abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator vrijdag 11 september 2020 @ 02:28:54 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194995819
Etappe 13: Châtel-Guyon - Puy Mary Cantal, 191,5 km

Wat is wielrennen toch ook eigenlijk een gekke sport hè, Jeroen? Je verwacht een rit voor de vluchters, maar het pakte net even anders uit. In eerste instantie ga je eens even goed zitten voor een show van minstens een uur om te zien wie er in de vlucht van de dag weten te geraken, maar die show was vrij snel voorbij. Na een aantal pogingen reden vier renners weg, niet echt de namen die je vooraf had opgeschreven. Luis Leon Sanchez, Walscheid, Politt en Erviti. Doe je het niet echt voor. Toen de voorsprong opliep naar een minuut ging de dappere Burgaudeau in de achtervolging, hij kreeg Asgreen met zich mee. Asgreen reed uiteindelijk het gat dicht, waardoor we vooraan zes renners kregen. Nouja, oké, dan maar een vluchtersrit met zes mindere goden vooraan, relatief gezien. Daar dachten Bora en CCC anders over, zij besloten te controleren. Waarschijnlijk hadden ze het parcours niet goed bekeken, of er was sprake van schromelijke zelfoverschatting. Halverwege de rit waren we getuige van een prachtig eerbetoon aan Raymond Poulidor. In het dorp waar hij zo lang had gewoond hadden ze flink hun best gedaan om hem te herdenken. Overal foto's, maar het was vooral het kunstwerk op het lokale voetbalveld dat de aandacht trok. Prachtig gedaan, chapeau. De voorsprong van de kopgroep bedroeg tegen die tijd niet veel meer dan twee minuten, terwijl we nog 100 kilometer moesten rijden. Dan weet je wel welke kant het opgaat. De laatste 50 kilometer van de rit waren behoorlijk lastig, en daar ging het alsnog goed los. De kopgroep werd bijgehaald en zo ongeveer heel Sunweb ging in de aanval. Eerst Benoot en Kragh Andersen, waarna Hirschi besloot dat hij niet achter kon blijven. Het werd een beetje een rommelige slotfase, met overal kleine groepjes. Steeds meer renners gingen in de aanval, maar uiteindelijk waren het toch wel de eerste aanvallers die in het voordeel waren. We trokken naar de steile Suc au May, waar godbetert Marco Soler aan een grandioze solo wilde beginnen. Zoals altijd overschatte Marco zichzelf, waardoor hij uiteindelijk als laatste van de vluchters over de finish kwam. Nadat Benoot zich uit elkaar had getrokken voor Hirschi besloot de Zwitser te kijken of driemaal scheepsrecht echt een ding is. Hij overvleugelde Soler vrij snel en liet hem achter. Schachmann deed een poging om te volgen, maar dat lukte niet. Er zijn niet veel mensen die momenteel in staat zijn om Hirschi te volgen.

Richting de top van de Suc au May leek het toch wat moeilijk te gaan bij Hirschi, maar gezien de percentages was dat niet zo gek. Het verschil bedroeg al snel een seconde of 20 ten opzichte van Soler en Schachmann, de groep daarachter zat zelfs al op 40 seconde. In die groep zagen we inmiddels Alaphilippe, die was weggesprongen uit het peloton. Het peloton deed verder niet echt veel moeite. Het waren de mannen van CCC die wat probeerden te doen voor Van Avermaet, maar Greg is weer de altijd afwachtende Greg van weleer geworden, wat hem uiteraard niets oplevert. Nadat de mannetjes van CCC verdwenen waren nam Jumbo het commando over en zij deden het rustig aan. Er viel niets te winnen, behalve als je Michel Wuyts heet en vindt dat Roglic op kop had moeten rijden zodat Van Aert de sprint had kunnen winnen want het was écht een rit voor Van Aert. Enfin, bij Jumbo denken ze er gelukkig wat logischer over. Het zou dus gaan tussen de mannen vooraan. En eigenlijk wist je al vrij snel dat Hirschi zou gaan winnen. Na die solo van een kilometer of 90 afgelopen zondag had het mij sterk geleken dat iemand als Soler hem bij zou halen. Een Alaphilippe in goede doen had het gekund, maar Alaphilippe is niet goed. Hij had Devenyns wel bij, maar zelfs dat volstond niet. Er is verdomd weinig aan Hirschi te doen deze Tour, wat voor een deel ook wel te danken is aan zijn daalkunsten. Na de lastige klim liep hij in de afdaling weer uit, die jongen zit als gegoten op een fiets. Het lastige stuk in de finale waar het steeds een beetje vals plat omhoog ging vormde ook geen probleem, na twee mislukte pogingen is daar dan eindelijk de zege voor Hirschi. Na heel veel podiumplaatsen is er ook eindelijk een overwinning voor Sunweb, je zou het ze bijna gunnen. Pierre Rolland of all places werd tweede, hij leeft nog. Sprong weg vanuit het groepje daarachter, waar weinig organisatie was te vinden. Alaphilippe sprong een keer of tien weg, maar iedere keer kwam hij zichzelf tegen. Aan het eind helemaal, blijkbaar. Niet de Alaphilippe van vorig jaar, maar die conclusie hadden we al getrokken. Kragh Andersen werd derde, echt een topdag voor Sunweb. Toch een goede Tour voor die ploeg, wat uit het niets komt. Totaal niet zien aankomen. Vooral deze ontbolstering van Hirschi is buitengewoon opvallend. Altijd een talent geweest natuurlijk, maar dit? Nooit gedacht, niet verwacht. De sprint van het peloton werd gewonnen door Sagan, leverde hem een mooie 13e plek op. Toch maar mooi de hele dag op kop gereden voor, ja, voor wat eigenlijk? De zesde plaats van Schachmann, ook niet echt een prijs. Al is het nog beter dan de werken van CCC, Van Avermaet eindigde achter Sagan op de 14e plaats. Verder gebeurde er voor het klassement helemaal niets eigenlijk. Een vermakelijke slotfase, maar uiteindelijk toch een verloren rit. Misschien dat de volgende rit beter wordt, het parcours ziet er in ieder geval goed uit. We trekken het Centraal Massief in en komen daar behoorlijk veel klimmetjes tegen.




De rit start in Châtel-Guyon, een plaats die tot 2007 Châtelguyon werd genoemd. We bevinden ons in het departement Puy-de-Dôme, regio Auvergne-Rhône-Alpes. Streepjes genoeg, daarom kreeg Châtel-Guyon er dus ook eentje. Het is voor het eerst dat de Tour hier is, maar toch is het een bekende stad voor de ASO. Parijs-Nice is twee keer gepasseerd in Châtel-Guyon, in 2018 nog bijvoorbeeld. Toen won de onvoorstelbare klootzak Jonathan Hivert, nadat hij een tijd in het wiel van Luis Leon Sanchez had gezeten en daarna lafjes het sprintje won. Niet alleen daarom is Hivert een weinig fijne jongen, het is vooral iemand die nooit presteert als je hem selecteert bij een spelletje. Selecteer je hem niet, dan wint ie ineens. Gelukkig heeft ie nu al heel het jaar last van zijn rug, dat hij nooit meer mag herstellen van die blessure. Deze frustratie moest er even uit, sorry jongens. We gaan door met Châtel-Guyon, daar wonen 6500 mensen. Het is hier toeristisch, dat kent zijn weerga niet. Een thermenstadje, met een spa. Een spiksplinternieuwe resort zelfs, het Aïga Resort. Geopend in 2020, lekker jaar uitgezocht wel. Ze zijn hier blijkbaar ook bezig met onderzoek, de behandeling van reumatische klachten wordt verder ontwikkeld. Het magnesiumgehalte in het water schijnt hoog te zijn, het hoogste van heel Europa. We bevinden ons op vulkaangrond, dat heeft zo z'n invloed. Er moet nogal wat geld achter dat nieuwe resort zitten als ze het meteen voor elkaar krijgen een Tourrit binnen te slepen. Toeval is het niet, aangezien het Aïga Resort uitgebreid benoemd wordt in het roadbook. Dit verder ook weer terzijde natuurlijk. De thermen trekken veel bekijks, daarom staat de rest van Châtel-Guyon vol met hotels. Er is ook een casino, en een oud theater dat men recent heeft opgeknapt. De centrale straat van Châtel-Guyon staat vol prachtige gebouwen, er komen fraaie façades voorbij. Het zou zomaar uit een film kunnen komen. Wel een vrij klein centrum, als je de thermen eenmaal hebt gezien ben je ook zo klaar in Châtel-Guyon zelf. Je zou dan naar Riom kunnen gaan, dat adviseren ze je in het roadbook eigenlijk ook. Want ja, laten we eerlijk zijn, dat Aïga Resort trekt op niks eigenlijk. Van de buitenkant is het net een of ander goedkoop all inclusivehotel in Turkije.




De renners starten aan de rand van Châtel-Guyon op de Avenue de l'Europe. Tijdens de neutralisatie rijden we door het fraaie centrum van het stadje, vervolgens fietsen we uiteraard ook langs het Aïga Resort. Doorgestoken kaart, wat ik je brom. De neutralisatie gaat daarna nog een tijd verder, pas ver buiten Châtel-Guyon gaat de rit echt van start. We beginnen op een brede weg met een paar kilometer in licht dalende lijn, daar zijn de renners meestal niet zo blij mee. Na twee kilometer komen we een rotonde tegen, waar het naar rechts gaat. We rijden nu door het eerder aangeprezen Riom, wat daadwerkelijk een mooi plaatsje is. Al prijzen ze hier dan zelf weer vooral de bergen in de omgeving aan, met onder meer de Gorges d'Enval als trekpleister. Zo blijf je bezig. We rijden niet door het mooie centrum, maar blijven op de ring. Jullie zullen me dus maar gewoon moeten geloven dat hier in het centrum wat mooie kerkjes staan en tal van andere kicken gebouwtjes. Tot mijn grote verbazing blijkt Alan Stivell van Riom te zijn. Een bekende Bretonse muzikant, komt schijnbaar gewoon uit het midden van het land. Tri Martolod enzo, het zou u iets kunnen zeggen. Enfin, we fietsen snel verder en verlaten Riom via een vrij brede en rechte weg. Het is ook nog een kilometer of zes zo goed als vlak, een ouderwets vlakke aanloop. Tijdens dit stuk komen we wel nog een rotonde tegen en een keer een wegversmalling. Uiteindelijk slaan we rechtsaf en fietsen we richting Châteaugay, de makkelijke woordspelingen laat ik een keer schieten. Onderweg naar Châteaugay begint de weg al wat omhoog te lopen, na een bocht naar rechts begint de eerste klim van de dag echt. Drie kilometer omhoog aan een procent of vijf, een mooi moment voor de ambitieuze vluchters om het verschil te maken. Als de eerste huizen in beeld komen verlaten we de grote weg en slaan we rechtsaf, waarna we over een wat smallere en slechtere weg door het dorp rijden. Beetje een gekke route toch wel weer. De passage wordt soms echt smal, het doet eerder Italiaans of Spaans aan. Maar goed, door deze frappante route komt het lokale chateau wel in beeld, daarnaast zien we ook de wijnranken verschijnen. Een lokale specialiteit. Eenmaal buiten Châteaugay wordt de weg weer breed, het blijft nog een kilometer verder omhoog lopen.



Na dit eerste klimmetje van de dag is het een aantal kilometer behoorlijk vlak. We komen twee kilometer later een rotonde tegen, waar het naar links gaat. Hierna rijden we een kilometer of tien over dezelfde weg, die enorm breed is. Wel redelijk bochtig, na een tijd begint het terrein ook weer wat glooiender te worden. Toch een paar keer licht op en af, maar de volgende echte klim laat nog even op zich wachten. Door een bosrijke omgeving fietsen we verder richting de buitenwijken van Clermont-Ferrand, een feit dat ik zoveel mogelijk wil negeren. Clermont-Ferrand is de startplaats van de volgende rit, dus onze huidige passage probeer ik zo geruisloos mogelijk voorbij te laten gaan. Na 20 kilometer koers komen de renners uit in Durtol. Ze rijden dwars door dit dorpje en komen wat obstakels tegen. Een rotonde bijvoorbeeld, maar het is ook zo dat ze hier qua ondergrond soms wisselen tussen stenen en asfalt. Na deze passage slaan we linksaf, waarna we over een grote weg in dalende lijn Clermont-Ferrand betreden. Toch een lichtelijk gevaarlijke afdaling, omdat er hier nogal wat verkeersmeubilair te vinden is. Vlak voor we het echte centrum van Clermont-Ferrand bereiken slaan we snel rechtaf en niet veel later volgt een nieuwe bocht naar rechts. We gaan er snel weer vandoor, dit is echt een beetje tikkertje spelen. Via Chamalières rijden we verder naar Royat, waar de voet van de volgende klim ligt. Het was even vlak, maar al snel begint de weg vals plat omhoog te lopen. Eenmaal in Royat, een beetje een Disneydorpje, nemen we weer een aparte route. We zouden de doorgaande weg kunnen volgen, maar slaan bij een rotonde linksaf en fietsen via een haarspeldbocht tussen de protserige bouwwerken door. Een paar bochten later verlaten we Royat, terwijl de klim al lang en breed begonnen is. De Col de Ceyssat, een beklimming van de eerste categorie. Tien kilometer aan 6%, dat is wel een klim ja. De tweede keer dat deze klim in de Tour de France zit. De vorige keer dat we deze klim in het Centraal Massief beklommen was in 1951, toen kwam Raphaël Geminiani als eerste boven. Hij zou later ook de rit winnen, die aankwam in Clermont-Ferrand. En wat wil het toeval? Geminiani is afkomstig uit Clermont-Ferrant. Prachtig, fenomenaal, majestueus. De bochtige Col de Ceyssat is mooi. Zodra we de huizen achter ons laten slingeren we onszelf door een bos omhoog, erg fraai. In Royat was het nog niet zo steil, maar tijdens dit bochtige gedeelte komen we toch een paar kilometer aan meer dan 7% tegen. Halverwege de klim rijden we door een schattig dorpje, waar het tijdelijk wat vlakker wordt. Kilometer aan 5%, gevolgd door een kilometer aan 3%. Nadat we een rotonde zijn tegengekomen gaat het nog een aantal kilometer wat steiler omhoog.




In de buurt van de top zien de renners in de verte een opmerkelijke berg liggen. Een lavakoepel, zo moeten we dat noemen. Puy de Dôme, dé Puy de Dôme. Die van de koers, uit een ver verleden. Ver voor mijn tijd gingen ze hier dertien keer omhoog. Het was onder meer het toneel van een duel tussen Poulidor en Anquetil, of de plaats waar Eddy Merckx een vuistslag tegen zijn lever te verwerken kreeg. Tegenwoordig is de top van Puy de Dôme niet meer te bereiken met de fiets, er gaat alleen nog een tandradspoor omhoog. Ik had nog nooit van een tandradspoor gehoord, maar dat is dus een spoorweg met een extra rail in het midden met de vorm van een tandheugel. Wat voor spoor het ook is, voor ons is het irritant dat er überhaupt een spoor ligt. Ik had wel graag de renners een keer op de flanken van de Puy de Dôme willen zien, toch een mythische naam uit het verleden. Er liggen ook nog wat Romeinse overblijfselen op de top, een tempel ter ere van Mercurius. Had ik allemaal wel wat nader willen beschouwen, maar dat zit er dus niet in. We moeten het doen met een blik op de uitgedoofde vulkaan. De renners klimmen verder aan 6% en pakken vlak voor de top een stuk aan 8% mee, waarna ze na 36 kilometer koers kunnen zeggen dat ze boven zijn op de Col de Ceyssat. De top is makkelijk te herkennen, er staan hier een paar restaurants bij elkaar en er is een parkeerplaats. Vanaf dit punt kun je beginnen aan een wandeltocht naar Puy de Dôme, naast het tandradspoor het enige overgebleven alternatief om de top van de vulkaan te halen. Alhoewel, eens per jaar in juni schijnt er voor wielrenners een toertocht georganiseerd te worden waarbij maximaal driehonderd wielrenners fietsend naar de top mogen rijden. Leuk voor die 300, maar de rest van de wereld schiet er niet veel mee op. Gewoon dat spoor weghalen en de boel breed asfalteren, hup. Maar goed, tot die tijd gaan we maar eerst eens even een stukje afdalen.



Het gaat zes kilometer naar beneden richting Ceyssat. Een afdaling door een donker bos, met in het begin een paar bochten. Al snel wordt het vrij recht, waardoor dit een makkelijke afdaling is. Asfalt ziet er niet optimaal uit, dat zou dan het enige minpunt zijn. Eenmaal in Ceyssat volgt er een pittig bochtje naar links, vooral omdat het tijdelijk wat smaller is. Een paar flauwe bochten later verlaten we dit kleine dorpje alweer, we rijden weer een tijd verder door een bos waar de weg niet gigantisch breed is. Het is wel behoorlijk vlak ondertussen, dat zal de komende acht kilometer zo blijven. Hooguit een beetje vals plat omhoog zo nu en dan, terwijl we tussen de bossen door soms ook wat boerenland tegenkomen. Wel een beetje een slingerweggetje, onderweg naar Olby. Na de redelijk makkelijke passage in dit dorpje komen we even verderop een rotonde tegen, waar we linksaf slaan. We bereiken nu een enorm brede weg met prachtig asfalt, dat is toch even genieten voor de renners. Duurt niet lang, bij de volgende rotonde die drie kilometer later volgt gaat het naar rechts. We rijden weer verder over een wat smallere weg die bovendien behoorlijk bochtig is. De renners passeren een aantal kleine dorpjes, waar verrassend genoeg geen obstakels te vinden zijn. Voorbij Saint-Bonnet-près-Orcival begint de weg omhoog te lopen onderweg naar Orcival. Een kilometer of vier gaat het vooral omhoog, met een paar kleine stukjes in dalende lijn. Vooral de eerste twee kilometer gaat het omhoog, toch al snel aan een procent of drie! Na 55 kilometer koers komen we uit in Orcival, alwaar de volgende klim van de dag gaat beginnen. Een gecategoriseerde klim, niet dat vals platte gedoe van net. De Col de Guéry, derde categorie. Bij het binnenrijden van Orcival slaan we eerst rechtsaf, het centrum van het dorp in. Klein stukje in dalende lijn, paar bochtjes kort achter elkaar. Smallere passage, ze zullen in Orcival wel wat geld hebben gelapt zodat hun pittoreske kern in beeld komt. Hoewel Orcival ook een bedevaartsoord schijnt te zijn, in de lokale kerk, die enorm oud is, staat een beeld van Maria. Daar zijn er nogal veel van, maar deze zou dan weer heel speciaal moeten zijn. Nouja, vooruit dan maar. Na deze kleine omleiding komen we weer uit op de doorgaande weg, die direct omhoog loopt. We zijn vertrokken voor een beklimming van acht kilometer aan 5% gemiddeld. Blijkbaar beginnen we met twee kilometer aan 7%, straffen toebak. Door een bos rijden de renners omhoog, maar al snel zal de Guéry een stuk makkelijker worden. Aan de rand van het bos wordt het al wat makkelijker met een kilometer aan 5%, zodra we het bos verlaten gaat het nog maar aan 3% omhoog. Het gaat een tijd rechtdoor, terwijl we verder klimmen aan 4%. In de buurt van de top gaat het dan nog eens stevig omhoog aan 7%, terwijl we in de verte allerlei imponerende lavakoepels zien liggen. Het laatste stuk van de klim is echt schitterend, al gaan we in de laatste twee kilometer nog maar vals plat omhoog. De top wordt bereikt na 63,5 kilometer.




Net voorbij de top komen we het Lac de Guéry tegen, aan de vorm te zien een overblijfsel uit de vulkanische periode. Gezien de gigantische parkeerplaats op de top een populaire toeristische attractie, waar ik me iets bij voor kan stellen. Vooral omdat je vanaf de top een prachtig uitzicht hebt over de rotsen Tuilière en Sanadoire, niks mis mee. Na de klim is het eigenlijk een kilometer of acht zo goed als vlak. We rijden over een brede weg door het vulkaanlandschap, in heel licht dalende lijn. Af en toe een paar bochten, maar dat heeft weinig betekenis als het toch niet naar beneden gaat. Een paar keer gaat het ook vrij lang rechtdoor in het eindeloze bos. Uiteindelijk volgt er na dit makkelijk stukje een scherpe bocht naar links waarna we toch nog twee kilometer redelijk serieus gaan dalen richting Mont-Dore. Best een leuk dorpje, er staan wat mooie gebouwtjes hier. Het dorp is bekend vanwege de warmwaterbronnen en het naastgelegen wintersportgebied, daarom ziet het er hier dus zo mooi uit. Vernoemd naar een oude stratovulkaan hier in de buurt, dat zijn de essentiële stukjes informatie waar je het voor doet. De renners zullen er weinig oog voor hebben, er volgen twee scherpe bochten naar rechts en even verderop een bocht naar links bij een rotonde. Vervolgens rijden we een aantal kilometer verder door de vallei over een brede weg, richting La Bourboule. Deze weg loopt nog steeds een beetje naar beneden, maar echt dalen kun je het moeilijk noemen. Op een rotonde na komen we tot in La Bourboule weinig tegen. Eenmaal in La Bourboule rijden we vooral rechtdoor, maar we komen wel nog een versmalling tegen en een soort van chicane. Even verderop slaan we linksaf en gaan we op weg naar de volgende klim van de dag. Niet voordat ik heb vermeld dat ook La Bourboule weer een thermenstadje is. Het stikt hier van de kuuroorden. Aan de oevers van de Dordogne komen we alleen maar keurige en statige gebouwen tegen, niet te doen.



Als we in het centrum van La Bourboule linksaf zijn geslagen loopt de weg direct omhoog. We zijn begonnen aan de Montée de la Stèle, een beklimming van de tweede categorie. De komende zeven kilometer loopt de weg aan ongeveer 6% gemiddeld omhoog, toch weer serieus klimwerk. In de starten van La Bourboule gaat het direct twee kilometer aan 7% omhoog, ook hier zit het zwaarste werk weer in het begin. Buiten La Bourboule gaat het nog een tijd omhoog aan 6,5%, maar daarna wordt de klim een stuk makkelijker. Zodra de klim bochtiger wordt verdwijnen de percentages als sneeuw voor de zon, bijzonder. Na een kilometer aan 5% krijgen we twee vals platte kilometers aan 3% voorgeschoteld, voordat het richting de top nog eens aan 5% omhoog gaat. Geen al te brede weg hier, terwijl we afwisselend door een bos fietsen en af en toe ook een fraai uitzicht krijgen over de omgeving. Na 85,5 kilometer komen we boven op de top van de klim. We rijden weer langs een grote parkeerplaats, het is hier minder mooi maar blijkbaar is het alsnog interessant genoeg voor de toeristen. Voorbij de parkeerplaats blijft het even vlak, waarna we zes kilometer gaan dalen richting La Tour-d'Auvergne. We verlaten het bos en dalen door open terrein, dat maakt het altijd wat makkelijker. De weg is nog steeds niet enorm breed, maar ik voorzie niet enorm veel problemen. We komen in het begin een paar bochten tegen, daarna gaat het vooral rechtdoor verder. Na 91,5 kilometer komen we uit in La Tour-d'Auvergne, ook best een pittoresk dorpje. De weg wordt hier smal en we komen een paar gevaarlijke bochten tegen. Vooral midden in het centrum ligt een terugdraaiende bocht naar rechts, dat wordt sturen geblazen. Anders lig je met je kokosnoot in en souvenirwinkeltje, en daar wil je uiteraard nog niet dood gevonden worden. Het gaat hier ook nog steeds naar beneden, dat maakt het extra ingewikkeld. Na deze bocht verlaten we het dorp weer en als we even verderop linksaf slaan bij een rotonde wordt de weg opnieuw breed.




Niet veel later slaan we rechtsaf en gaan we op weg naar Bagnols. Een tocht van zeven kilometer over een plattelandsweggetje. Het loopt nog een kilometer of twee licht naar beneden, daarna begint de bochtige weg wat meer omhoog te lopen. Na twee korte knikjes omhoog volgt er een langer stuk in stijgende lijn, het gaat zo'n beetje anderhalve kilometer omhoog aan een procent of drie. We rijden vooral door een leeg boerengebied, maar komen ook wat bossen tegen. Eenmaal in Bagnols is het weer vlak, na een stuk van anderhalve kilometer in dalende lijn. In Bagnols rijden we praktisch rechtdoor, waarna we onze weg over het uitgestorven Franse platteland vervolgen. Het is nu wel een aantal kilometer zo goed als vlak, de hoogteverschillen zijn vrij minimaal. Bochtig blijft het dan wel weer, lekker slingeren, draaien en keren. We passeren een aantal boerderijen en rijden halverwege de route een keer door een bos waar het een halve kilometer steil omhoog gaat. Daarna is het verder vooral vlak als we via Cros naar Lanobre rijden. Tussen Cros en Lanobre komen we alleen een paar koeien tegen, terwijl we ons in het grensgebied van de departementen Puy-de-Dôme en Cantal bevinden. We fietsen de Cantal in en merken meteen dat daar meer bomen staan. Even later slaan we een keer linksaf en bereiken we een bredere weg, die ons rechtdoor naar Lanobre brengt. In dit dorpje wordt na 111 kilometer de tussensprint van de dag afgewerkt, vlak voor de sprint gaat het nog een tijdje vals plat omhoog. In het plaatsje Lanobre valt weinig te beleven, maar de gemeente is wel vrij groot. Een paar kilometer verderop ligt aan de Dordogne een kicken kasteeltje, het Château de Val. Dat gaat de Franse regie niet aan de aandacht laten ontsnappen.



Als de tussensprint achter de rug is zal het twee kilometer vlak zijn, met daarna een kleine afdaling van twee kilometer. Wel een echte afdaling, na een lange weg rechtdoor komen we warempel een aantal haarspeldbochten tegen. De weg is wel honderd meter breed, dus het stelt alsnog niet veel voor. Na deze haarspeldbochten wordt het al vrij snel vlak, terwijl we door Bort-les-Orgues rijden. Een paar kilometer in de Corrèze, we gaan vrij snel weer terug naar de Cantal. Na de tocht door de winkelstraat van Bort-les-Orgues is het buiten het dorp een kilometer of vijf zo goed als vlak, terwijl we over een brede en rechte weg rijden die alleen een paar keer wordt onderbroken door een rotonde. Aan het eind van dit vlakke stuk volgt een kort klimmetje, het gaat anderhalve kilometer omhoog aan een procent of vijf. We bevonden ons een tijd in een behoorlijk volgebouwde omgeving, maar rijden nu weer vertrouwd door een bos. Aan het eind van dit klimmetje komen we een rotonde tegen, waar we rechtdoor gaan. Even verderop volgt de volgende rotonde, daar gaat het naar links. De renners rijden naar Saignes, het gaat een kilometer of drie licht naar beneden. Aan de rechterkant van de weg spotten we een keer een kasteeltje, verder maken we voorlopig niets mee. In Saignes begint de weg omhoog te lopen, tegen die tijd maken wel wat mee. De volgende klim van de dag begint, de Côte de l'Estiade. Een klimmetje van de derde categorie, ongeveer vier kilometer aan 7%. Nadat we in het centrum van Siagnes linksaf slaan en even verderop een smaller weggetje naar rechts pakken gaat het meteen steil omhoog. Buiten het dorp gaat het kort naar beneden, waarna het steilste stuk begint. Drie kilometer aan acht procent, naar het zich laat aanzien. Richting het eind van de klim zelfs een kilometer aan 9%, het is een serieuze muur. De renners komen weer flink wat bochten tegen, vooral daar gaat het steil omhoog. Tussen de bomen door bereiken we na 130,5 kilometer de top van deze klim, maar dan zijn we er nog niet. Het gaat na de klim een halve kilometer naar beneden, maar daarna volgt een nieuw knikje omhoog. Na nog een korte afdaling van een paar hectometer stijgt de weg opnieuw. We fietsen door Le Monteil, na de passage in dit dorp loopt de weg nog een kilometer of zeven vals plat omhoog tot in Trizac. Dat dorpje bereiken we na 139 kilometer, op een kilometer of 60 van het eind.




Tussen de top van de klim en Trizac komen we toch nog 200 meter hoger uit, gemiddeld gezien gaat het dus aan 2% omhoog. Dat geeft alleen een beetje een vertekend beeld, want we gaan ook nog een keer of vier kort naar beneden. De stukjes omhoog zijn vooral vals plat, maar er zitten ook wat steilere stroken tussen. De renners fietsen heel wat kilometers tussen de boerderijen en de weilanden door, maar na de toch weer wat smallere passage in Trizac volgt er een bocht naar rechts. Na die bocht rijden we over een grote weg de bossen in. Het gaat nu een aantal kilometer naar beneden, zonder dat we het echt een afdaling moeten noemen. Vijf kilometer in subtiel dalende lijn, zonder grote uitdagingen. We rijden een keer over een brug, dat is het gekste punt. Na de tweede brug begint de weg plots weer omhoog te lopen, een klimmetje van twee kilometer aan 5% richting Moussages. Leuk dagje wel zo, met al die ongecategoriseerde klimmetjes gratis en voor niets erbij. Als we een paar huizen zien verschijnen houdt de klim direct op, we beginnen daarna aan een afdaling van zeven kilometer. Een echte afdaling, zowaar. Waarmee ik bedoel dat we daadwerkelijk een paar meter lager uitkomen, niet direct dat dit nu zo'n lastige afdaling is. Het gaat grotendeels rechtdoor, op een paar scherpe bochten in Moussages zelf na. Het is vijf kilometer dalen zonder de remmen aan te raken, zo ongeveer. Pas tijdens het laatste deel van de afdaling komen we weer een paar bochten tegen, maar zelfs Zakarin had hier veilig beneden kunnen komen. Eenmaal beneden volgt er in Pons een terugdraaiende bocht naar links, er gaat daarna direct weer geklommen worden. Het peloton begint aan de Streetviewloze Côte d'Anglards-de-Salers, een beklimming van de derde categorie. In totaal gaat het bijna vijf kilometer omhoog, maar de ASO houdt het op 3,7 kilometer aan 6,9%. Na een vals platte aanloop lijkt het vrij stabiel omhoog te gaan aan 7%. Verder kan ik weinig vertellen over deze klim. Een wat smallere weg, vermoed ik. Wel veel bomen langs de kant, met tussendoor een paar verdwaalde huisjes. Na 157 kilometer komen we boven op deze klim.




Net na de top rijden we door het dorpje Anglards-de-Salers, een verlaten gat waar met wat fantasie toch nog een mooie foto van valt te maken. Streetview keert voorlopig nog niet terug, we volgen nog een tijd wat wegen die zo onbeduidend zijn dat ze blijkbaar geen bezoek van de camerawagen behoven. Van bovenaf valt wel te zien dat men na Anglards-de-Salers een aantal kilometer door een bos fietst, via andere bronnen ontwaren we dan weer dat dit stuk in dalende lijn wordt verreden. Op een Frans forum heb ik gelezen dat deze afdaling vrij gevaarlijk zou moeten zijn, ik geef het maar even mee. Vier kilometer aan vijf procent naar beneden, maar het schijnt wat grillig te zijn. Grind op de weg ook, al wordt dat hopelijk nog weggeveegd. Nadat de renners door het gehucht Pépanie rijden sluiten ze weer aan op een grotere weg, hier keert Streetview ook weer terug. Bij de kruising valt te zien dat de weg waarover de renners net reden vrij smal is. Ze slaan rechtsaf en gaan daarna vijftien kilometer rijden over een weg die breed begint maar even verderop toch ook weer smaller wordt. Een weg die bovendien vooral vals plat omhoog gaat lopen, we komen uiteindelijk een meter of 300 hoger uit. Dat zegt niet alles, want de komende kilometers gaan we ook een paar keer naar beneden. In totaal kom je tijdens dit stuk toch aan meer 400 hoogtemeters, het is een stiekem slopend stukje. De weg loopt vooral rechtdoor, ondertussen fietsen we door een paar dorpjes. Saint-Vincent-de-Salers bijvoorbeeld, kan ook weer van het lijstje gestreept worden. Het is een weg die eind vorig jaar voor een deel is weggezakt en waar verschillende scheuren ontstaan, ik verwacht derhalve een prachtige nieuwe laag asfalt. We ploegen voort door de natuur, groen gebied wel. De weg brengt ons na 169 kilometer door Le Vaulmeir, hoef je ook niet geweest te zijn. In dit dorp gaat het even naar beneden, maar buiten het dorp fietsen we weer vrolijk vals plat omhoog verder door het bos over een weg die inmiddels weer vrij breed is. De weg, die gemiddeld zo'n beetje aan 2% omhoog gaat, eindigt na 176 kilometer in Le Falgoux. Hier gaan we beginnen aan de finale van de rit, en wat voor een finale.



Geen onooglijk dorpje, dat Le Falgoux. In het gezellige centrumpje slaan we voorbij de lokale fontein rechtsaf, iets wat ze bij Google nooit hebben gedaan. Streetview verdwijnt weer eens, ze zijn deftig met mijn kloten aan het spelen. Desondanks valt waar te nemen dat het in het dorp zelf kort naar beneden gaat. Buiten het dorp gaat het dan weer stevig omhoog, we beginnen aan de Col de Néronne. Een beklimming van de tweede categorie, ondanks zijn geringe lengte. Slechts vier kilometer lang, maar het gaat wel aan 9% gemiddeld omhoog. De klim begint direct steil, met een kilometer aan 8%. Daarna wordt het niet beter, na een kilometer aan 9% volgt de steilste kilometer van het geheel, het gaat aan 10% omhoog. Richting de top gaat het weer aan 9% omhoog, zodoende komen we uit op 9% gemiddeld. Een vrij smal weggetje omhoog, met de nodige bochten. Vanzelfsprekend door een bos, we doen vandaag niet anders. Na 180,5 kilometer, op ongeveer tien kilometer van het eind, komen de renners boven op deze klim. Er liggen bonificaties op de top, maar voorlopig lijkt niemand daar iets om te geven. De Col de Neronne heeft al een aantal keer in de Tour gezeten, al deden we 'm dan van een andere kant. In 2016 nog, toen we van Limoges naar Le Lioran fietsten. Toen reden we ook al door Saint-Léonard-de-Noblat, overigens. Enfin, we beklommen toen de Col de Neronne vanuit Salers. Merkwaardig genoeg is de beklimming vanuit Salers zeven kilometer lang aan 3% gemiddeld, je zou kunnen stellen dat het vanuit Le Falgoux net iets lastiger is. Thomas De Gendt kwam toen overigens als eerste boven, maar de ritoverwinning zou hij niet behalen. Dat was weggelegd voor Greg van Avermaet, die toen echt een geweldige dag had.




Op de top verlaten we de smalle weg en slaan we linksaf. We rijden nu wel verder zoals in 2016, richting de Puy Mary. Na de Neronne is het een kilometer of vier zo goed als vlak. We rijden vooral rechtdoor over een relatief brede weg. We bevinden ons weer in een donker bos, natuurlijk. De weg begint recht, maar wordt uiteindelijk toch redelijk bochtig. Na de vier vlakke kilometers gaat het twee kilometer licht naar beneden, met een paar snelle bochtjes onderweg. Uiteindelijk komen we uit bij een kruispunt, waar we naar rechts gaan. We beginnen daarna direct aan de slotklim, de zwaarste klim van de dag. De Pas de Peyrol, een beklimming van eerste categorie. Met 5,4 kilometer aan 8,1% klinkt het niet eens zo zwaar, maar schijn bedriegt. De klim begint met drie kilometer aan 5%. Door het bos gaat het eerst nog een tijd bescheiden omhoog. Maar dan, ja maar dan. Het slot van de beklimming is lood- en loodzwaar. In de laatste 2,5 kilometer gaat het eerst aan 11% omhoog, daarna kruipen we zelfs richting 12%. De renners verlaten het bos en hijsen zichzelf buiten het bos over de steeds steilere weg omhoog. Richting het eind komen de renners nog een haarspeldbocht tegen, daar gaat het zelfs aan 15% omhoog. Het blijft zwaar tot aan de finish, die na 191,5 kilometer volgt. We komen boven op de Pas de Peyrol, bij Puy Mary. In de laatste meters loopt het nog aan 14% omhoog, het wordt een aankomst van de stervende zwanen. Het worden wel prachtige plaatjes, de toeristische afdeling kan weer trots zijn.



Voor het eerst in de geschiedenis van de Tour komt er een rit aan op de Col du Pas de Peyrol, onder de Puy Mary. Wat zeker niet wil zeggen dat we hier voor het eerst zijn, Pas de Peyrol heeft al een aantal keer in de Tour gefigureerd. In 2016 nog, zoals eerder vermeld. Thomas De Gendt kwam ook hier als eerste boven, maar de rit zou hij nog steeds niet winnen. Nee, richting Le Lioran was Van Avermaet hem toch mooi te snel af. Vijf jaar eerder zat Pas de Peyrol ook al in de Tour, een passage die we vooral herinneren vanwege de afdaling. Hoewel de Fransen daar anders over denken. Zij noemen vooral het feit dat Thomas Voeckler als onderdeel van een groepje vluchters hier als eerste boven wist te komen. Die rit zou eindigen in Saint-Flour, waar Luis Leon Sanchez won. Voeckler werd tweede en nam de gele trui over, voor de Fransen een belangrijk feit. Toch was het ook wel vrij belangrijk dat in de afdaling van Pas de Peyrol een massale chute plaatsvond, met Jurgen van den Broeck en Alexandre Vinokourov als grootste slachtoffers. Ik zie Vino nog zo uit het ravijn getild worden door zijn ploeggenoten, waarna ze later pas tot de conclusie kwamen dat hij zijn bovenbeen gebroken had. Als we verder in de geschiedenis graven zien we dat David de la Fuente hier in 2008 als eerste bovenkwam, een rasechte Saunier DuvalGod. Een paar jaar daarvoor kwam Richard Virenque hier dan weer als eerste boven. Nog langer geleden kwamen mannen als Lucien Van Impe, Federico Bahamontes en Eduardo Chozas hier ook eens als eerste boven. Een klim met behoorlijk wat geschiedenis dus, alleen nog geen aankomst. Daar komt nu verandering in. De Pas de Peyrol geldt als de hoogste pas in het Centraal Massief. Op de top komen we een informatiecentrum tegen, bovendien ligt er een trap die uiteindelijk overgaat in een betonnen pad omhoog. Omhoog, naar Puy Mary. De Puy Mary is een van de hoogste bergen in het Cantalgebergte in het Centraal Massief. De top bevindt zich op een hoogte van 1783 meter in de gemeente Le Claux. De berg heeft een vulkanische oorsprong. Ja, je kan het ook gewoon kort houden natuurlijk. Volgens de Franse Wikipedia is het een overblijfsel van de grootste Europese stratovulkaan ooit, jawadde. Een uur lopen naar de top, vanaf Pas de Peyrol. Ik geef het je te doen. Voor de fans van Romain Bardet is het overigens een leuke dag. Een van de vier (!) Romain Bardet Experience tours voert over de Pas de Peyrol. Dat is toch te gek, of niet dan? Romain schijnt zijn goedkeuring te hebben gegeven aan deze routes, aangezien hij hier enigszins uit de buurt komt kun je hem misschien nog wel tegenkomen ook.



In startplaats Châtel-Guyon wordt het overdag 25 graden, geen kans op regen en bijzonder weinig wind. In de buurt van de finish is het ongeveer hetzelfde verhaal, al zal het boven een paar graden kouder zijn. In ieder geval weinig kans op regen, en weinig wind. Heel klein beetje uit het noorden, zou dan wel in de rug staan grotendeels. Al fietsen we ook vaak door het bos, dus dat maakt niet uit. Wel merkwaardig dat het droog blijft, want Puy Mary staat bekend als een van de natste plekken van Frankrijk. Bijna net zo nat als Mont Aigoual, al bleef het daar ook droog. 2020 is van de leg, komt niet meer goed. We beginnen weer relatief vroeg, omdat het een vrij lange rit is. Veel beklimmingen onderweg ook, een lange dat in het zal. 11:50 zal de officieuze start plaatsvinden, een kwartier later gaan we om 12:05 officieel van start. Jan en Bobbie zijn er om 11:45 meteen bij, wat een service. De NOS is er zowaar ook vroeg bij, om 12:00 al. Een integrale uitzending dus eigenlijk, onvoorstelbaar. Wat doet de Belg? Moeilijk, want de rit begint voor het onvermijdelijke nieuws. We vangen aan bij Canvas, meteen om 11:40. Vroeger nog dan Eurosport zelfs, amai. Al loopt de Belg altijd uit, dus waarschijnlijk ook weer niet. We blijven tot 13:30 bij Canvas, daarna wordt het overschakelen natuurlijk. Legt Michel Wuyts u gewoon uit, geen enkel probleem. De aankomst wordt vrij vroeg verwacht, tussen 16:47 en 17:18.



Best een interessant ritje wel. Kan alle kanten op, om maar eens een stevige uitspraak te doen. Het is lastig, eigenlijk bijna de hele dag. Daarom denk ik dat we aan het eind wel een leuk duel gaan krijgen tussen de klassementsrenners. Moet ook wel, het is lastig genoeg. Ik ben benieuwd of iemand als Pogacar durft om op de Neronne al aan te gaan. Dan krijgen we een topshow. Anders wordt het wachten tot de laatste twee kilometer van de Peyrol en dan wordt het net iets minder spectaculair. Al is het aan het eind zo lastig dat we vast mee gaan maken dat een paar jongens grandioos door het ijs zakken. In een normale wereld zou dit een perfecte aankomst moeten zijn voor Roglic. Sprintje bergop in de laatste kilometer, niemand die hem wat doet. Kan het hem ook van harte aanraden, dan pak je op een goedkope manier weer wat extra seconden mee. Ik verwacht alleen niet dat het voor de overwinning gaat zijn. Op papier lijkt me dit echt een rit voor de vluchters. Toch op en af de hele dag, veel irritante kleine klimmetjes tussendoor. Niet echt een ideale rit om te controleren, zeker niet omdat het bijna 200 kilometer is. Een ploeg als Jumbo zal er vrede mee hebben als een onbeduidend groepje met een aantal nobele onbekenden een grote voorsprong neemt. Er komen nog zwaardere ritten aan, de renners een beetje kennende gaan ze vrolijk wachten tot zondag. Maar goed, wielrennen blijft onvoorspelbaar. De vorige rit had ook een makkelijke prooi voor de vluchters moeten zijn, maar dat pakte toch net wat anders uit dan gedacht. Kan nu ook zijn, maar voorlopig ga ik toch voor de vluchters. Mocht dat niet zo zijn krijgen we toch weer de Slovenen op 1 en 2, schrijf maar op. De namen hieronder zou ik dan weer niet opschrijven, we grabbelen maar weer eens in de ton gevuld met jongens die de vlucht niet halen. De eerste serieuze klim van de dag begint wel vrij snel, dus ik denk dat we wel een sterke kopgroep gaan krijgen.
1. Hirschi. Volgens mental coach Fabian Cancellara moet Hirschi meteen weer in de aanval gaan en de volgende rit ook gewoon vrolijk winnen. Ik heb zomaar het vermoeden dat Cancellara niet alleen mentale tips geeft aan Hirschi, waarschijnlijk heeft hij ook zijn oude voorraad over mogen nemen. Of zijn gemotoriseerde fiets, want allemachtig, wat gaat die Hirschi verschrikkelijk hard. Niet te doen, niet te doen, niet te doen. Altijd een talent geweest natuurlijk, maar deze Tour komt ineens uit de lucht vallen. Aan het begin van het jaar kampte hij nog met allerlei blessures, nu fietst hij rond alsof de rest geblesseerd is. Het kan verkeren. Merkwaardige sport, enzo. Wel een genot om naar zijn afdalingen te kijken overigens, van die kunsten kan hij tijdens deze rit uiteraard ook weer profiteren.
2. Buchmann. De altijd grijze Emoe. Ook last van allerlei blessures, dus absoluut niet in vorm. Toch probeerde hij aan te klampen, want dat doet hij nu eenmaal altijd. Een paar dagen terug kwam hij toch tot de conclusie dat het zo niet gaat en dus verloor hij opzettelijk veel tijd. Denk ik tenminste, misschien kan hij wel gewoon niet harder. Voorlopig denk ik dat hij opzettelijk tijd heeft verloren en dat hij misschien wel in de aanval wil gaan. :o Nadat ik gisteren Meintjes heb zien aanvallen in de Tirreno is alles mogelijk. Buchmann in de aanval, wonderen bestaan. Anders wordt het Kämna, ook een goede optie. Eveneens herstellende van een val, dus winnen is er niet bij.
3. Martinez. Dani, van EF. Die ook al is gevallen. Hopelijk is hij nu weer een beetje op niveau en kan hij ritten gaan kapen, ook omdat ik hem ergens in een poule heb. Anders krijg je Powless weer, zit ook niemand op te wachten verder.
4. Tejada. Harold verloor gisteren ineens heel veel tijd. Dat kan maar één ding betekenen natuurlijk: rittenkapen. Hoop ik, want ik heb een zwak voor Harold. Alleen al vanwege z'n naam. Ik heb ook vaak gezegd dat hij er helemaal niets van kan, maar dat was allemaal satire natuurlijk. Altijd in Harrie geloofd en zijn plotselinge topvorm van kilometers ver zien aankomen.
5. Alaphilippe. Een nieuwe, troosteloze poging. De benen zijn er klaarblijkelijk niet. Wel een fenomenale acteur. Uitgebreid de aandacht trekken met je fiets die zogenaamd kapot, terwijl in werkelijkheid de benen kapot waren. Eigenlijk is dat de leukste Alaphilippe, als het nét niet lukt. Denk dat we nog gekke strapatsen gaan meemaken van deze vermakelijke doch soms ergerlijke komediant. Kom maar op. Hij blijft het wel altijd proberen, dat moet je hem nageven.

Tot slot wil ik jullie deze oude foto niet onthouden:
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_194995829
Fipo
pi_194996244
ik vermoed dat het vluchtelingen dag word en dat de klassementsrenners tot de laatste col wachten
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  vrijdag 11 september 2020 @ 07:44:56 #4
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_194996607
Tandradspoor, als je in Zwitserland vanaf Interlaken de Jungfraubahn omhoog pakt richting Kleine Scheidegg/Eigergletsjer, dan rij je ook over een tandradspoor. Dat is algemeen bekend.
pi_194996991
Was het landschap vroeger kaler, of is die oude foto genomen in de wintermaanden
pi_194997112
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 06:36 schreef crv het volgende:
ik vermoed dat het vluchtelingen dag word en dat de klassementsrenners tot de laatste col wachten
Ja doet SKY weer mee?
U MAD?
pi_194997147
Als Dani Martinez vandaag niet wat doet, moeten ze EF voorgoed opheffen.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  vrijdag 11 september 2020 @ 08:56:25 #8
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_194997371
Juichjongen ammattipyoraily tweette dat de laatste vergelijkbare aankomst in de Tour van 2014 geleden is, in Gerardmer, toen de inmiddels tienton wegende Blel Kadri won en Contador de achtervolging inzette op Nibali, na eerder te zijn weggereden richting Arenberg. Toch wel een van de grotere wat als van de laatste jaren.

-O-
Put these foolish ambitions to rest.
pi_194997533
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 08:40 schreef El-Stinho het volgende:
Als Dani Martinez vandaag niet wat doet, moeten ze EF voorgoed opheffen.
Jij hebt straks zeker belangen bij een goede prestatie van Dani F.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194997575
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 09:11 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Jij hebt straks zeker belangen bij een goede prestatie van Dani F.
Het is een Dauphiné-winnaar, geen object.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_194997864
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 09:15 schreef El-Stinho het volgende:

[..]

Het is een Dauphiné-winnaar, geen object.
Talansky was ook een Dauphiné-winnaar. Tevens is hij gevallen in de beginfase.
pi_194998006
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 09:37 schreef wimderon het volgende:

[..]

Talansky was ook een Dauphiné-winnaar. Tevens is hij gevallen in de beginfase.
Ik weet dat hij is gevallen in de beginfase, lieverd. Maar dan mag je er bijna twee weken later toch wel eens iets van verwachten?
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  vrijdag 11 september 2020 @ 09:55:32 #13
461820 jdjdjdjd
shizzle ma nizzle
pi_194998059
Vanaf hoe laat kan de tv aan? pas vanaf km 160 verwacht ik actie van de podiumkandidaten
pi_194998127
quote:
Ook Kelderman, Oomen en Matthews zoeken straks andere oorden op. “Da’s geen probleem”, zegt hoofdcoach Kemna. “We kopen ook geen renners in die onmiddellijk hard moeten rijden. Met Hirschi, een steengoede Benoot, een jonge klasbak als Ilan Van Wilder en de Italiaanse sprinter Alberto Dainese zitten we goed. Schrijf maar op: onze sprinttrein met Cees Bol komt tegen Parijs ook in orde, hoor. Nederlandse media lachen altijd met ons proces dat we voor ogen hebben, maar we raken er wel. Stap voor stap.”
Rudi lijkt een tikje bozig.
  vrijdag 11 september 2020 @ 10:14:56 #15
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_194998344
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 08:25 schreef Idisrom het volgende:
Was het landschap vroeger kaler, of is die oude foto genomen in de wintermaanden
In de afgelopen 100 jaar is Europa volgens mij weer een stuk bossiger geworden. Het was na de industriële revolutie vrij treurig geworden.
  vrijdag 11 september 2020 @ 10:21:21 #16
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_194998438
Wanneer is deze foto gemaakt? :@
pi_194998597
Heerlijk ritje.

Prachtige voorbeschouwing, mijn complimenten @Rellende_Rotscholier !


Vino die inderdaad uit dat ravijn gehesen wordt, goeie genade. :D :X
Jack does it in real time...
pi_194998617
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 10:21 schreef Van_Poppel het volgende:
Wanneer is deze foto gemaakt? :@
Niet in 1756, maar op een later tijdstip
pi_194998828
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 09:55 schreef jdjdjdjd het volgende:
Vanaf hoe laat kan de tv aan? pas vanaf km 160 verwacht ik actie van de podiumkandidaten
Vanaf 11.40 natuurlijk!
pi_194998863
Zou Jumbo niet beter een redelijk strak tempo onderhouden om iedereen te vermoeien waarna Roglic vanaf Neronne netjes op zijn latten gaat staan?

Thomas de Gendt meldt zich.

Met een alibidemarrage waarna hij teruggehaald wordt en het niet meer probeert gok ik.

[ Bericht 32% gewijzigd door Frozen-assassin op 11-09-2020 11:00:25 ]
  vrijdag 11 september 2020 @ 11:18:03 #21
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_194999209
quote:
0s.gif Op vrijdag 11 september 2020 10:53 schreef Frozen-assassin het volgende:
Zou Jumbo niet beter een redelijk strak tempo onderhouden om iedereen te vermoeien waarna Roglic vanaf Neronne netjes op zijn latten gaat staan?

Thomas de Gendt meldt zich.

Met een alibidemarrage waarna hij teruggehaald wordt en het niet meer probeert gok ik.
Hiermee reden ze wel de Bardets, MALs en Martins van deze wereld kapot, maar uiteindelijk bleven ze hangen met Bernal, Pogchamp en Landa. Ze zouden vandaag explosiever kunnen proberen om Bernal weg te krijgen.

Uiteindelijk heb je 2 tactieken nodig om het hele veld weg te spelen, en Poggy kan met beide mee.
The world outside is burning with a brand new light but it isn't one that makes me feel warm. Don't go mistaking your house burning down for the dawn - Frank Turner
Stilaan weer op topniveau na jaren als fietsende hamburger
pi_194999591
Ik denk dat de top 5 a 6 er wel redelijk bij kan blijven en misschien Risjie ook nog wel, die is weer best in orde maar verliest het weer op de afdalingen en in de waaiers.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194999669
We gaan los.
pi_194999683
Sporza staat aan.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194999782
Michel en Jose hebben er weinig zin in.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')