abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 3 september 2020 @ 21:21:02 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194872960
Etappe 7: Millau - Lavaur, 168 km

Voor het eerst deze Tour zagen we zowaar een echte strijd om in de vlucht van de dag te geraken. Al was een van de eerste vluchtpogingen wel meteen weer raak, maar het duurde een tijd voor ze echt vertrokken waren. Nadat het blok erop ging in het peloton liep de voorsprong van de acht vluchters snel omhoog naar vijf minuten. Vooraan zagen we kleppers als Greg van Avermaet, Alexey Lutsenko, Nicolas Roche en Jesus Herrada. Mitchelton-Scott mocht de boel controleren, en dat deden ze naar behoren. Veel meer dan zes minuten bedroeg de voorsprong nooit. Het werd weer een behoorlijke saaie rit, er gebeurde vrij weinig. Een paar valpartijen onderweg, met niet echt belangrijke slachtoffers als Dayer Quintana en Enric Mas, die laatste voegde wel weer even een nieuw hoofdstuk toe aan zijn rampenjaar. Richting het eind van de rit liep de voorsprong van de koplopers gevoelig terug, waardoor het heel even spannend werd. Zou de vlucht het wel halen of niet? Dat bleek uiteindelijk geen probleem te zijn, er werd vooral tempo gemaakt om in een goede positie aan de lastige Col de la Lusette te kunnen beginnen. Op de klim zelf ging het tempo in het peloton omlaag, de posities waren ingenomen. Egan Bernal is nog steeds niet 100%, dus liet hij zijn troepen een gemoedelijk tempo rijden. Iedereen kon daar verder blijkbaar mee leven, er kwam eigenlijk geen enkele aanval. Enkele renners nemen hierdoor wel een risico. Pinot is nog half geblesseerd, Bernal is niet top, Buchmann heeft nog steeds pijn, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Al deze jongens had je flink onder druk kunnen zetten, maar blijkbaar is er bij een ploeg als Jumbo veel vertrouwen in het feit dat de concurrentie niet meer gaat verbeteren. Voor ons als kijkers niet zo leuk, de Lusette was zwaar genoeg voor een showtje, we kregen helemaal geen show. Op wandeltempo omhoog, blijkbaar moeten we wachten tot de Pyreneeën. Misschien wel tot de Alpen, wie zal het zeggen. Vooraan zagen we dat Neilson Powless het meest actief was in de kopgroep. Jesus Herrada moest er ongeveer als eerste vanaf, maar bleek de boel goed in te delen. Lutsenko had het helemaal onder controle. Hij kon de aanvallen van Powless makkelijk pareren en reed nadat de Amerikaan over zijn toeren was gegaan gemakkelijk weg. Al snel reed hij een voorsprong van een seconde of 20 bij elkaar, het werd geen spannende strijd om de ritzege. In de achtergrond raapte Herrada iedereen op, behalve Lutsenko. Nee, na tien jaar hebben we weer een Kazachstaanse ritzege. De vorige en tot vandaag enige ritwinnaar uit Kazachstan was natuurlijk Vinokourov, uiteraard aanwezig in de auto. Hij schreeuwde zijn protogé naar voren. Lutsenko was altijd al de opvolger van Vino, maar nu helemaal. Ik vroeg me af of hij wel goed in orde zou zijn, want zijn resultaten waren de afgelopen weken niet heel denderend. Die vraag is beantwoord, Lutsenko is dik in orde. De keuze van Astana om Fuglsang en Vlasov naar de Giro te sturen is hiermee ook meteen gerechtvaardigd, rittenkapen in de Tour is ook een nobel doel. Een paar minuten later zagen we dat Alaphilippe nog even wegsprong uit het peloton, wat hem één seconde opleverde. Bernal leek het toch moeilijk te hebben, misschien krijgen ze over een tijd wel spijt dat ze hem nu niet harder hebben aangepakt, dat ze hem überhaupt niet hebben getest. Na deze eigenlijk verloren rit gaan we weer verder met een rit die op papier voor de sprinters zou moeten zijn. Of het wederom een wandeletappe wordt valt nog te bezien, we komen vooral in het begin nog wel wat klimwerk tegen. Bovendien gaat het misschien wel waaien.




Rit 7 gaat van start in Millau, een plaats die vooral bekend is vanwege een viaduct. Volgens Wikipedia is het viaduct van Millau een meervoudige tuiconstructie over de rivier de Tarn, geopend in 2004. Blijkbaar is het de hoogste brug ter wereld als je kijkt naar de constructiehoogte, oftewel de hoogte van de brugpijlers. Die informatie zou inmiddels achterhaald kunnen zijn, maar we gunnen de Fransen deze eer van harte. Het viaduct bestaat uit acht overspanningen, ondersteund door zeven betonnen pijlers. De middelste stukken overspannen 342 meter, de uiterste overspannen 204 meter. De brug ligt 270 meter boven de rivier de Tarn en kent een totale lengte van 2460 meter. Er zijn zeven enorme brugpijlers gebouwd, waarvan de hoogste 343 meter de lucht in reikt, iets hoger dan de Eiffeltoren. Het brugdek is 32 meter breed, en heeft in beide rijrichtingen twee rijstroken en een vluchtstrook. Zomaar een cadeautje van Wikipedia, informatie waar een mens echt wat mee kan. De Fransen zijn er maar wat trots op, dus rijden we iedere paar jaar wel weer een keer langs dit viaduct. Twee jaar geleden bijvoorbeeld nog, in de Tour van 2018 ging er eveneens een rit van start in Millau. Die rit zou eindigen in Carcassonne, waar Magnus Cort Nielsen in een sprintje wist af te rekenen met zijn medevluchters Ion Izagirre en Bauke Mollema. Daarvoor reden we tijdens de Tour van 2015 ook nog eens onder het viaduct door. Nog steeds gaan we niet over het viaduct heen, dat is dan weer jammer. Goed, de stad Millau zelf heeft 23.000 inwoners, maar al die inwoners moeten het wel zo ongeveer doen met die brug. Verder valt er weinig te beleven. Paar oude gebouwen in de binnenstad, maar het is moeilijk om er een inspirerend verhaal over te schrijven. De lokale industrie is gespecialiseerd in het maken van handschoenen, je moet wat. Ondanks het feit dat er niets te doen is in Millau is de Tour hier toch al een aantal keer geweest. De eerste aankomst in Millau was er al in 1954, Ferdi Kübler won toen. Een jaar later keerde de koers terug, de overwinning ging bij die gelegenheid naar de Italiaanse sprinter Alessandro Fantini. Fantini zou een paar jaar later tijdens een massasprint in de Ronde van Duitsland ten val komen en aan de gevolgen van die val overlijden, het blijft een merkwaardige sport dat wielrennen. De laatste winnaar in Millau is de Bask Marino Lejarreta. Hij won in 1990 op de Causse Noir, een klimmetje net buiten de stad. Een dag later zou er nog een rit starten in Millau, maar daarna moest men tot 2018 wachten vooraleer de koers nog eens terugkwam. De volgende droogte laat klaarblijkelijk een stuk minder lang op zich wachten. Een opsteker voor de lokale bevolking, aangezien het Millau Jazz Festival dit jaar natuurlijk niet door kon gaan.



Veel valt er in Millau niet te doen, maar de stad die ligt aan de Tarn heeft toch nog wel wat fraais te bieden. Het oude huisje aan de oude brug midden in de rivier, bijvoorbeeld. Na de start in de buurt van het Parc de la Victoire rijden de renners tijdens de neutralisatie richting de brug over de Tarn, alwaar ze dit kicken huisje kunnen bewonderen. De renners rijden over de brug, slaan rechtsaf en volgen dan een tijdje de Tarn. Even verderop is de neutralisatie voorbij en dan begint de rit meteen op een explosieve manier. Dat was althans in 2018 het geval. De eerste 30 kilometer van de rit volgen we hetzelfde parcours als in 2018 en dus moet er nu ook meteen anderhalve kilometer aan een procent of zeven geklommen worden richting het viaduct der viaducten. Een furieus begin, al wordt het vast niet zo erg als in 2018. Toen sloeg de altijd heetgebakerde Gianni Moscon na liefst 800 meter koers meteen Elie Gesbert zo'n bek. Zo'n viaduct doet toch wat met een mens, blijkbaar. Gianni werd even later uit koers gesmeten en geschorst voor een aantal weken. Zijn zoveelste incident. De rest van het peloton heeft dit jaar geluk, Gianni Mussolini is niet van de partij. Gesbert ook niet trouwens, maar dit geheel terzijde. Enfin, na anderhalve kilometer rijden we onder het viaduct door. Gaaf, geweldig. Zie je die brugpijlers? Boh. En dan die overspanningen he, zo spannend. Dat brede wegdek, impressionant. Die vallei van de Tarn, ook niet misselijk hoor. En dan die tuiconstructie, ja, daar doe je het allemaal voor. Ongeëvenaard.



Na het viaduct is het een kilometer vlak waarna er drie kilometer over een brede weg gedaald wordt naar Saint-Georges-de-Luzençon. Hier is het even een halve kilometer vlak, waarna al snel de eerste officiële klim van de dag begint. Er liggen wat bochtjes in Saint-Georges en aan het eind van het dorp ligt er een smal weggetje verstopt aan de zijkant van de doorgaande weg. Hier gaan de renners schuin naar rechts en meteen stuiten ze op twee haarspelbochtjes. De inleidende beschietingen van de Côte de Luzençon, een klimmetje van drie kilometer aan 6%. Halverwege het klimmetje is er een klein stukje in dalende lijn, dus de stukken waar het omhoog gaat zijn wel wat lastiger dan 6%. Prima dus om mee te beginnen. Op de top, na 9 kilometer, zijn we eigenlijk nog niet eens echt op de top. Het loopt nog drie kilometer heel licht omhoog, waarna er een korte afdaling zonder lastige bochten volgt. Alleen nog een brede en lange haarspeldbocht aan het eind, waarna we op een wat bredere weg terechtkomen die zes kilometer vals plat omhoog loopt. In die zes kilometer tijd komen we 150 meter hoger uit, een snelle rekensom leert ons dan dat het pukkeltje op de profielkaart interessanter lijkt dan het in de praktijk blijkt te zijn. Na dit stuk van zes kilometer in licht stijgende lijn volgt er een stuk van zes kilometer in licht dalende lijn. We rijden door open terrein over een brede weg, zonder veel bochten. Pas in het best leuke dorpje Saint-Affrique, na 26 kilometer, moet er weer wat gestuurd worden. Aldus beschreven in de voorbeschouwing uit 2018, de ASO is niet de enige die uitblinkt in het betere knip- en plakwerk.



In Saint-Affrique bereiken we het dal van de rivier La Sorgue en in dit dal blijven we een tijdje rondfietsen. Over grotendeels rechte, brede en vooral vlakke wegen fietsen we naar Vabres-l'Abbaye. In dit dorpje rijden we over een mooi bruggetje. We zijn dan afgeweken van de Sorgue en komen uit bij de Dourdou, veel riviertjes hier. De Dourdou volgen we een tijdje, terwijl het een aantal kilometer zo goed als vlak is. Door een redelijk leeg landschap rijden we over een brede weg naar Rebourguil, alwaar we afwijken van het parcours van 2018. In deze omgeving is het zo leeg dat ik er een piepklein waaieralarmpje in ga gooien. Mocht het hier waaien kan het zomaar bal zijn, al is het wel vroeg op de dag. Voorbij Rebourguil rijden de renners bijna volledig rechtdoor over de brede D999. Het was lang vlak, maar er gaat nu een kilometer of acht geklommen worden. Hoewel klimmen meteen heftig klinkt, het gaat vooral een beetje vals plat omhoog. In die acht kilometer komen we iets meer dan 200 meter hoger uit, heel spannend is het dus ook weer niet. Er zitten wel een paar lastige stroken tussen, maar het gaat vooral geleidelijk omhoog met tussendoor ook nog een keer een vlakke kilometer. Als het klimmen gedaan is volgt er een niet al te spannende afdaling van ongeveer tien kilometer richting Saint-Sernin-sur-Rance, alwaar na 58 kilometer de tussensprint van de dag volgt. De naam afdaling is misschien niet eens echt op z'n plaats, het gaat echt heel geleidelijk naar beneden. Een brede weg door het bos, met weinig bochten. Tussendoor nog een keer een klein knikje omhoog, maar ook dat heeft weinig om het lijf. Eenmaal in Saint-Sernin-sur-Rance is het vlak, de tussensprint hoeft dus niet afgewerkt te worden in dalende lijn. Na de tussensprint loopt de weg even kort omhoog, maar al snel slaan we scherp linksaf waarna er een korte afdaling richting de oevers van de Rance volgt. Hier ligt het meest pittoreske deel van Saint-Sernin-sur-Rance, met een aantal oude huisjes die praktisch in het water zijn gebouwd. We steken hier de rivier over en verlaten het dorp, op weg naar de volgende klim van de dag.



Na een flink aantal bochten in het fraaie doch ietwat verouderde Saint-Sernin loopt de weg buiten het dorp meteen omhoog. We zijn begonnen aan de Col de Peyronnenc, een beklimming van de derde categorie. Het gaat ongeveer 15 kilometer omhoog aan 4% gemiddeld over een weg die in het begin door een bos loopt. De klim wordt nooit enorm steil, al komen we in het begin wel even een kilometer aan 6% tegen. Die kilometer wordt dan weer gecompenseerd door een praktisch vlakke kilometer, derhalve komen we gemiddeld gezien dus op drie keer niks uit. Als we hoger komen krijgt de klim een meer open karakter, waardoor er af en toe een mooi uitzicht over de omgeving is. De renners rijden halverwege ook nog door het afgebladderde dorpje Pousthomy, zowaar een heel verkeersknooppunt. Je kunt hier drie kanten op, maar wij knallen rechtdoor. Op een kilometertje aan 5% na komen de renners tot aan de top niet veel meer tegen, het gaat toch vooral vals plat omhoog. Ach, de uitzichten zijn fraai. Het asfalt ziet er af en toe wel wat minder uit, veel meer valt er niet te melden over de Col de Peyronnenc. Na 73,5 kilometer bereiken de renners de top. Ze verlaten hier het departement Aveyron en slaan rechtsaf de Tarn in. Het departement dan, niet de rivier.




De eerste kilometers in de Tarn zijn overwegend vlak, met een lichte tendens naar beneden. Over een brede en slingerende weg fietsen we door de hoogvlakte die vooral veel grasvelden kent. In iets van 14 kilometer komen we nog niet eens 200 meter lager uit, van een afdaling mogen we derhalve niet echt spreken. Stiekem gaat het tussendoor ook nog een paar keer kort omhoog, laten we het op glooiend houden. Het is hier wel zo leeg en kaal dat de wind vrolijk kan waaien, eventueel interessant. Aan het eind van dit stuk van 14 kilometer slaan de renners linksaf, onderweg naar Saint-Pierre-de-Trivisy. Twee kilometer loopt de weg af, vergezeld van het nodige bochtenwerk. Daarna moet er evenwel twee kilometer geklommen worden. Stelt niet veel voor, het gaat voor het grootste gedeelte vals plat omhoog langs de maïsvelden. Na het hoogste punt van dit tussendoortje bereikt te hebben slaat het peloton rechtsaf, vervolgens moet er vijf kilometer gedaald worden op een wat serieuzere manier. Relatief gezien dan, we komen in ieder geval een heel stuk lager uit. De weg loopt verder vooral rechtdoor, daar ligt het niet aan. Pas in Saint-Pierre-de-Trivisy liggen er wat bochten op de renners te wachten, de lastigste net buiten het dorp. Hier moeten de slaven van de weg een scherpe en terugdraaiende bocht naar links nemen, op weg naar de volgende klim van de dag. Na nog een paar bochten en een stukje in dalende lijn loopt de weg na een haarspeldbocht naar links ineens omhoog. We bevinden ons nu op de Côte de Paulhe, een klimmetje van de vierde categorie. Slechts één kilometer lang, maar het gaat wel aan 7% omhoog. Een wat smaller weggetje door een bos brengt ons naar het dorpje Paulhe, waar na 97,5 kilometer de top van dit klimmetje ligt. Nog een kilometer of 70 tot de finish, terwijl het lastige deel van de rit bijna achter ons ligt. Niet echt een feestelijk dorpje overigens, dat Paulhe. Drie boerderijen en dat was het wel zo ongeveer. Er schijnen meerdere dorpen te zijn met deze naam, die in het departement Aveyron ziet er nog wel aardig uit. Paulhe in de Tarn zou ik niet aan beginnen. Valt nog niet mee om hier een leuk plaatje bij te fantaseren. Gelukkig hebben ze zelfs hier een toeristische afdeling. Zie hier: een foto van Saint-Pierre-de-Trivisy in de verte. In de Route du Sud van 2016 ging hier zelfs nog een rit van start, pik je ook meteen weer even mee.



Buiten Paulhe is het een kilometer of vier min of meer vlak, het gaat een beetje op en af over een iets minder brede weg met een wat slechter wegdek. Veel draaien en keren, tussen de bomen door. Even verderop gaat het zowaar twee kilometer naar beneden, nog steeds over een bochtige weg. De renners doorkruisen het gehucht Lafargue, het startsein voor een nieuw klimmetje. Anderhalve kilometer aan een procentje of vier, een van de laatste hellinkjes van de dag. Wederom niet heel enerverend, al zit er nog wel een steiler strookje tussen. Na dit korte klimmetje gaat het amper een halve kilometer naar beneden, waarna er twee vlakke kilometers volgen tot in Montredon-Labessonié. Eenmaal in dit dorpje moet er weer kort geklommen worden, maar dat is niet de enige reden waardoor de passage in Montredon listig is. Er ligt hier zo'n gootje in het midden van de weg, niet ideaal voor het peloton. Duurt niet lang, na een bocht naar rechts rijden we ineens over de grote weg en ook als we even verderop linksaf slaan blijft de weg breed. De coureurs kunnen even genieten van alle grijze bouwwerken van Montredon-Labessonié en gaan daarna door met het observeren van het Franse platteland. De komende 12 kilometer rijden de renners afwisselend door bossen en langs eindeloze grasvelden, continu in licht dalende lijn. We laten het plateau achter ons en komen zonder dat we er erg in hebben zomaar 300 meter lager uit. Als je de boel via Streetview bekijkt lijkt dat bijna ongeloofwaardig. De korte stukjes in stijgende lijn springen meer in het oog. Maar goed, de kaart liegt niet, we komen dus echt wel wat lager uit. In Roquecourbe, nog best een pittoresk plaatsje. In aanloop naar Roquecourbe gaat het wel een tijdje serieus naar beneden, maar na een bocht naar rechts in het dorp hebben we het laagste punt wel zo ongeveer bereikt. Na een vlakke kilometer gaat het buiten Roquecourbe warempel nog een keer omhoog, iets meer dan een kilometer aan een procent of vijf. Als dit klimmetje achter de rug is gaat het twee kilometer naar beneden, praktisch rechtdoor. Eenmaal beneden volgen er nog een stuk of drie vlakke kilometers tot aan de buitenrand van Castres. Na Albi is Castres de grootste stad van de Tarn, het is ook meteen een van de mooiste steden van dit departement.



De doortocht in Castres volgt na 124,5 kilometer. Castres, geboorteplaats van de bekende voetbaltrainer Claude Puel en de minder bekende ex-wielrenner Jean-Marc Marino, is geen onbekende plaats voor de Tour. In 2007 kwam hier nog een rit aan, toen won niemand minder dan Tom Boonen. Gaat genoemd worden, durf ik wel wat op in te zetten. In 2013 ging hier dan weer een rit van start, sindsdien is het rustig geweest in Castres. In 2020 jakkeren de renners via wat rotondes en bochten dwars door het centrum van de stad, waarna we uiteindelijk via een brug over de rivier Agout fietsen, alwaar de schoonheid van Castres het meest in het oog springt. Na de brug slaan de renners een keer linksaf en daarna weer rechtsaf, om vervolgens Castres achter zich te laten. We rijden over de Avenue de Lavaur, ofschoon de finishplaats nog een kilometer of 40 op zich laat wachten. Na een klein klimmetje aan de rand van de stad komen de renners kort achter elkaar twee rotondes tegen, voorlopig zo'n beetje de laatste obstakels. De 14 kilometer hierna gaan we bijna volledig rechtdoor fietsen, over wegen die zo goed als vlak zijn. Twee keer gaat het een kilometer vals plat omhoog, twee keer gaat het vals plat omlaag. Na dit tweede afdalinkje gaat het zeven kilometer volstrekt rechtdoor, het wegdek vertoont zelfs geen minimale kromming. Het terrein is hier redelijk open, met wat wind kunnen er best mooie dingen gebeuren. Niet helemaal open, er staan toch ook nog wel redelijk wat bomen en we komen af en toe wat bebouwing tegen. Ook nog één rotonde, hoe durft ie. Na die rotonde is het wel een paar kilometer écht helemaal open. Laat maar waaien, laat maar waaien. Door de wind staat mijn hart in lichterlaaie. Aan het eind van dit lange stuk rechtdoor komen de renners uit in het dorpje Guitalens-L'Albarède, waar we linksaf slaan en over de Agout rijden. Hierna wordt de weg wat bochtiger, ook staat er wat meer beschutting langs de kant van de weg. Het blijft wel behoorlijk vlak, terwijl we naar Saint-Paul-Cap-de-Joux rijden. Flinke mond vol voor een dorpje dat verder niet zo bijzonder is, al hebben ze er wel een kicken kerkje. Bovendien komt Philippe Pinel uit dit dorp, de vader van de moderne psychiatrie! Na 152 kilometer koers crossen we door Saint-Paul-Cap-de-Joux, het is nog 16 kilometer fietsen tot de finish.



De komende zeven kilometer is het min of meer vlak, hooguit licht glooiend. Het gaat ook grotendeels rechtdoor, al komen we buiten Saint-Paul nog wel een drietal scherpe bochtjes tegen. Daarna gaat het wel zo goed als rechtdoor, in een omgeving die toch redelijk beïnvloed zou kunnen worden door de wind. Al zijn de bomen nooit ver weg, dus van een groots spektakel ga ik niet uit. In de buurt van Viterbe, een plaatsnaam die mij eerder aan Italië doet denken, komen de renners een rotonde tegen. Na deze rotonde volgt het laatste klimmetje van de dag, al is de term klimmetje wat veel eer. In eerste instantie gaat het een kilometertje heel minimaal omhoog, waarna er na vlakke halve kilometer nog een kilometer in stijgende lijn volgt, aan liefst 2%. Nee, ik denk niet dat de sprinters het hier heel warm van gaan krijgen. Als ze alles vandaag al overleefd hebben kan dit er nog wel bij. Op de top van dit, nouja, heuveltje zijn we wel al bijna binnen. Het is hierna nog iets meer dan vijf kilometer fietsen tot de finish. Tot op vier kilometer van het eind loopt de weg licht naar beneden, volledig rechtdoor. Bochten komen we voorlopig sowieso niet echt tegen, pas op 2,5 kilometer van de streep volgt er een lichte bocht naar rechts. Het is ondertussen gewoon vlak, geen enkel probleem. We rijden nu rechtdoor richting Lavaur, over een weg die al heel lang enorm breed is. Net voor de laatste kilometer begint komen we in Lavaur zelf een rotonde tegen, volgens het routeboek althans. Valt niet te ontdekken via Google, moet dan dus een vrij nieuwe rotonde zijn. Enfin, na deze rotonde rijden we rechtdoor het dorp in, de volgende rotonde tegemoet. Deze volgt op 500 meter van het eind, hier moet ook nog een flauwe bocht naar rechts genomen worden. Op 300 meter van het eind volgt nóg een rotonde, waarna het in de laatste meters van de rit gelukkig wel rechtdoor gaat. Toch nog een hectische finale, na een eenvoudige aanloop.




We finishen in het centrum van Lavaur, een stad met net iets meer dan 11.000 inwoners in de Tarn. Het is een stadje met een bescheiden Tourgeschiedenis, dit wordt pas de derde keer dat hier een rit aankomt. In 2001 debuteerde Lavaur, met een overwinning voor Rik Verbrugghe. De enige ritzege in de Tour van de huidige bondscoach van België, die vluchtgenoot Marco Pinotti wist te kloppen, vlak voor het aanstormende peloton. Tien jaar later keerde de Tour terug naar Lavaur. In 2011 werd het wel een normale sprint, met de in die jaren te verwachten winnaar. Cavendish boekte in deze stad een van zijn 30 ritzeges, onderweg naar het record van Merckx. Dat hij dat record niet meer gaat benaderen mag ondertussen duidelijk zijn, Cavendish is al een paar jaar een parodie op een wielrenner en het is volkomen terecht dat hij nu niet van de partij is. Sinds 2011 is de Tour wel nog een aantal keer door Lavaur gereden, vorig jaar bijvoorbeeld nog. In de rit van Albi naar Toulouse reden we door dit stadje, waarbij het mijn verwachting was dat we pas in 2021 zouden terugkeren. 2001, 2011, 2021. Klonk logisch, maar het is dus 2020 geworden. Lavaur is de geboortegrond van Benjamin Thomas, baanwielrenner en wegwielrenner van Groupama-FDJ. In 2019 werd Thomas Frans kampioen tijdrijden, begin dit jaar won hij het omnium tijdens het wereldkampioenschap baanwielrennen. De plaaggeest van Jan-Willem van Schip is nu niet aanwezig in de Tour, dat is dan weer jammer voor hem. Een andere bekende inwoner van Lavaur was Pierre Fabre, de oprichter van Laboratoires Pierre Fabre. De apotheker begon in zijn geboorteplaats Castres en eindigde uiteindelijk in Lavaur, een multinational die miljarden waard is achterlatend. Farmaceutische middeltjes, cosmetica, maar ook onderzoek in de strijd tegen kanker. Veelzijdig, en in veel landen actief. Iets van 15.000 werknemers verspreid over meer dan 40 landen. Hoofdkantoortje hier, in Lavaur. Je zou voor minder. Een paar kilometer verderop ligt in de bossen een enorm potsierlijk gebouwtje verstopt. Veel geld staat niet gelijk aan een goede smaak, blijkt maar weer.



Lavaur is verder een behoorlijk sportieve stad, met in het centrum een prima kathedraaltje. Nog wat vakwerkhuisjes erbij, het kan erger. In deze stad wordt het overdag mokerwarm, we halen blijkbaar 33 graden. Geen kans op regen en het lijkt niet buitengewoon hard te gaan waaien. In startplaats Millau is het een paar graden frisser, maar met 29 graden ook niet bepaald koud. Daar lijkt het ook niet enorm hard te gaan waaien, wat zonde is aangezien dit waaiertechnisch toch een leuke regio is. De Vent d'Autan staat hier, dat maakten de renners vorig jaar nog mee. Toen ontstonden er onderweg naar Albi toch wat waaiers, waarna Wout van Aert (leve Wout!) uiteindelijk in de sprint wist te winnen. Het merkwaardige is dat het in Castres wel schijnt te gaan waaien. Een bijzonder lokale wind moet dat dan wel zijn. Als dat zo is zouden we wel eens een leuke rit kunnen krijgen, voorbij Castres zou de wind dan schuin in de rug staan richting Lavaur. En voorbij Castres komen we nogal wat open terrein tegen. Kan het broekje dan toch op de enkels? Windsnelheden van 25 km/u worden verwacht, met windstoten tot 40 km/u. Ja, dan krijgen we dus gewoon dikke waaiers. Vanaf Castres is het nog iets meer dan 40 kilometer fietsen tot de finish, het kan een bijzonder hectische finale gaan worden. Richting Lavaur waait het wel steeds wat minder hard, in de finishplaats houden we nog maar 15 km/u over. Maar goed, dan is de schade dus al aangericht. Ik verwacht nu ondertussen toch wel een slagveld. Castres, jongens. Noteren. Beginnen doen we om 13:25, waarna er een neutralisatie van 10 minuten volgt. Om 13:35 gaat het los, als het goed is met weinig wind en de wind staat het eerste deel van de rit waarschijnlijk niet gunstig. Ergens tussen 16:21 en 16:37 zouden we door Castres moeten rijden, je bent een lul als je dan niet voor de televisie zit. Je kan meteen om 13:25 voor de tv gaan hangen, dan zijn Jan en Bobbie er weer. Als je toch meer van Michel en José bent moet je even wachten tot 14:35. De aankomst was tijdens de vorige rit zowaar een keer vroeg, maar nu gaan we er weer wat langer over doen. Ergens tussen 17:19 en 17:41, tenzij de renners er door de waaiers een supersnelle rit van maken.



In principe wilde ik voor een korte voorspelling gaan. Sprint, vijf namen, klaar. Maar nu lijkt het toch een ander verhaal te worden. Als het écht zo hard waait in Castres ontkom je simpelweg niet aan nervositeit, op z'n minst. Zelfs als de wind net niet goed genoeg staat krijg je dan nerveus gedoe, valpartijen, etc. Het zou kunnen dat de wind uiteindelijk vol in de rug blijkt te staan, in plaats van schuin, maar zelfs dan wordt het denk ik wel lachen. We zagen onderweg naar Privas al wat alleen het idee van een beetje wind kan doen met een peloton. De verschillende voorspellingen lopen wel een beetje uiteen, maar ploegen gaan het zekere voor het onzekere nemen en hun renners waarschuwen voor dit punt. Misschien baren we net als tijdens de vorige rit uiteindelijk een muis, maar laat ik even mijn nek uitsteken en gewoon stellig beweren dat dit leuk gaat worden. Voila. Mag ook wel een keer trouwens, we worden nog niet echt verwend tijdens deze Tour. Maanden geen wielrennen gezien en dan worden we afgescheept met deze kutkloterij. Zonder fans geen wielrennen, dus doe maar eens wat terug voor de fans. Hup. Oja, ik zou het bijna vergeten, maar tijdens het eerste deel van de rit zit er redelijk wat klimwerk onderweg. Ik heb niet het idee dat dit veel problemen gaat opleveren, zeker aangezien het de afgelopen dagen vrij rustig is geweest. Het peloton zal daar waarschijnlijk ook nog niet volle bak gaan, bang voor wat na Castres komen gaat. Dit mag ik allemaal wel beweren nadat ik bijna een hattrick heb gescoord, zonder Lutsenko was het drie op een rij geweest. Een unicum. Vanaf nu gaat het weer helemaal mis, let maar op.
1. Bennett. Eigenlijk alleen maar omdat hij bij Quick Step zit. Volgens mij is Bennett zelf niet echt een geweldige jongen in de wind, maar met zo'n ploeg om je heen mag dat verder geen problemen opleveren. Daarom schrijf ik hem met potlood op. Vooral ook omdat zijn concurrenten niet aanwezig zullen zijn. Ewan waait over het algemeen weg. Roglic kan voor geen meter in de wind rijden, dus Van Aert heeft mongolenwaaiercorvee. Sorry Michel.
2. Sagan. Peter kan normaal wel aardig in de wind rijden. Is het enige wat hij nog kan, min of meer. Al ben ik misschien iets te streng voor hem. Blijft een geweldenaar, maar de glans hè, de glans is er wel een beetje af.
3. Bol. Komt uit Zaandam, of ergens daar in de buurt. Kenners weten dat het in die regio altijd waait. Ik zou dus ernstig teleurgesteld zijn als Cees niet in de wind kan rijden. Dan moet hij meteen z'n paspoort inleveren, weet je wel.
4. Nizzolo. Kan alles tegenwoordig. Behalve sprinten in de Tour dan, voorlopig. Maar goed, wat niet is kan nog komen. Doug blijft ondanks alles enthousiast. Well done team, great job guys, dat soort teksten. Amazing.
5. Kristoff. Kan wel uit de voeten in de waaiers toch? Of niet, het staat me eigenlijk niet zo helder voor de geest. Met dat logge lichaam zou je toch zeggen dat hij in ieder geval niet weg mag waaien. Misschien is dit ook wel iets voor die andere papzak, Pedersen. Of juist weer voor de Belgische delegatie daar. Wie zal het zeggen, boeit me verder niet. Gerommel in de marge.

Mood als we toch geen waaiers krijgen:
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_194873067
We krijgen waaiers, in de eerste waaier zit alleen Tom Dumoulin en de tweede waaier komt binnen na een half uur.

w/
"You can call me Susan if it makes you happy"
pi_194873181
Roglic fietst meestal achteruit in de waaiers ja, maar met deze ploeg zou dat niet mogen gebeuren, zou je zeggen..

Kan wel leuk worden in ieder geval _O_
pi_194873358
Meestal komen er geen waaiers als iedereen de hele dag W-W-W-W zit te roepen, maar ik hoop het wel uiteraard.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194874105
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 21:31 schreef Marcoss het volgende:
Roglic fietst meestal achteruit in de waaiers ja, maar met deze ploeg zou dat niet mogen gebeuren, zou je zeggen..

Kan wel leuk worden in ieder geval _O_
als hij met deze ploeg in de mongolenwaaier terecht komt, moeten ze Roglic opheffen
  donderdag 3 september 2020 @ 22:22:16 #6
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_194874231


Vent d'Autan.
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 3 september 2020 @ 22:30:22 #7
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_194874401
Prima viaductje, niks mis mee.
pi_194874516
quote:
0s.gif Op donderdag 3 september 2020 22:22 schreef Koffieplanter het volgende:
[ afbeelding ]

Vent d'Autan.
30/40 kmh is ongeveer windkracht 5, ben benieuwd.
leven zoals het leven is
pi_194876184
Geen waaiers is echt een kut Tour
Gino ♥
  Moderator vrijdag 4 september 2020 @ 01:12:28 #10
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_194878702
Ik ga dis waaiers missen door een verjaardag.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_194878964
Lichtjes schuin in rug lijkt me, zo'n 30km/h volgens windy.com

  vrijdag 4 september 2020 @ 09:55:54 #13
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_194878985
Windfinder houdt het op zuid-oost 3-5 Bft en is volgens mij behoorlijk accuraat
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  vrijdag 4 september 2020 @ 09:59:05 #14
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_194879053
Als iedereen het weet dan komen er vaak weinig verrassingen. Was het niet in de Vuelta van 2018(?) dat er waaiers werden voorspeld en de hele koers en groupe gereden werd, omdat niemand durfde te starten.
  vrijdag 4 september 2020 @ 10:19:58 #15
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_194879459
Ach, Eljero heeft een voetblessure. Daar kampt hij zeker het gehele seizoen al mee haha.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_194879485
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 09:59 schreef VoMy het volgende:
Als iedereen het weet dan komen er vaak weinig verrassingen. Was het niet in de Vuelta van 2018(?) dat er waaiers werden voorspeld en de hele koers en groupe gereden werd, omdat niemand durfde te starten.
Uiteindelijk hangt er ook vanaf wie er lost. Als je waaiers probeert te trekken en je rijdt de helft van het peloton eraf, maar alle klassementsrenners/sprinters zitten er nog gewoon, heb je er heel weinig aan om volle bak door te fietsen. Natuurlijk weet iedereen dat er waaiers kunnen komen vandaag, maar je kunt niet elke meter van het parcours helemaal vooraan zitten met de ploeg. Dat zag je woensdag ook met Jumbo die zowat collectief in het 2e deel van het peloton zaten.

[ Bericht 0% gewijzigd door Marcoss op 04-09-2020 10:36:02 ]
pi_194879511
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:19 schreef Koffieplanter het volgende:
Ach, Eljero heeft een voetblessure. Daar kampt hij zeker het gehele seizoen al mee haha.
En natuurlijk:
quote:
Viviani kan in een hectische laatste kilometer rekenen op Simone Consonni en Christophe Laporte, maar zijn steun en toeverlaat Fabio Sabatini, met wie hij al veel successen wist te boeken, maakt geen deel uit van de Tourselectie van Cofidis.
  Moderator vrijdag 4 september 2020 @ 10:25:23 #18
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194879569
Aangezien het tegenzit qua spektakel deze Tour verwacht ik geen waaiers.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_194879614
quote:
14s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:25 schreef naatje_1 het volgende:
Aangezien het tegenzit qua spektakel deze Tour verwacht ik geen waaiers.
Al wel stokbrood in de oven?
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_194879635
quote:
14s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:25 schreef naatje_1 het volgende:
Aangezien het tegenzit qua spektakel deze Tour verwacht ik geen waaiers.
Voor spektakel moeten we vandaag bij de Nations League zijn natuurlijk!
  Moderator vrijdag 4 september 2020 @ 10:31:07 #21
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194879673
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:27 schreef franklop het volgende:

[..]

Al wel stokbrood in de oven?
Nee, ik lig nog in bed.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Moderator vrijdag 4 september 2020 @ 10:31:18 #22
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194879678
quote:
6s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:28 schreef Marcoss het volgende:

[..]

Voor spektakel moeten we vandaag bij de Nations League zijn natuurlijk!
Voetbal :')
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  vrijdag 4 september 2020 @ 10:33:21 #23
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_194879726
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:21 schreef Marcoss het volgende:

[..]

Uiteindelijk hangt er ook vanaf wie er lost. Als je waaiers probeert te trekken en je rijdt de helft van het peloton eraf, maar alle klassementsrenners/sprinters zitten er nog gewoon, heb je er heel weinig aan om volle bak door te fietsen. Natuurlijk weet iedereen dat er waaiers kunnen komen vandaag, maar je kunt niet elke meter van het parcours helemaal vooraan zitten met de ploeg. Dan zag je woensdag ook met Jumbo die zowat collectief in het 2e deel van het peloton zaten.
Eigenlijk moet je hopen dat 1 belangrijke klassementsrenner niet meezit; die kun je dan met z’n allen elimineren.
pi_194879750
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 09:59 schreef VoMy het volgende:
Als iedereen het weet dan komen er vaak weinig verrassingen. Was het niet in de Vuelta van 2018(?) dat er waaiers werden voorspeld en de hele koers en groupe gereden werd, omdat niemand durfde te starten.
Guadelajara vorig jaar was wel genot.
Citius, Altius, Fortius.
  vrijdag 4 september 2020 @ 10:44:04 #25
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_194879889
quote:
0s.gif Op vrijdag 4 september 2020 10:33 schreef Van_Poppel het volgende:

[..]

Eigenlijk moet je hopen dat 1 belangrijke klassementsrenner niet meezit; die kun je dan met z’n allen elimineren.
Ja klopt, zo hebben ze Chaves een keer genaaid in de Giro. Ik zeg 'genaaid' maar het was een pracht van een etappe O+ Maar had wel een beetje medelijden met Chaves toen, haha.

Ook nog flink beulswerk van Gesink toen. Zonder Gesink was Chaves teruggekomen waarschijnlijk.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')