Bennett de komende dagen altijd een keer de tijdslimiet missen. Vandaag bijvoorbeeld, voor de tweede rustdag volgt er een enorm zware dag. Een dag die makkelijk begint, maar loodzwaar eindigt. Drie zware beklimmingen aan het eind. Je zou haast denken dat dit spectaculair moet worden.




De rit begint daar waar we geëindigd zijn, in Lyon. Lyon is het bestuurscentrum van de regio Auvergne-Rhône-Alpes, de Métropole de Lyon en van het departement Rhône. Het is ook de zetel van de internationale politieorganisatie Interpol. De historische binnenstad staat sinds 1998 op de lijst van Werelderfgoederen van de UNESCO. Zo, zomaar wat Wikipediaanse feitjes. We gooien er nog een paar in, omdat ik na twee weken een beetje lui begin te worden. Administratief is Lyon stad opgedeeld in negen arrondissementen. De stad wordt overheerst door twee heuvels, Fourvière en La Croix-Rousse, die van elkaar gescheiden zijn door een engte van de Saône. In de 19e eeuw werden ze door Michelet respectievelijk "de biddende heuvel" en de "werkende heuvel" genoemd. Op de Fourvière staat de basiliek van Fourvière. De heuvel van Croix-Rousse daarentegen, telt heel wat werkmanshuisjes waar zijde werd bewerkt. De zijde-industrie van Lyon heeft een rijk verleden. Dit gaat wel lekker eigenlijk, ik ga door. Lyon zelf staat al eeuwen bekend als de hoofdstad van de gastronomie. De haute cuisine treft men aan in de gehele voormalige regio Rhône-Alpes en biedt plaats voor zowel de grote eter als de fijnproever, met lokale wijnen zoals de beaujolais en de Côtes du Rhône en verschillende grote namen in de keukens, zoals topkok Paul Bocuse. 4000 restaurants in Lyon, lees ik in het roadbook. Zijde en eten dus, amai. De gebroeders Lumière vonden in 1895 in Lyon de film uit, ook geen geringe prestatie. Qua inwonersaantal de derde stad van Frankrijk, maar als we naar de agglomeratie kijken is het zelfs de tweede stad van Frankrijk. In die tweede stad van Frankrijk komen we in het oude centrum genoeg mooie gebouwen tegen, naast de Notre-Dame-de-Fourvière is ook de kathedraal van Saint-Jean-Baptiste de moeite waard. In Fourvière kun je nog wel meer dingen vinden, waaronder de ruïnes van het Romeinse theater en een Gallo-Romeins museum. In Vieux-Lyon en Croix-Rousse vindt men talrijke 'traboules', smalle gangetjes, die twee evenwijdig gelegen straten met elkaar verbinden. Zowel Wikipedia als het roadbook worden hier heel enthousiast van, de traboules moeten dus de moeite waard zijn. Het Musée des Beaux-Arts is dat ook, gevestigd in een oud klooster. Een van de grootste musea van Frankrijk, proberen ze me wijs te maken. Zo kunnen we nog wel een tijd doorgaan. De lokale opera is leuk, het stadhuis mag er zijn, er is een of andere gasthuis dat men Hotel Dieu noemt waar we van onder de indruk moeten zijn, etc. Gewoon bezoeken dus, kan jou het schelen. Beetje kriskras door het centrum banjeren. Bruggetje over, en dan bij de volgende brug weer terug. Heuveltje op, restaurantje in. Komt goed. Muziek van Jean-Michel Jarre opzetten, want die komt hier vandaan. Niks aan de hand, laat gaan joh.



De laatste rit voor de tweede rustdag gaat van start in de buurt van de haven van Lyon, op het lokale sportcomplex. Langs het Stade de Gerland verzamelen de renners zich. Het voormalige onderkomen van Olympique Lyon, die club speelt sinds 2015 in een ander, moderner en groter stadion. Dat stadion heet toevallig het Groupama Stadium, die sponsor is in een paar jaar tijd ingestapt in het wielrennen en het voetbal. Het Stade de Gerland heet tegenwoordig ook wel het Matmut Stadium, de grote rugbyclub Lyon OU is nu de vaste bespeler. Als we officieus beginnen volgt er een lange ronde door Lyon, alle arrondissementen die we nog niet hadden gehad werken we nu af zo'n beetje. Een lange weg rechtdoor, er komt geen eind aan. Vijf kilometer rechtdoor, goede neutralisatie. Daarna houdt de neutralisate nog niet eens op, over een iets bochtigere weg rijden we naar de buitenwijk Bron. Uiteindelijk komen we uit bij het Aéroport de Lyon-Bron, zonder gein meer dan tien kilometer na de officieuze start. Buiten de stad slaan de renners rechtsaf en dan begint de rit plotseling echt. De eerste officiële kilometers van de rit rijden we vooral rechtdoor tussen de weilanden. Duurt alleen niet heel lang, want na een kilometer of drie komen we alweer in rotondeland terecht. Twee kilometer en een paar bochten later fietsen we door Genas, waar de weg een beetje vals plat omhoog loopt. Tijdens de rechte tocht door dit dorp komen we een paar leuke gebouwtjes tegen, eenmaal buiten het dorp komen we vooral veel rotondes tegen. Na een stuk of drie van die dingen met het bijbehorende bochtenwerk is het een paar kilometer wat rechter terwijl we naar Pusignan rijden. Een stuk van drie kilometer rechtdoor bijvoorbeeld, toch lekker. Het terrein is open en de weg is vlak, een lastig begin als veel renners in de vlucht van de dag willen zitten. Als we na nog een paar rotondes door het centrum van Pusignan rijden begint de weg weer voor een kilometer of drie heel licht omhoog te lopen. Het gaat wel weer vrij rechtdoor, al komen we nog steeds af en toe een rotonde tegen. Tussen de dorpen ins treffen we verder vooral veel weilanden aan, buiten Lyon houdt de beschaving vrij snel op. Het wordt ook weer vlak als we richting Janneyrias rijden, de laatste halte voor Pont-de-Chéruy. Het gaat verder over vlakke wegen die alleen af en toe worden onderbroken door een rotonde. Ook buiten Pont-de-Chéruy blijft het beeld hetzelfde, in de acht kilometer tot aan Crémieu gaat het vooral rechtdoor over een brede en vlakke weg. Een stuk of vier rotondes onderweg en verder helemaal niets, een grote groene vlakte waar de mens af en toe een dorpje blijkt te hebben gebouwd.



Na 30 kilometer koers komen we uit in Crémieu, alwaar we boven op een heuvel de restanten van een imponerende constructie aantreffen. Een middeleeuws dorpje, met een stadsomwalling met 14 torens en negen poorten. De kerk uit de 14e eeuw was ook versterkt. De stad was militair belangrijk omdat ze lag op grens tussen Dauphiné en Savoye. De indrukwekkende hal uit 1434 heeft haar oorspronkelijk houten dakgebinte behouden. Dakgebinte, altijd prettig om nieuwe woorden te ontdekken. In Crémieu slaan de renners eerst linksaf en even later rechtsaf, waarna de weg een kilometer iets meer dan vals plat omhoog gaat. Vervolgens is het een kilometer of vijf zo goed als vlak, terwijl we vooral rechtdoor rijden over dezelfde brede weg. De omgeving begint wat mooier en bergachtiger te worden, maar voor de renners blijft het makkelijk rondpeddelen over vlakke wegen. Aan het eind van deze weg komen we uit bij een rotonde, waarna het naar links gaat. Na deze rotonde gaat het ook weer even vals plat omhoog, maar het is wel allemaal heel erg klein bier als je het vergelijkt met dat wat nog gaat komen. Na het vals plat gaat het ook een paar kilometer licht naar beneden, terwijl we door het dorpje Trept rijden. Twee scherpe bochtjes in dit dorp, naarna fietsen we op een doodeenvoudige manier verder naar Passins. Het is een kilometer of vier zo goed als vlak en ook zo goed als recht, waarna het drie kilometer heel erg licht omhoog gaat richting Passins. De renners rijden nu vooral door de bossen, en af en toe door een dorpje. Daar treffen ze wel wat vluchtheuvels aan, voorlopig het grootste punt van aandacht. De doortocht in Passins is vrij eenvoudig, buiten het dorp gaat het een tijdje licht naar beneden over een kaarsrechte en brede weg. Die weg leidt naar Morestel, waar de renners twee rotondes tegenkomen. In het centrum van dit dorpje gaat het kort omhoog, daarna zal het tot aan de tussensprint vlak zijn. Het centrum van Morestel blijkt vijr pittoresk te zijn, de weg wordt hier alleen wel even wat smaller. Een paar flauwe bochten later slaan we bij de volgende rotonde linksaf, daarna is het vier kilometer recht en vlak tot in Le Bouchage. Hier volgt na 58 kilometer de tussensprint van de dag. In dit geval zal het wat moeilijker zijn voor Sagan om Bennett te lossen, er zal een ingenieus plan bedacht moeten worden. Nietszeggen gehucht overigens, La Bouchage. Voor de mooie plaatjes kunnen we beter even terugkeren naar Morestel. Stad van de schilders, zo willen ze hier graag bekend staan.



Voorbij de tussensprint zal het nog een kilometer of acht volledig vlak zijn. We rijden eerst drie kilometer rechtdoor over een brede weg, door een agrarisch landschap. Een lange bocht naar links volgt, waarna we over de Rhône rijden. We verlaten hier de Isère en rijden de Ain in. In de Ain slaan we meteen rechtsaf en volgen we de weg richting Belley. Deze weg loopt ook weer een paar kilometer rechtdoor, terwijl we in de verte wat bergen zien verschijnen. Na een bocht naar rechts begint de weg ineens omhoog te lopen, het eerste echte klimmetje van de dag begint. Anderhalve kilometer omhoog aan een procent of zes, spectaculair. Hoewel we zonder enige vorm van ironie tijdens dit klimmetje toch wel wat spectaculairs gaan tegenkomen, de waterval van Glandieu. Lekker man, niks mis mee. Na dit klimmetje is het een kilometer of vijf vooral vlak, we rijden tijdelijk over een soort van plateau. De weg loopt vooral rechtdoor, eerst door open velden en daarna door een bos. Aan het eind van deze weg volgt er een afdaling van een kilometer of twee, met onderweg talloze bochten. Door de brede weg stelt dit al bij al niet veel voor, de gevaarlijkste passage volgt waarschijnlijk beneden in het dorpje Peyzieu. Niet eens vanwege een gevaarlijke bocht, meer omdat de weg hier ineens een stuk smaller wordt. Buiten het landelijke Peyzieu wordt het vlak, we rijden een kilometer rechtdoor. Na een bocht naar links gaan we vijf kilometer verder fietsen richting Belley. De weg begint nu weer wat vals plat omhoog te lopen, al moeten we dat niet overdrijven. Het gaat vooral rechtdoor, in eerste instantie langs de akkers. Uiteindelijk bereiken we na 79,5 kilometer Belley, de stad van Maxime Bouet. Toch even een naam die we moeten noemen, aangezien Bouet hier eigenlijk had moeten zijn. Letterlijk twee dagen voor de Tour begon moest hij alsnog afhaken met een knieblessure, Kevin Ledanois werd zijn vervanger. Die is tot nu toe vooral opgevallen door een paar keer te vallen, al denk ik dat Bouet het niet veel beter had gedaan. Hoe dan ook, in Belley worden de renners weer getrakteerd op een rotonderijke passage. Toch al snel een stuk of vijf vooraleer we het centrum bereiken. In dit stadje waar ze vooral bekend staan om hun kaas komt de koers wel eens langs. Zo won ONZE Wout Poels hier in 2013 een rit in de Tour de l'Ain, jawel! Niet echt de meest sprankelende stad op aarde, dus krijgen jullie van mij een waterval cadeau.



Na de doortocht in Belley is het een kilometer of vijf zo goed als vlak, terwijl we nog steeds over mooie brede wegen fietsen. Paar bochten in dit stuk en een keer een flinke rotonde waar het naar links gaat. Buiten dat blijft het een makkelijke tocht voorlopig, wat er wel voor gaat zorgen dat de overgang naar het bergachtige gedeelte van de rit vrij abrupt gaat verlopen. We volgen de doorgaande weg richting Artemare, wat een zegen is voor de sprinters. Er zijn snellere wegen richting Artemare, maar dan moet je een heuveltje over. Doen we niet, waardoor het vlakke stuk van de rit alleen maar langer wordt. Een aantal kilometer buiten Belley rijden we door Chazey-Bons, hier zie je de bergen al liggen. Fietsen we voorlopig vakkundig omheen, de acht kilometer na Chazey-Bons gaat het soms hooguit een beetje vals plat omhoog. Eigenlijk is het gewoon vlak. Breed en recht ook. Genieten van ruraal Frankrijk, met af en toe een berg in de verte. Imponerende rotswanden komen zo nu en dan in beeld, te gek. Maar het blijft vlak, dus ja. Na een tijd slaan we rechtsaf, waarna we langs het spoor richting Virieu-le-Grand. Als we aankomen in dit dorpje ligt er weer een rotonde op de route, noemenswaardig omdat we weinig andere dingen tegenkomen. Na Visieu-le-Grand is het vijf kilometer fietsen tot aan Artemare. De weg blijft breed, het wordt wel iets bochtiger. Klein stukje vals plat omhoog en een keer een viaduct, dat is het tot aan Artemare. In dit dorpje rijden we na 98,5 kilometer dwars door het centrum en dan ziet iedereen het vanzelf, we gaan beginnen. De rechte weg begint spectaculair omhoog te lopen, het lastige gedeelte van de rit gaat na een kleine 100 kilometer beginnen.



Voor veel wielrenners zal het een bekend beeld zijn, de weg omhoog in Artemare. Sterker nog, vanaf Belley rijden een aantal renners al over een weg die ze kennen. Iets meer dan een maand geleden was een deel van het peloton hier namelijk ook al, tijdens de Tour de l'Ain. De laatste rit van dat rondje zou eindigen op de Grand Colombier, het parcours zou vanaf Belley hetzelfde zijn als nu. Een lange vlakke aanloop en daarna de Montée de la Selle de Fromentelle, Col de la Biche en een lastige aankomst bergop op de Grand Colombier. Die renners hoef ik niks meer uit te leggen, maar voor de volledigheid zullen we de boel toch nog maar eens beschrijven. Beginnen doen we dus met de Montée de la Selle de Fromentelle, zo noemden ze de klim althans tijdens de Tour de l'Ain. Ondertussen heeft ie een paar letters verloren, Montée de la Selle de Fromentel. Aan zwaarte heeft ie dan weer niets ingeboet, we komen aan 11 kilometer tegen 8% gemiddeld. Na 100 kilometer over vlakke wegen is de overgang gigantisch, hoewel de klim nog redelijk braaf begint. Na de lange weg rechtdoor in het centrum van Artemare komen we een aantal bochten tegen, maar in deze bochten gaat het zo'n beetje tussen de 5 à 6% omhoog. Na drie kilometer klimmen volgt er zelfs een vals platte kilometer, het gaat tijdelijk slechts aan 3% omhoog. De gevlekte weg loopt hier nog tussen de weilanden en de akkers door, vooral veel maïs hier. Voorbij het maïs gaat het een kilometer aan 7% omhoog, de eerste serieuze kilometer van de klim. Na nog een wat makkelijkere kilometer zo rond de 6% rijden we door Assin en Munet, na wat bochtjes in deze kleine gehuchten komt eindelijk het serieuze werk in beeld, de laatste vijf kilometer van de klim zijn loodzwaar. In Virieu-le-Petit slaan we rechtsaf, het gaat nu aan 9% omhoog. We slaan nog een keer rechtsaf en rijden dan over een smallere weg verder naar de top. Het wordt nog even wat minder zwaar met een kilometer aan 8,5%, maar daarna is het feest. De laatste drie kilometer tot de top komen we niet meer onder de 10% terecht. Door een donker bos slepen de renners zich in de voorlaatste kilometer van de klim omhoog aan 14,5%, hier kan het Jumbotreintje alvast iedereen de nek afdraaien. Er zit zelfs een stuk aan 16% bij, harken geblazen. Via een paar steile haarspeldbochten blijft het verder omhoog gaan, in de laatste kilometer van de klim nog steeds aan 12,5%. Na 111 kilometer komen de renners boven op deze col van de eerste categorie, de eerste van drie beklimmingen van dezelfde berg zo ongeveer.




De Montée de la Serre de Fromentel zat nog niet vaak in de koers, pas in de Tour de l'Ain debuteerde de klim. Tenminste, op deze manier. We zijn hier wel al eens eerder geweest, maar reden dan direct door naar de top van de Grand Colombier. Boven op de top van La Selle verlaten we het bos en bevinden we ons ineens in open gebied. Een paar kilometer verderop ligt de Grand Colombier, een bord geeft aan dat het nog maar vier kilometer fietsen is. De sprinters zouden hier prima kunnen afsteken, maar de echte renners doen dat natuurlijk niet. Nee, die slaan linksaf en beginnen aan een afdaling. Dat is hetgeen we nog niet eerder in koers hebben gedaan, spannend dus. In 2016 reden we wel al eens over deze weg omhoog, nu bekijken we het een keer van de andere kant. Negen kilometer gaat het naar beneden, min of meer. We beginnen met een stuk van twee kilometer in dalende lijn, het gaat meteen vrij serieus naar beneden. We komen voorlopig niet echt haarspeldbochten tegen, maar wel een hoop korte bochtjes die elkaar snel opvolgen. De weg is niet superbreed en door alle aanwezige bomen is de volgende bocht niet altijd direct goed in te schatten. De afdaling vlakt na deze fase even af, het is twee kilometer wat makkelijker fietsen, al blijft het bochtig. Daarna gaat het nog eens vier kilometer enorm serieus naar beneden, de haarspeldbochten verschijnen nu ook in beeld. Toch lijkt het al bij al wel mee te vallen, het terrein wordt ook steeds meer open. Behoorlijk goed in te schatten daardoor, die bochten. Denk dat het eerste stuk het moeilijkste is, uiteindelijk. We komen uit in Lochieu, waar we langs de kerk fietsen. Het is nu een kilometer min of meer vlak, in aanloop naar de volgende klim van de dag. Die gaat heel snel beginnen, de Col de la Biche wil graag bedwongen worden.



Buiten Lochieu gaat het een tijd rechtdoor richting Brénaz. De vrij smalle weg loopt eerst een kilometer aan 6% omhoog, daarna is het een kilometer vals plat tot in dit dorpje. In Brénaz hebben ze ook een opvallende kerk, praktisch midden op de weg. We passeren deze kerk en rijden rechtdoor het dorp uit, waarna we al snel naar rechts gaan. Nu begint de Biche echt, met een kilometer aan 7%. We verlaten de open velden weer en rijden over een smalle weg het bos in, alwaar het twee kilometer aan 8,5% omhoog gaat. De bochtige weg wordt daarna alleen maar steiler, we krijgen een kilometer aan 12% voorgeschoteld. De zwaarste kilometer van de klim, daarna wordt het wel iets makkelijker. Hoewel, er volgt nog een kilometer aan 10,5%. Richting de top moet er nog drie kilometer geklommen worden, het gaat verder aan 8,5%. Daarna volgt er nog een kilometer aan 7%, waarna we richting de top aan 8% klimmen. De top bereiken we na 129 kilometer, maar dan zijn we er nog niet helemaal. Het gaat hierna heel kort naar beneden, iets meer dan een kilometer. Paar bochten onderweg, dus toch maar vast even alert zijn. Daarna volgt er alleen nog een kilometer in stijgende lijn, aan 7% maarliefst. Nadat we over een veerooster zijn gereden gaat het zelfs een stuk aan 9% omhoog, de benen worden niet gespaard. Als we een kruis in beeld zien zijn we definitief boven. Bij het Croix de Famban zijn we al eens eerder geweest, in 2017. Toen beklommen we ook de Col de la Biche, maar dan van de andere kant. Het was een van de eerste beklimmingen tijdens een rit die zou eindigen in Chambéry. Weten jullie wie er toen als eerste boven kwam op de Col de la Biche? Ik wel. Hij fietst tegenwoordig in het geel rond en hij was vroeger schansspriner, verder geef ik geen tips. Tijdens de recente Tour de l'Ain werd deze klim ook bedwongen, dat liep eveens niet heel slecht af voor onze gele man. De Col de la Biche is overigens een beklimming van de eerste categorie, zeve kilometer aan 9% gemiddeld. Maarja, eigenlijk dus nog wat langer. Zakt het gemiddelde alleen iets van en daar houden ze bij de ASO niet van.



Voorbij het kruis volgt een lange afdaling van een kilometer of tien richting Gignez. De afdaling begint meteen met een aantal bochten, maar in het begin gaat het nog niet steil naar beneden. We zijn voorlopig ook nog buiten het bos, de boel is dus goed zichtbaar. Eenmaal tussen de bomen wordt de afdaling wel vrij pittig. Het gaat een aantal kilometer vrij stevig naar beneden, bovendien komen we wat scherpe bochten tegen. Een aantal haarspeldbochten ook, die niet buitengewoon subtiel zijn aangelegd. De weg is niet superbreed, maar ook weer niet direct smal. Daardoor zou het toch te doen moeten zijn, al kom ik wel een aantal verraderlijke bochten tegen. Een beetje een onregelmatige afdalingen. Er zitten wat haarspeldbochten in, maar het gaat ook een paar keer vrij lang rechtdoor. En dan ineens uit het niets krijg je drie snelle bochten achter elkaar, zodoende blijft het toch het eind van de afdaling link. Pittig hoor, tot aan de laatste bocht. Beneden komen we uit in Gignez, waar we scherp rechtsaf slaan. Wel een goed idee, anders fiets je rechtdoor een of ander crackpand in. Na de bocht naar rechts begeven we ons plotseling op een brede weg. Die weg gaan we volgen tot in Culoz, waar de voet van de slotklim ligt. Drie kilometer rijden we over een licht glooiende weg, daarna volgt er een bocht naar rechts. Na deze bocht fietsen we een kilometer of 12 min of meer rechtdoor tot Culoz. De eerste vier kilometer loopt de brede weg licht naar beneden, zonder dat we daar veel van merken. De renners fietsen door Anglefort, waar ze wat verkeersmeubilair tegenkomen. Het wordt hier wel zo goed als vlak, dat zal de komende acht kilometer ook zo blijven. Het is een makkelijk stuk, op een paar vluchtheuvels en wat flauwe bochten na valt er weinig te melden. De coureurs rijden door een paar kleine dorpjes, buiten die dorpjes zijn er vooral veel bomen te zien. Uiteindelijk bereiken ze na 156 kilometer Culoz, een plaats die we nog wel kennen van een paar jaar geleden. In 2016 kwam hier een rit aan, nadat we ook een paar keer over de Grand Colombier waren gereden. Die rit werd een prooi voor de vluchters, in een sprintje was Jarlinson Pantano de Pool Rafal Majka te snel af. Dat was genieten, het magische 2016 van IAM Cycling. Van heel veel renners weten we ondertussen waarom ze in 2016 zo sterk waren, Pantano is daar geen uitzondering op. Hij werd vorig jaar betrapt op het gebruik van EPO, iets waar hij het uiteraard niet mee eens was. Als relatieve nobody win je zo'n gevecht alleen niet, dus probeert Jarlinson nu politicus te worden in Colombia. Egan Bernal staat volledig achter hem, da's toch heerlijk?



Voor we Culoz binnenrijden komen we wel nog een rotonde tegen, daarna rijden we rechtdoor op het centrum af. Vlak voor we dat centrum bereiken slaan we rechtsaf, op het verkeersbord langs de weg kunnen we zien dat we koers zetten richting de Grand Colombier. Een klim die de laatste jaren enorm populair is geworden, daar heeft men in het dorp aardig op ingespeeld. Er is een parkeerplaats gekomen voor de fietstoeristen, en zelfs een heus Maison du Vélo. Die Fransen weten wel hoe ze de toerist moeten uitknijpen. Over een gigantisch brede weg rijden we nu omhoog, de slotklim begint eigenlijk meteen. Even verderop rijden we rechtdoor een weg in die net een halve meter minder breed is, te zien valt dat de percentages meteen flink de hoogte ingaan. De 17,4 kilometer lange Grand Colombier begint met een kilometer aan 7%. Zodra we de eerst haarspeldbochten tegenkomen gaat het zelfs aan 9% omhoog, de kilometer daarna aan 8%. Bij het verlaten van Culoz komen we uit bij een rotonde, daar gaat het naar rechts. De klim blijft nog vier kilometer enorm lastig, terwijl de weg plots een stuk smaller wordt. Na een kilometer aan 7% wordt het pas echt leuk, we krijgen drie loodzware kilometers achter elkaar. Het begint met een kilometer aan 9%, daarna volgt zelfs een kilometer aan 10%. Het zwakt daarna weer wat af richting 8%, waarna het eerste deel van de klim zo ongeveer gedaan is. Tijdens dit eerste deel van de klim rijden we door Les Lacets du Grand Colombier, de inmiddels wereldberoemde gimmick die ons sedert 2012 door de strot wordt geduwd. Een stuk of zeven haarspeldbochten superkort achter elkaar, een garantie voor spectaculaire beelden vanuit de lucht. Oh, oh, oh, wat mooi. Wat prachtig. Ongeëvenaard. Even een fapje leggen voor ik verder ga met schrijven hoor.



Goed, na de haarspeldbochtjes van de Grand Colombier is het nog meer dan tien kilometer fietsen tot de finish. Het is hier steil, maar na de lacets blijft het nog een tijd loodzwaar. Die kilometers aan 10 en 8% werken we nu af. Aan het eind van dit steile stuk wordt het twee kilometer wat makkelijker, na een praktisch vals platte kilometer aan 3% gaat het vervolgens aan 4,5% omhoog. Het is daarna nog iets meer dan acht kilometer fietsen tot aan de top van deze beklimming van buitencategorie. Door het bos gaat het verder, stug omhoog. De renners rijden een tijd wat meer rechtdoor, zodra de bochten weer in beeld komen gaan de percentages ook weer stijgen. Na een kilometer aan 9% volgt een kilometer aan 10%, waarna we weer naar 9% gaan. Af en toe wat stroken aan 12% tussendoor, zware kost. De klim zwakt daarna af naar 6%, hierna krijgen we zelfs nog een praktisch vlakke kilometer cadeau. De laatste drie kilometer van Le Grand Colombier zijn dan wel weer vrij stevig, we gaan door met een kilometer aan 7,5%. Terwijl de omgeving wat leger begint te worden fietsen we praktisch rechtdoor omhoog, in de twee laatste kilometers van de rit gaat het aan 6% omhoog. In de laatste meters van de rit wordt het nog wel even enorm steil, richting de finish gaan we aan 10% omhoog. Na 174,5 kilometer komen de renners vervolgens boven op de Grand Colombier, de tweede week is achter de rug. In totaal hebben de renners 17,4 kilometer geklommen aan 7% gemiddeld, ik denk dat het wel terecht is om te spreken van een beklimming van buitencategorie. Zonder fans, als het goed is. Die worden nu overal aan de finish geweerd, wat niet echt opschiet omdat ze dan doodleuk een paar meter verderop gaan staan. Dat probeert men tijdens deze rit te voorkomen door de volledige slotklim af te sluiten voor publiek. Ook de Col de la Biche zou leeg moeten zijn, ik ben benieuwd.




Ja, de Grand Colombier. Kicken berg hoor, daar in de Jura. In 2012 werd de klim ontdekt, hij figureerde in een rit van Mâcon naar Bellegarde-sur-Valserine. Thomas Voeckler kwam als eerste boven, wie anders. De mooie plaatjes vielen op, dus besloot men daarna zo vaak als het maar kan terug te keren. In 2016 dus, toen reden we zelfs twee keer over de klim. Eerst helemaal naar de top, daarna tot aan de Lacets. Die rit was niet alleen leuk vanwege de overwinning van Pantano, maar ook omdat we toen konden genieten van de daalkunsten van Zakarin. Bergop deed hij niet onder voor Majka en Pantano, maar in de afdaling moest hij ze toch mooi laten rijden. Arme Ilnur, het is in de jaren daarna niet veel beter geworden. In 2017 reden we tijdens de Tour ook nog eens over de Grand Colombier, dat was in die rit naar Chambéry. Eerst de Col de la Biche, daarna de Grand Colombier en een stuk later ook nog Mont du Chat. Op de Grand Colombier kwam Barguil als eerste boven. Vervolgens figureerde de klim vooral in de Tour de l'Ain, zowel in 2019 als 2020 kwam er een rit aan boven op deze berg. In 2019 won Pinot, maar toen was het deelnemersveld niet heel indrukwekkend. Dat was een maand geleden wel anders, na de coronabreak stonden er een paar enorm sterke ploegen aan de start. Jumbo-Visma en Ineos op volle oorlogssterkte zo'n beetje. Al bleek dat vooral bij Jumbo het geval te zijn, bij Ineos lieten ze nogal wat steken vallen. Froome en Thomas stonden totaal niet op punt, mede daardoor zijn ze er nu niet bij. Jumbo liet alvast zien dat we rekening met ze moesten houden. In de top 10 liefst vier Jumbo's. De toen nog fitte Kruijswijk 6e, Bennett 7e en een groeiende Tom Dumoulin 8e. Wie de vierde Jumbo was? Primoz natuurlijk. Hij wachtte weer lang, maar reed aan het eind toch mooi weg van de rest. Hij won, voor Bernal en Quintana. Martin en Porte werden vier en vijf, wat laat zien dat deze voorbereidingswedstrijd best een voorspellende waarde had. Ineos probeerde het tijdens deze rit wel, ze reden hard op kop. Met als gevolg dat vooral de mannen van Ineos zelf moesten lossen. Ze kunnen hun oude tactiek niet loslaten, dat zien we tijdens deze Tour ook. Er kon nog veel veranderen richting de Tour, maar dat is uiteindelijk niet echt gebeurd. Eerste keer dat hier in de Tour een rit eindigt, overigens. Er valt verder eigenlijk niet veel over de berg te vertellen, behalve dat het dus best zwaar is. Mooi uitzicht op de top, dat ook wel. Een skidomein aan de andere kant van de berg, in de buurt van de Col de la Biche. Er is een lokaal clubje, de Fêlés du Grand Colombier, die jongens vinden het leuk om op een dag alle vier de flanken van de Grand Colombier te beklimmen. Wij pakken er nu drie mee, zo'n beetje. In de zomer mogen hier blijkbaar alleen fietsers komen, ook goed om te weten. Tot zover, hier in de Ain.



In Lyon wordt het warm, behoorlijk warm. Meer dan 30 graden in de middag, al gaan we dat soort temperaturen in Nederland vanaf maandag ook benaderen. Er is geen kans op regen en er staat bijzonder weinig wind. Een minimaal briesje uit het noorden. In Culoz ongeveer hetzelfde verhaal, zo rond de 30 graden, geen kans op regen en weinig wind. Boven op de Grand Colombier is het een paar graden frisser, 21 graden zo ongeveer. Ook daar geen wind. Klein beetje vanuit het noorden, wat wel wil zeggen dat het tegen zal staan. Het is alleen zo minimaal dat ik niet verwacht dat het veel verschil maakt. De rit begint om 12:25, maar ik zou er niet meteen voor gaan zitten. Een neutralisatie van 25 minuten, wat de vliegende bloemkoolpest. Dat is pas stadspromotie, allememaggies. De Belg is er meteen bij, maar dan wel op Canvas. Hoewel ze om 13:15 dan weer gaan overschakelen naar de Antwerp Port Epic, want iedere willekeurige kutkoers in België is uiteraard veel belangrijker dan de Tour de France. Na het onvermijdelijke nieuws van 13:30 begint Sporza op zondag, maar het is altijd een verrassing wat we dan krijgen. Misschien wel eerst basketbal, of volleybal ofzo. Of gewoon de Tour, laten we het hopen. De NOS is er vanaf 13:25 bij. Eurosport moet weer het onvermijdelijke motortje rijden uitzenden, waar welgeteld 10.000 mensen naar schijnen te kijken. Gelukkig hebben we altijd de PLAYER nog, de echte fijnproevers komen nooit in de problemen. De aankomst wordt verwacht tussen 17:11 en 17:40. Rond 15:15 beginnen we aan de eerste beklimming van de dag, je bent echt een enorme patjepeeër als je dan niet met je broek op je enkels voor de tv ligt te kwijlen. Zelfs Eurosport is er tegen die tijd bij, want dan zijn de motortjes uitgereden.



Ik denk een gelijkspelletje. Nee, zonder gekheid, ik hoop vooral dat dit een dag voor de klassementsrenners wordt. Een zekerheidje is het niet, want door de lange en vlakke aanloop kunnen er gekke dingen gebeuren. Misschien rijdt er een groepje vol nobele onbekenden weg die 20 minuten voorsprong krijgt, je weet het niet. Dat zou alleen wel ernstig teleurstellend zijn, op de dag voor de rustdag wil je een spektakelstuk zien tussen de klassementsrenners. Dit is alleen wel een Tour waar we niet altijd krijgen wat te verwachten valt. Dus ja, deze voorspelling is meer gebaseerd op wat ik wil dan op wat logischerwijs te verwachten valt. Al heb je met die drie loodzware klimmetjes aan het eind wel een vrij sterke kopgroep nodig om überhaupt de finish te halen. Goed, we gaan gewoon uit van een strijd tussen de kleppers. Zal dan wel weer vooral van Jumbo en Ineos moeten komen, maar beide ploegen rijden graag op kop. Wel de vraag of Ineos daar nu nog zin in heeft, maar ik heb niet het idee dat ze het al opgegeven hebben. Egan fietst beter dan ooit, blijkbaar. Dat korte en steile werk is niets voor hem, hij wil liever langere beklimmingen. Nou, dan komt ie nu wel aan zijn trekken. En bij Jumbo rijden ze volgens de Fransen dom. Arrogant, enzo. Altijd op kop blijven rijden, tot het een keer niet meer lukt. Hopen ze. Jammer dat Pogacar geen goede ploeg heeft, maar we gaan het makkelijk houden. Klassementsrenners. Hup. Hierna een dagje uitrusten, komt helemaal goed. Coronatestje erbij, je kan beter nog even snel een rit winnen en een mooie positie bemachtingen voor de Tour onverhoopt voorbij is.
1. Roglic. Een kopie van de Tour de l'Ain, met als enige verschil dat Pogacar nu ook van de partij is. Die gaat hem vast onder druk zetten, maar hem lossen zal moeilijker worden. Vervolgens maakt Roglic het af tijdens het sprintje bergop, erg enerverend. Misschien niet de meest kleurrijke renner van allemaal, maarja, vorig jaar kreeg ie dan juist weer het verwijt niet economisch genoeg te rijden. Altijd wat, maar voorlopig wel op weg naar de eindwinst.
2. Pogacar. Gaat aanvallen, aanvallen en aanvallen. Misschien al voor de slotklim, dat zou helemaal fantastisch zijn. Ik sluit het niet uit, Pogacar is niet alleen een sterke renner maar vooral een entertainer van het volk. Dat hij lang die instelling mag houden. Ik verwacht dat zijn aanvallen sterk genoeg gaan zijn om iedereen te lossen, minus Roglic dus. Weer een Sloveense entente, wisten jullie dat er maar twee miljoen mensen in dit land wonen? Bijzonder he, dat er zoveel goede renners vandaan komen. Ja, wauw.
3. Landa. Ik verwacht een prachtige aanval. Guidon van onder en gaan. Mikel heeft zijn fans nog niet echt op iets moois getrakteerd, wordt ondertussen tijd. Het landismo heeft een zetje in de rug nodig. Wij willen kunnen roepen dat hij de morele winnaar van de Tour is. Tijd om aan te vallen derhalve.
4. Bernal. Ik ben benieuwd. Betere waardes dan ooit, aan het wachten op de langere beklimmingen. Laat het maar zien dan, Iegun. Het lijkt mij stug. Volgens mij heeft ie gewoon nog steeds last van z'n rug en haalt ie niet zijn absolute topvorm. Hoewel het volgens allerlei twitterrekenaars wel zo is dat Pogacar en Roglic absurde wattages uit hun lijf aan het pompen zijn. Technisch gezien zou het verhaal dus kunnen kloppen. Maar goed, we gaan het meemaken. Ze gaan bij Ineos vast nog wel iets proberen. Zijn aanval in Lyon toont aan dat hij nog niet klaar is met deze Tour.
5. Quintana. Het einde van het tijdperk Porte is aanstaande. De lekke band of wat het dan ook was in Lyon toont aan dat hij geen grote ronde kan doorstaan zonder incidenten. Dat gaat in het kopje spelen en dus zijn we Porte na vandaag wel kwijt. Dan schakelen we door naar de Colombianen. Lopez of Quintana, ik ga dan toch maar voor Quintana. Ik vind het wel een klimmetje voor hem, in de Tour de l'Ain bleef hij ook nog wel redelijk dicht bij Roglic en Bernal.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_195037605
Poep Schreuder. :')
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_195037606
De NOS moet naar kleuter Joep, tsja.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:15:36 #4
375570 crew  Cyan9
pi_195037610
Voetbal gezeik.
Ongeïnteresseerd maar toch aanwezig.
pi_195037611
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:11 schreef Bill_Hillie het volgende:

[..]

Wie of wat is de dirty Kansas kliek?
Ziet er wel cool uit. Al bedoelde ik andere uitdagingen in het wegwielrennen.
pi_195037612
Studio Ajax

Slaat nergens op dit
pi_195037616
Die kale meneer klinkt niet bijster intellugent
pi_195037625
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:13 schreef Bill_Hillie het volgende:

[..]

Maar de Giro gaat alsnog wel door natuurlijk. Maar misschien was hij bang dat het alsnog niet zou doorgaan en dat hij voor de zekerheid toch maar de eerste beste grote ronde mee wilde pikken.

Het komt bij mij een beetje over als een verplicht nummertje bij Sagan. Net als dat Bardet en Pinot elk jaar weer de tour rijden, maar dat wordt ook elk jaar steeds teleurstellender.
Ook Bardet wilde juist dit jaar een keer de Giro rijden (ook met het oog op de Spelen)..

(maar verder wel eens hoor)
pi_195037627
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:16 schreef AllesKaputt het volgende:
Die kale meneer klinkt niet bijster intellugent
De interviewer als de vieze man
Kein gewalt! Wir sind das volk!
Steps taken forwards but sleepwalking back again.
  Redactie Sport zondag 13 september 2020 @ 14:17:12 #10
274204 crew  Mexicanobakker
pi_195037637
Wat een sjanant interview.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_195037638
Trainer van Sparta ?
Wat een neuzenzender _O-
pi_195037642
Ik word erg droevig van het feit dat dit soort gesprekjes mede mogelijk gemaakt worden door mijn belastingcentjes
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:17:40 #13
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_195037643
Ik heb me een partij zin in de Les Lacets du Grand Colombier, wat jij @Rellende_Rotscholier
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:18:17 #14
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_195037649
quote:
1s.gif Op zondag 13 september 2020 14:17 schreef Slobeend het volgende:
Ik heb me een partij zin in de Les Lacets du Grand Colombier, wat jij @:Rellende_Rotscholier
De tissues liggen al klaar.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zondag 13 september 2020 @ 14:18:55 #15
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_195037660
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:16 schreef Marcoss het volgende:

[..]

Ook Bardet wilde juist dit jaar een keer de Giro rijden (ook met het oog op de Spelen)..

(maar verder wel eens hoor)
Maar Pinot had vorig jaar zomaar kunnen winnen.
  zondag 13 september 2020 @ 14:19:16 #16
222754 Dagoduck
ROCK 'N' GROHL
pi_195037663
quote:
1s.gif Op zondag 13 september 2020 14:17 schreef Slobeend het volgende:
Ik heb me een partij zin in de Les Lacets du Grand Colombier, wat jij @:Rellende_Rotscholier
Gaat gewoon weer een massasprint worden hoor.
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
  zondag 13 september 2020 @ 14:20:02 #17
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_195037674
Komt er dit jaar geen fatsoenlijke lading dagjesvolk meer?
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:20:49 #18
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_195037677
quote:
9s.gif Op zondag 13 september 2020 14:20 schreef Immerdebestebob het volgende:
Komt er dit jaar geen fatsoenlijke lading dagjesvolk meer?
Vroeger werden er tien topics volgelost per rit, tegenwoordig halen we amper vier topics. Einde tijdperk.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_195037681
quote:
1s.gif Op zondag 13 september 2020 14:18 schreef Immerdebestebob het volgende:

[..]

Maar Pinot had vorig jaar zomaar kunnen winnen.
Klopt, maar dat is bij hem al iets te vaak gezegd ;(
  Redactie Sport zondag 13 september 2020 @ 14:21:19 #20
274204 crew  Mexicanobakker
pi_195037684
quote:
9s.gif Op zondag 13 september 2020 14:20 schreef Immerdebestebob het volgende:
Komt er dit jaar geen fatsoenlijke lading dagjesvolk meer?
Lekker toch? Dagjesvolk kijkt naar Maxie.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_195037686
Waarom nou al die troep op de weg gooien mannen
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_195037702
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:21 schreef Marcoss het volgende:

[..]

Klopt, maar dat is bij hem al iets te vaak gezegd ;(
Weinig Pi, veel NO
leven zoals het leven is
pi_195037704
quote:
9s.gif Op zondag 13 september 2020 14:21 schreef franklop het volgende:
Waarom nou al die troep op de weg gooien mannen
Werkverschaffing
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:22:17 #24
375570 crew  Cyan9
pi_195037706
quote:
9s.gif Op zondag 13 september 2020 14:20 schreef Immerdebestebob het volgende:
Komt er dit jaar geen fatsoenlijke lading dagjesvolk meer?
Ik wil wel een paar domme vragen stellen hoor, zoals:

"Die Roglies die nu eerste staat, is die nieuw? Nog nooit van gehoord."
Ongeïnteresseerd maar toch aanwezig.
  Moderator zondag 13 september 2020 @ 14:22:29 #25
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_195037710
quote:
0s.gif Op zondag 13 september 2020 14:21 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Lekker toch? Dagjesvolk kijkt naar Maxie.
Ik las dat Mugello een echt Max circuit is.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')