abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 9 september 2020 @ 23:37:14 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194980126
Etappe 12: Chauvigny - Sarran Corrèze, 218 km

We begonnen de rit met een valpartij tijdens de neutralisatie, dat is toch wel een heerlijk begin van de dag. Lutsenko en Zakarin waren erbij betrokken, zij hielden er geen rekening mee dat er een paaltje zou staan op een rotonde. De neutralisatie duurde daardoor nog wat langer, toen we eenmaal begonnen zagen we één onbenul van Groupama-FDJ in de aanval gaan, hij mocht de komende uren voor lul gaan rijden. Matthieu Ladagnous, geboren in de vreselijkste stad op aarde, was de klos. Gunnen we hem van harte. Zijn voorsprong liep snel op naar vijf minuten, we konden een paar uur gaan genieten van het grote niets. Gelukkig dachten de renners daar anders over, we kregen na een tijd een tegenaanval. Een groepje van zes, met daarin onder meer drie Belgen. Met kleppers als Küng, Naesen en Stuyven in die groep was het peloton er niet helemaal gerust op, dus werden ze een kilometer of 10 later weer ingerekend. Ladagnous had ondertussen nog maar een minuut voorsprong over, maar nadat de rust was weergekeerd kon zijn voorsprong opnieuw oplopen naar een minuut of drie. Ladagnous ploegde voort, omdat het moest. Het peloton reed vrij rustig verder, er gebeurde eigenlijk helemaal niets. Daardoor had de regie wel voldoende tijd om de aftocht van Gregor Mühlberger uitgebreid in beeld te brengen. Van groeiend gras naar een kotsende Oostenrijker, ik weet niet of het een vooruitgang is. Uiteindelijk stapte hij af, heel verstandig. Een aantal kilometer later zagen we dan weer een valpartij tijdens een smalle passage in een dorpje, Ion Izagirre was daarvan het grootste slachtoffer. Een bloedend gezicht en waarschijnlijk een gebroken sleutelbeen, arme drommel. Gebeurde er verder nog iets tot aan de sprint? Niet echt, dacht ik zo. Het was wel heel nerveus in de straten van Poitiers, door een afdalinkje en een aantal bochten was het peloton langgerekt. Een mooi moment om in de aanval te trekken, dacht Pöstlberger. Hij kreeg een duo van Quick Step met zich mee, Jungels en Asgreen. De andere sprintersploegen moesten daarna mannetjes opofferen, waardoor het een vrij chaotische sprint werd. Cofidis godbetert, zij kregen het met de hulp van wat andere ploegen voor elkaar om het gat te dichten op het laatste heuveltje van de dag. Daarna gingen we sprinten, vet. Een beetje een ontregelde sprint, er waren weinig treintjes te ontdekken. De mannen van B&B moesten de boel aantrekken, dan weet je het wel. Van Aert was even bang om opgesloten te raken, zag een gat en besloot dan maar op een meter of 300 van het eind al aan te gaan. Dat was van iets te ver, zelfs Wout heeft zo zijn limieten. Hij leek overvleugeld te worden door Bennett, die op weg was naar zijn tweede ritzege. Tot, jawel hoor, dat mistroostige hoopje aardappelpuree kwam weer van achteren uit de wind in de laatste vijf centimeter iedereen voorbij. Het is niet strafbaar, maar wat is dit toch een lachwekkende parodie op een coureur. Het ergste is nog dat zijn gedrag beloond wordt. Speciaal voor hem mag Australië zijn oude bestemming weer krijgen. Aan de andere kant was Sagan dan weer bezig met gekke fratsen, hij probeerde nogal opzichtig Van Aert aan de kant te duwen. Het kwam hem op een middelvinger te staan, en op een deklassering. De groene trui is nu helemaal ver weg, einde van een tijdperk. Terechte deklassering wel overigens, wereldschokkend was het niet maar dit soort praktijken kun je zeker nu niet tolereren. Alle sprinters liggen onder een vergrootglas momenteel, ze doen er goed aan om even braaf en netjes te sprinten. Sagan wilde door een gat dat eigenlijk te klein was en besloot dan zelf maar ruimte te maken, die manier van sprinten gaat waarschijnlijk langzaam uitgebannen worden. Veiligheid boven alles, maar het begint natuurlijk bij de renners zelf. Misschien leert ie er wat van, maar die kans lijkt me klein. De teleurstelling zal overheersen, het groen zit nu heel stevig bij Bennett om de schouders, ondanks de nederlaag. Gelukkig zijn we nu wel een tijd van dat ellendige sprinten verlost, het lelijkste onderdeel van deze mooie sport. Het is tijd voor de rittenkapers.




Een kilometer of 25 ten westen van Poitiers gaat de langste rit van deze Tour van start in Chauvigny, een stadje met iets meer dan 7000 inwoners. De Tour was hier nog nooit, wel kwam de Tour de l'Avenir hier in 2005 langs. Koen de Kort won toen, of all places! Chauvigny is een middeleeuws stadje, met liefst vijf kasteeltjes kort bij elkaar. De enige plek in Europa waar je zoveel kastelen zo dicht op elkaar kunt vinden, wordt gezegd. Een van die kastelen was van de bisschoppen van Poitiers, maar daar is alleen een ruïne nog van over. Tussen de kastelen door komen we ook een aantal oudere kerken tegen, Romaanse architectuur. Al is een van die kerken nog wat ouder zelfs, daar kun je een aantal fresco's aantreffen die meer dan 1000 jaar oud zijn. In Chauvigny wordt porselein geproduceerd, dankzij de lokale kalksteenmijnen die hier in de buurt liggen. Het best bewaarde kasteel van Chauvigny is die van Harcourt, ziet er prima uit. Op de Place de Donjon, tussen de kastelen in, zitten een paar gezellige etablissementen. In de Donjon de Goudon kun je dan weer een archeologische tentoonstelling bezoeken, want er is genoeg prehistorisch materiaal te vinden in Chauvigny en omgeving. Paar grotten in de buurt ook nog, blijkbaar. Industriële archeologie, schijnt het precieze onderwerp te zijn van de tentoonstelling. Werktuigen vooral, van het enorm verre verleden tot het minder verre verleden. Voor de fanatiekelingen is er ook nog de Vélorail, een oude spoorbaan van een kilometer of 17 lang waar je tegenwoordig over kunt fietsen met zo'n karretje. In een stad met vijf kastelen mag een vogelshow natuurlijk ook niet ontbreken, je kan een paar dagen per week het showtje van Les Géants du Ciel bezoeken. Aan de foto's te zien beschikken ze hier wel over een aantal kicken vogeltjes, niks mis mee. De rivier Vienne stroomt door het dorp, daar hebben ze ook slim van gebruik gemaakt door het mogelijk te maken hier te kanoën en te kayakken. Voor ieder wat wils dus, Chauvigny lijkt de moeite waard te zijn. De stad maakt niet voor niets deel uit van Les Plus Beaux Détours de France, is een Franse vereniging van kleine toeristische steden die buiten de hoofdwegen liggen. Ik zou hier wel voor omrijden, in ieder geval.



De renners starten helaas niet voor de poorten van de kastelen, in plaats daarvan gaat het onder de heuvel in het centrum van Chauvigny los bij de lokale Notre-Dame. Tijdens de neutralisatie rijden we via de doorgaande weg het stadje uit. De doorgaande weg loopt wel licht omhoog, daardoor krijgen we na een tijd een uitzicht over het middeleeuwse gedeelte van Chauvigny, de kastelen komen toch nog in beeld. Buiten Chauvigny begint de rit nog lang niet, allemachtig zeg, een gigantisch verschrikkelijk eindeloze neutralisatie wederom. Kan nog best leuk zijn als je ergens in een leuke omgeving fietst, maar we rijden langs een aftands industrieterrein en een grijs stukje groen. Nou, goed, na een tijd begint de rit eindelijk. De renners mogen de eerste tien kilometer van de lange rit rechtdoor rijden over een redelijk vlakke weg. Open gebied, vooral veel grasvelden en wat akkerbouw. Na tien kilometer komen de renners uit in Leignes-sur-Fontaine, waar ze de eerste rotonde van de dag tegenkomen. Het gaat hier schuin naar rechts, waarna we elf kilometer dezelfde weg volgen. Weer vooral langs de Franse velden, af en toe komen we ook een paar bomen tegen. Het is vlak en recht, je kunt hier prima wegdommelen. Aan het eind van deze weg komen we uit in Montmorillon, waar het zowaar even een stuk bochtiger wordt. Rotonde en een paar bochten in dalende lijn, waarna we over de Gartempe rijden. Hier verlaten we Montmorillon weer, een boekenstad. Ze produceerden hier vroeger papier en dus werden er ook boeken geschreven. Een schrijfster uit Montmorillon die bekend zou moeten zijn luistert naar de naam Régine Deforges, zij schreef blijkbaar bijzonder schunnige teksten. Het was haar idee om de stad om te dopen tot boekenstad, je kan er vandaag talloze boekenwinkeltjes en musea tegenkomen. Daarnaast maakten ze hier vroeger bier, ook top natuurlijk. En macarons, er is zelfs een speciaal macaronmuseum. Middeleeuws centrumpje ook, oude brug over de Gartempe, niet heel strafbaar allemaal.



Na de brug over de Gartempe slaan de renners rechtsaf en rijden ze weer talloze kilometers over een rechte en vlakke weg verder naar het zuiden. Het is een kilometer of 13 fietsen tot we het volgende dorp tegenkomen. In de tussentijd stuiten we op één rotonde, verder begint het richting het eind van deze route licht vals plat omhoog te lopen. Het terrein wordt nog steeds gedomineerd door eindeloze akkers, met af en toe een passage tussen de bomen. Aan het eind van deze lange weg komen we uit in Lathus-Saint-Rémy, een piepklein dorpje waar de renners zowaar op een paar bochten getrakteerd worden. Een spoorwegovergang net buiten het dorp ook, het is maar dat je het weet. Buiten Lathus-Saint-Rémy gaat het eigenlijk 16 kilometer zo goed als rechtdoor tot in Le Dorat. Wel een weg die soms een beetje glooiend is, verder kan het peloton hier met twee vingers in de neus fietsen. Vooral ook omdat de beschutting toeneemt, de bomen beginnen te winnen. Na een tijd nog een keer een spoorwegovergang en twee scherpe bochtjes, buiten dat gaat het kilometers en kilometers volledig rechtdoor. Als we eenmaal op het grondgebied van Le Dorat terechtkomen gaat de weg een tijdje wat steviger omhoog, toch een kilometer aan een procent of vier, vet spannend. Paar bochten ook, gekkenwerk. Vervolgens rijden we Le Dorat binnen, waar na 51 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Dat wordt weer een prachtige sprint van Trentin, ik kan niet wachten. In Le Dorat wordt het wat smaller en bochtiger. Het dorp is niet groot, maar ze hebben hier wel een ring liggen. Die volgen we bijna volledig, vlak voor we langs de blijkbaar reusachtige kerk zouden fietsen slaan we linksaf en verlaten we Le Dorat weer. Normaal heeft een Wikipediapagina van zo'n klein dorp weinig te melden, maar de pagina van Le Dorat beschikt over een prachtig stukje literatuur dat ik jullie niet wil onthouden:
quote:
De collegiale kerk Saint-Pierre is een romaanse kerk die opvalt door haar dimensies : ze is 77 meter lang en haar dwarsbeuk telt 39 meter. De aanvang van de bouwwerken wordt gesitueerd in het begin van de 12de eeuw. In de 15de eeuw werd ze versterkt, wat haar massief aspect verklaart. In 1846 werd ze geklasseerd als Monument historique. Het polylobe westportaal heeft de invloed van de mozarabische architectuur ondergaan. Een achthoekige klokkentoren rijst elegant boven de kerk uit. Op de centrale straalkapel rust een halfcirkelvormige toren die deel uitmaakt van de verdedigingswerken die in de 15de eeuw werden uitgevoerd. Het betreden van de kerk gebeurt via een neerwaartse, statige trap. Onmiddellijk valt een grote, met leeuwen versierde granieten karolingische doopvont op.


Buiten Le Dorat slaan we al snel rechtsaf, waarna we een aantal kilometer over een weg gaan fietsen die net een paar centimeter minder breed is. Wel net zo recht ongeveer, de komende zeven kilometer hoeven de renners geen rekening te houden met bochten. Blijft een beetje licht glooiend, maar niet heel boeiend. We komen uit in La Brousse, na de doortocht in dit gehucht zal de weg iets bochtiger worden. Maakt het veel uit? Nee, amper. Het is zes kilometer fietsen tot in Rançon, in de tussentijd fietsen we nog door Droux waar de renners wat obstakeltjes tegenkomen. Tussen Droux en Rançon gaat het ook nog een keer een kilometer aan vijf procent omhoog, onvoorstelbaar. Eenmaal in Rançon blijkt dat dorp gewoon Rancon te heten, zit ik verdomme voor niets al die accentjes toe te voegen. Bijkomende merkwaardigheid is dat hier in de bossen ineens een boeddhistische tempel ligt verstopt, Tung Lam Linh Son. Pagode's, beeldjes, de hele mikmak. Het blijft toch een merkwaardige wereld he? Het is een heel complex, allememaggies. Binnenkant van de tempel ziet er ook heerlijk protserig uit, gouden beelden enzo.



Voorbij dit merkwaardige tempelcomplex rijden we door Rancon, waar we wat mooie huisjes aantreffen. De weg loopt hier een beetje omhoog, nadat we in het dorp linksaf slaan wordt dat alleen maar erger. Iemand ooit gehoord van de Engelse schilder Fred Yates? Die heeft hier ooit nog gewoond, ter ere van hem schijnt er zelfs een museum te zijn in het dorp. Vast geen familie van Adam en Simon. Enfin, na de bocht naar links in Rancon wordt de weg een stuk smaller, terwijl we beginnen aan een klim van anderhalve kilometer aan 5%. Buiten Rancon wordt de weg gelukkig weer iets breder, het gaat een halve kilometer naar beneden. Daarna gaat het nog eens een halve kilometer omhoog tot in de buurt van Balledent. Bochtige taferelen vlak voor we Balledent bereiken, we rijden onder meer over een smal bruggetje in dalende lijn. Dat wordt weer een valpartij, schrijf maar op. In Balledent, waar ongetwijfeld veel ballententen zitten, komen we nog een aantal bochten tegen. Buiten het dorp rijdt het peloton verder over een vrij smalle weg, het gaat bovendien drie kilometer omhoog aan 3%. Gemiddeld dan, in het begin gaat het zelfs even heel kort behoorlijk steil omhoog. Bochtig weggetje wel, door een landschap dat deels aan de boeren toebehoort, maar we fietsen zo nu en dan ook door een bos. Boven op dit klimmetje komen we uit bij een kruising, waar we ook over een bredere weg zouden kunnen rijden. Doen we niet, we gaan rechtdoor en volgen nog een tijd de smalle weg. Je vraagt je toch af hoe ze dat bedenken. Voorbij de kruising is het een kilometer of vier wat vlakker, terwijl de weg lekker blijft kronkelen door het bos en af en toe door een uitgestorven nederzetting. Weggetje blijft ook lekker smal, zeker in die gehuchten. Het is een bijzondere route, en dat is het. Na 77 kilometer koers komen we uit in Saint-Pardoux, vlak voor we dit dorp bereiken gaat het nog eens twee kilometer wat steviger omhoog door een donker bos. Hierna gaan we in licht dalende lijn verder naar Saint-Pardoux, waar het ook weer bochtig zal zijn. Eenmaal buiten het dorp bereiken we na een bocht naar links wel een bredere weg, feest. Deze behoorlijk vlakke weg volgen we een aantal kilometer, tot we uitkomen bij het meer van Saint-Pardoux. Na een tijd rijden we via een brug over het meer, dat een vrij populaire toeristische trekpleister lijkt te zijn.



Voorbij het meer rijden we nog twee kilometer over een brede weg, met in het begin een klimmetje van een halve kilometer aan 6%. Dat gaat wel een beetje het verhaal van de rest van de rit worden, veel kort klimwerk. Een tijdje later slaan we linksaf, een smaller weggetje tegemoet. De weg begint vlak, maar even verderop gaat het een kilometer aan 4% omhoog. Ik denk dat ik zo wel aan de gang kan blijven voorlopig. Aan het eind van dit klimmetje slaan we rechtsaf, daarna rijden we door een of andere godvergeten oord. Buiten dit oord gaan we naar links en bereiken we weer een brede weg. Deze weg gaan we behoorlijk lang volgen, een kilometer of 11 tot we Ambazac bereiken. Prima weg wel hoor, door een bos. Wel nog steeds niet helemaal vlak, naast wat glooiend werk komen we tijdens dit stuk van 11 kilometer ook nog een kilometer aan 6% tegen. We rijden door wat dorpjes en passeren langs een ander meertje, het Étang de la Crouzille. Fraaie taferelen, het bos na het meer is ook wel mooi. Weg is af en toe bochtig, maar omdat het zo breed is heeft dat verder weinig betekenis. Als we het eind van deze weg bereiken gaat het een paar kilometer licht naar beneden. In de buurt van Ambazac wordt de weg opgeleukt met wat verkeersmeubilair, toch nog even opletten derhalve. In Ambazac zelf wordt het helemaal lachen. Bij een rotonde gaan we schuin naar rechts, daarna rijden we door een straat met tal van versmallingen. Een bocht naar links volgt en bijna meteen eentje naar rechts, slingeren geblazen. Even verderop gaat het naar rechts en dan moeten we bij de rotonde die snel volgt schuin rechtdoor. We verlaten Ambazac weer en rijden even kort omhoog. Boven op dit knikje gaat het naar rechts, waarna we over een iets smallere weg een kilometer of vier verder gaan fietsen naar Saint-Martin-Terressus. We passeren onderweg wat boerendorpjes en treffen verder vooral heel veel bochten aan op deze licht glooiende weg. Een van die boerendorpjes is Ribagnac, daar komen de renners wel een kasteeltje tegen. Vlak voor we Saint-Martin-Terressus bereiken gaat het anderhalve kilometer naar beneden, met onderweg eveneens een aantal bochten. Toch een redelijk listige afdaling daardoor, al komt het lastigste punt waarschijnlijk aan het eind van de afdaling. Een smalle brug over de Taurion, kort na een bocht naar rechts. Dat wordt weer lachen. Als de renners veilig de overkant halen hebben ze 103 kilometer afgewerkt, het eerste gecategoriseerde klimmetje van de dag staat op het punt van beginnen.



Aan de andere kant van de rivier begint de weg meteen omhoog te lopen. De Côte de Saint-Martin-Terressus begint, een klimmetje van de vierde categorie. Anderhalve kilometer lang slechts, maar blijkbaar gaat het wel aan 9% gemiddeld omhoog. Dat zie ik er niet echt aan af, maar ik geloof het graag. We rijden het dorp in en gaan rechtdoor in het centrum, daarna is het wel even zichtbaar steil. Na de klim volgt er niet direct een afdaling, het blijft nog een beetje vals plat omhoog lopen. Weg blijft enigszins smal en ook enigszins slecht. Wel rijden de renners een aantal kilometer zo goed als rechtdoor, in een bosrijke omgeving. Na een tijd wordt de weg weer wat bochtiger, de laatste zeven kilometer tot aan Saint-Léonard-de-Noblat is het draaien en keren. De bonus is dan weer dat het wat vlakker wordt, na een minimale afdaling zijn we een tijd van het glooiende werk af. Na heel veel bochten, bomen en boerderijen bereiken we na 114,5 kilometer Saint-Léonard-de-Noblat. Een klein dorpje zonder betekenis, zou je denken. Dat is alleen totaal niet waar, het is zelfs een dorp met enorm veel betekenis. Saint-Léonard-de-Noblat is lang de woonplaats geweest van een van de grootste legendes uit het Franse wielrennen, Raymond Poulidor. Poupou, de eeuwige tweede. De absolute favoriet van de Fransen, vooral omdat hij de underdog was. De bescheiden boerenzoon, die de Tour nooit won en zelfs geen dag het geel droeg omdat hij steeds stuitte op toppers als Jacques Anquetil en Eddy Merckx. Veertien keer reed Poulidor de Tour de France, acht keer eindigde hij op het podium. Drie keer tweede, vijf keer derde. Ondertussen pakte hij zeven ritoverwinningen mee, daarnaast won hij de Vuelta een keer en wist hij in zijn eerste jaar als prof meteen Milaan-San Remo te winnen. Een groot kampioen.



Niet alleen tijdens zijn carrière was Poulidor razend populair, na zijn carrière werd hij misschien nog wel populairder. Poupou reed in zijn oude Mercedesje van koers naar koers, zo ongeveer overal in Frankrijk viel hij te bewonderen. Je hoefde maar drie fietsen naast elkaar te zetten en Poulidor was aanwezig. Het hoogtepunt van het jaar was altijd de Tour de France, Poulidor werd daar dagelijks gefêteerd in het Village Départ. Lekker broodjes eten, koffie drinken en op de foto met allerlei VIP's. Handtekeningen uitdelen tot je een lamme hand kreeg, Poulidor deed het met een glimlach van oor tot oor. Een waanzinnig vriendelijke, innemende man. Voor Poulidor was het een belangrijk deel van zijn leven. De erkenning die hij nog steeds kreeg van de mensen, terwijl hij nota bene nooit de Tour had gewonnen. In 1964 had het misschien gekund, op Puy de Dôme kreeg hij het eindelijk voor elkaar om Anquetil te lossen. Iets te laat alleen, in Parijs kwam hij alsnog een minuut te kort. Maar juist door niet te winnen werd Poulidor de populairste Franse renner ooit, dat is de paradox. Raymond Poulidor vreesde de dag dat men hem niet meer zou herkennen. Hij vreesde de dag dat hij vanwege zijn gezondheid niet meer naar de koers zou kunnen. Het leven had geen zin meer voor hem als het wielrennen zou wegvallen, als de mensen zouden wegvallen. Toen de eerste berichten binnendruppelden dat het niet goed ging met de gezondheid van Poulidor was het eigenlijk meteen duidelijk dat het niet lang zou duren. Een paar maanden later volgde dan ook de onvermijdelijke mededeling. Op 13 november 2019 stierf Poulidor, thuis in Saint-Léonard-de-Noblat. Hij werd 83 jaar. Een onvoorstelbaar verlies voor de wielerwereld, vooral het Franse gedeelte. Een Tour zonder Poulidor, het is amper voor te stellen. Vandaar dat de Tour dit jaar ook twee maanden later is, iedereen is van de leg. Uiteraard ook een gevoelig verlies voor de familie Van der Poel. Poulidor stond de laatste jaren van zijn leven vooral bekend als de trotse opa van Mathieu en David. De beelden van Mathieu en Adrie die een paar jaar geleden op bezoek waren in de Tour blijven me altijd bij, ik heb nog nooit zo'n trotse opa gezien. Hij ging zo blij als een klein kind zijn fenomeen even voorstellen aan iedereen die toevallig in de buurt was. Poulidor was ook vaak in het veld te vinden, om zijn kleinkinderen aan het werk te zien. Hij had nog één droom: Mathieu zien deelnemen aan de Tour. Dat komt er helaas niet van, maar we kunnen er zeker van zijn dat Mathieu ooit deelneemt aan de Tour, een rit wint en deze opdraagt aan zijn opa.



De Tour is al vaker in Saint-Léonard-de-Noblat geweest, speciaal voor Poulidor. In 2004 ging hier zelfs een rit van start. Die rit zou eindigen Guéret, alwaar McEwen won. Een paar jaar geleden, in 2016, reden we tijdens een rit ook nog eens door Saint-Léonard-de-Noblat. Voor een wielerlegende fiets je graag een blokje om, want dit is een regio waar we doorgaans eigenlijk maar weinig komen. We komen hier eigenlijk alleen voor Poulidor. Deze rit was bedoeld als een ode aan een levende legende, men had niet voorzien dat Poulidar tijdens deze rit niet in levenden lijve aanwezig zou zijn. De plannen zijn snel aangepast, het wordt nu een herdenking. In Saint-Léonard-de-Noblat is uiteraard een standbeeld van Poulidor te vinden, dat stond er al toen hij nog leefde. Het was de bedoeling dat Christian Prudhomme hier een bloemetje neer zou leggen, maar aangezien hij corona heeft neemt de inmiddels wereldberoemde François Lemarchand het taakje over. Sowieso zal alles in Saint-Léonard-de-Noblat in het teken staan van Poulidor. Bij het binnenrijden van het dorp zullen de renners foto's, portretten, spandoeken en ga zo maar door aantreffen. Bij de lokale sportvelden, in het Stade Raymond Poulidor, zal een gigantisch kunstwerk onthuld worden, ontworpen door een lokale kunstenares. Een portret van 70 bij 100 meter, niet meer dan terecht natuurlijk. Ik denk dat het een prachtig eerbetoon gaat worden. Het is maar goed dat Mathieu zelf moet koersen, anders had ie jankend voor de tv gezeten. Voor de mensen die toevallig in Saint-Léonard-de-Noblat aanwezig zijn is er in het lokale museum ook nog een tentoonstelling te bezoeken over de carrière van Poulidor.



De passage in het dorp van Poulidor is vrij bochtig. Vooral als we op het punt staan het dorp weer te verlaten komen we flink wat bochten tegen, in dalende lijn. Er loopt een brede weg naar beneden, maar om een of andere reden verlaten we die tijdelijk om over een slechte weg door een woonwijk te rijden, de renners krijgen er nog wat extra verkeersremmers bij cadeau. Ze komen wel weer terug op de grote weg, waarna ze over de Vienne rijden. Aan de andere kant van de rivier slaan ze vrij snel linksaf, daarna begint het volgend gecategoriseerde klimmetje van de dag. De Côte d'Eybouleuf, een klimmetje van de vierde categorie. Bijna drie kilometer aan 5%, sensatie en spanning. De renners rijden over een brede weg door een bos, daarna rijden ze een kilometer of twee verder over dezelfde weg die voorlopig zo goed als vlak blijft. Het peloton komt uit bij een kruising, waar ze schuin rechtdoor gaan. De weg hierna is een stuk smaller, iets bochtiger ook. De komende zeven kilometer is het terrein licht glooiend, maar eigenlijk maken we weinig mee. Er volgt uiteindelijk een bocht naar links, waarna de weg weer breder wordt. Rechter ook, het gaat een kilometer of vijf zo goed als rechtdoor tot in Linards. We rijden dwars door het platteland, bijna alleen maar weilanden, akkers en boerderijen hier. Een leeg stukje Frankrijk, geen wonder dat we hier minder vaak komen. In de buurt van Linards komen wel weer wat bochten tegen en daar loopt het ook tijdelijk omhoog, kilometertje aan 4% ofzo. Daarna rijden we Linards binnen, een dorpje met een paar oude gebouwtjes. Hier slaan we rechtsaf, waarna we na 135,5 kilometer koers op weg gaan naar de volgende plaatsen waar niets te beleven valt.



Vanuit Linards is het tien kilometer fietsen naar La Croisille-sur-Briance, over een nondescripte weg. Paar korte knikjes omhoog onderweg, nooit heel zwaar. Paar bochten, nooit heel lastig. Paar bomen, wat boerderijen en een eindeloze leegte. Eenmaal in La Croisille-sur-Briance komen de renners een soort van chicane tegen, daarna rijden we 15 kilometer verder over een brede weg richting Chamberet. Het terrein blijft hetzelfde, onze tocht door de troosteloze leegheid van het bestaan kent voorlopig geen einde. Na een drietal vlakke kilometers gaat het drie kilometer aan 3% omhoog, terwijl we weer een paar lege gehuchten doorkruisen en ja, verder niet veel. Na dit klimmetje rijden we door Surdoux, daar wonen met wat mazzel wel wat mensen. Na wat bochten in dit dorp gaat het terug tussen de akkers en grasvelden weer een kilometer of twee vals plat omhoog, waarna er een niet al te boeiende afdaling van drie kilometer volgt richting Chamberet. In en rond Chamberet is het dan weer een paar kilometer vlak. Paar kleine bochtjes in dit dorp, maar deze passage is vrij makkelijk. Buiten Chamberet fietsen we verder richting Treignac, een stuk van tien kilometer moet overbrugd worden. Lichtelijk bochtig, maar de weg is lekker breed. In eerste instantie gaat het een paar kilometer lichtjes naar beneden, uiteindelijk komen we ook weer een stuk vals plat omhoog tegen. Het gaat zelfs weer een keer een kilometer aan 6% omhoog, magnifiek. Op dit steilere stukje na dus vooral vals plat, met vlak voor we Treignac bereiken ook een stuk in vals plat dalende lijn. Na een lange tocht door de bossen bereiken we na 168 kilometer Treignac, op 50 kilometer van het eind. Eenmaal in Treignac wordt de weg iets smaller, waarna we in dalende lijn naar de brug over de Vézère rijden. Het uitzicht is hier mooi, Treignac blijkt een pittoresk dorpje te zijn. De passage over de brug is wel smal, toch weer gevaarlijk. Minder tijd voor de renners om te genieten van Treignac, dat toch wordt gezien als een van de mooiste dorpjes van Frankrijk, al is die lijst vrij lang. In het centrum komen we enkele oude gebouwen tegen, waaronder een fraaie kerk met een gedraaid dak.



Aan de andere kant van de brug gaat het steil omhoog, waarna het in het centrum van het schattige Treignac weer wat vlakker wordt. We slaan linksaf in het centrum en verlaten daarna via een bochtige en smalle weg het dorp. Het loopt hier ook vooral een beetje vals plat omhoog, terwijl het na een klein stukje in dalende lijn buiten het dorp ineens serieus omhoog begint te gaan. We beginnen aan de volgende klim van de dag, de Côte de la Croix du Pey. Een klimmetje van de derde categorie, vijf kilometer lang aan 6% gemiddeld. Een klimmetje door een donker bos, met in het midden een paar steile kilometers. Twee kilometer aan 8%, zo ongeveer. De rest stelt daardoor automatisch minder voor, maar dit is toch wel de plek waar de finale voor de vluchters kan gaan beginnen. Na 177,5 kilometer komen we boven op dit klimmetje, aan de linkerkant van de weg staat een klein bordje verstopt op een verhoginkje. Verder zou je amper herkennen dat dit de top van een klim is. Komt ook omdat we niet direct naar beneden gaan, de weg die al een tijdje weer wat breder is zal de komende vier kilometer zo goed als vlak zijn. We fietsen nog steeds door een bos, waar het wel vrij bochtig is. Maakt alleen weinig uit als het vlak is, alleen de passage in het dorpje Lestards vraagt effectief om wat stuurmanskunst. Buiten Lestards gaan we bij een kruispunt schuin naar links, daarna is het nog een aantal kilometer vlak tot er uiteindelijk een vrij minimale afdaling van een kilometer of vijf volgt. Steil gaat het nooit naar beneden, maar het is toch nog even opletten. We fietsen nog steeds door een behoorlijk donker bos, waar het steeds bochtiger wordt. Allemaal korte bochtjes die elkaar snel opvolgen, toch even opletten. Vooral het laatste stuk voor we Chaumeil bereiken is bochtig, al verwacht ik uiteindelijk weinig problemen. Na 187 kilometer koers bereiken we dit dorpje, aan de voet van de laatste gecategoriseerde klim van de dag. In het grijze Chaumeil wonen amper 150 mensen, toch kwam de Tour hier ooit langs. In 1987 eindigde de elfde rit in dit gat. We vertrokken vanuit Poitiers, ons inmiddels ook wel bekend. In Chaumeil wist Martial Gayant te winnen, hij nam ook meteen de gele trui over. Dat wist hij uiteraard niet vol te houden in Parijs, anders was het wel een bekende naam geweest. Hoewel we hem eigenlijk wel zouden moeten kunnen kennen, want Martial Gayant is ploegleider bij Groupama-FDJ. Weer een gat in mijn kennis opgevuld.




In Chaumeil hebben ze blijkbaar sowieso wel een link met de koers. In de jaren '50 woonden hier nog net iets meer mensen, een stuk of 400. In die jaren werd er steevast een criterium gehouden na de Tour, Bol d’Or des Monédières. Het criterium duurde blijkbaar een heel weekend en had meerdere evenementen. Het werd georganiseerd door een lokale bewoner, blijkbaar een bekende accordeonspeler. Grote namen kwamen op dit criterium af, dan moet je echt denken aan jongens als Merckx, Anquetil en ga zo maar door. Poulidor reed hier al rond toen hij nog een amateur was, hij kon zich aardig staande houden tussen de profs en de rest is geschiedenis. Het criterium bestaat niet meer, maar de Tour du Limousin nog wel. We fietsen deze rit door een aantal dorpjes waar de Tour du Limousin wel eens passeert, Chaumeil is daar geen uitzondering op. In 2017 kwam hier nog een rit aan, gewonnen door Cyril Gautier. In dit klaarblijkelijk wielergekke dorpje slaan we rechtsaf en bijna meteen gaat het nog een keer naar rechts. We bereiken een weg die niet voorzien is van streetview. Gelukkig zijn de jongens van inrng er wel geweest, waardoor we ons toch een beeld kunnen vormen van de klim die snel gaat beginnen. De renners rijden eerst anderhalve kilometer over een vrij slechte weg, met blijkbaar een aantal gaten erin. Daarna begint plotsklaps de beklimming van Suc au May, met een stuk aan 15%. In totaal gaat het een kleine vier kilometer omhoog aan 7,7%, best pittig. Vooral als je bedenkt dat het gemiddelde behoorlijk zakt door een klein stuk in dalende lijn vlak voor de top en een laatste stuk omhoog dat niet zo steil is. Het zwaarste stuk zit vooral in het begin, eigenlijk gaat het zo'n beetje 2,5 kilometer aan 10% omhoog, zou je kunnen stellen. Leuk klimmetje. De naam moesten we volgend Prudhomme onthouden, we weten nu waarom. Al had Prudhomme zelf ook wel wat dingen moeten onthouden, maar afijn. Na 192,5 kilometer komen we boven op deze klim van de tweede categorie. Op de top zijn bonificatieseconden te verdienen, maar die zullen ongetwijfeld voor de vluchters zijn. In de buurt van de top ligt ook nog de Table d'Orientation, een observatieplatform. Boven op Suc au May heb je een uitzicht over de hele omgeving, gekkenhuis.




Na de klim gaat het een kilometer naar beneden over de wat smallere weg, door het bos. Paar bochten, maar al snel slaan ze linksaf en rijden ze over een iets bredere weg verder naar beneden. Ik kan me niet aan te indruk onttrekken dat ze hier voor de gelegenheid een nieuw laagje asfalt hebben neergelegd, dat zou ook alweer een hoop schelen. Na de bocht naar links gaat het een kilometer of vier verder naar beneden, maar spannend wordt het nooit echt. Het blijft wel redelijk bochtig, terwijl we nog steeds door een donker bos rijden. Heel steil gaat het alleen nergens naar beneden, het is soms zelfs vlak en we komen ook een paar knikjes omhoog tegen. Sporadisch gaat het echt naar beneden, met een paar snelle bochten achter elkaar. Stelt al bij al weinig voor, we slaan aan het eind van deze weg linksaf en treffen dan een zestal vlakke kilometers aan richting Saint-Augustin. Nouja, vlak, wat heet. Het blijft wel heuvelachtig, een beetje. Tussendoor rijden we door Chauzeix, een klein dorpje. Hier slaan we rechtsaf een smal weggetje in, na een nieuwe bocht naar rechts blijft het voorlopig smal. De smalle weg volgen we een kilometer of twee, het is lichtelijk bochtig maar verder wel aardig vlak. In het volgende dorpje slaan we linksaf, eindelijk bereiken we een grote weg. Deze weg leidt rechtdoor naar Saint-Augustin, het gaat wel steeds een beetje op en af. Rechtdoor is ook niet helemaal waar, we slingeren wat af. Toch is dit wel een vrij eenvoudig deel van de rit. Als we na 204 kilometer uitkomen in Saint-Augustin maken we ook niets geks mee, het gaat praktisch rechtdoor in dit dorp. Nog 14 kilometer tot de finish.



Buiten Saint-Augustin slaan de renners linksaf, een smallere weg in. Deze weg leidt opnieuw door een bos, uiteraard. Het is een kilometer vlak, maar daarna begint het bochtiger te worden en gaan we drie kilometer vals plat omhoog. Tijdens dit stuk vals plat rijden de renners door het gehucht Le Tourondel, voorlopig onze laatste contact met de beschaving. Buiten het dorp duiken we opnieuw een bos in en daar gaan we een tijd blijven. De weg blijft smal, het blijft ook omhoog gaan. Aan het eind van dit lange stuk vals plat omhoog, met tussendoor een paar steilere stroken, gaat het kort naar beneden. Na een klein steil stukje omhoog gaat het vervolgens anderhalve kilometer naar beneden. Een afdaling met een paar verraderlijke bochtjes, maar het zou ondanks de smalle weg toch niet echt een probleem mogen zijn. We bevinden ons nu op een kilometer of vijf van het eind, waanzinnig spannend. De finale begint nu echt, het gaat bijna alleen nog maar omhoog. Wel in trapjes, in de laatste vijf kilometer krijgen we met vier klimmetjes te maken. In totaal komen we 130 meter hoger uit, verwacht er dus vooral niet te veel van. We rijden over een enorm smalle brug en dan gaat het een meter of 600 omhoog aan 5%. De bochtige en smalle weg, nog steeds door een bos, is dan 400 meter vlak, waarna het volgende stuk in stijgende lijn begint. Een meter of 600 aan een procent of 4%, met vooral in het begin een steile aanzet en daarna een vals platte uitloper. Op de top van dit klimmetje bereiken we een bredere weg, het gaat naar rechts. Duurt niet lang, al snel gaat het naar links en dan beginnen we aan het volgende stuk in stijgende lijn. Het gaat een kleine kilometer vals plat omhoog, met aan het eind een stuk van 400 meter aan 5%. Na een halve kilometer in dalende lijn, met een paar bochten onderweg, slaan we linksaf en fietsen we naar de finish. We rijden onder de vod van de laatste kilometer door en klimmen in de laatste kilometer aan 3%. De brede weg loopt dus vals plat omhoog, daarnaast pakken we nog een aantal flauwe bochten mee. De laatste volgt op 200 meter van het eind, daarna blijft het aan 3% omhoog lopen tot aan de streep.




De renners finishen aan de buitenrand van Sarran, een piepklein dorpje met 275 inwoners. Het is de tweede keer in de geschiedenis van de Tour dat hier een rit aankomt. In 2001 debuteerde Sarran, het zou een rit voor de vluchters worden. Een kopgroep van zeven kreeg een ruime voorsprong van het peloton, liefst 25 minuten. Van die zeven vooraan bleek Jens Voigt de sterkste te zijn. De toen ook al oude Duitser boekte zijn eerste ritzege in de Tour, een paar jaar en een paar kinderen later zou hij nog een keer een rit winnen. Sarran ligt in het departement Corrèze, regio Nouvelle-Aquitaine. Het lijkt vreemd dat we al voor de tweede keer aankomen in een of ander klein dorpje waar amper iets te beleven valt, maar er is toch wel een reden voor te vinden. Net buiten Sarran ligt het Château de Bity, het voormalige optrekje van de familie Chirac. De voormalig president van Frankrijk en zijn vrouw woonden hier, in Sarran. In 2001 was Jacques Chirac president van Frankrijk, vandaar de toenmalige passage. September 2019 overleed Chirac, vandaar de huidige passage. De finish ligt naast de parkeerplaats van het museum dat is opgericht ter ere van de bekendste inwoner die Sarran ooit heeft gehad. Het Musée du Président Jacques Chirac werd geopend in 2000, door de heer Chirac zelf. Die Fransen kennen geen enkele schaamte. Het museum bevat een collectie giften en cadeau's die Chirac mocht ontvangen tijdens zijn ambstermijn. Gekke objecten uit verre landen, dat soort werk. Daarnaast worden er nog allerlei losse exposities gehouden en is er een bibliotheek, ongetwijfeld gevuld met boeken over Jacques Chirac. De toeschouwersaantallen lopen al jaren terug, volgens Wikipedia althans. Daardoor lijdt de lokale overheid steeds meer verlies, want de boel is uiteraard hevig gesubsidieerd. Een aankomst in de Tour lijkt het laatste redmiddel om het museum van de ondergang te redden. Mevrouw Chirac schijnt overigens loco-burgemeester van Sarran te zijn geweest, en ze was algemeen raadslid van de Corrèze. In tegenstelling tot haar man leeft ze nog steeds, dus we zien haar ongetwijfeld in beeld verschijnen. Het schijnt ook vooral haar idee te zijn geweest, die ritaankomst in 2001. Stukje nepotisme, lekker hoor. Verder staat er in Sarran een kerk, dat was het hier wel zo ongeveer.



In Chauvigny wordt het overdag 28 graden, geen kans op regen en een beetje wind uit het noorden. We fietsen grotendeels richting het zuiden, dus de wind zal aardig in de rug staan. Soms misschien zelfs schuin in de rug, terwijl het terrein vooral in het begin redelijk open is. Klein waaierkansje? Wie weet. Al is het dan nog wel heel ver tot de finish, zal vast tegenvallen. Langste rit van de Tour ook, niemand heeft hier zin. In finishplaats Sarran ongeveer hetzelfde idee, graad of 26 in de middag, geen kans op regen en een beetje wind. Nog steeds vanuit het noorden, noordoosten. In de laatste kilometer tegenwind, in het geval van een eventuele sprint misschien nog wel rullevant. Veel verschil zal het waarschijnlijk niet maken, het waait überhaupt niet zo hard. De langste rit van de Tour, dus beginnen we relatief vroeg. Eigenlijk niet eens heel erg vroeg, 11:50 pas. Na een neutralisatie van tien minuten gaan we om 12:00 echt los. Jan en Bobbie geven om 11:45 al acte de présence. De NOS schuift om 13:30 aan, terwijl de Belg wacht tot het onvermijdelijke nieuws voorbij is, inschakelen rond 13:30. De aankomst wordt verwacht ergens tussen 16:57 en 17:27.



De enige rit boven de 200 kilometer, eigenlijk is het een schande. Wielrennen was altijd een duursport, maar daar lijk het tegenwoordig totaal niet meer op. 218 kilometer als langste rit, je hebt het gevoel in de maling genomen te worden. De korste langste rit ooit in de Tour, heb ik zelfs vernomen. Maar goed, we moeten er maar blij mee zijn, over een jaar of tien is de langste rit waarschijnlijk nog maar 150 kilometer lang. Want de nieuwe generatie vindt dat niets, die lange ritten. Zit je zes uur voor de tv, niet te doen. Nee, alles moet kort. En spannend. En explosief. En gewoon kut. Zo werkt dat toch niet, jongens. Al denk ik dat deze rit ook niet echt gaat werken. Te lastig voor de sprinters, vooral door de Suc au Mary. Niet zwaar genoeg voor de klassementsrenners. Dus wat krijg je dan? Een rit voor de vluchters. Mag ook wel een keer, de rittenkapers van het peloton hebben nog niet veel kansen gehad. Het zal een zware strijd worden om in de vlucht van de dag te geraken, het eerste uur kan nog wel eens het leukste uur zijn. Toch maar even naar Jan en Bobbie luisteren dus. Eenzelfde scenario als in 2001 valt niet uit te sluiten. Een groep van een man of zeven, met het peloton op een minuut of 25. Dan is alleen de vraag wie de nieuwe Jens Voigt is. Wie praat tegen zijn eigen benen en is op weg om 21 kinderen te krijgen? Als iedereen in de aanval wil wordt het sowieso een loterij, dus we graaien even in de grabbelton.
1. Alaphilippe. In ieder geval wel een flinke acteur, ik weet niet wat shut up legs is in het Frans, maar ik hoor het hem sowieso zeggen. En als we de spotprent in een of ander Frans flutblaadje mogen geloven komen die kinderen er ook snel aan. Na het verspelen van de gele trui heeft Alaphilippe heel veel tijd verloren, deels omdat ie niet beter kan, deels ook bewust. Dan maar rittenkapen. Er komen nog meer kansen de komende ritten, maar dit lijkt me ook een gelegenheid die hij niet moet laten lopen. Met zo'n sprintje omhoog is hij sowieso een grote favoriet.
2. Van Avermaet. Gouden Greg zal het ook van het aanvalswerk moeten hebben om nog wat van zijn Tour te maken. Zijn aanvalspoging onderweg naar Mont Aigoual laat zien dat hij in ieder geval graag weer een rit wil winnen. Die rit was wat te lastig, dit lijkt meer binnen zijn mogelijkheden te liggen. We zien hem vanzelf verschijnen. Of ander Trentin, dat kan ook nog.
3. De Gendt. Heeft natuurlijk wel flink moeten werken voor Ewan de afgelopen dagen, dus het zou best kunnen dat hij moe is en deze rit overslaat. Weet je met deze vreemde vlerk alleen nooit, dus hij kan ook zomaar ineens in de vlucht zitten. Hoeft de komende dagen in ieder geval niet te werken voor Ewan, dat scheelt.
4. Madouas. Lijkt me wel grappig. FDJ is de laatste dagen nogal van het aanvallen, met vruchteloze pogingen van Küng en Ladagnous. In principe zou dit wel een rit kunnen zijn voor Madouas. Heb hem nog niet echt gezien, daarom wordt het tijd dat ie een keer in de aanval gaat.
5. Bettiol. Ook wel een rit voor de klassieke types in het peloton. Iemand als Naesen zie ik ook nog wel in de aanval gaan. Maar goed, ik wil niet 100 Belgen noemen, dus daarom een Italiaan tussendoor. Fietst volgens mij best aardig rond, alleen een beetje anoniem. Dat moet nu maar stoppen dan.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator donderdag 10 september 2020 @ 00:00:49 #2
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_194980289
Mooi over Poulidor O+ , jammer dat hij er niet zelf bij kan zijn of anders Matje
pi_194980422
Poupou O+ O+
  Moderator donderdag 10 september 2020 @ 00:31:45 #4
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_194981687
Bettiol rijdt dus blijkbaar mee! :D

Mooie voorbeschouwing. ^O^ Matje en Poupou. O+
Jack does it in real time...
pi_194982274
Ik ga dan toch voor Hirschi, meezitten in de vlucht iedereen eraf knallen op de Suc au May en zich als een baksteen naar beneden smijten.
Shine on forever, shine on, benevolent sun
  Redactie Sport / Supervogel donderdag 10 september 2020 @ 10:05:44 #7
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_194982990
De Zak heeft zn rib gebroken door die val in de neutralisatie :').
pi_194983003
Ha, ha, ik weet nu dankzij R_R dat Ladagnous in Pau geboren is. Dan zijn al die aankomsten en vertrekken daar toch een inspiratiebron geweest voor jonge jongetjes om ook coureur te worden
pi_194983073
quote:
14s.gif Op donderdag 10 september 2020 10:05 schreef Pino112 het volgende:
De Zak heeft zn rib gebroken door die val in de neutralisatie :').
Wat een ongelooflijke kluns is het toch ook...
pi_194983327
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 10:14 schreef Chiappucci het volgende:

[..]

Wat een ongelooflijke kluns is het toch ook...
Hier kon hij eerlijk gezegd weinig aan doen. Gautier reed gewoon tegen dat bord aan en dat had vooral gevolgen voor Luts en Zak achter hem.
pi_194983370
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 10:37 schreef TheArt het volgende:

[..]

Hier kon hij eerlijk gezegd weinig aan doen. Gautier reed gewoon tegen dat bord aan en dat had vooral gevolgen voor Luts en Zak achter hem.
Oké had het gisteren niet gezien. Zijn portie pech heeft hij inmiddels ook wel gehad.
pi_194983611
Ik gun het Greg wel.
pi_194983717
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:04 schreef Bill_Hillie het volgende:
Ik gun het Greg wel.
Ik denk dat Peter Sagan vandaag wel goed sprintend en winnend afsluit.
pi_194983755
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:14 schreef Idisrom het volgende:

[..]

Ik denk dat Peter Sagan vandaag wel goed sprintend en winnend afsluit.
Als hij meegaat denk ik dat het colletje van de 2e categorie iets te zwaar is voor hem.
pi_194983761
Een rit voor de aanvallers. Zo een die je normaal op de quatorze juillet hebt.

Echter, als Bora en Sagan voor het groen nog wat zou willen zou hij de aanvallers in het vizier moeten houden, de overige sprinters eraf moeten rijden, en dan de etappe winnen.
pi_194983785




[ Bericht 19% gewijzigd door Frozen-assassin op 10-09-2020 11:30:08 ]
pi_194983825
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:18 schreef Bill_Hillie het volgende:

[..]

Als hij meegaat denk ik dat het colletje van de 2e categorie iets te zwaar is voor hem.
In de tweede rit liet hij zien, dat hij een col van deze categorie nog wel aankan.
  donderdag 10 september 2020 @ 11:26:03 #18
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_194983837
quote:
Waarom staan er allemaal cliniclowns op dat podium?
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_194983874
Ik denk dat de kans ongeveer 0,001% is dat we vandaag een Nederlander in de kopgroep krijgen.
pi_194983883
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:26 schreef Mani89 het volgende:

[..]

Waarom staan er allemaal cliniclowns op dat podium?
Ja
pi_194983891
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:29 schreef Chiappucci het volgende:
Ik denk dat de kans ongeveer 0,001% is dat we vandaag een Nederlander in de kopgroep krijgen.
Het is wel jammer dat er niet 1 Nederlander is die in zo'n rit misschien kan aanvallen.
Konden we tenminste JUICHEN voor het vlaggetje immers.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194983936
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:24 schreef Idisrom het volgende:

[..]

In de tweede rit liet hij zien, dat hij een col van deze categorie nog wel aankan.
Het zou wel leuk zijn in ieder geval. Sagan mag van mij ook wel weer eens winnen. Blijft een mooie renner.
pi_194983948
quote:
9s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:31 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Het is wel jammer dat er niet 1 Nederlander is die in zo'n rit misschien kan aanvallen.
Konden we tenminste JUICHEN voor het vlaggetje immers.
Ja, ondanks dat chauvinisme hier niet altijd gewaardeerd wordt, vind ik dat toch wel jammer. Kijkt toch iets minder onverschillig.
  donderdag 10 september 2020 @ 11:35:52 #24
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_194983963
Dit had een perfecte etappe geweest voor Tom Jelte Slagter om 8ste te worden.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_194983964
quote:
0s.gif Op donderdag 10 september 2020 11:34 schreef Chiappucci het volgende:

[..]

Ja, ondanks dat chauvinisme hier niet altijd gewaardeerd wordt, vind ik dat toch wel jammer. Kijkt toch iets minder onverschillig.
Gelukkig doet er vast wel een random Spanjaard van Movistar mee vandaag, kan ik toch JUICHEN
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')